STADSNIEUWS
DONDERDAG 16 JULI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 6
HET GOUDEN FEEST DER
MEISJES-H. B. S.
DE BIJEENKOMST IN DEN FOYER.
Hartelijke gelukwenschen.
(Vervolg).
Op de feestelijke bijeenkomst gistermid
dag in den Foyer der Stadsgehoorzaal bleek
overduidelijk hoe hartelijk door overtalrij
ken werd meegeleefd met de feestvieren
de Meisjes H.B.S. De Foyer was te klein om
de vele aanwezigen te bevatten.
Onder de aanwezigen merkten we o.m. op
burgemeester A. van de Sande Bakhuyzen,
de wethouders Tepe, Reimeringer en Gos-
linga, den gemeentesecretaris, den heer dr.
G. H. Coops, inspecteur bij het M. O. in de
inspectie Leiden, leden en oud-leden van
de Commissie van Toezicht op het M.O., den
heer Vriend, chef van de afdeeling onder
wijs ter gemeente-secretarie alhier, mej.
Numan, oud-directrice der jubileerende
H.B.S., voorts tad 'van oud-leeraressen en
oud-leerlingen, ouders en leerlingen der
school.
Na de feestrede van de directrice der
H.B.S., mej. J. L. van Hoorn, welke rede
met een welverdiend applaus van instem
ming werd beloond, verkreeg de wethouder
van Onderwijs, mr. A. Tepe, het woord.
Rede wethouder Tepe.
Deze sprak als volgt:
Bij de viering van een jubileum pleegt
men den jubilaris en naastbestaanden ge
lukwenschen en, indien en voorzoover de
middelen en omstandigheden dit toelaten,
tevens een geschenk aan te bieden.
De hartelijkheid en welgemeendheid
dier gelukwenschen, de aard en de omvang
van het geschenk zullen gemeenlijk be
paald worden eenerzijds door den graad
van verwantschap met anderzijds door de
verdiensten van den jubilaris.
Waar ik hier sta als vertegenwoordiger
der gemeente d. i. van de geheele Leidsche
burgerij en de jubileerende meisjes-H. B.
S. eene gemeentelijke instelling is, een kind
du6 van de geheele Leidsche burgerij, meen
ik gerechtigd te zijn namens die burgerij
de gevoelens te vertolken, welke ouders
bezielen wanneer hun kinderen een herden
kingsdag vieren.
Doch, gelijk gezegd, niet alleen door den
graad van verwantschap, maar evenzeer
door de verdiensten van den jubilaris wordt
de aard en de intensiteit dier gevoelens
bepaald.
En nu meen ik zonder overdrijving te
mogen zeggen, dat de Leidsche burgerij
van dit haar kind, dat heden zijn vijftig
sten verjaardag viert, niets anders dan
pleizier beleefd heeft, ja dat het, door de
wijze waarop het zich van den beginne tot
heden toe gedragen en ontwikkeld heeft,
de lieveling geworden is en aanspraak
maken kan op de volle erkentelijkheid en
waardeering.
Onze meisjes-H. B. S. toch, geboren in
een tijd, waarin sterk gewijzigde denk
beelden omtrent da maatschappelijke taak
en positie der vrouw begonnen baan ie
breken, heeft in de vijftig jaren van haar
bestaan de gevolgen te doorstaan gehad
van velerlei wisselende stroomingen.
Kortzichtig conservatisme, dat zich
angstvallig verweerde tegen elke emanci
patie van de vrouw en radicalisme, dat,
miskennend het wezensverschil tusschen
man en vrouw, volledige gelijkstelling der
geslachten propageerde, waren de Scylla
en de Charibdis, die met groote stuurmans
kunst dienden vermeden te worden.
Onze meisjes-H. B. S. heeft zich door
deze gevaarlijke stroomingen zonder letsel
weten heen te worstelen en in veilige ha
ven te landen.
Zij dankt dit aan de gezonde mentaliteit
die ondanks linksche en rechtsche extre
mistische experimenten, toch ten slotte
heeft gezegevierd.
De autoriteiten, die deze school stichtten
en in leven hielden, de bestuurders en toe
ziende instanties der inrichting, de burgers,
die de opleiding hunner dochters aan haar
toevertrouwden strekt het tot eer, dat zij
boven alles prijs stellend op eerbiediging
en behoud van „das ewig weibliche", onze
meisjes-H. B. S. in stand hielden en tot
hoogen bloei brachten.
Wanneer ik dan ook heden aan deze
feestvierende dochter van de Leidsche
burgerij mijne hartelijke gelukwenschen
aanbied en daarbij te kennen geef, dat haar
behoud en gestagen bloei mij zeer bijzon
der na aan het hart liggen, is dit geens
zins een bloote formaliteit of beleefdheids
frase, doch uitvloeisel van de oprechte
overtuiging, dat 't behoud en de bloei on
zer meisjes H. B. S. een zegen is voor onze
gemeente.
Bij zoo groote tevredenheid over eene
dochter, past. het den ouder intusschen van
zijne waardeering blijk te geven door een
stoffelijk geschenk, voor zoover dat in zijn
vermogen ligt.
En dan is het redelijk, dat zij bij de keu
ze van zijn geschenk allereerst rekening
houdt met de behoeften en wenschen van
den jubilaris zelf.
Welnu, tusschen de wenschen en be
hoeften van onze jubilaresse bestaat, gelijk
mij b.ekend is, volmaakte overeenstem
ming.
Door haar verblijdenden natuurlijken
groei is haar huisvesting onvoldoende ge
worden.
Als een verstandige dochter, wensoht zij
niets anders dan dat in hare behoefte aan
voldoende huisvesting voorzien worde.
Zeer tot mijn leedwezen hebben velerlei
in elkaar grijpende omstandigheden het
gemeentebestuur verhinderd om nu, op
den dag der feestviering zelf, als geschenk
reeds een voldoende huisvesting of zelfs
maar een positief plan daarvan te kunnen
aanbieden.
Onze geliefde dochter zal dus voor he
den genoegen moeten nemen met mijn uit
drukkelijke verzekering, dat ik met alle
kracht er naar zal streven om haar alles
zins gewettigd verlangen op afdoende wij
ze en zoo spoedig als slechts in mijn ver
mogen is, geheel te bevredigen.
Deze belofte mogen zij als geschenk wil
len aanvaarden.
Thans past mij nog een woord van lof,
dank en gelukwensch aan het wakkere per
soneel, dat onder leiding van haar voor
treffelijke directrice onze meisjes-H. B. S.
gemaakt heeft tot een instelling, waaraan
de ouders met reden zoo gaarne hunne
dochters ter opleiding en vorming toever
trouwen.
Zonder eenigszins te kort te doen aan
de verdiensten harer voorgangsters meen
ik te mogen vaststellen, dat onder de lei
ding van mej. Dr. van Hoorn tot wier
benoeming ik, zeer tot mijn vreugde, nog
heb mogen medewerken de liefde voor,
het vertrouwen in en daardoor de bloei
van onze school op de Garenmarkt, aan -
merkelijk zijn gestegen.
Daarom verheugt het mij bijzonder, dat
dit jubileum gevierd wordt juist in een
tijdperk, waarin de voortreffelijke leiding
der inrichting alle waarborgen biedt voor
haar verderen groei in de stijgende lijn.
En tenslotte, dames en heeren, leerlin
gen en oud-leerlingen der meisjes H. B.
S. ook tot u allen richt ik een woord van
hartelijken gelukwensch.
Gij zult gedurende drie dagen feest vie
ren, omdat gij u terecht verblijdt over het
vele goede, dat gij aan de school te dan
ken hebt.
Ik behoef u niet meer te verzoeken:
neemt u tevens voor om deze instelling
hoog en in eere te houden.
Ik w-eet dat gij allen haar een warm
hart toedraagt en dat uw dankbaarheid
zich toonen zal in daden.
Andere sprekers.
Dr. G. H. Coops, wilde slechts een enkel
woord va-n felicitatie spreken en hij wijst
erop, hoe de gemeente, zulks in aansluiting
op hetgeen de directrice zeide omtrent de
stichting door de gemeente, nadat zoovele
andere reeds waren voorgegaan, ondanks
financieels moeiijkheden haar Middelbare
meisjesschool toch niet ophief. Daarom
brengt spr. dank aan net gemeentebestuur
en hij hoopt, dat het haar gegeven moge
zijn de gedane beloften te mogen vervullen.
Tot slot zegt spr., dat hij van harte
hoopt-, dat de herziening der M.O.-onder-
wijswet nog eens tot stand komen moge en
dat ook deze meisjesschool voor subsidie
in aanmerking kome. Spr. wensoht allen
voor de komende jaren zegen en kracht van
boven, opdat de school in de toekomst niet
minder moge zijn, dan in de afgeloopen
jaren hei geval is geweest.
De voorzitter van de Commissie van Toe
zicht op het M. O., prof. dr. H. W. Keesoni,
hierna het woord verkrijgend, zeide dat de
Commissie niet gaarne wil achterblijven bij
het aanbieden van gelukwenschen. De com
missie is nog jong. bestaat nog slechts een
jaar in deze samenstelling, doch de eerste
indruk is onverdeeld gunstig en spr. roemt
de hartelijke samenwerking tusschen het
corps leeraressen en leeraren en zegt ais
ingewijde te weten, dat het onderwijs op
hoog peil staat, de oud-leerlingen bewijzen
zulks overduidelijk.
Als deskundige bij de eindexamens zegt
spr., ondervonden te hebben, dat men in
't einddiploma der H.B.S. niet meer dat ver
trouwen stelt als 25 jaar geleden. Men vol
staat ook niet altijd niet meer met over
legging van het bewijs van eindexamen,
maar men vraagt zeifs overlegging van
cijfers en proefwerk.
Spr. hoopt, dat men aan deze school het
onderwijs zal weten te houden op het peil,
waarop het thans staat, opdat- wanneer een
afgestudeerde zich ergens aanmeldt, men
moge zeggendat is er een van Leiden, dat
is in orde!
In een hartelijke toespraak vertolkte
mevr. d.r. Chr. KroesLigtenberg de ge
voelens der oud-leeraressen, waarvan er
velen aanwezig waren Zij allen gevoelen
blijdschap over dit- feest, welke zij niet
beter dachten te uiten dan door de aanbie
ding van een portefeuille met geld, opdat,
wanneer de beloofde uitbreiding der school
zal zijn tot stand gekomen, de directrice
daarvoor een passend geschenk zal kunnen
aanschaffen.
Namens de oud-leerlingen sprak vervol
gens mej. J. Zaayer, die erop wees, dat zij
allen een mooien en rijken schooltijd heb
ben gehad. Hulde brengt spr. aan alle oud-
leeraressen, een stille hulde ook aan dege
nen, die hier niet meer aanwezig kunnen
zijn, in de eerste plaats aan de oud-direc
trice mej. Engelman, die nog zoo gaarne
het gouden feest had meegevierd.
In een weldoordachte toespraak wijdde
spr. verder uit over de vroegere ja-ren en
zeide o.m., dat toen de eeuw van het kind
werkelijkheid werd hij er geheel anders uit
zag dan hij zich voordeed.
Het komt haar voor, dat de directrice van
nu haar tijd heel goed begrepen heeft en
:ndien zij haar iets moge toewenschen dan
is bet dit, dat haar leerlingen mogen den
ken over haar, zooals de oud-leerlingen den
ken over haar oud-leeraressen.
A-l-s geschenk overhandigt spr. de direc
trice eveneens een enveloppe met inhoud.
Namens de leerlingen bracht mej. Tine
ke Meijers haar hartelijke gelukwenschen
over in eenige aardige vergelijkingen en
toespelingen op hetgeen vorige sprekers
reeds hadden gezegd.
Nadat de direotrioe met een enkel woord
dank had gebracht voor de vele wenschen,
bloemen en andere geschenken, was er ge
legenheid tot het aanbieden van gelukwen
schen, waarvan door zeer velen werd ge-
biuik .gemaaJrt,
Tc 6 uur had in café-restaurant „Zomer-
zorg' een diner plaats van oud-leerlingen
en genoocicden, terwijl de dag werd beslo
ten met een avondfeest in „Zomerzorg".
GEMENGDE BERICHTEN
ONGELUKKEN.
SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER.
Tegen brugleuning gereden.
Motorrijder zwaar gewond.
Gistermiddag reed de heer De Jong uit
Sappemeer per motor op den straatweg
van Zwolle naar Meppel met een zoodanige
snelheid-, dat hij de gevaarlijke brug bij
De Lichtmis niet kon halen. Hij kwam in
aanraking met de linker brugleuning en
werd op zij geslingerd. Met een gecompli
ceerde beenbreuk, hoofd- en inwendige ver
wondingen werd hij naar het ziekenhuis
te Zwolle overgebracht.
Zijn toestand is zorgwekkend. Het motor
rijwiel werd geheel vernield.
Glazenwasscher dood gevallen.
In de van Oldenbarneveldtstraat te
R'dam heeft gisterochtend een zeer ernstig
ongeluk plaats gehad.
De 56-jarige glazenwasscher W. Hookers,
gewoond hebbende in de Boomgaardstraat,
die in dienst is bij de glazenwasscherij van
de firma Drop, was bezig op de 3e étage
van pand 49 in genoemde straat de ramen
te zeemen. Hij stond op het kozijn en hield
zich vast aan een opengeslagen raam, dat
niet met een haak vastgemaakt was. Door
dat dit raam plotseling zijdelings uitschoot-,
verloor de man zijn evenwicht en stortt9
hij op straat neer.
De ongelukkige werd nagenoeg vermor
zeld, Per auto van den G.G.D. is hij on
middellijk naar het ziekenhuis aan den
Coolsingel vervoerd. Bij aankomst bleek hij
echter reeds overleden te zijn.
Kokende mastiek over het lichaam.
Naar het ziekenhuis Zuidwal te 's Gra-
venhage is vervoerd de zeventien-jarige F.
O., wonende in de Herzogstraat, die giste
ren in het gebouw van de Rijkstelegraaf
aan de Binckhorstlaan aldaar 'n pot ko
kende mastiek over gelaat en handen
kreeg, waardoor hij ernstige brandwonden
opliep.
Eet geen ongewasschen fruit.
Door het eten van ongewasschen bessen
werd het dochtertje van den heer Van
Kuijk te Dinteloord zoo ernstig ongesteld,
dat medische hulp moest worden ingeroe
pen. Dinsdagmorgen is het meisje voor
zien van de laatste H.H. Sacramenten.
BRANDEN,
Uitslaande brand te Amers
foort.
Woensdagavond omstreeks negen uur is
door tot nu toe onbekende oorzaak brand
uitgebroken in het perceel Bisschopsweg
I A te Amersfoort, dat bewoond wordt door
den aannemer J. Blom. De brandweer tast
te het vuur, dat reeds een vrij grooten om
vang had aangenomen, met vier stralen
op de waterleiding aan. Dank zij het feit,
dat er brandvrije plafonds waren aange
bracht, bleef de brand beperkt tot de be
nedenverdieping, welke dan ook zoo goed
als geheel is uitgebrand. De brand was
om half tien gebluscht.
Verzekering dekt de schade.
Garage uitgebrand. Benzine
druppels cp een laschapparaat
gevallen.
Gistermiddag is brand ontstaan in de
werkplaats achter de garage van den ga
ragehouder Alberts in het Achterom te Hil
versum. De brand ontstond door het vlam
vatten van enkele droppels benzine, die uit
de benzineleiding van een vrachtauto wa
ren gevallen en in aanraking kwamen met
een laschapparaat, waarmee de leiding
werd hersteld. De werkplaats brandde ge
heel uit. Twee auto's en een kraanwagen
verbrandden mede.
Verzekering dekt de schade.
DE BRAND AAN BOORD VAN DE
„ZEELANDIA".
Hoe de brandweer te Buenos-Aires optrad.
Over den brand op 27 Juni, aan boord
van het .s.s „Zeelandia" van den „Kon. Hol-
landsche Lloyd", in de haven van Buenos-
Aires, schrijft een Ooggetuige het volgende
aan de „Tel.":
Ruim drie van de „Zeelandia" is geheel
ingericht voor koel- en vrieslading en werd
bij de uitreis benut voor Hollandsche eie
ren, met bestemming Buenos-Aires. Om het
ruim geheel in orde te hebben voor bana
nen voor Bima (Bananen Import Maat
schappij Amsterdam) werd het gedesinfec
teerd met zwavel. Toen het geheele ruim
juist zorgvuldig afgesloten was, drong een
reuk van smeulend hout door de naden van
de bovenste luiken en tevens in een aan
grenzend-'ruim. Vermoed werd, dat een pot
zwavel gloeiend was geworden en het hout
had aangetast. Om nu het vuur in de k»em
te smoren, werden extra persenningen over
de luiken gelegd, waardoor toetreden van
lucht (zuurstof) zooveel mogelijk werd be
perkt, daar de zwavel wel zou zorgen, dat
de aanwezige zuurstof werd verbruikt. Te
vens werd het Olayton-apparaat in werking
gesteld. Ondertusschen werden proeven ge
nomen met een gasmasker, om zoo nuodig
in het ruim te kunnen afdalen, maar dit
scheen niet geheel te voldoen.
Om vier uur werden proeven genomen
met een zuurstofapparaat en toestellen
voor afdaling in gereedheid gebracht, doch
bij opening bleek het ruim een zoo verslik
kend en rook te bevatten, dat vakkundige
assistentie noodig werd geacht. Ondertus
schen was de havenpolitie verschenen en
na veel heen en weer gepraat werd beslo
ten te verzoeken om een brandweerman
met deugdelijken rookhelm, die zou kunnen
onderzoeken, waar zich de haard va-n den
brand bevond. Na telefonische aanvraag
verschenen ten lange leste drie zwaar be
mande brandweerauto's, keurig glimmend
en veel geraas makend. De uitrusting (uni
form) van de „bomberos" wekte aller be
wondering.
Een kwartier na aankomst had de com
mandant voldoende begrepen, wat er wer
kelijk aan haperde, en dat het de bedoe
ling was, zoo weinig mogelijk water te ge
bruiken om het ruim voor de thuisreis met
onklaar te maken. Een zuurstofapparaat
werd gehaald en na opening van het ruim,
trachtte men van bovenaf den walm inkij
kende, uit te vinden, waar „de schoen
wrong". Intusschen hadden anderen een
slang uitgelegd en met eenige slangen van
boord werd voorloopig water gegeven. Na
breed-voerigen uitleg door een van de offi
cieren waar de zwavelpotten waren ge
plaatst, daalde de man met het gasmasker
zuurstofapparaat af en gaf water door een
tuinslangetje. Na enkele minuten werd aan
het looplijntje getrokken om te vernemen
of hij zijn werk nog kon verrichten. Daar
niets vernomen werd, werd harder getrok
ken en na herhaald aanroepen en trekken
kwam het lijntje alleen boven. Nu waren
allen in rep en roer. De brandwaents
schreeuwden om maskers en eentje daal
de zonder genoemd beschermingsmiddel de
ladder af, maar werd dadelijk door rook en
smook terug gedreven.
Een tweede gasmasker scheen van on
deugdelijken aard en omdat ondanks her
haald geschreeuw de spuitgast nog geen
teeken van leven gaf, daalde een „bombere"
af met een enkelen dakzoek voor zijn mond.
Na enkele minuten, die ons oneindig toe
schenen, werd aan zijn looplijn getrokken
en hij had de kracht te schreeuwen, nog le
wachten. Die leefde ten minste nog en
toen„Halen!" werd van onder af geroe
penen in het licht van een honderd kaars
lamp zagen wij een lichaam ophijschen De
lijn was wederom aan een haak op den rug
gevestigd en zes of acht brandweerlieden
trokken tot het lichaam de zoldering van
het ruim raakte. Op een gegeven oogenblik
brak de haak, of het touw, en van een
2ya M. hoogte stortte de ongelukkige weer
in het walmende hol. Ontzettende agitatie
en nerveus op en af de ladder hollen was
het gevolg, tot een tweede man met een
gasmasker afdaalde en den bewustelooze
een touw om zijn been bond en door de
winch naar boven liet halen.
Het slachtoffer werd naar een hospitaal
vervoerd.
Eindelijk kon het smeulende hout worden
gebluscht. Gezien den omvang van den
brand had zulks direct kunnen geschieden
met enkele emmers water. Maar hoe het
zij: een slachtoffer van zijn plicht zaj ver
moedelijk nog langen tijd de herinnering
aan de „Ze.elandia" bewaren.
Een en ander had natuurlijk scherpe cn-
tiek uitgelokt van officieren en bemanning.
De uitrusting en geoefendheid van de brand
weer van Buenos-Aires kunnen de verge
lijking met de Amsterdamsche niet door
staan. Hier vooral viel op, dat van een
commando niet kon worden gesproken. Al
len wilden iets of wilden niets doen en de
commandant had door actiever optreden en
intensiever ingrijpen dit ongeluk kunnen
voorkomen. Gelukkig treft noch den kapi
tein noch een der officieren van de „Zee
landia" eenige blaam, omdat zij zich had
den te richten naar het brandweercom
mando.
Een hevige vechtpartij.
Gistermiddag te ongeveer half drie werd
de Menadostraat te A'dam in opschudding
gebracht door een ernstige vechtpartij. In
deze straat is gevestigd de karrenloods
van een man, wiens dochter gister in het
huwelijk trad met den zoon van een steen
zetter van Kattenburg, die bij de politie
als een berucht vechtersbaas bekend staat.
Laatstbedoelde steenzetter ging niet ac-
ooord met het huwelijk van zijn zoon en
kwam deswege gistermiddag aan de kar
renloods van laatstgenoemde in de Menado
straat en eischte een bedrag van eenige
honderden guldens, waarvoor hij zich dan
wel met'het huwelijk wilde verzoenen.
Toen de vader van den bruidegom dit wei
gerde,- ging de steenzetter hem te lijf en
er ontstond een vechtpartij. De man van
de karrenloods greep, waarschijnlijk uit
zelfverdediging, een hamer, waarmede bij
zijn aanvaller eenige hevige slagen op bet
hoofd toebracht. De politie verscheen en in
bewusteloozen toestand werd het slacht
offer naar het ziekenhuis vervoerd.
Het wapen van Hilversum gestolen.
Gisternacht is het wapen van Hilversum,
dat aan den hoofdingang van het nieuwe
raadhuis was bevestigd, weggenomen Ge
dacht wordt, dat dit is geschied door per
sonen, die -het afkeurden, dat er geen fees
telijkheden aan de opening van het raad
huis verbonden zijn geweest.
De „Gooi- en Eeml. meldt n.l., dat in de
plaats van het wapen een briefje aan den
muur bevestigd was, waarin het misnoe
gen van het publiek werd uitgesproken
over het feit, dat het Raadhuis zonder
eenige feestelijkheden was geopend.
Indien we hier niet te doen hebben met
een misplaatste grap, doch met een echten
diefstal, schrijft het blad verder, dan is de
dader vrij slecht af geweest, daar het
slechts een voorloopig wapen was, waar
van alieen het veld uit edel metaal bestond.
Dit n.l. was van zilver en had een waarde
van 150. Het overige deel van het wapen,
dat nog niet gereed was en zal bestaan uit
emaille met goud, was thans nog slechts
van in de Hilvers-umsche kleuren beschil
derd hout.
DRAMA OP AMELAND.
In een vlaag van waanzin zijn vrouw
vermoord.
Gelijk gemeld, is dezer dagen op Ame
land de 25-jarige echtgenoote van ds. A.
uit St. Anna ter Muiden (Z. VI.), terwijl zij
met haar man in zee baadde verdronken.
Dinsdag had te Rottevalle (Fr.) waar
haar familie woont, de begrafenis plaats.
Na afloop daarvan heeft ds. A. zich
bij de marechaussee gemeld en medege
deeld, dat hij zijn echtgenoote had ver
moord. Hij is daarop in arrest gesteld.
Omtrent het gebeurde verneemt het
„Hbld." het volgende:
Zaterdagmorgen maakten de echtgenoot
en zijn vijf en twintig jarige vrouw op Ame
land een fietstocht langs het Noordzee
strand naar het Oerd. Mevrouw stelde voor
een bad te neemn. Zij zou onmiddellijk, na
dat zij zich te water had begeven, onwel
zijn geworden. Haar echtgenoot snelde toe,
greep haar en droeg haar aan land. Kort
daarna passeerden een paar voorbijgangers,
die bijstand verleenden en medische hulp
inriepen.
Aldus de lezing van het gebeurde.
Op het lijk was geen spoor van worste
ling of anderszins aangetroffen. Ook uit de
houding van den echtgenoot na het onge
val bleek niets, dat op moord zou wijzen.
De verslagene werd op de plaats, waar
beiden zich vóór het bad te nemen ont
kleed hadden, aangetroffen, zoodat van
verre afdrijving geen sprake is geweest.
Mevrouw kon niet, de man daarentegen
wèl zwemmen.
De verhouding tusschen man en voruw
was tijdens hun verblijf op Ameland goed
Het was niet hun gewoonte bij het pu
bliek te baden.
Na het drama was de man als gebroken
van Ameland vertrokken.
De justitie twijfelde aan de juistheid van
deze voorstelling, te meer omdat de echt
genoot, die jaren lang op Ameland heeft
gewoond, met de gevaarlijke plaatsen aan
de kust volkomen op de hoogte moest zijn
en het zeer vreemd leek, dat hij, terwijl
hij zich ook in zee bevond, niet in staat ge
weest zou zijn, zijne vrouw onmiddellijk te
redden. Er waren echter geen verdere aan
wijzingen, die de justitie aanleiding gaven
om in te grijpen.
Na de teraardebestelling zijner echtge
noote werd het hem te machtig en toen
bekende hij, haar te hebben verdronken.
De man is gescheiden van zijn eerste
vrouw en anderhalf jaar geleden hertrouwd
met de vrouw die toen als huishoudster
bij hem woonde. Vermoed wordt, dat de
man, die vroeger eenigen tijd in 'n krank
zinnigengesticht is verpleegd, in een vlaag
van waanzin zijn vrouw van het leven heeft
beroofd. Hij verzekert, zich niet te kun
nen begrijpen, hoe hij tot zijn vreeselijke
daad is gekomen. Het lijk zal thans voor
sectie moeten worden opgegraven.
DE MASSA-VERGIFTIGING TE ERICA.
Giftbacil in de worst aangetroffen.
Omtrent het wetenschappelijk onderzoek
naar de oorzaak van de vergiftiging te Eri
ca, dat verricht wordt door dr. T. van
Heelsbergen, hoofd der veterinaire afdee
ling van het Centraal Laboratorium voor
de Volksgezondheid verneemt de „Tel." het
volgende: In de worst is de bacil aangetrof
fen die behoort tot de groep der vleesch-
vergiftigers. Dezelfde micro-organismen
zijn ook gevonden in de faeces van de pa
tiënten, zoodat dus vrijwel vaststaat, dat
de massa-vergiftiging het gevolg is geweest
van het gebruik dezer worstwaren. Voor
de wetenschappelijke defintie moet thans
nog worden nagegaan of de organismen,
gevonden in de worst en de faeces der pa
tinten van hetzelfde type zijn. Daarna moet
nog onderzocht worden of het bloedserum
antistoffen bevat ten opzichte van het in
de worst gevonden micro-organisme.
Ten slotte komt men dan tot de schuld
vraag, waarmede als regel dan het z.g.
doode punt in het onderzoek bereikt is. De
vraag: waar komt de bacil vandaan, is zeer
moeilijk lnet voldoende zekerheid te be
antwoorden.
Men deelt het blad voorts mede, dat nog
zal worden onderzocht of zich in den sla
gerswinkel personen bevinden, die de smet
stof bij zich dragen. Het staat overigens
in geen enkel opzicht vast dat den slager
schuld aan de besmetting der vleeschwa-
ren treft.
BUITENL. BERICHTEN
ONGELUKKEN.
TRIBUNE OP SPORTTERREIN
INGESTORT.
Veertig personen gewond.
Tijdens een sportwedstrijd in Zuid-
Frankrijk stortte een toeschouwerstribune
in. Veertig personen werden gewond, van
wien tien levensgevaarlijk.
Vier slachtoffers van een onbewaakten
overweg.
Een ontzettend auto-ongeluk heeft gister
avond in het bij Wetzlar gelegen Burg-
solms plaats gehad. De auto van den aan
nemer Demmer uit Philippstein, waarin
vijf personen waren gezeten, is op een on
bewaakten overweg door een naar Wetzlar
rijdenden.' goederentrein gegrepen, over
een afstand van 150 M. tot aan de spoor
brug over de Solmsbach medegesleept en
volkomen verbrijzeld. De aannemer, diens
vrouw en twee volwassen dochters werden
doodelijk gewond, terwijl de derde dochter
zulke ei-nslige kwetsuren opliep, dat aan
het behoud van haar leven wordt getwij
feld. Arbeiders die op het veld werkzaam
waren, hadden nog beproefd door teekens
het treinpersoneel te waarschuwen, doch
het was niet mogelijk den trein bijtijds
tot staan te brengen.