„DE DAGERAAD" NAAR LIMBURG Huiduitsh^g. DE ARME GILLI maandag 27 juli 1931 de leidsche courant derde blad pag. 9 een fiasco voor de vrijdenkers. Waardig protest van de Katholieke bevolking De propagand&tocht van de vrijdenkers, van „De Dageraad" is Zaterdag een fiasco geworden. Ook in de liberale pers was deze propa gandatocht afgekeurd. Het „Alg. Hbl." schreef, dat deze propa- ganda-tocht in Limburg „niet om de vrij heid van denken" is te doen, en vervolgde o.m.: ,;De Limburgsche bevolking is over het algemeen niet fanatiek". En het blad con stateert, dat men in Limburg iedereen laat „denken en belijden wat hij wil mits hij afblijft van wat het Limburgsche volk als zijn hoogste en heiligste geestelijke goede ren beschouwt". „In dit opzicht plegen de Dageraad-men schen nogal eens mis te tasten en de wijze waarop ze dit doen herinnert aan hetgeen men in Rusland en het aangrenzende Duitschland ontwaart. Ze bepaalden zich niet tot een objectieve propaganda voor eigen inzichten, doch lieten zich verleiden tot een aanval op geloof en zeden der Lim burgers, hetgeen geweldig kwaad bloed heeft gezet. Een comité van verweer werd opgericht, dat van Eyaden tot Echt, in een, oplage van 50.000 exemplaren, een manifest verspreidde, waarin aangeraden werd plaatselijke comité's van actie te vormen". Aan het hier bedoelde manifest, dat reeds onmiddellijk na 't bekend worden der „Dageraad"-actie werd verspreid, ontlee- nen wij: De „verlichte" vrijdenkers hebben plot seling innig medelijden gekregen met de „dompersbevolking" van Limburg en zullen er nu komen brengen ,,'t licht en de warmte" van hun „vrije denken". Na tuurlijk zullen wij, Limburgers, door die verlichte, hoog-wijze heeren al zoo vaak uitgemaakt voor de Chineezen van Ne derland, niet zoo dadelijk de hooge waarde van die „Dageraadsgunst" begrij pen, maar desondanks moeten we onzen goeden naam van gastvrije en dankbare menschen hooghouden. Wanneer dan op de algemeen-e verza melplaats het „verlangende" volk is sa mengestroomd om de „Vrijdenkers-wijs heid" aan te hooren, komen onze mon tere muziekcorpsen op het tooneel en zorgen voor 'n vroolijke begeleiding. Van de natuurlijk ongelezen pamfletten wor den snippers gemaakt voor slootvulliug e.d. Als de heeren dan zien, dat we toch „hopelooze" dompers willen blijven, en aftrekken, vergezellen eenige auto's het illustere gezelschap naar het volgende „donkere" station en geven het daar met de noodige eerbewijzen over. Mocht de brochure-venterij onverhoopt overgaan in 'n uitdagend, openlijk beleedigen van Kerk en feestelijke bedienaren, dan zou 'n massaal volksprotest het beste als te gengif dienen. Want in ernst, Limburgsche mannen en vrouwen, dat moet 't worden! De pro pagandatocht der „Dageraad"-brenger3, moet in ons losslaan 'n machtige Room- sche actie, 'n massale uiting van Roomsch geloof en Roomsche vreugde. Het kleine geluid, als het sissen van de Paradijsslang, moet overstemd worden door ons algemeen krachig „Credo". Comité's, zorgt voor een echte Lim burgsche ontvangst! Wat de vrijdenkers Zaterdag in Lim burg hebben beproefd, is dan ook in Lim burg algemeen gevoeld als een provocatie,- een uitdaging van de bekende, gemoede lijke verdraagzaamheid in het Zuiden, waar Protestanten, Israëlieten, Socialisten ple gen gerespecteerd te worden, als zij zelf het respect jegens andersdenkenden bewaren Er werd besloten tot een wit-gele tegen actie, waarvan het gevormde Comité van Verweer wenscbte, dat ze zou uitgroeien tot een machtige katholieke betooging over geheel Limburg; het Comité wenschte, dat., evenals op Koninginne-dagen het rood- wit-blauw, de Pauselijke kleuren wit-geel zouden worden gedragen. En aan deze wenschen is gevolg gegeven. Deze waardige protest-demonstratie heeft, gelijk dien ochtend reeds bleek, de instemming gevonden van alle weldenkende Limburgers. In de „Maasbode" van Zaterdagavond lezen we omtrent de „Dageraads"-tocht naar Limburg: Aan den oproep aan de Katholieken van Venlo om op den vooravond (Vrijdagavond) samen te komen, hadden tal van vereeni- gingen en particulieren, vooral jongelui, gehoor gegevenook waren er zeer vele auto's. Nadat de instructies gegeven wa ren, gingen allen naar het gymnastieklo kaal der Broederschool, waar het bureau gevestigd was. De verschillende groepen werden ingedeeld, wachtposten uitgezet en een uitstekende inlichtingsdienst over ge heel Noords-Limburg in werking gesteld, welke uitstekend functionneerde. De pos ten werden telkens gecontroleerd. De Eerw. Broeders hadden voldoende gezorgd, dat de menschen geen honger en dorst behoefden te lijden. Omstreeks vier uur in den morgen kwam plotseling het bericht, dat een groote tou ringcar gesignaleerd was uit Noord-Hol land, die in groote vaart Venlo naderde. De heele zaak was direct in rep en roer. Allen sprongen in de auto's en men reed den gesignaleerden wagen tegemoet. Het Zuiden werd telefonisch gewaarschuwd en alles was paraat. Het eerste contact was goed. De bus werd door een grooten stoet auto's begeleid, die ze tot in Tegelen bracht. Hier hadden de inwoners zooda nige maatregelen getroffen, het aantal auto's op den weg was zoo groot, dat de geheele weg geblokkeerd was. De „Dageraads"-menschen konden niet verder. Na beraad besloot men terug te keeren. De bus werd met veel moeite ge keerd en reed oerug in de richting Venlo. Alle auto's begeleidden de ongenoode gas ten, die zich onder de bescherming van de Venlosche politie hadden gesteld en naar het station werden gedirigeerd, waar zij met den trein van 5.07 naar Heerlen ver trokken. De bus bleef te Venlo aan het station staan. De chauffeur verklaarde niet te weten, dat hij de menschen van de „Da geraad" vervoerd had. Aan het station werd, door de groote massa Limburgers, die daar verzameld was, een daverend: „Roomschen, dat zijn wij" en „Aan U, o Koning er eeuwen" ge zongen. Kort daarop klonk een tweede alarm. Omstreeks zeven uur werd een bus uit Zuid-Holland nabij Wellerlooi begroet. Ook deze bus werd spoedig door zooveel auto's en vrachtwagens, versierd met de pause lijke kleuren en allerlei opschriften, om ringd, dat stoppen noodzakelijk bleek. En kele uitgeworpen „Dageraads"-pamfletten werden door de menschen, die langs den weg stonden opgeraapt en voor de oogen der verspreiders verscheurd. Na deze propagandapoging volgde geen tweede. De politie van Venlo moest het heele verkeer regelen, wat geen gemakke lijke taak bleek. Een fietser die verkeerd tusschen de rijen auto's doorlaveerde, werd door een der auto's geraakt, maar bekwam geen ernstig letsel. In Tegelen liep de stoet opnieuw vast. Ook deze tweede bus moest omkeeren. Te voren had er echter 'n incident plaats. Een van de menschen van de „Dageraad" trok een revolver. Herbij vielen eenige klappen, doch er werd niet geschoten. Eenige perso nen hingen op de bus een schildje waarop met groote letters geschreven: „Besmet tingsgevaar", welk schildje de „Dageraad"- menschen niet durfden te verwijderen. De indringers die met luid gejoel werden be- groe, stelden zich weer onder politiegelei- de om naar het station Venlo terug te kee ren. Hoewel het publiek noch te Tegelen, noch te Venlo een dreigende houding aan nam, waren de menschen blijkbaar ver schrikt en ontdaan. De voor de bus rijdende auto's reden zoo langzaam, dat de trein van 8.53 uit Venlo reeds vertrokken was, toen de „Dageraad"- menschen aan het station aankwamen. In de stationswachtkamer hebben zij onder po- litiegeleide gewacht op den trein, die 10.19 uur uit Venlo naar het Zuiden vertrekt. De groote menschenmenigte voor het sta tion zong ook nu weer: „Aan u, o Koning der Eeuwen", terwijl jongelui schilden rond droegen met het opschrift: Allen voor Lim burg, Limburg voor Christus. De geel-witte vlaggen wapperden van tal van huizen en de geel-witte cocarde werd zeer veel gedragen. Nader seinde men uit Venlo aan de „Msbd.": De „Dageraad"-menschen van de tweede autobus, ongeveer een dertigtal, waaron der 4 vrouwen, zijn in de wachtkamer 3o klasse, welke voor het publiek is afgesloten, ondergebracht. Ze zetten de reis naar Zuid- Limburg niet voort en vertrekken 11.43 uur in de richting van Nijmegen. Men meldde nog uit Nijmegen aan do „Msbd.": Een deel van de „Dageraad"-menschen, die vannacht naar Limburg trokken en te Tegelen moesten terugkeeren naar Venlo, zijn vandaar naar hier afgereisd. Vanuit Venlo hebben zij assistentie van de Nij- meegsche politie verzocht, welke twee agenten naar het station heeft gezonden. Vermoedelijk zouden ze des middags met een autobus naar Rotterdam terugkeeren. Uit Sittard seinde men Zaterdag aan de „Msbd.": Tegen elf uur hedenmorgen arriveerde een groote autobus met „Dageraders uit Rotterdam en Schiedam. De bus werd ge volgd door enkele auto's met wit-gele vlag getjes. En de „Maasbode" van Zondagochtend meldde hefc volgende: De Dageraad-actie in Limburg is op een fiasco uitgeloopen. Te 7.53 uur arriveerde Zaterdagmorgen een 60-tal Dageraads-men- schen te Heerlen. Ofschoon er bijna nie mand op het perron te zien was, riepen zij dadelijk de hulp in der politie. Zij zijn toen getrokken naar „Ons Tehuis" op den Val- kenburgerweg, het huis van den rooden mijnwerkersbond en van de S.D.A.P. in Limburg. Tegen elf uur zijn ze uitgetrokken en hebben zich verzameld voor het station te Heerlen. Hier was een sterke politiemacht op de been. Van alle kanten kwamen toen de auto's van de anti-Dageraadsbeweging met de geel-witte vlaggen. Deze auto's wer den door de politie in een bepaalde rich ting gestuurd. Ook burgemeester van Grunsven was in een auto aanwezig. De Dageraadsmenschen hebben zich toen in drie clubjes verdeeld; twee gingen te voet de mijnstreek in, de grootste groep ging met de tram in de richting Heerier- heideBrunssum. Onder bescherming van gemeentepolitie, rijkspolitie, militaire politie, marechaussee te paard hebben zij bij verschillende parti culiere en Staatsmijnen getracht hun lec tuur kwijt te raken. De auto's van het anti- Dageraads-comité waren overal vertegen woordigd, maar kregen het consigne van doorrijden. Aan een mijn werden de Dageraad-pro- pagandisten letterlijk en figuurlijk ingeslo ten door de schoolkinderen, die enthou siast: „Aan U, o Koning der Eeuwen" zon gen. Tegen den middag kwam een groote groep terug in het centrum van Heerlen, begeleid door een auto met een krachtigen luid-spreker waarvoor een propagandist met de wit-gele kleuren de Dageraad-men- schen met toepasselijke woorden bege- UIT DE RADIO-WERELD Programma's voor Dinsdag 28 Juli. Huizen, 298 M. Uitsl. KR O-Uitzending. 8.009.15 Gramofoonplaten. 10.0011.30 Gramofoonplaten. 11.3012.00 Godsd. Halfuurtje. 12.001.30 Concert KR O-Trio o. 1. v. P. Lustenhouwer. I.302.00 Mej. J. H. C. Lauwers: „Het uitmaken van vlekken". 2.001.30 Concert KRO-Salon-orkest o. 1. v. M. van 't Woud. 4.305.00 Mevr. J. W. Latotsjkin Pel$ky: „Kinderpantoffeltjes". 5.006.30 Concert KR O-Kunst-Ensemble o. 1. v. P. Lustenhouwer. 6.457.00 I. Lessin: „De belangen der T.B.C.-Patiënten". 7.007.15 Gramofoonplaten. 7.157.45 Dr. A. G. A. M. Buwalda: „Ne- derlandsche natuurkundigen". 7.458.44 Verbondskwartiertje. 8.00 Gramofoonplaten. 8.35 Concert uit Queen's Hall te Londen. Londensch Gem. koor o. 1. v. A. Fulton. Nationaal koor o. 1. v. S. Robinson. B.B.C.- Symphonie-orkest. ca. 9.15 Vaz Dias. II.0012.00 Gramofoonplaten. Hilversum, 1875 M. Uitsl. AVRO-Uitzending. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofonoplaten. 10.30 Gramofoonplaten. 11.0012.00 Concert. J. H. L. Goudsmit (piano). Harry v. d. Lijn (viool), Mevr. H. v. d. Hart (zang). Begeleding: Egb. Veen. 12.152.00 AVRO-kwartet o. 1. v. D. Groeneveld. 2.002.30 Gramofoonpl. 2.30 Pauze. 3.004.00 Knipcursus. 4.004.30 Gramofoonplaten. 4.305.30 Kinderuurtje. 5.306.15 Aansluiting met Bellevue, Am sterdam. Concert door het „Oberbayrisches Orkest" o. L v. Konrad Lotter. 6.156.45 Onderwijsfonds voor de Bin nenvaart. 6.457.00 Vervolg uitzending Bellevue. 7.00 Mr. dr. A. A. v. Rijn: „Adolf Hitler en het Nationaal Socialisme". 7.45 Gramofoonplaten. 8.009.00 Concert Omroeporkest o. I. v. N. Treep. 9.00 Maxim Sakaschansky en Ruth Klin- ger zingen vroolijke Joodsche Volksmelo- leidde. Begeleid door een groote menigte en di verse auto's, zocht het gezelschap weer zijn heil in het socialistisch tehuis. In den namiddag trokken zij wederom af en namen hun heil in de tram naar Kerk- radeHolz. Ook hier was een sterke po litiemacht op de been. De tram werd bege leid door tientallen van auto's met de wit gele kleuren en bij de Holz hadden hon derden personen post gevat. Hier werd de tocht gestuit. De bedoeling was bij de Do- maniale mijn vlugschriften uit te deelcn, maar om daar te komen, moesten de Dage- raad-mannen voor 't grootste deel over Duitsch gebied. Hier stonden de schupo's klaar en lieten aan de hand der noodver ordening en andere verordeningen de Da geraad-menschen en ook de auto's met de wit-gele vlaggen en anderen niet door. De Dageraad-menschen moesten toen weer hun heil zoeken in d'e tram, die in middels eenige minuten moest wachten al vorens te kunnen vertrekken. Op den weg stond een breede file van auto's en honder den menschen, die afwisselend zongen „Limburg mijn Vaderland" en „Aan U, o Koning der Eeuwen" en de Dageraad- menschen verrasten op de bekende Lim burgsche „boe-boe". Na eenigen tijd zette de tram zich in beweging. De tram, die begeleid was door den bur gemeester van Heerlen en eenige inspec teurs van de Heerlensche politie, benevens een motorrijwiel met aanhangwagen der Heerlensche politie, moest nog een beer dien. Aan den vleugel Egbert Veen. 9.3010.00 Vervolg Omroeporkest. 10.00 Vaz Dias. 10.1511.00 Vervolg Omroeporkest. 11.0012.00 Gramofoonplaten. 'Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 12.20 Concertorgelmuziek. 12.50 Orkestconcert. 2.25 Gramofoon. 4.20 Sonates voor viool en piano. 10.1511.00 Vervolg Omroeporkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Lezing. 7.50 Vaudeville. Raie da Costa: piano en het B.B.C. theater-orkest, c.a. 9.20 Nieuwsber. 9.40 Causerie. 9.55 Concert. B.N.C.-symphonieorkest, Nationaal koor en solisten. 11.1012.20 Dansmuziek. „Radio Pari s", 1725 M. 8.05, 12.50, 1.25, 6.50 Gramofoon. 8.20 Concert „La servante Maitresse". 9.05 Gramofoon. Langenberg, 473 M. 7.25, 10.35, 11.25, 11.35, 12.30 Gramofoon- muziek. I.25 Orkesooncert. 5.20—6.20 Concert. 8.20 Orkestconcert. 9.20 Concert. Declamatie, zang en muziek, Kapel Wolf. Kalundborg, -53 M. 12.202.20 Concert. Strijkensemble. 3.50 Concert. Instrumentaal ensemble. 8.2010.20 „Hin egen dreng", volksstuk met zang in 5 acten van Möller. 10.35 Marschen en walsen. Omroeporkest. II.2012.50 Dansmuzek. Brussel, 508,5 M. 5.20 Orkestconcert. 6.05 Knderuurtje. 6.35 Vertelling. 6.50 Gramofoon. 7.50 Nieuws. 8.20 Trio-concert. 9.05 Lezing. 9.20 Concert. Casino Knokke. 338,2 M.: 5.20 Orkestooncert. 6.05 Kinderuurtje. 6.35 Gramofoon. 7.35 Teun de Klepperman. 7.50 Nieuws. 8.20 Orkestconcert met W. v. Cappellen. stoppen. Toen zetten de auto der Heer lensche politie en het motorrijwiel zich voor de auto's met de geel-witte vlaggen en de tram ging verder. Ze werd dadelijk weer geflankeerd door de talrijke auto's. Aan de verschillende halten werd ge stopt. Bij het postkantoor te Heerlen stap ten de Dageraad-menschen uit en trokken onder bescherming der politie wederom naar het socialistisch Volkshuis. De bege leidende auto's konden den Valkenburgor- weg niet oprijden. Inmiddels had zich bij het socialistisch Volkshuis een groote menigte samengepakt. De politie was weer sterk vertegenwoor digd, onder leiding van den burgemeester, den commissaris van politie, verschillende inspecteurs en een luitenant van de mili taire politie. Tegen zeven uur reed een groote auto bus voor, de Dageraad-menschen stap),on daarin en namen onder bescherming der politie de hazenvlucht naar Holland. Ze hebben blijkbaar afgezien, door de overweldigende, ontvangst, van een verder bezoek aan andere mijnen in deze omge ving. Wasch de aangedane plamseu^^tlvarm water en Purolzeep, droog dlarna vborzichtig af, doe er dan wat Purol cl en shpoi daar over heen nog wat PurolpoedS^jfffrhaal dit eiken dag, zoolang het noodig is. 7226 feuilleton. 6) Een glimlach speelde om zijn lippen. Hij wist wel waar hij ze moest zoeken. Hau- ser, de arme knaap, had heimwee gehad naar zijn slaapkameraad en had de geit meegenomen in zijn slaapkamertje. Vlug trad Gilli aan de met houten lui ken gesloten vensters van 't slaapvertrek en riep zijns broertjes naam, eerst met ge dempte stem en daarna luider en luider. Niemand gaf antwoord. Nu begon hij aan het raam te duwen. Ruiten waren er niet in en ook de blin den waren zoo gemaakt, dat men ze niet kon sluiten, doch alleen van de binnen zijde door middel van een op de venster bank geplaatsten steen, kon dichthouden. Dien nacht echter lag er die steen niet voor en zoo weken ze voor den eersten druk zijner hand. „Schrik niet, Hauser, ik ben het maar", zei Gilli, terwijl hij door het venster kroop. Zachtjes trad hij op 't bed toe, dat hij vroeger met zijn broer had gedeeld. Het bed echter was leeg. Een geweldige angst greep hem aan. Hij sloop uit de slaapkamer naar het woon vertrek, waar altijd moeder sliep met Trina. Doch geen adem zelfs was hoor baar, geen ademtocht van slapenden, neen, alleen zijn eigen angstig gekuch. Hij tastte in de bedstee, maar alles was leeg en verlaten Wat was er met de zijnen geschied tij dens de weinige dagen, dat hij weg was? Ach, zij hadden hem niet kunnen missen, hun grooten, terken Gilli, die voor hen zorgde en werkteGilli weende luid en wierp zich op het ledige bed. Hij wilde het hier uitsnikken in dit ver laten huis, waar niemand hem hoorde en stoorde. Langzamerhand echter werd zijn snikken zwakker en eindelijk verstomde het. Toen hij het hoofd omhoog hief, be gon het reeds licht te worden. Verschrikt sprong hij op, hij dacht aan den gerechts dienaar, die zijn oom zou zenden, om- hem te halen. Een half uur later kwam hij' verhit en buiten adem in de pachthoeve aan. Bene- dikt had zijn nachtelijke afwezigheid niet bemerkt en stuurde hem aanstonds naar het werk. Denzelfden dag nog kwam de knecht uit Unterland, een aardige jongen met een vroolijk gezicht. Hij toonde zich heel vrien delijk tegen zijn kleinen medeknecht en toen zij des avonds alleen in de slaapka mer waren, zei hij hoofdschuddend: „Jongen, het schijnt mij toe, dat gij een slechten Onze Vader gebeden hebt, dat gij bij Anderlan gekomen zij t". Daarna vertelde hij, dab hij een jongere stiefbroeder van Benedikts verloofde was, die hem na den vroegen dood zijner moe der had groot gebracht. „Die Lies is als gal en azijn", verzeker de hij: „indien ik geweten had, dat Ander lan haar tot vrouw wilde nemen, zou ik niet bij hem in dienst zijn gekomen. Maar thans heb ik reeds den godspenning en drie maanden zal ik het bij je toekomstige bazin wel uithouden." Gilli antwoordde niet veel hier op. Het mededeelzaam karakter van den knecht beviel hem en hij hoopte in stilte, dat de jongeman langer in huis zou blijven. Diens uitlatingen over Lies hoorde hij zonder vrees aan. Erger dan het reeds was, ge loofde hij niet dat het kon worden. Twee weken later reed Benedikt des morgens vroeg naar Auer, de woonplaats zijner verloofde, ter bruiloft. Des avonds kwam hij met zijn vrouw in den pachthoeve aan. Zij zag er als een wolk uit. Haar stem klonk luid en gebiedepd en haar breed ge zicht sprak van cordaatheid. Gilli durfde haar nauwelijks aan te kij ken. Hem ontging het echter niet, dat Jackel, de vroolijke knecht, al die dagen zoo dapper op zijn stiefzuster gescholden had, nu heel stil en bedaard voor de ge weldige stond. De nieuwe boerin begroette haar broe der tamelijk uit de hoogte. Daarna keek zij Gilli aan en vroeg: „Is dat nu de jon gen?" En beteekenisvol knikkend, zei zij tot haar man: „Wees gerust, Anderlan, ik zal hem wel opvoeden." V. Gilli voelde, dat tusschen zijn oom en de nieuwe bazin van hem sprake geweest was, en dat zijn oom hem niet geprezen had, voelde hij ook. Sedert hij in de pacht hoeve was, had hij van de zijde zijns ooms niets anders dan scheldwoorden gehoord, menigmaal door slagen en oorvijgen ver sterkt, en hij had het pijnigende gevoel, dat hij hot den boer nu eenmaal toch niet naar den zin kon maken. Gilli had zich zelf voor werkzaam en bekwaam gehou den in Altenburg, waar allen hem goed mochten lijden, had men hem steeds daar om geprezen. Deze goede roep was den knaap nood lottig geworden. Ook Benedikt had van zijn bekwaamheid en werkkracht gehoord. In het frissche, levende kind, dat met begees tering van zijn dagelijksche bezigheden sprak, geloofde hij een arbeidskracht ge vonden te hebben, waarvan hij kon profi- teeren, maar hij zag zich geheel ontgoo cheld. Gilli had niet veel zin in gestadig werken. Hem was het werk een spel, een tijdverdrijf geweest, waarbij hij zich als klein hoofd van het gezin gewichtig maak te. Nu was hij de laatste in huis en moest niet alleen het werk verrichten, dat men van aankomende boerenjongens met recht mag verlangen, maar moest zich ook ver boven zijn krachten inspannen. Benedikt Anderlan kreeg een bepaalde som, waaruit hij het loon der knechts moest bestrijden. Hij zelf was een ijzeren werkkracht en hij had de zaak zoo uitge dacht, dat hij met éénen betaalden knecht zou kunnen volstaan. Doch Gilli scheen dit plan te willen verijdelen. Het werk moest niettemin geschieden. De voogd twij felde echter, Gilli bruikbaar voor zijn plan nen te maken. Lies was de vrouw, die hij wenschen kon. Ook zij hield van gestadig werken en was zeer zuing en vond, dat het een goede gedachte geweest was, een jongen „lijf eigene" van de bergen te halen, die niets noodig had dan een beetje kost. Zij was lang niet zoo wanhopig als haar man. Zij voelde zich in het bezit van een onfeilbaar middel, dat eiken tegenstand moest bre ken. Haar middel was de honger. Kleine overtredingen werden gestraft door het in houden van het ontbijt. Bij groote over tredingen heette het: „Goed, vandaag hebt gij reeds middageten gehad", of „van daag hebt gij geen avondeten noodig." Zich door oorvijgen of slaan aan hem te vergrijpen, achtte zij beneden haar waar digheid. „Ranselen kunt gij hem wel," was zij gewoon tot haar man te zeggen en die kwam daarin niet te kort. Aan slaan en schoppen geen gebrek. Soms echter, in dien Gilli hem in het bijzonder vertoornd had, schitterden Bendikts staalgrijze oogen onheilspellend, dan pakte hij den knaap bij den hals, sleepte hem door heb vertrek, vatte een leeren riem van den muu.r, en sloeg op den kleinen slaaf los, totdat zijn arm vermoeid en zijn drift gekoeld was. Wat beefde Gilli voor hen boiden, Bene dikt en Lies Maar ondank zijn angst, kon hij toch niet worden zooals zij het wilden. En indien hij het werk eens flink aanpak te, dan was hij dadelijk moe. Hij was cok nog maar een kind en speelde graag. Geen wonder, dat Benedikt met toorn en toenemenden afkeer den knaap "be schouwde. „Als ik denk, hoe ik in mijn jonge jaren geweest ben," zei hij dikwijls tot zijn vrouw, terwijl zijn oog minaentend op Gilli rustte. En dan vertelde hij, hoe hij op elf jaren reeds ter markt ging en alles kende. Lies luisterde met welbehagen. Zij was blij, een zoo flinken boer tot man 'c heb ben. Indien zij zoo voortgingen, moesten ze schatrijk worden. Ook Gilli had een ze kere, schuwe bewondering voor de gewel dige arbeidkracht zijns ooms. Maar daar hij steeds weer moest aanhooren, dat hij op zijn leeftijd reeds alles kende, liet hij spoedig alle hoop varen, zelf iets flinks te worden. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9