DE TROONREDE.
22ste Jaargang
DINSDAG 15 SEPTEMBER 1931
No. 7001
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
BINNENLAND
3)e£éicb
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal
onze Agenten 20 oent per week f2.60 per kwartaal
f2.95 per kwartaal
roor de Abonné's ver-
Franco per port
Het Geïllustreerd Zondagsblad
krjjgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
▼ooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 ©ent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 oent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regeL
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
'het dubbele vaD het tarief berekend.
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop f 0.50.
Dit nummer bestaat uit twee
aden.
De Troonrede.
Nog geen enkel jaar is in de Troon
rede met zulk een ernst gewezen op de
crisis', als dit jaar.
Verklaard wordt, dat de toestand,
waarin wij thans leven, eischen stelt van
„buitengewone ingetogenheid en offer
zin"; wat onder deze eischen wordt ver
staan, wordt niet nader aangeduid, even
min als eenig perspectief wordt geopend
omtrent de plannen, welke de regeering
zelf heeft, om mede te werken tot ver
wezenlijking van deze eischen. Wij ver
nemen, dat maatregelen worden overwo
gen om bepaalde bedrijfstakken voor on
dergang te behoeden. Welke maatrege
len? Is die overweging al in een ver
gevorderd stadium? Mogen de over
wogen maatregelen tot werkelijkheid
worden gebracht, en spoedig! in
tegenstelling met de maatregelen tot
versobering van 's Rijks dienst door re
organisatie, welke de vorige Troonrede
toezegde en waarvan het afgeloopen jaar
weinig of niets is gemerkt.
De sociale paragraaf is mager. De- Mi
nister van Arbeid trekt in de toezegging
van een wet inzake de publiekrechtelijke
arbeidsovereenkomst, welke in de vorige
Troonrede stond. Waaraan een dergelijk
wetsontwerp voor dezen tijd aan urgentie
verliest, zooals de Troonrede zegt, is ons
niet erg duidelijk. En wat ons bijzonder
opvalt iff de, ons inziens, slechts weife
lende toezegging van het wetsontwerp
inzake de bedrijfsraden. Wij hopen, dat
wij ons omtrent het weifelend karakter
van deze toezegging vergissen.
Met groote instemming vernémen wij,
dat in 'fc vooruitzicht is een wetsontwerp
inzake bescherming van de, huis-industrie.
De wijziging in de verdeeling van de
werkzaamheden, welke onder een twee
tal departementen vallen, schijnt ons lo
gisch, maar toch niet van zoo. heel veel
Intusschen zien wij met meer
nen verwachting dan ooit uit naar de
z.g. Millioenennota, welke ons belangrijke
plannen der Regeering zal moeten mede-
deelen, gezien de „ernstige bedreiging"
van 's Lands financiën, waarnaar de
Troonrede wijst.
Met sympathie vernemen wij in de
Troonrede een woord, dat door heel ons
volk moge worden gehoord en verstaan.
Een woord van Christelijk optimisme,
namelijk dat nu, evenals in vroeger ern
stige tijden, de groote zedelijke volks
kracht onder Gods zegen over de moei
lijkheden zal weten te triomfeeren.
Dat geve God aan ons allen in dezen
waarlijk voor volk en regeering aller-
moeilijksten tijd.
ST. JOSEPHS-GEZELLEN-
VEREENIG ING.
Het congres te Amsterdam.
Zondag te twaalf uur werd het Congres
voortgezet onder leiding van den heer J.
Eyckelhof, Den Haag I, penningmeester
van het Centraal Senioraat.
Nadat het Vlaggelied was gezongen
werd het woord verleend aan den heer J.
Hersbach, die spreken ging over: „De
Sociale taak der St. Josephs-Gezellen-Ver-
eeniging".
Door opzet en historie is de St. J. G. V.
een bij uitstek sociale vereeniging, die zich
richt tot den jongen werkman, dien zij
op wil voeden in de ware beroepsgedachte,
beschaven en vormen tot degelijke men-
schen in de maatschappij. Zij laat de eco
nomische zijde van het sociale vraagstuk
over aan de vakorganisaties, evenmin be
weegt zij zich in landen waar een katholie
ke politieke organisatie bestaat niet op
politiek terrein.
Zij bevordert het vakonderwijs en alleen
in ons land telt zij reeds 25 vakscholen,
welke een goeden naam hebben.
Het Kolpingsprogram is oud, maar niet
verouderd, het geldt voor alle tijden en
past zich aan aan de nieuwe eischen.
Het is Mij aangenaam, leden der Sta-
ten-Generaal, wederom in Uw midden te
verschijnen ten einde Uwe zitting te
openen.
De economische toestand baart bij
voortduring ernstige zorg.
Reeds in het afgeloopen jaar deed de
wereldcrisis haar druk zwaar gevoelen
op het bedrijfsleven, zoowel in het Rijk
in Europa, als in de overzeesche gewes
ten. Op onrustbarende wijze is zij thans
dieper doorgedrongen. Moest reeds het
vorige jaar er op worden gewezen, dat
door de ontwrichting van het economi
sche leven verschillende takken van land
en tuinbouw moeilijke tijden doormaken,
naast deze worden sedert geruimen tijd
ook de nijverheid en de handel zwaar
getroffen.
In zulk een mate nam de wereldcrisis
in omvang en hevigheid toe, dat zij,
evenals in andere landen, het regeerbe-
leid moet beheerffohen. Plannen welke de
Regeering aanvanklijk had gevormd, zul
len dan ook wijziging moeten ondergaan.
Andermaal zullen tijdelijke maatrege
len worden overwogen om sommige be
drijfstakken, bij wier handhaving het
geheele volk belang heeft, voor onder
gang te behoeden.
Voor de gezondheid van 's Lands fi
nanciën vormt de felle en hardnekkige
crisis een ernstige bedreiging. Niet al
leen is van een normale stijging der mid
delen, opwegend tegen die van de uit
gaven, geen sprake meer, doch ook heeft
zich reeds een volstrekte en aanzienlijke
teruggang van 's Rijks inkomsten ver
toond, terwijl voor de toekomst nog ver
dere daling verwacht moet worden. De
noodzakelijkheid van het behoud van het
financieel evenwicht stelt onder die om
standigheden eischen van buitengewone
ingetogenheid en offerzin.
Ook in Nederlandsoh-Indië zal onder
inspanning van alle kradhten moeten
werden gestreefd naar aanpassing, zoo
spoedig mogelijk, van 's Lands huishou
ding aan de ernstige inzinking der op
brengst van nagenoeg alle bronnen van
inkomsten. Verblijdend is nochtans bet
feit, dat de bevolking door overvloedige
oogsten tot dusver gevrijwaard is voor
voedselgebrek en in zooverre beter in
staat is gesteld de gevolgen van vermin
dering der werkgelegenheid te dragen.
Ik weet, dat de Regeering, als zij het
hoofd wil bieden aan de crisis, niet te
vergeefs een beroep op de natie zal doen
Het is niet de eerste maal, dat ons volk
een ernstigeü tijd beleeft; de geschiede
nis kan menige bladzijde aanwijzen van
ten minste zoo diepen ernst en steeds
weer heeft de groote zedelijke volks
kracht onder Gods hulp de moeilijkhe
den overwonnen. Ik twijfel niet, of ook
thans zal het Nederlandsche volk zijn
verled. i getrouw zijn.
Ten einde de eenheid van verschillen
de takken van volksbestaan beter tot
haar recht te doen komen, beoogt de
Regeering de belangen van den land
bouw en van de nijverheid en den han
del onder te brengen bij een Departe
ment van Economische Zaken en Arbeid.
Daarentegen zullen de afdeelingen voor
volksgezondheid en voor werkloosheids
verzekering en arbeidsbemiddeling bij
het Departement van Binnenlandsche Za
ken worden gevoegd.
De betrekkingen tot andere Mogend
heden zijn bij voortduring van den meest
vriendschappelijken aard en het stemt
tot voldoening, dat het besef van saam-
hoorigheid der volkeren veld schijnt te
winnen. Vurig hoop Ik, dat op de tegeri"
het volgend jaar bijeengeroepen Ontwa
peningsconferentie deze geest ook tot
uiting moge komen. Tegen de velerlei
maatregelen, welke voortgaan het inter
nationaal ruilverkeer te belemmeren, is
werkdadige waakzaamheid geboden. Elke
ernstige poging om door gemeenschap
pelijk overleg en in onderling vertrou
wen verbetering te brengen in den toe
stand van economische ontreddering is
van Mijne medewerking verzekerd. Ook
met het oog op het vergemakkelijken
van internationale samenwerking zal Ik
er mij over verheugen, indien de vraag
stukken, die tussohen Nederland en Bel
gië hangende zijn, eerlang op bevredi
gende wijze kunnen worden geregeld.
Terwijl deze tijd van druk de bindend
verklaring der collectieve arbeidsover
eenkomsten aan urgentie doet verliezen,
versterkt hij de wenschelijkheid eener
wettelijke bedrijfsorganisatie.
Ontwerpen zullen U bereiken betref
fende een nieuwe Veiligheidswet en in
zake wettelijke bescherming der arbei
ders in de huisindustrie.
Mede zal U bereiken een ontwerp tot
technische herziening der Ziektewet.
Ten aanzien van Suriname wordt de
mogelijkheid overwogen, door mechani
satie van het landbouwbedrijf op daar
toe geschikte terreinen verbetering te
brengen in den toestand van depressie,
waarin het voornaamste bestaansmiddel
van het gewest verkeert.
De economische opbloei, welke Cura
sao in de laatste jaren heeft ondervon
den, moest voor eenigen teruggang plaats
maken. De toestand op Aruba is voor
alsnog vrijwel stationnair gebleven. Van
Overheidswege worden maatregelen over
wogen om de Bovenwindsche eilanden
tot meerdere ontwikkeling te brengen.
Met den wensch, dat God Zijn zegen
aan uwen arbeid moge schenken, verklaar
Ik de gewone zitting der Staten-Gene-
raal geopend.
De vereeniging zal niet rusten vóór de
werkmansjeugd zich onder haar vanier
heeft vereenigd.
Daarna sprak Rector Th. Boonekamp
over „De cultureele taak der St. Josephs-
Gezellen-Vereeniging". Er zijn, aldus spr.,
na de St. J. G. V. vele organisaties geko
men, die zich met de cultureele ontwikke
ling van den werkman belasten, maar geen
is er, die het op zulk een doordringende
wijze doet als de St. J. G. V. Het ontwik
kelingsprogram begint met de vorming van
de ziel en omvat vervolgens het vervolg
en vakonderwijs dat het bewustzijn ver
hoogt en de arbeidsvreugde aankweekt.
Het handwerk dient gekend, erkend en ge-
eerd te worden.
Uit zijn ervaring als vice-praeses deelde
spr. mede, hoe door het organiseeren van
kunstavonden belangstelling voor litera-
b.ebben, dat die an leren ook zullen wor
den doortrokken van den Kolpingsgeest.
Gij zijt de dragers van de toekomst de
belevers van den godsdienst, de vervuilers
van een groote sociale taak, de propagan
disten van een eigen cultuur. Teveel zijn
wij misschien in onze huizen gebleven, maar
al blijven wij aanhangers van het gezins-
ideaal, deze tijd eischt, dat wij naar bui
ten treden, dat wij laten zien dat wij er
zijn en wie we zijn. (Luid applaus),
met haar lustigen tonen op.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De Oostenrijksche Heimwehren zullen
ontbonden worden. (Buitenland, 2e blad).
Het onderzoek naar de daders van de
spooraanslag bij Boedapest. (Buitenland-
sche Berichten, 2e blad).
Het sprookje van die „Gouden Koets"
H. M. DE KONINGIN OPENT DE STATEN-GENERAAL.
tuur en tooneel kan worden aangekweekt.
Onder luid applaus der vergadering
plaatste de Centraal Praeses Rector J. Th.
van Galen zich op den katheder tot het
spreken van een slotwoord. Spr. consta
teerde, dat de leiding van het Congres
heeft gelegen in handen van de Gezellen
zelf. In overeenstemming met den geest
van dezen tijd zal in dezen zin worden
voortgegaan en zullen de gezellen hoe lan
ger hoe meer in de leiding worden betrok
ken, maar de gezellen zullen dan ook heb
ben te zorgen, dat zij te zijner tijd paraat
zullen zijn om die leidende plaatsen in te
nemen.
Een getal van tienduizend kan reden ge
ven tot juichen, maar toch kunnen wij
ons niet aan de gedachte onttrekken, dat
de katholieke jeugdbeweging niet alles om
vat. De Gezellen zullen er voor te zorgen
Wederom heeft hedenmiddag de tradi-
tioneele plechtigheid plaats gehad van de
opening van het nieuwe parlementaire zit
tingsjaar door de Koningin.
In tegensteling met verleden jaar woon
de H. M. de Koningin-Moeder de plechtig
heid ditmaal niet bij. Overigens was de
Koninklijke stoet op dezelfde wijze sa
mengesteld als ten vorigen jare, toen zij
voor het eerst na zestien jaren weder de
vroegere uitgebreidheid verkregen had.
Een stroom van „buitenlui".
Reeds in den vroegen morgen was het
in de stad zeer druk. Vele particuliere
woningen, vooral'die, gelegen langs den
weg dien de stoet zou volgen, hadden de
vlag uitgestoken. Oudergewoonte trok het
publiek, waaronder zich als steeds zeer
velen van buiten bevonden, in de eerste
plaats naar de omgeving van het paleis
in het Noordeinde om daar den stoet te
zien afrijden en naar het Binnenhof om
daar de aankomst gade te slaan van de
vele genoodigde dames en heeren in fraaie
toiletten, schitterende ambtscostuums en
uniformen, die zich naar de Ridderzaal
begaven, waar straks de eigenlijke ope
ningsplechtigheid zou worden voltrokken.
Van het Bosch naar het
Noordeinde.
De kijklustige menigte bij het paleis
kon de Koninklijke familie reeds even vóór
een uur hartelijk toejuichen toen deze per
auto van heb Huis ten Bosch, waar zij
verblijft, kwam aanrijden. Voorts viel daar
de aankomst gade teslaan van de eere-
wacht van de Jagers, een compagnie van
honderd man die zich onder bevel van een
kapitein met het vaandel van het regi
ment en met de Koninklijke Militaire Ka
pel onder leiding van kapitein C. L. Wal-
therBoer ter weerszijden van het paleis
opstelden om daar de Koninklijke familie
bij het vertrekken van den stoet de mili
taire eerbewijzen te betoonen. Bij deze
eerewacht bevond zich de commandant
van het regiment Jagers met zijn adju
dant.
Daar kwamen oSk tegen het uur van
vertrek de detachementen cavalerie aan,
aangewezen om den stoet te openen en
te sluiten alsmede de officieren der land
macht van het Militaire Huis der Konin
gin, allen te paard, wien onmiddellijk ach
ter het Koninklijk statierijtuig een plaats
in den stoet kas aangewezen.
Bewondering voor de
„Gouden Koets"
Eindelijk stelde het aanrijden van de
galakoetsen en de prachtige Gouden Koets
voor de Koninklijke familie bestemd, de
menigte schadeloos voor het wachten op
het klokje van één, het officeele vertrek-
Toen dit uur was aangebroken, vormde
de stoet, die onder algemeene leiding stond
van den eersten stalmeemster van H.M. de
Koningin, R. F. C. Baron Bentinck, zich
als volgt:
Een detachemnt van 74 ruiters van het
2e Regiment Huzaren, onder bevel van een
ritmeester met den standaard van het re
giment en het muziekcorps der huzaren,
dat gedurende den tocht gezellige muziek
ten gehoore bracht, opende den stoet. De
regiments-commandant en zijn adjudant
reden met dit detachement mede. Hierop
volgde onmiddellijk in gala-livrei, een rij
knecht-majoor en 2 rijknechts te paard.
Koetsen met graven, baron
nen en jonkheeren
Daarachter kwam de eerste der met 2
paarden bespannen gala-koetsen, waarin
de kamerheer-ceremoniemeester der Ko-
nigin R. A. baron van Hardenbroekvan
Hardenbroek gezeten was. Naast elk por
tier ging één lakei.
Nu volgde een tweetal galakoetsen waar
in 8 kamerheeren, volgens rang van be-
j noeming gezeten waren, terwijl naast
elk portier twee lakeien gingen. In de
eerste dezer koetsen, de tweede in den
stoet, zaten de dienstdoende kamerheer
jhr. A. G. Sickinghe, de kamerheeren in
buitengewonen dienst mr. W. J. baron van
Lynden, jhr. H. J. Repelaer van Driel en
mr. J. C. baron Baud, dienstdoende ter be
schikking van H. K. H. Prinses Juliana.
In de volgende derde gala-koets hadden
plaats genomen de kamerheeren in bui-
tengwonen dienst C. W. F. P. baron
Swerfc de Landas Wyborgh, mr. G. C. D. K.
baron van Hardenbroek van Bergambacht,
mr. S. W. B. graaf van Limburg Stirum en
W. H. baron Taets van Amerongen van
Woudenberg.
In de vierde gala-koets volgden de groot
officieren luitenant-generaal van de Haare
en jhr. V. E. A. Boreel, opper hofmaar
schalk.
Het vijfde gala-rijtuig verleende plaats
aan den groot^officier G. Ch. baron
Snouckaert van Schauburg.
In de zesde gala-koets waren gezeten
de groot-meesteres mevrouw G. C. gravin
van Lynden van Sandenburg, geboren ba
rones van Nagell en de dienstdoende da
me du palais, mevrouw H. Snouck Hur-
gronje, geboren jonkvr. van Tets.
In een zevende galarijtuig volgde de op-
perceremoniemeester J. H. F. graaf Du
Monceau. Naast elk portier van al deze rij
tuigen gingen twee lakeien.
Nadat al deze galakoetsen waren weg
gereden, kwam het groote moment.
Het plechtig oogenblik.
Daar reed het met 8 paarden bespannen
koninklijk statierijtuig de Gouden Koets
voor. Op dat oogenblik gaf de militair,
die bij een der vleugels van het paleis ge
posteerd stond door het opsteken van een
stok, met een oranjevlaggetje het sein, op.
dezelfde wijze doorgegeven aan vele an
deren tot de aan het Malieveld opgestelde
militairen dat het eerste der minuutscho-
ten uit de daar opgestelde artillerie-bat
terij van vier vuurmonden moest worden
afgegeven.
Terwijl het eerste kanonschot door de
lucht daverde presenteerde de eerewacht
het geweer en werd door de Koninklijke
Miltaire Kapel, zacht en plechtig het oude
Wilhelmus aangeheven. Onder het gejuich
der menigte, dat het kanongebulder over
stemde, stegen H. M. de Koningin, Z.K.H.
de Prins en Prinses Juliana in de Gouden
Koels, die zich daarop statig in beweging
zette.
Naast elk der 8 paarden waarmede de
koets bespannen was ging een koetsier en
aan elke zijde van de koets liepen 4 la
keien.
Alle vorstelijke persoen waren getooid
met het lint van het Grootkruis van den
Nederlandschen Leeuw.
Ter rechterzijde van de Statiekoets
reed te paard de Chef van het Militaire
Huis der Koningin gep. vice-admiraal F.
Bauduin, ter linkerzijde de gouverneur der
Koninklijke Residentie- luitenant-generaal
E. F. Insinger, commandant van het veld
leger. Beiden reden een weinig achter het
portier.
Achter de Gouden Koets reden te paard
twee aan twee de adjudants in buitenge
wonen dienst gep. luit.-generaal jhr. E. J.
M. Wittert, gep. luit.-generaal van het N.-
I. leger L. F. E. Gerth van Wijk, reserve
luitenant-generaal J. H. Borel," gep. gene-
raal-majoor H. G. Rambonnet, reserve
luitenant-kolonel W. G. van Hoogenhijze,
de adjudanten in gewonen dienst luite
nant-kolonel Jhr. W. Laman Trip, de ad
judant van Z. H. den Prins, luit-.kolonel
jhr. C. M. Storm van 's-Gravensande, luit.-
kolonel jbr. W. C. M. de Jonge van Elle-
meet, kapitein van het N.-I. leger C. O.
van Kesteren, en de ordonnance-officie-
ren, ritmeester I. L. D. baron Sirteman van
Grovestins, eerste-luit. jhr. C. E. J. M.
Verhijen en le luit. R. Römer.
Achter dezen ruiterstoet sloot een deta
chement van 74 manschappen van het 2e
Reg. -Huzaren den schitterenden stoet.
Onder voortdurende toejuichtingen van
de aan weerszijden van den door miitairen
van verschillende korpsen afgezetten