MAANDAG 10 AUGUSTUS 1931 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 10 Door een auto overreden. De 7-jarige W. G. uit de Adelaarsstraat is gisteren op den Boezemsingel te R'dam door een auto overreden, tengevolge waar van het kind het linkerbeen gebroken heeft. Hi.i is in het ziekenhuis aan don Coolsingel opgenomen. Te Buitenpost is de 60-jarige fietser P. de Vries uit Kooten bij het oversteken van den weg door een uit Groningen komen den auto aangereden. Hij werd met een schedelbreuk in vrijwel hopeloozen toestaud opgenomen. Aanrijding met doodelijken afloop. Gistermorgen te half elf heeft op dén weg Nijmegen—Grave een ernstige aanrij ding plaats. Up dat moment kwam uit een boschpad. een wielrijder aangereden, die plotseling dwars den weg overstak, toen een auto met volle vaart naderde. De chauffeur, de heer Hartog uit Oss trachute nog uit alle macht te remmen, doch kon een aanrijding niet voorkomen. De wiel rijder, de 24-jarige tuinman Klassen uit Hatert, werd tegen den grond geslingerd en zwaar gewo I. Enkele oogenblikken la ter is hij aan ue verwondingen overleden Het slachtoffer was niet gehuwd. Het lijk is naar Hatert overgebracht. Bejaarde man aangereden. Aan gevolgen overleden. Gistermorgen werd de lieer H. Lustig, oud 67 jaar, door een uit de richting Heer- de komende luxe-auto, bestuurd door ze keren R. uit Heerde, in de nabijheid van het postkantoor te Epe aangereden. Dc ge troffene werd met ernstige wonden aan hals en inwendige kneuzingen bij een der om wonenden binnengedragen, waar 'n drietal medici hulp verleende. De man werd later overgebracht naar zijn woning, waar hij na eenige uren is overleden. De bestuur der was niet bevoegd motorrijtuigen te rij den. De auto is in beslag genomen. Het onderzoek duurt voort. VERDRONKEN. Nabij Breezand is het lijk gevonden van den drie-en twintigjarigen bakschipper J. H. De verongelukte was in dienst bij de M. U. Z. te Den Oever en woonde te Den Helder. Hij laat een vrouw en twee kinderen achter. Sedert j.l. Woensdagnacht werd hij ver mist. Men vermoedde reeds dat hij verdron ken was. \rermoedclijk door een misstap op een zwaar beladen steenbak, welke wat scheef lag, is hij te water geraakt. Het lijk is overgebracht naar Den Helder. Te Zegerveld is de vrouw van deu heer S., in het Kanaal geraakt en verdron ken. MUUR INGESTORT. Vier personen gewond. Zaterdagmiddag omstreeks zes uur stort te in de Potterstraat te Utrecht een deel van een muur van een in aanbouw zijnd huis in. Twee dames en een heer werden daarbij licht gewond, terwijl een oudere map ernstige hoofdwonden bekwam. De geneeskundige dienst was spoedig ter plaatse en verleende de eerste hulp, ter wijl de brandweer werd gealarmeerd om verdere ongelukken van nog naar bene den vallende steenen te voorkomen. DOOR EEN KOE AANGEVALLEN. Met een hersenschudding opgenomen. Te Nicuwolda (Gr.) wérd mevr. A. Doornkamp, toen zij in een weiland liep, door een koe aangevallen. In bewusteloo- zen toestand en met een hersenschudding werd opgenomen. Doodelijke val. De 95-jarige mej. M. Koks te Oirschot kwam, doordat zij struikelde over een steen, zoodanig te vallen, dat zij onmid dellijk daarop overleed. BRANDEN. Kind verband. Vermoedelijk doordat het 4-jarig kind der familie P. te Noordbroek met lucifers speelde, is de ouderlijke woning afgebrand. Het verkoolde lijkje van het kind werd te voorschijn gehaald uit het puin. Men had geen hulp noodig. Vrijdagnacht werd de brandweer te Akersloot (N.-H.) gewaarschuwd voor een brand bij den landbouwer C. van Diepen aan den Zuidervaart in die gemeente. Er viel slechts weinig meer te redden, een schuur en een klomp hooi bleven behouden. Gebleken is, dat om half acht des mor gens reeds door de hooistekers was gecon stateerd, dat het hooi broeide. Waarom toen direct geen maatregelen werden ge-, nomen, is een raadsel. Maar eigenaardiger nog wordt het geval, als men weet, dat men de motorspuit van Z. en N.-Schermer, die gealarmeerd werd door iemand uit de omgeving, weigerde wa ter te geven. De brandmeester van Aker sloot, die als éénige autoriteit aanwez:g was, zeide, dat hij geen hulp had gevraagd en die ook niet noodig had. En de boerderij brandde fel! Inmiddels waren ook de burgemeesters uit beide genoemde gemeenten verschenen loen herhaalde de heer De Groot het aan bod om te helpen, maar zijn ambtegenoot v. d. Heuvel schaarde zich aan de zijde van den brandmeester, die geen hulp wenschte. Een keet afgebrand. Zaterdagmorgen omstreeks 9 uur is brand uitgebroken in een houten keet, staande aan de Zestienhovenschekade 80 te Over- schie, waarin arbeiders, werkzaam bij den aanleg van den nieuwen rijksweg hun on derdak hadden. De oorzaak is vermoedelijk het te hard stoken- van een kachel, waardoor het hou ten gebouwtje vlam vatte. De eigendommen der arbeiders zijn verloren gegaan. De motorspuit, die onmiddellijk te plaat se was, kon onder leiding van brandmees ter De Kroes met moeite, de naast de keet staande houtzagerij van den heer Noote- boom behouden. Een arbeiderswoning brandde mede gedeeltelijk uit. De schade wordt door verzekering ge dekt. MOORDAANSLAG TE EMMERCOMPASCUUM. Toestand van het slachtoffer zorgelijk. Zaterdagavond te 11 uur heeft te Emmer- compascuum een moordaanslag plaats ge had, waarbij een zekere Hendrik Scheve zwaar werd gewond. De dader van den aan slag, de landbouwer J. van Klenken, is door de politie gearresteerd. Wij vernemei^ dat het hier een loon- kwestie betrof tusschen de dochter van Scheve, die bij van Klenken in dienstbe trekking is en van Klenken. Deze, die naast Scheve woont, heeft op laatstgenoemde voor diens woning een revolverschot gelost, waardoor deze ernstig aan het hoofd werd gewond. Hem zijn de Heilige Sacramenten der Stervenden toegediend. *Het slachtoffer is naar het Academisch ziekenhuis te Gro ningen overgebracht. De politie, die den dader arresteerde, stelt een nader onder zoek in. De toestand van het slachtoffer was gis teravond zorgelijk. De man heeft een schot in het hoofd en in den onderarm bekomen. NA HET VLIEGONGEVAL TE SOESTERBERG. Begrafenis van het slachtoffer. Op indrukwekkende wijze heeft Zater dag te Den Haag onder zeer groote «be langstelling de begrafenis plaats gehad van het stoffelijk overschot van den te Soes- terberg verongelukte reserve-sereeant-leer- ling-vlieger A. L. J. van Poe'oren. Rondom d- xl.-K. kerk aan de Eland straat hadden velen zich geschaard om ge- tiige ie zijn van de droeve plechtigheid. Politie zorgde voor een behoorlijke afzet ting. In de kerk zelve waren alle plaat sen bezet. Als vertegenwoordiger van den minister van Defensie was aanwezig de luitenant-kolonel van den generalen staf W. F. Sillevis. Kransen waren er van den commandant, officieren en ambtenaren van de luchtvaartafdeeling te Sdesterberg, van den marine-luchtvaart, alsmede van de on- derofficeren en de leerling-vliegers der luchtvaartafdeeling. Vier colega's van den ontslapene, die bij de kist de wacht had den gehouden, droegen de baar naar bui ten. De stoet trok op weg naar de begraaf plaats langs het woonhuis van de familie aan de Van Galenstraal, waar nog enkele kransen w erden aangehecht.- OP HEETERDAAD BETRAPT. Twee beruchte inbrekers in den val Twee surveillèerende agenten van poli tie te R'dam troffen Vrijdagavond tegen half acht op de Doklaan twee mannen aan, die zij kenden als beruchte inbrekers. Het tweetal liep daar schijnbaar dood-onschul dig wat te kuieren, doch de beide agenten lieten zich daardoor niet misleiden. Zij be sloten een oogje in het zeil te houden en kozen daartoe een verdekte opstellings- plaats vanwaar zij de buurt goed konden Het duurde lang voor er iets gebeurde. Tegen één uur echter doken de twee ge zichten op aan de achterzijde van het Vei lingsgebouw aan de Doklaan. Zij klommen over een schutting, peuterden even aan het slot. van de achterdeur en verdwenen toen naar binnen. De agenten lieten hen kalm. hun sang gaan, maar toen ongeveer een kwartier ver streken was en aangenomen kon worden, dat de hceren volop in hun bezigheden wa ren, drongen zij, de revolver in de haud, naar binnen. Zij troffen het tweetal voor de brandkast, waarvan zij het slot reeds opengescheurd hadden. Er volgde een kort maar krachtig „Handen op", en daarmee was de zaak afgeloopen. De inbrekers, die nog geen kans had den gezien iets van hun gading te vinden, werden geboeid en naar het politie-bureau aan de Nassaukade overgebracht. Het zijn de 39-jarige kraanmachinist J. V. en de 28-jarige opperman J. R., twee oude bekenden van de politie. Zij zijn in bewaring gesteld. Door de politie is voorts een uitgebrei de collectie inbrekers materiaal in beklag genomen, dat de heeren bij zich hadden. Na al de arrestaties die de politie van het bureau Nassaukade in de afgeloopen maanden óp den Linker Maasoever reeds verricht heeft, is dit weer een buitenge woon goede slag. Aan de onveiligheid, die langen tijd in bepaalde gedeelte van de Zuiderstad heerschte, zal op die manier wel gauw een einde komen. EEN GOEDE VANGST VAN DE POLITIE. Een boevenbende op het spoor. Sinds geruimen tijd wordt de binnenstad van A'dam 's avonds en in den voornacht onveilig gemaakt door een kleine bende, die er zich vooral op toelegt om de radia tordoppen van automobielen en de belas lingplaatjes van fietsen te Ontvreemden Velen zijn van deze practijken reeds de dupe geworden, zonder dat, het gelukt is de daders te arresteeren. De schade, die zij teweegbrengen, is zeer groot, omdat vooral de radiatordoppen van auto's dikwijls een vrij hooge waarde vertegenwoordigen. Za terdagnacht is het de politie gelukt een vangst te doen, waardoor zij de bende op het spoor is gekomen, zoodat waarschijn lijk nog verschillende arrestaties in de ko mende dagen verricht zullen worden. Op de Reguliersgracht zag een surveilleerende agent, dat een man bezig was de dop van een radiator van een auto af te schroeven. De man nam de vlucht en de agent slaagde er niet in hem te arresteeren. Zijn signa lement is echter bij de politie bekend. Ech ter heeft de politie in den loop van dieu nacht een medeplichtige van den man aan gehouden. Deze was in het bezit van het af sluitstuk van den radiator, dat een vrij aanzienlijke waarde vertegenwoordigde. De eigenaar had van dezen diefstal reeds aan gifte gedaan bij de politie en herkende het voorwerp als zijn eigendom. De man is voorloopig op het bureau Sin gel in hechtenis gesteld. In de onmiddellijke nabijheid van het politiebureau werd kort daarna een twee de arrestatie verricht. Twee mannen wa ren daar bezig met een nijptang de belas tingplaatjes van een paar rijwielen te ont vreemden. Toen een agent naderde namen ze de vlucht, ieder in een andere richting en een van hen was zoo onfortuinlijk in de armen van een agent te loopen. Op hem werde*i bij fouilleering een aantal rijwiel plaatjes en een nijptang gevonden. Hij is, evenals zijn kameraad op het bureau Singel ingesloten. De. politie vermoedt, dat de bende ongeveer 10 leden telt en zet haar nasporingen ijverig voort. DE MALVERSATIES BIJ „DE D0LLART". De malversaties, gepleegd aan de N.V. Stroocartonfabriek „De Dollart" te Nieu- weschans. in de laatste 15 jaren, tijdens het directeurschap van den heer B., op 30 Juni j.l. ovei leden, zijn wel het gesprek van den dag aldaar. Niemand weet op te diepen, waar in zoo korte jaren een paar ton geld moet zijn gebleven, daar het sober leven van den directeur daartoe geen enkeie aan leiding gaf. Bovendien, het toezicht der aandeelhou ders was zeer accuraat. In den regel was een gedelegeerd lid ten kantore en in de fabriek aanwezig. Buitengewoon goed stond de beer B. aangeschreven èn als directeur èn als patroon voor het werkvulk, dat samen 200 personen telt. Daarvan is getuigd op den 3den Juli, toen de begrafenis plaats had en honderden onder diepen indruk den doo- denakker verlieten. De heer B. heeft de fabriek en het be drijf doen bloeien op ongewone wijze; niets was hem te veel voor het bedrijf te doen wat noodig en mogelijk was. Een leden vergadering wordt spoedig ge houden. EEN NEDERLANDSCH FINANCIER OP DE VLUCHT? In het „Hbl. van Antw." lezen wij het volgende: „Sinds eenige dagen loopen te Water vliet, Waterland-Oudeman, Sinte-Margriet en St. Laurens in de gemeenten langs weerszijden der Belgisch-Nederlandsche grens, geruchten, welke heel wat opschud ding hebben verwekt in de streek en die, indien zij bewaarheid worden, heel wat slachtoffers zullen maken. Een invloedhebbend inwoner van het Nederlandsch stadje IJzendijke, die zich thans met geldzaken bezighoudt, is sinds eenige dagen verdwenen, zonder spoor achter te laten. Bedoelde inwoner, zekere H., van een sinds jaren bekende firma die in de Pol derstreek, zoowel in België als in Hol land, belangrijke zaken deed, genoot het algemeen vertrouwen, waaraan dan ook het feit is toe te schrijven, dat zooveel inwo ners der grensgemeenten met belang rijke sommen in de zaak zijn betrokken. Volgens de in omloop zijnde geruchten, hebben talrijke inwoners aan den heer H. sommen toevertrouwd, waarbij enkelen voor een bedrag van meer dan honderd duizend frank. Een onderzoek is aan den gang om klaarte in de zaak te brengen, waarvan op- heklering door de talrijke belanghebben den niet ongeduld wordt tegemoet ge; zien." TWEE „L00ZE" VISSCHERTJES. Met de buit van een braak op stap. In den nacht van Zaterdag op Zondag te half drie bevonden zich in eon afgele gen hoek van de Molenlaan twee Hilleger- bergsche agenten van politie, die zich al daar verdekt hadden opgesteld. Even daarna passeerden in de richting Rotter dam twee visschers per rijwiel, gepakt en gezakt, de gebruikelijke hengel aan de fiets. De agenten vonden het vreemd, dat op dit uur visschers zich begaven in de richting Rotterdam. Even geconfereerd en dan werd besloten de visschers te volgen. Bij aanhouding van beide „heeren" wa ren de agenten nieuwsgierig en eischten in zage der pakken. Groot was wel hun ver- Nvondering toen bij opening geen visch, maar twee nieuwe luidsprekers, een sts. letje radiolampen, gelijkrichters, dynamo's, electrische zakbatterijen, enkele electrische strijkijzers en meer radio- en rijwielonder deelen te voorschijn kwamen. De visschers H. J. W. en J. C. S. beweer den deze voorwerpen te hebben gevonden. Ondanks deze verklaring werden ze toch maar overgebracht naar het politiebureau te Hillegersberg. Tijdens de overbrenging trachtte W. nog een bos loopers en een paar handschoenen ongemerkt te laten vallen. Doch deze po ging ontging de politie niét, zoodat dit ge vaarlijk bewijsmateriaal in beslag geno men is. Bij fouilleering op het politiebureau v. er- den nog eenige zilveren voorwerpen op W. bevonden o.a. een zilveren dameshorloge en twee zilveren sigarettenkokers. Al vrij spoedig na de aanhouding bleek, dat er ingebroken was in een groote rij wielzaak te Capelle aan den IJssel, alwaar de fietsen en de in beslaggenomen voor werpen ontvreemd waren. De verdachten zijn aan de politie te Capelle overgegeven. De twee aangehoudenen zijn afkomstig uit Rotterdam en staan zeer ongunstig bij de politie aldaar bekend. Een goudsmidswinkel geplunderd. Zaterdagnacht is te Enschede ingebro ken in den goudsmidswinkel van Van Te- geler in de Kalanderstraat. Drie bakken met ringen, ter waarde van ƒ2000 zijn ontvreemd. De winkelruit was ingesla gen. Van den dader geen spoor. Nekkramp. Het twee en een halfjarig zoontje van den heer M. te Hoeven is tengevolge van nekkramp overleden. BUITENL. BERICHTEN ONGELUKKEN. ONTPLOFFING IN EEN MIJN. In de Roddermijn bij Hermeuhlheim heeft Zondagmorgen om ongeveer zes ur een ontploffing plaats gehad. Tot nu toe zijn reeds twee dooden te betreuren. Drie mijnwerkers werden ernstig, twee anderen licht gewond. Botsing in spoorwegtunnel. In den grooten spoorwegtunnel te Stockholm is Zondagmiddag de trein naar Malm in botsing gek-omen met een lokaaltrein Tengevolge van de botsing geraakte de lichtleiding defect. Onder de passagiers brak een paniek uit. Onmid dellijk was hulp ter plaatse. Er zijn slechts vier personen zwaar gewond. Twee kinderen verbrand. Te Geioh bij Euskirchen in de Rijn provincie is Vrijdagmiddag in eèn boe renwoning brand uitgebroken.. Het vuur deelde zich mede aan een stal, waarin zich de drie kinderen van den boer be vonden. Men slaagde er slechts in, een der kinderen te redden; de beide an deren kwamen om het leven. NOODWEER IN HONGARIJE. Fatale hagelsteenen. Het hevige onweer", dat Vrijdag boven Trans-Danubië en Boedapest woedde, heeft eenige menschenlevens geëischt. In de nabijheid van Vasvar hebben de ab normaal groote hagelsteenen den sche del van twee op het veld werkende jon gens, die voor het onweer in een grep pel waren gevlucht, zoodanig gewond, dat zij spoedig daarop stierven. Een vrouw werd op het veld door den bliksem ge troffen en gedood. Het onweer heeft ook groote mate- rieele schade aangericht. In Szigliget aan de Plattenmeer sloeg de bliksem in een stal, waarin zich 22 runderen bevonden. Twaalf dezer dieren werden gedood. De enormde hagelsteenen hebben op het veld in de boomgaarden en in de bosschen groote* schade aangericht. In Boedapest is in de openbare plantsoenen en par ken, alsmede in de tuinen, een schade van 300.000 pengo aangericht. Overval op Galicisch postkantoor. In de Oost-Galicische badplaatsTrus- kawicz werd Zaterdagmiddag door zes gemaskerde mannen een overval op het postkantoor ondernomen. Terwijl een der ljandieten de aanwezigen met een revol ver in bedwang hield, roofden de an deren 25.000 zloty. Vervolgens namen de bandieten de vlucht, na eenige schoten te hebben gelost, toen om hulp geroepen werd. Twee beambten werden gewond, waarvan een levensgevaarlijk. Men meent, dat de aanslag een politieken achtergrond heeft. Toen de nachtwaker gewekt werd Toen de nachtwaker Breining te Mun- chen Vrijdagavond door zijn 28-jarige vrouw werd gewekt, om dienst te gaan doen, ontstak hij in zulk een woede, dal hij vijf schoten uit zijn dienstrevolver op haar loste, waarvan er twee de vrouw in het onderlijf troffen, zoodat zij op slag gedood werd. De dader is gearres teerd. KOENE TOCHT EENER 'SCHILDERES. Naar het ontoegankelijk gewaande Tibet. De schilderes Lafugie heeft het aange durfd tweemaal naar Tibet te trekken, slechts gewapend met haar palet en pen- seelen. Het resultaat van haar tochten, een verzameling merkwaardige lanc'ischaps- schilderijen, heeft zij t.e Simla ten toon ge steld. Slechts weinig Europeanen slaag den er toti dusver in toegang tot Tibet te krijgen, en maar heel zelden waagden zij' het, zooals deze jonge Fransche schilde res, de reis te ondernemen met een slechts zwakke begeleiding. „Op mijn eersten tocht", zoo vertelde de koene vrouw, „had ik Srinngar in Kasj inir tot uitgangspunt gekozen. Ik moest de geweldige gletsjers van den Karakorum en de met sneeuw en ijs bedekte passen, die vaak een hoogte van meer dan 5000 meter hadden, oversteken. De streek was een volkomen wildernis. Wekenlang ont moette -ik geen levend wezen, doch ten slotte bereikte ik het Noord-Westelijk deel der Tibetaansche hoogvlakte." „Bij mijn tweede expeditie ging ik van Darleeling uit, besteeg talrijke passen en trok tot Gyangtse in Tibet. Men had mij gewaarschuwd dat de Tibetanen mij het teekenen en schilderen zouden verbie den en dat men mij niet zou toestaan de tempels en kloosters te betreden. Vooral aan het schilderen zouden bijzondere ge varen verbonden zijn. Mijn ervaringen heb ben het tegendeel geleerd. Juist omdat ik schilderes was werd ik overal hartelijk ontvangen en kreeg ik overal toegang. Toen de priesters mijn scelitsen zagen en zichzelf herkenden, konden zij er niet ge noeg van krijgen als model te fungeeren en zij betwistten elkaar de eer door mij geteekend te worden." „Ik heb niet de minste moeilijkheid ont moet. Zonder eenige bescherming van Europeanen heb ik in kloosters overnacht en wekenlang in mijn tent gewoond, slechts met enkele drijvers om mij te beschermen. De menschen wisten allen, dat ik mij* geld voor de expeditie in een houten doosje be waarde, doch niemand heeft gepoogd mij te bestelen." „In de streken die ik bezocht", zoo ver telde de schilderes verder, „kenden de Ti betanen niet alleen geen scheermessen, maar zelfs niet het gebruik van zeep, ter wijl zij ook niet, even trouw water bezi gen, behalve dan om thee te zetten. Zij vonden het heel vreemd, dat ik een bad wilde nemen en de zeep zagen zij voor een hun tot dusver onbekende, delicatesse aan. Toch leiden de menschen een geluk kig leven op hun ijzige hoogvlakten; zij moeten hard werken, maar zijn altijd vroo- lijk en goedgeluimd." „De Tibetanen zijn, zooals bekend, aan hangers van de polyandrieelke vrouw heeft meer dan één man. De heele familie woont vreedzaam in een simpele hut bij een. Het. aantal kinderen.is gering; een kinderlijke verhouding bestaat er slechts tot de moeder. Het woord „vader" ont breekt in de Tibetaansche taal, de kinde ren' zeggen tot alle mannen „oom". Natuurlijk heeft de schilderes te lijden gehad van de ongewone atmosferische toe standen en van de koude. Sneeuwstormen wiselden af met zand- en wervelstormen, het ademen was niet altijd gemakkelijk en vaak waren haar oogen gezwollen en haar gelaat verbrand, 's Morgens bleek de tent menigmaal met sneeuw bedekt, zoodat de bodera met heet water moest worden be goten. alvorens de tent. kon worden lpsge- maakt. „Toch", zoo besloot «de Fran^aise haar mededeelingen, „ben ik nergens ge lukkiger geweest dan in deze ongeloof lijke fantastische omgeving van sneeuw en ijs en roodgelakte Boeddha-tempels". Wetenswaardige Berichten NEDERL. KANKERINSTITUUT EN DR. BENDIEN. Mededeeling van prof. W. M. de Vries. Prof. W. M. de Vries, voorzatter van het Nederlanidlsch Kamkennetituiut verzoekt ons opname van de volgende mededeeling. In de bestuursvergadering van 11 J«uh 1.1. werd he.t boek van dr. Bendien getiteld „spezifisohe Ver ander uiige n des Blutse rums", enz. besproken. Onze meening over den inhoud was niet gunstig, zooda.t wij besloten de beoordeelingen in de geneeskun dige pers a.f te wachten en nog geen con tact met dr. Bendien te zoeken. Hot Nederlandsch Kanker instituut be hoort niet tot de klinieken, waarmede dr. Bendien contact heeft gezocht. (Dr. Bendien zegt in het. interview, avondblad 3 Augus tus, dat hij met klinieken in ons land con tact heeft gezocht, maar dat het hem niet gehikt- is, medewerking te verkrijgen). Toen op 1 Augustus het bericht ver scheen, dat de voorzitter van den gezond heidsraad, dr. Jitta, zich met dr. Bendien in verbinding zou stellen, ten einde van hem nadere gegevens le verkrijgen in zake dc door hem toegepaste methode van kan kerbestrijding", heb ik dadelijk aan dr. Jit ta bericht, dat het Nederlandsch Kanker- instituut gaarne de grootst mogelijke me dewerking zal verleenen. aan een onderzoek naar de waar-de der methode. Naar ik meen is onze handelwijze juist' en men vergist zich, wanneer men daarin een onwelwillende houding van „Het Neder landsch Kanker-instituut" ten opzichte van dr. Bendien wil zien; men besehouwe haar als voorzichtigheid in de beoordeeling van een wetenschappelijke publicatie. Uit de ge schiedenis van het ka-nkervraagstuk blijkt herhaaldelijk dat deze voorzichtigheid zeer noodzakelijk is. Verder nog dit: Dr. Bendien's boek han delt over een methode voor Kankerdianos- tiek; naar de waarde van deze methode wordt volgens de groote pers thans door de British Empire Cancer Campaign een on derzoek gedaan; het is verstandig om ook in ons land en in andere landen 'n dergelijk onderzoek te doen, ten einde in korten tijd over haar waarde bij een groot, aantal, ook ATOege gevallen, een oordeel te kunnen ver krijgen. Wanneer blijkt, dat deze metihode een grootere betrouwbaarheid bezit dan de thans reeds bekende, zoodat liet mogelijk is, daarmede gevallen als kanker te her kennen in een stadium, dat men dat thans nog niet vermag te doen, en dus een vroeg tijdiger behandeling van bepaalde ge\raHen mogelijk maakt, dan is deze methode op te vatten als een „methode van kankerbestrij ding." Echter heeft, voor zoover mij bekend is dr. Bendien nog nergens mededeeling ge daan van zijn methode van behandeling van kankerlijders en i-an de daarmee bereikte resultaten. Het is noodig de begrippen kankerdiag- nose, kankerbestrijding en kankerbehande ling uit elkaar te houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 10