DONDERDAG 1 OCTOBER 1931
DE LE1DSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 7
BINNENLAND
DE ARBEIDSVOORWAARDEN VAN
HET SPOORWEGPERSONEEL.
In een j.l. Dinsdag gehouden bespreking
tusschen de Directie en den Personeel-
raad der Nederlandsche Spoorwegen kwam
o.a. aan de orde de bespreking over de ex
ploitatie-uitkomsten over 1930 en de her
ziening van het reglement dienstvoorwaar-
den, die op 1 Januari 1932 zal moeten plaats
vinden.
Omtrent het eerste punt deelde de di
rectie mede, dat van het exploitatie-over
schot. van 1930 een bedrag van 500.000
gereserveerd was ten behoeve van het on
dersteuningsfonds voor oud-gepensionnecr-
den. Voor extra-giften aan andere fond
sen, die ten dienste van het personeel be
staan, was niets meer beschikbaar.
De Directie deelde, naar aanleiding van
de tot haar gerichte vraag, welk stand
punt zij inneemt ten aanzien van de her
ziening van het reglement dienstvoorwaar
den, die met 1 Januari a.s. haar beslag
zou moeten krijgen, mede, dat van een ver
betering van de thans geldende regeling
niets kan komen.
Te oordeelen naar den stand van zaken
op dit oogenblik, kwam het de Directie
niet ongewenscht voor het bestaande re
glement dienstvoorwaarden weer voor één
jaar te verlengen, waarmede naar haar
meening het belang van het personeel zou
zijn gebaat.
UIT DE OMGEVING
Z0ETERMEER.
Auto-botsing. Gistermiddag pl.m. 2
uur had op den Voorweg ter hoogte van
den landbouwer J. C. v. D. een auto-bot
sing plaats.
De winkelier G. v. D. kwam van het
erf van genoemden landbouwer gereden
om in de richting Zoetermeer zijn weg te
vervolgen. Uit de richting Zoetermeer
kwam een auto gereden, waarin drie film
operateurs waren gezeten. De auto van
v. D. die recht op den weg kwam, moest
door de andere auto gepasseerd worden.
Deze werd in het midden bij het passee-
ren geraakt en kantelde, doch bleef lig
gen op een aldaar zijnde waterstoep. Do
inzittenden konden zich zonder kleerscheu
ren of blessuren redden. Beide auto's wer
den beschadigd. Tegen v. D. zals proces
verbaal worden opgemaakt.
UIT DE RIJNSTREEK
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Aanrijding. Nabij do afrit S. Mole-'
naarsbrug werd gisterenmorgen mëj. de O.
aangereden door de autobestuurder v. d P.
uit Zoeterwoude, haar rijwiel werd -Z-waar
beschadigd, de berijdster ^wara pot den.
schrik vrij, de bestuurder,,deed toezegging
de schade te vergoeden.
HAZERSW0UDE.
Plotselinge dood. Gistermiddag is de
echt.genoote van den tuinder A. Franken
juist toen zij met de autobus te Zoetermeer
was aangekomen plotseling doodgebleven.
Het stoffelijk overschot is later op- den
dag naar Hazerswoude overgebracht
HAZERSW0U DE—RIJNDIJK.
Publieke verkooping. Bij een gisteren
gehouden publieke verkooping ten over
staan van notaris F. O Engelberts van het
burgerwoonhuis met tuin staande langs den
Bijksstraatweg te Hazerswoude werd dit
afgemijnd door den heer G. van der Meer
te Alphen aan den Rijn.
KOUDEKERK.
Pluimveetentoonstelling. Naar men
verneemt heeft zich uit de leden van dè
edereiwedl ingvereeniging Koudeke rkB. ij n-
dij'k een commissie gevormd, met het doel
om in de maand December a.s op de bo
venzaal van Hotel de Bruin, alhier een ko
nijnen- en pluimiveetentoonstelling te orga-
niseeren. Op een en ander komen we later
nog wel terug.
LEIDERtitRP.'
Gemeenteraad.
Alle leden aanwezig.
De voorz. opent de vergadering met ge
bed. Hierna wordt, op voorstel van B. en
W., besloten een geldleening aan te gaan
met de Nationale Levensverzekeringsbank
te Rotterdam, groot 160.000, gedeeltelijk
ter conversie van andere leeningen, k pari
4 1/4 pet.
De voorzitter sluit de vergadering.
Het besluit is denzelfden middag reeds
door Ged. Staten goedgekeurd.
WOERDEN.
Aanhouding. Door de politie is alhier
aangehouden zekere J. K., die nog te boek
stond voor 50 of 50 dagen. Hij zal heden
naar Den Haag worden getransporteerd.
Valsch alarm. Dinsdagavond te tien
uur is het gedurende eenige tijd zeer druk
geweest in de Voorstraat. Eenige voorbij
gangers hadden rook zien komen uit het
nieuw te bouwen pand van de fa. Engel
aldaar. Onmiddellijk ging het gerucht rond
van brand, zoodat al heel gauw een groote
anemigte nieuwsgierigen waren samenge
stroomd. Dc brandweer stond alwéér ge
reed tot uittrekken. Na onderzoek bleek
echter, dat van brand totaal geen sprake
was. De rook der centrale ve rwa lining s-
haard verspreidde zich op regelmatige wij
ze vanuit de schoorsteen Weshalve het pu
bliek weer aftrok en de spuit kon blijven
staan.
Men kan verzekerd zijn dat door derge
lijke alarmen de brandweer in geoefenden
6taat verkeert.
ZEVENHOVEN.
Kippendiefstal. De rechtbank te
Utrecht eischte tegen B. alhier, die zich
schuldig had gemaakt aan kippendief stal
bij den landbouwer J. J J. Könst 1 jaar en
3 maanden en tegen P die ook betrokken
was bij deze zaak, 3 maanden.
MET HET VLIEGTUIG VAN
11 UUR 45 VAN BERLIJN
NAAR ZURICH.
Het vliegtuig was bijna leeg. Slechts 2
passagiers zaten tegenover elkaar in ge
makkelijke fauteuils. Het was tamelijk
vroeg in den morgen en de lucht, waardoor
het vliegtuig nu van Tempelhof in de hoog
te steeg was mistig en ondoorzichtig. De
eene der beide passagiers, dik en zwaar
moedig in zijn fauteuil liggende en een
machtige Havanna rookend, bladerde geeu
wend in 'n ochtendblad.
De andere, die tegenover hem zat, was
slank en sportief gekleed en rookte een
sigaret. Een kwartier nadat het vliegtuig
gestart was wendde hij zich plotseling tot
zijn zwaarlijvigen overbuui.
„Mijnheer Bromme. directeur-generaal,
als ik me niet vergis?"
De aangesprokene liet verbaasd zijn
krant zakken en keek den jongen man aan.
„Wat nu hoe kent u mijn naam? Zijn
wij misschien al een aan edikander voorge
steld
„Tot nu toe jammer genoeg nog niet. Ik
vreesde, dat zioh daarvoor ook al geen ge
legenheid meer zou bieden .Neem me niet
kwalijk, als iik u mijn eigen naam verzwijg.
De directeur trok verbaasd de schouders
op en wilde zijn krant weer opnemen.
„Neen, neen, mijnheer de directeur. Of
schoon onze kennismaking eenzijdig moet
blijven waarvan ik het genoegen boven
dien n,og betwijfel moet i'k u toch verze
keren, mij eenige minuten uwe aandacht
te schenken. U staat juist op het punt naar
Zurich te vliegen en u hebt de niet onaar
dige som van 6000 Enge sche ponden bij
u.
Wees maar niet zoo verwonderd en tracht
niet het te ontkennenU hebt. dit geld
vandaag uit uwe safe in de Bank gehaald
met het planvermoedelijk om de airme
Rijksbank van de nutteloosheid harer po
gingen te overtuigen, ze naar Zwitserland
uit te voeren. O., geef u werkelijk geen
moeite mijn uiteenzettingen verontwaardigd
af te breken. U hebt 60 biljetten van 100
pond bij u. Luister nu eens opmerkzaam toe
als u. wilt, mijnheer. U moet me oogenblik-
kelijk de Engelsche banknoten, welke.u bij
zichheeft overhandigen. U zult het doen,
o ja, ik behoef u niet eerst met uw leven te
bedreigen. Het is al voldoende, wanneer ik
bij onze tusschenlanding in Munohen de
criminee'e politie op u attent maak". weet,
dat" op de uitvoer rnn valuta's en buiten-
landsche wissels gevangenisstraf gesteld is,"
tér wijl bovendien hét geld ïiog in beslag
genomen wordt. Denk eens aan, wat dat
bèteekenen zou: Het zou gedaan zijn met
uw positie en goeden naam! Wanneer u
mij echter het geld geeft, zult u het ver
lies vermoedelijk wel met een enkele maand
salaris gedekt hebben. Zoudt u er zich dus
niet bij neerleggen?"
Directeur Bromme wierp een hulpeloo-
zen blik naar achteren. De onbekende be
greep dezen blik en lachte.
„Geef u geen moeite. De wacht zal u
niet helpen. Hij hoort en ziet niets en hij
zal na de landing onder eede bevestigen
niets gezien noch gehoord te hebben, Hij
is bovendien met -10 pCt, in deze zaak be
trokken en dat is voor hem de moeite
waard, al zou hij tegen verwachting in een
of twee jaar moeten zitten. Numijnheer
de directeur?"
De aldus aangesprokene pakte aan zij.n
halsHij dreigde te stikken.
„Ik zal u op het Münohener vliegterrein
laten arresteeren," zie hij.
„U meent, dat men het geld bij mij zal
vinden en natuurlijk niet mij, maar u zal
gelooven? Dat is mogelijk en in dat geval
wil ik u wel mededeelen, dat ik het vlieg
tuig tevoren reeds verlaten za'l."
„U wilt.1"
„Juist, juist! Ik zal te voren en wel zeer
spoedig er uit springen Hier boven in dit
handkoffertje bevindt zich een uitstekend
valscherm dat mij zacht aan Moeder Aarde
zal toevertrouwen en men een zorgelooze
toekomst zal bezorgen Maar nu is het
hoog tijd. Geef asjeblieft direct het geld."
De onbekende maakte een onmiskenbare
beweging naar zijn zak. De directeur, die
een zworen - diroom meende te droomen,
greep met bevende handen naar zijn porte
feuille en reikte den vreemdeling een pak
je banknoten over. De vreemdeling telde
ze zorgvuldig na. en borg ze toen in zijn
zak weg.
„U zult wel spoedig over uw verdriet
heen zijn. En nu hebt u nog gelegenheid
gratis een demonstratie mét de parachute
bij te wonen."
De vreemdeling haalde zijn koffertje uit
het bagagenet en deed het open. Een mo
ment stond hij als door den donder getrof
fen, toen keek hij verbaasd en ontzet om
zich heen. De koffer was leeg! Er zat
niets in! En op hetzelfde oogenblik werd
het gordijn achter hein teruggeschoven en
een stevige man naderde den vreemdeling.
„Geef u geen moeite, mijnheer. Ik ben
oommi'saris Ludwig van het Berlijnsehe
hoofdbureau. De wacht aan boord kreeg
wroeging over zijn daad en als verstandig
man heeft hij zich tot mij gewend. Boven
dien was het wel wat al te opvallend dat
u het heele vliegtuig op één plaats na af
huurde Maar alles was misschien nog goed
gegaan, als u niet' zoo dom geweest was
het vliegtuig slechts tot Miinchen te huren,
terwijl uw eigen reiskaartje tot Zürieh
was."
„Dan hebt u misschien ook mijn para
chute weggenomen V'
„Ik was zoo vrij. U gaf er mij genoeg
tijd voor, terwij-l u uw ontbijt nam. Ik geef
u nu nog den goeden raad. mijnheer Brom
me niet te verraden. Het plan alleen is n.l.
niet strafbaar. En ik maak me sterk, dat
mijnheer de directeur het filiaal der Rijks
bank te Miinchen een kort bezoek zal bren
gen."
De uitgeputte directeur knikte ijverig.
Door een lichten nevel begonnen de to
rens der Lieve Vrouwekerk te schemeren.
Het vliegtuig daalde.
DE LAATSTE TOCHT.
door F. S. H.
De oude Waldhauser was de beste beurt
schipper tusschen Passau en Weenen.
Heden was het voor de honderste maal
dat de verweerde schipper zijn houtvlot
voor de vaart naar de oude Keizerstad aan
den Donau gereed maakte. Jonge dennen,
gesierd met gekleurde linten gaven het vlot
bij gelegenheid van deze jubileum vaart
een feestelijk aanzien en van de roerstang
verhief zich de wit-blauwe landsvlag, die
vroolijk in den wind wapperde.
Toen het vlot van wal stiet, werd er met
hoeden en handen gewuifdwenschen
werden geuit met goede reis en weerzien..
De oude Waldhauer eakteir, hief als veer
man de jubelvlag uit den standaard en
zwaaide ze als een jongeman m het rond
om het verweerde hoofd tot de weiden
langs den oever het vroolijk tafereel aan
de oogen der achterblijvenden onttrok.
„Hij gunt zich toch absoluut geen rust"
die oude Waldhauser" zei Hannes Erker,
nadat hij vertrokken was „tachtig jaar
heeft hij er al op zitten en hij kan gerust
gaan rentenieren, als hij dat wil. Want hij
heeft geld genoeg verdiend met zijn Wee-
lier tochten".
„Honderdmaal" zegt Girgl Reiter, „heeft
nog nooit een beurtschipper op den Donau
gevaren. Maar Waldhauser verbeeldt zich
clat hij ook deze jubileumvaart maken moet.
Als het maar goed afloopt, want hij had
het zóó op deze vaart staan".
„Er is nog geen schipper op bed-gestor
ven. En de Donau heeft z'n nukken. Je bent
ternauwernood aan de eene draaikolk ont
komen, of je raakt in een andere, zoodat
de roeispaan soms als een riet breekt"..
„Laten we het beste hopen. Wie de Do
nau 99 maal bedwongen heeft, zal het er
den honderdsten keer ook goed afbrengen.
Het zou toch wel heel toevallig zijn als hem
juist vandaag iets gebeuren moest".
Hannes Erba en Girgl Reiter waren als
zusterskinderen van den ouden Waldhau
ser zijn naaste bloedverwanten en daarom
ging hun lot bijzonder ter harte. Zijn
roem is hun roem, evenals ook zijn opvol
gers in het gevaarlijk ambt van beurtschip
per zijn zouden, wanneer hij de oogen een
maal sloot. De oude is immers ongetrouwd
gebleven, zoodab hij ook geen kinderen
heeft, zooals het ook maar past bij .een
beroep waarbij zijn leven altijd aan een
zijden draad hangt. Hannes en Grigl wonen
en werken reeds in het huis van den ouden
man, bouwen vlotten-en schepen en onder
houden ondertussclleh de ongevaarlijke
overvaarten over den Donau tusschen de
stad en den anderen oever.
Ook dit werk eischte toen een vol man.
Er waren nog geen spoorwegen en stoom
schepen, tenminste niet in deze streek en
bij het druk verkeer van voertuigen tus
schen beide oevers hadden Hannes en Girgl
met hun scheepsknechten dag en nacht
werk. Al was dit werk inspannend, toch
deed men het graag, want het werd goed
betaald.
Men kan een glaasje voor den dorst drin
ken, wat beiden graag deden wanneer zij
op de bank voor xle scheepshub zaten en
uitkeken naar mensclien of voertuigen, die
overgezet wilden worden.
Ook heden, op den dag 'der afvaart van
het jubilé-schip bleven zij tot middernacht
op hun post en vergezelden in gedachten
den koene schipper met zijn knechten op
het vlot.
„Nu zullen ze al wel in Linz zijn", meen
de Girgl. „Dan hebben zij het gevaarlijkste
stuk al achter den rug".
„Ik koop het ook," zei Hannes.
„Wat zal dat een eer zijn, wanneer hij
ook van deze vaart gelukkig terugkeert".
Nauwelijks had hij dit gezegd of door de
stilte van den nacht klonk van den anderen
oever een stem: „Haal over!"
Bevreemd keken de twee elkander aan.
Dat was immers precies.de stem van dén
ouden Waldhauser, den schipper. Maar zij
maken reeds de boot van de ketting los en
roeieu met krachtige slagen naar den an
deren kant.
In heb donker van den nacht zien zij in
de verte de schemerige gestalte van een
man staan, zooals schippers gekleed met
een oliejas, die spookachtig in den wind
fladdert. Daar de man geen poging doet in
de boot te stappen roept Hannes hem toe:
„Wat wilt ge dan eigenlijk? Waarom hebt
ge ons geroepen, als ge toch niet over wilt
varen?"
Maar de schaduw van den man staat en
zwijgt.
Beiden worden door een koude .rilling
overvallen. Toch springt Hannes vastbeslo
ten uit de boot, om het geheim van den on
bekende, die hun blijkbaar voor den gek
wil houden, te ontsluieren. Maar met iedeie
pas dien Hannes aan den oever voorwaarts
doet wijkt de vreemdeling even ver terug,
tot Girgl hem uit de boot toeroept. „Laat
hem gaan, Hannes en stap weer in. Da t is
niet pluis. De man heeft heelemaal geen
voeten, het is niet dan een zak...."
Ontzet springt Hannes* in de boot terug,
de riemen stobben knarsend in het kiezel,
bliksemsnel glijdt de boot naar den over
kant.
Maar achter het scheepje volgt de scha
duw over het water, zonder dit echter aan
te raken. Hij zweeft op denzelfden afstand
achter het voortschietende bootje aan en
verdwijnt ]>as zoodra de twee den redden
den oever' bereiken.
Doodsbleek, ontzet, staren beiden elkaai
aan. Pas langzamerhand kunnen zij enkele
i woorden uiten:
„Waldhauser! Het is Waldhauser ge
weest!Zijn geestTevoren was im
mers duidelijk zijn stem te hooren geweest:
„Haal over!"
„De Heer geve hem de eeuwige rust! Ja
er is iets gebeurdEn dat hem dat nu juist
bij zijn jubilévaart moest overkomen!"
Morgen vroeg zullen wij wel meer hoo
ren, wanneer de geredden naar huis ko
men, want allen zullen toch niet verdron
ken zijn".
Den geheelen nacht doen Hannes noch
Girgl een oog dicht. Zij wachten en wachten
tot de overlevenden van het ongelukschip
komen. Tegen den morgen sleepen zij zich
doodmoe over de oude straat voort, als een
hoopje afgebeulde soldaten na een verldTen
slag. Een van hen sleept nog de druipnatte
vlag mee, die 's morgens tevoren nog zoo
hoopvol in den wind gewapperd had.het
laatste overblijfsel van het jubilésehip
„Hoe wisten jullie het al? vragen de
aangekomenen, omdat ge ons zoo treurig
tegemoetkomt?"
En toen beiden het avontuur met de
schaduw ep de stem van den ouden Wald
hauser vertelden gaven ook de anderen
uitleg: „Ja het is waar. En juist hij is mee
gesleurd. Wij hebben on.s allen zwemmend
kunnen redden. Bij Kaehlet waar nie
mand het gedacht had, hadden wij het
zwaar te verduren; het was een geweldige
botsing. Het heele vlot is als een doos lu
cifers uit elkaar gesprongen. De schipper
kwam in een geweldige draaikolk terecht..
Geen mensch had hem meer kunnen hel
pen. De Heer geve hem de eeuwige rust.
Een Waldhauser, mannen, dat verzeker ik
jullie, staat niet meer op. En wat de Donau
eenmaal in zijn kolken heeft, geeft hij met
meer terug. En een schipper behoort ook ïu
een nat graf té liggen. Het heeft zoo moe
ten zijn, dat de Donau hem juist op zijn
jubilévaart gehaald heeft".-
„Maar hoe is het dan toch mogelijk,"
vragen Hannes en Girgl, „dat ons zijn geest
verschijntzijn stem roept?"
„Jadat is een raadselZulke din
gen gebeuren zoo vaak. Dat zijn geheimen,
uie men niet oplossen kan."
Toen nog een gevaarlijk rotsachtig rif
in de Donau bij Pasau; tegenwoordig reeds
lar.g verdwenen. Op zijn plaats verheft zich
tegenwoordig de bekende Centrale der
Rhein-Donau A. G.
Hoe een filmfotograaf werkt.
Dertig jaar 'tang heeft de Amerikaan
Bill F.miey opnamen van dieren in de na
tuur gemaakt en zijn lange en geduldige
werkzaamheden hebben een schitterenden
oogst opgeleverd.
Een der moeilijkste dingen was, de wilde
berggeiten in het hooggebergte van Mon
tana te fotografeeren Met een kleine ex
peditie begaf hij zich naar dit woest ge
bied en keerde eenige maanden later terug
met een reeks filmopnamen, die voor d,e
wetenschap van onschatbare waarde, wa
ren. Finley had ecihter ook speciale metho
den aangewend, om op dit moeilijk gebied
succes te behalen hij had zich n.l. een gei-
tenvel passend laten maken, daar de geiten
hem in menschelijke gedaante nooit dicht
bij Heten komen, omdat deze dieren zeer
schuw en angstig zijn. Finley kleedde zich
in het ge.tevel en had op deze manier ook
werkelijk eenige gelijkenis met de dieren,
welke hij fotografeeren wilde
Hij zelf vertelde, hoe hij op een kap vlak
bij de sneeuwgrens gehurkt zat- toen hem
opeens een berggeit nieuwsgierig naderde.
Maar terwijl de geit dichtbij kwam, knipte
Finley al af en eer de geit, verschrikt door
zijn manier van doen. de vlucht nam had
hij al prachtige opnamen gedaan. Ook de
opnamen van eilanden en herten zijn hem
prachtig gelukt en hebben zijn roem geves
tigd. De geweldige inspanning, uren en uren
op handen en voeten tusschen de scherpe
steenen door te kruipen, zullen wel niet
veel fotografen na willen doen.
WAAR DE VROUW BELANG IN STELT.
Witte wollen goederen. Witte wollen
goederen, die door het wassohen geel zijn
geworden, kunt u hun oorspronkelijke witte
kleur weer teruggeven. Daartoe moet men
hen wasschen in een lauw sopje van goede
zeep, waarin een stukje zwavel is gedaan.
Om winterhanden te voorkomen. Om
winterhanden te voorkomen is het noodig,
ze nu al geregeld in te smeren. Dus niet
wachten tot uw handen reeds beginnen te
springen. Als smeermiddel komen in aan
merking: glycerine, wasolie, lanolin of een
paar druppels slaolie.
Vuile pannen. Een middel om vuile
pannen, van allerlei soort te boenen, maakt
men als volgt: Doe in een oud pannetje
gelijke deelen zachte zeep, wil fijn zand en
krijtpoeder, en verder een schep zout. Roer
dit dooreen in een kan koud water en laar
het daarna 10 minuten koken, voortdurend
roerend. Dan koud laten worden en in een
pot bewaren. Men boent de paimen ermee,
niet behulp van een stijven boender. Zout
verwijdert hardnekkige vlekken.
Hoe moet vleesch en visch eruit zien?
Rundvleesch moet een mooie, heldere, roo-
de kleur hebben, het vet moet lichtgeel zijn,
het vleesch nioet niet slap wezen, maar ste
vig en het vet daarentegen zacht, doch niet
te erg. Kalfsvleesch moet blank zijn, even
als het vet; men neme geen kalfsvleesch
van een blquw-achtige roode tint, waarvan
het vet ook roodachtig is. Sohapenvleesch
rundvleesch en heeft een zeer wit vet; wan
neer liet vleesch een blauwachtige tint
heeft is het niet goed. Varkensvleesch moet
niet erg doorregen zijn ook niet te hoog
van kleur. Bij visch ziet men aan de hel
dere oogen, de roode kiewen en aan de
stevigheid of deze goed is. Drukt men met
Gemeentelijke Aankondigingen
BEVOEGDHEID TOT STEMMEN BIJ
VOLMACHT.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
maken bekend, dat. een kiezer, met inacht
neming van het in de Kieswet bepaalde,
bevoegd is bij volmacht te stemmen, in
dien zijn beroep of werkzaamheden mede
brengen, dat hij. herhaaldelijk of althans
geuurende ljet gedeelte van het jaar, waav-
ïn de stemming gewoonlijk valt, werkzaam
pleegt, te zijn buiten de gemeente op welKer
Kiezerslijst hij voorkomt, mits zijn ai.vo-
zigheid, indien hij geuurenue het tijuvak
of ue tijdvakken, waarin hij aldus werazaain
isj een of' meermalen m uie gemeente te
rugkeert, als regel telkens langer dan drie
dagen duurt.
Mede is, met inachtneming van het in
de Jueswec bepaalue, bevoegu bij volmacnt
te stemmen de vrouw, welke, genuwd met
een kiezer, <rie voldoet aan de bovenver-
melae voorwaaruen, met haar man, m ver
band niet diens beroep ot werkzaamheden,
afwezig pieegt te zijn.
De kiezerslijst wijst aan, welke kiezers
bevoegd zijn bij vounacut to stemmen en
voor welke veiiuezing zij daartoe bevoegd
zijn.
ue aanwijzing geschiedt niet dan nadat
de beiai.gneDöende een daartoe strekKeud
met re-euen omkleed verzoeKschrift aan
het gemeentebestuur heelt ingediend; oe
indiening moet geschieden voor 1 Januari
en niet eerder dan 1 October van het voor
afgaande jaar. Formulieren voor de be-
uoelde verzoeKschritterv zijn van 1'5 Sep
tember tot en met 3f December ter ge
meente-secretarie kosteloos voor de kiezers
ver Krijg baar.
De belanghebbende, die een verzoek-
soiunt ais bovenbedoeld heeft ingediend
en uie van de gevraagde bevoegdheid ge
bruik wil maken, doet uaarvan in persoon
meuedeeling ter secretarie van de gemeen
te, op welker kiezerslijst hij uioet voorko
men, aan uen burgemeester oi aan den
daartoe door dezen aangewezen ambtenaar.
De meaedeedng kan geschieden zoodra "iet
verzoek 19 ingediend, doch niet later dan
een week na uen dug der candidaatstel-
ling.
Hij geeft daarbij op naam eu voornamen,
cLgteeKemng en plaats van geboorte van
hem ateif en van den door hem aangewezen
gemachtigde.
Van ue aanwijzing wordt een schriftelijke
volmacht opgemaaat. De volmacht wordt
door oen kiezer en door uen burgemeester
onueiteeKend. Een atschiitt van de vol-
01 den door dezen aangewezen ambtenaar
maent worut den kiezer uitgereikt.
De gemachtigde moet in persoon ter
secretarie van de gemeente mededeelen,
dat hij de volmacht aanneemt. Van de aan
neming wordt aanteekening gedaan onder
het origineel der volmacht; deze aantee
kening wordt door den gemachtigde eu
door den burgemeester of uoor den dour
dezen aangewezen ambtenaar ondertec-
kend. lnujen de aanneming niet reeds ge
lijktijdig met de aanwijzing heelt plaa'.s
gevonucn, geeft de burgemeester of de
door dezen aangewezen ambtenaar onver
wijld van de aanwijzing keunis aan den ge
machtigde met oproeping om binnen vijf
dagen ter secretarie de volmacht te komen
aannemen; is binnen dien termijn de vol
macht niet aangenomen, dan is zij vervallen
en kan de kiezer niet opnieuw voor dezelf
de verkiezing een gemachtigde aanwijzen.
Als gemachtigde mogen slechts aangewe
zen worden zij, die 111 de gemeente bevoegd
zijn tot het deelnemen aan dezelfde verkie
zing. Indien de kiezer eeu gemachtigJe
heeft aangewezen vóór de vaststelling van
de kiezerslijst, en 11a de vaststelling dier
lijst mocht blijken, dat de gemachtigde niet
aan dezen eisch voldoet, wordt de volmacht
als vervallen beschouwd en kan de kiezer
niet opnieuw voor dezelfde verkiezing een
gemachtigde aanwijzen.
Een kiezer mag niet uifcer dan één aan
wijzing als gemachtigde aannemen, behou
dens dat hij een tweede aanwijzing mag
aannemen, indien beide aanwijzingen zijn
geschied door personen, die tot zijn huis-
genooten behooren.
Burgemeester en Wethouder»
voornoemd,
A. VAN DE SAN DE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 26 September 1931.
Agenda
Dinsdag. Donderdag, Zaterdag, Vincentiut»
Bibliotheek, geopend s avonds van
7.30—8.30 uur.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Maandag 28
S e p t. lot. en met Zaterdag 3 Oct.
a.s. waargenomen door apotheek: W. Pelle
Kort Rapenburg 12, telef. 594 en Zon
dag 4 October door de apotheken:"G.
H. Blanken, Hoogewoerd 171, telef. 502 en
D. J. van Driesum, Mare 76, telef. 406.
een vinger op het volle ruggedcelte, dan
moet het vleesch direct terugrrjzcn, veer
kracht vertoonen, indrukken op oude visch
blijven.
Zeepsop voor geverfd hout. Een voor
treffelijk sopje voor het schoonmaken van
deuren, kozijnen etc. verkrijgt men door
een ons poeder borax en een pond goede
zeep dooreen te mengep met drie kwart
water. Doe dit alles in een groote pan, zet
deze op den fornuisring en wacht tot de
zeep is opgelost, roer voortdurend. Het wa
ter mag echter niet gaan koken. Voor het
afwasschen gebruike men geen »pons hiaar
een lap zacht, oude witte flanel. Men kan
nu liet geverfde hout zonder eeuig bezwaar
wasschen. Bovendien heeft men een prach
tig waschmiddel voor kleeren.