DONDERDAG 1 OCTOBER 1931 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 7 BINNENLAND DE ARBEIDSVOORWAARDEN VAN HET SPOORWEGPERSONEEL. In een j.l. Dinsdag gehouden bespreking tusschen de Directie en den Personeel- raad der Nederlandsche Spoorwegen kwam o.a. aan de orde de bespreking over de ex ploitatie-uitkomsten over 1930 en de her ziening van het reglement dienstvoorwaar- den, die op 1 Januari 1932 zal moeten plaats vinden. Omtrent het eerste punt deelde de di rectie mede, dat van het exploitatie-over schot. van 1930 een bedrag van 500.000 gereserveerd was ten behoeve van het on dersteuningsfonds voor oud-gepensionnecr- den. Voor extra-giften aan andere fond sen, die ten dienste van het personeel be staan, was niets meer beschikbaar. De Directie deelde, naar aanleiding van de tot haar gerichte vraag, welk stand punt zij inneemt ten aanzien van de her ziening van het reglement dienstvoorwaar den, die met 1 Januari a.s. haar beslag zou moeten krijgen, mede, dat van een ver betering van de thans geldende regeling niets kan komen. Te oordeelen naar den stand van zaken op dit oogenblik, kwam het de Directie niet ongewenscht voor het bestaande re glement dienstvoorwaarden weer voor één jaar te verlengen, waarmede naar haar meening het belang van het personeel zou zijn gebaat. UIT DE OMGEVING Z0ETERMEER. Auto-botsing. Gistermiddag pl.m. 2 uur had op den Voorweg ter hoogte van den landbouwer J. C. v. D. een auto-bot sing plaats. De winkelier G. v. D. kwam van het erf van genoemden landbouwer gereden om in de richting Zoetermeer zijn weg te vervolgen. Uit de richting Zoetermeer kwam een auto gereden, waarin drie film operateurs waren gezeten. De auto van v. D. die recht op den weg kwam, moest door de andere auto gepasseerd worden. Deze werd in het midden bij het passee- ren geraakt en kantelde, doch bleef lig gen op een aldaar zijnde waterstoep. Do inzittenden konden zich zonder kleerscheu ren of blessuren redden. Beide auto's wer den beschadigd. Tegen v. D. zals proces verbaal worden opgemaakt. UIT DE RIJNSTREEK ALPHEN AAN DEN RIJN. Aanrijding. Nabij do afrit S. Mole-' naarsbrug werd gisterenmorgen mëj. de O. aangereden door de autobestuurder v. d P. uit Zoeterwoude, haar rijwiel werd -Z-waar beschadigd, de berijdster ^wara pot den. schrik vrij, de bestuurder,,deed toezegging de schade te vergoeden. HAZERSW0UDE. Plotselinge dood. Gistermiddag is de echt.genoote van den tuinder A. Franken juist toen zij met de autobus te Zoetermeer was aangekomen plotseling doodgebleven. Het stoffelijk overschot is later op- den dag naar Hazerswoude overgebracht HAZERSW0U DE—RIJNDIJK. Publieke verkooping. Bij een gisteren gehouden publieke verkooping ten over staan van notaris F. O Engelberts van het burgerwoonhuis met tuin staande langs den Bijksstraatweg te Hazerswoude werd dit afgemijnd door den heer G. van der Meer te Alphen aan den Rijn. KOUDEKERK. Pluimveetentoonstelling. Naar men verneemt heeft zich uit de leden van dè edereiwedl ingvereeniging Koudeke rkB. ij n- dij'k een commissie gevormd, met het doel om in de maand December a.s op de bo venzaal van Hotel de Bruin, alhier een ko nijnen- en pluimiveetentoonstelling te orga- niseeren. Op een en ander komen we later nog wel terug. LEIDERtitRP.' Gemeenteraad. Alle leden aanwezig. De voorz. opent de vergadering met ge bed. Hierna wordt, op voorstel van B. en W., besloten een geldleening aan te gaan met de Nationale Levensverzekeringsbank te Rotterdam, groot 160.000, gedeeltelijk ter conversie van andere leeningen, k pari 4 1/4 pet. De voorzitter sluit de vergadering. Het besluit is denzelfden middag reeds door Ged. Staten goedgekeurd. WOERDEN. Aanhouding. Door de politie is alhier aangehouden zekere J. K., die nog te boek stond voor 50 of 50 dagen. Hij zal heden naar Den Haag worden getransporteerd. Valsch alarm. Dinsdagavond te tien uur is het gedurende eenige tijd zeer druk geweest in de Voorstraat. Eenige voorbij gangers hadden rook zien komen uit het nieuw te bouwen pand van de fa. Engel aldaar. Onmiddellijk ging het gerucht rond van brand, zoodat al heel gauw een groote anemigte nieuwsgierigen waren samenge stroomd. Dc brandweer stond alwéér ge reed tot uittrekken. Na onderzoek bleek echter, dat van brand totaal geen sprake was. De rook der centrale ve rwa lining s- haard verspreidde zich op regelmatige wij ze vanuit de schoorsteen Weshalve het pu bliek weer aftrok en de spuit kon blijven staan. Men kan verzekerd zijn dat door derge lijke alarmen de brandweer in geoefenden 6taat verkeert. ZEVENHOVEN. Kippendiefstal. De rechtbank te Utrecht eischte tegen B. alhier, die zich schuldig had gemaakt aan kippendief stal bij den landbouwer J. J J. Könst 1 jaar en 3 maanden en tegen P die ook betrokken was bij deze zaak, 3 maanden. MET HET VLIEGTUIG VAN 11 UUR 45 VAN BERLIJN NAAR ZURICH. Het vliegtuig was bijna leeg. Slechts 2 passagiers zaten tegenover elkaar in ge makkelijke fauteuils. Het was tamelijk vroeg in den morgen en de lucht, waardoor het vliegtuig nu van Tempelhof in de hoog te steeg was mistig en ondoorzichtig. De eene der beide passagiers, dik en zwaar moedig in zijn fauteuil liggende en een machtige Havanna rookend, bladerde geeu wend in 'n ochtendblad. De andere, die tegenover hem zat, was slank en sportief gekleed en rookte een sigaret. Een kwartier nadat het vliegtuig gestart was wendde hij zich plotseling tot zijn zwaarlijvigen overbuui. „Mijnheer Bromme. directeur-generaal, als ik me niet vergis?" De aangesprokene liet verbaasd zijn krant zakken en keek den jongen man aan. „Wat nu hoe kent u mijn naam? Zijn wij misschien al een aan edikander voorge steld „Tot nu toe jammer genoeg nog niet. Ik vreesde, dat zioh daarvoor ook al geen ge legenheid meer zou bieden .Neem me niet kwalijk, als iik u mijn eigen naam verzwijg. De directeur trok verbaasd de schouders op en wilde zijn krant weer opnemen. „Neen, neen, mijnheer de directeur. Of schoon onze kennismaking eenzijdig moet blijven waarvan ik het genoegen boven dien n,og betwijfel moet i'k u toch verze keren, mij eenige minuten uwe aandacht te schenken. U staat juist op het punt naar Zurich te vliegen en u hebt de niet onaar dige som van 6000 Enge sche ponden bij u. Wees maar niet zoo verwonderd en tracht niet het te ontkennenU hebt. dit geld vandaag uit uwe safe in de Bank gehaald met het planvermoedelijk om de airme Rijksbank van de nutteloosheid harer po gingen te overtuigen, ze naar Zwitserland uit te voeren. O., geef u werkelijk geen moeite mijn uiteenzettingen verontwaardigd af te breken. U hebt 60 biljetten van 100 pond bij u. Luister nu eens opmerkzaam toe als u. wilt, mijnheer. U moet me oogenblik- kelijk de Engelsche banknoten, welke.u bij zichheeft overhandigen. U zult het doen, o ja, ik behoef u niet eerst met uw leven te bedreigen. Het is al voldoende, wanneer ik bij onze tusschenlanding in Munohen de criminee'e politie op u attent maak". weet, dat" op de uitvoer rnn valuta's en buiten- landsche wissels gevangenisstraf gesteld is," tér wijl bovendien hét geld ïiog in beslag genomen wordt. Denk eens aan, wat dat bèteekenen zou: Het zou gedaan zijn met uw positie en goeden naam! Wanneer u mij echter het geld geeft, zult u het ver lies vermoedelijk wel met een enkele maand salaris gedekt hebben. Zoudt u er zich dus niet bij neerleggen?" Directeur Bromme wierp een hulpeloo- zen blik naar achteren. De onbekende be greep dezen blik en lachte. „Geef u geen moeite. De wacht zal u niet helpen. Hij hoort en ziet niets en hij zal na de landing onder eede bevestigen niets gezien noch gehoord te hebben, Hij is bovendien met -10 pCt, in deze zaak be trokken en dat is voor hem de moeite waard, al zou hij tegen verwachting in een of twee jaar moeten zitten. Numijnheer de directeur?" De aldus aangesprokene pakte aan zij.n halsHij dreigde te stikken. „Ik zal u op het Münohener vliegterrein laten arresteeren," zie hij. „U meent, dat men het geld bij mij zal vinden en natuurlijk niet mij, maar u zal gelooven? Dat is mogelijk en in dat geval wil ik u wel mededeelen, dat ik het vlieg tuig tevoren reeds verlaten za'l." „U wilt.1" „Juist, juist! Ik zal te voren en wel zeer spoedig er uit springen Hier boven in dit handkoffertje bevindt zich een uitstekend valscherm dat mij zacht aan Moeder Aarde zal toevertrouwen en men een zorgelooze toekomst zal bezorgen Maar nu is het hoog tijd. Geef asjeblieft direct het geld." De onbekende maakte een onmiskenbare beweging naar zijn zak. De directeur, die een zworen - diroom meende te droomen, greep met bevende handen naar zijn porte feuille en reikte den vreemdeling een pak je banknoten over. De vreemdeling telde ze zorgvuldig na. en borg ze toen in zijn zak weg. „U zult wel spoedig over uw verdriet heen zijn. En nu hebt u nog gelegenheid gratis een demonstratie mét de parachute bij te wonen." De vreemdeling haalde zijn koffertje uit het bagagenet en deed het open. Een mo ment stond hij als door den donder getrof fen, toen keek hij verbaasd en ontzet om zich heen. De koffer was leeg! Er zat niets in! En op hetzelfde oogenblik werd het gordijn achter hein teruggeschoven en een stevige man naderde den vreemdeling. „Geef u geen moeite, mijnheer. Ik ben oommi'saris Ludwig van het Berlijnsehe hoofdbureau. De wacht aan boord kreeg wroeging over zijn daad en als verstandig man heeft hij zich tot mij gewend. Boven dien was het wel wat al te opvallend dat u het heele vliegtuig op één plaats na af huurde Maar alles was misschien nog goed gegaan, als u niet' zoo dom geweest was het vliegtuig slechts tot Miinchen te huren, terwijl uw eigen reiskaartje tot Zürieh was." „Dan hebt u misschien ook mijn para chute weggenomen V' „Ik was zoo vrij. U gaf er mij genoeg tijd voor, terwij-l u uw ontbijt nam. Ik geef u nu nog den goeden raad. mijnheer Brom me niet te verraden. Het plan alleen is n.l. niet strafbaar. En ik maak me sterk, dat mijnheer de directeur het filiaal der Rijks bank te Miinchen een kort bezoek zal bren gen." De uitgeputte directeur knikte ijverig. Door een lichten nevel begonnen de to rens der Lieve Vrouwekerk te schemeren. Het vliegtuig daalde. DE LAATSTE TOCHT. door F. S. H. De oude Waldhauser was de beste beurt schipper tusschen Passau en Weenen. Heden was het voor de honderste maal dat de verweerde schipper zijn houtvlot voor de vaart naar de oude Keizerstad aan den Donau gereed maakte. Jonge dennen, gesierd met gekleurde linten gaven het vlot bij gelegenheid van deze jubileum vaart een feestelijk aanzien en van de roerstang verhief zich de wit-blauwe landsvlag, die vroolijk in den wind wapperde. Toen het vlot van wal stiet, werd er met hoeden en handen gewuifdwenschen werden geuit met goede reis en weerzien.. De oude Waldhauer eakteir, hief als veer man de jubelvlag uit den standaard en zwaaide ze als een jongeman m het rond om het verweerde hoofd tot de weiden langs den oever het vroolijk tafereel aan de oogen der achterblijvenden onttrok. „Hij gunt zich toch absoluut geen rust" die oude Waldhauser" zei Hannes Erker, nadat hij vertrokken was „tachtig jaar heeft hij er al op zitten en hij kan gerust gaan rentenieren, als hij dat wil. Want hij heeft geld genoeg verdiend met zijn Wee- lier tochten". „Honderdmaal" zegt Girgl Reiter, „heeft nog nooit een beurtschipper op den Donau gevaren. Maar Waldhauser verbeeldt zich clat hij ook deze jubileumvaart maken moet. Als het maar goed afloopt, want hij had het zóó op deze vaart staan". „Er is nog geen schipper op bed-gestor ven. En de Donau heeft z'n nukken. Je bent ternauwernood aan de eene draaikolk ont komen, of je raakt in een andere, zoodat de roeispaan soms als een riet breekt".. „Laten we het beste hopen. Wie de Do nau 99 maal bedwongen heeft, zal het er den honderdsten keer ook goed afbrengen. Het zou toch wel heel toevallig zijn als hem juist vandaag iets gebeuren moest". Hannes Erba en Girgl Reiter waren als zusterskinderen van den ouden Waldhau ser zijn naaste bloedverwanten en daarom ging hun lot bijzonder ter harte. Zijn roem is hun roem, evenals ook zijn opvol gers in het gevaarlijk ambt van beurtschip per zijn zouden, wanneer hij de oogen een maal sloot. De oude is immers ongetrouwd gebleven, zoodab hij ook geen kinderen heeft, zooals het ook maar past bij .een beroep waarbij zijn leven altijd aan een zijden draad hangt. Hannes en Grigl wonen en werken reeds in het huis van den ouden man, bouwen vlotten-en schepen en onder houden ondertussclleh de ongevaarlijke overvaarten over den Donau tusschen de stad en den anderen oever. Ook dit werk eischte toen een vol man. Er waren nog geen spoorwegen en stoom schepen, tenminste niet in deze streek en bij het druk verkeer van voertuigen tus schen beide oevers hadden Hannes en Girgl met hun scheepsknechten dag en nacht werk. Al was dit werk inspannend, toch deed men het graag, want het werd goed betaald. Men kan een glaasje voor den dorst drin ken, wat beiden graag deden wanneer zij op de bank voor xle scheepshub zaten en uitkeken naar mensclien of voertuigen, die overgezet wilden worden. Ook heden, op den dag 'der afvaart van het jubilé-schip bleven zij tot middernacht op hun post en vergezelden in gedachten den koene schipper met zijn knechten op het vlot. „Nu zullen ze al wel in Linz zijn", meen de Girgl. „Dan hebben zij het gevaarlijkste stuk al achter den rug". „Ik koop het ook," zei Hannes. „Wat zal dat een eer zijn, wanneer hij ook van deze vaart gelukkig terugkeert". Nauwelijks had hij dit gezegd of door de stilte van den nacht klonk van den anderen oever een stem: „Haal over!" Bevreemd keken de twee elkander aan. Dat was immers precies.de stem van dén ouden Waldhauser, den schipper. Maar zij maken reeds de boot van de ketting los en roeieu met krachtige slagen naar den an deren kant. In heb donker van den nacht zien zij in de verte de schemerige gestalte van een man staan, zooals schippers gekleed met een oliejas, die spookachtig in den wind fladdert. Daar de man geen poging doet in de boot te stappen roept Hannes hem toe: „Wat wilt ge dan eigenlijk? Waarom hebt ge ons geroepen, als ge toch niet over wilt varen?" Maar de schaduw van den man staat en zwijgt. Beiden worden door een koude .rilling overvallen. Toch springt Hannes vastbeslo ten uit de boot, om het geheim van den on bekende, die hun blijkbaar voor den gek wil houden, te ontsluieren. Maar met iedeie pas dien Hannes aan den oever voorwaarts doet wijkt de vreemdeling even ver terug, tot Girgl hem uit de boot toeroept. „Laat hem gaan, Hannes en stap weer in. Da t is niet pluis. De man heeft heelemaal geen voeten, het is niet dan een zak...." Ontzet springt Hannes* in de boot terug, de riemen stobben knarsend in het kiezel, bliksemsnel glijdt de boot naar den over kant. Maar achter het scheepje volgt de scha duw over het water, zonder dit echter aan te raken. Hij zweeft op denzelfden afstand achter het voortschietende bootje aan en verdwijnt ]>as zoodra de twee den redden den oever' bereiken. Doodsbleek, ontzet, staren beiden elkaai aan. Pas langzamerhand kunnen zij enkele i woorden uiten: „Waldhauser! Het is Waldhauser ge weest!Zijn geestTevoren was im mers duidelijk zijn stem te hooren geweest: „Haal over!" „De Heer geve hem de eeuwige rust! Ja er is iets gebeurdEn dat hem dat nu juist bij zijn jubilévaart moest overkomen!" Morgen vroeg zullen wij wel meer hoo ren, wanneer de geredden naar huis ko men, want allen zullen toch niet verdron ken zijn". Den geheelen nacht doen Hannes noch Girgl een oog dicht. Zij wachten en wachten tot de overlevenden van het ongelukschip komen. Tegen den morgen sleepen zij zich doodmoe over de oude straat voort, als een hoopje afgebeulde soldaten na een verldTen slag. Een van hen sleept nog de druipnatte vlag mee, die 's morgens tevoren nog zoo hoopvol in den wind gewapperd had.het laatste overblijfsel van het jubilésehip „Hoe wisten jullie het al? vragen de aangekomenen, omdat ge ons zoo treurig tegemoetkomt?" En toen beiden het avontuur met de schaduw ep de stem van den ouden Wald hauser vertelden gaven ook de anderen uitleg: „Ja het is waar. En juist hij is mee gesleurd. Wij hebben on.s allen zwemmend kunnen redden. Bij Kaehlet waar nie mand het gedacht had, hadden wij het zwaar te verduren; het was een geweldige botsing. Het heele vlot is als een doos lu cifers uit elkaar gesprongen. De schipper kwam in een geweldige draaikolk terecht.. Geen mensch had hem meer kunnen hel pen. De Heer geve hem de eeuwige rust. Een Waldhauser, mannen, dat verzeker ik jullie, staat niet meer op. En wat de Donau eenmaal in zijn kolken heeft, geeft hij met meer terug. En een schipper behoort ook ïu een nat graf té liggen. Het heeft zoo moe ten zijn, dat de Donau hem juist op zijn jubilévaart gehaald heeft".- „Maar hoe is het dan toch mogelijk," vragen Hannes en Girgl, „dat ons zijn geest verschijntzijn stem roept?" „Jadat is een raadselZulke din gen gebeuren zoo vaak. Dat zijn geheimen, uie men niet oplossen kan." Toen nog een gevaarlijk rotsachtig rif in de Donau bij Pasau; tegenwoordig reeds lar.g verdwenen. Op zijn plaats verheft zich tegenwoordig de bekende Centrale der Rhein-Donau A. G. Hoe een filmfotograaf werkt. Dertig jaar 'tang heeft de Amerikaan Bill F.miey opnamen van dieren in de na tuur gemaakt en zijn lange en geduldige werkzaamheden hebben een schitterenden oogst opgeleverd. Een der moeilijkste dingen was, de wilde berggeiten in het hooggebergte van Mon tana te fotografeeren Met een kleine ex peditie begaf hij zich naar dit woest ge bied en keerde eenige maanden later terug met een reeks filmopnamen, die voor d,e wetenschap van onschatbare waarde, wa ren. Finley had ecihter ook speciale metho den aangewend, om op dit moeilijk gebied succes te behalen hij had zich n.l. een gei- tenvel passend laten maken, daar de geiten hem in menschelijke gedaante nooit dicht bij Heten komen, omdat deze dieren zeer schuw en angstig zijn. Finley kleedde zich in het ge.tevel en had op deze manier ook werkelijk eenige gelijkenis met de dieren, welke hij fotografeeren wilde Hij zelf vertelde, hoe hij op een kap vlak bij de sneeuwgrens gehurkt zat- toen hem opeens een berggeit nieuwsgierig naderde. Maar terwijl de geit dichtbij kwam, knipte Finley al af en eer de geit, verschrikt door zijn manier van doen. de vlucht nam had hij al prachtige opnamen gedaan. Ook de opnamen van eilanden en herten zijn hem prachtig gelukt en hebben zijn roem geves tigd. De geweldige inspanning, uren en uren op handen en voeten tusschen de scherpe steenen door te kruipen, zullen wel niet veel fotografen na willen doen. WAAR DE VROUW BELANG IN STELT. Witte wollen goederen. Witte wollen goederen, die door het wassohen geel zijn geworden, kunt u hun oorspronkelijke witte kleur weer teruggeven. Daartoe moet men hen wasschen in een lauw sopje van goede zeep, waarin een stukje zwavel is gedaan. Om winterhanden te voorkomen. Om winterhanden te voorkomen is het noodig, ze nu al geregeld in te smeren. Dus niet wachten tot uw handen reeds beginnen te springen. Als smeermiddel komen in aan merking: glycerine, wasolie, lanolin of een paar druppels slaolie. Vuile pannen. Een middel om vuile pannen, van allerlei soort te boenen, maakt men als volgt: Doe in een oud pannetje gelijke deelen zachte zeep, wil fijn zand en krijtpoeder, en verder een schep zout. Roer dit dooreen in een kan koud water en laar het daarna 10 minuten koken, voortdurend roerend. Dan koud laten worden en in een pot bewaren. Men boent de paimen ermee, niet behulp van een stijven boender. Zout verwijdert hardnekkige vlekken. Hoe moet vleesch en visch eruit zien? Rundvleesch moet een mooie, heldere, roo- de kleur hebben, het vet moet lichtgeel zijn, het vleesch nioet niet slap wezen, maar ste vig en het vet daarentegen zacht, doch niet te erg. Kalfsvleesch moet blank zijn, even als het vet; men neme geen kalfsvleesch van een blquw-achtige roode tint, waarvan het vet ook roodachtig is. Sohapenvleesch rundvleesch en heeft een zeer wit vet; wan neer liet vleesch een blauwachtige tint heeft is het niet goed. Varkensvleesch moet niet erg doorregen zijn ook niet te hoog van kleur. Bij visch ziet men aan de hel dere oogen, de roode kiewen en aan de stevigheid of deze goed is. Drukt men met Gemeentelijke Aankondigingen BEVOEGDHEID TOT STEMMEN BIJ VOLMACHT. Burgemeester en Wethouders van Leiden maken bekend, dat. een kiezer, met inacht neming van het in de Kieswet bepaalde, bevoegd is bij volmacht te stemmen, in dien zijn beroep of werkzaamheden mede brengen, dat hij. herhaaldelijk of althans geuurende ljet gedeelte van het jaar, waav- ïn de stemming gewoonlijk valt, werkzaam pleegt, te zijn buiten de gemeente op welKer Kiezerslijst hij voorkomt, mits zijn ai.vo- zigheid, indien hij geuurenue het tijuvak of ue tijdvakken, waarin hij aldus werazaain isj een of' meermalen m uie gemeente te rugkeert, als regel telkens langer dan drie dagen duurt. Mede is, met inachtneming van het in de Jueswec bepaalue, bevoegu bij volmacnt te stemmen de vrouw, welke, genuwd met een kiezer, <rie voldoet aan de bovenver- melae voorwaaruen, met haar man, m ver band niet diens beroep ot werkzaamheden, afwezig pieegt te zijn. De kiezerslijst wijst aan, welke kiezers bevoegd zijn bij vounacut to stemmen en voor welke veiiuezing zij daartoe bevoegd zijn. ue aanwijzing geschiedt niet dan nadat de beiai.gneDöende een daartoe strekKeud met re-euen omkleed verzoeKschrift aan het gemeentebestuur heelt ingediend; oe indiening moet geschieden voor 1 Januari en niet eerder dan 1 October van het voor afgaande jaar. Formulieren voor de be- uoelde verzoeKschritterv zijn van 1'5 Sep tember tot en met 3f December ter ge meente-secretarie kosteloos voor de kiezers ver Krijg baar. De belanghebbende, die een verzoek- soiunt ais bovenbedoeld heeft ingediend en uie van de gevraagde bevoegdheid ge bruik wil maken, doet uaarvan in persoon meuedeeling ter secretarie van de gemeen te, op welker kiezerslijst hij uioet voorko men, aan uen burgemeester oi aan den daartoe door dezen aangewezen ambtenaar. De meaedeedng kan geschieden zoodra "iet verzoek 19 ingediend, doch niet later dan een week na uen dug der candidaatstel- ling. Hij geeft daarbij op naam eu voornamen, cLgteeKemng en plaats van geboorte van hem ateif en van den door hem aangewezen gemachtigde. Van ue aanwijzing wordt een schriftelijke volmacht opgemaaat. De volmacht wordt door oen kiezer en door uen burgemeester onueiteeKend. Een atschiitt van de vol- 01 den door dezen aangewezen ambtenaar maent worut den kiezer uitgereikt. De gemachtigde moet in persoon ter secretarie van de gemeente mededeelen, dat hij de volmacht aanneemt. Van de aan neming wordt aanteekening gedaan onder het origineel der volmacht; deze aantee kening wordt door den gemachtigde eu door den burgemeester of uoor den dour dezen aangewezen ambtenaar ondertec- kend. lnujen de aanneming niet reeds ge lijktijdig met de aanwijzing heelt plaa'.s gevonucn, geeft de burgemeester of de door dezen aangewezen ambtenaar onver wijld van de aanwijzing keunis aan den ge machtigde met oproeping om binnen vijf dagen ter secretarie de volmacht te komen aannemen; is binnen dien termijn de vol macht niet aangenomen, dan is zij vervallen en kan de kiezer niet opnieuw voor dezelf de verkiezing een gemachtigde aanwijzen. Als gemachtigde mogen slechts aangewe zen worden zij, die 111 de gemeente bevoegd zijn tot het deelnemen aan dezelfde verkie zing. Indien de kiezer eeu gemachtigJe heeft aangewezen vóór de vaststelling van de kiezerslijst, en 11a de vaststelling dier lijst mocht blijken, dat de gemachtigde niet aan dezen eisch voldoet, wordt de volmacht als vervallen beschouwd en kan de kiezer niet opnieuw voor dezelfde verkiezing een gemachtigde aanwijzen. Een kiezer mag niet uifcer dan één aan wijzing als gemachtigde aannemen, behou dens dat hij een tweede aanwijzing mag aannemen, indien beide aanwijzingen zijn geschied door personen, die tot zijn huis- genooten behooren. Burgemeester en Wethouder» voornoemd, A. VAN DE SAN DE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 26 September 1931. Agenda Dinsdag. Donderdag, Zaterdag, Vincentiut» Bibliotheek, geopend s avonds van 7.30—8.30 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 28 S e p t. lot. en met Zaterdag 3 Oct. a.s. waargenomen door apotheek: W. Pelle Kort Rapenburg 12, telef. 594 en Zon dag 4 October door de apotheken:"G. H. Blanken, Hoogewoerd 171, telef. 502 en D. J. van Driesum, Mare 76, telef. 406. een vinger op het volle ruggedcelte, dan moet het vleesch direct terugrrjzcn, veer kracht vertoonen, indrukken op oude visch blijven. Zeepsop voor geverfd hout. Een voor treffelijk sopje voor het schoonmaken van deuren, kozijnen etc. verkrijgt men door een ons poeder borax en een pond goede zeep dooreen te mengep met drie kwart water. Doe dit alles in een groote pan, zet deze op den fornuisring en wacht tot de zeep is opgelost, roer voortdurend. Het wa ter mag echter niet gaan koken. Voor het afwasschen gebruike men geen »pons hiaar een lap zacht, oude witte flanel. Men kan nu liet geverfde hout zonder eeuig bezwaar wasschen. Bovendien heeft men een prach tig waschmiddel voor kleeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9