^«Abdijsiroop DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND 't Hoestend kind heeft Abdijsiroop noodig SPORT LIEFDE OVERWINT ZATERDAG 7 NOVEMBER 1931 JE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. Bewapeningsvacantie. Met «ingang van 1 November is plotseling een eigenaardige vaoantie ingegaan, een vakan tie in den aanmaak van bewapening. Het ging vrij plotseling in zijn werk, want pa-s op het allerlaatste nippertje kwa men de toestemmende antwoorden der ver schillende regeeringen binnen, zoodat het doorgaan van het idee nog een ware ver rassing was. Het was de Italiaan Grandi, die bet eerst met dit denkbeeld kwam in de ver gadering van den Volkenbond; zijn idee was echter nog vaag en hij waagde zich niet aan een concreet voorstel. De drie Scandinavische landen, Neder land en Zwitserland vingen het balletje op en gooiden het in de discussies, maar het bleek, dat men er weinig voor gevoelde, speciaal Frankrijk niet. Het denkbeeld dreigde den weg van zoovele goede voor nemens op te gaan en toen overrompelde de Deens oh e minister van buitenlandsche zaken dr. Munch den Volkenbond met het voorstel om ook Amerika, Turkije en Rus land uit te noodigen, om deel te nemen aan de beraadslagingen over deze vaoan tie. Toen dat voorstel eenmaal gedaan was, zat men er beleefdheidshalve aan vast. Amerika nam de uitnoodiging aan, evenals Turkije, terwijl de Russen brave jongens zich bij alles wilden neerleggen wat maar naar ontwapening en vrede zweemde. In tegenwoordigheid van den Amerikaau- schen schuldeischer dachten alle landon met eemge beduchtheid, aan hun lege por- temonnaie, terwijl men wel inzag, dat de heele ontwapeningsconferentie van het vol gend jaar weinig zin zou hebben als nu reeds een besluit tot voorloopige stopzet ting van de bewapeningsuitbreiding schip breuk zou lijden. Men werd het er ten sloite over eens, dat de landen tot 1 November den tijd zouden hebben om zich op te ge ven voor zulk een vaoantie. En zie meer dan 30 staten hebben zich principieel iot een bewapeningsbestand bereid verklaard. Dat is dus een gepast voorspel voor de ontwapeningsconferentie. Wel geen waar borg voor haar slagen; maar in ieder geval tocü iets dat niet achterwege mocht blij ven wilde men nog eenige hoop behouden op resultaten dier conferentie. Scheeltjes en geeltjes. Tot degenen, die zich ook bereid verklaard heb ben, behooren de schele Japanners, die mo menteel een weinig vredelievend voorbeeld geven door hun ruzie met de gele Chinee- zen. Op 16 November zal de Raad van den Volkenbond opnieuw bijeenkomen om zich bezig te houden met het Japansch-Ghi- neesch conflict. Tegen dien datum ver wacht de Raad de ontruiming van de door de Japansche troepen wederrechtelijk be zette gebieden in Mandsjoerije. Het ziet er echter niet naar uit, dat Japan aan «den eisch van den Volkenbondsraad op den genoemden datum zal hebben voldaan. In tegendeel, er gaan allerlei geruchten over een uitbreiding der bezetting, wat den Rus sen reeds verontrust heeft. De toestand is overigens al ernstig ge noeg, nu er in elk geval geen twijfel mo gelijk schijnt, dat de Japanners ongeneigd zijn aan den door den Volkenbond gestel den eisch te voldoen en voor de ontruiming van het onrechtmatig bezette gebied een rechtstreeksche overeenkomst met China op den grondslag der door de Japansche regeering opgestelde vijf punten blijven eis chen. Die punten, welke de Japansche gedele geerde te Genève in den Raad niet ont vouwde en die eerst achteraf zijn bekend geworden, waren de volgende: 1. Wederzijdsohe afwijzing van alle agres sieve politiek en handelingen; 2. Eerbiediging van China's territoriale integriteit. 3. Onderdrukking van alle georganiseer de actie, die de vrijheid van handel belem mert en de internationale verbittering be vordert. 4. Wezenlijke bescherming van alle vreed zame belangen der Japansche onderdanen in Mandsjoerije. 5. Eerbiediging van de Japansche ver dragsrechten in Mandsjoerije. Het komt hierbij vooral op dit laatste punt aan; gelijk dan ook door Briand, die als voorzitter van den Volkenbondsraad nog weer eens een scherp gesteld schrijven aan den Japanschen gedelegeerde heeft ge richt, nadrukkelijk wordt geconstateerd. Ten aanzien van de eerste vier punten is, naar de meening van Briand, reeds over een stemming verkregen, daar zij in het besluit van den Raad zijn omschreven en in het Japansche tegenvoorstel waren over genomen, zoodat zij door beide partijen zijn erkend. Ten aanzien van het laatste punt wij?t Briand er op; dat China in het algemeen heeft verklaard de verplichtingen, uit be staande verdragen voortvloeiend, te zullen naleven, maar over geschillen inzake de interpretatie dier verdragen arbitrale of juridische uitspraak te willen aanvaarden. Dat nu echter is Japan niet voldoende. Het wil speciaal ten aanzien van zijn rech ten in Mandsjoerije een nieuwe erkenning van China volgens de Japansche inter pretatie hiervan en het wil die erken ning door militaire dwangmaatregelen af dwingen. Hetgeen juist in de resolutie van den Volkenbond een volkomen ontoelaat bare handeling wordt verklaard te zijn. De interpretatie van die verdragsrech ten draait voornamelijk om de beteekenis van Japans recht op het hebben van „wach ten" langs de „spoorweg-zone". Tot hoe ver strekt die zone zich uit en beteekent het hebben van wachen het leggen van een militaire bezetting In ieder geval, Japan blijft weerspannig, handhaaft zijn dwangmaatregelen en hei. ziet er naar uit, dat de Volkenbondsraad op 16 November officieel een conflict tus- schen Japan en China zal moeten consta- teeren. En wat dan? Schuldenkwestie. Keeren wij een oogenblik terug uit het Verre Oosten naar het Nabije Westen, waar op het oogen blik druk geconfereerd wordt in besloten vergaderingen ter voorbereiding van een nieuwe regeling der herstel- en oorlogs schulden. Hoe deze kwestie zal geregeld worden, niemand die het weet. Deze week is de Duitsche gezant von Hösch reeds bij Laval op bezoek geweest en hiermee zijn de Duitsch-Fransche onder handelingen over dit probleem ingeluid. Men moet een beetje opschieten, want het einde van de Stillhalte-periode nadert snel, en daarmede nieuw gevaar voor een bankroet, zooals de wereld er nog geen gekend heeft. Het zou weinig effect heb ben de korte credieten aan Duit-schland op te zeggen; men kan ze nu eenmaal niet losbreken uit den bodem der samengevro- ren massa van het „vergletsjerde" oecono- mische en financieele leven van Duitsch- land. Het is duidelijk dat slechts een voor zichtig en geduldig ontdooiingsproces zoo- 'wel Duitschland als zijn crediteuren voor nieuwe financieele rampen van ongeken- den omvang kan redden. Een grondige oplossing is evenwel mooi- lijk te verwachten, want Frankrijk houdt vast aan de onaantastbaarheid van het Young-plan, terwijl de rest van de wereld meent, dat het juist het Young-plan is, dat een oplossing der crisis in den weg staat. Frankrijk en de financieele wereld staan dus op dit punt diametraal tegenover elkaar; daarom zal het heel moeilijk zijn te onderhandelen over reorganisatie van het Duitsche crediet zoolang het plan- Young niet mag worden weggeschoven. Vtrwaarloozen kan onberekenbare gevol- gen hebben. Als Gij dadelijk Abdijsiroop i neemt zult Ge morgen reeds verbetering kunnen zien. Abdijsiroop neemt de hoest- 1 prikkel weg, onverschillig of deze wordt veroorzaakt door gevatte kou, bronchitis 1 of borstbenauwdheid, omdat de vastzittende i slijm wordt opgelost en uitgedreven. Geef dus Uw kleine en groote kinderen, die hoesten. Abdijsiroop, welke verzacht, zul- vert. helpt. Een lepel Abdijsiroop is daarom voor Uw kinderen een lepel gezondheid. „Voor de Borst" Atom verkrijgbaar. Prijs Fl. 1.50. Fl. 2.75, Fl. 4.50 Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons (60 cL). Dan bespoedigt Ge Uw genezing. ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop 10330 UIT HET KATHOLIEKE KAMP OVERZICHT. Het programma voor morgen is, voor zoover er clubs uit Leiden en Omgeving bij betrokken zijn, heel gering. In de eerste klasse E heeft S. J. C. een vrijen Zondag, evenals D. H. L., zoodat de overige acht clubs alleen spelen. De belangrijkste wedstrijd is die tus- schen de leiders T. Y. B. B. en Leonidas. Wijl de Rotterdammers voordeel van eigen terrein hebben, is dit voor hen een goede gelegenheid om met de Haarlem mers van plaats te verwisselen. Graaf Willem kan zieh naar de derde plaats opwerken, indien van H. B. C. wordt gewonnen, waartoe we de Hagenaars wel in staat achten. G. D. A. zal zich in Beverwijk wel van de punten meester maken, ook al spant D. E. M. zich als in de laatste wedstrijden beter in. D. O. N. K. gaat op bezoek bij Spar taan om met een nederlaag in Gouda te rug te keeren. In de tweede klasse O speelt Blauw Zwart in Wassenaar tegen Graaf Floris. Gezien de twee nederlagen, die de Hage naars tot nu toe reeds boekten, mogen we wel een Wassenaarsche overwinning voor spellen. Wilhelmus krijgt bezoek van Excelsior. De Schiedamsche club, die ongeslagen de leiding heeft, zal zich ook in Voorburg wel handhaven. Lisse speelt te Poeldijk tegen P. F. C. Dat zal ongetwijfeld aanpakken worden voor de Lissenaren, maar desondanks ge- looven we niet, dat zij succes zullen be halen. Teijlingen gaat bij Lenig en Snel op bezoek. Op eigen terrein zijn de Hagenaare nog niet geslagen, maar het lijkt ons niet onmogelijk, dat de Sassenheimers hieraan een einde maken. R. K. FEDERATIE. R.-K. S. V. „LEIDEN". Zondag is het voor de R.-K. Sport in Leiden in 't alggemeen en voor de R.-K. S. V. „Leiden" in het bijzonder een bijzondere dag. Immers morgen zullen de eerste wed strijden gespeeld worden op het nieuwe terrein. Op het terrein, dat een deel is van het R.-K. Sportpark. Hoewel het park nog niet officieel ge opend wordt, doet het ons toch goed, dat wij vanaf deze plaats een woord van dank en hulde toe mogen roepen aan het zoo ac tieve bestuur van den R.-K. Bond van li chamelijke opvoeding en de prop.-club, die door hun werk, door hun zwoegen de R.K. sportvereenigingen in Leiden in staat stellen om bijelkander en goedkoop te voetballen en te sporten. Waardoor de vereenigingen op haar beurt weer finan cieel sterker worden en zoodoende hun leden weer meer kunne bieden, waarvan zij na dikwijls verstoken waren door de tekorten aan financiën. Welaan dan leden van „Leiden" waar deert dit werk. Laat zien, dat ook jullie het op prijs stellen, dat je een eigen ter rein, een eigen beweging hebt. Toont het door enthousiaste leden te zijn, door een fair en eerlijk spel te spelen met toch het kampioenschap voor oogen. Als wij van meetafaan zoo aanpakken, dan kan het niet anders of onze vereeniging gaat bloeien tot een der grootste. En dat zal de dank zijn, dien wij verschuldigd zijn aan de zwoegers, die voor ons nieuwe terrein ge zorgd hebben. Leiden I gaat Zondag naar Amsterdam om bij V.V.A. den openingswedstrijd te spelen van hun nieuwe terreinen. Wij wen- schen het eerste veel succes wijl het in de zen wedstrijd nog een pracht oefenwedl strijd heeft. Zondag daarop gaat de com petitie door met een ontmoeting tegen Blauw Zwart. Het vertrek is vastgesteld half twaalf vanaf Pieterskerkhof per bus (bij het se cretariaat). Daar er maar één bus gaat is er géén gelegenheid meer voor suppor ters om mede te gaan. Eerste-elftallers een zelfde spel als te gen „Teylingen". Leiden II krijgt Blauw Zwart II op be zoek. Jongens, ook in jullie ^lftal zat den vorigen keer tegen de Alph. Boys zcjp'n pracht enthousiame. Speelt nu evenzoo en je bent er, zorgt voor een overwinning. Overwinningen willen zeggen: nieuwe le den Aanvang half drie. Leiden III krijgt Meerburg II op be zoek. De eerste wedstrijd, die gespeeld wordt op het R.-K. Sportpark. Jongens zorgen jullie, dat je waardig bent, dat je den eersten aftrap moogt doen. Zorgt voor een overwinning. Denkt er om deze Zon dag moet een gedenkwaardige worden Aanvang wedstrijd half één. De Leiden-juniorcn spelen tegen R. W. D.-junioren op hun terrein, welk terrein er mood van m geio^l LW d°,,ea« 10336 ook natuurlijk op het R.-K. Sportpark is te vindon. Junioren, doet je bestWij zullen niet spreken van een overwinning. Daarvoor zijn jullie nog niet geroutineerd genoeg. Maar zorgt in ieder geval het verschil zoo klein mogelijk te maken. Aanvang wedstrijd half drie. De junioren worden er op attent ge maakt dat de leider der junioren is de heer B. Bekkering, hetgeen een prachtige aanwinst is. De junioren zullen nu altijd begeleid worden. De ouders behoeven zich geen zorg meer te maken over hun jongens. En voor de junioren zelf is het ook een veel veiliger gevoel, als een leider (vader) het elftal vergezelt. Alles bij elkaar genomen is de R.-K. S. V. „Leiden" mooi vooruitgegaan. Voor geen een R.-K. sport-enthousiast is er nu meer reden om minderwaardig over de R.-K. sportbeweging te spreken. Ieder R.-K. die nog in een neutrale ver eeniging speelt, moet nu wroeging gaan gevoelen, want werkelijk geeft „Leiden" nu voor „elck wat wils". Vooral doet het bestuur nog een beroep op de ouders. Zendt uw jongens naar R.-K. vereenigin gen zij hooren daar en niet elders. Zendt uw jongens vanaf de school reeds door de R.-K. vereenigingen. De sport is nu een maal onmisbaar geworden. Bij de een komt het onmisbaar gevoel eerder dan bij den an der. Daarom zendt uw jongens reeds bij hun 12e jaar naar ons. Dan waardeeren zij direct het R.-K. jeugdwerk en leeren geen neutrale vereenigingen kennen. Seer. R.-K. S. V. „Leiden". R. K. S. V. Teylingen. A.s. Zondag speelt Teylingen I om 2 uur tegen L. en Snel in Den Haag. Wij willen ons niet aan een voorspelling wagen, daar de Teylingers zeer wisselvallig zijn. Vast staat, dat, wanneer zij willen en werkon van begin tot einde, er nog veel wedstrij den gewonnen kunnen worden, maar men neme 't dan niet te gemakkelijk op. Het vertrek is per auto vanaf K.S.A. om 12 uur. Teylingen 2 zal Alphen 1 ontmoeten op Sporthof om 2.30 uur. Wij geven den Tey lingers een klein kansje. Teylingen 3 trekt naar Wassenaar om daar BI. Zwart te ontmoeten; aanvang 12.30 uur. Vertrek per fiets vanaf K.S.A. om 11.15 uur. Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag. Eerste klasse A. CaesarHelios; VolhardingR. K. V. V. L.R. K. O. N. S.Sitt. Boys; Kimbria Chévremont; MarsanaV. V. H. Eerste klasse B. Vonlosohe BoysGeel Zwart; Wilhelmi- naMulo; D. E. V.Brabantia; Gennep Kolping; VenloR. K. T. V. V. Eerste klasse C. 's HecrenbergAltior; S. D. O. U. C. Grol; De ZweefV. D. Z.; AchillesDe nekamp; P. H.Zwolle; QuickN. E. O. Eerste klasse D. H. M. S.De Meer; V. V. Z.Limvio; SantpoortE. M. M.; V. I. C.S. D. O. Eerste klasse E. LeonidasT. Y. B. B.; Graaf Willem II H. B. C.D. E. M.G. D. A.; Spartaan -D. O. N. K. Tweede klasse O. Blauw ZwartGraaf Floris; P. F. C. Lisse; WilhelmusExcelsior; Lenig en SnelToijlingen. FEUILLETON. Naar een oud verhaal bewerkt door P. G. HOCKS. (Nadruk verboden). 19) VIII. De houtvester scheen haar afwezigheid heel niet gemerkt te hebben, zóó diep zat hij in gedachten verzonken. Eerst toen ze zich over den zieke heenboog, wiens ge regelde ademhaling er op wees, dat hij rustig sliep, werd hij haar gewaar en keek op. „Heeft hij zich bewogen, Hanna? Ik heb niets gehoord of gezien. Ik was met mijn gedachten ver weg in het verleden." „Dacht u misschien aan mijn vader?" vroeg ze haatig. Hij knikte. „U sprak er van, dat uhem gekend hebt. Is 't niet?" „Niet gekend dat niet, meisje. We hebben mekaar maar éénmaal in ons le ven gezien en op een rampzalig oogen blik." Ze ging naast het bed zitten met de han den in haar schoot en wilde den houtves ter verzoeken om nadere inlichtingen, maar een gevoel van beklemdheid, van bangheid, een gevoel, dat ze niet van zich afzetten kon, verlamde als 't waren haar tong. De oude liet zijn oogen, dof van ver moeidheid en ontbeerden slaap, nu eens rusten op zijn zoon en dan weer op haar, alsof hij zat te bedenken, wat hij verder aan het meisje zou zeggen, dat zooveel scheen te houden van Karei. „Je hebt je vader nooit gekend", zei hij eindelijk. „Houd je van hem „Ik eer zijn nagedachtenis. Zooals moe der me verteld heeft, moet hij een eigen aardig man geweest zijn en veel beter en verstandiger dan de meeste dorpe'ingen." „En heeft je moeder je nooit verteld, dat hijdat hij 'n wildstrooper was?" Zij vloog op. „Dat is niet waar dat kan niet waar zijn Men vader een wild strooper een wilddief?" De houtvester knikte. „Ja, dat was hij M>en heeft je vader verdacht gemaakt en je moeder belasterd de waarheid heeft nooit iemand geweten. Je vader was een vermetele en gevaarlijke strooper en ik. „Wat wat deed u?" vroeg Hanna met een angstig voorgevoel. „Ik.. ik schoot hem dood", kwam het bijna onhoorbaar over de lippen van den ouden man. Hanna drukte de handen tegen haar zwoegende borst en beefde over al haar leden. „Vloek me niet", ging de anders zoo sterke man met trillende stem voort, „het was een onnadenkende daad bedreven in toorn, maar die me duur te staan is ge komen, want ze heeft mij al mijn geluk gekost. En nu is de laatste slag gevallen daar ligt mijn Karei, mijn eenige zoon doodelijk verwond door een wilddief mijn laatste levenshoop is vervlogen. Ik ben een oude man jij een jong meisje, dat mijn dochter kon zijn. Veroordeel me niet, voordat je alles gehoord hebt. Ik heb God meermalen om vergeving ge smeekt en voor niemand ter wereld heb ik me te rechtvaardigen, dan alleen voor jou en dat wil ik doen." „Dus uu deed het?" fluisterde Han na, de handen drukkend tegen haar klop pend hart, terwijl twee dikke tranen over haar wangen rolden. Ze wist zelf niet, of die haar gestorven vader golden, dan of zij ze vergoot uit medelijden met het groote verdriet, dat sprak uit de berouw volle stem van den armen ouden man daar voor haar. „Je zult me maar half schuldig vinden, als je alles gehoord hebt", vervolgde hij „Ik ben geen moordenaar ik handelde bij de uitoefening van mijn ambt volgens het recht, dat de regeering mij verleend heeft, maar ik was te overijld en te zeer vervuld van toorn. En daarvoor heb ik geboet, want geen rechtvaardiging voor de wet kan de inwendige stem in ons smo ren, die steeds als een aanklacht on onze ooren klinkt. Wil je naar me luisteren Ter wille van mijn zoon van wicn je houdt, verzoek ik je er om." „Ik wil naar je luisteren", fluisterde ze. „God weet, dat ik je de zuivere waar heid zal vertellen en mij in niets zal trachten te verontschuldigen." De zieke bewoog zich even, maar noch Hanna noch de oude Kraus hadden hierin erg. Hij was zoo goed als geheel bij kennis gekomen. „Toen mijn vader gestorven was, die ja ren lang houtvester op Eikenhorst was geweest, werd ik tot zijn opvolger be- benoemd. Al een paar jaar had ik hem als jachtopziener bijgestaan, zoodat ik met de heele zaak op de hoogte was. Ook was ik in de stad werkzaam geweest op 't bu reau van het boschwezen. Daar in de stad had ik Marie leeren kennen, een meisje, dat later mijn vrouw werd. Ze was niet sterk en veel te teergevoelig om de vrouw te zijn van zoo'n ruwen bonk als ik ben. Toch hadden we een gelukkig leven, want we hielden veel van elkaar en onder haar invloed verloor ik veel van mijn ruwheid en opvliegendheid. Toen ik vier jaar op den Eikenhorst in dienst was dat is r.u twintig jaar gele den kwam ik tot de ontdekking, dat er een wildstrooper in 't bosch huishield. Het aantal herten en voornamelijk het aantal reebokken verminderde met de week en daarbij waren de kudden steeds vol onrust, een zeker teeken, dat er jacht op hen gemaakt werd. Je kunt haast niet begrijpen, hoe me dat hinderde, want een geboren jager en houtvester, zooals ik ben, houdt van het wild, waarover hem het toezicht is opgedragen, alsof 't van hem zelf was en haat den wildstrooper, die 't hem op zoo'n lage manier ontrooft. Dien strooper moest ik onschadelijk maken. Mijn eer was er mee gemoeid. Nu brak er een tijd a-an, die de rust en den vrede uit mijn huis verjoeg. Dag en nacht doorkruiste ik het woud om den wilddief te snappen. Overal vond ik zijn spoor, maar hem zelf vond ik nooit. Het was, alsof hij een verbond met den duivel had gesloten om zich onzichtbaar te ma ken. In den zenuwachtigen toestand waar in ik me bevond, begon ik geloof te slaan aan de phantastische verhalen, die som mige jagers konden opdisschen over spook achtige ontmoetingen in het wilde woud en verbeeldde ik me met den „zwarte jager" te doen te hebben, die overal tegelijk rondzweeft, het wild naar hartelust doodt en steeds onvindbaar blijft, want nooit zag ik hem. Dat ging zoo maanden achter elkaar door. Van de opperhoutvesterij had ik be richt gekregen, dat ik spoedig een eind moest maken aan dat stroopen en dat men, indien ik daartoe niet in staat bleek, een ander mijn plaats op don Eikenhorst zou laten innemen. Dat was mijn eer te na. Een ander hier op den Eikenhorst, waar de Krausen al langer dan honderd jaar achtereen houtvesters waren geweest? Dat mocht niet, dat zou nooit gebeuren. Van dat oogenblik af was ik nauwelijks meer een uur achter elkaar thuis. Ik dacht aan niets anders dan aan den wilddief. Mijn vrouw werd al zwakker en zwakker door den angst, waarin ze voortdurend ver keerde, dat mij een ongeluk zou overko men. 's Nachts, als ik in 't bosch rond zwierf, lag ze steeds wakker en bad voor mijn behoud, want ze wist maar al te goed, dat het er heet naar toe zou gaan, als ik den strooper ontmoette en in haar aan vallen van koorts zag ze me liggen, aange schoten door den wilddief, badend in mijn bloed en eenzaam stervend. Het was een lieve vrouw, een brave vrouw, een vrome vrouw, maar veel te teerhartig voor een houtvesters vrouw." Hij rustte even. als nm zich te ont worstelen aan die droeve gedachten, maar dit was hem onmogelijk, en hij ver volgde: „Ja, ze was te teer en daarom moest ze zoo jong sterven en dat alleen door de schuld van dien strooper. Ik had haar vroeger altijd behandeld als een kind, haar opgevroolijkt, haar vertroeteld en als ze ziek was, verpleegd. Als ik nu thuis kwam, kon ik dat niet. Ik was te moe en to af getobd en uit mijn humeur, omdat ik den dief niet te pakken kon krijgen. Mijn vrouw leed daar onder. Ik zag het en kon er niets aan veranderen. Toen nam ik me voor dien strooper, dien bewerker van al mijn ellende, geen genade te schenken, als hij in mijn handen viel. Zoo was 't November geworden. Op een nacht trok ik er weer op uit bij volle maan. Mijn vrouw liet ik doodziek achter, moe derziel alleen en hoe graag ik 't gewild had, ik kon niet bij haar blijven. Mijn plicht riep me naar het woud. Vol wrok begon ik mijn nachtelijken tocht en op eens, vlak bij de Sparrenhoogte hoorde ik in het dal oen schot vallen. Dat moest de strooper zijn. Nu had ik hem. Ik was in het dal, voordat ik het wist en daar, in het kreupelhout, zag ik hem. Hij had den gc- dooden reebok er heen gesleept en was be zig de pooten bij elkaar te binden om hem dan op zijn rug te gooien en er mee van door te gaan. Ik riep hem slechts één keer aan een waas kwam voor mijn oogen en zinneloos van woede en wraakzucht sprong ik op hem toe. Hij hoorde me en keerde zich verschrikt om. Ik keek hem recht in zijn oogen en zag nog, hoe hij van angst verstijfde en als met lamheid geslagen werd, toen hij ook mij aankeek. Ik had geen plan hem te dooden en, hoe 't kwam weet ik nog niet, mijn geweer ging af en de kogel trof hem midden in het hart 1" „Midden in het hartvervolgde hij na eenige oogenblikken van zwijgen. „En toen hij daar vóór mij lag met brekende oogen mij aanstarend, toen verdwenen wrok en toorn op 't zelfdt moment uit mijn hart om plaats te maken voor het bitterste be rouw." (Slot volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 13