VOOR NIETS GEMEENTERAAD VAN LEIDEN DINSDAG 29 SEPTEMBER 1931 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 Twee onderwijskwesties, waarin de Raad niet thuis bleek - De heer Knuttel wenscht Russische toe stander» Een tusschentijdsche geheime zitting - Oude en „moderne" krotten - Een werkeloosheids debat tegen middernacht. (V ervolg). Het bijzonder onderwijs beknibbeld. 19. Voorstel tot vaststelling: a. van de vergoeding, bedoeld in art. 101, lid 1 tot en met 7, van de Lager On derwijswet 1920, over de jaren 1926, 1927 en 1928, aan de besturen van verschillende bijzondere scholen; b. van het alsnog, krachtens het 8e lid van het sub a genoemd wetsartikel, uit te keeren bedrag over de jaren 1924 tot en met 1926, 1925 tot en met 1927 en 1926 tot en met 1928 aan de besturen van ver schillende bijzondere scholen; c. van het door de besturen van een 2-tal bijzondere scholen over de jaren 1925 tot en met 1927 in de gemeentekas te storten bedrag; d. van de verordening, houdende wijzi ging van de verordening van 17 December 1914 (Gem.blad No. 32), houdende regle ment op het beheer en bestuur der Ste delijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden. De heer Knuttel wijst er op, dat al deze kosten jarenlang niet zijn verrekend, en dat wel zonder dat het ooit als wets ontduiking is aangezien. Rechtvaardig heidsbegrip in deze materie bestaat voor spr. niet. Het is hier een kwestie van macht. De gemeente hoeft deze kosten niet te verrekenen, derhalve moet het ook niet gebeuren. De heer Groeneveld is nog niet overtuigd. Er is geen enkele reden om de pensioenkosten der gemeente-werklieden in rekening te brengen, die nimmer ten goede komen aan de werklieden van de bijzondere scholen. Voor spr. staat het vast, dat er kosten dubbel berekend wor den. Spr. is nog altijd voor de gelijkstel ling De heer Knuttel: Ben je daar nog altijd voor. Je bent wel hardleerschi De heer Groeneveld: Maar hier wordt aan de bijz. scholen meer gegeven, dan waarop zij recht hebben en meer dan de openbare scholen krijgen. Wethouders Goslinga antwoordt den heer Bergers, dat de wet niet toestaat rente te berekenen. De heer Groeneveld weet niets van de onderwijswetgeving, hoe wel hij lid van de onderwijs-commissie is. Hetgeen het openbaar onderwijs aan de gemeente per leerling kost is de grond* slag voor de vergoeding van het bijzonder onderwijs. Het bijz. onderwijs kan daar nooit boven uit komen, wel eronder blij ven. De heer Knutiel ziet het als een machtskwestie. De gemeente heeft inder daad de macht om een onbillijkheid te De heer Knuttel: De grootste onbil lijkheid is de wet. Wethouder Goslinga Toch hebt u aan die wet trouw beloofd! (Gelach). Spreker wijst met klem op de onjuiste bewering van den heer Groeneveld, dat dubbele kosten in rekening zouden worden gebracht. Dat berust op onjuist inzicht. Het voorstel van B. en W. wordt in stem ming gebracht en aangenomen met 20 tegen 11 stemmen. Tegen stemden de socialisten (behalve de heeren Koole en Vallentgoed), de com munist Knuttel en de democraat Vos. Nog een onderwijskwestie. 20. Voorstel in zake de vaststelling van het overschot op de vergoeding, bedoeld bij art. 101 der Lager Onderwijswet 1920, over het jaar 1931, aan de besturen van verschillende bijzondere scholen.. De heer Knuttel merkt op, dat op de rekening ook een vergoeding voor vakon derwijzers voorkomt. Spr. vraagt of de bij zondere scholen recht hebben op vergoe ding van onderwijs in nuttige handwerken, nu dit onderwijs op de openbare scholen zoo goed als is afgeschaft. Den heer Groeneveld is hetzelfde opgevallen. Wethouder Goslinga bevestigt, dat de bijz. scholen het recht hebben om vak onderwijzers aan te stellen als het open baar onderwijs ze ook heeft. De bijz. scholen hebben echter niet het recht meer uren daaraan te besteden dan het open baar onderwijs. Het voorstel is geheel overeenkomstig de onderwijswet. De heer Groeneveld heeft den in druk, dat bij het bijzonder onderwijs meer handwerkonderwijzeressen zijn, dan bij het openbaar onderwijs. Dat is geen ge lijkstelling. Daarna z. h. st. aangenomen. Verbetering Lakenhal. 21. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van het afbreken van de tegenwoordige Concierge-woning van het museum „de Lakenhal" aan den Ouden Singel no. 30 en het inrichten van perceel Oude Singel no. 23 tot Concierge-woning en atelier van den Directeur van het mu seum. De heer Wilbrink acht de toelich ting van B. en W. te beperkt. Verleden jaar is het perceel aangekocht. Had men toen reeds plannen om een brandvrije gang te maken? Als dat juist is, dan wordt de uitgave voor dat doel eigenlijk verhoogd met 10.000 (de koopsom van het huis). De heer Bergers en de voorz. be vestigen, dat het pand is aangekocht, ten einde het te zijner tijd te gebruiken als concierge-woning. Tevens wordt een op lossing gevonden voor het brandgevaar. De heer Wilbrink constateert, dat men zeer spoedig de noodzakelijkheid ge voelt een perceel te gebruiken, als men het eenmaal heeft. Reden te meer om voorzichtig te zijn met aankoopen. 22. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van het aanbrengen van antivries-transformatoren aan de brandleiding van het tijdelijk Gemeente huis. Goedgekeurd. Een controle-kwestie. 23. Voorstel in zake de finantiëele con trole op de boekhouding van verschillen de gemeentediensten. De heer V e r w e ij ziet niet in, waarom het bureau van gemeentewerken moet worden uitgesloten van de controle van hét Verificatie-bureau van de Vereeniging van Ned. Gemeenten. Een rechtvaardiging daarvan staat niet in de stukken. Aan wie willen B en W. de controle van gemeente werken thans opdragen? De heer de R e e d e wijst erop, dat de commissie van financiën het volkomen met B. en W. eens is. De controle van het Verificatie-bureau is niet voldoende. De heer Groeneveld vraagt waar om de commissie van financiën een onder houd geweigerd heeft aan den directeur van dit Verificatie-bureau? De heer Schüller constateert, dat zijn voorstel tot reorganisatie van gemeen tewerken, ofschoon verworpen, thans toch bliikbaar wordt uitgevoerd. Wethouder Goslinga Dat lijkt er niet op. Uw voorstel beoogde een techni sche reorganisatie. Het gaat hier om een financieele controle. De controle moet worden uitgeoefend door menschen, die beter op de hoogte zijn met de bedrijfs economie dan het Verificatie-bureau. Spr. ziet niet in, waarom de commissie van financiën niet een onderhoud dat toch doelloos is mag weigeren. De heer V e r w e ij meent, dat op het bureau het odium wordt gelegd, niet voor zijn taak berekend te zijn. Daarom is het gewenscht, dat de directeur gelegenheid krijgt te bewijzen dat zijn bureau wel be voegd is. De heer Bosman is het 'eens met de oommissie van financiën. Het is wel eers goed de controle ook eens door een ander te laten verrichten. De heer de R e e d e acht het onge- wenscht, dat eeo raadslid in zijn kwaliteit ter verantwoording wordt geroepen door een directeur van een bureau voor hetgeen hij zegt in een commissie-vergadering. Wanneer de raad echter de gestie van de commissie van financiën afkeurt, wil sor. zijn houding wel nader motiveeren. Het verificatie-bureau werkt uitsluitend voor kleinere gemeenten; geen enkele ambte naar van het bureau heeft accountants- bevoegdheid. De menschen daar hebben wel ervaring van gemeente-administratie, maar niet van bedrüfs-economie, hetgeen spr. juist van groot belang acht. De heer v. E c k meent, dat. de heer *de Reede, hetgeen hij thans gezegd heeft, ook had kunnen zeggen in het onderhoud met den directeur van het verificatiebureau. Of de heer de Reede heeft ongelijk en aan het bureau blijft dan de controle toever trouwd, óf de heer de Reede heeft gelijk en dan is er aanleiding voor het bureau om zich te reorganiseeren. Tn ieder geval was een onderhoud beter geweest. Daarna z. h. st. goedgekeurd. 24. Voorstel in zake verlaging van de rente en opschorting van de aflossing van het bij Raadsbesluit van 29 Maart 1920 aan de vereeniging ,,'s Zomers Buiten" ver strekte voorschot voor den bouw van een dubbel vaeantiewoning te Katwijk. Goedgekeurd. Daarna gaat de raad op voorstel van den voorzitter in geheime zitting. AVONDZITTING. Des avonds om half negen werd de open bare zitting voortgezet. Direct na opening gaat de raad wederom een kwartier in ge heime zitting. Aan de orde is dan: Verzorging van kleine kinderen. 25. Voorstel in zake de toekenning van een subsidie over 1930 en 1931 van ten hoogste 1000.aan de „Vereeniging tot verzorging van kleine kinderen", en bot beschikbaarstelling van de daarvoor be- noodigde gelden. De heer Koole bepleit verhooging van de subsidie, aangezien het gebouw niet aan redelijk te stellen eischen voldoet. Het bestuur kan door geldgebrek niet de noodige verbeteringen aanbrengen. Mede namens mevr. Braggaar-de Does dient spr. een voorstel in om de subsidie te bren gen op 2000 en de controle onder te bren gen bij den Gem. Geneesk. Dienst. Mevr. B r a g g a a rd e Does steunt het voorstel en accentueert nader de nood zakelijkheid van verbeteringen. De loop- regeling en arbeidstijden van het personeel laten ook veel te wensehen over. Zoo er gens, dan blijkt hier hoe het particulier initiatief te kort schiet. NIET zoo schreven we, kunnen wij U het pracht-missaal geven. EEN KLEINE MOEITE, het aanbrengen van slechts drie nieuwe abonné's (voor minstens drie maanden) brengt U in het bezit er van. Wij ontvingen dezer dagen van een onzer abonné's de mededeeling, waarin ons werd kenbaar gemaakt, dat niettegenstaande deze reeds in het bezit is van een missaal, hij er toch gaarne toe zal meewerken om het abonnementental van „De Leidsche Courant" met minstens drie abonné's te verhoogen. Hij verklaarde: „Uw blad mag er zijn". Zoo'n verklaring De Leidsche .Courant mocht een soortgelijke ook reeds van Hoog Kerkelijk gezag ontvangen stemt ons natuurlijk dankbaar. Wij hebben op de allereerste plaats te zorgen, dat de courant kwalitatief aan haar doel beant woordt en dan terstond volgt daarop, dat wij zorgen voor een zoo groot moge lijke algemeene verspreiding in Leiden en Omgeving. Wij moeten in abonnementen aantal vlug vooruit. Binnen den kortst mogelijken tijd willen wij het 2de tienduizendtal volmaken. Een ieder moet daaraan meewerken. Daar moet een aanmoediging, een aansporing voor zijn. Dat is het missaal. De missaalbezitters(sters) zouden wij evenwel missen in ons aanwervingsleger. Daarom laten wij de keuze tusschen een MISSAAL of een VULPENHOUDER. Deze vulpen werkt volgens het A ra er ik aan sch drukvulprincipe en wordt door een druk op den vulknop uit den een of anderen inktpot automatisch gevuld. Gij hebt voor het vullen geen glazen spuitje noodig en men behoeft ook den gouden pen niet op en neer te draaien. En om ons ten slotte tegenover hen, die bij de aanwerving van één abonné bleven steken, door welke omstandigheid dan ook, niet onbetuigd te laten, zullen wij dezen een aardig VULPOTLOOD doen toekomen. Nogmaals, wij zenden U op aanvraag gaarne proefnummers. DE DIRECTIE. De heer Knuttel wil het voorstel wel steunen, ma-ar merkt op, dat het hier ze ker een instelling betreft, welke de ge meente zelf ter hand had moeten nemen. Thans heeft de instelling het karakter van liefdadigheid. Spr. wijst op het voorbeeld van Rusland, waar iedere fabriek zoo'n in stelling heeft. De heer Wilbrink grinnikt. De heer Knuttel Dat is gewoonweg domheid. U kent de toestanden niet. Wethouder Goslinga erkent, dat de toestand van het gebouw niet ideaal is Er zijn evenwel verschillende verbeteringen aangebracht. Het bestuur heeft z'n reke ning en begrooting ingediend en op grond daarvan is het wettelijk onmogelijk om een hoogere subsidie toe te kennen. De subsidie van 1000 is niet eens noodig om het tekort te dekken. Men moet niet vergeten, dat het hier geen gemeentelijke inrichting betreft. De vereeniging heeft nog een saldo van 3400 aan contante gelden. Middelen ter verbetering zijn dus wel aanwezig. Tegen een controle van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst heeft spr. geenerlei bezwaar, doch deze controle zal vanzelf wel plaats hebben. In tegenstelling met den heer Knuttel is spr. van meening, dat het niet aangaat dit terrein van particulier initiatief aan de gemeente te trekken. Spr. noemt daarbij ook de Margarita van Cortona-stichting en betwijfelt of de gemeente het beter zou kunnen doen. (Stemmen: Wel duurder!) De Margarita van Cortona-stichting had een tekort van 3000 en vraagt een sub sidie van 1000. Zij ziet dus kans om het restant van particuliere zijde te krijgen. Mevr. Braggaarde Does zegt, dat de soc.-democraten over 't algemeen ook ervoor zijn, dat deze inrichtingen on der gemeentelijk beheer zijn. Dat is nu eenmaal niet het geval. Dit is de eenige neutrale instelling en daarvoor bepleit spr. een goede inrichting daarvan. De heer Bergers juicht het particu lier initiatief in deze ten zeerste toe. Als de gemeente dat overneemt, krijgen wij Russische toestanden. De heer Koole handhaaft zijn meening dat het gebouw absoluut ongeschikt is en niet grondig verbeterd kan worden zonder royale subsidieering. De heer Knuttel meent, dat de kin deren niet de dupe mogen worden van de laksheid van het bestuur, dat in gebreke is gebleven om een hoogere begrooting in te dienen. Wethouder Goslinga wijst erop, dat de hygiënische toestand in het geboxiw toch niet zóó slecht is, omdat er feitelijk nog nooit een ziekte is uitgebroken. Bo vendien berust het initiatief bij de ver eeniging en niet. bij de gemeente. Het amendement-Kool-Braggaar wordt verworpen met 17 tegen 13 stemmen. Voor stemden de S. D. A. P., de commu nist en de heer Vos. Het voorstel van B. en W. wordt daar na z. h. st. aangenomen. Bouwt de gemeente „moderne krotten"? 26. Voorstel in zake den bouw van ge meentewege van 56 eengezinswoningen op een terrein gelegen tusschen de Lusthof laan en de Os- en Paardenlaan. De heer Kooistra constateert, dat het hier een voorstel betreft, waardoor krotten kunnen worden opgeruimd. Toch ontbreekt er nog veel aan het voorstel. B. en W. hebben getracht om deze woningen zoo bekrompen mogelijk te maken. Daar voor is absoluut geen reden, omdat er plaats genoeg is. Wel zijn deze woningen beter dan andere gemeente-woningen. wa«.r men dikwijls treurige toestanden aantrett. Dit plan maakt opruiming van oude krot ten mogelijk, maar men maakt er nu mo derne krotten van. Om B. en W. in de ge legenheid te stellen om met andere plan nen te komen, stelt spr. voor, dit punt van de agenda af te voeren. Wethouder Splinter verbaast zich over de houding van den heer Kooistra. Hij heeft de voorgestelde woningen ver geleken met de andere gemeentewoningen. Daar zijn woningen die bestemd zijn voor echtparen zonder kinderen. Toen de minis ter onze plannen zag, was hij van meening, dat de woningen type A en B rijkelijk groot waren. En de heer Kooistra noemt ze „moderne krotten"Dat is een afbre ken van het werk der Volkshuisvesting. Dat is voldoende om den raad te advisee- ren het voorstel tot uitstel niet aan te ne men. Het voorstel wordt dan ook verwor pen met 18 tegen 12 stemmen. Voor stem den alleen de S. D. A. P. en de heer Knut tel. De heer Schüller verklaart zich te gen het voorstel van B. en W. De heer Kooistra pleit er voor, de distributie van de gezinnen over deze wo ningen niet in handen te stellen van het bestuur van de Gemeentelijke Woning stichting. Dit om te voorkomen, dat tal rijke gezinnen in te kleine woningen te recht komen. Nu de raad het voorstel van uitstel verworpen heeft, zal spr.'s fractie vóór het voorstel van B. en W. steramen, om althans iets te bereiken, hoewel aan de wensehen der fractie niet is tegemoèt ge komen. De- heer Groeneveld meent, dat de woningen te nauw zijn. Er is nergens ruim te voor fietsen, kinderwagens e.d. Verder vraagt spr. of de wethouder de verorde ning op de bewoning wenscht te doen nale ven. De heer W i 1 m e r wijst er op, dat het percentage der grootere woningen steeds grooter is geworden. Dat is een verbete ring in het systeem der gemeentewonin gen, dat voldoening wekt. In dit plan zal het mogelijk zijn minder groote gezin nen in kleine woningen onder te brengen. De heer Bergers vraagt de aandacht van B. en W. voor de entree valn deze wo ningen. Misschien is er met een kleine wijziging veel te bereiken wat betreft plaatsing van fietsen, kinderwagens e. d. De heer Wilbrink ziet in het be toog van den heer Kooistra zucht tot cri- tiek. Hoewel hij constateeren moet, dat cr vooruitgang is, dringt hij toch aan op aan houding. De argumenten van den heer Kooistra acht spr. bespottelijk. Alsof het bouwen van kleine woningen te wijten was aan grondgebrek. Spr. is dankbaar voor de voorstellen van B. en W. De heer Knuttel meent, dat de wo ningnood en de werkloosheid geen redenen mogen zijn om onbruikbare woningen te bouwen. Spr. wenscht geheel andere wo ningen, waardoor de vrouw eindelijk eens ontheven wordt van al die huiselijke romp slomp. Spr. denkt aan centrale eethuizen, gemeentelijke kinderkamers enz. Wethouder Splinter beantwoordt de verschillende sprekers. Hij acht de wonin gen nog zoo slecht niet. Wat de stalling van fietsen en kinderwagens betreft, merkt spr. op dat ieder huis een schuur heeft en een achteruitgang. Met den heer Knuttel valt niet te praten. Hij heeft idealen, die voorloopig nog wel niet verwezenlijkt zullen worden. De heer Kooistra komt op tegen de bewering van den heer Wilbrink, als zou hij de volkshuisvesting willen tegenwer ken. Het voorstel van B. en W. wordt z. h. st. aangenomen. De heeren Schüller en Knuttel wensehen geacht te worden te hebben tegenge stemd. Werkloosheidsbestrijding. 27. Prae-advies op de voorstellen-Man- ders, in zake bestrijding van de werkloos heid en het verkrijgen van eigen wonin gen door minder gesitueerden. De heer M a n d e r s heeft zijn voorstel len ingediend, omdat hij meende, dat er van gemeentewege meer gedaan kon wor den ter bestrijding van de werkloosheid. Z.i. berust het praeadvies van B. en W. op een verkeerden grondslag. Do argumen ten van B. en W. tracht spr. een voor een te weerleggen, om tot de conclusie te ko men, dat zijn voorstellen wel degelijk re den van bestaan hebben. Met name de ver korting van den arbeidsduur vindt op vele plaatsen practische toepassing. Spr. wijst met klem op de sombere vooruitzich ten voor den a.s. winter. De werkloos heid zal niet zonder energieke maatrege len kunnen worden verminderd. Ieder jaar zal de toestand onder de oogen moeten worden gezien vandaar spr.'s voorstel om trent een commissie voor dit doel. Er zijn hier nog zooveel te werk gestelden, die van buiten komen. De voorz.: Hoe kunnen wij dat belet ten?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9