DE AFGELOOPEN WEEK IN BUITENLAND HET DE ARME GILU ZATERDAG 25 JULI 1931 DE LEIDSCHE COURANT VIËRDE BLAD PAG. 13 SPOILT VOETBAL Naar de Pool. In den zomer schijnt het Poolgebied een groote aantrek kingskracht uit te oefenen. Misschien komt het doordat de ijswafeltjes er te kust en te keur te verkrijgen zijn, maar dit jaar is de trek naar de Pool al bijzonder groot. Wilkins trekt er met zijn „Nautilus" op los onder het water en het ijs door, de ijsbre- ker „Malygin" met Nobile aan boord zoekt zijn weg op het water en tusschen de ijs- schotsen en de „Graf Zeppelin" kiest den koninklijken weg door het luchtruim. Gisteren is de „Graf Zeppelin" onder commando van dr. Eckener van Friedrichs- hafen vertrokken, allereerst naar Berlijn, •waarna het verder gaat het onbekende Poolgebied tegemoet. Het luchtkasteel zal daar in verbinding komen met den ijsbre- ker „Malygin", om eenige brieven over te nemen, welke de „Malygin" heeft meege nomen. De postzegelverzamelaars zullen dan weer een nieuwe curiositeit aan hun verzameling kunnen toevoegen. Naar be kend wordt één kwart der onkosten van de Pooltocht gedekt door de philatelisten (postzegelverzamelaars). Van de Pooltocht zullen wij in de ko mende dagen wel meer hooren. Hopen wij, dat de Zeppelin het er beter van af brengt dan de „Italia". Dr. Eckener kent evenwel zijn luchtschip en heeft er reeds heel wat goed geslaagde reizen mee gemaakt. Parijs en Londen. Wie de in ternationale politiek gadeslaat, begrijpt dat er mannen zijn, de heimwee hebben naar de onbewoonde streken van het Poolgebied. Wij zullen onze lezers niet vermoeien met lange beschouwingen over de deze week gehouden conferenties, die niet aan de gekoesterde verwachtingen hebben be antwoord. lederen dag tot vervelens toe hooren wij al zeggen hebben er uitvoe rige berichten over deze conferentie, die volgens Mac Donald een keerpunt betee- kende in de geschiedenis van de wereld, in de courant gestaan; wij kunnen derhal ve thans kort zijn. Men weet, wat er bereikt is. n.l. de Bank voor Internationale Betalingen zal het z.g. herdisconto-crediet, dat half. Aug. vervalt, voor den tijd van 3 maanden ver lengen. En verscheidene particuliere ban ken zullen ook hun credieten handhaven. Wij zeggen, dat de verscheidene banken, dat wel zullen doen, want. verschillende toezeggingen zijn reeds gedaan in dien geest, maar het zou zeer voorbarig zijn, te zeggen, dat het resultaat der Londen- sche conferentie is dat Duitschland in ieder geval voorloopig veilig is voor ver dere onttrekking van credieten. Men kan het hopen. Maar om Duitschlands crediet werkelijk te versterken hadden de te Lon- den vergaderde staatslieden zelf eenig ver trouwen moeten toonen in de solventie van Duitschland, en op dat punt waren zij zeer voorzichtig. De overige besluiten komen er op neer, dat men te kennen geeft het bij de tegen woordige besluiten niet te zullen laten als het verder bergaf mocht gaan met Duitsch land. Ook krijgt Duitschland een kleine commissie van buitenlandsche bankiers als adviseurs, waarvoor het zelf echter tevo ren reeds gezorgd had. Men verschuift dusde rpoeilijkheden, constateert de „N. R. C." Wellicht ver wacht men dus dat Duitschland dan intus- schen rijp zal zijn geworden voor politieke voorwaarden, of dat Duitschland eenig initiatief zal hebben genomen dat de posi tie der Fransche regeering gemakkelijker maakt. Men kan het resultaat der conferentie van Londen dus in geen geval bevredigend noemen. Het is echter gebruikelijk gewor den, na afloop van een conferentie met vol doening te constateeren dat zij geen nieu we conflicten in het leven heeft geroepen. Dat is te Londen ditmaal inderdaad niet geschied. Men mag zonder overdrijving con stateeren dat de gebeurtenissen der laat ste weken de regeeringen der groote mo gendheden dichter bij elkaar hebben ge bracht. Er zijn nieuwe vriendschapsbanden ontstaan, vooral tusschen Duitschland en Frankrijk en dat is toch ook wat waard. Men moet nu afwachten hoe Briining en Curtius te Berlijn zullen worden ontvangen Het is misschien goed dat zij MacDonald en Henderson kunnen meebrengen, want in Duitschland zijn intusschen de omstan digheden niet vriendelijker geworden. De communisten maken, nadat hun ultimatum aan de Pruisische regeering kordaat afge wezen is, aanstalten om voor de ontbinding van den Pruisischen Landag te stemmen. Daardoor wordt_ het gevaar dat het refe rendum tot ontbinding van dit voor den po- litieken toestand in Duitschland zoo uiter mate gewichtige lichaam zal leiden, inder daad zeer dreigend. De omstandigheden zijn er naar om de destructieve krachten den grootst mogelijken aanhang te bezor gen. Mag men nog hopen, dat dit samen scholen van alle destructieve kraohten ein delijk de elementen uit het midden en de kalme conservatieven tot voorzichtigheid zal nopen? Het gevaar wordt nog vergroot doordat juist thans berichten komen dat de uitbetaling der loonen en salarissen nog slechts haperend in haar werk zal kunnen gaan. Terwijl men'te Londen met kleine mid delen peuterde, gaat Duitschland nieuwe groote moeilijkheden tegemoet. T o 1-u n i e. Een van de meest ge wichtige gebeurtenissen speelt zich in onze onmiddellijke nabijheid af en wij zijn er ons nauwelijks van bewust. Het is de be handeling door het Hof van Internationale Justitie te Den Haag van de kwestie be treffende de Duitsch-Oostenrijksche tol- De crisis-conferenties van Parijs en Lon den hebben alle belangstelling voor de behandeling van deze kwestie teruggedron gen, en toch zal de beslissing in deze zaak verdragende gevolgen kunnen hebben voor de ontwikkeling der wereldgeschiedenis. Zooals men zich herinneren zal gaat het erover, of de tol-imie, zooais Duitschland en Oostenrijk besloten zijn te stichten, wel in overeenstemming is te brengen met den tekst van het vredesverdrag van St. Ger main en met het Protocol van Genève. In beide verdragen staat nl., dat Oosten rijks onafhankelijkheid onvervreemdbaar is, behoudens goedkeuring van den Vol kenbondsraad. Wordt nu door een tol-unie met Duitsch land Oostenrijks onafhankelijkheid prijsge geven? De tegenstanders van het tol-unie- plan en met name Frankrijk en Italië, zeg gen van wel, doch de voorstanders' meenen van niet. De pleidooien voor het Hof hebben in deze dagen het begrip „onafhankelijkheid" eens terdege uiteengerafeld. Zoo zeide prof. Kaufmann, de agent der Oostenrijk- sche regeering, o.a.: „De Fransche en Italiaansche memones huldigen, een hyper-individualistische op vatting van het begrip onafhankelijkheid. Men kan de arbeiders toch niet onderwer pen aan een verbod van coalitie om hun onafhankelijkheid te verzekeren; men kan een onderneming niet verbieden lid van een kartel te worden, een boer lid van een coöperatie te worden, een koopman een compagnon te kiezen omdat men de vrij heid zoozeer lief heeft." Pleiter vreest, dat de liefde voor de vrij heid maar al te vaak voortkomt uit de zucht om anderen in afhankelijkheid te 'houden. De begrippen afhankelijkheid en onaf hankelijkheid hebben niet alleen een juri dische, maar ook een sociologische be tee kenis. Maar ook in sociologischen zin is er een onderlinge afhankelijkheid der staten. De eene staaat heeft grondstoffen, die een andere mist, de ééne heeft geld, de ander R. K. FEDERATIE. R.-K. S. V. „Teylingen". A.s. Zondag om 3 uur speelt Teylingen I een medaillewedstrijd tegen BI. Zwart I op „Sporthof" te Sassenheim. Om 1 uur Teylingen-junioren. Allen dra gen zorg op tijd aanweig te zijn! DIOC. HAARL. BOND. R.-K. S. V. „Leiden". Morgen spelen de junioren tegen S.J.C. op eigen terrein om 1 uur. Om half 1 vertrekken de spelers, die aangeschreven zijn voor D.O.S. vanaf de Zijlpoort, halftwee begin van den wed strijd. Om half twee veramelen zich de suppor ters voor P.F.C.—Wilhelmus op de Turf markt; vandaar vertrek per auto. R. K. Sportvereeniging A. V. V. Het programma voor de A. V. V.-serie- wedstrijden voor Zondag 26 Juli a.s. luidt als volgt: Jun.-Afdeeling. A. Y. V. bS. N. A. b 12 uur. Jun.-Afdeeling: A. V. V.aWestlandia a 1.15 uur. Ie Afd.: A. V. V. I—G. D. A. II, 2.30 uur 2e Afd.: D. H. B. I—S. N. A. II, 3.45 uur Wederom zullen Zondag 3 der A.'V. V.- elftallen in actie zijn en wel voor de 2e ronde der serie. Zonder twijfel zullen allen hun best moeten doen om de overwinning te beha len, daar de diverse elftallen geen gemak kelijke tegenstanders tegenover zich krij gen. Vooral de wedstrijd van het eerste elftal tegen G. D. A. II belooft zeer inte ressant te worden cn wij zijn er van over tuigd, dat de eerste elftallers ex alles zul len moeten opzetten om succes te behalen, doch indien er gespeeld wordt als jl. Zon dag tegen St. Lodewijk geven wij hun wel een kans. Wij vertrouwen er echter op, dat het eerste elftal zijn best zal doen en zal trachten in een mooien en fairen wed strijd de finale te bereiken. Ook de wedstrijd D. H. B. IS. N. A. II zal het aankijken wel waard zijn. Allen veel succes en een prettige Zon dag. R.-K. S. V. „D. 0. S." Daar het eerte lustrum der R.-K. S. V. „D. O. S." aanstaande is heeft het bestuur gemeend dit niet onopgemerkt te moeten laten voorbijgaan en is er een lustrum comité in het leven geroepen om dit feest zoo luisterrijk mogelijk te vieren. Dit comité zal trachten dit geheel bui ten de kas der club te doen en heeft daar om een programma opgesteld, waarmee a.s. Zondag een aanvang zal worden gemaakt. Dan ontvangen de junioren de Leidsche junioren. Wij hopen, dat velen van hun belang stelling zullen blijk geven en het spel der jonge voetballers komen gadeslaan. Men steunt daardoor de club en helpt het lus trumfeest groot maken. Ook wordt de aandacht gevraagd voor de bus,, welke op het terein is geplaatst. niet. En overeenkomsten zijn noodzakelijk om deze feitelijke afhankelijkheid te rege len, ten einde de nadeelige gevolgen daar van te voorkomen. Indien Oostenrijk 10 jaar tevergeefs heeft getracht, te komen tot een economi sche toenadering met zijn naburen en zoo mogelijk tot een Tolunie, dan is de schuld van die mislukking zeker niet aan Oosten rijk te wijten. De pleidooien voor het Hof zijn nogal erg aan den langdx'aderigen kant. Laten wij afwachten, welke beslissing het Hof zal geven. R. K. Sportvereen. „St. Bernardus". Zondag worden op het „St. Bernardus terrein de volgende wedstrijden gespeeld; te 12.30 komen in het veld St. Bernardus II tegen B. S. M. II. Te 3 uur St. Bernar dus I tegen B. S. M. I. Ongetwijfeld zal het voor deze wedstrij den aan belangstelling niet ontbreken, dus spelers van St. Bernardus stelt uw suppor ters a.s. Zondag niet teleur, maar doet al len uw best, opdat het werkelijk een mooie voetbalmiddag moge worden. De junioren moeten a.s. Zondag te 1 uur een bezoek gaan brengen bij de sportver. O. V. V. te Oegstgeest, alwaar zij moeten kampen tegen de junioren, van genoemde vereeniging. Het gezamenlijk vertrek is vastgesteld te 12 uur nieuwe tijd, per fiets vanaf het V. V. B. terrein. CRICKET Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag. Eerste klasse. H. C. C. IIA. C. C.; H. D. V. S.-V. V. V.; Haarlem—H. C. C. I; P. W.—V.O.C. Overgangsklasse. V. R. A. II—R. C. H.; Kampong-H. B. C.; Rood Wit II—Quick (N.); H. C. C. III Ajax (L.). Tweede klasse B. H. D. V. S. H—H. B. S.; V. O. C. II— Excelsior. WATERPOLO DE L.Z.C. NAAR DE DOLFIJN. Twee nederlagen der Leidenaars. Duidelijk is gisteravond weer aange toond het ongewone element bij ieder spel. L.Z.C. I ging naar Sloten emt een inval ler uit „het vierde" in de plaats van de Reede, zonder eenige andere verwachting dan een flinke nederlaag en ziet met moeite behaalde Dolfijn een 21-overwinning. L.Z.C. I ging naar Sloten met een inval- heel volledige ploeg en met overwinningsge dachten, en ziet het werd een 72-neder- laag. De eerste wedstrijd (voor de le kl. N.Z.B.) was er een van veel zwemmen, waartoe vooral de Dolfijnachterhoede, dank zij de verzwakte Leidsche voorlijn, kans kreeg. De L.Z.C.-achterhoede en de doelwachter de den het echter uitstekend; met 10 voor Dolfijn ging de rust in. De tweede helft gaf een zelfde beeld; Dolfijn bracht den stand op 20, voordat een goed geplaatste bal Buys gelegenheid, gaf goed op te zwemmen en in te schieten (21). Nog een aanval van de L.Z.C.; nog een aanval van Dolfijn en 't is afgeloopen. Het tweede L.Z.C.-zevental, bezield met zooveel goede voornemens, bleek voor de rust al haar enthousiasme thuis gelaten te hebben. De Dolfijners zwommen en de de L.Z. O.-'ers keken of ze dat goed deden; het was spoedig 20 voor Dolfijn. Toen een keer een goede aanval en Munting maakt 2——1. Als v. Driesum dan een ver schot verkeerd beoordeelt is het 31, waarna de spelers gaan uitblazen. Het bleek, dat de Amsterdammers het beste uitgerust waren, althans ze waren het meest actief en voerden den stand op tot 5—1. De L.Z.C.-ploeg begon meer ijver te too nen en na eenige zeer goede, maar geen doeltreffende schoten maakt H. Walen kamp er 52 van. Gebrek aan inzicht bij de L.Z.C.-ploeg gaf Dolfijn gelegenheid den stand tot 72 op te voeren, zoodoende met geflatteerde cijfers een verdiende overwin ning behalend. ROEIEN DE HEER J. J. BLUSSé OVERLEDEN. Eens een groot skiffeur. In den afgeloopen nacht is na een vrij langdurige ziekte op zestig-jarigen leeftijd overleden, de voorzitter van de Koninklijke Amsterdamsche Roei- en Zeilvereeniging „De Hoop", J. J. Blussé. De heer Blussé was van 1895 af voorzit ter van de vereeniging „De Hoop", hij was eerelid van de Koninklijke Nederlandsche Roei- en Zeilvereeniging, vice-voorzitter van den Aihsterdamschen Roerbond en oud bestuurslid van den Nederlandschen Roei- bond. De heer Blussé, die een zeer geziene sportfiguur was, was in zijn jongen tijd een skiffeur van groote bekwaamheid. WANDELSPORT DE „VIERDAAGSCHE" AFSTANDSMARSCHEN. Gisteren, de laatste dag der „Vierdaa-g- sche", droeg een officieel karakter. Minis ter Deckers was persoonlijk naar Nijmegen gekomen om de prijzen uit te reiken. De dag was gisteren zwaar voor de deelnemers, tengevolge van de drukkende warmte. Daarom kwamen de meesten met vertra ging binnen. Maar zij hadden zich allen zoo goed gespaard, dat het aantal uitval lers gering bleef. Volgens officieuse opgave zijn er gisterochtend zes thuis gebleven en waren er zes uityallers. In totaal zijn er thans 73 deelnemers uitgevallen, zoodac. mag worden aangenomen, dat van de 2137 ingeschrevenen er 2064 de „Vierdaagsche" met succes hebben afgelegd. De militaire corpsen kwamen alle voor het corpskruis in aanmerking. Van de bur- gervereenigingen kregen het kruis de z.g. corpsprijs De Haagsche Politiesporcver- eeniging, Het Nationaal Jongeren Verbond, afdeeling Den Haag, Rijksveldwacht 2e dis trict Arnhem, Sportvereeniging R.V.S. te Rotterdam, Vrijwillige Burgerwacht te Am sterdam, Leidsche Studentenvereeniging „Pro Patria", Sportvereeniging „De Hazen- kamp" te Nijmegen, „Transforma" te Nijme gen, de Politie te Rotteixlam, de Haagsche Wandelsportvereeniging „De Vierdaag sche', Sportvereeniging „Excelsior", te Nij megen, Nederlandsch Meisjesgilde, afdee ling Rotterdam. Sportvereeniging Sparta, Nijmegen, Sportvereeniging AVAC, Am sterdam. Van de buitenlandsche groepen kregen de Engelsche en de beide Noorsche groe pen eveneens den corpsprijs. De Fransche groep viel uit. WIELRENNEN NED. WIELERKAMPIOENSCHAPPEN. Selectie-wedstrijd, Gisteravond heeft op de Stadionbaan een selectie-wedtrijd plaats gehad over 50 K.M. voor amateurs en onafhankelijken voor denzelfden wedstrijd van hedenmid dag om het Ned. wielerkampioenschap op den weg. Het resultaat was zoo gunstig dat er van beide groepen 31 deelnemers zijn ge- plaatst, waaronder alle renners, dis den laatsten tijd eenigen naam hebben ge maakt. De tijd over de 50 K.M. voor amateurs bedroeg 1 uur 8 min. 10 sec. (25 K.M. 34 min. 58 sec), en voor de onafhankelijken 1 uur 8 min. 32 2/5 sec. (25 K.M. 34 min. 18 3/4 sec.). Morgenmiddag te half twee worden op de Stadionbaan de finales verreden van de Kampioenschappen der Nederlandsche Wielren Unie. Deze finales beloven uiterst spannend te worden, daar zoowel voor den sprint als voor den wedstrijd achter mo toren over 100 K.M. de beste rijders zullen starten. In den sprint starten o.m. de ama teurs B. Leene, v. d. Linden en Steenber gen en de professionals Moeskops, G. Lee ne en Jaap Meyer, terwijl achter motoren zullen starten Schlebaum (de kampioen van 1930) achter Kaser, Blekemolen ach ter Didier, Snoek achter Querin, den gang maker van Paillard, Leddy achter Schade- bridt, van der Wulp achter Massicot, De Graaf achter Wierma en de „coming man" Korf achter Hesslich (den gangmaker van Krewer). Het kampioenschap wordt verreden over 100 K.M. in één rit. FEUILLETON. 5) Een oogenblik stond Gilli als versteend daarna wilde hij vluchten. Maar reeds was Benedikt opgesprongen en vatte den wederspannige bij den hals. Tevergeefs worstelde de knaap, ditmaal was er geen ontkomen aan. Toen gaf hij zich gewonnen en keek schuw naar den tiran omhoog. Benedikt's staalgrijze oogen flikkerden on heilspellend. „Heb ik je te pakken, duivels kind zei hij. Hij zei dit met heesche, ruwe stem. Daarna gaf hij den gevangene een klinken de oorvijg. Gilli schreeuwde niet, maar het werd hem zwart voor de oogen, en hij beet op de lippen van woede en pijn. En toen oom hem vroeg, of hij van plan was, hem nog maals te ontloopen, zweeg hij koppig. De oom keek hem scherp aan. „Onthoud het, jongen, indien gij gewillig met mij mee gaat is het goed, anders laat ik je morgen door de politie halen." Dit zeggende stiet hij den knaap van zich af, dat hij te midden der kamer tui melde. De bedreiging deed haar werking. De gedachte aan de zijde van den gerechtsdie naar, wellicht met ketenen beladen, naar Kaltern gesleept te worden, maakte in druk. Heel deemoedig stond de knaap thans daar. Maar plotseling ging de blon de kroeskop weer levendig in de hoogte en een straal van vreugde glinsterde op zijn gelaat. Waarom zich bang maken? Hij had toch nog zijn moeder. Van "moederszijde konden hem noch zijn voogd, noch gerechtsdie naars wegslepen, indien zij „neen" zei. Men moest het haar slechts hard en duidelijk zeggen, waarover het ging, men moest haar zeggen, dat oom haar haar Gilli, haar grooten, sterken jongen wilde ontnemen. Een sprong, en hij was aan haar zijde, nam haar en zei: „Moeder! moeder! oom wil mij meenemenHij wil mij van u weghalenhoort gij het?" En toen moeder hierop niets antwoordde, vervolgde hij luider en dringender: „Zeg, moeder, hebt gij niet graag, dat uw Gilli weggaat? Wat zoudt gij aanvangen, in dien niemand meer voor den akker zoi'g- de Zoodra uw Hauser groot is, ga ik in een goeden dienst en breng u eiken kreu- zer, dien ik verdien. Maar thans kunt gij den grooten jongen nog niet missen, moe der, thans nog niet." Toen de moeder noch antwoord gaf, noch hem aankeek, wierp hij zich op de knieën en klemde zich aan haar rok vast. „Moedermoederlaat mij niet weg gaan riep hij hartstochtelijk uit. Nu eindelijk was het, of de tranenvolle stem van haar kind tot Julitta's oor was doorgedrongen. Zij liet haar werk in haar schoot glijden en hief langzaam het hoofd op. Een trek van zorgvollen kommer lag op haar bleek gelaat. Den knaap ontging dit niet, maar ook den voogd niet. Indien als Julitta begreep, waarover het ging, zij weigerde haar kind van zich te laten gaan Julitta's magere -hand greep met beven de vingers naar 't kleine oveischot garen. „Geen garen meerzuchtte zij. Zij weende zacht. En nu begreep Gilli, waarom de men- schen hem „arme jongen" noemden IV. In de Markstraat te Kaltern staat een oud, somber heerenhuis. Dit was de wo ning van den rijksten en voornaamsten grondbezitter uit de streek, den heer von Pach u Hoheneppan. Juist zat hij in zijn schrijfvertrek met een brief voor zich. Van tijd tot tijd wierp hij een blik op de torenklok, die hij dooi zijn venster zien kon, en daarbij trokken zich de wenkbrauwen van den ouden heer misnoegd te zamen. Het was, als wachtte hij op iemand, die niet precies op tijd was. Eindelijk werd er op zijn deur geklopt. Met een beetje barsch „binnen" wendde de grondbezitter het hoofd om, maar zijn gelaat helderde op, toen Benedikt Anderlan in zijn beste pak binnentrad. Benedikt verontschuldigde zich over zijn te laat komen. Hij was een lijkstoet tegen gekomen en had moeten wachten. „Goed, Anderlan", antwoordde welwil lende de gestrenge heer, ,.ik zie, dat gij ac curaat zijn. In dit opzicht is de vroegere pachter te kort geschoten. Ik verwacht van u iets anders." Von Pach had eerst onlangs den pach ter doen vertrekken, die zijn mooie boer derij aan het Kalternermeer niet tot zijn volle bevrediging bestuurd had. Benedikt Anderlan zou nu die boerderij overnemen. De grondbezitter von Pach had hem voor eenige weken daarvoor aangezocht en van daag kwam hij om zijn jawoord te zeggen. Hij had intusschen de boerderij en den veestand nauwkeurig onderzocht en over alles en over "het slechte bestuur van zijn voorganger in duidelijke woorden zijn mee ning te kennen. Mijnheer von Pach knikte goedkeurend. „En hoe zult gij met de dienstboden doen, Anderlan vdoeg hij. „Tot nu toe hebben wij drie knechts, een meid, en twee jongens op den hof gehad. Dat heeft mij steeds te veel toegeschenen." Benedikt lachte. „Ja, dat is ook zoo. Met twee knechts speel ik het wel klaar. Den grooten krijg ik uit Unterland, een flinken kerel, en een werker is hijAls kleinen knecht heb ik den jongen van mijn broo der genomen." „Van dien, die in Altenburg verongelukt is?" vroeg mijnheer von Pach. „Die moet nog 'n schoolkind zijn, met zoo een ben ik en gij niet geholpen." „De jongen is al lang van school en sterk als een beer, al zou men het niet aan hem zeggen." De grondbezitter knikte tevreden. „En wien neemt gij voor het vrouwenwerk?" „Mijn vrouwantwoordde Anderlan. Toen mijnheer von Pach hem voor het eerst van de pachthoeve gesproken had, had hij er bij gevoegd: „Gij moet dan getrouwd zijn", en Benedikt had er aanstonds werk van gemaakt en was thans de verloofde van een kinderlooze weduwe, die het boeren verstond. Mijnheer von Pach wenschte zijn pach ter geluk. „Goed zoo, AnderlanThans wordt het spoedig ernstZooals ik hoor, treft het goed „Ja, ja," knikte Benedikt. Hierop onderteekende Anderlan het pachtcontract en eenige dagen later be trok hij de pachthoeve. Hij bracht alleen Gilli mee, de groote knecht uit Unterland zou eerst later komen. Sedert zijn gewelddadige ontvoering had Gilli zich zoo stil gehouden als was hij door dezelfde kwaal als zijn moeder aan getast. Hij toonde zich zacht en gewillig en liet zich door de huisvrouw voor alles gebruiken. Aan vluchten dacht hij niet meer. Maar nauwelijks bevond hij zich in de nieuwe pachthoeve beneden aan den oever van het meer, dat hij zoo dikwijls van de hoogte af door het loover van het Altenburgsche woud gezien had, of daar ontwaakt© in hem als een gloeiende, ver terende hartstocht het heimwee. Op een avond, toen hij zich in zijn slaap kamertje bevond, kwam een zelfzaam plan bij hem op: hij wilde gedurende den nacht naar Altenburg loopen. Hij wachtte to het in huis heel stil was geworden, toen sprong hij uit zijn klein rjiam in een boom, die tegen het huis stond en liet zich langs den stam naar beneden glijden. Met kloppend hart holde hij het erf over en kwam eindelijk in zijn bergwoud. Zacht viel de schijn der afgaande maan door de bladeren der boomen. Langzaam ging nu de jonge nachtwan delaar door het woud. Het deed hem zoo goed weer in zijn woud te zijn. Nog nooit was hij te middernacht in het woud ge weest en het geheimnisvolle zwijgen der sluimerende natuur vervulde hem met ver rukking. Eindelijk was hij boven. Hij ging voorbij het Vigiliuskerkje, voorbij de kleine, don kere huisjes en over de velden, waar alles hem bekend was en nu stond hij bij de hut, het huis zijns vaders. Hij drukte de handen op de borst, adem loos van vreugde. Hij begaf zich naar den kleinen geitenstal, die tegen het bui9 stond, stiet de deur open en zocht tastend naar de gehoornde huisvriendin, maar ver geefs. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 13