DE BAKKERSNACHTARBEID.
DE ARME GILLI
DONDERDAG 30 JULI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
DÊRDE BLAD PA«. 9
WIJZIGINGEN VAN MINISTER VERSCHUUR VOOR MIDDEN-
SOORTBEDRIJVEN.
Minister Verschuur heeft bij den Hoo
gen Raad van Arbeid aanhangig gemaakt
ten voorontwerp tot wijziging der bepa
lingen betreffende den arbeid in broodbak
kerijen.
Wat wil de Minister daarmede?
In „De Tijd" geeft L. v. d. B. hierop het
volgend antwoord:
Laten we even in de geschiedenis terug
gaan.
De Arbeidswet van 1919 verbood den
nachtarbeid voor knechts en patroons tus-
schen 8 uur 's avonds en 6 uur 's morgens
(behalve Zaterdags en 10 andere dagen in
't jaar) en stelde den 8-urigen arbeidsdag
I in (Zaterdags 11 uur) met een 45-urige
werkweek. De alleenwerkende patroon «kon
een vergunning voor nachtarbeid beko
men, maar hiermee hield verband een ver-
I bod van ververvoer van versoh brood vóór
9 uur 's morgens. Voor bakkerijen met
meer dan 6 gezellen, waar vergunning tot
het verrichten van vóórarbeid was ver
leend, was een verbod uitgevaardigd van
vervoer en verkoop van versch brood vóór
9, resp. 10 uur.
De gevolgen waren hiervan, dat het ge-
heele brood bakkersbedrijf beheerscht
werd door een jacht om vóór het ontbijt
zooveel mogelijk brood gereed en bezorgd
te hebben „omdat het publiek zoo hoogen
piijs stelde op versch on tb ij tb rood", gelijk
de Minister in de Memorie van Toelichting
zelf toegeeft.
Voor de kleine bakkerijen met een
buurtdebiet was het tamelijk gemakkelijk
hieraan te voldoen; maar voor de grootere
ondernemingen was dit moeilijker. Er
moest daar dan zeer oneconomisch ge
werkt worden door uitbreiding der outil
lage, door zeer gejaagd werken, terwijl de
kwaliteit van het brood er onder moest
lijden. Wie denkt aan onze ouderwetsche
pothuizen, waarop de „bakker van den
hoek" zijn 's nachts gebakken brood be
hoorlijk liet uitdampen in de vroege mor
genuren, begrijpt-, dat door het roef-roef
systeem wel iets van de kwaliteit te loor
ging. De bakkerijen, die een .vergunning
van voorarbeid niet konden bekomen en
's morgens vroeg geen versch brood kon
den leveren, zagen zich vele klanten ont
gaan. De bekende overgangsbepaling van
art. 39 hielp hierbij slechts onvoldoende.
De eerste jaren van ondervinding met de
arbeidswet brachten in 1922 een aantal
veranderingen tot stand in de bakke
rij-paragraaf.
De 45-urige werkweek werd een 48-uri-
ge. Het aanvangsuur van 6 werd tot 5 uur
's morgens gebracht voor het platteland
en voor stadsbakkerijen met minstens 6
gezellen ingevolge aanwijzing respectieve
lijk vergunning van den Minister. En een
algemeen verbod van vervoer en verkoop
van versch brood vóór 9, resp. 10 uur
voormiddags werd ingesteld.
Aan de voornaamste bezwaren leek te
gemoetgekomen.
Intusschen bleek een bevredigende op
lossing voor het geheele bedrijf niet ver
kregen, ook nadat de nieuwe bepalingen
haren invloed eenige jaren op het bedrijf
hadden doen gelden.
De middengroote bakkerijen bleven.in
een moeilijken toestand.
Op het platteland scheen een bevredi
gende toestand gekomen door den aan
vang van den arbeid te 5 uur. Ook voor de
stadsbakkerijen met 6 of meer gezellen
leek de aanvangstijd van 5 uur met een
vergunning tot voorarbeid voldoende om te
10 uur genoeg brood gereed te hebben, ten
einde dit vóór 12 uur aan de cliëntèle te
hebben rondgebracht.
Dit komt althans den minister zoo voor
en we willen hierop thans niet verder in
gaan.
De bakkerijen echter van kleineren om
vang, die geen zes knechten kunnen hebben
dus niet voor 'n vergunning tot voorarbeid
in aanmerking komen, en ook niet vóór 6
uu. mogen beginnen, waren in de knel ge
komen. Dat voelde de toenmalige minister
ook en bij Koninklijke Boodschap werd
daarom einde 1924 een wetsontwerp inge
diend, dat in hoofdzaak beoogde een mis
stand weg te nemen door het aanvangsuur
voor vele bakkerijen op 5 uur te stellen.
(Zaterdags 3 uur).
Hiervan is evenwel niets terecht geko
men, omdat de Tweede Kamer oen amen-
dement-Smeenk aannam, hetwelk het aan
vangsuur algemeen op 6 uur (Zaterdags 4
uur) wilde.
De toenmalige minister wenschte hier
van de verantwoordelijkheid niet te dragen
en trok zijn wetsontwerp tot wijziging in.
De toestand bleef dus zooals hij was ge
schapen in 1922, hoewel de regeering dien
toestand onbevredigend oordeelde! Uit het
bakkersbedrijf is van patroons zijde her
haaldelijk op verandering aangedrongen.
Het werk eener inmiddels ingestelde com
missie uit het bedrijf, die op verzoek uit
den kring van werkgevers en werknemers
organisaties de bakkersparagraaf aan een
bespreking onderwierp, leidde tot geen
resultaat. (Haar rapport werd uitgebracht
in Febr. 1927).
In Nov. 1929 kwam een collectieve ar
beidsovereenkomst in het bakkersbedrijf
tot stand trsschen de voornaamste organi
saties van werknemers en werkgevers. Dat
bracht opnieuw aan de orde wijziging van
het aanvangsuur.
De bij de overeenkomst ingestelde Cen
trale Bedrijfscommissie kwam al spoe
dig met voorstellen aangaande de wijziging
van het aanvangsuur. Een verklaring der
arbeidersorganisaties was daarbij opgeno
men,' dat „deze haar volle medewerking
willen verleenen om de moeilijkheden van
het ongelijke aanvangsuur in het bedrijf op
Ie heffen en daartoe in die plaatsen, waar
de collectieve arbeidsovereenkomst van
toepassing is verklaard, voor ondernemin
gen, waarop art. 37 der Arbeidswet niet
van toepassing is, te bevorderen, dat voor
een of meer personen een uur vroeger aan
vang van den arbeid wordt toegestaan."
Aanvankelijke voorstellen der Centrale
Bedrijfscommissie konden niet de in
stemming van den Minister bekomen, maar
wel verklaarde deze zich bereid een wets
wijziging te bevorderen, die zou tegemoet
komen aan de uit het bedrijf zelf naar vo-
ïen gekomen wenschen indien de vakver-
eenigingen van arbeiders en werkgevers
in het brood'bakkersbedrijf het tijdstip van
den bakkerarbeid op bepaalde plaatsen
een uur vroeger wenschten te stellen dan
6 uur. De Centrale Bedrijfscommissie ver
klaarde zich hiermede accoord en zoo is
het nieuwe voorontwerp tot wijziging tot
stand gekomen.
Hieruit blijkt derhalve, dat een onbillijke
en onbevredigende regeling van jaren haar
oplossing hopelijk zal vinden door het tot
standkomen van een collectieve arbeids
overeenkomst in het bedrijf. Alsmede, dat
wederkeerig eventueel de wetswijziging,
die door de Collectieve arbeidsovereen
komst is mogelijk geworden, ook de Col
lectieve Arbeidsovereenkomsten plaatselijk
zal in de hand werken.
Want
Het ligt in de bedoeling van de vakver-
eenigingen van werkgevers en werknemers
de vergunning aan te vragen voor gemeen
ten, waar een collectieve arbeidsovereen
komst is gesloten. Op dit oogenblik is deze
reeds van kracht te Amsterdam, Rotterdam
's-Gravenhage. Utrecht, Zaandam, Hilver
sum, Leeuwarden, Groningen, Zwolle. Al
melo, Enschedé en Vlissingen. Besprekin
gen erover worden gevoerd te Alkmaar,
Haarlem, Leiden, Delft, Dordrecht, Arn
hem, Deventer en Zutphen.
De Minister zinspeelt hierop duidelijk,
£an eiHrertfoop
van effecten.
als hij in zijn toelichting schrijft: „indien
de voorgestelde wettelijke voorziening tot
stand komt, zal dus reeds spoedig in zeer
veel gevallen aan de moeilijkheden, die in
de middelgroote bakkerijen bestaan, kun
nen worden tegemoetgekomen, terwijl
het min of nieer in de hand
van het b e d r ij f zelf wordt
gelegd om door onderling
overleg ookelders eenzelf
de resultaat te bereike n."
Opgemerkt zij nog, dat krachtens het
nieuwe ar^t. 39 een vergunning zal gelden
voor een gemeente of een gedeelte eener
gemeente en niet voor een onderneming of
groep van ondernemingen. Zoowel geor
ganiseerde als niet-georganiseerde werk
gevers zullen er dus gebruik van kunnen
maken. „Met het oog op de plaatselijke
concurrentie in het bedrijf zou. anders een.
niet te motiveer.en ongelijke behandeling
worden geschapen, Schrijft de Minister.
Zietdaar wat minister Verschuur beoogt-
met zijn, thans bij den Hoogen Raad van
Arbeid aanhangig gemaakte wijziging.
GEMENGDE BERICHTEN
ONGELUKKEN.
SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER.
Doodelijk ongeluk» te
Princenhage.
Gistermorgen omstreeks twaalf uur is
te Princenhage een doodelijk ongeluk ge
beurd. De 64-jarige mandenmaker J. de
Jong, afkomstig uit Sint-Willebrord, be
vond zich op de fiets op den hoek van de
Esserstraat en de Princenhaagsohe Dreef
ter linkerzijde van den weg. Een met stee-
nen beladen zeswielige vrachtauto reed
De J. achterop. Deze auto moest uitwijken
voor een stilstaanden melkwagen en haalde
daarom naar links uit. De mandenmaker
trachtte nog af te stappen, doch raakte
daarbij met zijn linkerpedaal de trottoir
band en viel daarop naar den rechterkant
tegen het voorwiel van den auto. De on
gelukkige was vrijwel op slag dood. Hij
laat een vrouw en zeven kinderen na, waar
van nog vier zoons thuis zijn. Het parket
uit Breda verscheen te pl.ra. drie uur ter
plaatse. Na de lijkschouwing werd het stof
felijk overschot ter beschikking van de fa
milie gesteld. Den chauffeur treft in deze
geen schuld.
Ernstige aanrijding met doo-
delijken afloop.
Gisteravond had te Hengelo op den En-
schedeschenstraatweg tegenover het ge
bouw van den Gemeentelijken Geneeskun
digen Dienst een ernstige aanrijding
plaats. Een passeerende jongeman, S. D.
genaamd, en werkzaam bij de „Heemat"',
werd door 'n vrachtauto van de firma Rei-
man, Stok en Kersken gegrepen en tegen
de straat geslingerd, waardoor hij met het
hoofd onder den wagen terecht kwam. D.
was op slag dood. Zijn lijk werd binnenge
bracht in het gebouw van den Genees
kundigen Dienst. De politie stelt een on
derzoek in.
Onder een wagen geraakt.
Het achtjarig zoontje van den timmer
man W. Kaspersma te Danumawoude, viel
van een in beweging zijnden boerenwagen.
De wielen gingen liet knaapje over den
borst. Zwaar inwendig gekneusd moest het
naar een Ziekenhuis te Leeuwarden wor-
j den overgebracht. Het is daar aan de be-
j komen verwondingen overleden.
UIT DE RADIO-WERELD
Programma's voor Vrijdag 31 Juli.
H u i z e n, 298 M.
Algemeen Programma verzorgd door de
KRO.
8.009.15 Gramofoonpl.
10.0011.30 Gramofoonpl.
11.30 Voor ouden van dagen en zieken.
12.00 Concert KR'O kwintet o.l.v. P. Lus-
tenhouwer.
I.30 Gramafoonpl.
2.00—5.00 Concert KRO Salon-orkest o.l.v.
M. van 't Woud.
5.155.30 Gramofoonpl.
5.307.15 Concert KRO Kunstensetmble
o.l.v. P. Lustenihouwer.
6.006.15 M. K Gerisoh: „Het land rond
om de Main en de Rijn".
7.157.45 J.Cornelissen „Voetverzorging".
7.4511.00 Concert KRO-onkest o.Lv. J.
Gerritsen. M.m.v. R. Kloosterhuiis (zang).
II.0012.00 Vae Dia-s en Gramofoonpl.
Hilversum, 1875 M.
6.45—7.00 en 7.307.45 Gymnastiekles.
10.00 Morgenwijding VPRO.
10.15 Voordracht door Jan Lamers,
10.30 Voor de zieken (V-A'R'A).
11.3012.00 Graimofooinpl.
12.152.15 Concert door de Staf muziek
van het 5de Reg. Infanterie oJ.v. J. R. v.
d. Gas.
2.152.45 Dr. H. B. Holsboer: „Opleiding
voor de Textiel-Industrie en -handed"
2.454.00 Concert AVRO-kwartet oJ.v.
D. Groene veld.
4.00 Orgelspel dioor Fr. Uyttenibogiaard.
4.30 Voor de kinderen.
515 Concert door Ensemble uit het VARA-
orkest oi.v H. Wigge'aar.
6.C0 J. de Vries: „Arbeiders en gas in
hun sociale en economische bet eekenis."
6.20 Vervolg concert.
6.45 Actueel Allerlei door het NVV.
7.00 Vervolg en s-lot ooncert.
7.30 Politieber.
7.45 Gramofoopl.
8.00 Ds. W. Banning: ,Jean Jaurès, strij
der, denker, geloovige (II)".
8.30 Concert Eveline Lopes Salzed© (vi
ool;, Theo v. d. Pas (piano).
9.00 Mej. E. C. Knappert. „Reisverhalen:
England, the New Forest".
9.30 Vervolg concert.
10.00 Vrijz. Gods. Persbureau.
10.05 Vaz Dias.
10.1511.00 Vervolg concert..
11.0012.00 Gramofoonplaten VARA.
Daventry, 1554 M.
10.35 Morgen w ijddalg.
11.05 Lezing."
12.20 Concert (sopraan-alt).
12.50 Orgelconcert.
I.50 Gramofoonmuziek.
4.20 Licht onkestconcent.
5.35 Kinderuuiptje.
6.20 Lezing.
6.35 N'ieuwsiber.
7.00 Moderne sonates voor cello en piano
7.40 Rugby match EngelandNieuw Zee
land.
7.30 Muziekcritiek.
7.45 Lezing.
8.05 Dansmuziek. Jack Payne.
8.35 „The King can do no wrong", radio-
tooneeJ ven Denis Freema. B. B. C. Orkest.
9.20 Nieuwober.
9.40 Leaiogk
9.55 Symphonic concert. B.B.O. Orkest
oJ.v. Hermann Soherehen.
II.2012.20 Dansmuziek.
Langenberg, 473 M.
7.25, 11.00, 1.25 Orkestconcert.
2.50 Gramofoonpl.
5.20 Concert door het Sted. Orkest van
Wiesbaden.
8.20 Spaansohe liederen (gramofoon).
9.05 „Was fray ioh viel nach geld und
gut", oomed ie van MiilierSohlosser.
Tot 11.50 Concert.
„Radio Pari s", 1725 M.
8.05, 12.50, 1.25, 6.50, 7.20 Gramofoonpl.
8.20 „Tosca", opera van Puccini op gra
mofoonpl.
Kalundborg, 1153 M.
12.202.20 Concert. Strijkenisemble.
3.505.50 Concert-Orkest.
8.20—9.20 Concert. Harmonie-orkest.
9.20 Concert. .Strijkkwartet. Werken van
Louis Glas.
10.201.20 's nachts Dansmuziek.
Brussel, 338,2 M.
5.20 Orkestconcert.
6.05 Orkestconcert.
6.35 Lezing.
6.50 Gramofoonpl.
7.35 Lezing.
7.50 Nieuwsber.
8.20 Gramofoonpl.
9.05 Lezing.
9.20 Concert. Casino in Ivnokke.
Fietser door een auto over
reden. In hoogst bedenke-
lijken toestand opgenomen.
Gisterenmorgen is tusschen Zëddam en
Terborg de heer K. Meyer uit Beltrum, ge
meente Eibergen, door een auto van de hec-
ren Prins uit Dinxperlo overreden. Auto en
fietser kwamen door den schok in de sloot
terecht. De heeren Prins kwamen met den
schrik vrij, maar de heer W. is in hoogst
bedenkelijken toestand met zware verwon
dingen opgenomen en naar het ziekenhuis
te Terborg overgebracht. Gisterenavond
Was. het bewustzijn nog niet teruggekeerd.
Een vrachtauto gekanteld.
Een der meerijdenden zwaar
gewond.
De jeugdige H. Bosch te Hoog-Soeren is
het slachtoffer geworden van een auto-on
geluk.
Dinsdagavond 8 uur reed een vracht
auto van de „Echoputnaar Hoog-Soeren.
Even voor het hotel „Eik en Dal" kantel
de de wagen als gevolg van het feit, dat
de bestuuqfler S. zich niet stoorde aan een
gangbare snelheid en met een onverant
woordelijke vaart reed. Terwijl de wagen
naar rechts omsloeg bevond H. B. zich op
de treeplank, wijl naast den bestuurder,
de plaatsen werden ingenomen door een
tweetal dames. Eerst heeft S. nog enkele
rasterpalen van het Kroondomijn omver
gereden.
Na voorloopig verbonden te zijn is B.
I naar het ziekenhuis te Apeldoorn vervoerd.
Zijn toestand is zeer zorgelijk. De andere
inzittenden kwamen er zonder verwondm-
gen af.
VERDRONKEN.
In den afgeloopen nacht heeft te Gouda
een ernstig ongeluk plaats gehad. De 22-
jarige G. J. B. uit Wezep (Geld.), arbeider
bij de grondwerken onder Moordrecht
voor de nieuwe verbinding IJsel-Gouwc,
was te dezer stede kermis komen vieren.
Vermoedelijk is hij in beschonken toestand
omstreeks halftwee aan het einde van den
Kattensingel bij de Jan Kattenbrug in het
water geloopen. Twee personen, die op kor
en afstand met elkaar stonden te praten,
hoorden eensklaps een harden plons. On
middellijk snelden zij toe en zagen den
man in het ter plaatse diepe grachtwater
liggen. Zij hebben een dreg gehaald om te
trachten met behulp daarvan het slacht
offer te redden. Inmiddels waren eenige
politieagenten toegeschoten, die den dien-
keling op het droge wisten te brengen. Ilij
gaf echter geen teekenen van leven mee'.
Met zuurstofapparaten heeft men nog ge-
ruimen tijd geprobeerd de levensgeesten
weer bij den man op te wekken, doch te
vergeefs. Een geneesheer constateerde den
dood Per brancard is het lijk naar de alge-
meene begraafplaats vervoerd. Het slacht
offer was ongehuwd.
Zomersproeten ver
dwijnen in korterulj^MjetiéeT door
SprutofT Bi/aile Drogisten.
FEUILLETON.
9)
Dit eene stelde hem gerust, dat hij niet
alleen was. Naast hem op den steenen
grond knielde een meisje, dat met groote
zorg druiven op zijn brandende lippen uit
perste. Een weinig verder van hem ston
den twee andere meisjes, die fluisterend
spraken, maar toch luid genoeg, dat Gilli
die een beetje Italiaansch kende, menig
woord opving. Zoo hoorde hij, dat hij een
povero putei arme jongen was, en
dat de padrona (bazin) geen Christen-
mensch moest zijn, om een zieke zoo te be
handelen. En toen haar gezellin, die zij
Candida noemden, haar zei, dat de jon
gen nu eindelijk tot bewustzijn gekomen
was, riepen zij, dat men om een geestelijke
moest loopen „subito subito I" vlug I
vlug I"
„Ben ik dan zoo slecht?" fluisterde Gil
li ernstig en richtte zijn groote, blauwe
oogen smartelijk verwonderd op de meis
jes, die zijn oom gehuurd had voor den
wijnoogst.
In gebroken Duitsch antwoordde Candi
da, dat zij niets daarvan verstond, maar
zij zou de boerin gaan roepen.
Gilli hield de oogen gesloten. Hij hoor
de spoedig daarop de knarsende deur van
het kamertje openen, de meisjes vluchtten
heen en langzame schreden naderden zijn
legerstede.
Gilli sloeg de oogen op. Het was niet
«Je pastoor van St. Jozef, die voor hem
»tond, het was een groote, slanke grijs
aard in bruine pijGilli was alleen met
i>ater Angelicas.
VII
Zonder een woord te zeggen, knielde de
pater neer en nam den pols van den zieke.
Daarna legde hij hem de hand op het
hoofd en zag hem onderzoekend aan, als
een dokter zijn patiënt.
Gilli keek hem zwijgend aan. Maar zijn
oogen stelden een angstvolle, smartelijke
vraag: „Moet ik sterven?"
„.Wees onbezorgd, kleine jongen", zei
vriendelijk de oude man, als had hij de
stomme vraag van Gilli begrepen, „gij
hebt de koorts, ik ken dat, het gaat wel
weer over." -
Glimlachend en dankbaar keek Gilli
den pater aan. Wat had hij toch lieve,
vriendelijke oogen! En hoe*was het moge
lijk geweest, dat hij vroeger voor hem
bang was geweest?
Door het geopende venster drongen de
stemmen der meisjes.
„Een ware schikking der Voorzienig
heid is het geweest", zei de een, „dat gij
den ouden pater tegenkwaamt. Nu hoeft
de povero putei ten minste niet zonder
biecht te stervem"
Gilli hoorde dit, maar lachte er nu mee.
De pater had immers gezegd, dat zijn ziek
te zou voorbij gaan en de pater wist dat
het beste.
Pater Angelicus stond op, beloofde ech
ter spoedig terug te komen en ging. Wel
dra kwam hij terug in gezelschap van de
boerin in hoogst eigen persoon, die een
grooten schotel droeg.
„Wij hebben den jongen hier neerge
legd", verklaarde zij bij het binnentreden,
„wijl de knecht geklaagd had dat hij niet
kon slapen."
Pater Angelicus keek haar strak in de
oogen.
„Het is mooi van u, dat gij zoo aan het
welzijn van uw knecht denkt. Gij zult ook
zeker het kind niet verwaarloozen. Ik
zie, dat gij hem alleen in allerijl overgedra
gen hebt. Later zult gij hem een beter
bed geven^ ik twijfel daar niet aan."
Het roode gezicht der boerin werd nog
rooder. Ja, indien een ander zulke duide
lijke toespelingen gewaagd had, dan. zon
zij hem geducht onder handen genomen
hebben. Maar pater Angelicus behoorde
tot de menschen, die men niet. „onder han
den nemen" kan. Zij mompelde verlegen
iets van drukte met den wijnoogst, dat zij
allen de handen zoo vol hadden, dat zij
niet wist, waar het te moeten zoeken.
„Dat geloof ik graag", antwoordde de
pater, „daarom zal ik vannacht bij den
zieke blijven, ik hoop, dat wij een goeden
nacht zullen hebben. Breng mij nu een
olielampje."
Terwijl de pater sprak, begon Gilli het
bewustzijn weer te verliezen.
Toen hij weer tot zichzelf kwam, was
het helder dag. Hij was alleen, maar voel
de zich ongemeen verlicht. Zijn hoofd was
niet meer zoo zwaar, de polsen sloegen niet
meer. Hij zag, dat hij in een goed, zinde
lijk bed lag. Naast hem op een stoel stond
een glas met drinken en toen hij zijn lip
pen er aan zette, proefde hij iets zoets en
verkwikkends. Ofschoon hij moederziel al
leen daar lag, gevoelde hij zich toch niet
verlaten, het was hem, als waakte een
goede geest over hem.
Tegen den avond kwam de bazin, vroeg,
of hem de drank goed gesmaakt had en be
loofde nog wat te zullen brengen. Da'
bedje hartelijkheid deed het kind goed
hij vermoedde niet. hoe bang de anders
zoo trotsehe. eigenzinnige vrouw voor den
ouden Franciscaner pater was.
Den volgenden dag kwam de pater weer. J
Het was Gilli alsof een zonnestraal in zijn
kamer viel, toen hij het lieve, oude ge
zicht zag. Ook pater Angelicus toonde
groote vreugde, zijn kleinen patiënt koorts
vrij te vinden.
„Heb ik het je niet gezegd, jongen, dat
gij spoedig beter zoudt zijn?" zei hij. En
dan vermaande hij hem vaderlijk, de weer
teruggekregen gezondheid tot Gods eer to
gebruiken.
Dat klonk zoo eenvoudigIndien het
een ander gezegd had, had het op den
knaap nauwelijks indruk gemaakt, maar
pater Angelicus zei de dingen op een eigen
aardige wijze, die tot het hart ging. Daar-
om gebeurde het ook, dat het Gilli plotse
ling inviel, den goeden pater alles te zeg
gen, wat hem drukte, alles, wat hij tegen
niemand anders kon zeggen.
„Weet je moeder, dat gij ziek bent, of
zal ik het haar melden, als ik naar Kal-
tern terugga?" vroeg de pater, die zonder
twijfel reeds iets wist van Gilli's verhou
dingen.
„Moeder", herhaalde Gilli op gedempten
toon, „o, die is alles onverschillig
En nu begon hij den pater van den dood
zijns vaders ie vertellen en hoe van dien
tijd af moeder alles onverschillig was; ho»
hij het thuis toch zoo heerlijk gehad had.
tot zijn oom hem tot zich genomen had en
hoe hij het hier niemand naar den zin kon
maken, en niemand hem mocht lijden.
Toen Gilli zijn hart voor pater Angelicus
had uitgestort, begon hij eensklaps heftig
te snikken. Dc pater liet hem stil weu-
nen. Toen echter Gilli eindelijk met een
kraehtigen ruk de oogen uitwischte en,
zich in hel bed oprichtend, verklaarde:
„Thans heb ik u nog iets te zeggen," vond
pater Angelicus, dat het voor een nauwe
lijks herstelden zieke te veel was.
„Het is goed voor heden, kind. ik kom
spoedig terug", zei hij kalmeerende en ging
heen.
Eenige dagen later, toen de herfstzon
vroolijk en warm in Gilli's kamertje drong,
stond de knaap op en ging naar buiten.
Heel langzaam ging hij over de wei achter
het woonhuis, waar een groote kersen
boom stond en daaronder een bank. Buiten
voelde hij eerst, hoe zwak hij was. Hij was
blij, de bank te bereiken. Zijn schoenen
had hij in de hand gedragen, want het buk
ken maakte hem duizelig. Daarom zette
hij ze naast zich op de bank neerhet
zou hem strakjes wel gelukken, ze aan te
trekken.
Terwijl hij daar zoo zat, en zich in de
zonnestralen koesterde, dook plotseling een
hem welbekende gestalte op. Een beetje
voorovergebogen, op een stok geleund,
schreed pater Angelicus over de wei. Het
herfstwindje speelde met de witte haren,
die als een krans zijn hoofd omringden.
Gilli ware graag opgesprongen om den
pater te gemoet te loopen, maar hij vei
trouwde zijn beenen niet.
„Ha, ik zie, dat de vogel uitgevlogen
is", zei de pater lachend, terwijl hij nader
trad.