FAILLISSEMENTEN MAANDAG 27 JULI 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 8 R.-K. BOND VOOR GROOTE GEZINNEN. Centrale Raadsvergadering. Gistern werd onder groote belangstel ling in café „Zomerzorg" te Den Haag, on der presidium van den heer J. W. F. v. Meegeren uit Venlo, de Centrale Raads vergadering gehouden van den R.-K. Bond van Groote Gezinnen. In zijn openingswoord verwelkomde spre ker in het bijzonder de vertegenwoordi gers van R.-K. organisaties van groote ge zinnen uit Frankrijk, België en Duitsch- land en den heer Goudoever, bestuurslid van de christelijke vereeniging tot beharti ging van gezinsbelangen. De notulen, gepubliceerd in „Het Ge zin", werden ongewijzigd goedgekeurd evenzoo bet jaarverslag van den penning meester, eveneens in druk verschenen, waaraan enkele beschouwingen in ver band met het bestuursbeleid werden vast- geknoopt. Even voordat dr. J. de Boer zijn voor dracht hield „Wat kunnen onze afdeelin- gen doen", bracht mr. dr. L. N. Deckers, minister van -Defensie een bezoek aan de vergadering, waar bij hartelijk welkom werd geheeten door den voorzitter. ZijnExc. hield een korte toespraak waar in hij wees op het groote nut van den Bond, welke zijn bijzondere sympathie heeft. De begrooting werd aangenomen op een bedrag van inkomsten en uitgaven van 14.600. De aftredende bestuursleden, de heeren J. W. van Meegeren, Venlo, voorzitter, Chr. van den Dries, Utrecht, redacteur van het orgaan en P. de Lange, Bussum, com missaris, werden bij enkele candidaatstel- ling herkozen. Op voorstel van Gouda werd het hoofd bestuur verzocht de directie van de Ned. Spoorwegen te verzoeken den leeftijds grens voor scholierkaarten te verhoogen tot 21 jaar. Vervolgens werd van de afdeeling Nij megen een voorstel aangenomen, waarin het hoofdbestuur werd opgedragen, de re geering te verzoeken bij voorkomende va catures bij openbare betrekkingen op de eerste plaats mannelijke krachten in aan merking te laten komen. De afdeeling Dordrecht had drie voor stellen ingediend. Het eerste strekte om in „Het Gezin" het gebruik van vreemde talen te vermijden. Het voorstel werd aan genomen. Verworpen werd het voorstel, om de lijst van contributie-schuld niet meer in het orgaan te publiceeren. Een voorstel, om pogingen aan te wenden tot het ver krijgen van reductie op den prijs van fiets- plaatjes en om het weggeld voor fietsen in de provincie Noord-Brabant te doen op heffen werd als practisch onuitvoerbaar afgewezen. De afdeeling Ginneken betoogde de wenschelijkheid van een fusie tusschen de tijdschriften „Huwelijk en huisgezin" en „Het gezin". Het hoofdbestuur erkende deze wenschelijkheid, maar „Huwelijk en huisgezin" is er niet voor te vinden. Ook van de afdeelingen Amsterdam, Arnhem en Zevenaar waren voorstellen in gekomen, om te streven naar een kinder toeslag. Na uitvoerige gedachtenwisseling werd een motie aangenomen, om in de studiecommissie van den Partijraad inzake kindertoeslag een vertegenwoordiger van den R.-K. Bond voor groote gezinnen te doen opnemen. Naar aanleiding van een voorstel van Venlo, zal op de Centrale Raadsvergade ring van 1932 een voordracht worden ge houden over moederschapszorg. Vervolgens deelde de voorzitter mee, dat de directie van de Spoorwegen weiger achtig blijft, om een verminderd tarief in te stellen voor kinderrijke gezinnen. De voorzitter hield een voordracht over moederschapszorg, waarin hij propageerde de jaarlijksche viering in de maand Mei van een dag ter eere van de Moeder en het moederschap als een innig familiefeest. Aan het slot van de vergaderng bracht de heer Ahrentz, vertegenwoordiger van den Reichsbund des Kinderreichen Deutsch- lands de groeten over van zijn organisatie. Na een rondvraag, waarvan velen ge bruik maakten, sloot de voorzitter de ver gadering. Vermelden we, dat in de ochtenduren in de kapel van het R.-K. Meisjes-lyceum door den geestelijken adviseur van de Haagsche afdeeling, kapelaan Ruigewaard, de H. Mis is opgedragen en dat de Haag sche afdeeling aan de vergadering ee'n auto-tocht aanbood naar Wassenaar. „Maandagmorgen". De tabaksbelasting. Het Tweede Kamerlid de heer Boon heeft aan den minister van financiën de volgende vragen gesteld 1. Is het den minister bekend, dat vele fabrikanten van sigaretten de belasting banderolles niet meer op het pakje of doosje zelf doen plakken, dooh op een omhulsel genaamd cellophane? 2. Is het den minister bekend, dat daar door de banderolles onbeschadigd van de pakjes of doosjes kunnen worden verwij derd, dat zulks veelvuldig geschiedt en dat er reed? een vrij omvangrijke handel tegen ongeveer halven prijs in dergelijke banderolles plaats vindt teneinde ze zoo een tweede maal te gebruiken? 3. Zoo ja, is de minister dan niet van oordeel, dat door deze ontduiking de be langen van den bonafide handel worden geschaad, terwijl daarvan een belangrijk verlies voor den Staat het gevolg is? 4. Is de minister bereid te bevorderen, dat zoo spoedig mogelijk een regeling worde getroffen, waarbij verplicht wordt gesteld de banderolles gelijk zulks vroeger was voorgeschreven op het pakje of op het doosje zelf te doen aan brengen op zoodanige wijze, dat zonder beschadiging van de banderolles het pakje of doosje niet kan worden geopend, hetgeen voor den fabrikant geen enkel bezwaar behoeft mede te brengen? CONGRES R.-K. BOND VAN HANDELS-, KANTOOR. EN WINKEL- BEDIENDEN. Een resolutie. De Ned. R.-K. Bond van Handels-, Kan toor- en Winkelbedienden „St. Franciscus van Assisië", hield Zondag een congres in de groote zaal van Sociëteit „Amicitia" te Amersfoort. Om 1.15 uur opende Bondsvoorzitter A. A. Hamersveld het congres. De opkomst was groot. De voorzitter hield een kor te beschouwing over de actie inzake nale ving van het Werktijdenbesluit voor Win kels, invoering van de middagsluiting der winkels en invoering van den vrijen mid dag voor de winkelbedienden, waarna de volgende mote werd aangenomen met al- gemeene stemmen: De Ned. R.-K. Bond van Handels-, Kan- toorij en Winkelbedienden „St. Francis cus van Assisië", in congres bijeen op Zon dag 26 Juli 1931 in het gebouw „Amicitia" te Amersfoort gehoord de uiteenzetting van zijn bonds- bestuur over de uitvoering der bepalingen regelende de werktijden voor het winkel personeel; over de actie voor den vrijen middag der winkelbedienden; over de vacanties der bedienden legt nadrukkelijk o.a. de volgende con clusies vast le. ten aanzien van artikel 6 der Rijks wet op de winkelsluiting; dat onverzwakt dient te worden doorge zet de actie tot invoering van den vrijen middag voor alle handels-, winkel, en ma gazijnbedienden naast den wekelijkschen vollen rustdag. (Zondag). 2e. ten aanzien van artikel 9 der Rijks wet op de winkelsluiting dat het bij toepassing van artikel 9 in zake het vaststellen van een aantal da gen, waarop de bepalingen van de wet niet van toepassing zullen zijn, dringend gewenscht is hieromtrent eerst overleg te doen plaats vinden tusschen werkgevers- en bediendenorganisaties 3e. ten aanzien van het intrekken van den vrijen halven dag gedurende bepaal den tijd dat het intrekken van den vrijm hal ven dag gedurende de vacanties van het winkelpersoneel dient te worden be schouwd als een ontoelaatbare verslechte ring van een aan redelijke eischen vol doende werktijdenregeling; dat de ontheffing van het geven van den vrijen halven dag gedurende de vacan ties een duidelijker en scherper omschrij ving der bepalingen, in het werktijdenbe sluit vermeld omtrent het verleenen van vergunningen en ontheffingen, noodzakelijk maakt, omreden een dergelijk vergaande ontheffing als zeer ongewenscht dient te worden beschouwd; 4e ten aanzien van de wettelijke re geling der vacanties voor de bedienden dat door dezen gang van zaken tevens duidelijk de wenschelijkheid blijkt eener wettelijke regeling der betaalde vacanties voor het winkel- en magazijnpersoneel. dat, onafhankelijk van het bovenstaande de groote noodzakelijkheid wordt gevoeld van een maatregel, waarbij de betaalde va- cantie der handels-, kantoor-, winkel- en magazijnbedienden wordt vastgelegd. Het Tweede Kameriid Max van Poll hield vervolgens een rede over: „De so ciale en economische toestand en de be dienden." Spreker zag zich teruggeplaatst in 1922, toen professor Veraart sprak op 'n congres van den Bond in Utrecht over de*rechts- posite van de bedienden en rector Möller over arbeidscontract en arbeidsloon. Die stellingen daar op dat congres naar voren gebracht zijn langzamerhand gemeengoed geworden van ons, katholieken. Spreker bracht naar voren de stelling van profes sor Veraart, dat de bedienden niet zon der geldige redenen mogen worden ont slagen. Dit moet echter niet in goed ver trouwen gaan, doch dit moet wettelijk wor den vastgesteld. Ook van den tweeden eisch in 1922 ge steld. recht op dagelijkschen arbeid in de onderneming is niet alles terecht geko men, gezien de groote werkloosheid. Ook van medezeggenschap is nog geen sprake. Ook het ethisch minmum als looneisch is in vele gevallen zeer laag gesteld, in ver band waarmede spreker de crisis van he den ter sprake bracht. Als we de crisis en zijn gevolgen beschouwen, dan komt de vraag, is er vooruitgang. Spreker bracht naar voren het gevaar van schijn bare vooruitgang, die in werkelijkheid ach teruitgang beteekent. Spreker bracht naar voren de machi nale menschen die in winkels en kantoren de plaats innemen van verschillende be dienden. De machine en ook de robots be hoeven geen vijand te zijn van den wer kenden mensch, doch zij kunnen het wor den door ongebreideld winststreven. Spreker vroeg: wat is de huidige crisis? Is er tekort aan productievermogen? Men heeft zoo gemechaniseerd en gerationali seerd dat met de helft van de arbeiders genoeg klaar gemaakt kan worden voor de vraag. Spreker stelde verschillende gevallen in helder licht. De crisis waarin wij zitten is verder een geestelijke crisis. De wetgeving heeft hier zeer zeker een taak, doch ook de organisaties. De Paus heeft gezegd dat hier met den meesten spoed moet worden ingegrepen. Het gaat hier om de grootste belangen van de menschheid, waartoe de katholieke ver- eenigingen een taak hebben te vervullen in het belang der menschheid. Verschillende vragen werden na de rede door spr. beantwoord. Na de pauze hield rector J. F. A. Bots, geestelijk adviseur van den Bond zijn in leiding met als onderwerp: „De bedienden en het gezin." Bediende worden is gemakkelijk, echter betrekkelijk weinigen zijn er, die een uit zicht hebben op een bestaan. Het maximum-loon is dikwijls juist toe- Minister Reymer en eenige andere autori teiten hebben DE NIEUWE ELECTRI- SCHE CENTRALES TE GEERTRUI- DENBERG bezichtigd. Per boot voer het gezelschap van Den Bosch derwaarts. Een ontmoeting aan boord tusschen minister Reymer en den burgemeester van Breda. reikend om alleen zichzelven te onderhou den, en vele mannen op huwbaren leef tijd krijgen geen kans een huwelijk aan te gaan. Velen huwen toch, en dan moeten de vrouwen bijverdienen, b.v. in sigaren winkeltjes, werken voor ateliers, of dat de man 's avonds uitziet naar administra tieven arbeid om in de behoefte van zijn gezien te voorzien. Dergelijke toestanden moeten leiden naar een boordenproleta- riaat. Als oorzaken dat het gezinsloon steeds naar achteren wordt gedrongen, noemt spreker de ver doorgevoerde ratio nalisatie. Deze ver doorgevoerde rationali satie gebeurt niet door den werkgever al leen om den werknemer den arbeid te ver lichten of hem meer vrijheid te schenken, doch om winstbejag. De arbeid moet dienen voor den mensch. De vraag is: hoe kunnen wij aan alle menschen arbeid en een behoorlijk bestaan verzekeren? Staat de machine promotie kansen in den weg voor de bedienden Voor de machine blijken in de practijk on geschoolde krachtenvoldoende, meest jon ge meisjes. Zoodeonde is er weinig plaats voor geschoolde krachten. De groote kantoren trekken hoe langer hoe meer ongeschoolde krachten tot zich, waarvoor dan later geen plaats meer is. Ook in het winkelbedrijf is rationalisatie, al is dit nog niet in die mate als op de kantoren. In het moderne handelsleven komt het niet meer aan op vakkennis, doch op handigheid om te verkoopen. Een tweede oorzaak van drukking van gezinsleven is de vrouwenarbeid op kanto ren en in fabrieken. Er wordt niet mee bedoeld dat de vrouw haar plaats onrecht matig inneemt. Wel onrechtmatig noemt spreker het als de vrouw die plaats in neemt. zóó dat het voor de man onmoge lijk is om aan een gezinsloon te komen. De man gaat het bedrijf in om een levenspo sitie te verwerven voor zich en straks voor zijn gezin. De vrouw daarentegen voor ze keren tijd. De voorkeur van den werkge ver voor de vrouw is in de meeste geval len hierop gegrond, om goedkooper krach ten te hebben en de loonen te drukken. De bedienden kunnen zich bij dezen toe stand niet neerleggen. Nu rijst de vraag: wat staat ons te doen? Wij moeten ons er tegen verzetten dat de jonge bedienden enkele jaren werk zaam kunnen zijn tot dat zij op een maxi mum komen, waarboven zij niet kunnen komen, en dat niet voldoende is voor een gezin. We mogen niet lijdelijk toezien dat de volwassen mensch moet wijken voor jeugdige menschen met een laag salaris. Een gezinsloon moeten we eischen dat is een loon dat strikte rechtvaardighe'd eischt. Ieder heeft het recht tc huwen en moet recht hebben een gezinsloon te kun nen verdienen. Dit meest elementaire echt van de bedienden moet worden hersteld. Ook de vrouwelijke bedienden, aldus spr., moeten ijveren voor dezen eisch. Dat het blije, Roomsche gezin in de toekomst weer moge bloeien en dat. allen dit streven moge steunen hiermede eindigt de eerw. spreker zijn rede. Na een slotwoord van den voorzitter v.erd het congres gesloten met het. lied „Aan U, o Koning der Eeuwen." „Maandagmorgen". MOEILIJKHEDEN BIJ PHILIPS. Negenhonderd arbeiders ontslagen. Naar men aan de „Tijd" mededeelde, zijn Zaterdag bij de N.V. Philips 900 ar beiders ontslagen. Dit ontslag geldt voor namelijk de apparatenfabrieken, die ver moedelijk binnenkort geheel stilgelegd zullen worden. Op de afdeeling Philite- fabriek werd het ontslag veertien dagen van te voren aangezegd, waarop de ont slagenen het werk terstond staakten. De poorten waren echter gesloten en vertrek werd hun niet toegestaan, zoodat de sta kers' den middag in ledigheid op de fa briek doorbrachten. ORCHIDEEëNJAGERS IN DE OERWOUDEN VAN ZUID-AMERIKA. Een eigenaardig beroep Zuidzeecactussen voor Ja pan Gevangenen vangen vlinders. Een Fransch onderzoeker die diep in het Braziliaansche oerwoud doorgedrongen was, ontdekte op een open plaats in het bosoh onverwaohts een kleine hut, die be woond scheen te zijn. Daar hij er maar niet met zijn verstand bij kon, welke zonder ling deze eenzame plek wel als zijn woon plaats uitgekozen kon hebben, besloot hij tot den avond te wachten om te zien, wie de hut betreden zou. Zijn geduld werd be loond. Even voor zonsondergang werd de gestalte van een breedgeschouderd man zichtbaar, die zijn gasten met onverholen vreugde begroette en zeer bereidwillig over zijn verblijf in het vijandig oerwoud eenige mededeelingen gaf. Hij was, zoo vertelde hij lachend aan zijn verbaasde cn ongeloovige gasten een jager. Maar geen jager op levend wild of jaguars bv. of apen, neen, hij jaagde op bloemen.... op orchi deeën. Maar, zoo wierp men hem ongeloovig tegen, waar hebt u dan uwe orchideeën? Wij zien er absoluut geen. Steekt u ze dan in het knoopsgat? Lachend wees de zonderlinge man op een kleine houten trommel en deed ze open. Toen kwamen er kleine knolletjes te voor schijn zorgvuldig verpakt in mos en ver gane bladeren. Dat zijn hier mijn orchideeën. De bloe men zelf zou ik nooit meer frisch thuis brengen als ik ze geplukt had. Deze knol len daarentegen blijven bij een goede be handeling jaren lang hun kiemkracht be houden. Uw afnemers en lastgevers?.... Er bestaat eigenlijk op de heele wereld maar één onderneming, die orchideeënja gers in zijn dienst heeft. Het is een Londen- sche firma. De eigenaar hiervan is een der beroemdste orchideeënkweeker der wereld en voert over de heele wereld een uitgebrei- den handel hierin. U kunt u waarschijnlijk niet voorstellen, hoe rijk men kan worden door het kweeken van orchideeën. Maar het is toch een feit, dat sommige zeldzame exemplaren 12000 gulden en nog meer kos ten! Gedeeltelijk zijn dit zeer zeldzame orchideeën die men door zeer ingewikkelde en langdurige methoden heeft kimnen kweeken, maar voor de rest zijn het bloe men, die de orchideeënjagers in de oerwou den ontdekten. De geschiedenis is waar. Er bestaat wer kelijk een aantal orchideeënjagers en men mag gerust aannemen, dat het beroep van zoo'n jager wel zeer interessant en onge woon is, maar ook, dat het niet van all9 gevaar ontbloot is. Talloos zijn de gevaren van het Zuid-Amerikaansche oerwoud en het komt vaak voor, dat de jager op or chideeën plotseling heel ander wild ont moet waarop hij eigenlijk niet van plan was jacht te maken. Niet minder interessant is het beroep van een Cactusjager. al is dit wat minder rijk aan gevaren. Cactusjagers vindt men echter absoluut niet alleen in Mexico zooals men gemak kelijk geneigd zou zijn om aan te nemen. Talrijke dorre eilanden in de Zuidzee waar de zon haar loodrechte stralen laat neer komen, vormen eveneens een geliefdkoosd doel van deze jagers. Ook een cactusjager denkt er natuurlijk absoluut niet aan, om een cactus van on geveer een manshoogte, met wortel en al uit te graven en ze dan naar zijn opdracht gever te verzenden. Hij zal volgens de re gelen d©r kunst meestal een loot van de plant nemen en deze voorzichtig met wat aarde in een botaniseertrommel bewaren. De voornaamste afnemer van dure en zeld zame cactussen is eigenaardig genoeg niet Europa, maar Japan. Ook met cactussen kan men, wanneer het uitgezochte mooie en zeldzame exemplaren betreft, schitte rend zaken maken. Men kan in zooverre men er lust toe gevoeld en ook het benoo- digde geld voor bezit, een klein vermogen in cactussen beleggen. Een jager van geheel andere soort is de Vlinderjager, die men bij honderdtallen op het Zuidelijk halfrond aantreft. Het moet beslist een uiterst komisch gezicht zijn, wanneer men hier of daar in het oerwoud een man met een vlindernet ontmoet, die door zijn zon derlinge sport geheel en al in beslag ge nomen wordt. Maar deze jacht is niet al leen komisch, zij is ook gevaarlijk; gevaar lijk vooral voor de gezondheid. De mooiste vlinders komen voor in de moerassige stre ken. Maar waar in de tropen moerassen zijn, daar is ook de koorts. De mooiste vlinders met de schitterendste kleuren vindt men waarschijnlijk in Guyana en wel in het Fransoh gedeelte, waar zooals men weet, de bagno voor de grootste misdadigers ge vestigd is. Ook de gevangenen, die in het open veld werken, gaan met voorliefde op de vinderjacht, waax-mede zij zich een wel kome bijverdienste verschaffen. Geweten- looze handelaars betalen hen meestal slechts een klein gedeelte van de werkelijke waarde uit. Behalve de vlinderjagers treft men in het Zuid-Amerikaansche oerwoud, dat zoo rijk is aan curiositeiten, nog een bijzondere soort jagers aan en wel: de kolibri-jagers. De kleine vogeltjes worden in een net gevangen en direct terplaatse gedood en voorloopig geprepareerd, als men het niet alleen op de zijdeachtige veertjes voorzien heeft. Men treft zonderlinge Nimrods aan op aarde. En wanneer men ze tegenover el kaar stelt, de groote jagers, de leeuwen- en olifantenjagers en aan de andere zijde de pseudo Nimrods, die zich tevreden stellen met bloemen en vlinders, dan is het nog heelemaal niet uitgemaakt, aan welke zijde de grootste moed, de grootste overgave en de grootste resultaten te behalen zijn. H.F. DE LIJDENSWEG DER GEESTELIJKEN IN SOVJET-RUSLAND. De Russische vluchtelingen nemen bij voorkeur h/un weg over Bulgarije en Zuid- Slavaë, waar zij minder met moeilijkheden te kampen hebben. Bovendien is de bevol king van die twee staten voor het meeren- deel Orthodoxe. Zoo komt het dat men daar veel nieuws kan vernemen over den toe stand in Rusland. Zoo hoorde een K. W. P. medewerker daar dezer dagen het volgende Eersit voerden de bolsjewisten bun strijd tegen de Orthodoxe geestelijkheid met ruw geweld. Toen zij inzagen dat een openlijken strijd het nadeel heeft, dat daardoor de geestelijken tot martelaren worden gemaakt en de godsdienst daardoor zeer ten gunste wordt beiinivioed, paste men later een nieu we methode toe; men tracht ml. de Ortho doxe geestelijken in zooveel mogelijke sek ten te verdeeilen, dde elkaar uit de kerk stootten en met den banvloek vervolgen tot groote ontsteltenns der geloovigen. Men trachtte hetzelfde middel bij de ka tholieken. toe te passen, dioch men slaagde er niet in, in de Katholieke kerk een nieuw schisma in te voeten. De katholieke pries ters werden de een rua den ander onder al lerlei voorwendsels van hun pastorieën ver wijderd en naar afgelegen gebieden verban nen, waar hun „verdwijning" geen opzien baarde. In de ijskoude stroom van de Aziatische S'tepen vonden zij den dood. Elf priesters van het Bisdom Mobile wer werden verban nen naar de Duivelseilanden in het beruch te Solowezki. Him vreeselijk lijden deelde diaar ook de plaatsvervanger van den ka tholieken patriarch van den Oos'terschen ritus. Niet beter verging het de katholieke priesters der overige bisdommen. De 36- jarige bisschop verloor tengevolge van de martelingen het gezicht en het gehoor. Theophiei Skalsk zit reeds 3 1/2 jaar inden kerker. Ivan Deubner smacht reeds acht jaar als levend begraven in het stinkende hol van een gevangenis. Schwijezewsky, die in Rusland een poli tiek rol speelde, beschrijft den toestand van een gevangenis op het duivelseiland als volgt, de veroordeelden zijn samenge pakt in een enge ruimte, die omgeven is door prikkeldraad en onder voortduren de bewaking staat. In deze ruimte kunnen zij zich niet bewegen, doch moeten zelf voor alles zorgen. De helft der geïnterneer den lijden aan tering, hartkwalen, rheuma- tiek, ischias en schurft. Dagelijks sterven er gevangenen. De levensmiddelentrans porten komen slechts zeer onregelmatig aan. In de winter lijden zij van de hevige kou de en is er het daglicht slechts 2 h 3 uur, 't overige gedeelte van den dag zitten zij dan in het donker, terwijl de stormen van den Noordpool op komen zetten. Op zekeren dag omsingelden de Russi sche soldaten het kamp en losten een salvo op de gevangenen, toen deze hun gewonde broeders wilden verzorgen losten de sloda- ten een tweede en tenslotte een derde sal vo. Het was slechts een „oefening" zoo werd hen medegedeeld. Onderaardsche watertunnels. De groote fabriek van Ford in Dearborn heeft, hoofdzakelijk voor de afkoeling van den keteldamp, dagelijks ongeveer 4.5 mil- lioen M3 water nooddg, dietegenwoordig door een nieuw aangelegen tunnel uit de River 'Rouge naa-r de fabrieken geleid wordt. Dit benoodigde water komt onge veer overeen met de hoeveelheid, die 4 groote steden verbruiken. De tunnel be staat uit een pijp die binnen een middellijn heeft van 4.5 en van buiten een doorsnee van 6.5 M., zoodat er gemakkelijk een on dergronds spoor door heen kon. Deze lei ding bestaat uit de aaneenschakeling van 4579 betonnen ringen, die ieder uit tien af zonderlijk gebogen deelen tot een gewicht van 1,7 ton bestaan. Deze tunnel van 3.6 K.M. lengte loopt on der vele hoofd- en zijstraten, spoorlijnen, bruggen, zelfs onder een. kerkhof door. Het boren geschiedde met machines, die in de looze aarde gemakkelijk vooruit kwa men, zoodat de aarde daarachter als een tandpasta-tube opzwol. Onder gunstige om standigheden werd een gedeelte van den betonnen ring door geweldige machine-ar- men in 45 minuten op z'n plaats gebracht en in één maand tijd kwam men ongeveer 650 meter vooruit. Electrisch gedreven schepen. Heb eleotrisoh aanzetten der schepen is een belangrijke vooruitgang in de scheep vaart. Men ging principieel te werk als volgt: Er weid eerst stoom verwekt, welke dienen moest als drijfkracht voor een tur bine, deze is aan een dyamo gekoppeld die den stroom voor de eigenlijke drijfmotor van het schip levert. Ook voor den leek is het begrijpelijk dat hier eene omweg ge maakt werd. Want waarom zou men den stoom niet zooals tot nu toe bij het aan zetten door de stoommachine onmiddel lijk voor het drijfwerk van het schip benut ten? Ofschoon deze omweg werkelijk een zeker krachtverlies beteekent, zal deze me thode zich vanwege talrijke voordeelen van auderen aard handhaven. Vooreerst wordt het bedrijf zuiverder, eenvoudiger en overzichtelijker. Verder zijn aan deze methode zeer essentieele voordee len verbonden. Bovendien kan de vertraag de vaart door directe vermindering der brandstoftoevoer benut worden, d.w.z. het bezit ook economische voordeelen. De in voering van de turbo-eiectrische aanzetma- chine in de Amerikaansche oorlogsmarine is wel een teeken dat het hoog gewaardeerd wordt. U itgesp T'oftdeu: H. J. Bader Jr., bollenreiziger, Sassen- heim; cur.: mr. A. J. Romijn, Leiden; J H. Bader, bollenreiziger, Sassen- hedm; cur.: mr. A. J. Romeijn, Leiden-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 8