GEMEENTERAAD VAN LEIDEN DINSDAG 4 AUGUSTUS 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 Kwestie over grondaankoop Ongemotiveerde verdachtmakingen Een „geheime" zitting, waar uit alles mag worden verteld De Raad vindt het warm en gaat niet verder. GEMEENTERAAD. Voorzitter de loco-burgemeester wethou der Aug. L. Reimeringer. Afwezig met kennisgeving de heeren v. Eek, Coster, K ui venhoven en v. Rosmalen. Onder de ingekomen stukken bevindt zich o.a. een adres van adspirarot-bewoners van de dioor de fa. J. 't Hart en D. Aanen te Leiden te bouwen woningen aan den La ge Monsohweg om te willen bevorderen, dat spoedig de bouw vengunning wordt verleend, waarop reeds lang gewacht wordt, en waarvan het uitblijven de bo-uw aanzienlijk dreigt te vertragen, wegens het aanbreken van den regentijd. De voorzitter stelt voor dit adres iin han den van B. en W. te stelden. De heer Iv oois tra wil graag de reden weten van de vertraging. Wethouder Splinter antwoordt, dat dat in verband staat met het uitbreidings plan. De heer Kooistra meent, dat het plan van de bouwers tooh niet in strijd lis met het uitbreidingsplan. Spr. wensoht een nadere uiteenzetting. Wethouder S p 11 n ter zegt nu, dat de L.E.M.V.O.G den grond heeft overgedaan zonder de zaak van te voren in orde ge maakt te hebben. De L.E.M.V.O.G. moet eerst de straat overdragen. De heer Kooistra constateert dus, dat de schuld niet bij de gemeente ligt. De heer v. Stralen meent, dat het nu wel vaststaat, dat er stagnatie is in het verleenen van bouwvergunningen. Het is gewensoht dat er in verband met de werk loosheid meer spoed gemaakt wordt. Wethouder Splinter zet nogmaals de zaak uiteen. De zaak kan niet besproe- digd worden. De L.E.M.V.O.G. had zich eerst tot de gemeente moeten wenden. Het adres wordt daarna voor kennisgeving aan genomen. De heer S c h 11 e r heeft verlof ge vraagd B. en W. te mogen interpelleeren over de kwestie van grondaankoop langs het Rijn en Söhiekanaal, welke interpella tie wordt toegestaan aan het eind van de gedrukte agenda. Ingekomen is verder een adres van den Plaatselijken Raad (S. D. A. P. en L. Be sturenbond) inzake de werkloosheid, welk adres behandeld zal worden bij- punt 28. De heer ir. Bronkhorst heeft een ver zoek ingediend om eervol ontslag als ad junct directeur van Gemeentewerken, welk verzoek in handen van B. en W. wordt ge steld om prae-advies. Vervolgens worden de eerste 13 voorstel len aangenomen zonder debat. 14o. Voorstel tot aankoop, respect, over name in eigendom van eenige strookjes grond, in verband met den aanleg van de Cobetstraat, een strookje grond aan den Hoogen Rijndijk, een perceel grond en sloot, deel uitmakende van den grond, waarover de westel^k van de Cobetstraat loopende straat is geprojecteerd, alsmede tot beschikbaarstelling van de voor een en ander benoodigde gelden. De heer Zitman ziet iets onwettigs in deze transactie, daar de grond vóór de rooilijn moet worden afgestaan. Wethouder Splinter zet de zaak na der uiteen. De heer Zitman blijft er iets onbillijks in zien. Daarna goedgekeurd. Ongemotiveerde beschuldigin gen op vermoedens. 15o. Voorstel tot aankoop van de per- ceelen teelland en water, gelegen ten Zui den van den Haagweg, kad. bekend Sectie O nis 732 tot en met 737, 739 en 740 en tot beschikbaarstelling van de voor dien aan koop benoodigde gelden. De heer Schüller heeft niet kunnen nagaan, van wie de gemeente deze percee- len koopt. Zijn de gronden getaxeerd en wie is de bemiddelaar van de gemeente geweest? Spr. vreest een opzetje en is be reid het antwoord te hooren in een gehei me zitting, hoewel hij de zaak liever in het openbaar wilde behandelen. De heer Wilmsr dringt aan op open bare behandeling. De heer Schüller vraagt nog of er een aansluitend geheel kan worden ver kregen. Spreker heeft reden te vermoeden dat de gemeente dien grond voor 1.per M2. te duur koopt. De onderhandelaar van de gemeente heeft de zaak opgedragen aan een tusschenpersoon, die van zijn positie gebruik gemaakt heeft om 3000 extra winst te maken. Voorloopig kan spr. in het openbaar niet verder spreken. De heer Huurman stelt voor, de deu ren te sluiten, en wanneer blijkt, dat de zaak dan nog een openbare behandeling noodig heeft, kan verder in het openbaar gesproken worden. De raad gaat daarna in geheime zitting. (Het bovenstaande is reeds opgenomen in een gedeelte onzer vorige oplage; de bij punt 15 gevoerde besprekingen zjjn echter abusievelijk geplaatst bij punt 14.). Na de zitting met gesloten deuren. Nadat de raad ruim één uur in gesloten vergadering bijeen was geweest, wordt te 4 uur de vergadering geopend. De heer Schüller herhaalt dan zijn vroeger gestelde vragen, aangevuld als volgt Van wie(n) is de eigendom van de aan te koopen gronden. Hoeveel bedragen de kosten voor het bouwrijp maken van deze gronden. Hoeveel bedraagt de bouwdiepte der perceelen. Wie is de tusschenpersoon geweest, door middel van wien de gemeente den grond heeft gekocht. Heeft deze tusschenpersoon eenige pro visie genoten (1.5 pot.)? Is het waar dat de eene eigenaar een som gelds 1600) aan een andere eige naar heeft afgestaan? Weten B. en W. dat de aan te koopen gronden niet geheel aansluiten bij de ove rige gemeentegronden? En ten slotte achten B. en W. de koop som niet te hoog. Wethouder Splinter antwoordt, dat de gronden eigendom zijn van de heeren Vlieland, Beurze, Segaar en v. d. Spek. De kosten van het bouwrijp maken van den grond bedragen pl.m. 4.25 per M2. De bouwdiepte gedraagt pl.m. 75 M. en 35 M. De gemeente kocht den grond door tus- sc'henkomst van den heer de Jong van het Woningbureau te Oegstgeest, die de gron den had aangeboden aan den heer v. Zijp, die op zijn beurt de perceelen onder de aandacht van de gemeente heeft gebracht. Zij moesten 2.50 per M2. kosten. Aan B. en W. is niets bekend omtrent eenige provisie welke de heer de Jong zou hebben genoten. Aan de gemeente is ook niets bekend omtrent een uitkeering van den eenen eige naar aan den andere bij aankoop van den grond. Tusschen deze gronden en die van den heer Noordman, waaraan de overige ge meentegronden grenzen, ligt nog een wete ring, doch B. en W. weten niet of deze we tering het eigendom is van den heer Noord man. B. en W. achten de aankoopprijs hoog, maar niet te hoog, gezien de voor de ge meente gunstige ligging der gronden. De heer Schüller verklaart dat hij genoegen neemt met de ontkenningen van het ooilege. Hij constateert, dat binnenkort dus een voorstel zal komen tot aankoop van de wetering, alvorens de gronden bouwrijp kunnen worden gemaakt. Wethouder Splinter interrumpeert, dat dit laatste geheel onafhankelijk daar van staat. De heer Schüller vraagt nog of deze gronden getaxeerd zijn. Wethouder Splinter antwoordt, dat zij niet getaxeerd zijn buiten het ooilege om. De heer Schüller vindt de grondprijs zeer hoog. Wethouder Splinter is het hiermede niet eens. De grond komt op 6.75 per M3. bouwrijp. De heer Bergers vestigt er de aan dacht op, dat de personen, die min of meer bedektelijk verdacht gemaakt zijn vóór de geheime zitting, gerehabiliteerd zijn. De heer Schüller verklaart alleen genoegen te hebben genomen met de ver klaring, dat de gemeente er buiten stond. De heer W i 1 m e r merkt op, dat de in druk gevestigd kan zijn, dat er in de zitting met gesloten deuren dingen besproken zijn, die beter geheim kunnen blijven. Spreker stelt er prijs op te verklaren, dat alles wat in de zitting met gesloten deuren is bespro ken ook in het openbaar had kunnen zijn gezegd; en dat de zitting niet „geheim" is geweest, zoodat al het daarin gesprokene kan worden medegedeeld. Het verwondert spr. dat de heer Schüller met het voorstel van B. en W. niet kan meegaan, daar de raad reeds eerder zijn toestemming tot aankoop van deze gronden heeft gegeven en er sindsdien niets veranderd is. De heer Kooistra vestigt de aan dacht op een paar ingezonden stukken in de pers, waarin de vraag gesteld word't, hoe het komt, dat thans de grond niet te duur is geacht en vroeger wel. Komt dat soms omdat gelden zijn aangeboden? zoo wordt er gevraagd. (De ingezonden stukken, hier bedoeld, zijn van den heer De Cler, die ook in ons blad hebben gestaan, en van den heer Brand, waarvan ons blad niet de eer heeft gehad te mogen publiceer en, doch waar aan de raad meende aandacht te moeten schenken en dat wij daaTom hier laten volgen: „Het ingezonden stuk van den heer De Cler, kan ik ten volle onderschrijven; wa ren er maar meer zulke menschen, die het onafhankelijk durfden neerschrijven! Toen de heer Van der Stoel en onderge- teekende den grond er vlak naast hebben aangeboden voor 1.90 per Meter toen was het te duur, en nu voor 2.50 is het niet te duur. Wij wilden geen provisie betalen, is dat soms de reden? Er zijn menschen waarvan en waaraan de Wethouder altijd wil koopen of verkno pen, maar als het concurrenten zijn, of het zijn geen vrienden, dan deugt het niet,. Laat nu de Raad der Gemeente Maan dag maar een flinken strop geven, de inge zetenen zullen de tol wel betalen voor deze dure grondpolitiek". Was geteekend H. Brandt Hzn., Haag- weg 212.). De heer v. E s meent, dat men te veel eer aan deze ingezonden stukken bewijst. Spr. spreekt zijn volle vertrouwen uit in de integriteit van den wethouder van fabri cage. De heer Parmentier vraagt, welk motief de heer Schüller heeft om tegen aankoop van dezen grond te stemmen daar de S. D. A. P. toch heeft meege werkt aan de tot standkoming van de aankoop. De heer Schüller merkt op, dat hij met geen enkel woord gezegd heeft, dat hij tegen het voorstel stemmen zal. Spr. wist aanvankelijk niet, dat er een wete ring tusschen lag, anders had hij misschien direct een ietwat ander standpunt ingeno men. Wethouder Splinter dankt den heer v. Es voor zijn woorden. Spr. wenscht niet in te gaan 'op de bedoelde ingezonden stuk ken. Elke grondaankoop heeft spr. gedaan in het belang van de gemeente en nimmer heeft hij een cent provisie aangenomen. De heer K o oi s t r a De ingezonden stukken waren openbaar; het was dus goed, dat de wethouder in het openbaar ge rehabiliteerd is. De heer Zitman constateert, dat er praatjes ontstaan zijn zonder gezonde ba sis. Spr. vindt persoonlijk de prijs van 2.50 per M2. te hoog. Het voorstel wordt daarna z. h. st. aan genomen. 16o. Praeadvies op het verzoek van de N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij, om goedkeuring van een plan tot den bouw van een machinistenwoning nabij de-n waterto ren te Katwijk. Goedgekeurd. 17o. Voorstel tot inbreng in het Ge meentelijk Grondbedrijf van het niet voor Woonwagenkamp bestemde gedeelte van het perceel weiland aan- en nabij den La gen Morschweg en van eenige perceelen weiland c.s. ten oosten van de Haarlemmer trekvaart. Goedgekeurd. Het onderhoud van de Leid- sche Hout. 18o. Voorstel tot wijziging van het Raadsbesluit van 27 Augustus 1928, voor- zooveel betreft de begrenzing van de aan de stichting „Fonds voor Aanleg, Onder houd en Beheer van Wandelparken" in erf pacht gegeven perceelen weiland c.a. De heer Bergers meent, dat de be zoekers de Hout teveel ruineeren. Hij zelf is getuige geweest, dat bossen bloemen uit het Wandelpark worden meegenomen. Wethouder Reimeringer zegt, dat de toestand thans veel verbeterd is. 19o. Voorstel in zake de toekenning van een subsidie aan het „Fonds voor Aanleg, Onderhoud en Beheer van Wandelparken ten behoeve van het onderhoud van den Leidschen Hout en tot vaststelling van den desbetreffenden begrootingsstaat. De heer Schüller zegt, dat de S. D. A. P. altijd erg welwillend staat tegenover subsidie aan de Leidsche Hout. Thans ech ter moet spreker bij deze sulbsid'ie-aanvra- opmerken, dat het onderhoud van de Leidsche Hout niet zóó is, als dat behoort. Het bestuur van de L. H. heeft blijk baar geen geld genoeg voor het onderhoud en klopt bij de gemeente aan. Spr. wijst er op, dat de arbeidsvoorwaarden voor de ar beiders in de L. H. niet bepaald gunstig zijn. 's Zondags hebben zij bovendien nog wachtdienst, zonder eenige loonsverhoo- ging. De minst geschoolde gemeentearbei der in dat vak krijgt nièer. Spr. meent, dat de raad subsidie verstrekt uitsluitend voor uitbetaling van loonen, ook daarbij bepaald moet worden, dat de arbeidsvoor waarden minstens gelijk dienen te zijn aan die van vast aangesteld gemeente perso neel. Spr. dient in dien geest een voorstel De heer Groene veld meent, dat de voorgestelde regeling, dat de chef-tuinman van Endegeest ook belast zal worden met het toezicht van de L. Hout, niet juist is. Ofwel die tuinman hee-ft in Endegeest niet genoeg te doen, ofwel hij wordt overbelast. Mede in verband met de werkloosheid acht spr. het voorgestelde tuinmansbaantje geen bijbetrekking. Er zijn genoeg anderen, die dat "eld 500.per jaar) verdienen wil len. De heer v. E s meent,- da.t de L. Hout wel de moeite waard is om te worden on derhouden. Het is spr. opgevallen, dat er bij het z.g. Piaswater door de kinderen ge plast wordt op een dikwijls minder oirbare en ook vaak zeer onhygiënische wijze. Spr. vestigt de aandacht op deze minder ge- wenschte toestanden. Het bestuur mag hier wel beter toezien. De heer M a n d e r s vestigt er de aan dacht op, dat bij de kromming van den A'bspoelweg het wilgenhout zóó hoog is op gegroeid, dat. het uitzicht op den weg be lemmerd wordt. Mevr. B r a g g a a rd e D o e s wijst op den vervuilden toestand van de W. C.'s. Het toezicht acht spr. ook zeer gebrekkig; gedurende de geheele week moet er toe zicht zijn. De heer Bosman meent, dat de heer Schüller overdrijft. De werktijden zijn niet zoo lang als deze voorstelt. Hij moet de loonen ook niet vergelijken met de loonen der gemeentearbeiders, doch met de loonen in het vrije bedrijf. De L. H. kan arbeiders genoeg krijgen. De heer Schüller wil er ge meenteambtenaren van maken. Spr. merkt op, dat tegenmaatregelen eerst genomen kunnen worden, als men weet, dat het niet goed gaat. Het bestuur van de L. H. wilde eerst zien, hoe heb pu bliek zich houden zou tegenover het park. Spr. zal als bestuurslid van de L. H. met de diverse opmerkingen echter rekening houden. Daarna verzocht spr. dat de bepaling, vol gens hetwelk de contributies gestort moe ten worden in mindering op de gemeente subsidie 5000.— per jaar), geschrapt zal worden. Het is bovendien do vraag of de L. H. zoo'n bepaling mag aannemen, om dat verschillende giften gedaan worden met 'n bepaald doel, dat niet overeen te brengen is met bovengenoemde bepaling. Bovendien zal het bestuur van de L H. de ingekomen contributie gelden toch wel aan wenden voor het onderho.ud van de L. H. Wethouder fcr o s 1 i n g a spreekt de be wering tegen dat de S. D. A. P. steeds zoo welwillend gestaan heeft tegenover de L. H. Als de geheele raad gestemd had. Hiernaast een photo van een der cellen van het politiebu reau te Leiden, waar uit gisternaoht een dief handig wist te ontsnappen. De man maakte boven in de cel een gat in den muur door een ven tilator uit te lich ten en heesch zich door de nauwe opening op het platte dak, zoo als de pijl aangeeft zooals de S. D. A. P. dan was er van de L. H. niets terecht gekomen. Thans, nu het klaar is en mooi gewor den is, eischt de S. D. A. P. ook een deel van de eer op. Spr. ontkent ook, dat er hongerloonen zijn uitbetaald. Hooger loo nen konden niet worden uitbetaald, omdat de regeering ingreep. Spreker geeft de raad in overweging, nu ook verder vertrouwen te stellen in het be stuur van de L. H. Van een verscherpt toezicht verwacht spr. weinig heil, als het publiek zelf niet medewerkt. Spr. is het met den heer Bosman eens, dat men voor de loonen de maatstaf van het vrije tuin- bedrijf moet aanleggen. Spr. beveelt den raad aan, aan de subsidie geen voorwaar de te verbinden en ontraadt het voorstel- Schüller. Spr. is het niet eens met den heer Groeneveld, dat het toezicht aan de L. H. meer zou zijn dan een bijbetrekking. Wij kunnen dat werk niet opdragen aan een werklooze; dooh kunnen daar evenmin iets anders van maken dan een bijbetrekking- De oplossing, zooals deze nu gevonden is, acht spr. een heel gelukkige. Spr. is verbaasd over de houding van den heer Bosman, want B. en W. hebben deze regeling getroffen,juist op voor stel van het bestuur van de Leidsche Hout, vastgelegd in een brief. Spr. vreest niet, dat de bedoelde bepaling zulk een funesten invloed zal hebben als de heer Bosman het heeft voorgesteld. De heer Bosman wist, dat deze bepa ling in genoemden brief stond. Men was bang, dat de raad anders bezwaren zou hebben. Spr. stelt echter voor, de geïncri mineerde clausule eruit te lichten. De heer de B e e d e deelt de bezwaren van den heer Bosman. De middelen van de L. H. worden op die manier buitenge woon kaal geschoren. Spr. wil eveneens de contri'butiegelden laten ter vrije beschik king van het bestuur. Ook de heer v. E s steunt het voorstel Bosman. De heer Bergers illustreert dat met een verwijzing naar het verloop van de ge schiedenis van Schoolkindervoeding. Ook daar trokken de particulieren zich meer en meer terug. Wethouder G o s 1 i n g a deelt dan mede, dat B. en W. het voorstel-Bosman overne men. De heer Schüller meent, dat de heer v. Es de arbeiders een trap heeft gegeven. Wij weten heel goed, dat sommige arbei ders minder goed zijn opgevoed, maar dat is de schuld van het kapitalisme. De heer v. Es: De kapstok. De heer Schüller: „Als u meent, de arbeiders een verwijt te kunnen maken mag u eerst wel 'ns kijken naar de zendings feesten, waar het vaak een zwijnderij is Spr. ontkent vervolgens, dat de S. D. A. P vroeger tegen de L. Hout zou zijn ge- weest. De L. H. had er toch wel doch als men den zin wan de S. D. A. r. had gedaan, zouden er behoorlijke loonen uitbetaald zijn. De loonen van het gemeen te personeel zijn tooh al niet hoog. Leiden is juist bekend om z'n lage loonen, de mem schen loopen hier weg als zij kunnen. De heer Bosman moge al zeggen dat de L. H. een werk is van particulier initiatief, ze zitten toch maar voortdurend aan het ge- meente-laadje te trekken. Spr. doet nog maals een beroep op den raad om zijn voor- stel aan to nemen. De heer Groeneveld kan met in zien, hoe de Leidsche Hout er met geko men zou zijn, als de geheele raad gestemd had zooals de S. D. A. P. De L. H- was dan misschien geen particuliere instelling geweest, maar dan had de gemeente het bosch tooh kunnen instellen. Spr. zou da niet betreurd hebben. Inderdaad komt het voor, dat particuliere exploitatie goed- kooper is, dan overheidsexploitatie, maar gewoonlijk zit 'm dat in de lagere loonen. Spr. blijft er bij, dat het toezicht beter had kunnen worden toevertrouwd aan een ander dan den chef-tuinman van Ende geest. Waarom kan men ook aan de L. tl. geen chef-tuinman aanstellen? De heer Wilmer kan niet instemmen met de theoretische verdediging van de loonen aan de L. H. Men mag geen lage loonen uitkeeren, alleen omdat het aanbod de vraag verre overtreft of omdat het m een ander bedrijf ook gebeurt. Het voorstel-Schüller acht spr. echter gevaarlijk, want in deze lijn verder gaan de, zal de animo van de particulieren zoo danig verzwakken, dat de L. H. weldra een gemeentelijke instelling zal zijn. En dan zou het wel eens voor kunnen komen, dat de gemeente geen gelden voor de L. H. meer heeft, daar ze deze voor noodzakelij ker uitgaven noodig heeft. De heer v. d. R e y d e n protesteert te gen de uitlating van den heer Schüller als zouden op zendingsfeesten onoirbare din- 1 gen gebeuren. Spr. zou kunnen wijzen op de jongens- en meisjeskampen van het ge bouw op de Heerengracht, waar men ook wel eens over hoort praten. Hij wil echter geen beschuldigingen uiten in het open baar, afgaande op geruchten of op zichzelf staande feiten. De heer Schüller mag wel eens voorzichtiger met zijn woorden zija. Het voorstel-Schüller (om aan de subsidie de voorwaarde te verbinden, dat de loonen der arbeiders niet lager mo gen zijn dan die van het minst bezoldigde gemeenbepersoneel) wordt verworpen met 16 tegen 11 stemmen. Vóór stemden de S.D.A.P. en de heeren v. Tol en Eikerbout. Het gewijzigde voorstel van B. en W. (het voorstel-Bosman werd door B. en W. overgenomen) wordt daarna aangenomen met 22 tegen 5 stemmen. Tegen stemden mevr. Braggaar-de Does en de heeren Groeneveld, Verwey, Schül ler en de Waal. De animo is zoek. Alvorens over te gaan tot punt 20, doet de voorzitter het voorstel, de vergadering te schorsen tot 's avonds. (Het is reeds over half 6). De heer Mandeis stelt echter voor, niet 's avonds door te gaan, doch de verga dering te verdagen tot een nader te bepa len datum. Alleen eenige spoedeischendo voorstallen zouden dan nog afgedaan kun nen worden. Sommige leden waren er voor, anderen er tegen. Ten slotte werd erover gestemd, met het resultaat dat de vergadering zou worden verdaagd. De punten 20, 21, 22, 23, 27 en 29 worden aangehouden. Alleen de volgende punten komen nu nog aan de orde: Spoedeischende punten. 24o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de splitsing van het schoolgebouw aan de Duivenbode- straat en van het maken van een tweeden toegang tot dat gebouw. De heer Groeneveld vraagt of dezo verbouwing nog in de zomervacantie kan voltooid worden. Wethouder T e p e antwoordt hierop, dat in het bestek de bepaling staat, dat het werk vóór 15 Augustus voltooid moet zijn. Daarna goedgekeurd. 25o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de aansluiting van wijk XII aan de Centrale rioleering. Goedgekeurd. 26o. Voorstel tot beschikbaar stelling van gelden ten behoeve van de vernieuwing van het wegdek van het Noordeinde. De heer Bergers vraagt, of de asphal- teering nu afdoende zal zijn? De voorzitter: Dat vindt u in de stukken. De heer Schüller herinnert eraan, dat hij indertijd erop gewezen heeft, dat de proefneming met deze twee soorten asphalt op een mislukking moest uitloopen. (Geroep: Hulde. Applaus). Een fait accompli? Webhouder T e p e vraagt daarna spoed- eischend aan de orde te willen stellen een crediet van 2.225 voor een verbouwing in de Meisjes H. B. S. aan de Garenmarkt, omdat een uitbreiding van lesruimte drin gend noodig is. De heer Groeneveld kan zijn stem aan dit voorstel niet geven. De wethouder had er wel eerder mee kunnen komen; men had dat van te voren kunnen voorzien. Wethouder Tepe ontkgnt dat beslist. Door bijzondere omstandigheden was dat niet te voorzien. De heer Groeneveld kan daarop toch niet ingaan. Hem is daarvan als lid van de Commissie voor het Onderwijs niets bekend. De heer Schüller: De commissie van fabricage weet er ook niets van. Wij wor den hier telkens maar voor een voldongen feit geplaatst. De heer Huurman: Een enkelen keer kan dat toch voorkomen. Men mag toch wel ©enig vertrouwen in B. en W. stellen. Ik stel voor, over dit voorstel direct le stemmen. De heer Kooistra komt daar tegen op. Dat is geen zuivere politiek. U rekenc op uw rechtsche meerderheid. De heer v. Es: Dat is geen rekenen op een rechtsche meerderheid. Het is noodza kelijk dit voorstel direct aan te nemen om de H.B.S. niet in moeilijkheden te brengen. De heer Groeneveld: Ik stem toch tegen. Ik doe geen sprong in het duister. De heer Huurman: U behoeft geen sprong in het duister te doen. U kunt den wethouder toch vragen stellen. De heer Schüller: Wij hoeven toch niet als kwajongens te vragen. B. en W. behooren zelf uit eigen beweging de noodi- ge inlichtingen te geven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5