MAANDAG 10 AUGUSTUS 1931
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 10
Door een auto overreden.
De 7-jarige W. G. uit de Adelaarsstraat
is gisteren op den Boezemsingel te R'dam
door een auto overreden, tengevolge waar
van het kind het linkerbeen gebroken
heeft. Hi.i is in het ziekenhuis aan don
Coolsingel opgenomen.
Te Buitenpost is de 60-jarige fietser
P. de Vries uit Kooten bij het oversteken
van den weg door een uit Groningen komen
den auto aangereden. Hij werd met een
schedelbreuk in vrijwel hopeloozen toestaud
opgenomen.
Aanrijding met doodelijken
afloop.
Gistermorgen te half elf heeft op dén
weg Nijmegen—Grave een ernstige aanrij
ding plaats. Up dat moment kwam uit een
boschpad. een wielrijder aangereden, die
plotseling dwars den weg overstak, toen
een auto met volle vaart naderde. De
chauffeur, de heer Hartog uit Oss trachute
nog uit alle macht te remmen, doch kon
een aanrijding niet voorkomen. De wiel
rijder, de 24-jarige tuinman Klassen uit
Hatert, werd tegen den grond geslingerd
en zwaar gewo I. Enkele oogenblikken la
ter is hij aan ue verwondingen overleden
Het slachtoffer was niet gehuwd. Het lijk
is naar Hatert overgebracht.
Bejaarde man aangereden.
Aan gevolgen overleden.
Gistermorgen werd de lieer H. Lustig,
oud 67 jaar, door een uit de richting Heer-
de komende luxe-auto, bestuurd door ze
keren R. uit Heerde, in de nabijheid van
het postkantoor te Epe aangereden. Dc ge
troffene werd met ernstige wonden aan hals
en inwendige kneuzingen bij een der om
wonenden binnengedragen, waar 'n drietal
medici hulp verleende. De man werd later
overgebracht naar zijn woning, waar hij
na eenige uren is overleden. De bestuur
der was niet bevoegd motorrijtuigen te rij
den. De auto is in beslag genomen. Het
onderzoek duurt voort.
VERDRONKEN.
Nabij Breezand is het lijk gevonden van
den drie-en twintigjarigen bakschipper J.
H. De verongelukte was in dienst bij de
M. U. Z. te Den Oever en woonde te Den
Helder.
Hij laat een vrouw en twee kinderen
achter.
Sedert j.l. Woensdagnacht werd hij ver
mist. Men vermoedde reeds dat hij verdron
ken was. \rermoedclijk door een misstap op
een zwaar beladen steenbak, welke wat
scheef lag, is hij te water geraakt.
Het lijk is overgebracht naar Den
Helder.
Te Zegerveld is de vrouw van deu
heer S., in het Kanaal geraakt en verdron
ken.
MUUR INGESTORT.
Vier personen gewond.
Zaterdagmiddag omstreeks zes uur stort
te in de Potterstraat te Utrecht een deel
van een muur van een in aanbouw zijnd
huis in. Twee dames en een heer werden
daarbij licht gewond, terwijl een oudere
map ernstige hoofdwonden bekwam. De
geneeskundige dienst was spoedig ter
plaatse en verleende de eerste hulp, ter
wijl de brandweer werd gealarmeerd om
verdere ongelukken van nog naar bene
den vallende steenen te voorkomen.
DOOR EEN KOE AANGEVALLEN.
Met een hersenschudding
opgenomen.
Te Nicuwolda (Gr.) wérd mevr. A.
Doornkamp, toen zij in een weiland liep,
door een koe aangevallen. In bewusteloo-
zen toestand en met een hersenschudding
werd opgenomen.
Doodelijke val.
De 95-jarige mej. M. Koks te Oirschot
kwam, doordat zij struikelde over een
steen, zoodanig te vallen, dat zij onmid
dellijk daarop overleed.
BRANDEN.
Kind verband.
Vermoedelijk doordat het 4-jarig kind
der familie P. te Noordbroek met lucifers
speelde, is de ouderlijke woning afgebrand.
Het verkoolde lijkje van het kind werd te
voorschijn gehaald uit het puin.
Men had geen hulp noodig.
Vrijdagnacht werd de brandweer te
Akersloot (N.-H.) gewaarschuwd voor een
brand bij den landbouwer C. van Diepen
aan den Zuidervaart in die gemeente. Er
viel slechts weinig meer te redden, een
schuur en een klomp hooi bleven behouden.
Gebleken is, dat om half acht des mor
gens reeds door de hooistekers was gecon
stateerd, dat het hooi broeide. Waarom
toen direct geen maatregelen werden ge-,
nomen, is een raadsel.
Maar eigenaardiger nog wordt het geval,
als men weet, dat men de motorspuit van
Z. en N.-Schermer, die gealarmeerd werd
door iemand uit de omgeving, weigerde wa
ter te geven. De brandmeester van Aker
sloot, die als éénige autoriteit aanwez:g
was, zeide, dat hij geen hulp had gevraagd
en die ook niet noodig had. En de boerderij
brandde fel!
Inmiddels waren ook de burgemeesters
uit beide genoemde gemeenten verschenen
loen herhaalde de heer De Groot het aan
bod om te helpen, maar zijn ambtegenoot
v. d. Heuvel schaarde zich aan de zijde van
den brandmeester, die geen hulp wenschte.
Een keet afgebrand.
Zaterdagmorgen omstreeks 9 uur is brand
uitgebroken in een houten keet, staande
aan de Zestienhovenschekade 80 te Over-
schie, waarin arbeiders, werkzaam bij den
aanleg van den nieuwen rijksweg hun on
derdak hadden.
De oorzaak is vermoedelijk het te hard
stoken- van een kachel, waardoor het hou
ten gebouwtje vlam vatte. De eigendommen
der arbeiders zijn verloren gegaan.
De motorspuit, die onmiddellijk te plaat
se was, kon onder leiding van brandmees
ter De Kroes met moeite, de naast de keet
staande houtzagerij van den heer Noote-
boom behouden. Een arbeiderswoning
brandde mede gedeeltelijk uit.
De schade wordt door verzekering ge
dekt.
MOORDAANSLAG TE
EMMERCOMPASCUUM.
Toestand van het slachtoffer zorgelijk.
Zaterdagavond te 11 uur heeft te Emmer-
compascuum een moordaanslag plaats ge
had, waarbij een zekere Hendrik Scheve
zwaar werd gewond. De dader van den aan
slag, de landbouwer J. van Klenken, is
door de politie gearresteerd.
Wij vernemei^ dat het hier een loon-
kwestie betrof tusschen de dochter van
Scheve, die bij van Klenken in dienstbe
trekking is en van Klenken. Deze, die naast
Scheve woont, heeft op laatstgenoemde
voor diens woning een revolverschot gelost,
waardoor deze ernstig aan het hoofd werd
gewond. Hem zijn de Heilige Sacramenten
der Stervenden toegediend. *Het slachtoffer
is naar het Academisch ziekenhuis te Gro
ningen overgebracht. De politie, die den
dader arresteerde, stelt een nader onder
zoek in.
De toestand van het slachtoffer was gis
teravond zorgelijk. De man heeft een schot
in het hoofd en in den onderarm bekomen.
NA HET VLIEGONGEVAL TE
SOESTERBERG.
Begrafenis van het slachtoffer.
Op indrukwekkende wijze heeft Zater
dag te Den Haag onder zeer groote «be
langstelling de begrafenis plaats gehad van
het stoffelijk overschot van den te Soes-
terberg verongelukte reserve-sereeant-leer-
ling-vlieger A. L. J. van Poe'oren.
Rondom d- xl.-K. kerk aan de Eland
straat hadden velen zich geschaard om ge-
tiige ie zijn van de droeve plechtigheid.
Politie zorgde voor een behoorlijke afzet
ting. In de kerk zelve waren alle plaat
sen bezet. Als vertegenwoordiger van den
minister van Defensie was aanwezig de
luitenant-kolonel van den generalen staf
W. F. Sillevis. Kransen waren er van den
commandant, officieren en ambtenaren van
de luchtvaartafdeeling te Sdesterberg, van
den marine-luchtvaart, alsmede van de on-
derofficeren en de leerling-vliegers der
luchtvaartafdeeling. Vier colega's van den
ontslapene, die bij de kist de wacht had
den gehouden, droegen de baar naar bui
ten. De stoet trok op weg naar de begraaf
plaats langs het woonhuis van de familie
aan de Van Galenstraal, waar nog enkele
kransen w erden aangehecht.-
OP HEETERDAAD BETRAPT.
Twee beruchte inbrekers in den val
Twee surveillèerende agenten van poli
tie te R'dam troffen Vrijdagavond tegen
half acht op de Doklaan twee mannen aan,
die zij kenden als beruchte inbrekers. Het
tweetal liep daar schijnbaar dood-onschul
dig wat te kuieren, doch de beide agenten
lieten zich daardoor niet misleiden. Zij be
sloten een oogje in het zeil te houden en
kozen daartoe een verdekte opstellings-
plaats vanwaar zij de buurt goed konden
Het duurde lang voor er iets gebeurde.
Tegen één uur echter doken de twee ge
zichten op aan de achterzijde van het Vei
lingsgebouw aan de Doklaan. Zij klommen
over een schutting, peuterden even aan het
slot. van de achterdeur en verdwenen toen
naar binnen.
De agenten lieten hen kalm. hun sang
gaan, maar toen ongeveer een kwartier ver
streken was en aangenomen kon worden,
dat de hceren volop in hun bezigheden wa
ren, drongen zij, de revolver in de haud,
naar binnen. Zij troffen het tweetal voor
de brandkast, waarvan zij het slot reeds
opengescheurd hadden. Er volgde een kort
maar krachtig „Handen op", en daarmee
was de zaak afgeloopen.
De inbrekers, die nog geen kans had
den gezien iets van hun gading te vinden,
werden geboeid en naar het politie-bureau
aan de Nassaukade overgebracht.
Het zijn de 39-jarige kraanmachinist J.
V. en de 28-jarige opperman J. R., twee
oude bekenden van de politie. Zij zijn in
bewaring gesteld.
Door de politie is voorts een uitgebrei
de collectie inbrekers materiaal in beklag
genomen, dat de heeren bij zich hadden.
Na al de arrestaties die de politie van
het bureau Nassaukade in de afgeloopen
maanden óp den Linker Maasoever reeds
verricht heeft, is dit weer een buitenge
woon goede slag. Aan de onveiligheid, die
langen tijd in bepaalde gedeelte van de
Zuiderstad heerschte, zal op die manier
wel gauw een einde komen.
EEN GOEDE VANGST VAN DE
POLITIE.
Een boevenbende op het spoor.
Sinds geruimen tijd wordt de binnenstad
van A'dam 's avonds en in den voornacht
onveilig gemaakt door een kleine bende,
die er zich vooral op toelegt om de radia
tordoppen van automobielen en de belas
lingplaatjes van fietsen te Ontvreemden
Velen zijn van deze practijken reeds de
dupe geworden, zonder dat, het gelukt is
de daders te arresteeren. De schade, die zij
teweegbrengen, is zeer groot, omdat vooral
de radiatordoppen van auto's dikwijls een
vrij hooge waarde vertegenwoordigen. Za
terdagnacht is het de politie gelukt een
vangst te doen, waardoor zij de bende op
het spoor is gekomen, zoodat waarschijn
lijk nog verschillende arrestaties in de ko
mende dagen verricht zullen worden. Op de
Reguliersgracht zag een surveilleerende
agent, dat een man bezig was de dop van
een radiator van een auto af te schroeven.
De man nam de vlucht en de agent slaagde
er niet in hem te arresteeren. Zijn signa
lement is echter bij de politie bekend. Ech
ter heeft de politie in den loop van dieu
nacht een medeplichtige van den man aan
gehouden. Deze was in het bezit van het
af sluitstuk van den radiator, dat een vrij
aanzienlijke waarde vertegenwoordigde. De
eigenaar had van dezen diefstal reeds aan
gifte gedaan bij de politie en herkende het
voorwerp als zijn eigendom.
De man is voorloopig op het bureau Sin
gel in hechtenis gesteld.
In de onmiddellijke nabijheid van het
politiebureau werd kort daarna een twee
de arrestatie verricht. Twee mannen wa
ren daar bezig met een nijptang de belas
tingplaatjes van een paar rijwielen te ont
vreemden. Toen een agent naderde namen
ze de vlucht, ieder in een andere richting
en een van hen was zoo onfortuinlijk in de
armen van een agent te loopen. Op hem
werde*i bij fouilleering een aantal rijwiel
plaatjes en een nijptang gevonden. Hij is,
evenals zijn kameraad op het bureau Singel
ingesloten. De. politie vermoedt, dat de
bende ongeveer 10 leden telt en zet haar
nasporingen ijverig voort.
DE MALVERSATIES BIJ
„DE D0LLART".
De malversaties, gepleegd aan de N.V.
Stroocartonfabriek „De Dollart" te Nieu-
weschans. in de laatste 15 jaren, tijdens
het directeurschap van den heer B., op 30
Juni j.l. ovei leden, zijn wel het gesprek
van den dag aldaar.
Niemand weet op te diepen, waar in
zoo korte jaren een paar ton geld moet
zijn gebleven, daar het sober leven van
den directeur daartoe geen enkeie aan
leiding gaf.
Bovendien, het toezicht der aandeelhou
ders was zeer accuraat. In den regel was
een gedelegeerd lid ten kantore en in de
fabriek aanwezig.
Buitengewoon goed stond de beer B.
aangeschreven èn als directeur èn als
patroon voor het werkvulk, dat samen 200
personen telt. Daarvan is getuigd op den
3den Juli, toen de begrafenis plaats had en
honderden onder diepen indruk den doo-
denakker verlieten.
De heer B. heeft de fabriek en het be
drijf doen bloeien op ongewone wijze;
niets was hem te veel voor het bedrijf te
doen wat noodig en mogelijk was.
Een leden vergadering wordt spoedig ge
houden.
EEN NEDERLANDSCH FINANCIER
OP DE VLUCHT?
In het „Hbl. van Antw." lezen wij het
volgende:
„Sinds eenige dagen loopen te Water
vliet, Waterland-Oudeman, Sinte-Margriet
en St. Laurens in de gemeenten langs
weerszijden der Belgisch-Nederlandsche
grens, geruchten, welke heel wat opschud
ding hebben verwekt in de streek en die,
indien zij bewaarheid worden, heel wat
slachtoffers zullen maken.
Een invloedhebbend inwoner van het
Nederlandsch stadje IJzendijke, die zich
thans met geldzaken bezighoudt, is sinds
eenige dagen verdwenen, zonder spoor
achter te laten.
Bedoelde inwoner, zekere H., van een
sinds jaren bekende firma die in de Pol
derstreek, zoowel in België als in Hol
land, belangrijke zaken deed, genoot het
algemeen vertrouwen, waaraan dan ook het
feit is toe te schrijven, dat zooveel inwo
ners der grensgemeenten met belang
rijke sommen in de zaak zijn betrokken.
Volgens de in omloop zijnde geruchten,
hebben talrijke inwoners aan den heer H.
sommen toevertrouwd, waarbij enkelen
voor een bedrag van meer dan honderd
duizend frank.
Een onderzoek is aan den gang om
klaarte in de zaak te brengen, waarvan op-
heklering door de talrijke belanghebben
den niet ongeduld wordt tegemoet ge;
zien."
TWEE „L00ZE" VISSCHERTJES.
Met de buit van een braak op stap.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
te half drie bevonden zich in eon afgele
gen hoek van de Molenlaan twee Hilleger-
bergsche agenten van politie, die zich al
daar verdekt hadden opgesteld. Even
daarna passeerden in de richting Rotter
dam twee visschers per rijwiel, gepakt en
gezakt, de gebruikelijke hengel aan de
fiets. De agenten vonden het vreemd, dat
op dit uur visschers zich begaven in de
richting Rotterdam. Even geconfereerd en
dan werd besloten de visschers te volgen.
Bij aanhouding van beide „heeren" wa
ren de agenten nieuwsgierig en eischten in
zage der pakken. Groot was wel hun ver-
Nvondering toen bij opening geen visch,
maar twee nieuwe luidsprekers, een sts.
letje radiolampen, gelijkrichters, dynamo's,
electrische zakbatterijen, enkele electrische
strijkijzers en meer radio- en rijwielonder
deelen te voorschijn kwamen.
De visschers H. J. W. en J. C. S. beweer
den deze voorwerpen te hebben gevonden.
Ondanks deze verklaring werden ze toch
maar overgebracht naar het politiebureau
te Hillegersberg.
Tijdens de overbrenging trachtte W. nog
een bos loopers en een paar handschoenen
ongemerkt te laten vallen. Doch deze po
ging ontging de politie niét, zoodat dit ge
vaarlijk bewijsmateriaal in beslag geno
men is.
Bij fouilleering op het politiebureau v. er-
den nog eenige zilveren voorwerpen op W.
bevonden o.a. een zilveren dameshorloge en
twee zilveren sigarettenkokers.
Al vrij spoedig na de aanhouding bleek,
dat er ingebroken was in een groote rij
wielzaak te Capelle aan den IJssel, alwaar
de fietsen en de in beslaggenomen voor
werpen ontvreemd waren. De verdachten
zijn aan de politie te Capelle overgegeven.
De twee aangehoudenen zijn afkomstig
uit Rotterdam en staan zeer ongunstig bij
de politie aldaar bekend.
Een goudsmidswinkel geplunderd.
Zaterdagnacht is te Enschede ingebro
ken in den goudsmidswinkel van Van Te-
geler in de Kalanderstraat. Drie bakken
met ringen, ter waarde van ƒ2000 zijn
ontvreemd. De winkelruit was ingesla
gen.
Van den dader geen spoor.
Nekkramp.
Het twee en een halfjarig zoontje van
den heer M. te Hoeven is tengevolge van
nekkramp overleden.
BUITENL. BERICHTEN
ONGELUKKEN.
ONTPLOFFING IN EEN MIJN.
In de Roddermijn bij Hermeuhlheim
heeft Zondagmorgen om ongeveer zes
ur een ontploffing plaats gehad. Tot nu
toe zijn reeds twee dooden te betreuren.
Drie mijnwerkers werden ernstig, twee
anderen licht gewond.
Botsing in spoorwegtunnel.
In den grooten spoorwegtunnel te
Stockholm is Zondagmiddag de trein
naar Malm in botsing gek-omen met een
lokaaltrein Tengevolge van de botsing
geraakte de lichtleiding defect. Onder de
passagiers brak een paniek uit. Onmid
dellijk was hulp ter plaatse. Er zijn
slechts vier personen zwaar gewond.
Twee kinderen verbrand.
Te Geioh bij Euskirchen in de Rijn
provincie is Vrijdagmiddag in eèn boe
renwoning brand uitgebroken.. Het vuur
deelde zich mede aan een stal, waarin
zich de drie kinderen van den boer be
vonden. Men slaagde er slechts in, een
der kinderen te redden; de beide an
deren kwamen om het leven.
NOODWEER IN HONGARIJE.
Fatale hagelsteenen.
Het hevige onweer", dat Vrijdag boven
Trans-Danubië en Boedapest woedde,
heeft eenige menschenlevens geëischt. In
de nabijheid van Vasvar hebben de ab
normaal groote hagelsteenen den sche
del van twee op het veld werkende jon
gens, die voor het onweer in een grep
pel waren gevlucht, zoodanig gewond, dat
zij spoedig daarop stierven. Een vrouw
werd op het veld door den bliksem ge
troffen en gedood.
Het onweer heeft ook groote mate-
rieele schade aangericht. In Szigliget aan
de Plattenmeer sloeg de bliksem in een
stal, waarin zich 22 runderen bevonden.
Twaalf dezer dieren werden gedood. De
enormde hagelsteenen hebben op het veld
in de boomgaarden en in de bosschen
groote* schade aangericht. In Boedapest
is in de openbare plantsoenen en par
ken, alsmede in de tuinen, een schade
van 300.000 pengo aangericht.
Overval op Galicisch postkantoor.
In de Oost-Galicische badplaatsTrus-
kawicz werd Zaterdagmiddag door zes
gemaskerde mannen een overval op het
postkantoor ondernomen. Terwijl een der
ljandieten de aanwezigen met een revol
ver in bedwang hield, roofden de an
deren 25.000 zloty. Vervolgens namen de
bandieten de vlucht, na eenige schoten
te hebben gelost, toen om hulp geroepen
werd. Twee beambten werden gewond,
waarvan een levensgevaarlijk. Men
meent, dat de aanslag een politieken
achtergrond heeft.
Toen de nachtwaker gewekt werd
Toen de nachtwaker Breining te Mun-
chen Vrijdagavond door zijn 28-jarige
vrouw werd gewekt, om dienst te gaan
doen, ontstak hij in zulk een woede, dal
hij vijf schoten uit zijn dienstrevolver op
haar loste, waarvan er twee de vrouw
in het onderlijf troffen, zoodat zij op
slag gedood werd. De dader is gearres
teerd.
KOENE TOCHT EENER
'SCHILDERES.
Naar het ontoegankelijk gewaande Tibet.
De schilderes Lafugie heeft het aange
durfd tweemaal naar Tibet te trekken,
slechts gewapend met haar palet en pen-
seelen. Het resultaat van haar tochten,
een verzameling merkwaardige lanc'ischaps-
schilderijen, heeft zij t.e Simla ten toon ge
steld. Slechts weinig Europeanen slaag
den er toti dusver in toegang tot Tibet te
krijgen, en maar heel zelden waagden
zij' het, zooals deze jonge Fransche schilde
res, de reis te ondernemen met een slechts
zwakke begeleiding.
„Op mijn eersten tocht", zoo vertelde
de koene vrouw, „had ik Srinngar in Kasj
inir tot uitgangspunt gekozen. Ik moest
de geweldige gletsjers van den Karakorum
en de met sneeuw en ijs bedekte passen,
die vaak een hoogte van meer dan 5000
meter hadden, oversteken. De streek was
een volkomen wildernis. Wekenlang ont
moette -ik geen levend wezen, doch ten
slotte bereikte ik het Noord-Westelijk
deel der Tibetaansche hoogvlakte."
„Bij mijn tweede expeditie ging ik van
Darleeling uit, besteeg talrijke passen en
trok tot Gyangtse in Tibet. Men had
mij gewaarschuwd dat de Tibetanen mij
het teekenen en schilderen zouden verbie
den en dat men mij niet zou toestaan de
tempels en kloosters te betreden. Vooral
aan het schilderen zouden bijzondere ge
varen verbonden zijn. Mijn ervaringen heb
ben het tegendeel geleerd. Juist omdat ik
schilderes was werd ik overal hartelijk
ontvangen en kreeg ik overal toegang.
Toen de priesters mijn scelitsen zagen en
zichzelf herkenden, konden zij er niet ge
noeg van krijgen als model te fungeeren
en zij betwistten elkaar de eer door mij
geteekend te worden."
„Ik heb niet de minste moeilijkheid ont
moet. Zonder eenige bescherming van
Europeanen heb ik in kloosters overnacht
en wekenlang in mijn tent gewoond, slechts
met enkele drijvers om mij te beschermen.
De menschen wisten allen, dat ik mij* geld
voor de expeditie in een houten doosje be
waarde, doch niemand heeft gepoogd mij
te bestelen."
„In de streken die ik bezocht", zoo ver
telde de schilderes verder, „kenden de Ti
betanen niet alleen geen scheermessen,
maar zelfs niet het gebruik van zeep, ter
wijl zij ook niet, even trouw water bezi
gen, behalve dan om thee te zetten. Zij
vonden het heel vreemd, dat ik een bad
wilde nemen en de zeep zagen zij voor
een hun tot dusver onbekende, delicatesse
aan. Toch leiden de menschen een geluk
kig leven op hun ijzige hoogvlakten; zij
moeten hard werken, maar zijn altijd vroo-
lijk en goedgeluimd."
„De Tibetanen zijn, zooals bekend, aan
hangers van de polyandrieelke vrouw
heeft meer dan één man. De heele familie
woont vreedzaam in een simpele hut bij
een. Het. aantal kinderen.is gering; een
kinderlijke verhouding bestaat er slechts
tot de moeder. Het woord „vader" ont
breekt in de Tibetaansche taal, de kinde
ren' zeggen tot alle mannen „oom".
Natuurlijk heeft de schilderes te lijden
gehad van de ongewone atmosferische toe
standen en van de koude. Sneeuwstormen
wiselden af met zand- en wervelstormen,
het ademen was niet altijd gemakkelijk en
vaak waren haar oogen gezwollen en haar
gelaat verbrand, 's Morgens bleek de tent
menigmaal met sneeuw bedekt, zoodat de
bodera met heet water moest worden be
goten. alvorens de tent. kon worden lpsge-
maakt. „Toch", zoo besloot «de Fran^aise
haar mededeelingen, „ben ik nergens ge
lukkiger geweest dan in deze ongeloof
lijke fantastische omgeving van sneeuw en
ijs en roodgelakte Boeddha-tempels".
Wetenswaardige Berichten
NEDERL. KANKERINSTITUUT
EN DR. BENDIEN.
Mededeeling van prof. W. M. de Vries.
Prof. W. M. de Vries, voorzatter van het
Nederlanidlsch Kamkennetituiut verzoekt
ons opname van de volgende mededeeling.
In de bestuursvergadering van 11 J«uh
1.1. werd he.t boek van dr. Bendien getiteld
„spezifisohe Ver ander uiige n des Blutse
rums", enz. besproken. Onze meening over
den inhoud was niet gunstig, zooda.t wij
besloten de beoordeelingen in de geneeskun
dige pers a.f te wachten en nog geen con
tact met dr. Bendien te zoeken.
Hot Nederlandsch Kanker instituut be
hoort niet tot de klinieken, waarmede dr.
Bendien contact heeft gezocht. (Dr. Bendien
zegt in het. interview, avondblad 3 Augus
tus, dat hij met klinieken in ons land con
tact heeft gezocht, maar dat het hem niet
gehikt- is, medewerking te verkrijgen).
Toen op 1 Augustus het bericht ver
scheen, dat de voorzitter van den gezond
heidsraad, dr. Jitta, zich met dr. Bendien
in verbinding zou stellen, ten einde van
hem nadere gegevens le verkrijgen in zake
dc door hem toegepaste methode van kan
kerbestrijding", heb ik dadelijk aan dr. Jit
ta bericht, dat het Nederlandsch Kanker-
instituut gaarne de grootst mogelijke me
dewerking zal verleenen. aan een onderzoek
naar de waar-de der methode.
Naar ik meen is onze handelwijze juist' en
men vergist zich, wanneer men daarin een
onwelwillende houding van „Het Neder
landsch Kanker-instituut" ten opzichte van
dr. Bendien wil zien; men besehouwe haar
als voorzichtigheid in de beoordeeling van
een wetenschappelijke publicatie. Uit de ge
schiedenis van het ka-nkervraagstuk blijkt
herhaaldelijk dat deze voorzichtigheid zeer
noodzakelijk is.
Verder nog dit: Dr. Bendien's boek han
delt over een methode voor Kankerdianos-
tiek; naar de waarde van deze methode
wordt volgens de groote pers thans door de
British Empire Cancer Campaign een on
derzoek gedaan; het is verstandig om ook
in ons land en in andere landen 'n dergelijk
onderzoek te doen, ten einde in korten tijd
over haar waarde bij een groot, aantal, ook
ATOege gevallen, een oordeel te kunnen ver
krijgen. Wanneer blijkt, dat deze metihode
een grootere betrouwbaarheid bezit dan de
thans reeds bekende, zoodat liet mogelijk
is, daarmede gevallen als kanker te her
kennen in een stadium, dat men dat thans
nog niet vermag te doen, en dus een vroeg
tijdiger behandeling van bepaalde ge\raHen
mogelijk maakt, dan is deze methode op te
vatten als een „methode van kankerbestrij
ding."
Echter heeft, voor zoover mij bekend is
dr. Bendien nog nergens mededeeling ge
daan van zijn methode van behandeling van
kankerlijders en i-an de daarmee bereikte
resultaten.
Het is noodig de begrippen kankerdiag-
nose, kankerbestrijding en kankerbehande
ling uit elkaar te houden.