PLECHTIGE OVERDRACHT RECTORAAT
LEIDSCHE UNIVERSITEIT
UIT DE RIJNSTREEK
MAANDAG 21 SEPTEMBER 1931
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 11
REDE VAN PROF. DR. J. PH. VOGEL.
IILLEGOM.
Somber.
De Burgemeester maakt bekend, dat in ver
band met de zeer ongunstige tijdsomstandig
heden, welke het voor alle kringen der bevol
king noodzakelijk maken om de grootste spaar
zaamheid te betrachten: le gedurende de ker
misdagen (23 en 24 September a.s.) geen ver
gunningen tot verlating van het sluitingsuur
zullen worden afgegeven en alle vermakelijk
heden ook om 11 uur n.m. zullen moeten ge
sloten worden: 2e. tot nader order na de ker
misdagen vergunningen tot verlenging van het
sluitingsuur tot een minimum zullen worden
beperkt; 3e. na afloop der kermisdagen tot
nader order muziekvergunningen in café's zul
len worden beperkt tot hoogstens den Zondag
middag en één middag in de week.
Arbeidsbeurs. De oprichting van een ar
beidsbeurs voor de bloembollenstreek gaat niet
door. De plaatselijke correspondentschappen
voor de arbeidsbemiddeling blijven derhalve
bestaan.
Etalage-wedstrijd. Het Gemeentebestuur
heeft aan de Winkeliersvereeniging „Hillegom"
een gouden medaille geschonken voor den
talage-wedstrijd.
Gemeenterekening. De gemeente rekening
1930 wijst voor den gewonen dienst een batig
saldo aan van 72230,005 en voor den kapi-
taaldienst een batig saldo van 79699.
Jubilea. De gemeentelijke zweminrichting
heeft een tweetal jubilea's gevierd, de heer
J. J. Gijselaar nam zijn honderste bad gedu
rende dit seizoen, terwijl zijn echtgenoote het
zelfde deed. Beide jubilarrissen werden gehul
digd met bloemen, hun kleedkamertjes waren
versierd en zij ontvingen bovendien een lau
werkrans. Een aardige attentie.
Uitbreidingsplan. Tot en met 2 October
а.s. ligt ter gemeente-secretarie, alhier het
door den Gemeenteraad in zijn j.l. gehouden
vergadering vastgestelde uitbreidingsplan de
zer gemeente ter inzage.
Inlevering goederen. Op Vrijdag 30 Octo
ber 1931, des namiddags om 2 uur moeten de
gewone dienstplichtigen der Landmacht, die
op 1 October a.s. naar de aanvullingsreserve
overgaan, de onder hun bezit hebbende rijks
goederen inleveren te Sassenheim in het K.S.
A.-gebouw, te Sassenheim.
Geboren: Zn., van A. J. Peetoom en
Scholten. Dr., van A. C. Suykerland en
Warmerdam. Dr., van J. van Lans en Raap
horst. Dr., van F. C. S. Adamse en Neerings,
Ondertrouwd: A. M. Beugelsdijk en
E. M. van den Hulst. C. P. A .Beijersbergen
en A. D. Bakker.
Getrouwd: C. P. Beers en G. P, van
Haastrecht. M. Weijers en A. A. van der
Lans.
Overleden: C. Weehlers, wed. Telkamp
vr. 75 jaar.
KATWIJK.
Loco-Burgemeester. Niet de heer Velt-
kamp, zooals ook in een officieel bericht ge
meld werd, is tot loco-Burgemeester benoemd
doch de heer J. Dubbeldam, als zoodanig af
tredend.
Strandtenten open. Behalve de Kerkeraad
der Geref Kerk heeft ook de Kerkeraad der
Ned. Herv. Kerk te Katwijk aan Zee gepro
testeerd tegen het genomen besluit van den
Raad om de strandtenter vergunning te geven
tot verkoop op Zondag var 16 uur n.m.
Schietwedstrijd Burgerwacht. Zaterdag
middag had op de Rijksschietbanen alhier het
«prste gedeelte van de jaarlijksche onderlinge
schietwedstrijd plaats van de Burgerwacht.
Evenals vorige jaren was er ook thans veel
animo. 34 leden namen aan den wedstrijd deel.
De wedstrijd had een zeer geanimeerd ver
loop en kenmerkte zich door een sportieven
geest en een kameraadschappelijke houding.
Ook het prachtige weer werkte mee om den
wedstrijd goed te doen slagen
Geschoten werd op schijf Burgerwacht, tel
ling 110. Ieder deelnemer schoot drie series
van vijf schoten. De 1ste serie knielend, de
2de liggend, en de 3de staand. Maximum te
behalen punten: 150. Naar gelang van de
schietuitkomsten in het afgeloopen seizoen wa
ren de schutters verdeeld in drie klassen, A.
B en C. Er werd over het geheel goed gescho
ten. De stand luidt op het oogenblik als volgt:
In klasse A: 1, Jac Meijer met 137 p.; 2. J. de
Kreek, 132 p.; 3. A. Slingerland, 128 p.; 4, C.
van Leeuwen, 126 p.; 5. R. Trousselot, 125 p.;
Jer. Varkevisser, 124 p.; 7. H. N. van Leeu
wen, 121 p.; 8. R, Varkevisser, 119 p.; 9. L. J.
v. d. Valk, 119 p.; 10. Chr. J. Minne, 117 p.;
11. J, Slingerland, 112 p.; 12. P. Slingerland,
111 p.; 13. H. de Boer, 110 p.; 14. S. Minnee,
101 p.; 15. B. Dubbelaar, 87 punten.
In klasse B: 1. Jac Kobu.s, 113 p.; 2. A. Dub
belaar, 112 p.j 3. P. Varkevisser, 110 p.; 4. Jac.
Imthorn, 106 p.; 5. W. A. van Leeuwen 105 p.;
6. Nic. Schuitenmaker, 104 p.; 7. Joh, v. d.
Gugten Pz., 103 p.; 8. J. Dubbelaar, 97 p.;
9. Corn. Hoek, 91 p.; 10 C. J. Schuitenmaker,
85 p.; 11. M. v. d. Oever, 83 p.; 12 Nic. Ouds
hoorn, 82 punten.
In klasse C: 1. Jan P. Meijer 123 p.; 2. Nic.
Schaap, 119 p.; 3 .W, A, Rijken, 96 p.; 4. M.
Schoneveld, 93 p.j 5. L. van der Plas, 86 p.;
6 Y. v, d. Bent, 68 p.; 7. Hendr. de Best met
64 punten,
De hoogste staande serie behaalde in klasse
A.:H, N. van Leeuwen met 44 p.; in klasse B:
Corn. Hoek met 45 p,; in klasse C: J, P. Meijer
met 41 punten. Volgende week Zaterdag wor
den weer drie series geschoten. Het gezamelijk
aantal puntne bepaalt de einduitkomst. De
stand kan dus nog heel wat wijziging onder
gaan.
KATWIJK AAN DEN RIJN.
Jongen door een auto gegrepen. Twee
jongens uit Katwijk aan Zee waren in „De
Mient" lang den weg met een voetbal aan het
spelen en merkten niet dat twee auto's achter
elkaar naderden .De eerste auto was gepas
seerd, toen de 14-jarige D. den weg overstak
en door de tweede auto werd gegrepen. Hij
werd op de bumper genomen, in de hoogte ge
worpen en kwam toen weer op den bitumen-
weg neer, doch was door den stoot en den val
buiten bewustzijn .Dr, H. werd direct ontboden,
die geneeskundige hulp verleende. De jongen
werd in ernstigen toestand met de ziekenauto
naar huis vervoerd. Den bestuurder treft geen
schuld.
De recbor-magnificus der Leidsche Univer
siteit, prof. dr. J. Ph. Vogel, heeft heden
middag de rectorale waardigheid overge
dragen aan zijn opvolger, prof. dr. J. J.
Blanksma, met het houden van de gebrui
kelijke rede.
Meer dan 3000 studenten.
Spr. begint met de aandacht te vestigen
op het feit, dat het cijfer der inschrijvingen
2563 bedraagt, dus voor het eerst de twee
en een half duizend te boven is gegaan. Zoo
men staat mag maken op de gegevens, ver
strekt in de „Naamlijst" der studenten, dan
zou het totaal generaal der hier studeeren
den inderdaad de drie duizend reeds heb
ben overschreden. De uitdrukking „hier
studeerenden" is niet geheel in letterlijken
zin op te vatten in zooverre, dat bijna do
helft van die 3027 studenten buiten Leiden-
'Oegstgeest is gevestigd.
De hiergenoemde cijfers kunnen tot al
lerlei beschouwingen aanleiding geven. Zoo
is er uit af te leiden, dat het aantal van
hen, die niet zijn ingeschreven en nochtans
als studenten zijn te besehouwen, aanzien
lijk hooger is dan men wel heeft bevroed.
Reden te peer om middelen te beramen,
teneinde het aan de studenten, die zich ter
wille van besparing niet laten inschrijven,
mogelijk te maken op minder bezwarende
voorwaarden de enkele colleges, die hen
van nut kunnen zijn, te volgen.
De gestadige aanwas van het aantal stu
deerenden is een verblijdend teeken, want
daaruit blijkt de bloei der Universiteit.
Aan den anderen kant brengt hij ernstige
bezwaren met zich, want het is geen ge
makkelijke taak, waarover men zich ziet
gesteld, om aan die drommen leergierigen
plaats te verschaffen in collegelokalen, la-
baratoria en klinieken. Klachten over ge
brek aan ruimte zijn dan ook niet van de
lucht. Dat de regeering niet doof is voor
die verzuchtingen, blijkt uit tal van ver
beteringen, die in het afgeloopen jaar zijn
tot stand gekomen.
Het college van Professoren.
Spr. herdacht vervolgens het heengaan
van verscheidene hoogleeraren, zooals prof.
W. de Visser en prof. II. T. de Graaf, die de
universiteit door den dood ontvielen, als
mede van de professoren A. J. Blok en van
Kampen, die wegens ziekte genoodzaakt
werden ontslag te nemen, terwijl prof. J.
W. M. van Eysinga ontslag nam wegens zijn
benoeming tot rechter in het Permanent
Hof van Internationale Justitie, prof. Au-
dré de la Porte eervol ontslag vroeg en
prof. de Vries genoodzaakt was af te treden
wegens het bereiken van den zeventig-jari
gen leeftijd. De vacatures werden aange
vuld door de benoemingen van dr. Rahder,
mr. van Bemmelen, mr. Telders, mr. Idema
en dr. van Holk.
Deze vijf hoogleeraren zullen eerst in
den nieuwen cursus hun intrede houden.
Ook in de rijen der lectoren en privaat
docenten zijn eenige mutaties voorgevallen.
Cursussen en lezingen.
Bij de bespreking der cursussen en voor
drachten, buiten studieverband door de do
centen der universiteit en door anderen
gegeven, herinnert spr. in de eerste plaats
aan den zoo geslaagden vacantiecursus voor
Duitsohe studenten, van 618 October ge
houden. De stemmen, die uit den kring der
Duitsche gasten en ook later uit de Duit
sohe studenten-organen werden vernomen,
getuigden van oprechte erkentelijkheid
voor de genoten ontvangst. Het eenige be
zwaar, dat spr. in verband met den cursus
heeft hooren uiten, was dat het zoo rijk
geschakeerde programma nauwelijks ruim
te liet voor een enkelen vrijen namiddag of
avond, op eigen wijze te benutten.
Een andere onderneming, die als volko
men geslaagd ma-g worden aangemerkt, was
de reeks van achttien lezingen van 22 Oc
tober tot 25 Maart gehouden, teneinde in
ruimere kringen belangstelling voor Indië
op te wekken en voor Indië aan te kwee
ken.
Spr. memoreert vervolgens de gehouden
lezingen van den heer Th. van Weideren
baron Rengers over de Nederlandsch-Belgi-
sche betrekkingen, beschouwd in het kader
van de internationaal-politieke positie van
België als geheel, de Vergilius-herdenking,
den Bilderdijk-avond en den zevenden
Duitschen artsencursus. Hierna somt spr.
op de door de door Leidsche hoogleeraren
in het buitenland gehouden voordrachten.
De lezingen, door buitenlandsche geleor
den hier ter stede gehouden, waren weder
om talrijk en gevarieerd. Te talrijk, zullen
sommigen zeggen, want het is waar, dat de
betoonde belangstelling niet steeds even
redig is aan de belangrijkheid van den spre
ker.
De gebouwen.
Overgaande tot de gebouwen, wijst spr.
erop, dat de werkzaamheden om de heel
kundige kliniek in het Boerhaave-kwartier
Bloembollenteelt. Maandag, hedenavond,
is er in het Parochiehuis vergadering voor de
bloembollenteelt ten behoeve der R.K. Kerk,
Hiervoor wordt een flinke opkomst verwacht,
niet alleen van bloembollenkweekers doch van
allen die eenig belangstelling in dit voor de
kerk zoo sympathieke werk. Er kan in dezen
tijd van het jaar, waar nog niet druk verga
derd behoeft te worden, nog voor niemand re
den zijn, thuis te blijven.
VOORHOUT.
Geboren: Anna Maria, dr. van W, H. D.
Knipperberg en A. M. Liebreich.
tot ©en aan moderne eischen beantwoor
dende inrichting te maken, met kracht be
gonnen zijn. Spr. wenscht het Zaaijer van
harte toe, dat de overbrenging van zijn kli
niek naar de overzijde van de barrière mo
ge zijn voleind, voordat hij geroepen wordt
om het rectoraat op zich te nemen.
In van Gilse's kliniek zijn de toegezegde
bouwkundige wijzigingen in het afgeloopen
jaar tot stand gekomen.
De uitbreiding van het Pharmaceutisch
laboratorium, waarvan in het verslag van
verleden jaar als een dringende noodzake
lijkheid melding werd gemaakt, kreeg dit
jaar haar beslag. Aan het nijpende plaats
gebrek is nu een einde gekomen.
Daarentegen klagen Do Haas en Keesom
over nijpend gebrek aan ruimte in het door
hen gemeenschappelijk beheerde laborato
rium. Door de groote uitbreiding, die het
aantal studenten, welke de experimenteele
natuurkunde als hoofdvak hebben gekozen,
in de laatste jaren heeft ondergaan, ge
voegd bij het steeds groeiend getal derge
nen, die in de eerste jaren hunner studie
de practische oefeningen in de natuurkun
de moeten volgen, doet zich in verband ook
met den bloei, waarin zich de afdeeling der
theoretische natuurkunde verheugt, de be
hoefte aan meer plaatsruimte in het natuur
kundig laboratorium in den vorm van expe
rimenteele lokalen en van lokalen voor lees
kamer Bosscha steeds dringender gevoelen.
Te pijnlijker is het euvel, daar hot wereld
vermaarde cryogeen laboratorium telken
jare weer werkers uit den vreemde tot zich
lokt. In de afdeeling van de Haas werkten
dit jaar de buitenlanders dr. Freed uit
Berkeley (U.S.A.) en prof. J. Becquerel uit
Parijs. Bij Keesom hospiteerde een Belg,
een Duitscher en drie Zweden, terwijl bo
vendien de Belgische ruilprofessor, dr. J.
de Smedt, eenigen tijd op zijn laboratorium
werkzaam was en deelnam aan het experi
menteel onderwijs. In dit verband zij nog
met dankbaarheid vermeld, dat uit de gift
van de Rockefeller Foundation wederom
een aantal instrumenten ten dienste van
het verrichten van cryogene onderzoekin
gen kon worden aangeschaft.
De Sterrewacht.
Dit jaar werd een begin gemaakt met
de uitbreiding van de Sterrewacht, in ver
band met de verleden jaar vermelde schen
king van de Rockefeller Stichting. De kij
ker, die te Johannesburg zal worden opge
richt, werd besteld, en de noodige uitbrei
ding van het gebouw der fotografische af
deeling te Leiden kwam gereed.
Een andere belangrijke gebeurtenis is de
expeditie door de feterrewacht, in overleg
met de Internationale Astronomische Unie
naar Equatoriaal Afrika gezonden, om daar
met een speciaal instrument funJamenteele
waarnemingen te doen. De expeditie be
staat uit de heeren dr. O. H. Hins en drs. G.
van Herk, onderscheidenlijk observator en
assistent aan de Leidsche Sterrewacht, die
13 Juli per s.s. „Randfontein" naar Mom-
bassa zijn vertrokken.
Prof. Hertzsprung vertoefde van Novem
ber tot Juni in Johannesburg en deed daar
waarnemingen voor de Leidsche Sterre
wacht.
De musea.
Ook op het gebied der Leidsche Musea
valt belangrijke vooruitgang te constatee-
ren. De bouw van een vleugel aan het be
staande Rijksmuseum van Geologie en Mi
neralogie is in December 1930 begonnen.
Voor den winter hopen we onderdak te zijn,
zoodat de verdere afwerking ook bij slecht
weer kan geschieden. Het is de bedoeling,
dat de nieuwe vleugel, die geheel voor het
onderwijs wordt bestemd, omstreeks April
1932 gereed komt, waarna het reeds be
staande gedeelte door een kleine verbou
wing geheel tot museum zal kunnen worden
ingericht. Men verwacht, dat eind Juli van
het volgend jaar alle werkzaamheden zul
len zijn afgeloopen.
Bij den brand op de Koloniale Tentoon
stelling te Parijs is de geheele inzending
van het museum verloren gegaan. Dank zij
vooral de uitnemende zorgen van den be
trokken conservator, dr. W. H. Rassers,
waren nagenoeg geen onvervangbare of om
andere reden buitengewoon kostbare stuk
ken uitgeleend, terwijl de administrateur
van het museum, de heer A. J. Ensink, er
voor had gewaakt, dat de Leidsche inzen
ding door een afzonderlijke verzekering te
gen schade van welken aard ook, gedekt
werd. Het is zeker in de eerste plaats aan
deze beide heeren te danken, dat het door
dit museum geleden verlies onbeduidend is
in vergelijking met de schade, die andere
instellingen hebben te betreuren.
Vanwege het Museum van Oudheden
werd wederom een serie belangrijke lezin
gen op Oudheidkundig gebied geboden.
Ook dit Museum mag zich verheugen in
verscheidene mooie aanwisten.
De Leidsche Hoogescbool is in het afge
loopen jaar een hoogst nuttige instelling
Ondertrouwd: Hendrik Vianen, 37 j.
wonende te Karaerik en Catharina Maria Wijs
man, 27 j. wonende te Voorhout.
Gevestigd: J. M. Beaufort, uit Haarlem.
G. J. Pierik uit Lichtenvoorden. W. B.
Duindam uit Hazerswoude. A. van Vliet uit
Hazerswoude. J, P. R. Koehler, uit 's-Gra-
venhage. N. Th. M, Koehler uit 's-Graven-
hage, H. J, Wagemakers uit Maden c.a.
Th. J, Wagemaker uit Oudenbosch. Th. J.
M Gruithuizen uit Utrecht. J. S. Noten
boom uit Roosendaal en Nispen. J. G. A.
Stoelers uit Deventer. L. P. A. Lammers uit
Amsterdam. Th. H. Wisman uit Amsterdam.
rijker geworden het Aoademisch Histo
risch Museum. Het is gevestigd in de ruim
te, die vroeger als rommelzolder dienst
deed. Een ideale huisvesting is dit geens
zins, vooral met het oog op brandgevaar.
De Senaatskamer.
Wat het Academiegebouw betreft deelt
spr. mede, dat de toestand van een aantal
portretten in de Senaatskamer middelen van
herstel vereischte, in het bijzonder het op
een houtpaneel geschilderd portret van
Scaliger, het oudste der verzamelingen, gaf
reden tot bezorgdheid.
Het is steeds een aangename taak voor
den rector vreemde gasten in de statige
Senaatskamer te ontvangen en hen rond
te leiden langs de imposante reeks por
tretten, waarin de roem van de Leidsche
Hoogeschool als het ware zichtbaren vorm
heeft aangenomen. Onze Senaatskamer, al
dus vervolgt spr., mist zelden haar werking.
Zelfs een bij uitstek practisch man als mr.
Henry Ford, bij wiens ontvangst op Zater
dag 4 October ook verscheidene curatoren
aanwezig waren, scheen niet goheel onont
vankelijk voor de bekoring van dat deftig
vertrek.
De ingeschreven studenten.
In den cursus 19291930 was het aantal
ingeschreven studenten 2497. Dit jaar 2563,
dus een aanwas van 66, zeker niet onrust
barend in verband met de gestadige toene
ming der geheele bevolking van Nederland.
Het eenige cijfer, dat wellicht een oogen
blik zou kunnen doen ontstellen, is dat der
medici, het is 826, d.w.z. ten naaste bij een
derde van het totaal der ingeschrevenen en
bijna gelijk aan de getallen der juristen en
natuurfilosofen tezamen geleld. Deze zijn
namelijk resp. 472 en 478. Dan volgen de
vereenigde taculteiten van reohten en let
teren met 387, dan de literatoren met 295
en tenslotte <ie theologen met 205.
Under de ingeschrevenen van dit jaar
waren 639 vrouwelijke studenten, tegen 636
in het vorige studiejaar. Het aantal van
hen, die voor de eerste maal weiden inge
schreven bedroeg 596 tegen 618 in 1923—
1930. Under die 596 spannen de juristen de
kroon met 155, dan komen de medici met
135, vervolgens de natuurfilosofen met 104,
de Indologen met 96, literatoren met 85 en
de theologen met 21.
De promoties.
Terwijl het getal der ingeschrevenen ge
stadig toeneemt, houdt dat der gepromo
veerden daarmee gelijken tred. Wel toont
de afgeloopen cursus met 57 promoties een
toename van 5 met den vorigen cursus ver
geleken, maar gaan we iets verder terug,
dan vinden we cijfers van 66 en 69. Beklaag
de de rector Wensinck zich drie jaar gele
den, dat slechts ongeveer 15 pet. van de
aankomende studenten promoveert, nu is
het percentage gedaald tot 10 pet. Terwijl
een halve eeuw geleden nog als regel gold,
dat een student zijn academische studie
met een promotie bekroonde en een studie
zonder die bekroning als onvoltooid werd
beschouwd, is promoveeren nu een uitzon
dering geworden. Ja, het dreigt zelfs te
worden tot een zeldzaamheid.
Nu baat het, vreest spr., niet veel of men
den studenten al voorhoudt, dat het tocli
zoo aardig en nuttig is een boekje te schrij
ven. Wij mogen gerust aannemen, dat niet
uit eigen voorkeur zulk een overgroots
meerderneid onzer studenten zich onthoudt
van het verwerven van den begeerlijken
doctorstitel. Het is ongetwijfeld de eco-
nomisclie nood, die een groot deel van hen
dwingt zich daaraan te onttrekken.
In dit verband zou de vraag mogen wor
den gesteld, m hoeverre bij ons Hooger
Underwijs de noodlottige neiging zich doet
gelden om de examen-eischen te verzwaren
en tengevolge daarvan den duur der stu
die te verlengen. Een vraag waarvan de
beantwoording een uitgebreid onderzoek
zou verei8chen en die spr. ook wel niet
waagt hier te beantwoorden.
Dan is er nog iets. Door genoegen te ne
men met een dissertatie van goeden in
houd maar beperkten omvang (üua ©enigs
zins in Duitschen trant) zal men wellicht
het promoveeien kunnen bevorderen. Het is
tenslotte een proefschrift, waarom het te
doen is.
De economische nood, dien spr. in dit
verband heeft genoemd, heeft in elk geval
dit verblijdend resultaat gehad, dat het
type van den student van het tiende plus
zooveelste jaar, die uit den treure in de uui-
versiteit of juister de sociëteit bleef han
gen, uitgestorven schijnt. Men krijgt den
indruk, dat er in hot algemeen naar wordt
gestreefd binnen redelijken tijd af te stu-
deeren. Dat er desalniettemin een opge
wekt studentenleven heersoht, daarvan
heeft spr. gedurende zijn rectoraat meer
malen getuigen mogon zijn.
Na nog een en ander uit het studenten
leven te hebben gememoreerd, zegt spr.,
dat het goed is, dat de aandacht van den
student zich niet beperke binnen den te en-
gen kring van club- en corporatiovorband.
Het is goed, dat hij ook oog hebbe voor de
zaken van stad en land en voor de nog wij
dere internationale aangelegenheden.
Aan het einde van zijn jaarverslag droeg
prof. Vogel aan den nieuwen rector-magni-
ficus, prof. Blanksma, zijn functie over en
begroet hij hem met den wensch, dat onder
zijn beleid, de Leidsche Hoogeschool moge
groeien en bloeien.
W. A. J. La Rooij uit Amsterdam. S. Th.
C. Stevens uit Koog aan Zaan. B. Dijman
uit Vlagtwedde. Th. M. Kok uit 's-Graven-
hage. Q. de Jong uit Zoeterwoude. J,
Nijman uit Hillegom, Th, P. van Laarschot
uit Middelburg. N. van Schaik en gezin uit
Vuren. G. W. M. A. van Gent uit Sassen
heim. J. W. van Roon uit Haarlem. H. C.
Hooglaod uit Monnickdam. J. A. M. Sege-
ren uit Oudenbosch. R, Chr. Ommering uit
Sassenheim. A. R. van Steijn uit Hillegom.
Vertrokken: G. H. Hazelaar naar Lisse.
H. W. A. Kleinpenning naar Bergh-Zeddam,
A. van der Vlugt naar Heemstede.
KADE-DOORBRAAK KROMME
MIJDRECHT IN 1928.
In de zitting van de Staten^ der Pro
vincie Zuid-Holland van 23 Juli j.l. is bo-
handeld de voordracht van Gedeputeerde
Staten, indertijd in dit blad medegedeeld,
tot verdeeling van de kosten tot dichting
van de doorbraak in de kade van de Ge
combineerde Noordschebuurter en Voor-
dijksche Polders langs de Kromme Mij
drecht op 28 November 1928.
Deze kwestie hoeft tot in zeer wijden
kring veel stof doen opwaaien en het is
buitengewoon interessant in het verslag
der handelingen van bedoelde zitting, dat
deze week verschenen is, te lezen wat
daarover gezegd werd.
Het Statenlid, de heer Van Walsum ver
kreeg het eerst het woord en betoogde,
dat de kade onvoldoende sterk was, wat
valt op te maken uit het feit, dat op een
aanschrijving van Gedeputeerde Staten
in 1930 niet minder dan f 30.000 besteed
zijn om de kade te versterken.
De tweede oorzaak lag volgens spreker
hierin, dat Amstelland het water in zijn
boezem veel te hoog had opgemalen.
Spreker geeft toe, dat Amstelland for
meel niet in gebreke is gebleven, omdat
het tot heden geen maalpeil invoerde, wat
niet wegneemt, dat Amstelland toch had
moeten voorkomen, dat zijn boezem zoo
danig werd opgemalen, dat daardoor ge
vaar bestond, want in 1930 heeft het zelf
in een dergelijk geval den polders verzocht
de uitmaling stop te zetten en bovendien
is het in gebreke gebleven een behoorlijk
toezicht op de kade uit te oefenen.
Nu houden bij de kostenverdeeling Ge
deputeerde Staten volgens spreker wel re
kening met den polders, die door een spoe
dige ontwatering gebaat worden, maar
niet met Amstelland, wiens schuld z.i. wel
degelijk vaststaat. Ook zouden een groot
aantal polders onder Amstellad mede on
der de verdeoling hebben moeten vallen,
want ware deze kade niet doorgebroken,
dan zouden de andere polders veel gau
wer kans geloopen hebben om eveneens
overstroomd te worden.
Spreker toont verder aan, dat deze op
lossing niemand bevredigte noch de Hoofd
ingenieurs van den Provincialen Water
staat van Zuid-Holland en Utrecht, noch
Gedeputeerde Staten, noch ten slotte ook
de groote meerderheid van de Water-
schapBcommissie in de Staten. Indien al
len het er over eens zij, dat do regeling
niet voldoet, waarom dan een geforceerde
oplossing? De Provincie heeft het geld
voorgeschoten, dus haast is er niets bij,
waarom spreker het gewenscht acht, dat
Gedeputeerde Staten de voordracht terug
nemen en met aandrang overleg plegen
met Gedeputeerde Staten van Noord-Hol
land en Utrecht en met de Waterschap
pen Amstelland, Rijnland en Woerden, die
er alle bij betrokken zijn. Het is een moei
lijk te betreden weg, doch dit mag niet
weerhouden om te doen, wat billijk is.
Hierop dient spreker een voorstel in, on
derteekend door hem zelf alsmede door de
heeren Van Muiswinkel, Brunt, Hogen
dijk, Van Egmond en Bergshoeff om de be
handeling van dit punt aan te houden et.
Ged. Staten te verzoeken ter zake in na
der overleg te treden met hun ambtge-
nooten van Noord-Holland en verder met
de betrokken hoogheemraadschappen en
polders.
De heer Van Voorst tot Voorst uit Den
Haag verkrijgt nu het woord en onder
schrijft veel van hetgeen de vorige spre
ker zeide doch met de conclusie kan hij
zich niet vereenigen.
Deze spreker toont, nu uitvoerig aan,
dat Amstelland niet buiten zijn boekje is
gegaan, en ook niet aansprakelijk gesteld
kan worden.
In art. 60 van Amstellands reglement
staat, dat het te zorgen heeft voor de ont
lasting van den boezem ten einde alle wa
terschappen gelegenheid te geven tot vrije
onbeperkte uitmaling. Amstelland meent
spreker is zeer zeker schuldig en is ook
moreel aansprakelijk, doch niet in feite
Spreker meent dan ook, dat deze voor
dracht aanvaard moet worden, doch iets
anders is te zorgen, dat voor de toekomst
een dergelijke toestand voorkomen wordt.
Want spreker vreest, dat na do droogleg
ging van de Zuiderzee de toestand eer zal
verslechteren dan verbeteren, in tegen
stelling van hetgeen Gedeputeerde Staten
er van verwachten, waarom aandrang moet
worden uitgeoefend, dat ofwel een maal
peil wordt vastgesteld, ofwel dat er ee
bemaling wordt opgericht.
Verder vindt snreker dat een bijdrap«
van 25 ets. per H A. gedurende 15 jare"
door de achterliggende polders op te bren
gen niet bijzonder veel is. Een dier polder
voorzitters zeide tot den hoofdingenieur
tijdens de overstrooming: wat het kost.
dat kost het, maak maar gauw dat gat
dicht, maar toen het op betalen aankwam,
was hij niet thuis, wat ook geen hou
ding is.
De heer Van Muiswinkel, uit Zwam-
merdam zegt, dat. Gedeputeerde Staten
getracht hebben één groot waterschap te
stichten, doch uit gebrek aan medewerking
dit idee hebben moeten prijs geven. Dit is
voor spreker het bewijs, dat de voorgestel
de oplossing ook aan Gedeputeerd* Bt«-
ten allerminst bevredigt. Men wil alle kos
ten afschuiven op de nolderbes'uren of
liever op een categorie boeren, die op hel
oogenblik door velerlei oorzaak er alle-
ellendigst voorstaan. Het was ten slott*
ook een provinciaal en gemeentebelang.
De heer Brunt, uit Woerden, bestrijd
de voordracht eveneens, en zegt. dat ver
polders eerst zelf moeten zorg dragen voo
hun eigen ringkaden en nu ook nog eenc
worden aangeslagen in de kosten deze
doorbraak, met 't gevaar dat de polders dr
hand gaan lichten met den ouderhoud'
plicht, denkende dat bij een doorbrar
omliggende polders toch wel verplicht
len worden in de kosten van dichting t