VOLK EN LAND VAN POLEN Maarschalk Pilsoedski, de eigenlijke macht hebber in Polen. Wij hebben vanouds veel sympathie ge voeld voor de Polen. Nu ja we wisten wel niet zoo heel veel van hen, maar wel dat ze onderdrukt werden. Vroeger was Polen een machtige natie en hoe weinig we dan ook van de geschiedenis ons herinnerden, dit wisten we nog, dat eens de Poalsche koning Jan Sobieski de machtige Turken voor Weenen wegjoeg, dat door zijn tijidge tusschenkomst het belegerde Weenen werd ontzet. Dat beteekende meer dan de bevrij ding van Weenen, Europa werd daardoor van een invasie de Mohamedanen gered. Maar de geschiedenis ook van het Pool- sche volk leerde, dat onderlinge ruzies noodlottig kunnen worden. Een rijk dat tegen zich zelf verdeeld is, wordt verwoest en gaat ten gronde. De geschiedenis van Polen heeft de waarheid van dit woord maar al te duidelijk gedemonstreerd. Polens onafhankelijkheid ging verloren, het Poolsche land werd verdeeld, Rusland, Pruisen en Oostenrijk namen er stukken van. Polen verdween uit de rij der onaf hankelijke staten. Maar altijd is bij de Polen de hoop leven dig gebleven, dat nog eens weer de gulden vrijheid hen zou tegenlachen. Dikwijls zijn zij in wanhopigen overmoed vooral tegen hun Russische onderdrukkers te wapen ge vlogen, maar telkens weer werden zij met harde wreedheid neergeslagen. Heel wat edel Poolsch bloed heeft gevloeid, heei wat dapperen mannen zijn den weg opgegaan naar de ijsvelden van Siberië, maar altijd bleven de Polen zingen, zij het dan niet hardop, dan toch zacht maar met even sterke overtuiging, hun: Nog is Polen niet verloren, een bede en een geloofsbelijdenis tegelijk. Het behoeft in deze omstandigheden niet te verwonderen, dat toen de wereldoorlog deed voorzien, dat de grenzen van Europa grondig gewijzigd zouden worden, dat toen ook bij de Polen de blijde verwachting ont stond dat zij weder hun onafhankelijkheid zouden heroveren. Hoe de uitslag van den oorlog ook zijn zoude, allicht zou deze zoo zijn, dat de Polen er mee moesten winnen. Immers verloren de Russen den oorlog, dan zouden zeker de Poolsche landen niet aan Rusland toegewezen blijven, en onder de Russische knoet vandaan te komen, dat was in elk geval al winst. Verloren de Duitschers en Oostenrijkers den oorlog, dan kon het niet anders of men zou van geallieerde zijde, het Duitsche grondgebied besnoeien willen en zeker zou de Donau-monarchie uiteenvallen. Dan kwam er in elk geval ook Poolsch grond gebied vrij. Maar eigenlijk had niemand in het begin van den oorlog kunnen denken dat de omstandigheden voor de Polen op het laatst zoo gunstig zouden worden als ze werkelijk geworden zijn. De centrale mogendheden toch gingen den oorlog ver liezen. Maar de Russen streden niet meer aan de zijde der geallieerden. Was dit nog wel het geval geweest, had Rusland nog tot de overwinnaars behoort, dan zou men bij het vredesverdrag moeilijk een zoo groot Polen gesticht kunnen hebben als nu het geval werd. Immers men kon dan niet Rus land van zijn Poolsche onderdanen beroofd hebben dan met goedvinden en daar zou zeker een zeer zware wijze op gegaan zijn. Nu echter waren Duitschland en Oostenrijk verslagen en machteloos, maar bovendien was Rusland, dat tot het bolsjewisme ver viel niet een land dat men behoefde te ont zien. En zoo kon een nieuw Poolsch rijk gesticht worden, grooter dan waarvan de Polen hadden kunnen droomen. Lang zijn zij onderdrukt en vervolgd geworden, nu wer den ze vrij, en misschien hadden vele Pool sche vrienden meer verwacht, allicht heb ben zij zich dikwijls pijnlijk verwonderd, dat de nieuwe Poolsche machthebbers nu op hun beurt bijvoorbeeld tegenover de Duitsche minderheden zich niet bijster vrij heidslievend betoonden. Maar dat behoeft toch niet zoo te verwonderen, ook de vrij heid moet men leeren dragen. Al kan er zeker wel het een en ander ten ongunste van den jongen Poolsch staat verteld worden, men mag gerust consta- teeren, dat er al heel wat tot stand geko men is in het land van Pilsoedsky en ook, dat de meestal Duitsche berichten over het Poolsche rijk nu juist niet uitmuten door een gevoel van sympathie tegenover de Polen, integendeel Uit de geschiedenis van Polen. Langer dan vijf eeuwen is het geleden, dat Koning Wladyslas Jagiello den grooten slag bij Grunwald op de Kruisriders won en Polen tot een machtig rijk gemaakt had. Meer dan twee honderd jaar is het geleden, dat de Poolsche legers de Zweden versloe gen en zoo alle vreemde elementen uit Polen weerden. Maar de meest beroemde koning is zeker de boven reeds genoemde Johannes So bieski. Den 20en Mei 1674 werd Johannes So bieski tot koning der Polen uitgeroepen. De pauselijke nuntius meldde die keuze aan den Heiligen Vader met de woorden: „Polen verheugt zich thans in een koning, zooals het nooit een meer beroemden heeft beze ten." Men zag in Sobieski den kampioen van het christelijk geloof en dat was hij inderdaad. Telkens en telkens weer bracht hij den Turken geweldige slagen toe. Maar de schoonste overwinning behaalde hij voor Weenen in het jaar 1683. De ontevreden Hongaren haden de Turken te hulp geroe pen; de grootvizier Kara Mustapha ver scheen aan het hoofd van 200.000 man en trok regelrecht op Weenen aan. De ontstel tenis der keizerstad kende geen grenzen. Het leger van keizer Leopold, waarover de hertog Karei van Lotharingen het opper bevel voerde, telde nauwelijks 33.000 man. Maar bij het barnen van zoo groote geva ren beloofde de ridderlijke Polenkoning Johannes Sobieski den keizer te helpen en het kruis tegen de halve maan te bescher men. alle macht door 't verderfelijk stelsel van 't „Iiberum veto". Deze instelling beteekende dat een enkele afgevaardigde door zijn veto of tegenstemmen alle besluiten van het Par lement kon tegenhouden. De grootste mis bruiken en omkooperijen waren hiervan het gevolg. De Poolsche kroon was niet erfelijk; de Koning werd gekozen en er werd een voudig „gehandeld" om de Kroon. Lang zamerhand waren de Russen en de Pruisen eigenlijk oppermachtig geworden in Polen; zij onderhielden er zelfs hun legers en de Ambassadeur van Katharina II gaf zijn be velen in Warschau uit. In 1792 kwamen Rusland, Pruisen en Oostenrijk tot een ver gelijk en de eerste Poolsche deeling had plaats en zoowel de Koning als 't Parlement werden gonoodzaakt die deeling te bekrach tigen. Het volk ontwaakte, een betere tijd scheen te zullen aanbreken. Polen kreeg een consti tutie, maar de Russische keizerin Katharina zag daarin een revolutionnaire daad. Te za- men met Pruisen trad zij op en onder druk der Russische en Pruisische troepen kwam het tot een tweede Poolsche deeling van 23 September 1793. Het duurde nu niet lang meer, niettegenstaande den tegenstand van den dapperen Kosciuszko, die in den Ame- rikaanschen vrijheidsoorlog zijn sporen ver diend had, of het einde was daar. In 1795 werd de Koning tot afstand gedwongen te Grodno en met de onafhankelijkheid van Polen was het gedaan. zooals het eenvoudige volk er nog geen priester vertrouwt die geen Poolsch spreekt. Al zijn leed droeg dit volk al biddend voor het altaar; maar ook al zijn hoop droeg het naar de kerk. Want het kerkgebouw was de eenige plaats, waar het Poolsche volk zelf, in de jaren zijner verdrukking, nog eenigermate uiting kon geven aan zijn ge voelens. Daarbuiten, op straat en plein, wa ren alle uitingen van vaderlandsliefde en van nationaal gevoel natuurlijk verboden. Standbeelden konden er niet worden opge richt, en zelfs op grafmonumenten werd een streng toezicht uitgeoefend. Daarom werd de Kerk vanzelf de wijkplaats voor de groo te vaderlanders na hun dood, al was zij daarom ook nog geen vrijplaats. Alle man nen van beteekenis werden zooveel moge lijk in de kerken begraven in de tijden der verdrukking. Daar waren de groote dooden veilig. Daar ook kon men ze huldigen, hun beelden plaatsen, hun aandenken in mar mer en brons vereeuwigen. En daar zetten zij de lessen voort die zij in hun leven ge geven hadden, en bleven zij opwekken tot moed en vertrouwen, tot volharding en trouw, tot dat geloof in Polen, dat als de andere zijde was van het geloof in God. Een machtige staat. Door den wereldoorlog is Polen een nieuw machtig rijk geworden. Het nieuwe onaf hankelijke Polen, dat nu alweer twaalf ja ren bestaat is van de nieuwe staten, die door den oorlog tot bestaan kwamen wel de machtigste. Het geldt hier niet een rand staatje zooals Litauen of Letland, neen het is een land van meer dan dertig milioen in woners, er wat het aantal inwoners betreft is het zesde in de rij der Europeesche sta ten. Polen is een landbouwstaat. Het overgroote deel der Poolsche bevol king houdt zich met landbouw bezig. Het huidige Polen is overwegend agrarisch land, waarin de welvaart wordt beheerscht door het resultaat van den oogst. Intusschen le vert de bodem zooveel delfstoffen op, dat uitbreiding der industrie onmogelijk kan uit blijven. Ook de toeneming dér bevolking dringt tot grootere industrialisatie. Dan is als derde voorname bron van be staan de veeteelt te noemen. In de jaren met normalen oogst is de op brengst in den regel voldoende om aan de behoeften van de binnenlandsche markt te voldoen. Paderewski, de beroemde piano-virtuoos, die in 1919 president werd van de Poolsche Republiek. verijdelde. En op 28 Januari 1929 werd Pa derewski president van Polen. Maar Pa derewski zal wel geen staatsman geweest zijn, hij zag zijn invloed snel verminderen tegenover dien van Pilsoedski, een anderen Poolschen held, die vooral populair werd door het terugdrijven der Russen. Pilsoedski. Pilsoedski is al een heel eigenaardige ke rel. Het eenvoudige volk noemt hem „groot vader." Zijn legioenen, die hij zelf gescha pen heeft zijn hem blindelings trouw. En Pilsoedski, al is hij geen staatspresident en zelfs als hij het ambt van minister-presi dent weigert, is de eerste machthebber van het land. Hij heeft voor de bevrijding van zijn land onder voortdurend levensgevaar jaren gestreden, maar een ideaal staats man is hij niet. Zijn conflicten met het parlement zijn be kend, hij heeft dikwijls en op zeer onbe hoorlijke manier zijn minachting voor z'n tegenstanders te kennen gegeven. AI heeft hij zeker veel bereikt, het is hem niet ge lukt de politieke atmospheer te zuiveren, de partijhaat aan banden te leggen. En zeker is het dat Polen noodig heeft een regeering dié vooral de sociale toestanden verbetert. Er moet vooral ook in die richting ontzag lijk veel gedaan worden. Nu zou het al zeer onbillijk zijn, de Polen, die anderhalve eeuw lang geen zelfstandig bestaan voer den, die werden onderdrukt en uitgezogen anderhalve eeuw lang, te verwijten, dat bij hen de zaken nog niet goed geregeld zijn. Dat ware zeer onbillijk. Toch moet er veel gedaan worden, 't Is jammer, dat de Polen uit hun geschiedenis nog niet voldoende ge leerd schijnen te hebben, dat slechts in groote eenheid hun kracht kan gelegen zijn. Want men mag bij alles ook niet vergeten, dat Polen zeer gevaarlijk ligt tusschen Rus land en Duitschland. In het nieuwe Polen wonen ook Duitsche minderheden, aan Po len zijn in Silezië stukken toegewezen die een in meerderheid Duitsche bevolking heb ben. Bovendien heeft Polen een strook land gekregen de zoogenaamde „corridor" die het een noodige uitweg naar zee gaf. Maar die strook scheidt meteen Oost-Pruisen ge heel van het andere Duitsche gebied af. Dat zijn dingen, die het Duitsche volk niet ver zetten kan, Duitschland zou, indien dit mo gelijk ware, dan ook allereerst z'n Oost grens willen corrigeeren. Natuurlijk steunen de Franschen uit alle macht Polen en het is ook deze politieke wrijving die de zaken in veel opzichten bederft. En in politiek èn in economisch opzicht staat het er met Polen zoo glansrijk nog niet voor. Hun politiek behoort dikwijls nog niet tot de verstandigste, hun land is nog in sommige opzichten achterlijk. Maar met volle erkenning hiervan mogen wij toch onze volle sympathie voor het no bele Poolsche volk uitspreken én wij hopen dat deze jonge staat zich consolideert lot een machtig rijk. E.W. (Nadruk verboden). Duitsche spotprent op den Poolschen mi nister Zaleski die de verdrukking der Duit sche minderheden te Geneve verdedigde. Het Parlementsgebouw in de Poolsche hoofdstad Warschau. De Turken brachten Weenen op ontzet tende wijze in het nauw, de stad moest menschelijkerwijze gesproken vallen. Sobieski hield woord: hij kwam, zij het dan ook laat. Eerst den 15en Augustus was het hem mogelijk geweest, met 25000 man uit Krakau op te breken, en slechts met be hulp van het geld, hem door Paus Innoe- centius XI verstrekt. De oogen van Europa waren op Weenen gevestigd; in alle kerken was op bevel des Pausen het Allerheilgste ter aanbiding uitgesteld. Den 12en September, bij de eerste stra len der morgenzon, daalde het christelijke leger in sierlijk geordende gelederen met vliegende vanen en slaande trom van de boschrijke berghoogten in de vlakte af. Onmiddellijk begon de aanval. De vorsten en hun krijgsvolk streden met wedijverende dapperheid en aan de spits van allen Johan nes Sobieski, die met eigen hand verschei dene Turken neervelde en een paardestaart veroverde. Ontzetting maakte zich van de barbaren meester. Verschrikt weken zij aohteuit en weldra woelde alles in de wild- ste wanorde, in radelooze vlucht door en j tegen elkander; 25000 man vielen onder het zegevierde zwaard der Christenen. Eerst de invallende duisternis en de uiterste inspan ning maakte dien dag een einde aan het gevecht, den volgenden morgen zou het met vernieuwde kracht worden voortgezet. Maar reeds gedurende den nacht sloeg het heele Turksche leger in allerijl op de vlucht: 370 kanonnen, de vaan van den profeet, 15000 tenten, waaronder die van Kara Mustapha met groote kostbaarheden, wer den de buit der krijgers. Juichend trokken de Weeners na twee schrikkelijke maanden, onder het gelui van alle klokken en den donder der kanonnen, de poorten uit over de wallen naar het kamp daarbuiten. Het was een gewichtig oogenblik in de wereldgeschiedenis, even gewichtig als de dag voor Tours, toen de Arabieren naar de heerschappij over Europa dongen. Hadden de Turken Weenen veroverd, dan ware het met Oostenrijk gedaan en stond de zelf standigheid van heel Europa over de over winning der Christenen te Weenen. Paus Innocentius XI, zonder wiens geldelijke hulp Sobieski den belegerden geen hulp had kunnen brengen, weende tranen van vreug de. De Polenkoning had zich op dezen dag voor altijd een plaats veroverd onder de grootste kampioenen der Christenheid. Slechte tijden. Onder de laatste drie koningen, twee uit het huis van Saksen en Stanislas Augustus Poniatowski, den vroegeren gunsteling van Katharina de Groote, ging het slecht in Po len. Het land was onderling verdeeld en het gezegde „Poolsche Landdag" was spreek woordelijk geworden. Het volk had niet den minsten invloed op de regeering; de kleine adel, de zoogenaamde „sjlachta", bezat in den staat, die ook onder de regeering der Koningen den officieelen naam cfroeg van „Allerdoorluchtigste Republiek", eigenlijk En pas als gevolg van den wereldoorlog, die in 1914 uitbrak, zou Polen weer een on- De veeteelt heeft zulk een omvang, dat vee en de zuivelproducten op het oogenblik met kolen en hout de voornaamste export artikelen vertegenwoordigen. De export van vee en zuivelproducten over 1928 was ruim een half milliard sloty. De Poolsche industrie betrekt met uitzon dering der textielbranche, haar grondstoffen De vrije stad Dantzig, die een moeilijke strijd voert tegen de Polen, die door de stichting van een groote eigen havenstad Gdynia, dicht in de buurt Dantzig een doodelijke concurrentie aandoen. afhankelijk land worden. Toen op 17 Maart 1921 de eerste Con stitutie van het herboren Polen tot stand kwam, heette het in den aanhef: „In den naam van den Almachtigen God, Wij, Volk van Polen, de Voorzienigheid dankend voor de bevrijding uit de slavernij van anderhalve eeuw, ons de heilige traditie van de Constitutie van 3 Mei 1791 herinne rend... enz.... besluiten de volgende Grond wet aan te nemen." Zoo werd in de nieuwe Grondwet van het herleefde land de herinnering aan de ge schiedenis levendig gehouden. Polen is een katholiek land. Polen is een katholiek land, er is geen ander land, zegt Felix Rutten in een van z'n reisbrieven waar zulk een nauw verband bestaat tusschen nationalisme en geloof. In dit land is sinds eeuwen geleden. An derhalve eeuw was dit volk de prooi zijner vijanden, weerloos overgeleverd, van zijn vrijheid beroofd en onzelfstandig geworden. Waar de Russische knoet heerschte, was Rome de vijand. De vervolgingen bleven niet uit. Daar geloof en vaderland als één begrip was, werden de helden martelaars. Die voor Polen leed, stierf met Chhristus' naam op de lippen. Men kende er geen vaderlanders zonder het Roomsche stempel, uit eigen land. Het totale aantal industrieele arbeiders wordt op 750.000 geschat, van wie er 280.000 in de mijn- en metaalindustrie werken, 116.000 in de „agrarische" en hout industrie en 165.000 in de textielindustrie is de eenige die kans ziet een gedeelte van haar producten o° de buitenlandsche markt te plaatsen. Paderewski. Toen de wereldoorlog woedde, herleefde de hoop der Polen dat hun lana weer een onafhankelijk rijk zou worden. Zij werkten er voor en één van degenen, die daarvoor ijverden, was Paderewski. Paderewski is de wereldberoemde piano-vituoos die, toen de oorlog uitbrak in Amerika op het concert podium zich een kolossale populariteit har verworven. Na elk concert sprak Paderews ki tot zijn verrukte toehoorders over de be vrijding van Polen. Hij maakte zich zoo zelfs Wilson tot vriend en bondgenoot. Hij organiseerde in Amerika hulp voor de Pool sche vrijwilligers, die aan de zijde der Franschen meestreden. En toen de wapen stilstand eindelijk kwam en Duitsche vrij- scharen wilden beletten, dat Duitsch Polen bij Polen gevoegd ging worden, was het Paderewski, die zijn landgenooten bezielde en zoo de opmarsch der Duitsche troepen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 8