MAANDAG 6 JULI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BI AD PAG. 7
GYMNASTIEK
HET I. T. O. S. A.
TE AMSTERDAM.
Grootsch turnfeest. Schit
terend werk der buitenlan
ders. Massaal optreden van
ongeveer 300 gymnasten.
(Van een specialen verslaggever.)
Verwend zijn de Hollanders niet met
grootsche turnfeesten. De gymnastiekbewe
ging is nog niet zoo ingeburgerd, dat in
alle lagen van de bevolking op hoogtijda
gen belangstellng is voor de turnsport. Het
blijft immer een gewaagde onderneming
om dergelijke feesten op touw te zetten.
Des te meer valt het te loven, dat „Kracht
en Vlugheid" te Amsterdam ter gelegen
heid van haar 45-jarig bestaan een twee-
daa-gsch turnfeest organiseerde, waarbij
niet alleen van heel veel te genieten viel,
maar waarbij zelfs de publieke belangstel
ling alleszins bevredigend was. Men heeft
getracht, mede door de deelneming van
de beste Duitsche en Fransche krachten,
een turnfeest te organiseeren, dat propa
ganda moest maken voor de gymnastiek-
zaak. Door de massale uitvoeringen op
beide dagen, en ook door vele turners is
men daarin volkomen geslaagd. We zijn
er van overtuigd, dat de ruim 7000 toe
schouwers op Zaterdagavond en de meer
dan 10000 toeschouwers op Zondagmiddag
den indruk hebben meegekregen, dat de
gymnastiek de volkssport bij uitnemend
heid is. Wij zeiden het reeds, er viel zeer
veel te loven. Als hoogtepunten zouden
we willen noemen het optreden van de
Hochschule fuer Leibesuebungen uit Ber
lijn en dat van de Ecole Superieure te
Joinville le Pont, die op perfecte wijze de
monstreerden hoe volmaakt en veelzijdig
de verschillende oefeningen het lichaam
ontwikkelden. Dat was meermalen super
class. Ook het spreek-, zang-, dans- en be
wegingsspel „De Zegepraal van Vader
Jahn" op Zaterdagavond, uitgevoerd door
de leden van „Kracht en Vlugheid" maak
te diepen indruk op de aanwezigen en was
tevens een levend stukje propaganda voor
de gymnastiek.
Van de massale oefeningen troffen ons
die van de dames het meest. Van deze uit
voering zagen we Zaterdagmiddag de ge
nerale repetitie, en Zondagmiddag de uit
voering. Uit alles bleek, dat deze 1500 da
mes serieus geoefend hadden, alles werd
vlot en soepel en zonder eenige dissonant
uitgevoerd.
De intocht van alle deelnemers en de
vaandelgroet aan de jubileerende vereeni-
ging maakten een prachtig effect. Op het
groene tapijt van het Stadion maakten de
vele en fleurige kleuren een levendig ef
fect, terwijl door de massale deelneming
een geheel tot stand kwam, dat het feest
tot iets grootsch en moois maakte, dat nog
lang in veler herinnering zal blijven.
De Zaterdagmiddag was meer een alge-
meene repetitie voor de beide volgende
uitvoeringen. Voorts werden de 100 Meter
hardloopen series voor dames en heeren
geloopen en de estafettenummers voor da
mes en heeren, alles internationaal.
De optocht van alle deelnemers, en deel
neemsters door de stad trok veel belang
stelling. Overal langs den weg stonden
duizenden en duizenden menschen ge
schaard. Bloemen werden meegedragen en
verschillende vereenigingen hadden voor
versieringen zorg gedragen. Op de peristy
le van den Stadsschouwburg Leidsche-
plein stonden de eeregasten van het
I.T.O.S.A. waaronder de wethouder van
onderwijs, de heer E. Polak, wien door
alle turnsters en turners de groet werd ge
bracht. Een bijzondere verrassing wachtte
den deelnemers op de Heerengracht, waar
de burgemeester, de heer W. de Vlugt, de
turners stond op te wachten. De burge
meester werd luide toegejuicht.
Des avonds onder prachtige weersom
standigheden vingen de wedstrijden in bal
letten, rhythmische dansen, vrije en ge
reedschapsoefeningen aan. De 1500 Meter
hardloopen werd door M. Hoexum, van
Donar, Leiden, gemakkelijk gewonnen.
„De Zegepraal van Vader Jahn". De fi
guur van Vader Jahn is meer symbolisch
gekozen: om het jonge geslacht den groo-
ten voorganger in woord en daad, te lee-
ren kennen en te leeren waardeeren. In
het spel waren verwerkt een ballet van
mevrouw PolakDresse, rhythmische en
volksdansen van mej. R. van Praag en
vrije oefeningen van den heer M. Polak.
Met Faustballet met mevr. L. Polak—
Dreese als de uitbeelding van het Con
servatisme en mej. L. de Betue als de
„Gymnastiek", die de overwinning behaalt
is met zijn belichting der schijnwerpers
en kleurige costuums uitnemend geslaagd.
Het openingsnummer op Zondagmiddag,
■waaraan alle leden en aspiranten van
„Kracht en Vlugheid" deelnamen, slaagde
als opening zeer goed. We memoreerden
reeds den intocht van alle turners en de
vaandelgroet.
De heeren van de Ecole Militaire lieten
menig staaltje van hun geoefendheid zien.
Aan de brug en het hoogrek toonden de
Franschen hun kunnen, voorts kregen de
toeschouwers een lesje: hoe men een goed
hordenlooper wordt. En ten slotte zal
menige Hollandsche athleet jaloersch zijn
op de prestaties van de speerwerpers. Het
Nederlandsch record werd hier glansrijk
geslagen. De algemeene vrije oefeningen
der heeren mocht ons minder bekoren,
hier schuilde nog al eens een foutje, uit
een en ander bleek dat de animo bij de
heeren om te oefenen niet zoo groot is.
Het tempo van de Marche Militaire van
Schubert kwam al heel erg in de verdruk
king.
Een bonte opeenvolging van oefeningen,
dansjes, athlctiekwedstrijden volgde. Een
elkeen toonde zijn kunnen op eigen wijze.
Maar het hoogtepunt werd toch weer de
demonstratie van de Hochschule fuer Lei
besuebungen. Wanneer men die prachtige
gespierde en gebruinde dames en heeren in
een pittig marschtempo het veld op ziet
komen, dan moet een elkeen, die de turn-
zaak nog geen goed hart toedroeg, toch
wel van meening veranderen.
Dan de oefeningen. Hoe beheerscht zijn
de bewegingen. Hoe energiek is de houding
en toch hoe innerlijk bewogen ziin die
vrouwelijke en mannelijke studente Welk
een innerlijke overtuiging moet hier aan
wezig zijn. De verschillende spelen volgen.
Welk een afwisseling brengen in hun
uitvoering. Het slingerhallen der dames,
het speerwerpen der heeren is af. Er zit
lijn in, een pittig partijtje handbal der
heeren volgt. Welk een si^elheid, van be
grip, van handelen, van gooien. De meis
jes voeren een nummer met het spring
touw uit. Niets verveelt, niets is te veel,
het wordt een geheel, zoo overtuigend,
zoo grootsch, dat na afloop de bronzen
mannen en vrouwen een ovatie krijgen. Tot
slot een Tuechertans van allen, een frisch
afscheid met een frisch lied als pakkend
slot.
Alweer is het laat geworden en onder
vrij wat minder publieke belangstelling
worden de laatste algemeene vrije oefenin
gen der dames verwerkt. Te ruim half ze
ven Zondagavond kon dr. E. va«n Minden
het slotwoord spreken.
Vermelden we ten slotte nog, dat gedu
rende beide dagen zeer vele autoriteiten
van him belangstelling deden blijken, zoo
merkten wij o.m. op den Gezant van
Duitschland Graaf Zech en mevrouw, wet
houder E. Polak, dr. Schafer, consul van
Duitschland, mr. Judas, consul van Frank
rijk, Comte de Barbeyrac, directeur Office
Commercial de la Rep. Franc, mr. Bechet
lagaatieraad Fransche Gezantschap te Den
Haag, Maetin, vice-presdent van de
Fransche Dames Turnbond. K. H. van
Schagen, Inspecteur van de Lichamelijke
Opvoeding te Amsterdam, Commandant
Arnould van de Ecole Superieure te Join
ville, dr. R. J. Th. Meurer, voorzitter van
den A B.L.O., dr. Hendrix, directeur afd.
Onderwijs Amsterdam en vele anderen.
De uitslagen der verschillende wedstrij
den luiden:
Balletten: 1. Union Sportive des
Cheminots de l'Etat Parijs 98 pnt. 2. Union
Sportive des Trefileries du Havre 87 pnt.
3. Nieuw Brunhilde Leiden 79 pnt. 4.
Compagnie de Sauveteurs de Reims.
Rhythmische dansen: 1. Sim-
son Amsterdam 111 1/2 punt. 2. Union
Sportive des Cheminots de l'Etat Parijs. 3.
Atalanta Rotterdam. 4. Union Sportive
Havre. 5. Compagnie de Sauveteurs de
Reims.
Vierkamp gymnastiek dam e s
1. Simson Amsterdam 390.75. 2. Nieuw-
Brunhilde, Leiden 354.5/6 pnt. 3. Keizer
Otto Naarden. 4. 's-Gravenhage.
Vierkamp gymnastiek hee
ren: 1. 's-Gravenhage, Den Haag 347 1/3
pnt. 2. Pretoria Amsterdam. 3. Thor Arn
hem. 4. Turno Amsterdam. 5. Donar Lei
den.
Gereedschapsoefeningen
naar keuze: dames. 1. Westerkwartier Am
sterdam 1001/2 pnt. 2. 's-Gravenhage. 3.
Turno Amsterdam.
Gereedschapsoefeningen
h. p e r e n: 1. Turno Amsterdam 92 pun
ten. 2. Zeeburg Amsterdam 86 punten.
Vrije ofeningen naar keuze
dames: 1. Simson Amsterdam 108 pun
ten. 2. Trefiliries du Havre 102 1/2 pnt. 3.
Turno Amsterdam. 4. Sheminots Reims. 5.
Atalante Rotterdam.
Wedstrijd vrije oefeninge n
naar keu ze heeren: Turno Am
sterdam 89 punten.
AJtbletiekwedsfcrijden: 100 M.
heeren: 1. Jansen Amstels GV 11,2 sec., 2.
Wildeboer idem 11.4 sec. 3. Jruym Preto
ria. 4. Furth Pretoria. 5. Bonte Donar
Leiden.
100 meter dames: 1. mej. Kuster
Nieuw Brunhilde Leiden 13,1 sec. 2. mej.
De Koek Amstels 13,2 sec., 3. mej. Hooge-
doorn Nieuw Brunhilde Leiden 13.7 sec. 4.
mej. Bakker idem. 5. mej. Bremmer, idem;
6. Mile Demilin Reims.
1500 Meter hardoopen: 1. M. Hoexum
Donar Leiden tijd 4 man, 38,8 sec. 2. L.
Bangma Amstels. 3. G. Kooy Donar Lei
den. 4. P. Jansen Donar Leiden.
4 maal 100 M. éstafette; 1. Hoch
schule I Berlijn 45.9 sec. 2. Hochschule II
46 sec., 9. Amstels GV Amsterdam. 4. Pre
toria Amsterdam.
4 maal 100 M. damesestafette:
1. Nieuw Brunhilde Leiden 54.4 sec. 2.
Hochschule Berlijn 54.5 sec. 3. Thor Arn
hem 54,8 sec. 4. Zeeburg Amsterdam. 5.
Sauveteurs Reims. 6. Trefiliries Le Havre.
ZEILEN
DE ZEILWEDSTRIJDEN TE KIEL.
Zaterdag zijn de wedstrijden te Kiel
voortgezet. In de 12-voetsjollenklasse won
Bob Maas vijf minuten voor no. 2, den
Duitscher Obst; derde was „Plisch", Jan
Maas werd vierde.
SCHAKEN
De match EuweNoteboom.
Gisteren werd te Amsterdam de vijfde par
tij gespeeld tusschen dr. Euwe en Notehoom.
De Amsterdammer won deze partij. Heden
avond wordt de laatste wedstrijd gespeeld.
WIELRENNEN
VAN DE RIJSWIJKSCHE BAAN
Krewer wint den wedstrijd achter groote
motoren.
Voor een flink bezette baan won gisteren te
Rijswijk de Duitscher Krewer den wedstrijd
achter groote motoren om het Gouden Wiel.
In den eersten rit moest hij weliswaar in
Lacquehaye zijn meerdere erkennen, doch in
de beide andere ritten nam hij keurig revan
che, door beide ritten te winnen. Lacquehaye
die eenigszins tegenviel, werd, na zijn succes
in den eersten rit in den tweeden en derden
rit resp. 3e en 2e. De Franschman draaide
zeer soepel en kon ongetwijfeld veel beter.
Op de derde plaats belandde Urago, die
nogal stroef ging. Hij wisselde goede met kwa
de momenten af. Het was met hem: hollen of
stilstaan.
Paillard had zijn dag niet en werd boven
dien in den tweeden rit door een lek bandje
geplaagd.
De Hollander Snoek reed heel wat beter
dan verwacht werd. Weliswaar werd hij laat
ste, doch hij heeft voor den noodigen strijd ge
zorgd. Jammer genoeg kreeg hij in den twee
den rit even voor het einde motorpeoh. In de
zen rit was hij ongetwijfeld minstens derde
geworden. In den derden rit reed hij achter
een reservegangmaker en reed toen uitstekend
Het programma werd aangevuld met een
sprintwedstrijd, waarvan de finale door Piet
Leene netjes in 13 2/5 sec. gewonnen werd.
De sprinters-ontmoeting AmsterdamDen
Haag leverde een geringe zege der Hagenaars
op, daar die bij evenveel punten viermaal eer
ste waren tegen Amsterdam tweemaal.
Wals wist in den 10 K.M.-rit een halve ron
de uit te loopen en daardoor op fraaie wijze
te winnen.
Bij een valpartij werd de Hartog (Beemster)
vrij ernstig aan het gelaat gewond.
De uitslagen waren als volgt:
Sprintwedstrijd voor amateurs en onafhan-
kelijken (finale): 1. P. Leene 13 2/5 sec., laat
ste 200 M.; 2, Wals, 1/4 wiel; 3. Vreeswijk; 4.
van Egmond.
Sprintmatch a trois AmsterdamDen Haag:
Totaaluitslag: 1. Den Haag met B. Leene, v.
d Heuvel en v. d. Leur, 18 p. (4 x 1). 2 Am
sterdam met v. d. Linde, Steenbergen en B.
van Dijk 18 p. (2 x 1). Persoonlijk was het
resultaat: 1. v. d. Leur 4 p., 2. Leene 5 p.; 3.
v. d. Linden; B. van Dijk en van Steenbergen
elk 6 p.; 6. v. d. Heuvel 9 pt.
10 K.M. voor amateurs en onafhankeli jken
(persoonlijk). 1. Wals in 13 min. 47 3/5 sec.
eu een halve ronde voorsprong. 2. KL van
Nek; 3. Alkemade; 4. van Egmond.
Stayerswedstrijd over 30.30 en 40 K.M. le
rit 30 K.M.: 1. Lacquehaye 24 min. 29 3'5 sec.
2. Krewer op 50 M. 3. Urago op 240 M. 4. Pail
lard op 360 M. 5. Snoek op 380 M.
2e rit 30 K.M.: 1. Krewer 24 min. 56 1'5 sec.
2. Uurago op 260 M. 3. Lacquehaye op 270
M. 4. Paillard op 1 ronde 280 M. (pech). 5.
Snoek op 5 ronden (pech).
3e rit, 40 K.M.: 1. Krewer 33 min. 38 1/5 s.
2. Lacquehaye op 0 Meter. 3. Urago op 60 M.
4. Snoek op 300 Meter .5. Paillard op 350 Me
ter.
Totaal: 1. Krewer 4 p. 2. Lacquehaye 6 p.
3. Urago 8 p. 4. Paillard 13 p. 5. Snoek 14 p.
DE TOUR DE FRANCE.
Zaterdagmorgen half 10 vertrokken 69
deelnemers voor de vijfde étappe van de
Tour de France VannesLes Sables, een
afstand van 202 K.M. Eerste was de
Franschman Charles Pelissier met een
tijd van 6 uur 36 minuten, 49 seconden, ge
volgd door Ant. Magne (Fr.), 3. Bulla (O.)
4. Di Pacco (It-), 5. Demuysere (België),
allen met dezelfden tijd.
Gisteren werd de ze-sde etappe Les
Sa-bleaBordeaux (338 K.M.) verreden.
De uitslag was:
1. Hamerlynck, België, 10 uur 46 min., 20
sec-, Gem. uursmelheid 31 377 K.M.
2. Leducq zelfde tijd. 3. Battesmd. 4. di
Pooa. 5. Siegel. 6. A. Magne. 7. Verwaeke.
Volgen ex aequo. 30 amideren iin allen den-
zelfden tijd als no. 1.
Algemeen klassement: 1. Pélisier (Frank
rijk); 2 di Paco (Italië); 3 A. Magne (Frank
rijk); 4 Bux (Duitschland); 5 Reby (België);
6 Me-t-ze (Duitöchlaindi); 7 God'inat (Frank
rijk enz.
PAARDENSPORT
COURSES OP DUINDIGT.
De uitslagen van Je gisteren op Duindigt
gehouden rennen en draverijen luiden:
Fidelioprijs (Prijzendraverij 4e klasse over
1570 Meter): 1. Tamboer, eig. A. de Vlieger;
2. Uranie van Duindal, eig. A. Commijs
Faustprijs (ren op ed vlakke baan over 1350
Meter): 1. Maelstrom, eig. Stal Hippos; 2.
Theocrite, eig. H. C. Lintvelt.
Fontaineprijs (prijzendraverij 2de en 3de
klasse over 2090 Meter): 1. Oakland Baron B,
eig. E. G. in 't Veen; 2. Numas M, eig. P. v. d.
Knoop.
Eerste heerrijders-ren (ren op de vlakke
baan over 1600 Meter): dead heat tusschen:
Avelin, eig. D. Siem Jr., Tracy, eig. Stal Sport
man.
Flambeauprijs (handicap, heat 1ste klasse
ever 1690 Meter): 1. Rabenhaupt, eig. H. v.
Zalinge; 2. Begonia, eig. L. J. Eikhuizen.
Figaroprijs (verkoopsren op de vlakke baan
over 2600 Meter): 1. Hellebore, eig. W.
Jochems; 2. Milo, Stal Sportman.
LUCHTVAART
Luchtschipverbinding met Ned.-lndië.
Een vertegenwoordiger va.n het. Perebu
reau Vaz-Dias had een onderhoi»d mei den
heer G. B. J. Sorgdrager, inspecteur van
de Maatschappij „Nederland*", d^e met kapi
tein H. G. J. ter Marsch den jongs ten tocht
van de Zeppelin naar IJslamd meemaakte
namens het. Syndicaait voor de Lucht ver bin
ding met Inidië.
De heer Sorgdrager, die zeer opgetogen
was over den tocht, verklaarde in zijn rap
port, dat hij aan het syndicaat zal uitbren
gen in geen enkel opzicht te willen vooruit
loopen. Hij achtte de exploitatie van een
luchtschipverbinding met Inddë duur en
zoo voegde hij er bij er is niemand die
op het oogenblik kan zeggen: We gaan het
doen" of „We gaan het niet doen. De situ-
die van dit onderwerp verkeert daarvoor
nog veel te veed in het beginstadium. Vast
omlijnde plannen heeft, het syndicaat nog
niet. Natuurlijk zal moeten worden bestu
deerd weük soort havens vaste of drijvende,
zullen dienen te worden ingericht- Bij den
Bodensee is indertijd een proef genomen met
een drij venden hal doch deze was te las
tig. Ln den oorlogstijd stond een draaibare
hal op het land- Maar dit heeft weer firnan-
cieele bezwaren. Of dr. Eckener eerstdaags
Nederland zal bezoeken om besprekingen
te voeren kon de heer Sorgdnager niet me-
dedeelen. Het schip zad in de eerstvolgende
maanden een groot aantal tochten met pas
sagiers maken. Een daarvan zal zich waar
schijnlijk uitstrekken tot Brazilië. De heer
Sorgdrager wees er nogmaals op, dat hij
den tocht had gemaakt, om indrukken op te
doen, op plannen en cijfers wenschte hij
niet vooruit te loopen.
LETTEREN EN KUNST
HET NATIONALE VOLKSLIED DER
VERSCHILLENDE LANDEN.
Wat is eigenlijk een volkslied? Onder een
volkslied verstaat men een gezongen ge
dicht, dat in alle lagen der bevolking be
kend en geliefd is. Niet zelden is de dich
ter van een volkslied onbekend, daar deze
veelal hun verzen niet maakten om hun
naam bekend te zien. Van de verschillende
soorten van volksliederen wil'en wij in dit
artikel enkel iets mededeelen over de nati
onale volksliederen. Het volkslied, bedoeld
in den zin van nationalen hymne, wordt
niet door het geheele volk gezamenlijk ge
schapen, maar ontstaat onder het volk uit
een zekere mentaliteit. Onder ,Volk" ver
staan wij hier allen, die een gemeenschap
pelijk belang hebben. Het volkslied wordt
geschapen door een enkeling en nogezon-
gen door allen, die daarin iets vinden, dat
ook hen beweegt. Vanze'f sprekend wijzigt
zich langzamerhand bij dit nazingen de me
lodie en het rhythme en worden deze aan
het natuurlijke muziekfeest aangepast.
Wilhelmus.
Nederland kan zich er op beroemen twee
volksliederen te hebben, n.l. het Wilhel
mus en het Wien Neerlandsch Bloed. Al
gemeen wordt aangenomen, dat de dichter
van het Wilhelmus is Marnix van St. Alde-
gonde, die het geschreven zou hebben ter
gelegenheid van het vertrek van Prins Wil
lem van Oranje uit de Nederlanden om
streeks 1572. In de laatste jaren vooral is
is om het Wilhelmus heel wat strijd ge
voerd. Niet alleen om den tekst, maar ook
om de melodie. Het zal iedereen wel eens
zijn opgevallen, dat de orkesten, die bij
feestelijke gelegenheden het Wilhelmus
spelen dit steeds anders doen, dan dat. het
gezongen wordt. Om hierin eenheid te bren
gen heeft de directeur der Kon. Militaire
Kapel C. L. Boer, het Wilhelmus opnieuw
getoonzet, welke melodie thans door alle
militaire muziekkorpsen bij plechtigheden
van militairen aard wordt ten gehoore ge
bracht. Vele particuliere corpsen zijn er
eveneens toe overgegaan de zetting van
Louis Boer te gebruiken. Dat de plechtige
koraal van het Wilhelmus eens als dansmu
ziek heeft dienst gedaan, zal wel niet velen
bekend zijn. In de Kon. Bibliotheek van
Den Haag bevindt zich een dagboek van
een zekeren Jan de Boer uit de jaren 1747
en 1748. Op Zondag 7 Mei 1747 vinden wij
vermeld, dat genoemde Jan de Boer dien
dag omstreeks 's avonds elf uur op de stoep
van zijn huis te Amsterdam een pijp zat
te rooken. Hij zelf vertelt hierover als
volgt:".als wanneer ik merkten, dat mijne
gebuurtiens alle in een weergalooze vro
lijke humeur waren, ging ik stil en zonder
dat het ymand merkten in mijn huys, stel
den mijn iolons en quam hiermede weder
stil op de stoep, dewelke 7 tree van de
grond hoog is, en speelde de van ouds be
kende Wilhelmus van nassauwen; waarop
mijn gebuurtjens alle zoo oud als jonk van
vreugde opsprongen en begonnen te dan
sen; deze vois drie maal gerepeteerd heb
bende was die volgens de dansregelen uit;
al&an verzogten se mij om een andere dans
te spelen; zegigende: ter deser tijt. niet an
ders te willen spelen als Wilhelmus van
nasouwen. Waarom ik dit gedenke was, dat
twee stokoude wijfjes, yder meer als seven-
tig jaar halende, mede aan den dans ge
raakten en dansten de deun van Wilhelmus
volkomen met drie repetitiën uit."
Wien Neerlarvds bloed.
Onze tweede nationale hymne, het Wien
Neerlands Bloed, dateert van 1815 en danken
wij aan den dichter Tollens. In 1815 werd
op verzoek van luitenant-admiraal van
Kinsbergen door de Mij. tot Nu-t van het
Algemeen een prijsvraag uitgeschreven
voor het dichten en daarna voor de com
positie van een nieuwe Nederla nd sche na
tionale hymne. De kosten van dezen prijs
vraag werden door van Kinsbergen gedra
gen. Uit de binnengekomen antwoorden
werden een tweetal teksten bekroond, njn.
die van Tollens (Wien Neerlands Bloed)
en van Brandt van Ca bouw. (Wij leven vrij).
De twee bekroonde liederen werden ge
toonzet door J. W. Willems, een Duitscher,
die zich op 19-jangen leeftijd te Amster
dam had gevestigd. Met de oompositie van
deze liederefi verdiende hij drie honderd
gulden, terwijl hij tevens benoemd werd
tot lid van het Kon. Ned Instituut. Over
de innerlijke waarde van het Wien Neer-
landsche Bloed is vooral in de latere jaren
reeds heel wat strijd gevoerd. Dc diohb-
woorden van Tollens werden hierbij in vele
gevallen aan een felle critiek onderworpen.
Het is da-n ook niet te verwonderen, dat
thans vrij algemeen het Wilhe mus, dat on
getwijfeld tot een der fraaiste nationale
volksliederen ter wereld behoort, weder het
meest bij officieele gelegenheden gezongen
wordt.
BrabanQonne.
De Belgische Nationa'e hymne, de Bra-
banqonne werd geboren in het jaar van de
omwenteling 1830. De dichter ervan was de
acteur Jenneval, wien eigenlijke naam
Alexandre Dechet luidde, terwijl Fran
cois van Csmpenhout de melodie geschre
ven heeft. De oorspronkelijke woorden, wel
ke sterk anti-Nederlandsch waren werden
in 1860 geschrapt en vervangen door een
nieuwen tekst, welke meer gematigd was
van Cliarles de Rogier. Eenige jaren geleden
werd in België door een zekere groep der
bevolking een actie gevoerd om het Belgi
sche volkslied te wijzigen in den oorspron-
kolijken tekst. De Belgische regeering voel
de voor dit plan echter niet, daar dit geen
verbetering zou beteekenen voor de Neder
landBelgische betrekkingen. Wel gaf
de regeering opdracht de Brabangonne,
welke door het Belgische voLk zoo goed als
niet wordt gezongen, zingbaar te maken.
Hiertoe zette zich twee militairen, een re-
giments-arts en een kapelmeester, aan het
werk. De door hen gewijzigde muziek werd
eenmaal uitgevoerd te Doornik, tijdens een
Fransoh-Belgisch feest, doch daarbij is het
gebleven. Te Brussel werd verleden jaar
November oen monument onthuld voor de
Brabangonne.
Marseillaise.
De beroemde Marseillaise, het volkslied
der Fransche Republiek, werd gedicht en
gecomponeerd door Rouget de Lisle, een
genie-officier bij het garnizoen te Straats
burg, in de dagen der Revolutie. Als men
©en bezoek brengt aan Straatsburg, de
stad, welke zoo vol ia van historische her
inneringen, zal men op de place Broglio
tegenover een rij van mondaine café's een
klein huisje opmerken, waarvan de oude
bouwstijl onaangetast is gebleven. Een op
schrift in den gevel vermeldt, dat in dit
huis, hetwelk toentertijd bewoond werd
door den burgemeester Frédéric Dietrich-,*
Rouget de Lisle voor het eerst de Marseil
laise zong op 26 April 1792. Het was ook
op aansporing van den maire van Straats
burg geweest, dat de genie-officier, die als
een uitstekend musicus bekend stond, het
patriottische lied vervaardigde. De krijgs-
man-dichter-componist had zijn schepping
den naam gegeven van „Chant de guerre do
l'armée du Rhin". De Parijzenaars hoorden
het lied echter voor het eerst, toen hot
werd gezongen door het regiment der gefe-
dereerden uit Marseille, die het als krijgs
zang aanhieven. De Parijzenaars noemden
het daarom „La Marseillaise", en reods
van oudsher legde in Frankrijk de hoofd
stad haar wil op aan het geheele lancl
dien naam bleef het behouden, den uitdrule
kdijken wensch van Rouget de Lisle ten
spijt. De dichter-componist, die in den El-
zas was gebleven, wist zelf niets van do
triomf zijner compositie. Zijn vijanden wis
ten hem van verraad te beschuldigen, zoo
dat hij van het commando werd ontkeven
en te Parijs in de gevangenis geworpen.
Pas na den val van Robespierre werd hij
bevrijd. Nog steeds was de Marseillaise het
nationale lied en ket revolutionnaire be
wind meende dat de schepper ervan oen
groote belooning verdiende, waarom men
Rouget in zijn rang herstelde. Het geluk
diende hem echter niet in zijn verdere le
ven. Rouget de Lisle overleed in een scha
mele herberg op 26 Juni 1836. Men verhaalt,
dat toevalligerwijze, toen hij de oogen voor
altoos zou sluiten, buiten op straat eenige
recruten „Allons enfants de la patrie" aan
hieven. De stervende lichtte even de oogen
op en stierf in de overtuiging, dat zijn zang
hem zou overleven. Onlangs heeft men te
Londen in een openbare veiling het ma
nuscript van La Marseillaise voor den prijs
van 170 pond verkocht. Het manuscript be
hoorde aan een houthandelaar te Brivö, die
het had geërfd van oen zijner voorvaderen,
een officier, Lafont geheeten. Deze had het
eertijds op zijn beurt gekregen van den
toenmaligen inaire van Straatsburg, Diet
rich.
Deutschland über alles.
In Duitschland gold voor 1866 het lied:
„Das ist des Deutschcn Vaterland" als de
nationale hymne. Dit vers is in 1813 ge
dicht door Ernst Moritz Arnodt en in 1S23
door Gustav Reichardt gecomponeerd. Bij
het uitbreken van den Fransch-Duitschen
oorlog werd algemeen „Die Wacht am
Rhein" als Duitsch volkslied gezongen en
langen tijd is dit zoo gebleven. Na don
val van het keizerrijk wordt algemeen het
„Deutschland über alles" als nationale hym
ne beschouwd. Het is gedicht door Hoff
mann von Fallersleben in het jaar 1841.
Deze woonde toen op de uiterste grens van
het Duitsohe taalgebied, het eiland Helgo
land, dat toentertijd nog oen Engelsche be
zitting was. De uitgever Julius Campe, een
vriend van Hoffmann von Fallersleben,
heeft een niet gering aandeel in de wor
dingsgeschiedenis van dit lied gehad. De
twee vrienden wandelden op den avond
van den 29en Augustus 1841 tezamen langs
het strand van Helgoland, toen von Fal
lersleben vertelde, dat hij een lied had ge
maakt. „Als je het hebben wilt, kost het jc
vier Louis d'Or", zei hij tot den uitgever
Camp. In den gehoorzaal las de dichter