HET LAND VAN DE RIJZENDE ZON houding der Japaners groote gevaren mee brengt, dat het uiteindelijk misloopt. en de Hollanders bleven daarna eigenlijk de eenigste der Westersche Volkeren, die met Japan handel mochten drijven. Het land was ook voor hen gesloten, maar zij had den een factorii op het eilandje Decima en dreven van daaruit hun handel. Land van afzondering. Met uitsluiting van alle andere vreem de natiën, werden de Nederlanders vrien den genoemd, doch de zoogezegde vriend schap had bitter weinig te beteekenen; althans was hun alle gemeenschap met groote ingezetenen afgesneden, en kon .er niets gedaan worden dan bij middel der tolken hun daarvoor toegevoegd. En dit ge- Een modern land. Maar Japan is toch een modern land, het is lid van den Volkenbond, het rekent zich tot de beschaafde mogendheden, een Japan ner is zelfs voorzitter van het Haagsche wereldgerechtshof. Zoo'n land, dat bekende diplomaten bezzit, die zich de laatste jaren mee beijverd hebben om in de internatio nale betrekkingen het recht te doen zege vieren boven de macht van het geweld, zoo'n land zal toch niet ondanks het ingrij pen van den Volkenbond in een oorlog be ginnen. Ja, men zou zoo zeKKen dat dit onmoge- b bij n -- bijzondere w„e m?,?Vn£(eLe"'* ™h, Japansche ambténaars die men betitelde goed vertrouwen zijn. Als de [apanners hun f nt( V.„J, r,e Nederlanders houding willen gaan verdedigen zullen ze als H i. T w Nederlanders er op kunnen wijzen, dat na den grooten ""ehten lhet eland slechts verlaten, na ver- De Japansche minister van Buitenlandsche oorlog ook andere mogendheden soms ge- ,of 2far4oe ™r gouverneur gegeven P Zaken. I weid stelden en dus geen reden hebben oml™ d:4 a'leen tot zons ondergang terwijl zij steeds bewaakt werden door onderbanjoo- zen. Langs zee en landkant was het eilandje 'fgesloten met poorten, die geopend wer- 'en, wanneer schepen der Nederlanders ier eede lagen met handelswaren, doch eiken 'ag werden die poorten gesloten en verze ild, na afloop der werkzaam' ^den. Land- vaarts bewaakte een gewapende macht Ie poort dag en nacht, waard or niets in if uit mocht gaan, zonder bijzondere en chriftelijke toelating van den gouverneur, :elfs voor het geringste voorwerp, buiten •etwaren. Behalve het hoofd der Nederlandsche fac- 'orij werd iedereen die de poort doorging, afgetast. Met geld mocht niet gehandeld; le geldkamer van Nagasaki verkocht open baar de Nederlandsche koopwaar, waarop 15 ten honderd werd afgetrokken. Daartoe opende men aan het hoofd der Nederlan- Iers een krediet-rekening Kambang Kas ge noemd. Bezit van wapens werd alleen toegelaten aan het hoofd die een degen mocht bezit ten, om die op plechtige gelegenheden te dragen. Boeken over het Christendom orenten of schilderijen iets voorstellend er mede in verband, waren strikt verboden, doch sedert enkele jaren werd er zoo scherp niet meer op gelet, schrijft Meijlan. Nooit richtte een Japansche hooge ambte naar rechtstreeks het woord tot een Neder- negèn secten verbonden waren en het min of meer groot getal aanhangers een rol speelde. De soldatenstand werd bovenmatig ge acht. omdat hij zich rechtstreeks aanslc'ot bi» den adel, alhoewel den twee-eeuwschen vrede die er in 1830 reeds heerschte, dit wel ietwat verminderd had. Ook de mindere klassen bleken hun weinig genegen. Eiken krijgsman, van veldheer tot gewoon soldaat, droeg twee sabels, een voorrecht, dat alleen aan ambtenaren door den Kei zer rechtstreeks aangesteld, werd gegund. Buiten de soldaten, beschikte de Koebo nog over een afzonderlijk gewapende macht, altijd in dienst en te vergelijken aan de Eu- ropeesche politiekorpsen. De leden ervan droegen ook twee sabels, doch stonden in minder aanzien dan de soldaten, die men Samlai noemde: de politiebeambten Dozin. De vijfde volksklas was samengesteld uit den zoogenaamden fatsoenlijken stand, die geen handenarbeid verrichtten. Zij 'Japan en Mandsjoerije. Het eilandenrijk Japan staat op hef oogenblik in het middenpunt der belangstel ling. Men begrijpt waarom dit het geval is. Japan ligt met China overhoop, wijl het zich in Mandsjoerije rechten aanmatigt, dip de Chineezen niet erkennen. En de Japanners hebben zich niet ontzien met wapengeweld van belangrijke punten meester te maken die zii vooralsnog niet wenschen te ontrui men. Dat was geen oorlogshandeling, zeg gen zij, want oorlog kunnen Japan en China, die beide lid van den Volkenbond zijn, zoo maar niet met elkaar maken. De 'Japanners behandelen de zaak als een inci dent, een dreigend incident nochtans, dat tot oorlog zou kunnen voeren. En dus heb ben zij niet kunnen beletten, dat de Raad van den Volkenbond zich met de quaestie bemoeid heeft nadat China zich om hulp tot Geneve gewend had. We behoeven hier niet het tamelijk triest verloop, dat de behande ling van deze quaestie tot nu gehad heeft, alweer uiteeen te zetten. Men we^t, dat in een resolutie Japan en China de boodschap thuis gekregen hebben, wat zij naar de mee ning van den Volkenbondsraad te doen hebben. China heeft zich daarmee ver- eenigd, maar de Japansche regeering niet.! Dit verschil in houding is verklaarbaar wijl Japan ongelijk heeft gekregen en dat is na tuurlijk niet prettig. Japan moet z'n troepen terugtrekken, maar tot nu toont het daartoe heel weinig lust. Toch koesterde men de hoop, dat het misschien wel voor den zes tienden November, de termijn, die gesteld werd, eieren voor z'n geld zou kiezen en het niet op een botsing met den Volkenbond znu laten aankomen. Misschien is het voor wat de Volkenbond zou kunnen doen niet zoo erg bang, elk land heeft tegenwoordig aan zijn eigen zorgen volop, maar daar zijn nog twee niet-leden van den Volkenbond, die in de zaak een woordje meespreken wil len, met name de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, die zich middels den Vol kenbond eigenlijk al met de ruzie bemoeid hebben. En dan, niet te vergeten is er nog Rusland, dat in Mandsjoerije ook groote belangen heeft en zeker niet wil, dat de Japanners daar een overwegende machts positie zouden innemen. Als het dan ook tot een werkelijken oorlog tusschen Japan en China komen mocht, dan zou zeer waar schijnlijk Rusland geen werkeloos toeschou wer blijven. Men behoeft daarom nog niet te gelooven, dat het de verontrechte Chi neezen te hulp zou komen, om wat het recht acht te zien zegevieren. Men mag veeleer aannemen, dat het eigen doelstellingen in Mandsjoerije zou nastreven. Maar, zal men zeggen, het is toch al te dwaas, dat in deze tijd, waarin we aan zoo'n overmaat van economische ellende lijden in het Oosten werkelijk een oorlog zou uitbreken. Ja, dat zou zeker wel van ontzaglijke verdwazing getuigen en voor hands gelooven we dat ook niet. Maar men mag toch evenmin meenen, dat het geheel onmogelijk is. De houding van Japan wijst op een groote lust om het toch er maar eens op te laten aankomen. Van terugtrekken der troepen is althans nog geen sprake, en er zijn berichten genoeg losgekomen deze week, die er op wijzen, dat men tot ver hoogde actie z'n toevlucht neemt. Natuur lijk zeggen de Japanners dan dat zij dit slechts noodgedrongen doen, wijl de veilig heid der Japanners, die in Mandsjoerije wo nen er hen toe noodzaakt, maar zelfs als men dit niet geheel als voorwendsel te be schouwen wenscht, moet men inzien, dat de Hirohito, keizer van Japan. De Japansche keizerin. bijzonder verontwaardigd te doen. En dan men moet in Japan nog iets derge lijks eerder mogelijk achten dan elders het geval zou zijn, zonder dat men daarom nog mannen als Adatchi voor huichelaars be hoeft te houden. In Japan bestaat een machtige militaire partij, die de dingen nog met een ander oog beziet dan de Japansche diplomaten en vele Japansche staatslieden. En in het Japansche volk leven nog andere idealen, als die men de Europeanen voorhoudt. In dit verband is het zeker actueel eens een en ander van de Japanners te vertellen en van hun zeer merkwaardige geschiedenis. Het eilandenrijk. Japan is ?en eilandenrijk, gelijk men op de kaart zien kan, al komen daarop hon derden van de kleinere eilanden niet voor. De Japansche minister van Mrrine admiraal Kryokazu Abe. Het beslaat 600.000 vierkante kilometer en heeft een bevolking van circa 65 millioen inwoners. Eeuwenlang heeft dit eilanden volk zich van de overige wereld afgeschei den gehouden en bleef zoo het heidendom ten prooi, al is er een tijd geweest dat men hopen mocht, dat dit dappere en energieke volk voor het Christendom zou worden ge wonnen. Het is de groote missionaris geweest de H. Franciscus Xaverius, die er het kruis plantte. Hij landde er in 1549 en werd er door de overheid gastvrij ontvangen. In het be gin der 16e eeuw bleken er reeds 150.000 Japanners tot het katholiek geloof bekeerd te zijn, maar in 1635 onder de regeering van Shogin Yerjas werden de missionaris' sen verdreven, waarna spoedig een aige- De Japanner Adatchi, voorzitter van het heele uitroeiing der Christenen volgde. Permanente Hof van Internationale Justitie De Portugeezen kwamen op hun zeereizen'de bedienaren ervan minder, en hierin "was te 's-:Gravenhr->. ook in Japan, doch zij werden uitgedreven nog verschil, naar gelang zij aan een der [lander. Dit gebeurde door middel van een 1 tolk. Tevergeefs richtten Nederlandsche op perhoofden dewelke de talen goed machtig waren zich in het Japansch tot de hooge ambtenaren, zij hielden zich steeds als of zij het niet verstonden en verwezen hun tot den tolk voor verder onderhoud; louter eti quette hoog opgedreven bij dit volk. Bij den gouverneur werd door deze eerst den se cretaris aangesproken, die tot den tolk sprak, die dan het woord tot het Neder landsche opperhoofd richtte. Tweemaal 's jaars werd het Nederlandsch opperhoofd bij den Japanschen Gouverneur ontvangen, éénmaal wegens aanbieding der Sassak of erkenning, verder als afscheid bij het ver trek der schepen. Klassestelsel. De bevolking was in acht klassen ver deeld. De Daïmio of regeerende vorsten die de provinciën beheerschten; de Kienien of edellieden; de bonzen of priesters; de krijgslieden; de burgerlijke ambtenaren; de kooplieden; de ambachts- of werklieden; de boeren en daglooners. De edellieden waren onderling nog ver deeld in meerdere of mindere, naar gelang zij groote of kleine leenen van de Daijrie of van den Koebo in bezit hadden. De groote leenheeren droegen alleen den naam van Daimio, de kleine betitelde men als Sjo- mio. Zij verschilden aldus ook in macht, rang en aanzien. Kami was de belangrijkste betiteling die kon gegeven worden aan personen die niet van keizerlijken blode waren. Doch in som mige gevallen van afstand werd daartoe toestemming van den Daijrie geëischt. Keizerlijke rijksraden, bevelhebbers van het leger, gouverneurs der Keizerlijke pro vinciën, werden uit deze hoog bevoorrechte klassen samengesteld en gekozen. Het was dus een echt leenroerig stelsel. Dezelfde plichten waren tegenover den Keizer in zwang. Talrijk Waren de bonzen, hoog in rang, doch weinig in aanzien. De eeredienst was |door de Japanners zeer geëerbiedigd, doch mochten een sabel dragen, alsook broeken zooals de vertegenwoordigers van den adel en hoogeren stand, hetgeen de minde ren niet gegund was. De zesde klas, de kooplieden, met de overige klassen slechts door een langen schakel verbonden, beletten in Japan de on derlinge toenadering. Zij hadden eenvou dig de spraak en enkele dagelijksche ge woonten gemeen met de anderen. Deze ver wijdering is tevens de oorzaak van het al gemeen vooroordeel tegenover dezen stand. Ambacht en handwerkslieden, waarbij de winkeliers waren gerangschikt, waren hoo- ger geacht dan de kooplieden in het alge meen. Bij de eerste komt vooral iri aanmer king den kunstrang in het beroep; b.v. een schilder had den voorrang op den timmer man of metselaar; een zilversmid wordt hooger geacht dan een koper- of ijzersmid. De achtste klas; die der boeren en dag- De Japansche minister-president Watasukl. klassen nog in Japan bestond en dat Japan niet langs lijnen van geleidelijkheid maar in zeer korten tijd tot een modern land ge worden is, daartoe gedwongen. Omstreeks 1840 was China gedwongen zijn havens te openen voor de Westersche duivels, zooals zij de Europeesche volken graag noemden. In 1853 landde de Ameri- kaansche commodore Perry in Japan om een handelsverdrag te laten onderteekenen en hoe konden de Japanners met hun boog schutters en zonder vloot iets uitrichten te gen de oorlogsschepen en moderne vuur wapenen der Amerikanen en Europeanen. In den loop der volgende jaren werden zij gedwongen ook met andere mogendheden soortgelijke verdragen af te sluiten. En sindsdien is Japan op den weg der vooruit gang met reusachtig snelle schreden voor uit gegaan. Eenige havens, waaronder Simoda, Ha kodate en Nagasaki werden voor den han del met vreemde mogendheden geopend. In 1871 werd het feodaal stelsel totaal af geschaft. Het leger werd totaal gereorganiseerd op Europeesche wijze, er werd een vloot gebouwd, telegraaf en spoorwegen werden aangelegd. De geheele macht kwam aan den keizer, de tot dan zeer machtige daimio's werden gedwongen van hun rechten afstand te doen, in 1889 kreeg Japan een moderne grondwet naar Pruisisch voorbeeld. Men kent de gevolgen van dit alles. In 1894 kwam het tot een oorlog met China, door de Japanners gewonnen. In 1895 maakten deze Formosa ondergeschikt, in 1904—1905 werd in een langdurigen en bloedigen oorlog Rusland geslagen, waar door Korea bij Japan werd gevoegd en de Japanners ook in Mandsjoerije zich rechten verwierven. We melden dit alles slechts met eenige korte zinnen, het geeft te beter een idee van de ongehoord snelle omzetting welke in Japan plaats greep, dat van een achter lijke feodale staat, die niet jaren maar eeuwen achter was bij Europa tot een mo dern land gemaakt werd. Maar... men vergete niet, Japan lijkt mo derner dan het is. Zeker het heeft een per fect leger, een vloot die zich meten kan met de moderne schepen der groote mogendhe den. Maar ofschoon de Japanners alles aan namen wat Europeesch was, hun weten schap, hun technische en politieke organi satie aan Europa ontleenden en zij zelfs Europeesche kleederdracht gingen dragen, bleven zij toch in opvattingen, in gods dienst en gezinsleven Oosterlingen. Men vergete dat niet, ook niet hoe on danks moderne grondwet, etc. de militaire partij een veel grooter invloed uitoelent dan haar rechtens zou toekomen en dat de idealen omtrent een samengaan der natie's, omtrent het zegevieren van i cht tegenover geweld zeker in dit land nog geen gemeen goed geworden zijn. Trouwens dat is el ders ook nog niet het geval. En zoo moet men met karakter en op vattingen van het Japansche volk en z'n leiders wel degelijk rekening houden, bij de beoordeeling der mogelijkheid, dat het on danks Volkenbond en arbitrage in het Oos ten toch wel eens tot een botsing zou kun nen komen. Een Japansch priester van hoogen rang en zijn eigenaardige kleedij. looners, was hetzelfde lot beschoren als bij het leenroerig stelsel in Europa destijds. Zij waren de laten van den adelstand. Enkele boeren hadden nochtans eigen erven, die aan zware opbrengsten onderhevig waren en volgens inlichtingen hierover ingewon nen, bedroeg dit de helft van het gewas, doch Japan is een zeer vruchtbaar land', waar de boer weinig behoefte heeft. Er waren schier geen verbeteringen voor de volksklas mogelijk. Alleen kon men in bijzondere gevallen door bewezen diensten tot hoogeren graad opklimmen. Onteerende feiten waren oorzaak van verlagen van klas, hetgeen zelfs op de familie overging. Modern geworden. Men moet bij de beoordeeling van Japan en de Japanners wel in aanmerking nemen, dat geen eeuw geleden, deze indeeling in (Nadruk verboden). De Japansche diplomaat Yoshizawa, die zich 't vorig jaar beijverde te bemiddelen tusschen Duitschland en Polen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5