DE AFGELOOPEN WEEK IN
BUITENLAND
HET
DE ARME GILU
ZATERDAG 25 JULI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
VIËRDE BLAD PAG. 13
SPOILT
VOETBAL
Naar de Pool. In den zomer
schijnt het Poolgebied een groote aantrek
kingskracht uit te oefenen. Misschien komt
het doordat de ijswafeltjes er te kust en
te keur te verkrijgen zijn, maar dit jaar is
de trek naar de Pool al bijzonder groot.
Wilkins trekt er met zijn „Nautilus" op los
onder het water en het ijs door, de ijsbre-
ker „Malygin" met Nobile aan boord zoekt
zijn weg op het water en tusschen de ijs-
schotsen en de „Graf Zeppelin" kiest den
koninklijken weg door het luchtruim.
Gisteren is de „Graf Zeppelin" onder
commando van dr. Eckener van Friedrichs-
hafen vertrokken, allereerst naar Berlijn,
•waarna het verder gaat het onbekende
Poolgebied tegemoet. Het luchtkasteel zal
daar in verbinding komen met den ijsbre-
ker „Malygin", om eenige brieven over te
nemen, welke de „Malygin" heeft meege
nomen. De postzegelverzamelaars zullen
dan weer een nieuwe curiositeit aan hun
verzameling kunnen toevoegen. Naar be
kend wordt één kwart der onkosten van
de Pooltocht gedekt door de philatelisten
(postzegelverzamelaars).
Van de Pooltocht zullen wij in de ko
mende dagen wel meer hooren. Hopen wij,
dat de Zeppelin het er beter van af brengt
dan de „Italia". Dr. Eckener kent evenwel
zijn luchtschip en heeft er reeds heel wat
goed geslaagde reizen mee gemaakt.
Parijs en Londen. Wie de in
ternationale politiek gadeslaat, begrijpt
dat er mannen zijn, de heimwee hebben
naar de onbewoonde streken van het
Poolgebied.
Wij zullen onze lezers niet vermoeien
met lange beschouwingen over de deze
week gehouden conferenties, die niet aan
de gekoesterde verwachtingen hebben be
antwoord. lederen dag tot vervelens toe
hooren wij al zeggen hebben er uitvoe
rige berichten over deze conferentie, die
volgens Mac Donald een keerpunt betee-
kende in de geschiedenis van de wereld,
in de courant gestaan; wij kunnen derhal
ve thans kort zijn.
Men weet, wat er bereikt is. n.l. de
Bank voor Internationale Betalingen zal
het z.g. herdisconto-crediet, dat half. Aug.
vervalt, voor den tijd van 3 maanden ver
lengen. En verscheidene particuliere ban
ken zullen ook hun credieten handhaven.
Wij zeggen, dat de verscheidene banken,
dat wel zullen doen, want. verschillende
toezeggingen zijn reeds gedaan in dien
geest, maar het zou zeer voorbarig zijn,
te zeggen, dat het resultaat der Londen-
sche conferentie is dat Duitschland in
ieder geval voorloopig veilig is voor ver
dere onttrekking van credieten. Men kan
het hopen. Maar om Duitschlands crediet
werkelijk te versterken hadden de te Lon-
den vergaderde staatslieden zelf eenig ver
trouwen moeten toonen in de solventie
van Duitschland, en op dat punt waren
zij zeer voorzichtig.
De overige besluiten komen er op neer,
dat men te kennen geeft het bij de tegen
woordige besluiten niet te zullen laten als
het verder bergaf mocht gaan met Duitsch
land. Ook krijgt Duitschland een kleine
commissie van buitenlandsche bankiers als
adviseurs, waarvoor het zelf echter tevo
ren reeds gezorgd had.
Men verschuift dusde rpoeilijkheden,
constateert de „N. R. C." Wellicht ver
wacht men dus dat Duitschland dan intus-
schen rijp zal zijn geworden voor politieke
voorwaarden, of dat Duitschland eenig
initiatief zal hebben genomen dat de posi
tie der Fransche regeering gemakkelijker
maakt.
Men kan het resultaat der conferentie
van Londen dus in geen geval bevredigend
noemen. Het is echter gebruikelijk gewor
den, na afloop van een conferentie met vol
doening te constateeren dat zij geen nieu
we conflicten in het leven heeft geroepen.
Dat is te Londen ditmaal inderdaad niet
geschied. Men mag zonder overdrijving con
stateeren dat de gebeurtenissen der laat
ste weken de regeeringen der groote mo
gendheden dichter bij elkaar hebben ge
bracht. Er zijn nieuwe vriendschapsbanden
ontstaan, vooral tusschen Duitschland en
Frankrijk en dat is toch ook wat waard.
Men moet nu afwachten hoe Briining en
Curtius te Berlijn zullen worden ontvangen
Het is misschien goed dat zij MacDonald
en Henderson kunnen meebrengen, want
in Duitschland zijn intusschen de omstan
digheden niet vriendelijker geworden. De
communisten maken, nadat hun ultimatum
aan de Pruisische regeering kordaat afge
wezen is, aanstalten om voor de ontbinding
van den Pruisischen Landag te stemmen.
Daardoor wordt_ het gevaar dat het refe
rendum tot ontbinding van dit voor den po-
litieken toestand in Duitschland zoo uiter
mate gewichtige lichaam zal leiden, inder
daad zeer dreigend. De omstandigheden
zijn er naar om de destructieve krachten
den grootst mogelijken aanhang te bezor
gen. Mag men nog hopen, dat dit samen
scholen van alle destructieve kraohten ein
delijk de elementen uit het midden en de
kalme conservatieven tot voorzichtigheid
zal nopen? Het gevaar wordt nog vergroot
doordat juist thans berichten komen dat de
uitbetaling der loonen en salarissen nog
slechts haperend in haar werk zal kunnen
gaan.
Terwijl men'te Londen met kleine mid
delen peuterde, gaat Duitschland nieuwe
groote moeilijkheden tegemoet.
T o 1-u n i e. Een van de meest ge
wichtige gebeurtenissen speelt zich in onze
onmiddellijke nabijheid af en wij zijn er
ons nauwelijks van bewust. Het is de be
handeling door het Hof van Internationale
Justitie te Den Haag van de kwestie be
treffende de Duitsch-Oostenrijksche tol-
De crisis-conferenties van Parijs en Lon
den hebben alle belangstelling voor de
behandeling van deze kwestie teruggedron
gen, en toch zal de beslissing in deze zaak
verdragende gevolgen kunnen hebben voor
de ontwikkeling der wereldgeschiedenis.
Zooals men zich herinneren zal gaat het
erover, of de tol-imie, zooais Duitschland
en Oostenrijk besloten zijn te stichten, wel
in overeenstemming is te brengen met den
tekst van het vredesverdrag van St. Ger
main en met het Protocol van Genève.
In beide verdragen staat nl., dat Oosten
rijks onafhankelijkheid onvervreemdbaar
is, behoudens goedkeuring van den Vol
kenbondsraad.
Wordt nu door een tol-unie met Duitsch
land Oostenrijks onafhankelijkheid prijsge
geven? De tegenstanders van het tol-unie-
plan en met name Frankrijk en Italië, zeg
gen van wel, doch de voorstanders' meenen
van niet.
De pleidooien voor het Hof hebben in
deze dagen het begrip „onafhankelijkheid"
eens terdege uiteengerafeld. Zoo zeide
prof. Kaufmann, de agent der Oostenrijk-
sche regeering, o.a.:
„De Fransche en Italiaansche memones
huldigen, een hyper-individualistische op
vatting van het begrip onafhankelijkheid.
Men kan de arbeiders toch niet onderwer
pen aan een verbod van coalitie om hun
onafhankelijkheid te verzekeren; men kan
een onderneming niet verbieden lid van
een kartel te worden, een boer lid van een
coöperatie te worden, een koopman een
compagnon te kiezen omdat men de vrij
heid zoozeer lief heeft."
Pleiter vreest, dat de liefde voor de vrij
heid maar al te vaak voortkomt uit de
zucht om anderen in afhankelijkheid te
'houden.
De begrippen afhankelijkheid en onaf
hankelijkheid hebben niet alleen een juri
dische, maar ook een sociologische be tee
kenis. Maar ook in sociologischen zin is er
een onderlinge afhankelijkheid der staten.
De eene staaat heeft grondstoffen, die een
andere mist, de ééne heeft geld, de ander
R. K. FEDERATIE.
R.-K. S. V. „Teylingen".
A.s. Zondag om 3 uur speelt Teylingen I
een medaillewedstrijd tegen BI. Zwart I
op „Sporthof" te Sassenheim.
Om 1 uur Teylingen-junioren. Allen dra
gen zorg op tijd aanweig te zijn!
DIOC. HAARL. BOND.
R.-K. S. V. „Leiden".
Morgen spelen de junioren tegen S.J.C.
op eigen terrein om 1 uur.
Om half 1 vertrekken de spelers, die
aangeschreven zijn voor D.O.S. vanaf de
Zijlpoort, halftwee begin van den wed
strijd.
Om half twee veramelen zich de suppor
ters voor P.F.C.—Wilhelmus op de Turf
markt; vandaar vertrek per auto.
R. K. Sportvereeniging A. V. V.
Het programma voor de A. V. V.-serie-
wedstrijden voor Zondag 26 Juli a.s. luidt
als volgt:
Jun.-Afdeeling. A. Y. V. bS. N. A. b
12 uur.
Jun.-Afdeeling: A. V. V.aWestlandia a
1.15 uur.
Ie Afd.: A. V. V. I—G. D. A. II, 2.30 uur
2e Afd.: D. H. B. I—S. N. A. II, 3.45 uur
Wederom zullen Zondag 3 der A.'V. V.-
elftallen in actie zijn en wel voor de 2e
ronde der serie.
Zonder twijfel zullen allen hun best
moeten doen om de overwinning te beha
len, daar de diverse elftallen geen gemak
kelijke tegenstanders tegenover zich krij
gen. Vooral de wedstrijd van het eerste
elftal tegen G. D. A. II belooft zeer inte
ressant te worden cn wij zijn er van over
tuigd, dat de eerste elftallers ex alles zul
len moeten opzetten om succes te behalen,
doch indien er gespeeld wordt als jl. Zon
dag tegen St. Lodewijk geven wij hun wel
een kans. Wij vertrouwen er echter op, dat
het eerste elftal zijn best zal doen en zal
trachten in een mooien en fairen wed
strijd de finale te bereiken.
Ook de wedstrijd D. H. B. IS. N. A. II
zal het aankijken wel waard zijn.
Allen veel succes en een prettige Zon
dag.
R.-K. S. V. „D. 0. S."
Daar het eerte lustrum der R.-K. S. V.
„D. O. S." aanstaande is heeft het bestuur
gemeend dit niet onopgemerkt te moeten
laten voorbijgaan en is er een lustrum
comité in het leven geroepen om dit feest
zoo luisterrijk mogelijk te vieren.
Dit comité zal trachten dit geheel bui
ten de kas der club te doen en heeft daar
om een programma opgesteld, waarmee a.s.
Zondag een aanvang zal worden gemaakt.
Dan ontvangen de junioren de Leidsche
junioren.
Wij hopen, dat velen van hun belang
stelling zullen blijk geven en het spel der
jonge voetballers komen gadeslaan. Men
steunt daardoor de club en helpt het lus
trumfeest groot maken.
Ook wordt de aandacht gevraagd voor
de bus,, welke op het terein is geplaatst.
niet. En overeenkomsten zijn noodzakelijk
om deze feitelijke afhankelijkheid te rege
len, ten einde de nadeelige gevolgen daar
van te voorkomen.
Indien Oostenrijk 10 jaar tevergeefs
heeft getracht, te komen tot een economi
sche toenadering met zijn naburen en zoo
mogelijk tot een Tolunie, dan is de schuld
van die mislukking zeker niet aan Oosten
rijk te wijten.
De pleidooien voor het Hof zijn nogal
erg aan den langdx'aderigen kant.
Laten wij afwachten, welke beslissing
het Hof zal geven.
R. K. Sportvereen. „St. Bernardus".
Zondag worden op het „St. Bernardus
terrein de volgende wedstrijden gespeeld;
te 12.30 komen in het veld St. Bernardus
II tegen B. S. M. II. Te 3 uur St. Bernar
dus I tegen B. S. M. I.
Ongetwijfeld zal het voor deze wedstrij
den aan belangstelling niet ontbreken, dus
spelers van St. Bernardus stelt uw suppor
ters a.s. Zondag niet teleur, maar doet al
len uw best, opdat het werkelijk een mooie
voetbalmiddag moge worden.
De junioren moeten a.s. Zondag te 1 uur
een bezoek gaan brengen bij de sportver.
O. V. V. te Oegstgeest, alwaar zij moeten
kampen tegen de junioren, van genoemde
vereeniging. Het gezamenlijk vertrek is
vastgesteld te 12 uur nieuwe tijd, per fiets
vanaf het V. V. B. terrein.
CRICKET
Wedstrijdprogramma voor a.s. Zondag.
Eerste klasse.
H. C. C. IIA. C. C.; H. D. V. S.-V.
V. V.; Haarlem—H. C. C. I; P. W.—V.O.C.
Overgangsklasse.
V. R. A. II—R. C. H.; Kampong-H. B.
C.; Rood Wit II—Quick (N.); H. C. C. III
Ajax (L.).
Tweede klasse B.
H. D. V. S. H—H. B. S.; V. O. C. II—
Excelsior.
WATERPOLO
DE L.Z.C. NAAR DE DOLFIJN.
Twee nederlagen der Leidenaars.
Duidelijk is gisteravond weer aange
toond het ongewone element bij ieder spel.
L.Z.C. I ging naar Sloten emt een inval
ler uit „het vierde" in de plaats van de
Reede, zonder eenige andere verwachting
dan een flinke nederlaag en ziet met moeite
behaalde Dolfijn een 21-overwinning.
L.Z.C. I ging naar Sloten met een inval-
heel volledige ploeg en met overwinningsge
dachten, en ziet het werd een 72-neder-
laag.
De eerste wedstrijd (voor de le kl. N.Z.B.)
was er een van veel zwemmen, waartoe
vooral de Dolfijnachterhoede, dank zij de
verzwakte Leidsche voorlijn, kans kreeg. De
L.Z.C.-achterhoede en de doelwachter de
den het echter uitstekend; met 10 voor
Dolfijn ging de rust in.
De tweede helft gaf een zelfde beeld;
Dolfijn bracht den stand op 20, voordat
een goed geplaatste bal Buys gelegenheid,
gaf goed op te zwemmen en in te schieten
(21). Nog een aanval van de L.Z.C.; nog
een aanval van Dolfijn en 't is afgeloopen.
Het tweede L.Z.C.-zevental, bezield met
zooveel goede voornemens, bleek voor de
rust al haar enthousiasme thuis gelaten te
hebben.
De Dolfijners zwommen en de de L.Z.
O.-'ers keken of ze dat goed deden; het
was spoedig 20 voor Dolfijn. Toen een
keer een goede aanval en Munting maakt
2——1. Als v. Driesum dan een ver schot
verkeerd beoordeelt is het 31, waarna de
spelers gaan uitblazen.
Het bleek, dat de Amsterdammers het
beste uitgerust waren, althans ze waren
het meest actief en voerden den stand op
tot 5—1.
De L.Z.C.-ploeg begon meer ijver te too
nen en na eenige zeer goede, maar geen
doeltreffende schoten maakt H. Walen
kamp er 52 van. Gebrek aan inzicht bij
de L.Z.C.-ploeg gaf Dolfijn gelegenheid den
stand tot 72 op te voeren, zoodoende met
geflatteerde cijfers een verdiende overwin
ning behalend.
ROEIEN
DE HEER J. J. BLUSSé OVERLEDEN.
Eens een groot skiffeur.
In den afgeloopen nacht is na een vrij
langdurige ziekte op zestig-jarigen leeftijd
overleden, de voorzitter van de Koninklijke
Amsterdamsche Roei- en Zeilvereeniging
„De Hoop", J. J. Blussé.
De heer Blussé was van 1895 af voorzit
ter van de vereeniging „De Hoop", hij was
eerelid van de Koninklijke Nederlandsche
Roei- en Zeilvereeniging, vice-voorzitter
van den Aihsterdamschen Roerbond en oud
bestuurslid van den Nederlandschen Roei-
bond.
De heer Blussé, die een zeer geziene
sportfiguur was, was in zijn jongen tijd een
skiffeur van groote bekwaamheid.
WANDELSPORT
DE „VIERDAAGSCHE"
AFSTANDSMARSCHEN.
Gisteren, de laatste dag der „Vierdaa-g-
sche", droeg een officieel karakter. Minis
ter Deckers was persoonlijk naar Nijmegen
gekomen om de prijzen uit te reiken. De
dag was gisteren zwaar voor de deelnemers,
tengevolge van de drukkende warmte.
Daarom kwamen de meesten met vertra
ging binnen. Maar zij hadden zich allen
zoo goed gespaard, dat het aantal uitval
lers gering bleef. Volgens officieuse opgave
zijn er gisterochtend zes thuis gebleven
en waren er zes uityallers. In totaal zijn er
thans 73 deelnemers uitgevallen, zoodac.
mag worden aangenomen, dat van de 2137
ingeschrevenen er 2064 de „Vierdaagsche"
met succes hebben afgelegd.
De militaire corpsen kwamen alle voor
het corpskruis in aanmerking. Van de bur-
gervereenigingen kregen het kruis de z.g.
corpsprijs De Haagsche Politiesporcver-
eeniging, Het Nationaal Jongeren Verbond,
afdeeling Den Haag, Rijksveldwacht 2e dis
trict Arnhem, Sportvereeniging R.V.S. te
Rotterdam, Vrijwillige Burgerwacht te Am
sterdam, Leidsche Studentenvereeniging
„Pro Patria", Sportvereeniging „De Hazen-
kamp" te Nijmegen, „Transforma" te Nijme
gen, de Politie te Rotteixlam, de Haagsche
Wandelsportvereeniging „De Vierdaag
sche', Sportvereeniging „Excelsior", te Nij
megen, Nederlandsch Meisjesgilde, afdee
ling Rotterdam. Sportvereeniging Sparta,
Nijmegen, Sportvereeniging AVAC, Am
sterdam.
Van de buitenlandsche groepen kregen
de Engelsche en de beide Noorsche groe
pen eveneens den corpsprijs. De Fransche
groep viel uit.
WIELRENNEN
NED. WIELERKAMPIOENSCHAPPEN.
Selectie-wedstrijd,
Gisteravond heeft op de Stadionbaan
een selectie-wedtrijd plaats gehad over 50
K.M. voor amateurs en onafhankelijken
voor denzelfden wedstrijd van hedenmid
dag om het Ned. wielerkampioenschap op
den weg.
Het resultaat was zoo gunstig dat er
van beide groepen 31 deelnemers zijn ge-
plaatst, waaronder alle renners, dis den
laatsten tijd eenigen naam hebben ge
maakt.
De tijd over de 50 K.M. voor amateurs
bedroeg 1 uur 8 min. 10 sec. (25 K.M. 34
min. 58 sec), en voor de onafhankelijken
1 uur 8 min. 32 2/5 sec. (25 K.M. 34 min.
18 3/4 sec.).
Morgenmiddag te half twee worden op
de Stadionbaan de finales verreden van de
Kampioenschappen der Nederlandsche
Wielren Unie. Deze finales beloven uiterst
spannend te worden, daar zoowel voor den
sprint als voor den wedstrijd achter mo
toren over 100 K.M. de beste rijders zullen
starten. In den sprint starten o.m. de ama
teurs B. Leene, v. d. Linden en Steenber
gen en de professionals Moeskops, G. Lee
ne en Jaap Meyer, terwijl achter motoren
zullen starten Schlebaum (de kampioen
van 1930) achter Kaser, Blekemolen ach
ter Didier, Snoek achter Querin, den gang
maker van Paillard, Leddy achter Schade-
bridt, van der Wulp achter Massicot, De
Graaf achter Wierma en de „coming man"
Korf achter Hesslich (den gangmaker van
Krewer).
Het kampioenschap wordt verreden over
100 K.M. in één rit.
FEUILLETON.
5)
Een oogenblik stond Gilli als versteend
daarna wilde hij vluchten. Maar reeds
was Benedikt opgesprongen en vatte den
wederspannige bij den hals.
Tevergeefs worstelde de knaap, ditmaal
was er geen ontkomen aan. Toen gaf hij
zich gewonnen en keek schuw naar den
tiran omhoog.
Benedikt's staalgrijze oogen flikkerden on
heilspellend. „Heb ik je te pakken, duivels
kind zei hij.
Hij zei dit met heesche, ruwe stem.
Daarna gaf hij den gevangene een klinken
de oorvijg.
Gilli schreeuwde niet, maar het werd
hem zwart voor de oogen, en hij beet op
de lippen van woede en pijn. En toen oom
hem vroeg, of hij van plan was, hem nog
maals te ontloopen, zweeg hij koppig.
De oom keek hem scherp aan. „Onthoud
het, jongen, indien gij gewillig met mij mee
gaat is het goed, anders laat ik je morgen
door de politie halen."
Dit zeggende stiet hij den knaap van
zich af, dat hij te midden der kamer tui
melde.
De bedreiging deed haar werking. De
gedachte aan de zijde van den gerechtsdie
naar, wellicht met ketenen beladen, naar
Kaltern gesleept te worden, maakte in
druk. Heel deemoedig stond de knaap
thans daar. Maar plotseling ging de blon
de kroeskop weer levendig in de hoogte en
een straal van vreugde glinsterde op zijn
gelaat.
Waarom zich bang maken? Hij had toch
nog zijn moeder. Van "moederszijde konden
hem noch zijn voogd, noch gerechtsdie
naars wegslepen, indien zij „neen" zei. Men
moest het haar slechts hard en duidelijk
zeggen, waarover het ging, men moest
haar zeggen, dat oom haar haar Gilli, haar
grooten, sterken jongen wilde ontnemen.
Een sprong, en hij was aan haar zijde,
nam haar en zei: „Moeder! moeder! oom
wil mij meenemenHij wil mij van u
weghalenhoort gij het?"
En toen moeder hierop niets antwoordde,
vervolgde hij luider en dringender: „Zeg,
moeder, hebt gij niet graag, dat uw Gilli
weggaat? Wat zoudt gij aanvangen, in
dien niemand meer voor den akker zoi'g-
de Zoodra uw Hauser groot is, ga ik in
een goeden dienst en breng u eiken kreu-
zer, dien ik verdien. Maar thans kunt gij
den grooten jongen nog niet missen, moe
der, thans nog niet."
Toen de moeder noch antwoord gaf,
noch hem aankeek, wierp hij zich op de
knieën en klemde zich aan haar rok vast.
„Moedermoederlaat mij niet weg
gaan riep hij hartstochtelijk uit.
Nu eindelijk was het, of de tranenvolle
stem van haar kind tot Julitta's oor was
doorgedrongen. Zij liet haar werk in haar
schoot glijden en hief langzaam het hoofd
op. Een trek van zorgvollen kommer lag
op haar bleek gelaat. Den knaap ontging
dit niet, maar ook den voogd niet. Indien
als Julitta begreep, waarover het ging, zij
weigerde haar kind van zich te laten gaan
Julitta's magere -hand greep met beven
de vingers naar 't kleine oveischot garen.
„Geen garen meerzuchtte zij.
Zij weende zacht.
En nu begreep Gilli, waarom de men-
schen hem „arme jongen" noemden
IV.
In de Markstraat te Kaltern staat een
oud, somber heerenhuis. Dit was de wo
ning van den rijksten en voornaamsten
grondbezitter uit de streek, den heer von
Pach u Hoheneppan.
Juist zat hij in zijn schrijfvertrek met
een brief voor zich. Van tijd tot tijd wierp
hij een blik op de torenklok, die hij dooi
zijn venster zien kon, en daarbij trokken
zich de wenkbrauwen van den ouden heer
misnoegd te zamen. Het was, als wachtte
hij op iemand, die niet precies op tijd was.
Eindelijk werd er op zijn deur geklopt.
Met een beetje barsch „binnen" wendde
de grondbezitter het hoofd om, maar zijn
gelaat helderde op, toen Benedikt Anderlan
in zijn beste pak binnentrad.
Benedikt verontschuldigde zich over zijn
te laat komen. Hij was een lijkstoet tegen
gekomen en had moeten wachten.
„Goed, Anderlan", antwoordde welwil
lende de gestrenge heer, ,.ik zie, dat gij ac
curaat zijn. In dit opzicht is de vroegere
pachter te kort geschoten. Ik verwacht
van u iets anders."
Von Pach had eerst onlangs den pach
ter doen vertrekken, die zijn mooie boer
derij aan het Kalternermeer niet tot zijn
volle bevrediging bestuurd had. Benedikt
Anderlan zou nu die boerderij overnemen.
De grondbezitter von Pach had hem voor
eenige weken daarvoor aangezocht en van
daag kwam hij om zijn jawoord te zeggen.
Hij had intusschen de boerderij en den
veestand nauwkeurig onderzocht en over
alles en over "het slechte bestuur van zijn
voorganger in duidelijke woorden zijn mee
ning te kennen.
Mijnheer von Pach knikte goedkeurend.
„En hoe zult gij met de dienstboden
doen, Anderlan vdoeg hij. „Tot nu toe
hebben wij drie knechts, een meid, en twee
jongens op den hof gehad. Dat heeft mij
steeds te veel toegeschenen."
Benedikt lachte. „Ja, dat is ook zoo. Met
twee knechts speel ik het wel klaar. Den
grooten krijg ik uit Unterland, een flinken
kerel, en een werker is hijAls kleinen
knecht heb ik den jongen van mijn broo
der genomen."
„Van dien, die in Altenburg verongelukt
is?" vroeg mijnheer von Pach. „Die moet
nog 'n schoolkind zijn, met zoo een ben ik
en gij niet geholpen."
„De jongen is al lang van school en sterk
als een beer, al zou men het niet aan hem
zeggen."
De grondbezitter knikte tevreden. „En
wien neemt gij voor het vrouwenwerk?"
„Mijn vrouwantwoordde Anderlan.
Toen mijnheer von Pach hem voor het
eerst van de pachthoeve gesproken had, had
hij er bij gevoegd: „Gij moet dan getrouwd
zijn", en Benedikt had er aanstonds werk
van gemaakt en was thans de verloofde
van een kinderlooze weduwe, die het boeren
verstond.
Mijnheer von Pach wenschte zijn pach
ter geluk. „Goed zoo, AnderlanThans
wordt het spoedig ernstZooals ik hoor,
treft het goed
„Ja, ja," knikte Benedikt.
Hierop onderteekende Anderlan het
pachtcontract en eenige dagen later be
trok hij de pachthoeve. Hij bracht alleen
Gilli mee, de groote knecht uit Unterland
zou eerst later komen.
Sedert zijn gewelddadige ontvoering had
Gilli zich zoo stil gehouden als was hij
door dezelfde kwaal als zijn moeder aan
getast. Hij toonde zich zacht en gewillig
en liet zich door de huisvrouw voor alles
gebruiken. Aan vluchten dacht hij niet
meer. Maar nauwelijks bevond hij zich in
de nieuwe pachthoeve beneden aan den
oever van het meer, dat hij zoo dikwijls
van de hoogte af door het loover van het
Altenburgsche woud gezien had, of daar
ontwaakt© in hem als een gloeiende, ver
terende hartstocht het heimwee.
Op een avond, toen hij zich in zijn slaap
kamertje bevond, kwam een zelfzaam plan
bij hem op: hij wilde gedurende den nacht
naar Altenburg loopen.
Hij wachtte to het in huis heel stil was
geworden, toen sprong hij uit zijn klein
rjiam in een boom, die tegen het huis stond
en liet zich langs den stam naar beneden
glijden.
Met kloppend hart holde hij het erf over
en kwam eindelijk in zijn bergwoud. Zacht
viel de schijn der afgaande maan door de
bladeren der boomen.
Langzaam ging nu de jonge nachtwan
delaar door het woud. Het deed hem zoo
goed weer in zijn woud te zijn. Nog nooit
was hij te middernacht in het woud ge
weest en het geheimnisvolle zwijgen der
sluimerende natuur vervulde hem met ver
rukking.
Eindelijk was hij boven. Hij ging voorbij
het Vigiliuskerkje, voorbij de kleine, don
kere huisjes en over de velden, waar alles
hem bekend was en nu stond hij bij de
hut, het huis zijns vaders.
Hij drukte de handen op de borst, adem
loos van vreugde. Hij begaf zich naar den
kleinen geitenstal, die tegen het bui9
stond, stiet de deur open en zocht tastend
naar de gehoornde huisvriendin, maar ver
geefs.
(Wordt vervolgd).