STADSNIEUWS DONDERDAG 16 JULI 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 HET GOUDEN FEEST DER MEISJES-H. B. S. DE BIJEENKOMST IN DEN FOYER. Hartelijke gelukwenschen. (Vervolg). Op de feestelijke bijeenkomst gistermid dag in den Foyer der Stadsgehoorzaal bleek overduidelijk hoe hartelijk door overtalrij ken werd meegeleefd met de feestvieren de Meisjes H.B.S. De Foyer was te klein om de vele aanwezigen te bevatten. Onder de aanwezigen merkten we o.m. op burgemeester A. van de Sande Bakhuyzen, de wethouders Tepe, Reimeringer en Gos- linga, den gemeentesecretaris, den heer dr. G. H. Coops, inspecteur bij het M. O. in de inspectie Leiden, leden en oud-leden van de Commissie van Toezicht op het M.O., den heer Vriend, chef van de afdeeling onder wijs ter gemeente-secretarie alhier, mej. Numan, oud-directrice der jubileerende H.B.S., voorts tad 'van oud-leeraressen en oud-leerlingen, ouders en leerlingen der school. Na de feestrede van de directrice der H.B.S., mej. J. L. van Hoorn, welke rede met een welverdiend applaus van instem ming werd beloond, verkreeg de wethouder van Onderwijs, mr. A. Tepe, het woord. Rede wethouder Tepe. Deze sprak als volgt: Bij de viering van een jubileum pleegt men den jubilaris en naastbestaanden ge lukwenschen en, indien en voorzoover de middelen en omstandigheden dit toelaten, tevens een geschenk aan te bieden. De hartelijkheid en welgemeendheid dier gelukwenschen, de aard en de omvang van het geschenk zullen gemeenlijk be paald worden eenerzijds door den graad van verwantschap met anderzijds door de verdiensten van den jubilaris. Waar ik hier sta als vertegenwoordiger der gemeente d. i. van de geheele Leidsche burgerij en de jubileerende meisjes-H. B. S. eene gemeentelijke instelling is, een kind du6 van de geheele Leidsche burgerij, meen ik gerechtigd te zijn namens die burgerij de gevoelens te vertolken, welke ouders bezielen wanneer hun kinderen een herden kingsdag vieren. Doch, gelijk gezegd, niet alleen door den graad van verwantschap, maar evenzeer door de verdiensten van den jubilaris wordt de aard en de intensiteit dier gevoelens bepaald. En nu meen ik zonder overdrijving te mogen zeggen, dat de Leidsche burgerij van dit haar kind, dat heden zijn vijftig sten verjaardag viert, niets anders dan pleizier beleefd heeft, ja dat het, door de wijze waarop het zich van den beginne tot heden toe gedragen en ontwikkeld heeft, de lieveling geworden is en aanspraak maken kan op de volle erkentelijkheid en waardeering. Onze meisjes-H. B. S. toch, geboren in een tijd, waarin sterk gewijzigde denk beelden omtrent da maatschappelijke taak en positie der vrouw begonnen baan ie breken, heeft in de vijftig jaren van haar bestaan de gevolgen te doorstaan gehad van velerlei wisselende stroomingen. Kortzichtig conservatisme, dat zich angstvallig verweerde tegen elke emanci patie van de vrouw en radicalisme, dat, miskennend het wezensverschil tusschen man en vrouw, volledige gelijkstelling der geslachten propageerde, waren de Scylla en de Charibdis, die met groote stuurmans kunst dienden vermeden te worden. Onze meisjes-H. B. S. heeft zich door deze gevaarlijke stroomingen zonder letsel weten heen te worstelen en in veilige ha ven te landen. Zij dankt dit aan de gezonde mentaliteit die ondanks linksche en rechtsche extre mistische experimenten, toch ten slotte heeft gezegevierd. De autoriteiten, die deze school stichtten en in leven hielden, de bestuurders en toe ziende instanties der inrichting, de burgers, die de opleiding hunner dochters aan haar toevertrouwden strekt het tot eer, dat zij boven alles prijs stellend op eerbiediging en behoud van „das ewig weibliche", onze meisjes-H. B. S. in stand hielden en tot hoogen bloei brachten. Wanneer ik dan ook heden aan deze feestvierende dochter van de Leidsche burgerij mijne hartelijke gelukwenschen aanbied en daarbij te kennen geef, dat haar behoud en gestagen bloei mij zeer bijzon der na aan het hart liggen, is dit geens zins een bloote formaliteit of beleefdheids frase, doch uitvloeisel van de oprechte overtuiging, dat 't behoud en de bloei on zer meisjes H. B. S. een zegen is voor onze gemeente. Bij zoo groote tevredenheid over eene dochter, past. het den ouder intusschen van zijne waardeering blijk te geven door een stoffelijk geschenk, voor zoover dat in zijn vermogen ligt. En dan is het redelijk, dat zij bij de keu ze van zijn geschenk allereerst rekening houdt met de behoeften en wenschen van den jubilaris zelf. Welnu, tusschen de wenschen en be hoeften van onze jubilaresse bestaat, gelijk mij b.ekend is, volmaakte overeenstem ming. Door haar verblijdenden natuurlijken groei is haar huisvesting onvoldoende ge worden. Als een verstandige dochter, wensoht zij niets anders dan dat in hare behoefte aan voldoende huisvesting voorzien worde. Zeer tot mijn leedwezen hebben velerlei in elkaar grijpende omstandigheden het gemeentebestuur verhinderd om nu, op den dag der feestviering zelf, als geschenk reeds een voldoende huisvesting of zelfs maar een positief plan daarvan te kunnen aanbieden. Onze geliefde dochter zal dus voor he den genoegen moeten nemen met mijn uit drukkelijke verzekering, dat ik met alle kracht er naar zal streven om haar alles zins gewettigd verlangen op afdoende wij ze en zoo spoedig als slechts in mijn ver mogen is, geheel te bevredigen. Deze belofte mogen zij als geschenk wil len aanvaarden. Thans past mij nog een woord van lof, dank en gelukwensch aan het wakkere per soneel, dat onder leiding van haar voor treffelijke directrice onze meisjes-H. B. S. gemaakt heeft tot een instelling, waaraan de ouders met reden zoo gaarne hunne dochters ter opleiding en vorming toever trouwen. Zonder eenigszins te kort te doen aan de verdiensten harer voorgangsters meen ik te mogen vaststellen, dat onder de lei ding van mej. Dr. van Hoorn tot wier benoeming ik, zeer tot mijn vreugde, nog heb mogen medewerken de liefde voor, het vertrouwen in en daardoor de bloei van onze school op de Garenmarkt, aan - merkelijk zijn gestegen. Daarom verheugt het mij bijzonder, dat dit jubileum gevierd wordt juist in een tijdperk, waarin de voortreffelijke leiding der inrichting alle waarborgen biedt voor haar verderen groei in de stijgende lijn. En tenslotte, dames en heeren, leerlin gen en oud-leerlingen der meisjes H. B. S. ook tot u allen richt ik een woord van hartelijken gelukwensch. Gij zult gedurende drie dagen feest vie ren, omdat gij u terecht verblijdt over het vele goede, dat gij aan de school te dan ken hebt. Ik behoef u niet meer te verzoeken: neemt u tevens voor om deze instelling hoog en in eere te houden. Ik w-eet dat gij allen haar een warm hart toedraagt en dat uw dankbaarheid zich toonen zal in daden. Andere sprekers. Dr. G. H. Coops, wilde slechts een enkel woord va-n felicitatie spreken en hij wijst erop, hoe de gemeente, zulks in aansluiting op hetgeen de directrice zeide omtrent de stichting door de gemeente, nadat zoovele andere reeds waren voorgegaan, ondanks financieels moeiijkheden haar Middelbare meisjesschool toch niet ophief. Daarom brengt spr. dank aan net gemeentebestuur en hij hoopt, dat het haar gegeven moge zijn de gedane beloften te mogen vervullen. Tot slot zegt spr., dat hij van harte hoopt-, dat de herziening der M.O.-onder- wijswet nog eens tot stand komen moge en dat ook deze meisjesschool voor subsidie in aanmerking kome. Spr. wensoht allen voor de komende jaren zegen en kracht van boven, opdat de school in de toekomst niet minder moge zijn, dan in de afgeloopen jaren hei geval is geweest. De voorzitter van de Commissie van Toe zicht op het M. O., prof. dr. H. W. Keesoni, hierna het woord verkrijgend, zeide dat de Commissie niet gaarne wil achterblijven bij het aanbieden van gelukwenschen. De com missie is nog jong. bestaat nog slechts een jaar in deze samenstelling, doch de eerste indruk is onverdeeld gunstig en spr. roemt de hartelijke samenwerking tusschen het corps leeraressen en leeraren en zegt ais ingewijde te weten, dat het onderwijs op hoog peil staat, de oud-leerlingen bewijzen zulks overduidelijk. Als deskundige bij de eindexamens zegt spr., ondervonden te hebben, dat men in 't einddiploma der H.B.S. niet meer dat ver trouwen stelt als 25 jaar geleden. Men vol staat ook niet altijd niet meer met over legging van het bewijs van eindexamen, maar men vraagt zeifs overlegging van cijfers en proefwerk. Spr. hoopt, dat men aan deze school het onderwijs zal weten te houden op het peil, waarop het thans staat, opdat- wanneer een afgestudeerde zich ergens aanmeldt, men moge zeggendat is er een van Leiden, dat is in orde! In een hartelijke toespraak vertolkte mevr. d.r. Chr. KroesLigtenberg de ge voelens der oud-leeraressen, waarvan er velen aanwezig waren Zij allen gevoelen blijdschap over dit- feest, welke zij niet beter dachten te uiten dan door de aanbie ding van een portefeuille met geld, opdat, wanneer de beloofde uitbreiding der school zal zijn tot stand gekomen, de directrice daarvoor een passend geschenk zal kunnen aanschaffen. Namens de oud-leerlingen sprak vervol gens mej. J. Zaayer, die erop wees, dat zij allen een mooien en rijken schooltijd heb ben gehad. Hulde brengt spr. aan alle oud- leeraressen, een stille hulde ook aan dege nen, die hier niet meer aanwezig kunnen zijn, in de eerste plaats aan de oud-direc trice mej. Engelman, die nog zoo gaarne het gouden feest had meegevierd. In een weldoordachte toespraak wijdde spr. verder uit over de vroegere ja-ren en zeide o.m., dat toen de eeuw van het kind werkelijkheid werd hij er geheel anders uit zag dan hij zich voordeed. Het komt haar voor, dat de directrice van nu haar tijd heel goed begrepen heeft en :ndien zij haar iets moge toewenschen dan is bet dit, dat haar leerlingen mogen den ken over haar, zooals de oud-leerlingen den ken over haar oud-leeraressen. A-l-s geschenk overhandigt spr. de direc trice eveneens een enveloppe met inhoud. Namens de leerlingen bracht mej. Tine ke Meijers haar hartelijke gelukwenschen over in eenige aardige vergelijkingen en toespelingen op hetgeen vorige sprekers reeds hadden gezegd. Nadat de direotrioe met een enkel woord dank had gebracht voor de vele wenschen, bloemen en andere geschenken, was er ge legenheid tot het aanbieden van gelukwen schen, waarvan door zeer velen werd ge- biuik .gemaaJrt, Tc 6 uur had in café-restaurant „Zomer- zorg' een diner plaats van oud-leerlingen en genoocicden, terwijl de dag werd beslo ten met een avondfeest in „Zomerzorg". GEMENGDE BERICHTEN ONGELUKKEN. SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER. Tegen brugleuning gereden. Motorrijder zwaar gewond. Gistermiddag reed de heer De Jong uit Sappemeer per motor op den straatweg van Zwolle naar Meppel met een zoodanige snelheid-, dat hij de gevaarlijke brug bij De Lichtmis niet kon halen. Hij kwam in aanraking met de linker brugleuning en werd op zij geslingerd. Met een gecompli ceerde beenbreuk, hoofd- en inwendige ver wondingen werd hij naar het ziekenhuis te Zwolle overgebracht. Zijn toestand is zorgwekkend. Het motor rijwiel werd geheel vernield. Glazenwasscher dood gevallen. In de van Oldenbarneveldtstraat te R'dam heeft gisterochtend een zeer ernstig ongeluk plaats gehad. De 56-jarige glazenwasscher W. Hookers, gewoond hebbende in de Boomgaardstraat, die in dienst is bij de glazenwasscherij van de firma Drop, was bezig op de 3e étage van pand 49 in genoemde straat de ramen te zeemen. Hij stond op het kozijn en hield zich vast aan een opengeslagen raam, dat niet met een haak vastgemaakt was. Door dat dit raam plotseling zijdelings uitschoot-, verloor de man zijn evenwicht en stortt9 hij op straat neer. De ongelukkige werd nagenoeg vermor zeld, Per auto van den G.G.D. is hij on middellijk naar het ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd. Bij aankomst bleek hij echter reeds overleden te zijn. Kokende mastiek over het lichaam. Naar het ziekenhuis Zuidwal te 's Gra- venhage is vervoerd de zeventien-jarige F. O., wonende in de Herzogstraat, die giste ren in het gebouw van de Rijkstelegraaf aan de Binckhorstlaan aldaar 'n pot ko kende mastiek over gelaat en handen kreeg, waardoor hij ernstige brandwonden opliep. Eet geen ongewasschen fruit. Door het eten van ongewasschen bessen werd het dochtertje van den heer Van Kuijk te Dinteloord zoo ernstig ongesteld, dat medische hulp moest worden ingeroe pen. Dinsdagmorgen is het meisje voor zien van de laatste H.H. Sacramenten. BRANDEN, Uitslaande brand te Amers foort. Woensdagavond omstreeks negen uur is door tot nu toe onbekende oorzaak brand uitgebroken in het perceel Bisschopsweg I A te Amersfoort, dat bewoond wordt door den aannemer J. Blom. De brandweer tast te het vuur, dat reeds een vrij grooten om vang had aangenomen, met vier stralen op de waterleiding aan. Dank zij het feit, dat er brandvrije plafonds waren aange bracht, bleef de brand beperkt tot de be nedenverdieping, welke dan ook zoo goed als geheel is uitgebrand. De brand was om half tien gebluscht. Verzekering dekt de schade. Garage uitgebrand. Benzine druppels cp een laschapparaat gevallen. Gistermiddag is brand ontstaan in de werkplaats achter de garage van den ga ragehouder Alberts in het Achterom te Hil versum. De brand ontstond door het vlam vatten van enkele droppels benzine, die uit de benzineleiding van een vrachtauto wa ren gevallen en in aanraking kwamen met een laschapparaat, waarmee de leiding werd hersteld. De werkplaats brandde ge heel uit. Twee auto's en een kraanwagen verbrandden mede. Verzekering dekt de schade. DE BRAND AAN BOORD VAN DE „ZEELANDIA". Hoe de brandweer te Buenos-Aires optrad. Over den brand op 27 Juni, aan boord van het .s.s „Zeelandia" van den „Kon. Hol- landsche Lloyd", in de haven van Buenos- Aires, schrijft een Ooggetuige het volgende aan de „Tel.": Ruim drie van de „Zeelandia" is geheel ingericht voor koel- en vrieslading en werd bij de uitreis benut voor Hollandsche eie ren, met bestemming Buenos-Aires. Om het ruim geheel in orde te hebben voor bana nen voor Bima (Bananen Import Maat schappij Amsterdam) werd het gedesinfec teerd met zwavel. Toen het geheele ruim juist zorgvuldig afgesloten was, drong een reuk van smeulend hout door de naden van de bovenste luiken en tevens in een aan grenzend-'ruim. Vermoed werd, dat een pot zwavel gloeiend was geworden en het hout had aangetast. Om nu het vuur in de k»em te smoren, werden extra persenningen over de luiken gelegd, waardoor toetreden van lucht (zuurstof) zooveel mogelijk werd be perkt, daar de zwavel wel zou zorgen, dat de aanwezige zuurstof werd verbruikt. Te vens werd het Olayton-apparaat in werking gesteld. Ondertusschen werden proeven ge nomen met een gasmasker, om zoo nuodig in het ruim te kunnen afdalen, maar dit scheen niet geheel te voldoen. Om vier uur werden proeven genomen met een zuurstofapparaat en toestellen voor afdaling in gereedheid gebracht, doch bij opening bleek het ruim een zoo verslik kend en rook te bevatten, dat vakkundige assistentie noodig werd geacht. Ondertus schen was de havenpolitie verschenen en na veel heen en weer gepraat werd beslo ten te verzoeken om een brandweerman met deugdelijken rookhelm, die zou kunnen onderzoeken, waar zich de haard va-n den brand bevond. Na telefonische aanvraag verschenen ten lange leste drie zwaar be mande brandweerauto's, keurig glimmend en veel geraas makend. De uitrusting (uni form) van de „bomberos" wekte aller be wondering. Een kwartier na aankomst had de com mandant voldoende begrepen, wat er wer kelijk aan haperde, en dat het de bedoe ling was, zoo weinig mogelijk water te ge bruiken om het ruim voor de thuisreis met onklaar te maken. Een zuurstofapparaat werd gehaald en na opening van het ruim, trachtte men van bovenaf den walm inkij kende, uit te vinden, waar „de schoen wrong". Intusschen hadden anderen een slang uitgelegd en met eenige slangen van boord werd voorloopig water gegeven. Na breed-voerigen uitleg door een van de offi cieren waar de zwavelpotten waren ge plaatst, daalde de man met het gasmasker zuurstofapparaat af en gaf water door een tuinslangetje. Na enkele minuten werd aan het looplijntje getrokken om te vernemen of hij zijn werk nog kon verrichten. Daar niets vernomen werd, werd harder getrok ken en na herhaald aanroepen en trekken kwam het lijntje alleen boven. Nu waren allen in rep en roer. De brandwaents schreeuwden om maskers en eentje daal de zonder genoemd beschermingsmiddel de ladder af, maar werd dadelijk door rook en smook terug gedreven. Een tweede gasmasker scheen van on deugdelijken aard en omdat ondanks her haald geschreeuw de spuitgast nog geen teeken van leven gaf, daalde een „bombere" af met een enkelen dakzoek voor zijn mond. Na enkele minuten, die ons oneindig toe schenen, werd aan zijn looplijn getrokken en hij had de kracht te schreeuwen, nog le wachten. Die leefde ten minste nog en toen„Halen!" werd van onder af geroe penen in het licht van een honderd kaars lamp zagen wij een lichaam ophijschen De lijn was wederom aan een haak op den rug gevestigd en zes of acht brandweerlieden trokken tot het lichaam de zoldering van het ruim raakte. Op een gegeven oogenblik brak de haak, of het touw, en van een 2ya M. hoogte stortte de ongelukkige weer in het walmende hol. Ontzettende agitatie en nerveus op en af de ladder hollen was het gevolg, tot een tweede man met een gasmasker afdaalde en den bewustelooze een touw om zijn been bond en door de winch naar boven liet halen. Het slachtoffer werd naar een hospitaal vervoerd. Eindelijk kon het smeulende hout worden gebluscht. Gezien den omvang van den brand had zulks direct kunnen geschieden met enkele emmers water. Maar hoe het zij: een slachtoffer van zijn plicht zaj ver moedelijk nog langen tijd de herinnering aan de „Ze.elandia" bewaren. Een en ander had natuurlijk scherpe cn- tiek uitgelokt van officieren en bemanning. De uitrusting en geoefendheid van de brand weer van Buenos-Aires kunnen de verge lijking met de Amsterdamsche niet door staan. Hier vooral viel op, dat van een commando niet kon worden gesproken. Al len wilden iets of wilden niets doen en de commandant had door actiever optreden en intensiever ingrijpen dit ongeluk kunnen voorkomen. Gelukkig treft noch den kapi tein noch een der officieren van de „Zee landia" eenige blaam, omdat zij zich had den te richten naar het brandweercom mando. Een hevige vechtpartij. Gistermiddag te ongeveer half drie werd de Menadostraat te A'dam in opschudding gebracht door een ernstige vechtpartij. In deze straat is gevestigd de karrenloods van een man, wiens dochter gister in het huwelijk trad met den zoon van een steen zetter van Kattenburg, die bij de politie als een berucht vechtersbaas bekend staat. Laatstbedoelde steenzetter ging niet ac- ooord met het huwelijk van zijn zoon en kwam deswege gistermiddag aan de kar renloods van laatstgenoemde in de Menado straat en eischte een bedrag van eenige honderden guldens, waarvoor hij zich dan wel met'het huwelijk wilde verzoenen. Toen de vader van den bruidegom dit wei gerde,- ging de steenzetter hem te lijf en er ontstond een vechtpartij. De man van de karrenloods greep, waarschijnlijk uit zelfverdediging, een hamer, waarmede bij zijn aanvaller eenige hevige slagen op bet hoofd toebracht. De politie verscheen en in bewusteloozen toestand werd het slacht offer naar het ziekenhuis vervoerd. Het wapen van Hilversum gestolen. Gisternacht is het wapen van Hilversum, dat aan den hoofdingang van het nieuwe raadhuis was bevestigd, weggenomen Ge dacht wordt, dat dit is geschied door per sonen, die -het afkeurden, dat er geen fees telijkheden aan de opening van het raad huis verbonden zijn geweest. De „Gooi- en Eeml. meldt n.l., dat in de plaats van het wapen een briefje aan den muur bevestigd was, waarin het misnoe gen van het publiek werd uitgesproken over het feit, dat het Raadhuis zonder eenige feestelijkheden was geopend. Indien we hier niet te doen hebben met een misplaatste grap, doch met een echten diefstal, schrijft het blad verder, dan is de dader vrij slecht af geweest, daar het slechts een voorloopig wapen was, waar van alieen het veld uit edel metaal bestond. Dit n.l. was van zilver en had een waarde van 150. Het overige deel van het wapen, dat nog niet gereed was en zal bestaan uit emaille met goud, was thans nog slechts van in de Hilvers-umsche kleuren beschil derd hout. DRAMA OP AMELAND. In een vlaag van waanzin zijn vrouw vermoord. Gelijk gemeld, is dezer dagen op Ame land de 25-jarige echtgenoote van ds. A. uit St. Anna ter Muiden (Z. VI.), terwijl zij met haar man in zee baadde verdronken. Dinsdag had te Rottevalle (Fr.) waar haar familie woont, de begrafenis plaats. Na afloop daarvan heeft ds. A. zich bij de marechaussee gemeld en medege deeld, dat hij zijn echtgenoote had ver moord. Hij is daarop in arrest gesteld. Omtrent het gebeurde verneemt het „Hbld." het volgende: Zaterdagmorgen maakten de echtgenoot en zijn vijf en twintig jarige vrouw op Ame land een fietstocht langs het Noordzee strand naar het Oerd. Mevrouw stelde voor een bad te neemn. Zij zou onmiddellijk, na dat zij zich te water had begeven, onwel zijn geworden. Haar echtgenoot snelde toe, greep haar en droeg haar aan land. Kort daarna passeerden een paar voorbijgangers, die bijstand verleenden en medische hulp inriepen. Aldus de lezing van het gebeurde. Op het lijk was geen spoor van worste ling of anderszins aangetroffen. Ook uit de houding van den echtgenoot na het onge val bleek niets, dat op moord zou wijzen. De verslagene werd op de plaats, waar beiden zich vóór het bad te nemen ont kleed hadden, aangetroffen, zoodat van verre afdrijving geen sprake is geweest. Mevrouw kon niet, de man daarentegen wèl zwemmen. De verhouding tusschen man en voruw was tijdens hun verblijf op Ameland goed Het was niet hun gewoonte bij het pu bliek te baden. Na het drama was de man als gebroken van Ameland vertrokken. De justitie twijfelde aan de juistheid van deze voorstelling, te meer omdat de echt genoot, die jaren lang op Ameland heeft gewoond, met de gevaarlijke plaatsen aan de kust volkomen op de hoogte moest zijn en het zeer vreemd leek, dat hij, terwijl hij zich ook in zee bevond, niet in staat ge weest zou zijn, zijne vrouw onmiddellijk te redden. Er waren echter geen verdere aan wijzingen, die de justitie aanleiding gaven om in te grijpen. Na de teraardebestelling zijner echtge noote werd het hem te machtig en toen bekende hij, haar te hebben verdronken. De man is gescheiden van zijn eerste vrouw en anderhalf jaar geleden hertrouwd met de vrouw die toen als huishoudster bij hem woonde. Vermoed wordt, dat de man, die vroeger eenigen tijd in 'n krank zinnigengesticht is verpleegd, in een vlaag van waanzin zijn vrouw van het leven heeft beroofd. Hij verzekert, zich niet te kun nen begrijpen, hoe hij tot zijn vreeselijke daad is gekomen. Het lijk zal thans voor sectie moeten worden opgegraven. DE MASSA-VERGIFTIGING TE ERICA. Giftbacil in de worst aangetroffen. Omtrent het wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaak van de vergiftiging te Eri ca, dat verricht wordt door dr. T. van Heelsbergen, hoofd der veterinaire afdee ling van het Centraal Laboratorium voor de Volksgezondheid verneemt de „Tel." het volgende: In de worst is de bacil aangetrof fen die behoort tot de groep der vleesch- vergiftigers. Dezelfde micro-organismen zijn ook gevonden in de faeces van de pa tiënten, zoodat dus vrijwel vaststaat, dat de massa-vergiftiging het gevolg is geweest van het gebruik dezer worstwaren. Voor de wetenschappelijke defintie moet thans nog worden nagegaan of de organismen, gevonden in de worst en de faeces der pa tinten van hetzelfde type zijn. Daarna moet nog onderzocht worden of het bloedserum antistoffen bevat ten opzichte van het in de worst gevonden micro-organisme. Ten slotte komt men dan tot de schuld vraag, waarmede als regel dan het z.g. doode punt in het onderzoek bereikt is. De vraag: waar komt de bacil vandaan, is zeer moeilijk lnet voldoende zekerheid te be antwoorden. Men deelt het blad voorts mede, dat nog zal worden onderzocht of zich in den sla gerswinkel personen bevinden, die de smet stof bij zich dragen. Het staat overigens in geen enkel opzicht vast dat den slager schuld aan de besmetting der vleeschwa- ren treft. BUITENL. BERICHTEN ONGELUKKEN. TRIBUNE OP SPORTTERREIN INGESTORT. Veertig personen gewond. Tijdens een sportwedstrijd in Zuid- Frankrijk stortte een toeschouwerstribune in. Veertig personen werden gewond, van wien tien levensgevaarlijk. Vier slachtoffers van een onbewaakten overweg. Een ontzettend auto-ongeluk heeft gister avond in het bij Wetzlar gelegen Burg- solms plaats gehad. De auto van den aan nemer Demmer uit Philippstein, waarin vijf personen waren gezeten, is op een on bewaakten overweg door een naar Wetzlar rijdenden.' goederentrein gegrepen, over een afstand van 150 M. tot aan de spoor brug over de Solmsbach medegesleept en volkomen verbrijzeld. De aannemer, diens vrouw en twee volwassen dochters werden doodelijk gewond, terwijl de derde dochter zulke ei-nslige kwetsuren opliep, dat aan het behoud van haar leven wordt getwij feld. Arbeiders die op het veld werkzaam waren, hadden nog beproefd door teekens het treinpersoneel te waarschuwen, doch het was niet mogelijk den trein bijtijds tot staan te brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 6