ONZE KAPSELS.
We moeten er niet naar trachten er
zoo ,,lief" mogelijk uit te zien, maar
we moeten ons eigen individueele type
tot z'n recht laten komen.
Om een zacht, meisjes-achtig effect
te bereiken, dragen vele vrouwen al
tijd zorgvuldig het traditioneele lokje
op het voorhoofd, 't Is waar, u ziet er
popperig-snoezig mee uit, maar wilt u
er niet liever eens wat persoonlijker
uitzien?
Strijk dat haarlokje nu eens weg en
kam uw haar achterover. Hoe staat u
dat?
Of leg een scheiding in 't midden en
krul de punten naar binnen om.
Nu ziet u er niet meer zoo „snoe
perig" uit, maar veel interessanter!
De zorg van de vrouw, moet niet
uitsluitend zijn om er' jong en lief uit
te zien, maar om onszelf te zijn in klee
ding en haardracht.
Zie er liever intelligent, dan „lief"
uit.
Haar verandert de expressie van uw
gezicht meer dan wat dan ook. Als uw
voorhoofd niet abnormaal hoog is.
moet ge het glad houden
En dan niet die volmaakt geondu-
leerde haren. Wat gaat dat op den
duur tegenstaan! Geen grooter vijand
van onze originaliteit, dan die stomp
zinnige, geliikmatige golfjes; het leidt
den aandacht af van het sprekendste
gezicht en maakt dit onbeduidend.
Vele vrouwen vergeten, dat ze geen
étalage-poppen ziin, maar levende we
zens met hart en verstand.
Wees dan U-zelf en iaat uw kapsel
en uw k1eedin<? een omlijsting ziin van
U-zelf. dan zult ge een zeer persoon
lijken en origineelen indruk maken.
Béa
BRUIDSTOILETTEN.
Het bruidstoilet is weer in eere her
steld. Dat klinkt menigeen misschien
vreemd in de ooren, want bruidstoilet
ten werden er toch altijd gedragen en
er viel menig chique en zeer apart
toilet te bewonderen. En toch. Ik blijf
bij mijn uitspraak: het bruidstoilet is in
eere hersteld. Er werden wel bruids
toiletten gedragen en men zag ook
bruidsmeisjes, maar het romantische,
idylische toilet van de bruid-van-alle-
tijden, zie dat werd gemist. En nu is
het er weer.
Er zijn weer bruiden met feeën-lange
sleepen, met „gouden" muiltjes en een
wolk van kant en tulle, waarin zij als
het ware schuil gaaner zijn weer
bruidsmeisjes en jonkers in het Bie-
dermeijer-genre; de romantiek van
vroegere tijden omzweeft hen
Het toilet van de bruid wordt van
soepele zijden-stof gemaakt en de
sluier moet daarmee geheel in overeen
stemming zijn. Ivoor- en elpenbeen-
kleuren zijn „en voque". Deze kleuren
geven iets zeer gedistingeerds en
warms aan het costuum.
De sluier is van voren tot aan de
borst reikend, van achteren lang
afhangend. De contouren zijn versierd
met fraaie stiksels en een met parels
bestikt kapje bevestigt hem op het
hoofd. Bij de toiletjes der bruidsmeis
jes streeft men niet zoo zeer meer
naar eenheid van kleur. Wel wordt er
rekening gehouden dat de kleuren
geen schrille contrasten vormen, maar
een overgang van tinten is juist gewild;
echter wordt er wel gestreefd naar
eenheid van vorm en snit.
Bij de toiletten zonder mouwen of
met korte mouwtjes, doen de zeer
lange handschoenen weer opgeld.
INA.
DE GEKLEEDE HOED.
ZOMER-MODE.
Voor hoog-zomer, in de dagen der
vacantie, zien we voor bosch en strand
op het water of voor de autotocht, de
gezelligste en leukste zomertoiletjes
dragen, waarin we ons in harmonie
voelen met de natuur en met de stem
ming van luchtige blijheid, waarin we
verkeeren. Voor het strand en bosch
zijn er de gezellige japonnetjes van ge
bloemde voile en zijden crêpes en vele
indanthrenstoffen. Voor het boot
tochtje komen meer de sportieve jum
per-pakjes in aanmerking. Ze bestaan
uit een ruim rokje van dunne, wollen
stof en een jumper of pull-over van
dezelfde of tegenstellende kleur. De
autotocht vraagt een costuumpje van
meer neutrale kleur, waardoor de stof,
die men onderweg allicht opdoet, min
der gezien wordt.
De mantels zijn meestal van tweed
in dunne, wollen weefsels. Zij worden
minstens even lang gedragen als de
Een groote lichtbruin zijden hoed
met ingeknepen vouwen in den rand,
versierd met een bladmotief: aldus de
mode voor de zonnige dagen, die we
hopen, dat er dezen zomer vele zullen
zijn.
japon, die men bij het maken van een
tochtje aan heeft.
No. 608 is een mantel van donker
grijze tweed met hoogopstaande kraag
en smalle revers, op de heup bewerkt
met punten, waaronder een diepe stolp
plooi naar beneden valt. De mantel
sluit met één knoop.
No. 609 is eveneens van tweed, doch
van een licht beige kleur met een
werkje. Ook deze mantel is heel een
voudig en maakt zeer slank. Een licht
zomerbont beschut hoog opstaand de
dames voor het koude vatten. De re
vers loopen tot aan het middel. De zak
bestaat uit twee deelen, die over elkaar
heen slaan en met een knoop sluiten.
De manchet geeft ditzelfde idee aan.
Een smalle ceintuur wordt op dezen
mantel gedragen en valt juist op den
knoop, waarmee de mantel wordt ge
sloten. Onder den zak springt 'n diepe
plooi uit, wat bij het loopen zeer sier
lijk staat.
LILY.
gedraaf is er. Niets gezellig, integen
deel! En als het eten is opgediend en
allen aan tafel zitten verhoogt geen
prettig gesprek, waar allen aan deel
kunnen nemen, de gezelligheid. De een
na den ander staat zoo vlug mogelijk
op en gaat weer weg naar zijn eigen
atmosfeer, naar zijn eigen belangen.
En moeten de kinderen uit zulk een
gezin later met warmte terugdenken
aan hun gezellig tehuis?
KLEUREN IN ONZE KAMERS.
Kleuren doen veel, o, zoo veel in
het leven. Zonnige, warme kleuren
geven vreugde en blijheid. Het kiezen
van kleuren is een zaak van het groot
ste gewicht bij de inrichting van Uw
woning.
Goud-kleur en oranje, appel-groen
en bruine kleuren geven wondere
effecten.
Het houtwerk van de kamers moet
passen bij de kleur van Uw meubels,
dus wanneer ge daarvoor een niet te
lichte, maar warm-aandoende kleur
verf kiest, kan elk meubelstuk daar
tegen worden neergezet en zal het
houtwerk een warme achtergrond vor
men. Ditzelfde geld voor het behangsel
van Uw kamer. Kies nooit te schelle,
lichte kleuren. Dat doet onrustig en
vermoeiend aan. Is Uw kamer laag en
klein, plaat dan een grooten spiegel
tegenover een venster, waarvoor ge
een dun vroolijk-gekleurd gordijn hebt
gehangen. Het zal Uw kamer grooter
en lichter maken. Een lage kamer
vraagt om een gestreept behang van
tamelijk lichte kleur, een hooge kamer
doet aardiger met een behang van
effen, warm-beige of bruine kleur.
Tapijt, tafelkleed en divankleed
moeten zooveel mogelijk in harmo-
nieerende kleuren gehouden worden.
Al te schelle contrasten hierin zullen
de kamer minder fijn en minder rustig
maken. Eenig verschil in kleur en
patroon is echter wel geoorloofd en
veelal te prefereeren boven een gelijk
matig terugkeeren van hetzelfde
patroon in ieder onderdeel der kamer-
stoffeering.
TINY.
GEZELLIGE DAG-VER DEELING.
„Gezelligheid kent geen tijd", dit is
een spreekwoord, dat we allen goed
kunnen aanvoelen. We weten hoe de
tijd voortsnelt als we ons bevinden
waar er een echte prettige sfeer van
gezelligheid is. Ja, gezelligheid, daar
houden wij van; daar zijn wij, Hollan
ders voor bekend. De echte ronde ge
zelligheid, die nauw verwand was aan
de intieme huiselijkheid, is beroemd en
spreekwoordelijk geworden.
Is dat in onze dagen nog zoo?
Helaas! veel heeft de huiselijke ge
zelligheid ingeboet door de sportbewe-
ging, de bioscopen en de vele amuse
menten buitenshuis.
Storend en belemmerend zijn deze
factoren voor de huiselijke gezelligheid
en het schijnt wel, dat die heele sfeer
van gezelligheid gaat ontbreken, want,
laten wij den dag maar eens langs gaan
en beginnen met het' ontbijt. Wat een
verkeerde gewoonte om maar binnen te
komen vallen als je toevallig klaar bent
met aankleeden! Welk een haast wordt
er gemaakt met het naar binnen wer
ken van een paar boterhammen, een
kopje thee. Natuurlijk 't is het oude
liedje: op het nippertje opgestaan en
nu jachten om niet te laat te komen
op kantoor of school.
Hoeveel prettiger zou het zijn den
dag te beginnen gezamenlijk aan een
fleurig gedekte tafel, waarvan ieder
voldoende gebruikt om daarna in be
haaglijke stemming aan zijn werk te
gaan. En dan weer het uur van middag
malen! Moeder is gejaagd: 't eten is
nog niet klaar en de kinderen willen
weer vroeg weg om nog wat buiten te
kunnen spelen of om een vriendje of
vriendinnetje te kunnen afhalen. Er
wordt op aangedrongen om met eten
te beginnen, wat een onrust, gehol en
VACANTIE-KLEED1NG.
Heerlijk is het, als we met vacantie
buiten zijn en een behoorlijk stel japon
nen bezitten, waarin we ons gemakke
lijk kunnen bewegen en die toch flat
teus en jeugdig staan!
Er is keuze te over. Allerlei model-
'en zijn er, waaruit we naar hartelust
kunnen kiezen. Modellen voor zeer
.slanke dennen", voor „goed-gepropor-
tionneerden" en voor bepaald „zware"
figuren, allen even fleurig en gracieus,
mits ze met zorg en den vereischten
maak gekozen worden.
De mouwen en halsgarneeringen ge
nieten de volle belangstelling van de
mode-wereld. Opvallend hoeveel werk
daarvan gemaakt wordt. De geheel
mouwlooze japon van het vorige sei-
'oen is vrijwel verdwenen; in plaats
daarvan worden nu veel schouder-
pauletten gedragen en gedrapeerde
•shawls, welke rondom den schouder
worden gelegd. Ook korte mouwtjes
worden gezien, aardige mouwtjes, die
vaak met een strookje afgewerkt wor
den. Te kust en te keur zijn de stoffen
voor een zomerjurk, zóó verscheiden
en zóó spot goedkoop, dat ieder onzer
wel één of twee extra jurken kan aan
schaffen en wie juist dit jaar erg zui
nig wou zijn, wordt daar wel van terug
gehouden en gedwongen tot koopen,
daar de .japonnen van verleden jaar
veel te kort zijn. Toch valt er nog wel,
met een handigheid en een zekere flair
van een oud jurkje een modern type
te maken. Een bijkomend stofje toe
gepast op een oude jurk, om deze te
erlengen en van korte mouwtjes te
voorzien, kan echter zulk een japon
werkelijk een geheel nieuw aspect ge
ven. 't Gaat maar om den goeden inval
en het verheugende resultaat! Niet
ieder kan zich de weelde permitteeren
van een kast vol nieuwe japonnen, de
minder gesitueerden moeten dan maar
„slim" zijn, al zijn ze financieel niet
sterk.
De teekening No. 606 laat U een ja
pon zien van bedrukte voile in groen
zwart. We zien hier de mouw bestaan
uit een bovenstuk, onder den elleboog
twee ruime strooken en daaronder de
nauw aansluitende manchette. Deze
strookjes, even brefed als aan den
mouw vinden we ook terug vlak onder
de taille, over de heupen vallende,
OUDERWETSCHE HUIZEN EN
MODERNE INTERIEURS.
Het is merkwaardig, dat het uiterlijk
van een huis geen enkele aanwijzing
behoeft te zijn voor het inwendige. Dat
is tenminste heden ten dage zoo, vroe
ger was men dienaangaande een andere
meening toegedaan. Was een huis in
ouden stijl gebouwd, dan hield men
daarmede rekening met het inrichten
van het interieur en werd alles in dien
stijl toegepast. Dat geeft zeer zeker
een voornaam cachet en de oude pa
triciërs-huizen getuigden dan ook van
een deftigheid, waaraan geen middelen
ontzien waren om deze te verhoogen.
Thans is dit geheel anders. Het uit
wendige van een huis mag geheel ver
schillen met het inwendige; een oude
gevel doet geenszins een ouderwetsche
meubileering veronderstellen; een mo
dern gebouwd huis en vooral een mo
dern landhuis echter doet dit wel. En
dit kan ook haast niet anders. Wij kun
nen ons moeilijk voorstellen, dat achter
de muren van een in modernen stijl
opgetrokken villatje zware, ouderwet
sche meubelen staan droomen van
vroeger dagen. Neen, die tegenstelling
is te groot en daarbij niet logisch. Een
modern villatje of landhuis is aange
wezen om te dienen als verblijf voor
modern comfort, naar moderne opvat
tingen.
Willen we een modern interieur
scheppen in een huis van ouden stijl
dan kunnen we slagen. Betimmeringen
kunnen veel doen, het inbouwen van
meubelen, daar, waar lastige hoéken
en nissen zijn weg te werken, wordt
veel aangewend.
In een ouderwetsche hall kan een
moderne hall-tafel, met één rechten
kant, die tegen den muur geplaatst
wordt, goede diensten bewijzen om een
nieuw tintje aan het vertrek te geven.
Een tinnen pul met wat versche bloe
men op deze tafel, verhoogt het aspect.
Boven de tafel is een ovalen spiegel
met nikkelen of koperen randen, een
groote aanwinst. Een bonte mat, liefst
met sprekende kleuren doorweven,
wanneer de hall donker is, completeert
dit vertrek. Een of twee sjoelen kan
men er plaatsen, doch noodig is dit
niet. Aardiger dan stoelen staat een
bank, overvloedig met kussens belegd
en zóó geplaatst, dat het een knus, in
tiem zitje wordt.
Een volgende maal spreek ik U over
de moderne huiskamer van een ouder-
wetsch huis en zal U daarbij eenige
ideeën aan de hand doen.
ANGèLE.
doch ze laten het voorpand vrij. De
lange rok valt met vele klokken naar
beneden. De hals is afgewerkt met een
wit zijden bies, eindigende in lange
slippen van de voile afgezet met de
wit zijden bies. Een smal ceintuurtje
van soepel leer wordt om het middel
gedragen.
No. 607 is eveneens een voile japon
van donkerder tinten. Het lijfje is ge
heel glad evenals de mouw. De hals is
met een kraagje afgewerkt, waaronder
een klein strikje valt. De rok bestaat
uit twee strooken, waarvan de bovenste
ruim klokkende strook even onder de
heup komt en de tweede strook tot
even boven den enkel. De tweede
strook is veel ruimer dan de bovenste
en eveneens klokkend. Een ceintuurtje
met een gesp van half edelsteen maakt
het geheel af.
FRIX.