DINSDAG 10 NOVEMBER 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 GEMEENTERAAD VAN ALPHEN a. d. RIJN DE SCHORSING VAN EEN RAADSLID. ZEEP EN LIEDEREN. HET OPENBAAR ONDERWIJS. DE LAGE, OF DE HOOGE ZIJDE. DE DIRECTEUR VAN GEMEENTEWERKEN ALS HET PAARD VAN TROJE. DE NIEUWE STEUNREGELING. EEN PHILANTROPISCH DRUKKER, DIE NIET GEORGANISEERD IS Gistermiddag om 2 uur kwam de Raad der gemeente in openbare vergadering bij een ter behandeling van een agenda van 26 punten, waaronder de gemeentebegroo- ting. Aanwezig alle leden. De voorzitter opent de vergadering met gebed. Na mededeelingen en ingekomen stuk ken wordt overgegaan rot behandeling der agenda. De schorsing van den heer Engelsman opgeschort. 1. Voorstel van B. en W. in zake solior- eing van den heer J. N. Engelsman als lid van den Raad wegens overtreding van art. 26 der Gemeentewet.. De heer Van Kleef wil voorshands aan nemen, dat wetsovertreding heeft plaats gevonden, maar acht deze niet zoo zwaar, dat daarop schorsing moet volgen. Het gevolg bij schorsing zal zijn, dat de heer Engelsman niet zal mogen deelnomen aan de afhandeling dezer agenda. Het lijkt spr. tegenover de fractie der S. D. A. P. niet billijk, om vóór de ver gadering 60 pet. dezer fractie uit. te scha kelen. Spr. geeft daatom B. en W. in over weging dit punt te behandelen aan het eind der agenda. De heer Spreij zegt, dat de heer Engels man te goeder trouw heeft gehandeld en vraagt of ook B. en W. juridisch advies hebben ingewonnen. De heer Boeren vraagt of reeds nu voor dit simpele geval deze maatregel moet worden toegepast. De heer Engelsman heeft te goeder trouw gehandeld. Zullen Ged. Staten deze schorsing bekrachtigen? Alleen als dit zeker is, zal spr. met het voorstel meegaan. Spr. meent dat de nieu we redactie na de wetswijziging aanlei ding zou geven tot een waarschuwing. Juist door 't facultatief karakter is do de linquent in twijfel geraakt. Spr. vindt in de toelichting van B. en W. eenige tegenspraak. De voorz. komt op tegen de meening van den heer Van Kleef dat B. en W. den heer Engelsman buiten gevecht zouden willen stellen. De reden dat dit voorstel no. 1 is geplaatst vond voor spr. zijn oor zaak in het gevoel dat de heer Engelsman in een vergadering, waarin hij wellicht zal worden geschorst, zich onprettig moet gevoelen en dit hebben B. en W. hem wil len besparen. Aan den heer Spreij antwoordt spr., dat B. en W. een juridisch advies niet noodig hebben geacht en hij verwijst naar een zelfde geval te Ridderkerk, waar een raadslid eveneens wegens levering werd geschorst wat door Ged. Staten werd be krachtigd. Met een waarschuwing zijn B. en W. niet gedekt. Naar sprekers overtuiging zal de schorsing door Ged. Staten worden bekrachtigd. Het feit is welbewus geschied en door den delinquent bevestigd. De heer ten Cate Brouwer meent dat de directeur der Gasfabriek die kleine leve ring aan den heer Engelsman niet had mo gen geven. Deze heeft hieraan mede schuld. De voorz. meent dat de directeur er ook eerst later van gehoord heeft. De heer Van Kleef verzocht zijn voor stel in stemming te brengen om dit punt uit te stollen tot het einde der agenda. In stemming gebracht wordt dit voorstel aangenomen met 9 tegen 8 stemmen. 2. Voorstel van B. en "W. tot goedkeuring van de rekening van het Algemeen Arm bestuur over 1930. Aangenomen. 3. Vaststelling van den staat van onin bare en te verhalen posben der rekening 1930. Aangenomen. 4. Voorloopige vaststelling van de reke ningen over 1930 van: a. de Water- en Lichtbedrijven; b. het Grondbedrijf; c. het Waarborgfonds in zake Woning bouw d. de gemeente. Aangenomen. 5. Voorstel van B. en W. naar aanleiding van een missive van het gemeentebestuur van Leiden betreffende de stichting van een barak voor de verpleging van lijders aan besmettelijke ziekten, te Leiden, voor een kring van gemeenten. De heer Boeren vestigt de aandacht op de noodzakelijke telefoonaansluiting en de ziekenbarak ten gerieve der verpleegsters. De heer Spreij vraagt of men bij met aanneming van dit voorstel bij een epide mie toch in Leiden terecht kan. De voorzitter kan hierop geen definitief antwoord geven. Hierna aangenomen. 6. Voorstel van de Commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen tot aau- vulling van de Algemeene Politieverorde ning. Aangenomen. Het venten in de gemeente. 7. Voorstel van B. on W. naar aanleiding van het adres van A. van Engelen e.a. winkeliers om verbodsbepalingen vast te stellen in zake het venten, en antwoord op een vraag van soortgelijke strekking vau den heer Den Uijl. De heer den Uijl zegt, dat zijn bedoe ling niet zoover ging als die van adressan ten. Spr. wensohte alleen de bevoegdheid om ongewenschte elementen te weren. Ver der wil spreker niet gaan. De heer Boeren zegt, dat de betreffen de oommissie hieraan reeds aandacht heeft besteed. Maar hierop is geen correctief te vinden. Bij zulk een bepaling gaat men dan lectuur en liedjes ea. aanbieden. Dit mag volgens de grondwet. Spr. koopt dan maar liever zeep dan liedjes aan de deur. De heer Verdonk beaamt, dat dit moei lijk is, maar de geweldige plaag in de bui tenwijken vraagt dat naar een oplossing wordt gezocht. De heer Cocx vestigt de aandacht op de vliegende winkels, die toch ook van hier uitgaan. Dat weegt dan tegen elkaar op. Do heer Van Kleef meent, dat men ook rekening moet houden met de consumen ten. Spr. wijst op de gemeentewet en meent dat met het oog hierop niet zulk een verordening kan worden gemaakt. De heer Spreij zegt, dat zeker 40 van de winkeliers die dit adies hebben onder teekend zelf in andere gemeenten gaan venten. De heer Boeren zegt nog eens dat hier tegen geen bepalingen te maken zijn. Hierna aangenomen. 8. Voorstel van B. en W. in zake vast stelling eener verordening betreffende het beroep in de artikelen 7 en 9 dor Woning wet. Aangenomen. 9. Voorstel van B. en W. inzake vast stelling van verordeuiugen op de heffing en invordering van keur- en slachtloonen. De heer Cocx acht de keur- en slacht loonen te hoog. Voor noodslachtingen zou spr. de halve prijs berekend willen zien. De voorzitter zou het eerst nog eens een jaar villen aanzien. De heer Ruting acht verlaging der nood- slachtprijzen eveneens ongewenscht. Hierna aangenomen. 10. Voorstel van B. en W. tot vaststel ling eener verordening in zake inning van rechten door andere personen dan door den gemeente-ontvanger. Aangenomen. 11. Voorstel van B. en W. naar aanleiding van een adre9 der Oudercommissiën voor de openbare scholen om aanstelling van vakonderwijzers voor het vak lichamelijke oefening. De heer ten Cate Brouwer spijt het, dat B. en W. afwijzend prae-advies hebben gegeven en dat ondanks het gunstige ad vies van den inspecteur. Met de zuinigheid wordt vooral ge schermd als het de belangen geldt van het openbaar onderwijs. De voorz. zet uiteen dat het niet de be doeling is van B. en W. het openbaar on derwijs te hinderen. De heer Van Kleef stelt voor dit adre3 niet af te wijzen maar het uit te stellen tot de volgende begrooting. Hiertoe wordt besloten. 12. Voorstel van B. en W. inzake de uit voering van werken bij wijze van werkver schaffing. De nieuwe begraafplaats onder motto: werkverschaffing. De heer ten Cate Brouwer komt op te gen de vorm van procedure waarin B. en W. de uitbreiding der gemeente in casu de nieuwe begraafplaats hier onder het motto werkverschaffing ter tafel brengen. Ook tegen de cijfers heeft spr. bezwaren. De plaats die B. en W. voor de begraaf plaats bestemmen komt in strijd met het verkcersbelang. Al die begrafenisstoeten zullen dan door de Bruggestraat moeten gaan. Spr. gaat de geschiedenis dezer voor stellen na. Hij heeft zich verzet tegen uit breiding der bestaande begraafplaats en gepleit voor een nieuwe begraafplaats. De plannen bij de Piswetering hadden sprekers volle sympathie. Men kan daar 3 H.A. koopen voor 20.000, waarop nog wel iet-s valt af te dingen. Spr. stelt nu voor dit punt aan te hou den tot de volgende vergadering en mocht dit voorstel worden verworpen, dan wil spr. over den prijs nader onderhandelen en den prijs niet a priori vast stellen. De heer Engelsman zou dit voorstel wil len aanhouden totdat het uitbreidingsplan is vastgesteld. De heer Boeren bespreekt den prijs van den grond. Practisoh zou men de andere begraafplaatsen moeten opruimen, die ook hun geld hebben gekost. Bovendien heeft spr. nog bezwaren van stedebouwkundigen aard. Werkverschaf fing behoeft hier geen gewicht in de schaal te leggen, daar men in den tijd der overi ge projecten voor werkverschaffing hierin wel kan voorzien. De heer Ruting verklaart zich voor het voorstel van B. en W., waarbij spreker nog eenige wenschen naar voren brengt. De heer Spreij gevoelt het bezwaar van den heer ten Cate Brouwer dat hier de begraafplaats wordt gekoppeld aan de werkverschaffing. Toch meent spr. dat dit voorstel niet moet worden uitgesteld, om dat de nood van 350 werklooze gezinnen cm werkverschaffing schreeuwt. De heer den Ouden is het met den heer Spreij eens, dat deze werkverschaffing zoo spoedig mogelijk onderhanden moet wor den genomen. Spr. zegt dat de kosten die bij het oude voorstel zullen komen zeer zullen tegenvallen. Dit voorstel is de goedkoopste werkver schaffing voor de gemeente. Spr. dringt er op aan dezen middag een beslissing te ne men. De heer den Uijl zegt, dat de bezwaren zijn oorzaak vinden in het uitbreidingsplan. Gehoord de besprekingen meente spr. dat de Raad genoegen moet nemen met deze voorstellen. Daar de andere objecten van werkverschaffing dus niet voldoende zullen zijn, acht sj:. hot noodzakelijk het voorstel van B. en W. aan te nemen. Spr. geeft den heer Engelsman in overweging, zijn voorstel in te trekken. De heer Van Kleef acht eveneens aan neming van het voorstel noodzakelijk. De plaats waar laat spr. onverschillig, maar hij vraagt of men niet tot onteigening kan overgaan. De voorzitter zet de geschiedenis nog eens uiteen en zegt dat de uitbreiding van de oude begraafplaats te hooge kosten zou meebrengen, bij te kleine uitbreiding. Spr. legt nog eens den nadruk op de werkver schaffing, en zegt, dat dit voorstel is be sproken met het ministerie van Binnen- landsche Zaken en Landbouw en dat een vrij belangrijke subsidie mag worden ver wacht. Het is eenvoudig een noodtactiek. Ook in het college van B .en W. zijn er die hun meening hebben moeten laten varen in 't belang der werkverschaffing. De heer ten Cate Brouwer is door de besprekingen nog niet van meening ver anderd. Spr. gaat de voor- en nadeelen na en zegt dat het niet aangaat om nu maar in eens den Raad het pistool op de borst te zetten en de leden te dwingen voor te stemmen omdat de werkver schaffing dit eischt. Het gaat om een vitaal belang van het uitbreidingsplan. De heer Boeren blijft tegen het voorstel van B. en W. De heer Boeren meent dat de zaak vertroebeld wordt. Spr. heeft getracht na - het gehoorde zijn meening te herzien, maar dat is hem onmogelijk. De werkverschaffing staat of valt niet met dit voorstel, ook als de begraafplaats aan de Hooge zijde komt is er werkverschaffing. Ook bij de Florahoeve is bouwgrond, ook daar breidt zich de gemeente uit. Als' werkverschaffing hoofdzaak is, dan heeft men die aan de Hooge zijde meer dan aan de Aarkade. De heer den Uyl zegt dat bij werk verschaffing tooh ook het economisch nut niet uit het oog mag worden ver loren. Hebben B. en W. '^reeds toezegging van de regeering tot het verleenen van een subsidie? De heer Engelsman trekt, gehoord de besprekingen, zijn voorstel in, al voelt Bpr. zich niet verantwoord hierin nu een beslissing te nemen, daar men nu kans loopt een begraafplaats te krijgen te midden van een industrieterrein. Spr. schuift dan ook de verantwoording op B. en W. De heer Ruting motiveert hierna zijn „reuzen-zwaai" die in de werkverschaf fing zijn oorzaak vindt. De heer Koren meent, dat in het voor- stel-Aarkade meer werkverschaffing zit. De heer den Ouden bestrijdt de mee ningen van de heeren ten Cate Brouwer en Boeren en betoogt dat de straataan- leg, die bij een begraafplaats aan de Hooge zijde noodig zou zijn, de duurste werkverschaffing voor de gemeente is. De heer ten Cate Brouwer verdedigt nog eens zijn meening en vestigt de aan dacht op een ander voorstel tot aan leg van een begraafplaats op eigen grond Het paard van Troje. De heer Engelschman vraagt den di recteur van gemeentewerken te hooren. Deze wordt telefonisoh opgeroepen. De heer ten Cate Brouwer: Dan ha len we het paard van Troje binnen. Zijn advies ademt natuurlijk dezelfde geest als de stukken. De vergadering wordt eenigen tijd ge schorst tot het paard van Troje ver schijnt. De heer ir. van Waardenburg, direc teur van gemeentewerken wordt door den voorzitter van den stand der be sprekingen op de hoogte gesteld en vraagt hem zijn meening te zeggen over de beide plaatsen aan Aarkade en Hooge zijde in verband met het uitbreidings plan. De heer Boeren zet eerst nog eens zijn meening uiteen n.l. dat aan een be graafplaats Hooge zijde meer werkver schaffing zit, waar ook reeds aan de Lage zijde twee begraafplaatsen zijn. Ook de heer ten Cate Brouwer zet zijn meening uiteen, n.l. ten opzichte van de kosten die z.i. aan de Lage zijde hooger zijn. Hierna krijgt ir. van Waarden burg het woord. Spr. zegt slechts te hebben na gegaan waar de beste plaats is voor één centrale algemeene begraafplaats voor de één© gemeente Alphen. Daarvoor is geen enkel terrein zoo geschikt als het terrein aan de Aar kade. De kosten en toegangswegen zijn gesohikter. De aangrenzende grond is niet bestemd voor bouwterrein. Spr. ver gelijkt de kosten van een begraafplaats aan de Hooge zijde met die van een begraafplaats aan de Lage zijde, waar bij hij tot de conclusie komt, dat de Lage zijde geschikter is. Bovendien kan aan de Lage zijde eerder worden begon nen. De heer Boeien vestigt nog eens- de aandacht er op, dat er over de werk verschaffing door den heer van Waar denburg niet is gesproken. Spr. consta teert uit de uiteenzetting van ir. van Waardenburg, dat in de begraafplaats aan de Hooge zijde meer werkverschaf fing zit. Bij verbreeding der Aarkade treedt direct prijsverhooging van den grond op en komt er bouwgrond. De heer ten Cate Brouwer meent dat de Aarkade niet het centrum der ge meente is. Spr. bestrijdt de meening van ir. van Waardenburg, dat aan de Aar- kade niet zal worden gebouwd. Spr. dringt aan op spoedig koopen van grond aan de Piswetering. Ir. van Waardenburg wijst nog eens óp de betere toegangswegen aan de Aarkade. De heer Engelsman vraagt naar 't prijs verschil en of dit verschil vooral ar beidsloon is. Ir. van Waardenburg antwoordt hier op dat het verschil ongeveer 25.000 be draagt, wat hoofdzakelijk 't arbeidsloon is. De heer Boeren bestrijdt dit, volgens de boekwaarde is dit 25.000. De heer ten Cate Brouwer stelt voor B. en W. op te dragen de gronden aan de Hooge zijde te koopen en daar een begraafplaats te stichten, om bij zijn voorstel tegemoet te komen aan de be zwaren van hen, die oogenblikkelijke uit voering in 't belang der werkverschaf fing noodzakelijk achten. De heer Engelsman vraagt nog hoe lang dit voorstel de werkverschaffing zal opschorten. De voorzitter zegt dat. ook de grootst mogelijke spoed zal worden betracht. De heeren van Muiswinkel en Ver- donk verklaren zich voor het voorstel van B. en W. Na een laatste verdediging van den heer ten Cate Brouwer ontstaat er een heftige discussie tusschen de heeren Verdonk, ten Cate Brouwer en Boeren. De laatste valt over een gezegde van den heer Verdonk, die zeide, dat de heer ten Cate Brouwer goochelde met cijfers. B. en W. hebben gegoocheld met cij fers, zegt de heer Boeren. De bereke ning van den heer ten Cate Brouwer is juist. Wethouder Herngreen verwijt den heer Boeren, dat deze geen rekening houdt met het uitstel van werkverschaf fing en den hoogeren prijs. De heer Boeren verwijt den wethouder daartegen een verkeerde voorstelling van zaken, wat spr. met cijfers aantoont. De heer den Uyl bepaalt zijn stem voor het voorstel van B. en W. uit hoofde van werkverschaffing. Hierna wordt op voorstel van den heer van Kleef de stemming opgescho ven tot na de pauze. De Lage zijde wint. Na heropening der vergadering wordt het voorstel van den heer ten Cate Brouwer in stemming gebracht en ver worpen met 4 tegen 13 stemmen. Het voorstel van B. en W. is dus aan genomen. Vervolgens wordt nog aangenomen: a. voor do verlenging van den Bui tenweg een- crediet van 19.000 beschik baar te stellen, waarvan 8000 uit de kas van het Gemeentebedrijf; b. tot uitvoering van voorloopige grondwerken in verband met de aanleg van een nieuwe begraafplaats en daar voor een eerste crediet vast te stellen van 30.000; c. dat de boekwaarde van het terrein aan de Verlengde Aarkade aan het Grondbedrijf zal worden uitgekeerd uit de gemeentekas. De heer Ruting stelt voor 5000 uit te keeren uit de gemeentekas. Dit voor stel wordt aangenomen met 15 tegen 2 stemmen. 13. Voorstel van B. en W. inzake uitvoe ring van de verbreeding van de Linden- hovestraat. De heer Ruting is tevreden met de verbeteringen van de Lindenhovestraat, maar zou thans iets meer willen geven om een afdoende verbetering te krijgen. De heer Konen is het met den heer Ruting eens, mede omdat hierdoor een vernauwing van den ingang voorkomen wordt. Wethouder van Leeuwen verklaart te gen het voorstel van B. en W. te zullen stemmen. Een voorstel van den heer Ruting om den grond van den heer Niekerk als nog aan te koopen wordt aangenomen met 11 tegen 6 stemmen. Het voorstel van B. en W. is hiermede verworpen. De steunregeling ter tafel. 14. oorstel van B. en W. inzake vaststel ling eener steunregeling. De heer den Uyl drukt er zijn spijt over uit, dat deze steunregeling zoo laat komt. Er is, aldus spr., niet veel veranderd, er is een verslechtering. Met het ontwerp der besturenbonden is door B. en W. geen rekening gehouden. Spr. vreest, dat de minister hierin nog wel ver slechteringen zal aanbrengen. Spr. valt de kindertoeslag aan, die op ƒ0.75 ia teruggebracht. De heer ten Cate Brouwer kan zich met deze regeling vereenigen. Spr. vraagt ech ter door massale inkoop van brood en aard appelen via de middensbandsvereenigingen deze producten aan de werkloozen goedkoo- per te verstrekken. Hierdoor zou de koop kracht der steungelden grooter worden. Ook particulieren zullen moeten steunen, wat de Chr. en Kabh. organisaties ook weer doen. De groote gezinnen. De heer Boeren juicht het voorstel van B. en W. toe, vooral waar er nog zeer vele gemeenten zijn, die niets doen. Dat moeten de werkloozen eens in 't oog houden. Al leen spijt het spr., dat de groote gezinnen weer het loodje leggen. Spr. zal daarom straks bij de artikelsgewijze behandeling een voorstel daarointre t doen. De voorzitter verwerpt ae critiek van den heer den Uyl op de regeering. Waar schijnlijk zal morgen de Kamer op voor stel van de regeenng besluiten de werklo zenkassen met zes weken te verlengen. Het voorstel van den heer ten Cate Brouw-er wijst spr. af. De gemeente kan dat niet doen. Bij den heer Boeren sluit spr. zich aan. De heer den Uyl ziet in de manipulaties van de regeering tegen de uitspraken van gemeenteraden in, een vreemd verschijnsel. De heer Veltman meent, dat ook bij do middenstand malaise heerscht en door het voorstel van den heer ten Cate Brouwer zouden vele middenstanders, handelaren in aardappelen, bakkers e.a., worden gedu peerd. Hiierna volgt artikelsgewijze behande ling. Bij artikel 7 bepleit de heer Boeren ©en wijziging in dier voege, dat in een gezin boven de 2 personen J 1 inplaats van 0.73 zal worden uitgekeerd. De heer Koren sluit zich bierbij aan. De heer ten Cate Brouwer meent, dat men beneden de norm van werkverschaf fing moet blijven. Wil men dit doen, dan moet men die uitkeering laten beginnen bij het vierde kind. Spr. meent, dat de te verstrekken ookes aan de gemeente zal moeten worden gele verd tegen marktprijs. De gemeente is in dit geval groot-afnemer. De heer den Uyl sluit zich aan bij de heeren Boeren en Koren en wil voor ieder kind rneer dan zes 50 ct. extra toestaan. De heer Boeren sluit zich aan bij den heer den Uyl, die een betere regeling wenscht voor groote gezinnen, die door de regeling onbiiiijk werden getroffen. Ook de heer Sprey ondersteunt dit voor stel. De voorzitter zegt, dat op de kleintjes moet worden gelet. Bij exceptioneele ge vallen als bij groote gezinnen kan al tijd nog worden voorzien. Ook zal misschien deze regeling bij verhooging van den kin dertoeslag gevaar loopen. De heer den Uyl meent, dat wij het er dan maar op moeten wagen. De heer ten Cate Brouwer zou deze toe slag dan alleen wenschen voor het vijfde en zesde kind. De voorz. dringt op aanneming van het het voorstel van B. en W. sterk aan. Toeslag bij meer dan 6 kinderen. De heer Veltman zou er boven het zes de kind nog 5U ets willen bijdoen. Dit voorstel wordt tenslotte aangenomen. De heer den Uyl kan zich er niet mede vereenigen, dat aan hen, die na den eer sten Januari 1931 zijn gehuwd geen uitkee ring wordt verstrekt. Men zal toch met gaan huwen alleen om steun te krijgen. Daarom zal deze passage kunnen vervallen. Ook de uitkeering aan de kostwinners wordt door den heer den Uyl onvoldoen de en onbillijk geacht. Het ontwerp wordt daarna zonder verde re wijziging vastgesteld. De heer Koren vraagt een localiteit aan te wijzen bij de uitkeeringen door het Anh- bestuur. B. en W. zullen zoo mogelijk hierin voor zien. Er wordt reeds over onderhandeld. In de commissie tot uitvoering der steun regeling worden benoemd de heeren Boe ren en Sprey. 15. Voorstel van B. en W. in zake 'iet verzoek van den Alphenschen Besturen bond om een extra uitkeering aan wevk- loozen. Aangenomen. 16. Voorstel van B. en W. in zake verhu ring van een perceeltje grond gelegen aan de Rozenstraat, aan de Sohietvereeniging „Nederland en Oranje" alhier. De heer den Uyl meent, dat het beter is, dat schietfcentje wat verder van de be woonde huizen af te zetten. 17. Voorstel van B. en W. in zake den aankoop van perceeltjes openbaren weg van den heer B. van Wijk en anderen. Aangenomen. 18. Voorstel van B .en W. in zake ver koop van een perceel bouwgrond gelegen aan de Jongkindt Coninckstraat aan B. Snel q.q. Aangenomen. 19. Voorstel van B. en W. in zake ver koop van een perceel bouwgrond aan de Toussaintstraat aan den heer B. Snel al hier. Aangenomen. 20. Voorstel van B. en W. inzake verkoop van een perceel bouwgrond aan de Van Genderenstraat aan den heer J. van Wie- ringen alhier. Aangenomen. 21. Voorstel van B. en W. tot verkoop van bouwgrond aan de Van Genderenstraat aan den heer W. B. Kroon q.q. alhier. Aangenomen. 22. Voorstel van B. en W. in zake de on- derhandsche gunning van het drukken van het raadsverslag enz. Een drukkerskwestie. De heer Ruting had liever een aanbe steding onder georganiseerden gezien. De voorzitter leest hierop een schrijven voor van den heer van Wieringen aan wien het drukken van het raadsverslag is ge gund, waarin hij mededeelt dat hij wel niet georganiseerd is, maar in de samen stelling van zijn personeel boven de eischen van de georganiseerden blijft en dezelfde ar beidsvoorwaarden heeft voor zijn perso neel. De heer den Ouden meent, dat bij on- dershandsche aanbesteding van Wieringen het laagst heeft ingeschreven, zoodat B. en W. moreel verplicht zijn het werk aan hem te gunnen. Spr. is wel niet voor ongeorga niseerd zijn, maar nu de Raad B. en W. dien opdracht hebben gegeven, mogen B. en W. niet anders handelen. Spr. zou wel gaarne meegaan met een eventueel voor stel om ongeorganiseerden uit te sluiten. Nu dit niet is geschied, moet spr. met B. en W. meegaan. De heer Boeren vraagt zich af hoe de arbeidsvoorwaarden bij den heer van Wie ringen zijn. Bovendien kan de heer van Wieringen naast zijn toelichting iederen dag zijn voorwaarden veranderen. In het program der A.-R. partij vond spr. dat het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 6