DINSDAG 10 NOVEMBER 1931
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
GEMEENTERAAD VAN ALPHEN a. d. RIJN
DE SCHORSING VAN EEN RAADSLID. ZEEP EN LIEDEREN.
HET OPENBAAR ONDERWIJS. DE LAGE, OF DE HOOGE
ZIJDE. DE DIRECTEUR VAN GEMEENTEWERKEN ALS HET
PAARD VAN TROJE. DE NIEUWE STEUNREGELING. EEN
PHILANTROPISCH DRUKKER, DIE NIET GEORGANISEERD IS
Gistermiddag om 2 uur kwam de Raad
der gemeente in openbare vergadering bij
een ter behandeling van een agenda van
26 punten, waaronder de gemeentebegroo-
ting.
Aanwezig alle leden. De voorzitter opent
de vergadering met gebed.
Na mededeelingen en ingekomen stuk
ken wordt overgegaan rot behandeling der
agenda.
De schorsing van den heer
Engelsman opgeschort.
1. Voorstel van B. en W. in zake solior-
eing van den heer J. N. Engelsman als lid
van den Raad wegens overtreding van art.
26 der Gemeentewet..
De heer Van Kleef wil voorshands aan
nemen, dat wetsovertreding heeft plaats
gevonden, maar acht deze niet zoo zwaar,
dat daarop schorsing moet volgen.
Het gevolg bij schorsing zal zijn, dat de
heer Engelsman niet zal mogen deelnomen
aan de afhandeling dezer agenda.
Het lijkt spr. tegenover de fractie der
S. D. A. P. niet billijk, om vóór de ver
gadering 60 pet. dezer fractie uit. te scha
kelen. Spr. geeft daatom B. en W. in over
weging dit punt te behandelen aan het
eind der agenda.
De heer Spreij zegt, dat de heer Engels
man te goeder trouw heeft gehandeld en
vraagt of ook B. en W. juridisch advies
hebben ingewonnen.
De heer Boeren vraagt of reeds nu voor
dit simpele geval deze maatregel moet
worden toegepast. De heer Engelsman
heeft te goeder trouw gehandeld. Zullen
Ged. Staten deze schorsing bekrachtigen?
Alleen als dit zeker is, zal spr. met het
voorstel meegaan. Spr. meent dat de nieu
we redactie na de wetswijziging aanlei
ding zou geven tot een waarschuwing.
Juist door 't facultatief karakter is do de
linquent in twijfel geraakt.
Spr. vindt in de toelichting van B. en
W. eenige tegenspraak.
De voorz. komt op tegen de meening
van den heer Van Kleef dat B. en W. den
heer Engelsman buiten gevecht zouden
willen stellen. De reden dat dit voorstel
no. 1 is geplaatst vond voor spr. zijn oor
zaak in het gevoel dat de heer Engelsman
in een vergadering, waarin hij wellicht zal
worden geschorst, zich onprettig moet
gevoelen en dit hebben B. en W. hem wil
len besparen.
Aan den heer Spreij antwoordt spr., dat
B. en W. een juridisch advies niet noodig
hebben geacht en hij verwijst naar een
zelfde geval te Ridderkerk, waar een
raadslid eveneens wegens levering werd
geschorst wat door Ged. Staten werd be
krachtigd.
Met een waarschuwing zijn B. en W.
niet gedekt. Naar sprekers overtuiging
zal de schorsing door Ged. Staten worden
bekrachtigd.
Het feit is welbewus geschied en door
den delinquent bevestigd.
De heer ten Cate Brouwer meent dat de
directeur der Gasfabriek die kleine leve
ring aan den heer Engelsman niet had mo
gen geven. Deze heeft hieraan mede
schuld.
De voorz. meent dat de directeur er
ook eerst later van gehoord heeft.
De heer Van Kleef verzocht zijn voor
stel in stemming te brengen om dit punt
uit te stollen tot het einde der agenda.
In stemming gebracht wordt dit voorstel
aangenomen met 9 tegen 8 stemmen.
2. Voorstel van B. en "W. tot goedkeuring
van de rekening van het Algemeen Arm
bestuur over 1930.
Aangenomen.
3. Vaststelling van den staat van onin
bare en te verhalen posben der rekening
1930.
Aangenomen.
4. Voorloopige vaststelling van de reke
ningen over 1930 van:
a. de Water- en Lichtbedrijven;
b. het Grondbedrijf;
c. het Waarborgfonds in zake Woning
bouw
d. de gemeente.
Aangenomen.
5. Voorstel van B. en W. naar aanleiding
van een missive van het gemeentebestuur
van Leiden betreffende de stichting van een
barak voor de verpleging van lijders aan
besmettelijke ziekten, te Leiden, voor een
kring van gemeenten.
De heer Boeren vestigt de aandacht op
de noodzakelijke telefoonaansluiting en de
ziekenbarak ten gerieve der verpleegsters.
De heer Spreij vraagt of men bij met
aanneming van dit voorstel bij een epide
mie toch in Leiden terecht kan.
De voorzitter kan hierop geen definitief
antwoord geven.
Hierna aangenomen.
6. Voorstel van de Commissie voor het
ontwerpen van strafverordeningen tot aau-
vulling van de Algemeene Politieverorde
ning.
Aangenomen.
Het venten in de gemeente.
7. Voorstel van B. on W. naar aanleiding
van het adres van A. van Engelen e.a.
winkeliers om verbodsbepalingen vast te
stellen in zake het venten, en antwoord op
een vraag van soortgelijke strekking vau
den heer Den Uijl.
De heer den Uijl zegt, dat zijn bedoe
ling niet zoover ging als die van adressan
ten. Spr. wensohte alleen de bevoegdheid
om ongewenschte elementen te weren. Ver
der wil spreker niet gaan.
De heer Boeren zegt, dat de betreffen
de oommissie hieraan reeds aandacht heeft
besteed. Maar hierop is geen correctief te
vinden. Bij zulk een bepaling gaat men
dan lectuur en liedjes ea. aanbieden. Dit
mag volgens de grondwet. Spr. koopt dan
maar liever zeep dan liedjes aan de deur.
De heer Verdonk beaamt, dat dit moei
lijk is, maar de geweldige plaag in de bui
tenwijken vraagt dat naar een oplossing
wordt gezocht.
De heer Cocx vestigt de aandacht op de
vliegende winkels, die toch ook van hier
uitgaan. Dat weegt dan tegen elkaar op.
Do heer Van Kleef meent, dat men ook
rekening moet houden met de consumen
ten. Spr. wijst op de gemeentewet en
meent dat met het oog hierop niet zulk
een verordening kan worden gemaakt.
De heer Spreij zegt, dat zeker 40 van
de winkeliers die dit adies hebben onder
teekend zelf in andere gemeenten gaan
venten.
De heer Boeren zegt nog eens dat hier
tegen geen bepalingen te maken zijn.
Hierna aangenomen.
8. Voorstel van B. en W. in zake vast
stelling eener verordening betreffende het
beroep in de artikelen 7 en 9 dor Woning
wet.
Aangenomen.
9. Voorstel van B. en W. inzake vast
stelling van verordeuiugen op de heffing
en invordering van keur- en slachtloonen.
De heer Cocx acht de keur- en slacht
loonen te hoog. Voor noodslachtingen zou
spr. de halve prijs berekend willen zien.
De voorzitter zou het eerst nog eens een
jaar villen aanzien.
De heer Ruting acht verlaging der nood-
slachtprijzen eveneens ongewenscht.
Hierna aangenomen.
10. Voorstel van B. en W. tot vaststel
ling eener verordening in zake inning van
rechten door andere personen dan door
den gemeente-ontvanger.
Aangenomen.
11. Voorstel van B. en W. naar aanleiding
van een adre9 der Oudercommissiën voor
de openbare scholen om aanstelling van
vakonderwijzers voor het vak lichamelijke
oefening.
De heer ten Cate Brouwer spijt het, dat
B. en W. afwijzend prae-advies hebben
gegeven en dat ondanks het gunstige ad
vies van den inspecteur.
Met de zuinigheid wordt vooral ge
schermd als het de belangen geldt van het
openbaar onderwijs.
De voorz. zet uiteen dat het niet de be
doeling is van B. en W. het openbaar on
derwijs te hinderen.
De heer Van Kleef stelt voor dit adre3
niet af te wijzen maar het uit te stellen
tot de volgende begrooting.
Hiertoe wordt besloten.
12. Voorstel van B. en W. inzake de uit
voering van werken bij wijze van werkver
schaffing.
De nieuwe begraafplaats onder
motto: werkverschaffing.
De heer ten Cate Brouwer komt op te
gen de vorm van procedure waarin B. en
W. de uitbreiding der gemeente in casu
de nieuwe begraafplaats hier onder het
motto werkverschaffing ter tafel brengen.
Ook tegen de cijfers heeft spr. bezwaren.
De plaats die B. en W. voor de begraaf
plaats bestemmen komt in strijd met het
verkcersbelang. Al die begrafenisstoeten
zullen dan door de Bruggestraat moeten
gaan.
Spr. gaat de geschiedenis dezer voor
stellen na. Hij heeft zich verzet tegen uit
breiding der bestaande begraafplaats en
gepleit voor een nieuwe begraafplaats.
De plannen bij de Piswetering hadden
sprekers volle sympathie. Men kan daar
3 H.A. koopen voor 20.000, waarop nog
wel iet-s valt af te dingen.
Spr. stelt nu voor dit punt aan te hou
den tot de volgende vergadering en mocht
dit voorstel worden verworpen, dan wil
spr. over den prijs nader onderhandelen
en den prijs niet a priori vast stellen.
De heer Engelsman zou dit voorstel wil
len aanhouden totdat het uitbreidingsplan
is vastgesteld.
De heer Boeren bespreekt den prijs van
den grond. Practisoh zou men de andere
begraafplaatsen moeten opruimen, die ook
hun geld hebben gekost.
Bovendien heeft spr. nog bezwaren van
stedebouwkundigen aard. Werkverschaf
fing behoeft hier geen gewicht in de schaal
te leggen, daar men in den tijd der overi
ge projecten voor werkverschaffing hierin
wel kan voorzien.
De heer Ruting verklaart zich voor het
voorstel van B. en W., waarbij spreker
nog eenige wenschen naar voren brengt.
De heer Spreij gevoelt het bezwaar van
den heer ten Cate Brouwer dat hier de
begraafplaats wordt gekoppeld aan de
werkverschaffing. Toch meent spr. dat dit
voorstel niet moet worden uitgesteld, om
dat de nood van 350 werklooze gezinnen
cm werkverschaffing schreeuwt.
De heer den Ouden is het met den heer
Spreij eens, dat deze werkverschaffing zoo
spoedig mogelijk onderhanden moet wor
den genomen. Spr. zegt dat de kosten die
bij het oude voorstel zullen komen zeer
zullen tegenvallen.
Dit voorstel is de goedkoopste werkver
schaffing voor de gemeente. Spr. dringt er
op aan dezen middag een beslissing te ne
men.
De heer den Uijl zegt, dat de bezwaren
zijn oorzaak vinden in het uitbreidingsplan.
Gehoord de besprekingen meente spr.
dat de Raad genoegen moet nemen met
deze voorstellen. Daar de andere objecten
van werkverschaffing dus niet voldoende
zullen zijn, acht sj:. hot noodzakelijk het
voorstel van B. en W. aan te nemen. Spr.
geeft den heer Engelsman in overweging,
zijn voorstel in te trekken.
De heer Van Kleef acht eveneens aan
neming van het voorstel noodzakelijk. De
plaats waar laat spr. onverschillig, maar
hij vraagt of men niet tot onteigening kan
overgaan.
De voorzitter zet de geschiedenis nog
eens uiteen en zegt dat de uitbreiding van
de oude begraafplaats te hooge kosten zou
meebrengen, bij te kleine uitbreiding. Spr.
legt nog eens den nadruk op de werkver
schaffing, en zegt, dat dit voorstel is be
sproken met het ministerie van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw en dat een
vrij belangrijke subsidie mag worden ver
wacht.
Het is eenvoudig een noodtactiek. Ook
in het college van B .en W. zijn er die
hun meening hebben moeten laten varen
in 't belang der werkverschaffing.
De heer ten Cate Brouwer is door de
besprekingen nog niet van meening ver
anderd.
Spr. gaat de voor- en nadeelen na en
zegt dat het niet aangaat om nu maar
in eens den Raad het pistool op de
borst te zetten en de leden te dwingen
voor te stemmen omdat de werkver
schaffing dit eischt.
Het gaat om een vitaal belang van
het uitbreidingsplan.
De heer Boeren blijft tegen het
voorstel van B. en W.
De heer Boeren meent dat de zaak
vertroebeld wordt.
Spr. heeft getracht na - het gehoorde
zijn meening te herzien, maar dat is
hem onmogelijk. De werkverschaffing
staat of valt niet met dit voorstel, ook
als de begraafplaats aan de Hooge zijde
komt is er werkverschaffing. Ook bij de
Florahoeve is bouwgrond, ook daar
breidt zich de gemeente uit.
Als' werkverschaffing hoofdzaak is, dan
heeft men die aan de Hooge zijde meer
dan aan de Aarkade.
De heer den Uyl zegt dat bij werk
verschaffing tooh ook het economisch
nut niet uit het oog mag worden ver
loren.
Hebben B. en W. '^reeds toezegging
van de regeering tot het verleenen van
een subsidie?
De heer Engelsman trekt, gehoord de
besprekingen, zijn voorstel in, al voelt
Bpr. zich niet verantwoord hierin nu een
beslissing te nemen, daar men nu kans
loopt een begraafplaats te krijgen te
midden van een industrieterrein. Spr.
schuift dan ook de verantwoording op
B. en W.
De heer Ruting motiveert hierna zijn
„reuzen-zwaai" die in de werkverschaf
fing zijn oorzaak vindt.
De heer Koren meent, dat in het voor-
stel-Aarkade meer werkverschaffing zit.
De heer den Ouden bestrijdt de mee
ningen van de heeren ten Cate Brouwer
en Boeren en betoogt dat de straataan-
leg, die bij een begraafplaats aan de
Hooge zijde noodig zou zijn, de duurste
werkverschaffing voor de gemeente is.
De heer ten Cate Brouwer verdedigt
nog eens zijn meening en vestigt de aan
dacht op een ander voorstel tot aan
leg van een begraafplaats op eigen grond
Het paard van Troje.
De heer Engelschman vraagt den di
recteur van gemeentewerken te hooren.
Deze wordt telefonisoh opgeroepen.
De heer ten Cate Brouwer: Dan ha
len we het paard van Troje binnen. Zijn
advies ademt natuurlijk dezelfde geest
als de stukken.
De vergadering wordt eenigen tijd ge
schorst tot het paard van Troje ver
schijnt.
De heer ir. van Waardenburg, direc
teur van gemeentewerken wordt door
den voorzitter van den stand der be
sprekingen op de hoogte gesteld en
vraagt hem zijn meening te zeggen over
de beide plaatsen aan Aarkade en Hooge
zijde in verband met het uitbreidings
plan.
De heer Boeren zet eerst nog eens
zijn meening uiteen n.l. dat aan een be
graafplaats Hooge zijde meer werkver
schaffing zit, waar ook reeds aan de
Lage zijde twee begraafplaatsen zijn.
Ook de heer ten Cate Brouwer zet
zijn meening uiteen, n.l. ten opzichte
van de kosten die z.i. aan de Lage zijde
hooger zijn.
Hierna krijgt ir. van Waarden burg het
woord. Spr. zegt slechts te hebben na
gegaan waar de beste plaats is voor één
centrale algemeene begraafplaats voor
de één© gemeente Alphen.
Daarvoor is geen enkel terrein zoo
geschikt als het terrein aan de Aar
kade. De kosten en toegangswegen zijn
gesohikter. De aangrenzende grond is
niet bestemd voor bouwterrein. Spr. ver
gelijkt de kosten van een begraafplaats
aan de Hooge zijde met die van een
begraafplaats aan de Lage zijde, waar
bij hij tot de conclusie komt, dat de
Lage zijde geschikter is. Bovendien kan
aan de Lage zijde eerder worden begon
nen.
De heer Boeien vestigt nog eens- de
aandacht er op, dat er over de werk
verschaffing door den heer van Waar
denburg niet is gesproken. Spr. consta
teert uit de uiteenzetting van ir. van
Waardenburg, dat in de begraafplaats
aan de Hooge zijde meer werkverschaf
fing zit. Bij verbreeding der Aarkade
treedt direct prijsverhooging van den
grond op en komt er bouwgrond.
De heer ten Cate Brouwer meent dat
de Aarkade niet het centrum der ge
meente is. Spr. bestrijdt de meening van
ir. van Waardenburg, dat aan de Aar-
kade niet zal worden gebouwd. Spr.
dringt aan op spoedig koopen van grond
aan de Piswetering.
Ir. van Waardenburg wijst nog eens
óp de betere toegangswegen aan de
Aarkade.
De heer Engelsman vraagt naar 't prijs
verschil en of dit verschil vooral ar
beidsloon is.
Ir. van Waardenburg antwoordt hier
op dat het verschil ongeveer 25.000 be
draagt, wat hoofdzakelijk 't arbeidsloon
is. De heer Boeren bestrijdt dit, volgens
de boekwaarde is dit 25.000.
De heer ten Cate Brouwer stelt voor
B. en W. op te dragen de gronden aan
de Hooge zijde te koopen en daar een
begraafplaats te stichten, om bij zijn
voorstel tegemoet te komen aan de be
zwaren van hen, die oogenblikkelijke uit
voering in 't belang der werkverschaf
fing noodzakelijk achten.
De heer Engelsman vraagt nog hoe
lang dit voorstel de werkverschaffing
zal opschorten.
De voorzitter zegt dat. ook de grootst
mogelijke spoed zal worden betracht.
De heeren van Muiswinkel en Ver-
donk verklaren zich voor het voorstel
van B. en W.
Na een laatste verdediging van den
heer ten Cate Brouwer ontstaat er een
heftige discussie tusschen de heeren
Verdonk, ten Cate Brouwer en Boeren.
De laatste valt over een gezegde van den
heer Verdonk, die zeide, dat de heer
ten Cate Brouwer goochelde met cijfers.
B. en W. hebben gegoocheld met cij
fers, zegt de heer Boeren. De bereke
ning van den heer ten Cate Brouwer is
juist.
Wethouder Herngreen verwijt den
heer Boeren, dat deze geen rekening
houdt met het uitstel van werkverschaf
fing en den hoogeren prijs.
De heer Boeren verwijt den wethouder
daartegen een verkeerde voorstelling van
zaken, wat spr. met cijfers aantoont.
De heer den Uyl bepaalt zijn stem
voor het voorstel van B. en W. uit
hoofde van werkverschaffing.
Hierna wordt op voorstel van den
heer van Kleef de stemming opgescho
ven tot na de pauze.
De Lage zijde wint.
Na heropening der vergadering wordt
het voorstel van den heer ten Cate
Brouwer in stemming gebracht en ver
worpen met 4 tegen 13 stemmen.
Het voorstel van B. en W. is dus aan
genomen.
Vervolgens wordt nog aangenomen:
a. voor do verlenging van den Bui
tenweg een- crediet van 19.000 beschik
baar te stellen, waarvan 8000 uit de
kas van het Gemeentebedrijf;
b. tot uitvoering van voorloopige
grondwerken in verband met de aanleg
van een nieuwe begraafplaats en daar
voor een eerste crediet vast te stellen
van 30.000;
c. dat de boekwaarde van het terrein
aan de Verlengde Aarkade aan het
Grondbedrijf zal worden uitgekeerd uit
de gemeentekas.
De heer Ruting stelt voor 5000 uit
te keeren uit de gemeentekas. Dit voor
stel wordt aangenomen met 15 tegen 2
stemmen.
13. Voorstel van B. en W. inzake uitvoe
ring van de verbreeding van de Linden-
hovestraat.
De heer Ruting is tevreden met de
verbeteringen van de Lindenhovestraat,
maar zou thans iets meer willen geven
om een afdoende verbetering te krijgen.
De heer Konen is het met den heer
Ruting eens, mede omdat hierdoor een
vernauwing van den ingang voorkomen
wordt.
Wethouder van Leeuwen verklaart te
gen het voorstel van B. en W. te zullen
stemmen.
Een voorstel van den heer Ruting om
den grond van den heer Niekerk als
nog aan te koopen wordt aangenomen
met 11 tegen 6 stemmen. Het voorstel
van B. en W. is hiermede verworpen.
De steunregeling ter tafel.
14. oorstel van B. en W. inzake vaststel
ling eener steunregeling.
De heer den Uyl drukt er zijn spijt over
uit, dat deze steunregeling zoo laat komt.
Er is, aldus spr., niet veel veranderd, er
is een verslechtering.
Met het ontwerp der besturenbonden is
door B. en W. geen rekening gehouden. Spr.
vreest, dat de minister hierin nog wel ver
slechteringen zal aanbrengen.
Spr. valt de kindertoeslag aan, die op
ƒ0.75 ia teruggebracht.
De heer ten Cate Brouwer kan zich met
deze regeling vereenigen. Spr. vraagt ech
ter door massale inkoop van brood en aard
appelen via de middensbandsvereenigingen
deze producten aan de werkloozen goedkoo-
per te verstrekken. Hierdoor zou de koop
kracht der steungelden grooter worden.
Ook particulieren zullen moeten steunen,
wat de Chr. en Kabh. organisaties ook weer
doen.
De groote gezinnen.
De heer Boeren juicht het voorstel van
B. en W. toe, vooral waar er nog zeer vele
gemeenten zijn, die niets doen. Dat moeten
de werkloozen eens in 't oog houden. Al
leen spijt het spr., dat de groote gezinnen
weer het loodje leggen. Spr. zal daarom
straks bij de artikelsgewijze behandeling
een voorstel daarointre t doen.
De voorzitter verwerpt ae critiek van
den heer den Uyl op de regeering. Waar
schijnlijk zal morgen de Kamer op voor
stel van de regeenng besluiten de werklo
zenkassen met zes weken te verlengen.
Het voorstel van den heer ten Cate
Brouw-er wijst spr. af. De gemeente kan
dat niet doen. Bij den heer Boeren sluit
spr. zich aan.
De heer den Uyl ziet in de manipulaties
van de regeering tegen de uitspraken van
gemeenteraden in, een vreemd verschijnsel.
De heer Veltman meent, dat ook bij do
middenstand malaise heerscht en door het
voorstel van den heer ten Cate Brouwer
zouden vele middenstanders, handelaren in
aardappelen, bakkers e.a., worden gedu
peerd.
Hiierna volgt artikelsgewijze behande
ling.
Bij artikel 7 bepleit de heer Boeren ©en
wijziging in dier voege, dat in een gezin
boven de 2 personen J 1 inplaats van 0.73
zal worden uitgekeerd.
De heer Koren sluit zich bierbij aan.
De heer ten Cate Brouwer meent, dat
men beneden de norm van werkverschaf
fing moet blijven. Wil men dit doen, dan
moet men die uitkeering laten beginnen
bij het vierde kind.
Spr. meent, dat de te verstrekken ookes
aan de gemeente zal moeten worden gele
verd tegen marktprijs. De gemeente is in
dit geval groot-afnemer.
De heer den Uyl sluit zich aan bij de
heeren Boeren en Koren en wil voor ieder
kind rneer dan zes 50 ct. extra toestaan.
De heer Boeren sluit zich aan bij den
heer den Uyl, die een betere regeling
wenscht voor groote gezinnen, die door de
regeling onbiiiijk werden getroffen.
Ook de heer Sprey ondersteunt dit voor
stel.
De voorzitter zegt, dat op de kleintjes
moet worden gelet. Bij exceptioneele ge
vallen als bij groote gezinnen kan al
tijd nog worden voorzien. Ook zal misschien
deze regeling bij verhooging van den kin
dertoeslag gevaar loopen.
De heer den Uyl meent, dat wij het er
dan maar op moeten wagen.
De heer ten Cate Brouwer zou deze toe
slag dan alleen wenschen voor het vijfde
en zesde kind.
De voorz. dringt op aanneming van het
het voorstel van B. en W. sterk aan.
Toeslag bij meer dan 6 kinderen.
De heer Veltman zou er boven het zes
de kind nog 5U ets willen bijdoen.
Dit voorstel wordt tenslotte aangenomen.
De heer den Uyl kan zich er niet mede
vereenigen, dat aan hen, die na den eer
sten Januari 1931 zijn gehuwd geen uitkee
ring wordt verstrekt. Men zal toch met
gaan huwen alleen om steun te krijgen.
Daarom zal deze passage kunnen vervallen.
Ook de uitkeering aan de kostwinners
wordt door den heer den Uyl onvoldoen
de en onbillijk geacht.
Het ontwerp wordt daarna zonder verde
re wijziging vastgesteld.
De heer Koren vraagt een localiteit aan
te wijzen bij de uitkeeringen door het Anh-
bestuur.
B. en W. zullen zoo mogelijk hierin voor
zien. Er wordt reeds over onderhandeld.
In de commissie tot uitvoering der steun
regeling worden benoemd de heeren Boe
ren en Sprey.
15. Voorstel van B. en W. in zake 'iet
verzoek van den Alphenschen Besturen
bond om een extra uitkeering aan wevk-
loozen.
Aangenomen.
16. Voorstel van B. en W. in zake verhu
ring van een perceeltje grond gelegen aan
de Rozenstraat, aan de Sohietvereeniging
„Nederland en Oranje" alhier.
De heer den Uyl meent, dat het beter
is, dat schietfcentje wat verder van de be
woonde huizen af te zetten.
17. Voorstel van B. en W. in zake den
aankoop van perceeltjes openbaren weg
van den heer B. van Wijk en anderen.
Aangenomen.
18. Voorstel van B .en W. in zake ver
koop van een perceel bouwgrond gelegen
aan de Jongkindt Coninckstraat aan B.
Snel q.q.
Aangenomen.
19. Voorstel van B. en W. in zake ver
koop van een perceel bouwgrond aan de
Toussaintstraat aan den heer B. Snel al
hier.
Aangenomen.
20. Voorstel van B. en W. inzake verkoop
van een perceel bouwgrond aan de Van
Genderenstraat aan den heer J. van Wie-
ringen alhier.
Aangenomen.
21. Voorstel van B. en W. tot verkoop
van bouwgrond aan de Van Genderenstraat
aan den heer W. B. Kroon q.q. alhier.
Aangenomen.
22. Voorstel van B. en W. in zake de on-
derhandsche gunning van het drukken van
het raadsverslag enz.
Een drukkerskwestie.
De heer Ruting had liever een aanbe
steding onder georganiseerden gezien.
De voorzitter leest hierop een schrijven
voor van den heer van Wieringen aan wien
het drukken van het raadsverslag is ge
gund, waarin hij mededeelt dat hij wel
niet georganiseerd is, maar in de samen
stelling van zijn personeel boven de eischen
van de georganiseerden blijft en dezelfde ar
beidsvoorwaarden heeft voor zijn perso
neel.
De heer den Ouden meent, dat bij on-
dershandsche aanbesteding van Wieringen
het laagst heeft ingeschreven, zoodat B. en
W. moreel verplicht zijn het werk aan hem
te gunnen. Spr. is wel niet voor ongeorga
niseerd zijn, maar nu de Raad B. en W.
dien opdracht hebben gegeven, mogen B.
en W. niet anders handelen. Spr. zou wel
gaarne meegaan met een eventueel voor
stel om ongeorganiseerden uit te sluiten.
Nu dit niet is geschied, moet spr. met B.
en W. meegaan.
De heer Boeren vraagt zich af hoe de
arbeidsvoorwaarden bij den heer van Wie
ringen zijn. Bovendien kan de heer van
Wieringen naast zijn toelichting iederen
dag zijn voorwaarden veranderen. In het
program der A.-R. partij vond spr. dat het