ZATERDAG 11 JULI 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 SINT ANTONIUS ALS VOLKSMISSIONARIS. Het Franciscaansch maandschrift „Sint Antonius" is verschenen in feestaflevering naar aanleiding van het 7de eeuwfeest van Sint Antoniius' zaligen dood. Het eerste artikel, van fr. Anacletus Nie- len O.F.M., hebben wij, toen we er de eerste regels van gezien hadden, in-eens doorgele zen, genietend van de pittige gedachten en de frissche stijl. En na dat eerste artikel hebben wij meer dere van de volgende gelezen litterair- welverzorgde lectuur. Het artikel van fr. Linus Zuidgeest onder bovenstaand en titel willen wij hier afdruk ken. Den volksmissionaris van Antonius' tijd moeten we eenigszans anders zien dan den volksmissionaris van onze dagen. De kleine H. Teresda en haar medezusters waren eens teleurgesteld, boen zij hoorden, dat een bekend volksmissionaris bij Kaar de fetraibe zou komen leiden. Klaarblijkelijk was in haar verbeelding 'n volksmissionaris 'n man, die wel als 'n beiaardder met stevige vuistslagen de klokken kan doen galmen over stad en land, maar wiens vingeren te grof waren om de fijne snaren van 'n non- nenziel te bespelen. Zoo zien nog velen „den volksmissionaris", 'n Robuste verschijning, 'n forsoh geluid, dat de verschrikkingen van dood, oordeel, hel over de onthutste menigte kan uitdonderen, maar geen man van fijnen levensstijl of die pere studie. Dat beeld is verwrongen. Misschien dat aan den volksmissionaris van heden die dikwijls niets anders is aLs de „vreemde pre dikant", die zorgvuldig voor profane oogen verborgen, 'n enkele keer van achter de cou lisse der sacristiedeur te voorschijn treedt om zijn preek te houden niet meer zulke thooge eischen gesteld behoeven te worden als ten tijde van den H. Antonius, toch moet de echte volksmissonaris nog zijn: 'n man van wetenschap, die G-od kent en z'n tijd kent, 'n man van heiligheid enhij moet mensch zijn. Voor den werkkring en werkwijze van Sint Antonius waren die eigenschappen ab soluut onontbeerlijk. Veel meer toch dan heden bewoog zich de volksmissionaris van boen onder het volk. Op zijn apostolische reizen, die hij grootendeels te voet aflegde, kwam Anto nius vanzelf veelvuldig met de menschen in aanraking. Hij klopte aan htm deur om 'n aalmoes, zat aan bij hun maaltijd, over nachtte dikwijls in hun woning. Vanzelf kwamen zij dan ook tot hem met hun twij fel en hun vragen, hun angsten, hun zon den. Ook zocht hij de afgedwaalden op, redetwistte dikwijls in 't openbaar. Zuo'n volksmissionaris, vooral als hij als Antonius uitgezonden werd om 'n drieste ketterij te bestrijden, moest 'n man zijn van gedegen webenschap en slagvaardigheid. Ook van heiligheid. Van even groot be lang als de prediking door 't woord is de prediking door de daad. Als woord en ie- ven niet in harmonie zijn, wordt de kracht van het woord gebroken. Bovendien, ech te innerlijkheid geeft aan 't woord 'n zeer bizonder accent, dat wel nagebootst kan worden, maar niet zóó, of 't volk weet 't te onderkennen. Wil men het hart van het volk treffen, dan moet ook 'n hart spreken. En dande volksmissionaris moet mensch zijn, goed, barmiharig. Die als Christus gaat tot de gevallenen, in hem moet men iets hooren van die menschelijke goedheid, die zoo barmhartig tot de ge vallen vrouw sprak: ook Ik zal u niet ver- oordeelen, ga heen en zondig niet meer. De heiligheid van 'n volksmissionaris, moet zooals trouwens alle échte heiligheid streng zijn voor zichzelve, barmhartig jegens anderen. Geen heiligheid, die verplettert, het geknakte riet breekt, maar die opheft, bemoedigt. Antonius was het ideaal van den volks missionaris. In afzondering, rust en stilte, was hij door studie, gebed en boete tot geleerde, tot heilige gevormd. Zijn opleiding tot hot Priesterschap bij de reguliere kanunniken van Sint Augustinus, hadden den talentvol len jongeling reeds tot 'n geleerd theolo gant gevormd. De huiskroniek noemt hem toen reeds: een buitengewoon man, geleerd en vroom, een waar sieraad der weten schap. Later als minderbroeder zal hij in de grot van Monte Paolo steeds dieper doordringen in de geheimenissen Gods. Buitengewoon Schriftuur kenner, reeds tot missionaris voor Italië benoemd, knoopt hij nog innige vriendschap aan met den be roemden abt Doctor Thomas. Die man kon de hamer der ketters wor den. Niet zoo, alsof hij met groote, gewel dige krachttermen hen overschreeuwde, maar grondige wetenschap en klare be wijsvoering sloegen hun sofismen aan stuk ken. Dat hij 'n heilige was weten we. Die hei ligheid kon hem dan ook veilig doen gaan onder de menschen, onder de zondaren. De besmetting der zonde zou hem niet aan- - tasten. Hier waren leer en leven één. Zijn verschijning allleen was 'n preek. Die nog zoo jonge, door boete vermagerde monnik, in gelapte pij, op bloote voeten en velen wisten, hij was toch van adellijke geboor te met zijn verstorven gelaat, maar met- de glim lach van 'n maagd, was 'n levende openbaring van het goddelijk leven in den mensch. Dien missionaris kan men vrij 'n zegen rijken loopbaan voorspellen. Als Antonius ergens preekte, dan werden terstond alle werkzaamheden gestaakt, als of het feestdag was. Bechters, advocaten, kooplieden lieten hun zaken in den steek om Antonius te hooren. Burgers en buiten lieden mengden zich dooreen. Reeds des nachts stond men op om 's morgens toch maar 'n goede plaats te bemachtigen. Aan zienlijke dames kwamen begeleid door fak keldragers. Zóo groot als de bewondering, zoo schitterend de bekeeringen. Men stelde schuldenaars in vrijheid, opende de deur der gevangenissen voor wie onschuldig wer den vastgehouden. Vijanden verzoenden zich in 't openbaar. Diepgezonken vrouwen bekeerden zich tot boetvaardig leven. Men drong om den heilige om zijn kleed te kun nen aanraken. Dwaling en zonde laten 'n spoor achter van vernieling en onrust; 't spoor van An tonius is vrede en heil, is opbloeiend ge loof, reinheid van zeden, liefde. Dat spoor kunnen wij volgen in Italië, eerst door Lombardije en de Romagna. Dan door 't Zuiden van Frankrijk waar hij de ketterij der Albigenzen aangreep en on derdrukte door geheel Languedoc. Dan gaat 't spoor weer naar Italië, waar hij op treedt tegen de Oatharen. Wij kunnen het volgen over Rimini, Ravenna, Aquilea, Triëst. Eindelijk leidt zijn weg naar Padua. Daar viert de groote volksmissionaris wel zijn schoonste triumfen. In een maand is de stad, aangevreten door dwaling en ze denbederf, verscheurd door burgeroorlog, van gedaante veranderd. Dan gaat het spoor weer verder van Padua over Bologna, Florence, Milaan, Verona. Eindelijk keert de heilige weer terug naar Padua, waar hij in 1231 sterft. Negen jaar slechts heeft zijn eigenlijk missiewerk geduurd. Wat 'n arbeid in dien tijd! Lange, moeilijke tochten, ontberingen, tegenspraak, altijd opnieuw preeken, twist redenen houden, biechthooren. Conferenties met overheidspersonen, de verloren schapen opzoeken, de opgerichten staande houden en beschermenEn daartusschen was hij nog guardiaan, custos, provinciaal, stichtte op zijn missietochten tot voortzetting van zijn arbeid verschillende kloosters. Eén groot doel slechts had zijn leven, hetzelfde wat de door den Vader gezonden Volksmis sionaris Jezus Christus had: de eer van God, het heil der zielen. Geen dag, geen uur heeft hij verloren laten gaan. Wel heeft hij God en de zielen liefgehad uit al zijn klach ten. En rijken oogst heeft hij den Heer aan geboden. Geleerdheid, heiligheid, goedheid zijn noodzakelijke eigenschappen voor den volksmissionaris, zeiden we. Tooh moet hij nog iets meer zijn, n.l.:'n volikspredikant. Weer niet in dien zin, als of hij in eenigszins grove taal aan de min der ontwikkelden de groote voornaamste waarheden des geloofs moet verkondigen, maar in dien zin, dat hij niet in abstracte bespiegelingen boven het begrip der men schen uitgaat, dat hij de verheven waarhe den weet pasklaar te maken voor 't begrip der hoorders; dat hij hun klaar en duide lijk de waarheid laat zien endat hij 't geheim verstaat hen te treffen in 't ge moed. Hij moet niet enkel overreden, maar ook overtuigen, meeslee-pen, begees teren. Dat Antonius zulk een predikant was, zeggen ons de toeloop van het volk, het zegenrijk gevolg. Uit zijn nagelaten werk kunnen wij hem niet genoeg als predikant beoordeeleoi. Om een predikant te kunnen waardeeren moet men hem zien en hooren. Moet men het levende woord hebben. En het woord leeft door de ziel, die flitst uit het oog, trilt in de stern, zich verraadt in gebaar. Maar één zaak zeggen ons de nage laten preeken van Antonius wel heel dui delijk: de welsprekendheid van Antonius, „de bazuin van het evangelie", was gewijde welsprekendheid. Welsprekendheid van „de stad Gods", niet die der wereld. Niet ge richt op bewondering, maar op vermor zeling des harten. Een welsprekendheid, dae geput had uit de H. Schriften en de Kerkvaders, maar ook in gebed geput had uit het kruis. Welsprekendheid, die geen zinnen streelt, maar zielen wint voor God. Hem prikkelde geen eer voor de men schen, hem drong de caritas Christi, de liefde tot Christus, die wijs maakt en heilig en goed, omdat die liefde met God de menschen omvat. Die liefde, die nooit rust en alles kan. Waarom elke volksmissiona ris moet bidden, omdat hij zonder die lief de niet is als Antonius een bazuin des evangelies, maar ,,'n rinkelend bekken, 'n rammelend cymbaal". KALENDER DER WEEK N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria, geen Credo. De gewone Prefatie. ZONDAG 12 Juli. Zevende Zondag na Pinksteren. Mis: Omnes gentes. 2e gebed v. d. H. Joannes GuaHbertus, Belijder; 3e v. h. Kerkwijdingsoctaaf4e v. d. II.H. Nabor en Felix, Martelaren; 5e voor den Paus. Credo. Prefatie v. d. Allerh. Drieëen- heid. Kleur: Groen. De H. Kerk leert vandaag hare kinderen de vreeze des Heeren (Graduale). Deze toch moet ons bezielen en ons afkeerig doen zijn van iedere dwaling, welke de valsche pro feten onzer hedendaagsche verheidensehto wereld onder allerlei vormen ons voorhou den. Aan hunne vruchten: ontevredenheid, opstand tegen' het wettig gezag, haat, on zedelijkheid kunnen wij hen kennen. (Evan gelie). Bidden wij God, dat Hij die profe ten verre van ons houde, opdat hunne ver derfelijke leeringen ons niet schaden en dat Hij ons verleene tot onze heiliging: het beoefenen der ware gerechtigheid, het on derhouden Zijner heilige geboden. (Gebed en Epistel). Wonen wij, bezield met het ernstige voor nemen den wil te doen van den Hemel- schen Vader, het H. Misoffer bij, offerend met het brood en den wijn verstand en wil, dan is ons offer Gode welgevallig. (Offer torium). Hij zal het aannemen en heiligen, gelijk het offer van den rechtvaardigen ep offergezinden Abel (Stilgebed). Het zal voor ons een geneesmiddel zijn voor onze gebreken (Postcommunio) en ons brengen in de veredsohte gesteltenis om met jube lende stem toe te juichen God, groot over geheel de aarde. (Introitus). MAANDAG 13 Juli. Octaafdag van Kerk wijding. Mis: Terribilis (Zie het Gemeen schappelijke van Kerkwijding) 2e ge>bed v. d. H. Anacletus, Paus en Martelaar; 3e voor den Paus, Bred'i. Kleur: Wit. In ndet-geconsacreerde kerken: Mis v. d. H. Anacletus, Paus en Martelaar: Sacerdo- tes Dei. 2e gebed A Cunctis (om de voor bede der Heiligen)3e naar keuze v. d. priester; 4e voor den Paus. Geen Credo. Kleur: Rood. DINSDAG 14 Juli. Mis v. d. H. Marcel- linus, Belijder: Os Justi. 2e gebed v. d. H. Bonaventura, Belijder en Kerkleeraar. 3e voor den Paus. Credo. Kleur: Wit. De H. Maroellinus was werkzaam als verkondiger van het H. Geloof in de stre ken van ons land, vooral in Overijsel. Hij is dan ook de Apostel van Overijsel. Te Qi- denzaal gestorven, is hij te Deventer be graven. WOENSDAG 15 Juli. Mis v. d. H. Henri- cus, Keizer: Os Justi. 2e gebed A Cunctis; 3e naar keuze v. d. priester; 4e voor den Paus. Kleur: Wit. Ln 972 geboren, was de H. Henricus van af zijn jeugd gesteld onder de leiding v. d. H. Wolfgang, bisschop van Regensburg. In het jaar 995 stierf de vader van den hei lige, die nu als opvolger van zijn vader He-rtog van Beieren werd. Na den dood van keizer Otto III in 1002 werd Henricus tot keizer van Duitschland gekozen. Zijne rechtvaardigheid, zachtmoedigheid en gods vrucht blonken uit in de wijsheid van zijn bestuur. De keizer, bijgenaamd de god vruchtige, beijverde zich om Gods eer en de uitbreiding van de H. Kerk te verzeke ren, den vrede in zijne staten te bevestigen en de volkeren, aan zijn bestuur onderwor pen, gelukkig te maken. Henricus overleed in 1024. DONDERDAG 16 Juli. Gedachtenis van 0. L. Vrouw v. d. Berg Carmel. Mis: Gau- deamus. 2e gebed voor den Paus. Credo. Prefatie van Maria (invullen :En U om de gedachtenis). Kleur: Wit. Deze feestdag is ingesteld tot een ge denkdag van de verschijning van de hei lige Maagd aan den heiligen Simon Stock, Generaal dear Carmelieten-orde, den IGen Juli 1251. Omgeven van Engelen verscheen Maria met de scapulier der Carmelorde in hare hand, zeggende: „Ontvang, mijn dierbare zoon, dit scapulier als de livrei mijner broederschap, 't Is het bewijs van het voorrecht, dat ik voor u en voor al de kinderen van den Carmel verworven heb. Wie in dit kleed sterft zal van het eeuwig vuur bevrijd blijven. Het is een teeken van zaligheid, een behoedmiddel in gevaren en een onderpand van vrede en eeuwig ver bond". VRIJDAG 17 Juli. Mis v. d. H. Alexis, Belijder: Os Justi. 2e gebed A Cunctis; 3e naar de keuze v. d. priester; 4e voor den Paus. Kleur: Wit. ZATERDAG 18 Juüii. Mis v. d. H. Camil- lus de Leilis, Belijder: Majorem. 2e gebed v. d. H.H. Symphorosa en hare zeven zo nen, Martelaren; 3e voor den Paus. Kleur: Wit. Na zijn leven als militair heeft de H. Camillus zioh bijzonder onderscheiden door zijn liefde vol helpen van de zieken, bijzon der van de stervenden. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN. Alles als in bovenstaande kalender, be halve: ZONDAG. 3e gebed v. d. II.H. Martela ren van Gorkum; 4e v. d. H.H. Nabor en Felix; 5e voor den Paus. MAANDAG. Mis v. d. H. Franciscus So lano, Belijder: Os Justi. 2e gebod v. d. H. Anacletus; 3e v. d. H.H. Martelaren van Gorkum; le voor den Paus. Kleur: Wit. DINSDAG. Mis v. d. H. Bonaventura, Be lijder en Kerkleeraar: In medio. Credo. Kleur: Wit. WOENSDAG. Feest van he Heilig Graf van onzen Heer Jesus Christus. Mis: In die. 2e gebed v. d. H. Henricus; 3e v. d. H.H. Martelaren van Gorkum; 4e voor den Paus. Credo. Prefatie van Paschen. Kleur: Wit. DONDERDAG. Octaafdag v. h. feest v. d. H.H. Martelaren van Gorkum: Emisi. 2e gebed en laatse Evangelie v. O.L. Vrouw v. d. berg Carmel; 3e v. d. heiligverklaring v. d. H. Vader Franciscüs; 4e v. d. H. Ma ria Magdalena Postel. 5e voor den Paus. Credo. Prefatie van Maria. Kleur: Rood. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr. DOOR DEN NEDERLANDSCHEIN IJMKERSBOND is Dinsdag te Veenendaal de jaarlijksche bijenmarkt, de grootste ter wereld, ge houden. De verkochte korven worden van een groene tak voorzien. AAN DE INDISCHE PRINSEN die hier te lande vertoeven, werd Dinsdag in Artis te Amsterdam een thee aangeboden. Er werd een bezoek gebracht aan den dierent uin, waar de kroonprins van Sa-r- dong een rit maakte op „het schip der woestijn".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5