GEMEENTERAAD VAN LEIDEN
DINSDAG 4 AUGUSTUS 1931
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
Kwestie over grondaankoop Ongemotiveerde
verdachtmakingen Een „geheime" zitting, waar
uit alles mag worden verteld De Raad vindt
het warm en gaat niet verder.
GEMEENTERAAD.
Voorzitter de loco-burgemeester wethou
der Aug. L. Reimeringer.
Afwezig met kennisgeving de heeren v.
Eek, Coster, K ui venhoven en v. Rosmalen.
Onder de ingekomen stukken bevindt zich
o.a. een adres van adspirarot-bewoners van
de dioor de fa. J. 't Hart en D. Aanen te
Leiden te bouwen woningen aan den La
ge Monsohweg om te willen bevorderen, dat
spoedig de bouw vengunning wordt verleend,
waarop reeds lang gewacht wordt, en
waarvan het uitblijven de bo-uw aanzienlijk
dreigt te vertragen, wegens het aanbreken
van den regentijd.
De voorzitter stelt voor dit adres iin han
den van B. en W. te stelden.
De heer Iv oois tra wil graag de reden
weten van de vertraging.
Wethouder Splinter antwoordt, dat
dat in verband staat met het uitbreidings
plan.
De heer Kooistra meent, dat het
plan van de bouwers tooh niet in strijd lis
met het uitbreidingsplan. Spr. wensoht een
nadere uiteenzetting.
Wethouder S p 11 n ter zegt nu, dat de
L.E.M.V.O.G den grond heeft overgedaan
zonder de zaak van te voren in orde ge
maakt te hebben. De L.E.M.V.O.G. moet
eerst de straat overdragen.
De heer Kooistra constateert dus,
dat de schuld niet bij de gemeente ligt.
De heer v. Stralen meent, dat het
nu wel vaststaat, dat er stagnatie is in het
verleenen van bouwvergunningen. Het is
gewensoht dat er in verband met de werk
loosheid meer spoed gemaakt wordt.
Wethouder Splinter zet nogmaals
de zaak uiteen. De zaak kan niet besproe-
digd worden. De L.E.M.V.O.G. had zich
eerst tot de gemeente moeten wenden. Het
adres wordt daarna voor kennisgeving aan
genomen.
De heer S c h 11 e r heeft verlof ge
vraagd B. en W. te mogen interpelleeren
over de kwestie van grondaankoop langs
het Rijn en Söhiekanaal, welke interpella
tie wordt toegestaan aan het eind van de
gedrukte agenda.
Ingekomen is verder een adres van den
Plaatselijken Raad (S. D. A. P. en L. Be
sturenbond) inzake de werkloosheid, welk
adres behandeld zal worden bij- punt 28.
De heer ir. Bronkhorst heeft een ver
zoek ingediend om eervol ontslag als ad
junct directeur van Gemeentewerken, welk
verzoek in handen van B. en W. wordt ge
steld om prae-advies.
Vervolgens worden de eerste 13 voorstel
len aangenomen zonder debat.
14o. Voorstel tot aankoop, respect, over
name in eigendom van eenige strookjes
grond, in verband met den aanleg van de
Cobetstraat, een strookje grond aan den
Hoogen Rijndijk, een perceel grond en
sloot, deel uitmakende van den grond,
waarover de westel^k van de Cobetstraat
loopende straat is geprojecteerd, alsmede
tot beschikbaarstelling van de voor een en
ander benoodigde gelden.
De heer Zitman ziet iets onwettigs in
deze transactie, daar de grond vóór de
rooilijn moet worden afgestaan.
Wethouder Splinter zet de zaak na
der uiteen.
De heer Zitman blijft er iets onbillijks
in zien.
Daarna goedgekeurd.
Ongemotiveerde beschuldigin
gen op vermoedens.
15o. Voorstel tot aankoop van de per-
ceelen teelland en water, gelegen ten Zui
den van den Haagweg, kad. bekend Sectie
O nis 732 tot en met 737, 739 en 740 en tot
beschikbaarstelling van de voor dien aan
koop benoodigde gelden.
De heer Schüller heeft niet kunnen
nagaan, van wie de gemeente deze percee-
len koopt. Zijn de gronden getaxeerd en
wie is de bemiddelaar van de gemeente
geweest? Spr. vreest een opzetje en is be
reid het antwoord te hooren in een gehei
me zitting, hoewel hij de zaak liever in het
openbaar wilde behandelen.
De heer Wilmsr dringt aan op open
bare behandeling.
De heer Schüller vraagt nog of er
een aansluitend geheel kan worden ver
kregen. Spreker heeft reden te vermoeden
dat de gemeente dien grond voor 1.per
M2. te duur koopt. De onderhandelaar van
de gemeente heeft de zaak opgedragen aan
een tusschenpersoon, die van zijn positie
gebruik gemaakt heeft om 3000 extra
winst te maken. Voorloopig kan spr. in het
openbaar niet verder spreken.
De heer Huurman stelt voor, de deu
ren te sluiten, en wanneer blijkt, dat de
zaak dan nog een openbare behandeling
noodig heeft, kan verder in het openbaar
gesproken worden.
De raad gaat daarna in geheime zitting.
(Het bovenstaande is reeds opgenomen
in een gedeelte onzer vorige oplage; de bij
punt 15 gevoerde besprekingen zjjn echter
abusievelijk geplaatst bij punt 14.).
Na de zitting met gesloten
deuren.
Nadat de raad ruim één uur in gesloten
vergadering bijeen was geweest, wordt te
4 uur de vergadering geopend.
De heer Schüller herhaalt dan zijn
vroeger gestelde vragen, aangevuld als
volgt
Van wie(n) is de eigendom van de aan te
koopen gronden.
Hoeveel bedragen de kosten voor het
bouwrijp maken van deze gronden.
Hoeveel bedraagt de bouwdiepte der
perceelen.
Wie is de tusschenpersoon geweest, door
middel van wien de gemeente den grond
heeft gekocht.
Heeft deze tusschenpersoon eenige pro
visie genoten (1.5 pot.)?
Is het waar dat de eene eigenaar een
som gelds 1600) aan een andere eige
naar heeft afgestaan?
Weten B. en W. dat de aan te koopen
gronden niet geheel aansluiten bij de ove
rige gemeentegronden?
En ten slotte achten B. en W. de koop
som niet te hoog.
Wethouder Splinter antwoordt, dat
de gronden eigendom zijn van de heeren
Vlieland, Beurze, Segaar en v. d. Spek.
De kosten van het bouwrijp maken van
den grond bedragen pl.m. 4.25 per M2.
De bouwdiepte gedraagt pl.m. 75 M. en
35 M.
De gemeente kocht den grond door tus-
sc'henkomst van den heer de Jong van het
Woningbureau te Oegstgeest, die de gron
den had aangeboden aan den heer v. Zijp,
die op zijn beurt de perceelen onder de
aandacht van de gemeente heeft gebracht.
Zij moesten 2.50 per M2. kosten.
Aan B. en W. is niets bekend omtrent
eenige provisie welke de heer de Jong zou
hebben genoten.
Aan de gemeente is ook niets bekend
omtrent een uitkeering van den eenen eige
naar aan den andere bij aankoop van den
grond.
Tusschen deze gronden en die van den
heer Noordman, waaraan de overige ge
meentegronden grenzen, ligt nog een wete
ring, doch B. en W. weten niet of deze we
tering het eigendom is van den heer Noord
man.
B. en W. achten de aankoopprijs hoog,
maar niet te hoog, gezien de voor de ge
meente gunstige ligging der gronden.
De heer Schüller verklaart dat hij
genoegen neemt met de ontkenningen van
het ooilege. Hij constateert, dat binnenkort
dus een voorstel zal komen tot aankoop
van de wetering, alvorens de gronden
bouwrijp kunnen worden gemaakt.
Wethouder Splinter interrumpeert,
dat dit laatste geheel onafhankelijk daar
van staat.
De heer Schüller vraagt nog of deze
gronden getaxeerd zijn.
Wethouder Splinter antwoordt, dat
zij niet getaxeerd zijn buiten het ooilege
om.
De heer Schüller vindt de grondprijs
zeer hoog.
Wethouder Splinter is het hiermede
niet eens. De grond komt op 6.75 per
M3. bouwrijp.
De heer Bergers vestigt er de aan
dacht op, dat de personen, die min of meer
bedektelijk verdacht gemaakt zijn vóór de
geheime zitting, gerehabiliteerd zijn.
De heer Schüller verklaart alleen
genoegen te hebben genomen met de ver
klaring, dat de gemeente er buiten stond.
De heer W i 1 m e r merkt op, dat de in
druk gevestigd kan zijn, dat er in de zitting
met gesloten deuren dingen besproken zijn,
die beter geheim kunnen blijven. Spreker
stelt er prijs op te verklaren, dat alles wat
in de zitting met gesloten deuren is bespro
ken ook in het openbaar had kunnen zijn
gezegd; en dat de zitting niet „geheim" is
geweest, zoodat al het daarin gesprokene
kan worden medegedeeld. Het verwondert
spr. dat de heer Schüller met het voorstel
van B. en W. niet kan meegaan, daar de
raad reeds eerder zijn toestemming tot
aankoop van deze gronden heeft gegeven
en er sindsdien niets veranderd is.
De heer Kooistra vestigt de aan
dacht op een paar ingezonden stukken in
de pers, waarin de vraag gesteld word't,
hoe het komt, dat thans de grond niet
te duur is geacht en vroeger wel. Komt
dat soms omdat gelden zijn aangeboden?
zoo wordt er gevraagd.
(De ingezonden stukken, hier bedoeld,
zijn van den heer De Cler, die ook in ons
blad hebben gestaan, en van den heer
Brand, waarvan ons blad niet de eer heeft
gehad te mogen publiceer en, doch waar
aan de raad meende aandacht te moeten
schenken en dat wij daaTom hier laten
volgen:
„Het ingezonden stuk van den heer De
Cler, kan ik ten volle onderschrijven; wa
ren er maar meer zulke menschen, die het
onafhankelijk durfden neerschrijven!
Toen de heer Van der Stoel en onderge-
teekende den grond er vlak naast hebben
aangeboden voor 1.90 per Meter toen was
het te duur, en nu voor 2.50 is het niet
te duur. Wij wilden geen provisie betalen,
is dat soms de reden?
Er zijn menschen waarvan en waaraan
de Wethouder altijd wil koopen of verkno
pen, maar als het concurrenten zijn, of het
zijn geen vrienden, dan deugt het niet,.
Laat nu de Raad der Gemeente Maan
dag maar een flinken strop geven, de inge
zetenen zullen de tol wel betalen voor deze
dure grondpolitiek".
Was geteekend H. Brandt Hzn., Haag-
weg 212.).
De heer v. E s meent, dat men te veel eer
aan deze ingezonden stukken bewijst. Spr.
spreekt zijn volle vertrouwen uit in de
integriteit van den wethouder van fabri
cage.
De heer Parmentier vraagt, welk
motief de heer Schüller heeft om tegen
aankoop van dezen grond te stemmen
daar de S. D. A. P. toch heeft meege
werkt aan de tot standkoming van de
aankoop.
De heer Schüller merkt op, dat hij
met geen enkel woord gezegd heeft, dat
hij tegen het voorstel stemmen zal. Spr.
wist aanvankelijk niet, dat er een wete
ring tusschen lag, anders had hij misschien
direct een ietwat ander standpunt ingeno
men.
Wethouder Splinter dankt den heer
v. Es voor zijn woorden. Spr. wenscht niet
in te gaan 'op de bedoelde ingezonden stuk
ken. Elke grondaankoop heeft spr. gedaan
in het belang van de gemeente en nimmer
heeft hij een cent provisie aangenomen.
De heer K o oi s t r a De ingezonden
stukken waren openbaar; het was dus
goed, dat de wethouder in het openbaar ge
rehabiliteerd is.
De heer Zitman constateert, dat er
praatjes ontstaan zijn zonder gezonde ba
sis. Spr. vindt persoonlijk de prijs van
2.50 per M2. te hoog.
Het voorstel wordt daarna z. h. st. aan
genomen.
16o. Praeadvies op het verzoek van de
N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij, om
goedkeuring van een plan tot den bouw van
een machinistenwoning nabij de-n waterto
ren te Katwijk.
Goedgekeurd.
17o. Voorstel tot inbreng in het Ge
meentelijk Grondbedrijf van het niet voor
Woonwagenkamp bestemde gedeelte van
het perceel weiland aan- en nabij den La
gen Morschweg en van eenige perceelen
weiland c.s. ten oosten van de Haarlemmer
trekvaart.
Goedgekeurd.
Het onderhoud van de Leid-
sche Hout.
18o. Voorstel tot wijziging van het
Raadsbesluit van 27 Augustus 1928, voor-
zooveel betreft de begrenzing van de aan
de stichting „Fonds voor Aanleg, Onder
houd en Beheer van Wandelparken" in erf
pacht gegeven perceelen weiland c.a.
De heer Bergers meent, dat de be
zoekers de Hout teveel ruineeren. Hij zelf
is getuige geweest, dat bossen bloemen uit
het Wandelpark worden meegenomen.
Wethouder Reimeringer zegt, dat
de toestand thans veel verbeterd is.
19o. Voorstel in zake de toekenning van
een subsidie aan het „Fonds voor Aanleg,
Onderhoud en Beheer van Wandelparken
ten behoeve van het onderhoud van den
Leidschen Hout en tot vaststelling van den
desbetreffenden begrootingsstaat.
De heer Schüller zegt, dat de S. D.
A. P. altijd erg welwillend staat tegenover
subsidie aan de Leidsche Hout. Thans ech
ter moet spreker bij deze sulbsid'ie-aanvra-
opmerken, dat het onderhoud van de
Leidsche Hout niet zóó is, als dat behoort.
Het bestuur van de L. H. heeft blijk
baar geen geld genoeg voor het onderhoud
en klopt bij de gemeente aan. Spr. wijst er
op, dat de arbeidsvoorwaarden voor de ar
beiders in de L. H. niet bepaald gunstig
zijn. 's Zondags hebben zij bovendien nog
wachtdienst, zonder eenige loonsverhoo-
ging. De minst geschoolde gemeentearbei
der in dat vak krijgt nièer. Spr. meent, dat
de raad subsidie verstrekt uitsluitend
voor uitbetaling van loonen, ook daarbij
bepaald moet worden, dat de arbeidsvoor
waarden minstens gelijk dienen te zijn aan
die van vast aangesteld gemeente perso
neel. Spr. dient in dien geest een voorstel
De heer Groene veld meent, dat de
voorgestelde regeling, dat de chef-tuinman
van Endegeest ook belast zal worden met
het toezicht van de L. Hout, niet juist is.
Ofwel die tuinman hee-ft in Endegeest niet
genoeg te doen, ofwel hij wordt overbelast.
Mede in verband met de werkloosheid acht
spr. het voorgestelde tuinmansbaantje geen
bijbetrekking. Er zijn genoeg anderen, die
dat "eld 500.per jaar) verdienen wil
len.
De heer v. E s meent,- da.t de L. Hout
wel de moeite waard is om te worden on
derhouden. Het is spr. opgevallen, dat er
bij het z.g. Piaswater door de kinderen ge
plast wordt op een dikwijls minder oirbare
en ook vaak zeer onhygiënische wijze. Spr.
vestigt de aandacht op deze minder ge-
wenschte toestanden. Het bestuur mag hier
wel beter toezien.
De heer M a n d e r s vestigt er de aan
dacht op, dat bij de kromming van den
A'bspoelweg het wilgenhout zóó hoog is op
gegroeid, dat. het uitzicht op den weg be
lemmerd wordt.
Mevr. B r a g g a a rd e D o e s wijst op
den vervuilden toestand van de W. C.'s.
Het toezicht acht spr. ook zeer gebrekkig;
gedurende de geheele week moet er toe
zicht zijn.
De heer Bosman meent, dat de heer
Schüller overdrijft. De werktijden zijn niet
zoo lang als deze voorstelt. Hij moet de
loonen ook niet vergelijken met de loonen
der gemeentearbeiders, doch met de loonen
in het vrije bedrijf. De L. H. kan arbeiders
genoeg krijgen. De heer Schüller wil er ge
meenteambtenaren van maken.
Spr. merkt op, dat tegenmaatregelen
eerst genomen kunnen worden, als men
weet, dat het niet goed gaat. Het bestuur
van de L. H. wilde eerst zien, hoe heb pu
bliek zich houden zou tegenover het park.
Spr. zal als bestuurslid van de L. H. met
de diverse opmerkingen echter rekening
houden.
Daarna verzocht spr. dat de bepaling, vol
gens hetwelk de contributies gestort moe
ten worden in mindering op de gemeente
subsidie 5000.— per jaar), geschrapt zal
worden. Het is bovendien do vraag of de
L. H. zoo'n bepaling mag aannemen, om
dat verschillende giften gedaan worden
met 'n bepaald doel, dat niet overeen te
brengen is met bovengenoemde bepaling.
Bovendien zal het bestuur van de L H. de
ingekomen contributie gelden toch wel aan
wenden voor het onderho.ud van de L. H.
Wethouder fcr o s 1 i n g a spreekt de be
wering tegen dat de S. D. A. P. steeds
zoo welwillend gestaan heeft tegenover de
L. H. Als de geheele raad gestemd had.
Hiernaast een photo
van een der cellen
van het politiebu
reau te Leiden, waar
uit gisternaoht een
dief handig wist te
ontsnappen. De man
maakte boven in de
cel een gat in den
muur door een ven
tilator uit te lich ten
en heesch zich door
de nauwe opening op
het platte dak, zoo
als de pijl aangeeft
zooals de S. D. A. P. dan was er van de
L. H. niets terecht gekomen.
Thans, nu het klaar is en mooi gewor
den is, eischt de S. D. A. P. ook een deel
van de eer op. Spr. ontkent ook, dat er
hongerloonen zijn uitbetaald. Hooger loo
nen konden niet worden uitbetaald, omdat
de regeering ingreep.
Spreker geeft de raad in overweging, nu
ook verder vertrouwen te stellen in het be
stuur van de L. H. Van een verscherpt
toezicht verwacht spr. weinig heil, als het
publiek zelf niet medewerkt. Spr. is het
met den heer Bosman eens, dat men voor
de loonen de maatstaf van het vrije tuin-
bedrijf moet aanleggen. Spr. beveelt den
raad aan, aan de subsidie geen voorwaar
de te verbinden en ontraadt het voorstel-
Schüller. Spr. is het niet eens met den heer
Groeneveld, dat het toezicht aan de L. H.
meer zou zijn dan een bijbetrekking. Wij
kunnen dat werk niet opdragen aan een
werklooze; dooh kunnen daar evenmin iets
anders van maken dan een bijbetrekking-
De oplossing, zooals deze nu gevonden is,
acht spr. een heel gelukkige.
Spr. is verbaasd over de houding van
den heer Bosman, want B. en W. hebben
deze regeling getroffen,juist op voor
stel van het bestuur van de Leidsche Hout,
vastgelegd in een brief. Spr. vreest niet,
dat de bedoelde bepaling zulk een funesten
invloed zal hebben als de heer Bosman het
heeft voorgesteld.
De heer Bosman wist, dat deze bepa
ling in genoemden brief stond. Men was
bang, dat de raad anders bezwaren zou
hebben. Spr. stelt echter voor, de geïncri
mineerde clausule eruit te lichten.
De heer de B e e d e deelt de bezwaren
van den heer Bosman. De middelen van
de L. H. worden op die manier buitenge
woon kaal geschoren. Spr. wil eveneens de
contri'butiegelden laten ter vrije beschik
king van het bestuur.
Ook de heer v. E s steunt het voorstel
Bosman.
De heer Bergers illustreert dat met
een verwijzing naar het verloop van de ge
schiedenis van Schoolkindervoeding. Ook
daar trokken de particulieren zich meer
en meer terug.
Wethouder G o s 1 i n g a deelt dan mede,
dat B. en W. het voorstel-Bosman overne
men.
De heer Schüller meent, dat de heer
v. Es de arbeiders een trap heeft gegeven.
Wij weten heel goed, dat sommige arbei
ders minder goed zijn opgevoed, maar dat
is de schuld van het kapitalisme.
De heer v. Es: De kapstok.
De heer Schüller: „Als u meent, de
arbeiders een verwijt te kunnen maken
mag u eerst wel 'ns kijken naar de zendings
feesten, waar het vaak een zwijnderij is
Spr. ontkent vervolgens, dat de S. D. A.
P vroeger tegen de L. Hout zou zijn ge-
weest. De L. H. had er toch wel
doch als men den zin wan de S. D. A. r.
had gedaan, zouden er behoorlijke loonen
uitbetaald zijn. De loonen van het gemeen
te personeel zijn tooh al niet hoog. Leiden
is juist bekend om z'n lage loonen, de mem
schen loopen hier weg als zij kunnen. De
heer Bosman moge al zeggen dat de L. H.
een werk is van particulier initiatief, ze
zitten toch maar voortdurend aan het ge-
meente-laadje te trekken. Spr. doet nog
maals een beroep op den raad om zijn voor-
stel aan to nemen.
De heer Groeneveld kan met in
zien, hoe de Leidsche Hout er met geko
men zou zijn, als de geheele raad gestemd
had zooals de S. D. A. P. De L. H- was
dan misschien geen particuliere instelling
geweest, maar dan had de gemeente het
bosch tooh kunnen instellen. Spr. zou da
niet betreurd hebben. Inderdaad komt
het voor, dat particuliere exploitatie goed-
kooper is, dan overheidsexploitatie, maar
gewoonlijk zit 'm dat in de lagere loonen.
Spr. blijft er bij, dat het toezicht beter
had kunnen worden toevertrouwd aan een
ander dan den chef-tuinman van Ende
geest. Waarom kan men ook aan de L. tl.
geen chef-tuinman aanstellen?
De heer Wilmer kan niet instemmen
met de theoretische verdediging van de
loonen aan de L. H. Men mag geen lage
loonen uitkeeren, alleen omdat het aanbod
de vraag verre overtreft of omdat het m
een ander bedrijf ook gebeurt.
Het voorstel-Schüller acht spr. echter
gevaarlijk, want in deze lijn verder gaan
de, zal de animo van de particulieren zoo
danig verzwakken, dat de L. H. weldra een
gemeentelijke instelling zal zijn. En dan
zou het wel eens voor kunnen komen, dat
de gemeente geen gelden voor de L. H.
meer heeft, daar ze deze voor noodzakelij
ker uitgaven noodig heeft.
De heer v. d. R e y d e n protesteert te
gen de uitlating van den heer Schüller als
zouden op zendingsfeesten onoirbare din-
1 gen gebeuren. Spr. zou kunnen wijzen op
de jongens- en meisjeskampen van het ge
bouw op de Heerengracht, waar men ook
wel eens over hoort praten. Hij wil echter
geen beschuldigingen uiten in het open
baar, afgaande op geruchten of op zichzelf
staande feiten. De heer Schüller mag wel
eens voorzichtiger met zijn woorden zija.
Het voorstel-Schüller (om aan
de subsidie de voorwaarde te verbinden,
dat de loonen der arbeiders niet lager mo
gen zijn dan die van het minst bezoldigde
gemeenbepersoneel) wordt verworpen met
16 tegen 11 stemmen. Vóór stemden de
S.D.A.P. en de heeren v. Tol en Eikerbout.
Het gewijzigde voorstel van B. en W.
(het voorstel-Bosman werd door B. en W.
overgenomen) wordt daarna aangenomen
met 22 tegen 5 stemmen.
Tegen stemden mevr. Braggaar-de Does
en de heeren Groeneveld, Verwey, Schül
ler en de Waal.
De animo is zoek.
Alvorens over te gaan tot punt 20, doet
de voorzitter het voorstel, de vergadering
te schorsen tot 's avonds. (Het is reeds over
half 6).
De heer Mandeis stelt echter voor,
niet 's avonds door te gaan, doch de verga
dering te verdagen tot een nader te bepa
len datum. Alleen eenige spoedeischendo
voorstallen zouden dan nog afgedaan kun
nen worden.
Sommige leden waren er voor, anderen
er tegen.
Ten slotte werd erover gestemd, met het
resultaat dat de vergadering zou worden
verdaagd.
De punten 20, 21, 22, 23, 27 en 29 worden
aangehouden.
Alleen de volgende punten komen nu nog
aan de orde:
Spoedeischende punten.
24o. Voorstel tot beschikbaarstelling
van gelden ten behoeve van de splitsing
van het schoolgebouw aan de Duivenbode-
straat en van het maken van een tweeden
toegang tot dat gebouw.
De heer Groeneveld vraagt of dezo
verbouwing nog in de zomervacantie kan
voltooid worden.
Wethouder T e p e antwoordt hierop, dat
in het bestek de bepaling staat, dat het
werk vóór 15 Augustus voltooid moet zijn.
Daarna goedgekeurd.
25o. Voorstel tot beschikbaarstelling
van gelden ten behoeve van de aansluiting
van wijk XII aan de Centrale rioleering.
Goedgekeurd.
26o. Voorstel tot beschikbaar stelling
van gelden ten behoeve van de vernieuwing
van het wegdek van het Noordeinde.
De heer Bergers vraagt, of de asphal-
teering nu afdoende zal zijn?
De voorzitter: Dat vindt u in de
stukken.
De heer Schüller herinnert eraan,
dat hij indertijd erop gewezen heeft, dat de
proefneming met deze twee soorten asphalt
op een mislukking moest uitloopen.
(Geroep: Hulde. Applaus).
Een fait accompli?
Webhouder T e p e vraagt daarna spoed-
eischend aan de orde te willen stellen een
crediet van 2.225 voor een verbouwing in
de Meisjes H. B. S. aan de Garenmarkt,
omdat een uitbreiding van lesruimte drin
gend noodig is.
De heer Groeneveld kan zijn stem
aan dit voorstel niet geven. De wethouder
had er wel eerder mee kunnen komen; men
had dat van te voren kunnen voorzien.
Wethouder Tepe ontkgnt dat beslist.
Door bijzondere omstandigheden was dat
niet te voorzien.
De heer Groeneveld kan daarop
toch niet ingaan. Hem is daarvan als lid
van de Commissie voor het Onderwijs niets
bekend.
De heer Schüller: De commissie van
fabricage weet er ook niets van. Wij wor
den hier telkens maar voor een voldongen
feit geplaatst.
De heer Huurman: Een enkelen keer
kan dat toch voorkomen. Men mag toch
wel ©enig vertrouwen in B. en W. stellen.
Ik stel voor, over dit voorstel direct le
stemmen.
De heer Kooistra komt daar tegen
op. Dat is geen zuivere politiek. U rekenc
op uw rechtsche meerderheid.
De heer v. Es: Dat is geen rekenen op
een rechtsche meerderheid. Het is noodza
kelijk dit voorstel direct aan te nemen om
de H.B.S. niet in moeilijkheden te brengen.
De heer Groeneveld: Ik stem toch
tegen. Ik doe geen sprong in het duister.
De heer Huurman: U behoeft geen
sprong in het duister te doen. U kunt den
wethouder toch vragen stellen.
De heer Schüller: Wij hoeven toch
niet als kwajongens te vragen. B. en W.
behooren zelf uit eigen beweging de noodi-
ge inlichtingen te geven.