VOOR NIETS CADEAU REIZEN IN NOORWEGEN. ZATERDAG 19 SEPTEMBER 193i DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. F kunnen wij U in het bezit van een dergelijk Missaal stellen. TOCH geven wij het als 't ware wanneer U ons vóór 1 November drie nieuwe abonnè's van „De Leidsche Courant" (voor minstens drie maanden) aanbrengt, zenden wij U dit pracht Missaal gratis toe. Dat is toch in werkelijk heid een kleine moeite. U moogt en kunt het blad, gezien zijn inhoud en ver zorging gerust aanbevelen. Begint nog heden met de aanwerving van abonnè's. Wij wachten ook gaarne adressen in van personen aan wie wij proefnummers kunnen zenden. Vraag zelf ook proef, nummers aan. Wie(n)zenden wij het eerste missaal DE DIRECTIE VAN STAY ANGER NAAR OSLO. Door het mooiste deel van Noorwegen. WIE AAN DEN WEG TIMMERT HEEFT VEEL BEKIJKS! Nu dit gezegde een spreekwoord is ge worden, denkt niemand meer aan den tim- rnermAn, die aan den weg, voor iedereen zichtbaar, zijn ambacht uitoefende. Men past het toe oip hen, die in heit openbare leven een rol spelen en die daarbij bijzon der aan de kritiek der menigte zijn bloot gesteld. En toch bevat dit spreekwoord, wanneer men het woordelijk neemt, een groote waar heid. Het snellere tempo van het moderne leven verhindert ons niet veel aandacht te (besteden aan alles wat op straat gebeurt. Zoolang er mensohen op straat zijn, is het niet moeilijk hen voor een oogenblik af te leiden. Elke gebeurtenis op straat, die in een oogwenk een menigte nieuwsgierige kijkers bijeen brengt, bewijst dat opnieuw Elke winkelier weet dat ook en hij maakt er gebruik van, om met zijn winkelraam, •waarin hij met smaak étaleert, klanten te werven. Ik geloof niet, dat er één winkelier gevonden zal worden, die van het winkel raam als reclamemiddel afstand wil doen, zelfs al zou hij in allerlei andere vormen reclame kunnen maken, zooals bij'v. in de dagbladen, in de bioscoop, door de ver spreiding van drukwerken of door aanplak biljetten. Geen van die middelen biedt immers dat groote voordeel van het winkelraam, dat de persoon,' wiens aandacht de recla me heeft getrokken, bij wie de wensch tot koopen is gewekt, onmiddellijk deze wensch in de daad kan omzetten. Alleen het winkelraam stelt den winke lier in staat het „ijzer te smeden, zoolang het heet is". Geen zaak kan bsetaan, die niet voortdurend nieuwe klanten erbij tracht te krijgen. Het winkelraam is on tegenzeggelijk het beste middel daarvoor. De gezellige sfeer der winkehtraten, die overdag en 's avonds een belangrijk publiek trekken, wordt verkregen door de ononder broken reeks van winkelramen, die zulke straten aan weerskanten begrenst. Wanneer de winkelier zich aldus veel moeite heeft gegeven, om in zijn winkel raam een collectie van uitgezochte goede ren op de meest- smaakvolle wijze te étalee- ren, dan zou deze moeite toch vergeefs zijn, indien hij niet tetgl ijker tijd er voor heeft gezorgd, dat het voorbijgaande publiek de-ze artikelen goed kan zien. Daarvoor is licht noodig. Overdag laat het winkelraam zelf. tiaar men gewoonlijk veronderstelt, voldoende licht naar binnen treden. Toch" valt dit, vooral bij diepe étalages, nogal eens tegen, zoodat men reeds dan hetkunstlicht te hulp moet nemen. Ook kan het zonlicht, bij sterke spiege ling in de winkelruit, eerder het zien be moeilijken, dan vergemakkelijken. Is de verlichting door het daglicht al min der eenvoudig, dan men gewoonlijk denkt, nog meer zorg moet besteed worden aan de kunstmatige verlichting. In de avonduren, na het sluiten der fa brieken en kantoren, doen vele menschen nog inkoopen en buitendien moet op don kere winterdagen des namiddags al vroeg het licht ontstoken worden. Ook nadat de winkels zelfs gesloten zijn, is het de moeite waard de verlichting te laten branden. De meeste voorbijgangers hebben dan immers meer tijd dan overdag en kunnen op hun gemak bekijken, wat in de étalage is uitgestald.' Een winkelstraat zal vooral dan in de gunst van het des avonds wandelende pu bliek komen, wanneer alle winkelramen verlicht blijven. Geen donkere plekken moe ten de lichtende rij der winkelramen onder breken. Tot heden is de straatverlichting er in derdaad nog niet in geslaagd aan een straat des avonds dat vrooüjke aspect te geven, dat zij door de verlichting der winkelramen verkrijgt. De verlichting der étalages heeft in de laatste tien ja-ren belangrijke vorderingen gemaakt. Geleidelijk zijn, vooral in de groo- tere steden, die verliehtingsinstallaties uiit de winkelramen verdwenen, waarbij al te klaarblijkelijk grove fouten tegen de grond slagen der verlioh'tingiskunde waren ge maakt. Wij zien tegenwoordig lang niet meer zooveel naakte, verblindende lam,pen in de geëtaleerde goederen. Goede reflec toren o-m het licht op de étalage te werpen worden tegenwoordig veel gebruikt. Zonder deze reflectoren kan men een étalage met donkere goederen, bijv. heerenikleeding, niet goed verlichten. De reflectoren kunnen, zonder bijzondere mo-pate, zoo aangebracht w-orden, da-t men vanaf de stra-at niet zien kan, waar het licht vandaan komt. Deze regel geldt, ook voor de verlichting van het tooneel. Het winkelraam is een klein tooneel, de daarin geëtaleerde goede ren moeten sprekende bewijzen zijn voor de keuze en de kwaliteit der aangeboden wa ren. Geen wonder dus, dat ïede-re winkelier ze gaarne in het- beste licht wil stellen. De verlichting van het winkelraam heeft veel van de t-oonee verlichting geleerd. Zij heeft daarvan overgenomen het voetlicht en de zij-lichten, waarmee de schaduwen, worden weggewerkt. Zelfs past men tegen woordig in de winkelramen bundel-lichten of schijnwerpers toe, met en zonder ge kleurd licht, om bepaalde voorwerpen meer naar v-oren te brengen. Ook hierbij heeft het tooneel als voorbeeld gediend, en wij kunnen ook voor de toekomst nog vele nieuwe ideeën voor de winkelraamverlick- ting van die zijde verwachten. De winkelier zal bij zijn winkelraam steeds streven naar individualiteit. Unifor miteit der artikelen, der wijze van é'talee- ren, der verlichting doet afbreuk aan de werking van het winklraa-m. Gelukkig be staan er ook bij de verlichting ve'e moge lijkheden -om aan deze doodende unifor miteit te ontkomen. Een middel daartoe is het gebruik van gekleurd licht, waarvan de toepassing t-o-t nu toe min of meer beperkt bleef tot de tijd voor Kerstmis. Geel licht- op een étalage van zomer- en strandkleeding geeft een indruk van warme zonneschijn. Lichtgroen van de eene kant-, lichtpaars van de andere kant op geplooide stoffen geworpen, levert een kleurenspel van won derlijke fijnheid. Nieuwe afwisseling geeft het gebruik vanlicht, doorschijnend of op bepaalde voorwerpen geworpen, te midden van een reeds verlichte étalage. Zulks ge'dt ook voor opschriften, prijskaarten enz. waarop men in het bij-zonder de aandacht wil ves tigen. De techniek is niet in gebreke gebleven, zij heeft in de laatste jaren een aantal hulp middelen te-r beschikking van den modem denkenden winkelier geste d, waarmede deze de hier genoemde effecten kan berei ken, om daarmee bij te .dragen tot het in- dia'Vl-ueele karakter zijner étalage. Waaneer de étalage goed verlicht is, dan moet de verlichting van de winkel ze'f daarmede in overeenstemming zijn. De klant, die door de goed verlichte éta'age aangetrokken, den winkel betreedt, mag niet teleurgesteld worden doordat hij zij-n verdere keuze in een sombere omgeving moet doen. Hoevele winkels rijn er niet, waar bijna den- gehee'en d-aig kunstlicht moet branden. Men mag niet ver-ge-ten, dat de klant die den winkel betreedt-, uit het volle daglicht komt, en dat hij daardoor, als eerste in druk, de verlichting van den winkel zelf ongunstiger ziet, dan zij in werkelijkheid misschien i-s. Een moderne ver!iiohtimgeinstalBatie in een winkel kan zoo zijn. dat ook die eerste indruk bij het binnenkomen gunstig is. Daartoe kan het- gebruik van lichtreclame in den winkel zelf veel bijdragen. Zij kan in den vorm van kleine lichtbakken het pu-bl.ek den weg wijzen naar verschil lende afdeelingen, naar de paskamer, de kassa, enz. Zij kan ook op bijzondere gun stige aanbiedingen wijzen. Een goed ver'ichte spiegel nabij den uit gang van daanesconfectiezaken zal door de klanten zeer worden geapprecieerd. -I-s er nog een nader bewijs noodig om te toonen, dat de winkelier tegenwoordig het kunstlicht al-s een belangrijke hulpmiddel voo-r zijn zaak meet beschouwen. Wij gelooven het met. Maar wij vertrouwen er op, dat het herfstseizoen in Leiden er een sprekend voorbeeld vaai zal toonen. Dr. Ing. N. A. HALBHRTSMA. In ongeveer dertig uren brengt de „Ariadne", een .modern ingericht stoom schip van de Bergenske Dampskibselskap, de Nederlandsche touristen van Botterdam naar de op Bergen na grootste stad van de Noordsche westkust: Sta vanger. Stavanger is voor touristen, die willen kennismaken met de schoone natuur van, Bratlandisdalen in Zuid Noorwegen, de in valspoort voor hen, die over zee naar dit land der fjorden gaan. Bovendien, dit ge deelte van Noorwegen is per trein niet te bereiken. Slechts twee groote treinverbin- gen zijn er in dit zeer uitgestrekte land, één van Oslo naar Bergen en de tweede van de hoofdstad naar het veel Noordelijker gelegen Trondheim, beide met een aantal zijtakken. Daarnaast is er een beperkt aan tal kleine spoorwegnetben voor locaal ver keer, waarvan de touristen echter zelden gebruik zullen maken. Voor ons Neder landers, die in eigen land zulk een uitge breid spoorwegnet kennen, is een dergelijke toestand zeer vreemd. Zeer schoon gelegen aan de By-fjord heeft Stavanger een eigen karakter. De meestal wit geschil-derde houten huizen in de tegen de hellingen oploopende straten geven het geheel een schilderachtig aan zien. De uit de 13de eeuw dateerende Dom kerk is een van de bezienswaardigheden der stad, die gezien van den 85 M. hoogen Valandshaug, een eersten indruk geeft van het vele schoone, dat dit lancl, met aan de Westzijde de open wijde zee en naar het binnenland de fjorden en het bergland, biedt. Een reis van Stavanger naar Oslo, dooi en langs de mooiste fjorden, door het dal en over het hooggebergte, is zooals wij het op uitnoodiging van de Noordsche Ver- eeniging van Vreemdelingenverkeer de den in drie dagen te maken. Bij een her nieuwd bezoek aan Noorwegen en dat zal ieder brengen, die eenmaal in dit land is geweest zullen wij voor dit traject minstens den dubbelen tijd nemen om lan ger en intensiever te kunnen genieten van de schoonheid van het landschap en van de geweldige rust der natuur. In vier uren ongeveer brengt een gerief lijk ingericht stoombootje de touristen van Stavanger naa-r Sand aan de fjord van denzelfden naam. Betrekkelijk laag zijn in den aanvang nog de bergen en de „Scheren'' kleine eilandjes aan de kust maar na-armate men dieper in het land komt, wordt het gebergte hooger en worden de bebouwde laagvlakten geringer in aantal. Van Sand naar Sundal is per auto slechts een betrekkelijk korte afstand en hier va rende over de 28 K.M. lange binnenzee Sun- dalsvann, passeert men de beroemde Suu- dal-spoort. Men voelt hier de grootheid van cle natuur, wanneer men door dezen nauwen doorgang tusschen het gebergte vaart. En hoe rustig is hier alles: zeer weinig scheep vaartverkeer, slechts een enkel scheepje passeert en aan de oevers slechts rust. Op enkele groene weiden tuschen de bergen staan eenvoudige houten of van balken op getrokken huisjes. De bewoners leven van hetgeen de bodem opbrengt en van de in rijke hoeveelheden aanwezige visch in het meer. De eenige verbinding met de we reld hebben zij slechts met kleine bootjes. Hier en daar liggen de huisjes, hutten soms, hooger op de bergen, welke bewoners kolonisten worden zij genoemd in den zomer Slechts met groote moeite klimmen de tegen den berg zijn te bereiken en des winters geheel van de wereld afgesloten zijn. Do Noorsche belastingambtenaren doen veelal geen mocit-e bij deze kolonisten gelden te innen Als de reis bij Naes weer per auto wordt voortgezet, begint de tocht door het wilde Bratlandsdalen. De weg, in de tachtiger jare aangelegd, gaat langs bruisende berg- st-roomen, langs diepe hellingen, soms over de rotsen, nu en dan door het gebergte en verder langs den Zuidelijksten gletscher van Noorwegen, den Breifonn-gletscher. In het Röldal splitst de weg zich, in Oostelijke richting naar Telemarken, naar het Noor den in de richting van Hardanger. Tot 103-1 M. hoogte klimt de weg door de steeds wilder wordende rotsen, koeler word-t het en ook do ijle lucht wijst op de bereikte hoogte. Een nieuwe gletscher, de Folgefonn, ontrolt zich aan het oog der touristen, die na den Laatewaterval en den Vi-val ge passeerd te hebben, via het zich tot een industriestad ontwikkelende Odda door het Oddadal langs den Zuidelijken arm van de Hardan-gerfjord Lofthus bereiken. In een uur tijd brengt een stoombootje de touristen dan naar het aan een der Noor delijke armen van den Hardangerfjord gelegen Eide. Nog mooier wellicht is het verdere ge deelte van den tocht-, die over Voss naar Stalheini voert, het gebied, waar H.M. do Koningin gedurende eenige jaren haar zomervancantie heeft doorgebracht. Hoog ligt Stalheini en als een sprookjesland ligi het dal beneden. Watervallen van honder den met ere hoogte liggen onder ons, onbe- grijpbaar vooroverhellend hangen rotsen over het dal en daarboven, in de verte, glinsteren de sneeuwvelden in de felle zonneschijn. Geen andere verbinding dan een wande ling te voet leidt naar het dal, aan den voet van een der watervallen, die wij een uur te voren van boven af hebben bekeken. In Gudvangen, gelegen aan een der Zui delijke armen van de Sognef jord, een stadje, tot waar de groote zeestoomer-s komen oin de touristen in de gelegenheid te stellen het -gebied van Stalhei-m te bewonderen, neemt een stoombootje weer de plaats van de auto's in en in kprten tijd is Flam be reikt, nog kleiner wellicht dan Gudvangen, doch grootsoher door zijn eenvoud en rust, gedeeltelijk tegen de hellingen gebouwd. Over eenige jaren- zal "een trein de tou risten van Bergen via Voss tot hier kunnen brengen. Iets van de schoonheid van het landschap zal verstoord worden, maar heel veel schoons zal daardoor beter binnen het bereik van vele touristen komen. Stuhlkarren, kleine door paarden getrok ken wagentjes voor twee personen met den koetsier achter de passagiers gezeten, die eenige malen een paar honderd meters zelf moeten klimmen daar het paard den be trekkelijk geringen last niet tegen de hoog te kan optrekken, brengen touristen naar het einde van het Flaamsdalen, waar een heftig-brui-sende waterval de hoogte aan geeft, die men te voet moet afleggen om het station Myrdall te bereiken. Iets ge heel afzonderlijks is deze tooht langs den smallen bergweg, buitengewoon aantrek kelijk, misschien ook door het bijzondere van Willem III, Hora Siocama wordt gefe licit-eerd met zijn behaalde overwinning door den vioe-voorzitter van Willem III, den heer Drewes. REIZEN IN NOORWEGEN. DE OUDE DOMKERK TE STAVANGER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5