jyOOR HONDERD JAAR
Koning Leopold I van België.
Het vorig jaar hebben onze Zuidelijk bu
ren de Belgen onafhankelijkheidsfeesten ge
pierd. België bestond toen honderd jaar. Er
iwaren aan beide zijden van de grens men-
schen, die dat eigenlijk spijtig vonden. Zij
redeneerden, dat het toch zoo grootelijks
jammer moest heeten, dat voor honderd
jaar België en Nederland uiteengegaan zijn
omdat toen landsdeelen werden gescheiden,
die bijeen behoorden. Evenwel gedane za
ken nemen geen keer en het is bovendien
niet het zelfde te betreuren, dat honderd
jaar geleden iets mis gegaan is als nu nog
te wenschen betgeen toen verknoeid werd
alsnog te corrigeeren. Een tuinman die een
boom scheef gegroeid ziet is zoc dom niet
dien boom daarom te ontgraven en hem
recht te zetten.
We willen maar zeggen ook al beaamt
men volkomen, dat het jammer is, dat het
|in 1830 zoo geloopen is, daarom behoeft
men nu niet Belgie zijn onafhankelijk be
staan te misgunnen. Wij doen dat dan ook
volstrekt niet en hebben werkelijk niet zuur
gekeken, toen de Belgische buren het
honderdjarig bestaan herdachten van het
nieuwe Belgische vaderland.
Dat het in dat vaderland voor het Vlaam-
sche deel der bevolking geen eeuw is ge
weest van Vrijheid en Blijheide dat weten
we natuurlijk heel goed, maar hoor eens,
we willen nu niet diepzinnig over de Vlaam-
sche quaestie gaan redeneeren, we willen
^slechts enkele herinneringen ophalen van
voor honderd jaren.
Als België zich onafhankelijk maakte in
1830, zoo zegt ge misschien, dan zijt ge
toch een jaar te laat. Ja, dat zou zoo zijn,
als we die onafhankelijkheidsverklaring her
denken wilden. Volgende week echter is het
eigenlijk pas honderd jaar geleden, dat
België een koninkrijk werd.
21 Juli 1831 besteeg Leopold van Saksen-
Coburg den Belgischen troon.
Tja, in honderd jaar veranderd er heel
wat: Toen waren de Noord-Nederlanders
woest daarover, nu kunnen we er heel kalm
over praten, zonder een grein boosheid. Als
onze overgrootvaders van voor honderd
jaar dit hadden kunnen voorzien, zouden
ze zeker ons voor een bijzonder ontaard ge
slacht uitgekreten hebben, want ze waren
juist nu honderdjaar geleden bijzonder boos
op de Belgen. En terwijl deze hun nieuwe
koning met gejuich inhaalden, was men hier
bezig zich voor te bereiden, om de on
verlaten daar eens duchtig op hun baadje te
geven.
Wilde men dan hier met geweld van wa
penen de Belgen weer onder Nederlandsch
gezag brengen. Neen, zoo dom was men
niet.
In het Noordenen was men in meerder
heid nu evenzeer voor de scheiding als in
België, maar men wilde de Belgen dwin
gen, toe te stemmen in de scheidingsvoor-
iwaarden zooals zij in Januari door de Lon-
densche conferentie waren geformuleerd,
waarvan men in Brussel niet wilde hooren.
Men had in Brussel de aanneming gesteund
van de voorwaarden zooals die in Mei weer
waren veranderd en die voor de Belgen
veel voordeeliger waren. Maar onze koning
Willem 1 had op 12 Juli formeel geweigerd
deze voorwaarden^aan te nemen. Hij dreig
de met wapengeweld. Maar voor dat wa
pengeweld losbrak, kregen eerst de Belgen
luin nieuwen koning.
De revolutie in den schouwburg.
Men weet dat de Belgische revolutie was
uitgebroken 25 Aug. 1830, na de opvoering
van een opera „De stomme van Portici".
Men moet niet meenen, dat er om dat too
neelstuk revolutie gekomen is, neen, de
spanning tusschen de Noordelijke en de
Zuidelijke Nederlanden was in die dagen tot
haar hoogtepunt gekomen, toen kwam de
uitbarsting.
Op het tooneel weergalmt krijgsrumoer;
gewapende mannen in wilde drift dooreen-
lloopend, treden het tooneel op en af; in
koortsige gejaagdheid zijn ze in de weer
Over de verdwijning van een arm visschers-
meisje Tenella van Portici. De maat der
•gruwelen van den jongen Alfonso en van
zijn vader, den onderkoning, het vreemde
monster, de gehate dwingeland, die Napels
Êder zijn ijzeren voet de keel dichtdrukt,
liep thans over. Masaniello, Tenella's
oeder, grijpt naar het zwaard der wraak,
hij roept de Napelsche burgerij op tot den
strijd tegen den geweldenaar, tot den strijd
voor de vrijheid en de vreemdeling wordt
:heengejaagd uit het land, terug naar zijn
[mistig Noorden.
Dit is, in enkele woorden, de hoofdge
dachte van het tooneelstuk dat op dien
avond in den Muntschouwburg werd opge-
jvoerd.
L In gewone tijden, in dagen van bezadigd
heid en kalme rust, zou de muziek van
Meyerbeer misschien wat week en overge
voelig schijnen. Dien avond was het anders!
De toeschouwers verkeerden allen in een
zelfden gespannen toestand zij wilden
door muziek en door spel worden geschokt,
.worden ontroerd, worden opgezweept, zij
voelden mee die Napolitaansche vrijheids
helden; ook zij wilden de vrijheid van Bel
gië veroveren op den vreemdeling uit het
Noorden, die taal en godsdienst, de hart
aders van het Belgische leven trachtte toe
te knijpen.
En de machtige adem van opstand en va
derlandsliefde die uit dat tooneelstuk en uit
die muziek opwaaide, bracht geweldige ont
roering te weeg; als één man was heel
de zaal opgerezen; de mijn wachtte slechts
op een vonkje, om met kracht uiteen te
springen, dat vonkje werd in de ontvlam
bare massa geworpen tijdens het tweede
bedrijf: daar treedt Masaniello op, zwaait
de strijdbijl boven het hoofd en heft in
krachtige ontroering de later zoo vermaard
geworden aria aan: Amour sacré de la
patrie" o heilige liefde voor mijn land!
De geestdrfit, het gejuich, het gestamp
en gewoel scheen geen einde te kunnen ne
men. heel de zaal is in verwarring en on
der de kreten van „Vrijheid voor 't Vader
land" en „Leve de Revolutie" stormt de
zaal leeg. Een uur later is heel Brussel in
beweging, het paleis van den gehaten mi
nister van Maanen gaat in vlammen op
le Belgische omwenteling was uitgebroken
die zich met groote snelheid uitbreidde.
Koning Willem I liet den Kroonprins met
20.000 man naar het Zuiden oprukken, doch
gaf weldra last, niet tot den aanval over te
gaan, hij hoopte n.l. alleen door onderhan
delingen dus zonder bloedvergieten alles
nog in orde te kunnen brengen. Doch juist
in groote meerderheid en geestdriftig voor
den Franschen prins als koning stemde, o.
neen, heelemaal niet. Van de 187 stemmen
kreeg hij er slechts 92.
De Fransche koning was zoo verstandig
deze keuze voor zijn zoon van de hand te
wijzen, hij vreesde erge verwikkelingen met
de andere groote Mogendheden, die er
heusch niets voor voelden van België een
Fransche vazalstaat te zien worden.
Men had dus nog geen koning.
Intusschen werd den 7den Februari 1831
de nieuwe Grondwet aangenomen, waarin
ook de rechten en plichten van den koning
omschreven werden. Maar men had nog
geen koning. Toch moest men een staats
hoofd hebben en men benoemde toen tot
tijdelijk Regent van België, baron Surlet de
Chohier, terwijl intusschen over een ge-
schikten koning nog onderhandeld werd.
Men moest daarbij ter dege letten op de
groote mogendheden, die niet ontstemd
mochten worden.
Leopold van Saksen-Coburg.
Toen werd de aandacht gevestigd op
prins Leopold van Saksen-Coburg. Een
prins van Duitschen bloede dus, ja, maar
hij was getrouwd geweest met de erfgena
me van den Engelschen troon, die evenwel
was overleden. Hij woonde nu te Londen en
werd beschouwd als lid van het Koninklijk
gezin. Zijn papieren te Londen stonden dus
goed.
Leopold huwde het volgende jaar met
prinses Louise, de oudste dochter van Lo-
dewijk Philips, dus zijn betrekkingen met
de groote mogendheden bleken zeer goed.
Hij genoot èn in Londen èn in Parijs veel
sympathie en was volstrekt geen onbedui
dend persoon, integendeel.
Hij had' al eerder kans gehad koning te
Gevechten rond Antwerpen.
deze toegevendheid maakte de opstandelin
gen steeds driester. Eindelijk gaf de koning
aan zijn tweeden zoon, prins Frederik, last
met 8000 man Brussel binnen te trekken.
De stad was door de opstandelingen in een
ware vesting herschapen, onder hevig ge
weervuur der muiters trok de Prins de stad
binnen, doch daar hij niet tot het uiterste
wilde gaan, door n.l. een deel der stad plat
te schieten, moest hij met achterlating van
700 dooden en gekwetsten, Brussel weer
verlaten. Deze nederlaag maakte de opstan
delingen nog stoutmoediger en zelfs de
laatsten der nog steeds trouw gebleven
Zuid-Nederlanders vielen nu den Koning af.
België onafhankelijk.
Er werd te Brussel een voorloopig be
stuur van Belgie ingesteld en dit voorloo
pig bestuur kondigde den vierden October
1830 het volgende besluit af:
Art. 1 De provinciën van België met ge
weld van Holland gescheiden, zullen een on-
afhankelijken staat uitmaken.
Art. 2. Het middelcomiteit zal zich ten
spoedigste met een ontwerp van grondwet
bezighouden.
Art. 3 Een Nationaal Congres, waarin al
de belangen der provinciën vertegenwoor
digd zijn, zal bijeengeroepen worden. Die
vergadering zal het ontwerp van grondwet
onderzoeken, het wijzigen, waar zij het noo-
dig mocht oordeelen, en het als vaste grond
wet in gansch België uitvoerbaar verklaren.
De Belgen verklaarden zich dus onafhan
kelijk, van dien datum dateert het onaf
hankelijk bestaan van den nieuwen Belgi
schen staat.
Er waren natuurlijk in België verschil
lende stroomingen, maar men wist van zelf
wel, dat men rekening moest houden met
de groote mogendheden. Daarom ook wil
de men van België een Koninkrijk maken.
Den lOen November vergaderde het Na
tionaal Congres te Brussel, en sprak onder
andere gewichtige besluiten ook de verkla
ring uit, dat de bestuursvorm van het on
afhankelijk Belgenland voortaan het erfelijk
en vertegenwoordigend koningdom zou zijn.
Op zoek naar een koning.
Maar toen moest men nog een koning
zoeken. En de Franschgezinden hadden
daarvoor hun blikken geslagen op Frank
rijk, waar koning Lodewijk Philips I regeer-
dq, die zelf door de Juli-revolutie was aan
het bewind gekomen. Men wist natuurlijk
wel, dat hij de Belgen, die zich van Oranje
hadden losgemaakt gunstig gezind was. En
zoo stemde het Congres op den tweeden
zoon van Lodewijk Philips, op den hertog
van Nemours. Dit betéekent niet, dat men
worden, want kort te voren hadden de
Mogendheden hem de Kroon van Grieken
land aangeboden. Hij had deze geweigerd,
omdat de Grieken met de schikkingen der
mogendheden niet tevreden waren.
Leopold van Saksen-Coburg had ook als
militair z'n sporen verdiend. In 1808 trad
hij in Russischen dienst en braoht het tot
generaal van de cavalerie.
Als zoodanig voerde hij het bevel over de
cavalerie te Bautzen en te Lutzen en in den
Volkerenslag bij Leipzig onderscheidde hij
zich vier dagen lang op de heetste punten
van deze worsteling door dapperheid en
moed. In 1814 werd hij toegevoegd aan den
Pruisischen cavalerie-generaal Blücher, den
bekenden vuurvreter, die toen reeds in de
vervolging van Napoleon een groote ro!
speelde.
Prins Leopold was zeer gezien, hij had een
zeer innemend uiterlijk en in de diploma
tieke wereld gold hij als een persoon van
waarde.
Zoo werd Prins Leopold van Saksen Co-
burg aangezocht en toen zijn antwoord
gunstig luidde, koos het Congres hem tot
koning van België.
Dit gebeurde op 4 Juni 1831 en er was
flink voor gewerkt, dat de Prins een goed
aantal stemmen op zich zou vereenigen.
Men begreep, dat het niet zoo kon gaan,
als in November, toen de hertog van Ne
mours met 92 stemmen gekozen werd.
Gekozen koning.
Voor Prins Leopold was de stemming
veel gunstiger. Van de 196 stemmen kreeg
hij er 152.
In totaal namen 196 leden van het Belgisch
Nationaal Congres aan de stemming deel,
152 stemmen waren voor prins Leopold, 14
voor den regent Surlet de Chokier, 10 ver
klaarden zich, zonder meer tegen den prins
Er waren ook enkele blanco stemmen; één
stembiljet werd vernietigd.
Prins Leopold nam de benoeming aan. Op
den 26 Juni had hij zich met instemming van
de Londensche conferentie zich mondeling
tegenover de Belgische regeeringscommis-
sarissen en schriftelijk tegenover den Re
gent bereid verklaard, de souvereiniteit van
België te aanvaarden, op voorwaarde dat
het Nationaal Congres zich met de nieuwe
18 artikelen van de Londensche conferentie
vereenigde, wat dan ook op 9 Juli gebeur
de, al hadden de Belgen er nog heel wat
tegen.
Zoo kon de nieuwe koning dan naar zijn
nieuwe vaderland komen, waarvan hij de
eerste koning zou zijn.
Den 14den JuU 1831 verscheen van Re-
geeringswege eene „officieele tijding" be
treffende de „Aenkomst des Konings", lui
dende als volgt:
„De Prins Leopoldus zal Zaterdag 16
Juli van Londen vertrekken.
Hy zal den eersten nacht te Calais
doorbrengen en zich van daer naer Os-
tende begeven, alwaer hy den tweeden
nacht zal blyven. Van Ostende zal hy
naar Brugge en van daer naer Gend be
geven, en in deze laetste stad zal hy den
derden nacht doorbrengen. Dynsdag 19
July te middag, zal hij zijn intrede in
Brussel doen, en Donderdag, 21e zal de
plegtige inauguratie op de Koninklyke-
plaats aldaer geschieden."
De koning landde te Panne en de Belgen
juichten van stad tot stad, van dorp tot
dorp, op den doortocht van de koninklijke
rijtuigen, met militaire escorte, geestdriftig
hunnen nieuwen koning toe op zijn lange
reis van de Panne, Oostende, Brugge, Gent
naar Brussel.
De Inhuldiging van Leopold.
De huldiging en de eedaflegging gebeur
den met groote plechtigheid. Op een estrade
midden van het plein van St. Jacob op Cau-
denberg was een troon opgericht. De mi
nisters, de vertegenwoordigers der vreemde
mogendheden en die van het land, ambtena
ren en grootwaardigheidsbekleeders, om
ringden den regent, baron Surlet de Cho
kier, die afstand deed van het gezag, het
welk door den nieuwen vorst werd aan
vaard.
Na de plechtigheid ontving Leopold I in
het Paleis de afvaardigingen der verschil
lende steden. Tot die van Antwerpen zeide
de koning van oordeel te zijn dat, voor de
veiligheid en den voorspoed van Antwer
pen, de ontruiming der citadel door den
Hollanders onontbeerlijk was en hij hoopte
die eerhng te zien geschieden.
Nu de Koning van Holland ziet dat ik den
troon heb aanvaard en dat het mijn onwrik
bare wil is in uw midden te blijven, is er re
den om te gelooven dat hij wel van gedachte
zal veranderen.
Maar Leopold zou zijn rijk nog niet da
delijk rustig kunnen regeeren.
Koning Willem.
Koning Willem was heel kwaad en niet
zonder reden. De diplomaten ter Londen
sche Conferentie hadden eerst den eisch ge
stold, dat de toekomstige souverein van Bel
gië de scheidingsvoorwaarden moest eer
biedigen, die men in Januari had opgesteld.
En koning Willem had in Londen laten ver
klaren, dat hij degene, die den Belgischen
troon zou bestijgen zonder in die scheidings
voorwaarden toe te stemmen, als zijn vijand
zou beschouwen.
Maar Leopold liet zich niettemin inhuldi
gen tot koning der Belgen, waarbij hij zwoer
de onschendbaarheid te handhaven van 't
Belgische grondgebied, waartoe volgens
de grondwet een deel van Limburg en
Luxemburg behoorde.
Daarmede was de kogel door de kerk en
was eene hervatting der vijandelijkheden
onafwendbaar geworden. Alleen de Confe
rentie kon ze nog wat verdagen door Ko
ning Willem de hoop te geven, dat zij nog
nadere voorstellen in overweging kon ne
men. Met het oog hierop besloot de Con
ferentie dan ook op 25 Juli nieuwe onder
handelingen te openen, om tot definitieve
KONING ALBERT VAN BELGIE.
zorgeloos in de overschatting van hun moed.
Zij vergaten in hun feestvreugde over den
nieuwen koning het gevaar, dat hen dreig
de en meenden, dat zij „den Hollander" dit
maal even gemakkelijk uit het land zouden
verdrijven indien hij durfde binnenval
len als zij hem 't jaar te voren uit de
garnizoensteden van België gejaagd hadden.
Dat liep echter mis.
Op 3 Augustus ging het Nederlandsche
leger, nadat in het kamp te Rijen een schit
terende wapenschouwing was gehouden
voorwaarts.
De Belgen zijn op den inval slecht voor
bereid, hun leger is zeer onvoldoende uit
gerust en georganiseerd en daarbij nog in
tweeën gedeeld, in een Maas- een een
Schelde-afdeeling, zoodat het zich tot een
terugtocht met achterhoede-gevechten be
palen moet.
Het Nederlandsche leger vocht onder aan
voering van prins Willem, de latere koning
Willem II met veel enthousiasme, want men
was werkelijk zeer verontwaardigd over
hetgeen er zoo al gebeurd was. De waar
deering voor de Belgen was nihil, er deugde
geen haar aan hen. Men moet de vaderland-
sche gedichten uit dien tijd maar eens lezen
om daar achter te komen. Trouwens wat
de Belgische liedjesmakers van de Hollan
ders vertelden was heusch niet mooier.
Als we dat nu lezen kunnen we er om
glimlachen zonder boos te worden. Maar
toen was dat heel anders.
We weten, dat ook de Tiendaagsche Veld
tocht geen beslissing bracht. Eerst was het
Belgische Maasleger bij Hasselt uiteenge
dreven en daarna het Scheldeleger bij Leu
ven verslagen. Maar België werd gered door
tusschenkomst van Frankrijk, dat troepen
zond onder maarschalk Gérard. Koning
Willem die natuurlijk geen oorlog met
Frankrijk wilde liet België ontruimen, waar
op ook de Franschen teruggingen, want En
geland duldde geen definitieve bezetting.
Het doel van den Tiendaagschen Veld
tocht was echter voor een deel bereikt, de
Conferentie te Londen wijzigde de voor
waarden van scheiding weer ten onzen
gunste.
De Belgen waren ook wat kalmer gewor
den en Koning Leopold, wist de nieuwe be
palingen ''"•or de Belgische volksvertegen
woordiging te doen aannemen, maar Koning
Toen besloten was, dat men 's konings rechten tegen de muitzieke Belgen met de
wapenen zou verdedigen vertrokken de Amsterdamsche schutters per trekschuit,
maar vol geestdrift naar het Zuiden.
scheidingsvoorwaarden te komen. Maar de
Belgische regeering weigerde eenvoudig op
nieuwe voorstellen in te gaan, terwijl de
Regeering van Den Haag zich stipt aan die
van Januari wenschte te houden.
En toen ging men ten oorlog.
De Tiendaagsche Veldtocht.
We hebben dat allemaal dikwijls ge
hoord het verhaal van den tiendaagschen
veldtocht. Het was voor de Noord—Neder
landers een succes, maar we moeten bij de
beoordeeling van dat succes een goede maat
aanleggen. In die dagen deed men dat niet.
Men hield aan beide zijden trouwens erg
veel van lawaaierig gebral. Onze goede
Zuiderburen trouwens vooral niet minder
dan wij. Zij waren misschien ook een beetje
Willem verwierp ze. Dat was jammer, zijn
koppig volhouden heeft geen voordeel ge
bracht.
Maar daar nu niet over.
Vóór honderd jaren kregen de Belgen
hun eersten koning en het bleek een heel
verstandige en goede koning te zijn.
We kunnen het nu wel jammer vinden,
dat het toen zoo geloopen is, maar ten slot
te is daar niet één persoon of één partij de
schuld van te geven. En in ieder geval zou
het heel dwaas zijn elkaar nu leeiijk aan te
kijken om wat er honderd jaar geleden ge
beurd is, om onrecht toen gepleegd en
dwaasheden toen bedreven.
We gunnen onze Zuiderburen alle goeds
en wenschen met hen in vrede te leven.
(Nadruk verhorten F. W.