DE BAKKERSNACHTARBEID. DE ARME GILLI DONDERDAG 30 JULI 1931 DE LEIDSCHE COURANT DÊRDE BLAD PA«. 9 WIJZIGINGEN VAN MINISTER VERSCHUUR VOOR MIDDEN- SOORTBEDRIJVEN. Minister Verschuur heeft bij den Hoo gen Raad van Arbeid aanhangig gemaakt ten voorontwerp tot wijziging der bepa lingen betreffende den arbeid in broodbak kerijen. Wat wil de Minister daarmede? In „De Tijd" geeft L. v. d. B. hierop het volgend antwoord: Laten we even in de geschiedenis terug gaan. De Arbeidswet van 1919 verbood den nachtarbeid voor knechts en patroons tus- schen 8 uur 's avonds en 6 uur 's morgens (behalve Zaterdags en 10 andere dagen in 't jaar) en stelde den 8-urigen arbeidsdag I in (Zaterdags 11 uur) met een 45-urige werkweek. De alleenwerkende patroon «kon een vergunning voor nachtarbeid beko men, maar hiermee hield verband een ver- I bod van ververvoer van versoh brood vóór 9 uur 's morgens. Voor bakkerijen met meer dan 6 gezellen, waar vergunning tot het verrichten van vóórarbeid was ver leend, was een verbod uitgevaardigd van vervoer en verkoop van versch brood vóór 9, resp. 10 uur. De gevolgen waren hiervan, dat het ge- heele brood bakkersbedrijf beheerscht werd door een jacht om vóór het ontbijt zooveel mogelijk brood gereed en bezorgd te hebben „omdat het publiek zoo hoogen piijs stelde op versch on tb ij tb rood", gelijk de Minister in de Memorie van Toelichting zelf toegeeft. Voor de kleine bakkerijen met een buurtdebiet was het tamelijk gemakkelijk hieraan te voldoen; maar voor de grootere ondernemingen was dit moeilijker. Er moest daar dan zeer oneconomisch ge werkt worden door uitbreiding der outil lage, door zeer gejaagd werken, terwijl de kwaliteit van het brood er onder moest lijden. Wie denkt aan onze ouderwetsche pothuizen, waarop de „bakker van den hoek" zijn 's nachts gebakken brood be hoorlijk liet uitdampen in de vroege mor genuren, begrijpt-, dat door het roef-roef systeem wel iets van de kwaliteit te loor ging. De bakkerijen, die een .vergunning van voorarbeid niet konden bekomen en 's morgens vroeg geen versch brood kon den leveren, zagen zich vele klanten ont gaan. De bekende overgangsbepaling van art. 39 hielp hierbij slechts onvoldoende. De eerste jaren van ondervinding met de arbeidswet brachten in 1922 een aantal veranderingen tot stand in de bakke rij-paragraaf. De 45-urige werkweek werd een 48-uri- ge. Het aanvangsuur van 6 werd tot 5 uur 's morgens gebracht voor het platteland en voor stadsbakkerijen met minstens 6 gezellen ingevolge aanwijzing respectieve lijk vergunning van den Minister. En een algemeen verbod van vervoer en verkoop van versch brood vóór 9, resp. 10 uur voormiddags werd ingesteld. Aan de voornaamste bezwaren leek te gemoetgekomen. Intusschen bleek een bevredigende op lossing voor het geheele bedrijf niet ver kregen, ook nadat de nieuwe bepalingen haren invloed eenige jaren op het bedrijf hadden doen gelden. De middengroote bakkerijen bleven.in een moeilijken toestand. Op het platteland scheen een bevredi gende toestand gekomen door den aan vang van den arbeid te 5 uur. Ook voor de stadsbakkerijen met 6 of meer gezellen leek de aanvangstijd van 5 uur met een vergunning tot voorarbeid voldoende om te 10 uur genoeg brood gereed te hebben, ten einde dit vóór 12 uur aan de cliëntèle te hebben rondgebracht. Dit komt althans den minister zoo voor en we willen hierop thans niet verder in gaan. De bakkerijen echter van kleineren om vang, die geen zes knechten kunnen hebben dus niet voor 'n vergunning tot voorarbeid in aanmerking komen, en ook niet vóór 6 uu. mogen beginnen, waren in de knel ge komen. Dat voelde de toenmalige minister ook en bij Koninklijke Boodschap werd daarom einde 1924 een wetsontwerp inge diend, dat in hoofdzaak beoogde een mis stand weg te nemen door het aanvangsuur voor vele bakkerijen op 5 uur te stellen. (Zaterdags 3 uur). Hiervan is evenwel niets terecht geko men, omdat de Tweede Kamer oen amen- dement-Smeenk aannam, hetwelk het aan vangsuur algemeen op 6 uur (Zaterdags 4 uur) wilde. De toenmalige minister wenschte hier van de verantwoordelijkheid niet te dragen en trok zijn wetsontwerp tot wijziging in. De toestand bleef dus zooals hij was ge schapen in 1922, hoewel de regeering dien toestand onbevredigend oordeelde! Uit het bakkersbedrijf is van patroons zijde her haaldelijk op verandering aangedrongen. Het werk eener inmiddels ingestelde com missie uit het bedrijf, die op verzoek uit den kring van werkgevers en werknemers organisaties de bakkersparagraaf aan een bespreking onderwierp, leidde tot geen resultaat. (Haar rapport werd uitgebracht in Febr. 1927). In Nov. 1929 kwam een collectieve ar beidsovereenkomst in het bakkersbedrijf tot stand trsschen de voornaamste organi saties van werknemers en werkgevers. Dat bracht opnieuw aan de orde wijziging van het aanvangsuur. De bij de overeenkomst ingestelde Cen trale Bedrijfscommissie kwam al spoe dig met voorstellen aangaande de wijziging van het aanvangsuur. Een verklaring der arbeidersorganisaties was daarbij opgeno men,' dat „deze haar volle medewerking willen verleenen om de moeilijkheden van het ongelijke aanvangsuur in het bedrijf op Ie heffen en daartoe in die plaatsen, waar de collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is verklaard, voor ondernemin gen, waarop art. 37 der Arbeidswet niet van toepassing is, te bevorderen, dat voor een of meer personen een uur vroeger aan vang van den arbeid wordt toegestaan." Aanvankelijke voorstellen der Centrale Bedrijfscommissie konden niet de in stemming van den Minister bekomen, maar wel verklaarde deze zich bereid een wets wijziging te bevorderen, die zou tegemoet komen aan de uit het bedrijf zelf naar vo- ïen gekomen wenschen indien de vakver- eenigingen van arbeiders en werkgevers in het brood'bakkersbedrijf het tijdstip van den bakkerarbeid op bepaalde plaatsen een uur vroeger wenschten te stellen dan 6 uur. De Centrale Bedrijfscommissie ver klaarde zich hiermede accoord en zoo is het nieuwe voorontwerp tot wijziging tot stand gekomen. Hieruit blijkt derhalve, dat een onbillijke en onbevredigende regeling van jaren haar oplossing hopelijk zal vinden door het tot standkomen van een collectieve arbeids overeenkomst in het bedrijf. Alsmede, dat wederkeerig eventueel de wetswijziging, die door de Collectieve arbeidsovereen komst is mogelijk geworden, ook de Col lectieve Arbeidsovereenkomsten plaatselijk zal in de hand werken. Want Het ligt in de bedoeling van de vakver- eenigingen van werkgevers en werknemers de vergunning aan te vragen voor gemeen ten, waar een collectieve arbeidsovereen komst is gesloten. Op dit oogenblik is deze reeds van kracht te Amsterdam, Rotterdam 's-Gravenhage. Utrecht, Zaandam, Hilver sum, Leeuwarden, Groningen, Zwolle. Al melo, Enschedé en Vlissingen. Besprekin gen erover worden gevoerd te Alkmaar, Haarlem, Leiden, Delft, Dordrecht, Arn hem, Deventer en Zutphen. De Minister zinspeelt hierop duidelijk, £an eiHrertfoop van effecten. als hij in zijn toelichting schrijft: „indien de voorgestelde wettelijke voorziening tot stand komt, zal dus reeds spoedig in zeer veel gevallen aan de moeilijkheden, die in de middelgroote bakkerijen bestaan, kun nen worden tegemoetgekomen, terwijl het min of nieer in de hand van het b e d r ij f zelf wordt gelegd om door onderling overleg ookelders eenzelf de resultaat te bereike n." Opgemerkt zij nog, dat krachtens het nieuwe ar^t. 39 een vergunning zal gelden voor een gemeente of een gedeelte eener gemeente en niet voor een onderneming of groep van ondernemingen. Zoowel geor ganiseerde als niet-georganiseerde werk gevers zullen er dus gebruik van kunnen maken. „Met het oog op de plaatselijke concurrentie in het bedrijf zou. anders een. niet te motiveer.en ongelijke behandeling worden geschapen, Schrijft de Minister. Zietdaar wat minister Verschuur beoogt- met zijn, thans bij den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig gemaakte wijziging. GEMENGDE BERICHTEN ONGELUKKEN. SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER. Doodelijk ongeluk» te Princenhage. Gistermorgen omstreeks twaalf uur is te Princenhage een doodelijk ongeluk ge beurd. De 64-jarige mandenmaker J. de Jong, afkomstig uit Sint-Willebrord, be vond zich op de fiets op den hoek van de Esserstraat en de Princenhaagsohe Dreef ter linkerzijde van den weg. Een met stee- nen beladen zeswielige vrachtauto reed De J. achterop. Deze auto moest uitwijken voor een stilstaanden melkwagen en haalde daarom naar links uit. De mandenmaker trachtte nog af te stappen, doch raakte daarbij met zijn linkerpedaal de trottoir band en viel daarop naar den rechterkant tegen het voorwiel van den auto. De on gelukkige was vrijwel op slag dood. Hij laat een vrouw en zeven kinderen na, waar van nog vier zoons thuis zijn. Het parket uit Breda verscheen te pl.ra. drie uur ter plaatse. Na de lijkschouwing werd het stof felijk overschot ter beschikking van de fa milie gesteld. Den chauffeur treft in deze geen schuld. Ernstige aanrijding met doo- delijken afloop. Gisteravond had te Hengelo op den En- schedeschenstraatweg tegenover het ge bouw van den Gemeentelijken Geneeskun digen Dienst een ernstige aanrijding plaats. Een passeerende jongeman, S. D. genaamd, en werkzaam bij de „Heemat"', werd door 'n vrachtauto van de firma Rei- man, Stok en Kersken gegrepen en tegen de straat geslingerd, waardoor hij met het hoofd onder den wagen terecht kwam. D. was op slag dood. Zijn lijk werd binnenge bracht in het gebouw van den Genees kundigen Dienst. De politie stelt een on derzoek in. Onder een wagen geraakt. Het achtjarig zoontje van den timmer man W. Kaspersma te Danumawoude, viel van een in beweging zijnden boerenwagen. De wielen gingen liet knaapje over den borst. Zwaar inwendig gekneusd moest het naar een Ziekenhuis te Leeuwarden wor- j den overgebracht. Het is daar aan de be- j komen verwondingen overleden. UIT DE RADIO-WERELD Programma's voor Vrijdag 31 Juli. H u i z e n, 298 M. Algemeen Programma verzorgd door de KRO. 8.009.15 Gramofoonpl. 10.0011.30 Gramofoonpl. 11.30 Voor ouden van dagen en zieken. 12.00 Concert KR'O kwintet o.l.v. P. Lus- tenhouwer. I.30 Gramafoonpl. 2.00—5.00 Concert KRO Salon-orkest o.l.v. M. van 't Woud. 5.155.30 Gramofoonpl. 5.307.15 Concert KRO Kunstensetmble o.l.v. P. Lustenihouwer. 6.006.15 M. K Gerisoh: „Het land rond om de Main en de Rijn". 7.157.45 J.Cornelissen „Voetverzorging". 7.4511.00 Concert KRO-onkest o.Lv. J. Gerritsen. M.m.v. R. Kloosterhuiis (zang). II.0012.00 Vae Dia-s en Gramofoonpl. Hilversum, 1875 M. 6.45—7.00 en 7.307.45 Gymnastiekles. 10.00 Morgenwijding VPRO. 10.15 Voordracht door Jan Lamers, 10.30 Voor de zieken (V-A'R'A). 11.3012.00 Graimofooinpl. 12.152.15 Concert door de Staf muziek van het 5de Reg. Infanterie oJ.v. J. R. v. d. Gas. 2.152.45 Dr. H. B. Holsboer: „Opleiding voor de Textiel-Industrie en -handed" 2.454.00 Concert AVRO-kwartet oJ.v. D. Groene veld. 4.00 Orgelspel dioor Fr. Uyttenibogiaard. 4.30 Voor de kinderen. 515 Concert door Ensemble uit het VARA- orkest oi.v H. Wigge'aar. 6.C0 J. de Vries: „Arbeiders en gas in hun sociale en economische bet eekenis." 6.20 Vervolg concert. 6.45 Actueel Allerlei door het NVV. 7.00 Vervolg en s-lot ooncert. 7.30 Politieber. 7.45 Gramofoopl. 8.00 Ds. W. Banning: ,Jean Jaurès, strij der, denker, geloovige (II)". 8.30 Concert Eveline Lopes Salzed© (vi ool;, Theo v. d. Pas (piano). 9.00 Mej. E. C. Knappert. „Reisverhalen: England, the New Forest". 9.30 Vervolg concert. 10.00 Vrijz. Gods. Persbureau. 10.05 Vaz Dias. 10.1511.00 Vervolg concert.. 11.0012.00 Gramofoonplaten VARA. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgen w ijddalg. 11.05 Lezing." 12.20 Concert (sopraan-alt). 12.50 Orgelconcert. I.50 Gramofoonmuziek. 4.20 Licht onkestconcent. 5.35 Kinderuuiptje. 6.20 Lezing. 6.35 N'ieuwsiber. 7.00 Moderne sonates voor cello en piano 7.40 Rugby match EngelandNieuw Zee land. 7.30 Muziekcritiek. 7.45 Lezing. 8.05 Dansmuziek. Jack Payne. 8.35 „The King can do no wrong", radio- tooneeJ ven Denis Freema. B. B. C. Orkest. 9.20 Nieuwober. 9.40 Leaiogk 9.55 Symphonic concert. B.B.O. Orkest oJ.v. Hermann Soherehen. II.2012.20 Dansmuziek. Langenberg, 473 M. 7.25, 11.00, 1.25 Orkestconcert. 2.50 Gramofoonpl. 5.20 Concert door het Sted. Orkest van Wiesbaden. 8.20 Spaansohe liederen (gramofoon). 9.05 „Was fray ioh viel nach geld und gut", oomed ie van MiilierSohlosser. Tot 11.50 Concert. „Radio Pari s", 1725 M. 8.05, 12.50, 1.25, 6.50, 7.20 Gramofoonpl. 8.20 „Tosca", opera van Puccini op gra mofoonpl. Kalundborg, 1153 M. 12.202.20 Concert. Strijkenisemble. 3.505.50 Concert-Orkest. 8.20—9.20 Concert. Harmonie-orkest. 9.20 Concert. .Strijkkwartet. Werken van Louis Glas. 10.201.20 's nachts Dansmuziek. Brussel, 338,2 M. 5.20 Orkestconcert. 6.05 Orkestconcert. 6.35 Lezing. 6.50 Gramofoonpl. 7.35 Lezing. 7.50 Nieuwsber. 8.20 Gramofoonpl. 9.05 Lezing. 9.20 Concert. Casino in Ivnokke. Fietser door een auto over reden. In hoogst bedenke- lijken toestand opgenomen. Gisterenmorgen is tusschen Zëddam en Terborg de heer K. Meyer uit Beltrum, ge meente Eibergen, door een auto van de hec- ren Prins uit Dinxperlo overreden. Auto en fietser kwamen door den schok in de sloot terecht. De heeren Prins kwamen met den schrik vrij, maar de heer W. is in hoogst bedenkelijken toestand met zware verwon dingen opgenomen en naar het ziekenhuis te Terborg overgebracht. Gisterenavond Was. het bewustzijn nog niet teruggekeerd. Een vrachtauto gekanteld. Een der meerijdenden zwaar gewond. De jeugdige H. Bosch te Hoog-Soeren is het slachtoffer geworden van een auto-on geluk. Dinsdagavond 8 uur reed een vracht auto van de „Echoputnaar Hoog-Soeren. Even voor het hotel „Eik en Dal" kantel de de wagen als gevolg van het feit, dat de bestuuqfler S. zich niet stoorde aan een gangbare snelheid en met een onverant woordelijke vaart reed. Terwijl de wagen naar rechts omsloeg bevond H. B. zich op de treeplank, wijl naast den bestuurder, de plaatsen werden ingenomen door een tweetal dames. Eerst heeft S. nog enkele rasterpalen van het Kroondomijn omver gereden. Na voorloopig verbonden te zijn is B. I naar het ziekenhuis te Apeldoorn vervoerd. Zijn toestand is zeer zorgelijk. De andere inzittenden kwamen er zonder verwondm- gen af. VERDRONKEN. In den afgeloopen nacht heeft te Gouda een ernstig ongeluk plaats gehad. De 22- jarige G. J. B. uit Wezep (Geld.), arbeider bij de grondwerken onder Moordrecht voor de nieuwe verbinding IJsel-Gouwc, was te dezer stede kermis komen vieren. Vermoedelijk is hij in beschonken toestand omstreeks halftwee aan het einde van den Kattensingel bij de Jan Kattenbrug in het water geloopen. Twee personen, die op kor en afstand met elkaar stonden te praten, hoorden eensklaps een harden plons. On middellijk snelden zij toe en zagen den man in het ter plaatse diepe grachtwater liggen. Zij hebben een dreg gehaald om te trachten met behulp daarvan het slacht offer te redden. Inmiddels waren eenige politieagenten toegeschoten, die den dien- keling op het droge wisten te brengen. Ilij gaf echter geen teekenen van leven mee'. Met zuurstofapparaten heeft men nog ge- ruimen tijd geprobeerd de levensgeesten weer bij den man op te wekken, doch te vergeefs. Een geneesheer constateerde den dood Per brancard is het lijk naar de alge- meene begraafplaats vervoerd. Het slacht offer was ongehuwd. Zomersproeten ver dwijnen in korterulj^MjetiéeT door SprutofT Bi/aile Drogisten. FEUILLETON. 9) Dit eene stelde hem gerust, dat hij niet alleen was. Naast hem op den steenen grond knielde een meisje, dat met groote zorg druiven op zijn brandende lippen uit perste. Een weinig verder van hem ston den twee andere meisjes, die fluisterend spraken, maar toch luid genoeg, dat Gilli die een beetje Italiaansch kende, menig woord opving. Zoo hoorde hij, dat hij een povero putei arme jongen was, en dat de padrona (bazin) geen Christen- mensch moest zijn, om een zieke zoo te be handelen. En toen haar gezellin, die zij Candida noemden, haar zei, dat de jon gen nu eindelijk tot bewustzijn gekomen was, riepen zij, dat men om een geestelijke moest loopen „subito subito I" vlug I vlug I" „Ben ik dan zoo slecht?" fluisterde Gil li ernstig en richtte zijn groote, blauwe oogen smartelijk verwonderd op de meis jes, die zijn oom gehuurd had voor den wijnoogst. In gebroken Duitsch antwoordde Candi da, dat zij niets daarvan verstond, maar zij zou de boerin gaan roepen. Gilli hield de oogen gesloten. Hij hoor de spoedig daarop de knarsende deur van het kamertje openen, de meisjes vluchtten heen en langzame schreden naderden zijn legerstede. Gilli sloeg de oogen op. Het was niet «Je pastoor van St. Jozef, die voor hem »tond, het was een groote, slanke grijs aard in bruine pijGilli was alleen met i>ater Angelicas. VII Zonder een woord te zeggen, knielde de pater neer en nam den pols van den zieke. Daarna legde hij hem de hand op het hoofd en zag hem onderzoekend aan, als een dokter zijn patiënt. Gilli keek hem zwijgend aan. Maar zijn oogen stelden een angstvolle, smartelijke vraag: „Moet ik sterven?" „.Wees onbezorgd, kleine jongen", zei vriendelijk de oude man, als had hij de stomme vraag van Gilli begrepen, „gij hebt de koorts, ik ken dat, het gaat wel weer over." - Glimlachend en dankbaar keek Gilli den pater aan. Wat had hij toch lieve, vriendelijke oogen! En hoe*was het moge lijk geweest, dat hij vroeger voor hem bang was geweest? Door het geopende venster drongen de stemmen der meisjes. „Een ware schikking der Voorzienig heid is het geweest", zei de een, „dat gij den ouden pater tegenkwaamt. Nu hoeft de povero putei ten minste niet zonder biecht te stervem" Gilli hoorde dit, maar lachte er nu mee. De pater had immers gezegd, dat zijn ziek te zou voorbij gaan en de pater wist dat het beste. Pater Angelicus stond op, beloofde ech ter spoedig terug te komen en ging. Wel dra kwam hij terug in gezelschap van de boerin in hoogst eigen persoon, die een grooten schotel droeg. „Wij hebben den jongen hier neerge legd", verklaarde zij bij het binnentreden, „wijl de knecht geklaagd had dat hij niet kon slapen." Pater Angelicus keek haar strak in de oogen. „Het is mooi van u, dat gij zoo aan het welzijn van uw knecht denkt. Gij zult ook zeker het kind niet verwaarloozen. Ik zie, dat gij hem alleen in allerijl overgedra gen hebt. Later zult gij hem een beter bed geven^ ik twijfel daar niet aan." Het roode gezicht der boerin werd nog rooder. Ja, indien een ander zulke duide lijke toespelingen gewaagd had, dan. zon zij hem geducht onder handen genomen hebben. Maar pater Angelicus behoorde tot de menschen, die men niet. „onder han den nemen" kan. Zij mompelde verlegen iets van drukte met den wijnoogst, dat zij allen de handen zoo vol hadden, dat zij niet wist, waar het te moeten zoeken. „Dat geloof ik graag", antwoordde de pater, „daarom zal ik vannacht bij den zieke blijven, ik hoop, dat wij een goeden nacht zullen hebben. Breng mij nu een olielampje." Terwijl de pater sprak, begon Gilli het bewustzijn weer te verliezen. Toen hij weer tot zichzelf kwam, was het helder dag. Hij was alleen, maar voel de zich ongemeen verlicht. Zijn hoofd was niet meer zoo zwaar, de polsen sloegen niet meer. Hij zag, dat hij in een goed, zinde lijk bed lag. Naast hem op een stoel stond een glas met drinken en toen hij zijn lip pen er aan zette, proefde hij iets zoets en verkwikkends. Ofschoon hij moederziel al leen daar lag, gevoelde hij zich toch niet verlaten, het was hem, als waakte een goede geest over hem. Tegen den avond kwam de bazin, vroeg, of hem de drank goed gesmaakt had en be loofde nog wat te zullen brengen. Da' bedje hartelijkheid deed het kind goed hij vermoedde niet. hoe bang de anders zoo trotsehe. eigenzinnige vrouw voor den ouden Franciscaner pater was. Den volgenden dag kwam de pater weer. J Het was Gilli alsof een zonnestraal in zijn kamer viel, toen hij het lieve, oude ge zicht zag. Ook pater Angelicus toonde groote vreugde, zijn kleinen patiënt koorts vrij te vinden. „Heb ik het je niet gezegd, jongen, dat gij spoedig beter zoudt zijn?" zei hij. En dan vermaande hij hem vaderlijk, de weer teruggekregen gezondheid tot Gods eer to gebruiken. Dat klonk zoo eenvoudigIndien het een ander gezegd had, had het op den knaap nauwelijks indruk gemaakt, maar pater Angelicus zei de dingen op een eigen aardige wijze, die tot het hart ging. Daar- om gebeurde het ook, dat het Gilli plotse ling inviel, den goeden pater alles te zeg gen, wat hem drukte, alles, wat hij tegen niemand anders kon zeggen. „Weet je moeder, dat gij ziek bent, of zal ik het haar melden, als ik naar Kal- tern terugga?" vroeg de pater, die zonder twijfel reeds iets wist van Gilli's verhou dingen. „Moeder", herhaalde Gilli op gedempten toon, „o, die is alles onverschillig En nu begon hij den pater van den dood zijns vaders ie vertellen en hoe van dien tijd af moeder alles onverschillig was; ho» hij het thuis toch zoo heerlijk gehad had. tot zijn oom hem tot zich genomen had en hoe hij het hier niemand naar den zin kon maken, en niemand hem mocht lijden. Toen Gilli zijn hart voor pater Angelicus had uitgestort, begon hij eensklaps heftig te snikken. Dc pater liet hem stil weu- nen. Toen echter Gilli eindelijk met een kraehtigen ruk de oogen uitwischte en, zich in hel bed oprichtend, verklaarde: „Thans heb ik u nog iets te zeggen," vond pater Angelicus, dat het voor een nauwe lijks herstelden zieke te veel was. „Het is goed voor heden, kind. ik kom spoedig terug", zei hij kalmeerende en ging heen. Eenige dagen later, toen de herfstzon vroolijk en warm in Gilli's kamertje drong, stond de knaap op en ging naar buiten. Heel langzaam ging hij over de wei achter het woonhuis, waar een groote kersen boom stond en daaronder een bank. Buiten voelde hij eerst, hoe zwak hij was. Hij was blij, de bank te bereiken. Zijn schoenen had hij in de hand gedragen, want het buk ken maakte hem duizelig. Daarom zette hij ze naast zich op de bank neerhet zou hem strakjes wel gelukken, ze aan te trekken. Terwijl hij daar zoo zat, en zich in de zonnestralen koesterde, dook plotseling een hem welbekende gestalte op. Een beetje voorovergebogen, op een stok geleund, schreed pater Angelicus over de wei. Het herfstwindje speelde met de witte haren, die als een krans zijn hoofd omringden. Gilli ware graag opgesprongen om den pater te gemoet te loopen, maar hij vei trouwde zijn beenen niet. „Ha, ik zie, dat de vogel uitgevlogen is", zei de pater lachend, terwijl hij nader trad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9