KALENDER DER WEEK Financiën en Economie ZATERDAG 6 JUNI 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 Inktkookers, schyfgery en stoelen hard gesmeten, De schrick sloeg m' om het lyf, ick wil het heusch wel weten. Gedenck eens, welck een schrick myn slaeprigh hart beving, Myn hair dat rees te bergh en aen een yeder hing Een druppel nats: het zweet begon my uyt te brecken. Myn lyf werd kil als ys. Ick wou en kon niet spreecken. 't Bedaerde laugzaem, de vergaederingh ging door, Ick bracht het plan-Dudok, ma er niemant stemde voor. Toen schoot ick uyt myn droom en opende myn oogen, Ick voelde my beangst en in mijn hoop Vernietigd is myn hoop, het zij u niet verheeld, Dat is het datme steurt en in de zinnen speelt. AREND GOSLINGA. Hy is verbouwereert. GOZEWYN TEPE. Ick zie het ook, dat is-ie. BADELOCH BAKHUYZEN. filechts een hoop heb ick nogh en dat is de oommissie, Die ick heb voorgesteld. Dat spaert ons Veder tyt, Missohien raeck ick dan ooc-k dit schrickbeeld weder kwyt. AREND GOSLINGA. Kom, gord u tot den stryd, nogh is er niets verloren, Zy zullen straks van my ook nogh een woordje hoor en. Wy wercken oock voor 't heyl van onze goede sbadt, En zullen 't blyven doen, ter dood toe afgemat. REY VAN BURGERS. VYaer werd oprechter trouw Dan tusschen jullie nou Ter weereld oit gevonden? Het is hartroerend als ick zie De burgervader vast verbonden Met d' and're drie. Daer zoo de liefde viel Smolt vriendschap ziel met ziel En hart met hart te gader. En zie de houders van de wet, Ze loopen allen achter Vader; Straks komt de pret. VYFDE BEDRYF. EERSTE BURGER. Het spel is aen den gang, zy zyn nu aen het praeten, Er hangt een wolck va-n roock. Wij wachten hier gelaeten, Aen het bordes van 't Nut op ,d' uyt-slag van 't geschil. TWEEDE BURGER. Nou, als je dan nog maer een poosje wachten wil, Want zyn ze aan den gang. kyek maer es door de ruyten, Dan staet hun mond niet stil, dan zyn ze niet te stuyten. 't Gaet in de Raetszael net precies als in de soos: Heeft iemand daer het woord dan houdt hy het een poos. EERSTE BURGER. Wat zien we tegemoet? Hoe zal dit spel beënden. TWEEDE BURGER. 'k Ben doodelyck benieuwd. Dat ick den uytslag kende. EERSTE BURGER, Als die commissie komt, dan zyn we nog niet klaer. TWEEDE BURGER. Dan wachten we opnieuw weer twee en hallef jaer. BODE. Gelief uw luid geroep van woorden wat te remmen, 't Geschil loopt op zjrn end, de heeren gaen aen 't stemmen. TWEEDE BURGER. Hoe zal het met de keus der wyze heeren staen? EERSTE BURGER. 'k Geloof het is geschied, daer komen ze al aen. Hoor toe wat luyd gejuich, wat jubelen en roepen; Zy zyn geagiteerd en wandelen in groepen. Wie ziet er daer zoo bleek? TWEEDE BURGER, Dat, is de opperheer. BADELOCH BAKHUYZEN. Och broeders laetme los. AREND GOSLINGA. Hoe is 't? BADELOCH BAKHUYZEN. 'k En kan niet meer. HOPMAN HUURMAN. 't Is schitterend gegaen, laet luyden alle klokken, Gewonnen is het pleyt en Dudok is vertrokken. BURGERS. Hoera! 't Is aen zyn end! EERSTE BURGER. Hé, broeders hoor je dat? Hier geen sigarenkist, 't karwei is end'lyk plat. HOPMAN HUURMAN. Wy hebben er ook hard en hevig voor gevochten, Maer nu wordt onze stadt geluckig niet gesjochten. DIEDERICK MANDERS. Wat zat die Badeloch daer treurende ter neer Toen d' uytslagh was bekend en Dudok nimmermeer Zich binnen deze streeck zal durven te vertoonen. EERSTE BURGER. Heel Leyden zal uw daad zeer vorstelyck beloonen. Was er weer een commissie op ons dak gestuurt, Da-n had het zeeker nogh een jaer of tien geduurt. TWEEDE BURGER, 't Is sneu voor Badeloch, daer alles loopt verloren. EERSTE BURGER. De liefde voor zyn plan is yeder aengeboren. TWEEDE BURGER. Maer Dudok gaet nu heen en nimmer keert hy weer. EERSTE BURGER. En voor ons Raethuys komt na hem een and're heer. (UYT). In deze „Gijsbrecht" geschreven op Vondel's beroemd dichtwerk toonen wij ons geen vriend van de architectuur- Dudok. De toon en aard van een werk als "dit brengen vele overdrijvingen met zich, die in een dichtstuk nu eenmaal gebezigd wor den en geoorloofd schijnen te zijn en wij I zelf zouden vele meeningen en uitdruk kingen in ernstiger proza niet durven neerschrijven. Het voorstel om ir. Dudok plannen voor den Stadhuisbouw te laten ontwerpen is indertijd uitgegaan van het college van B. en W., dat unaniem in deze was. Deze eensgezindheid schijnt nu niet meer te bestaan, maar omdat hierna niets meer officieel hierover is bekend geworden is dit stuk op deze eensgezindheid geba seerd. Niet alle leden van B. en W. en den Raad treden in dit stuk op, zelfs niet allen, die een meer of minder groote rol bij de discussies hebben gevoerd. De zwij gende rol is een dichterlijke vrijheid,-die aanleiding vindt in een komische tegen stelling, maar die het zij erkend niet met de werkelijkheid overeenstemt. Tr. AFDEELING LEIDEN R. K. DIOC. VROUWENBOND Deze rubriek verschijnt des Zaterdags om de veertien dagen. Brieven, vragen en mededeelingen te richten aan één der redactieleden: Mejuffrouw Jo van der Laan, Rijnsburgerweg 20, Leiden; Zr. 1. van den Abeelen, Willem de Zwijger- laan 25, (Jegstgeest; Mevr. FehmersBoerKnottnerus, Warmonderweg 37. ZATERDAG 6 Juni 1931. Feestdag van St. Bonifacius, medepatroon van het bisdom van Haarlem. Sint Bonifacius, de „Germaansche bal ling", die de duistere wouden van Germanje heeft verlicht met puur-Roomsch, licht, werd omstreeks 6S0 te Kyrton in Engeland gebo ren. Reeds als vijfjarige knaap, werd hij in een naburig klooster ter opvoeding opgeno men. Later verhuisde hij naar het klooster Nhutxelle voor de sudie der hoogere we tenschappen, en werd na volbrachten stu dietijd aangesteld tot leeraar in de kloos terschool. Het zou ons te ver voeren hier een uitvoerige levensbeschrijving te geven van deze ons allen bekende Heilige. Wat voor ons, Hollanders, van zoo groot be lang is, en waar wij den H. Bonifacius zoo onuitsprekelijk dankbaar voor moeten zijn, is de groote apostolische liefde, die Hij toonde voor ons land. Wij noemen Hein de „Friesche" Heilige, maar toentertijd scheid de de Zuiderzee I nesland en Holland nog niet en de geschiedenis leert ons ook, dat Noord- en Zuid-Holland drie jaar lang zijn vruchtbaar arbeidsterrein is geweest, La- ter is hij door Z. H. Paus Gregorius II aan gesteld en gewijd als bisschop van Duitsch- laud. Op drie en zeventig-jarigen leeftijd kwam hij echter weer in ons land terug voornamelijk in Friesland arbeidend. Vele duizenden nam hij door het Doopsel in de H. Kerk op. Dit groot succes wekte den haat van het opperhoofd der oostelijke Friezen. Toen Bonifacius op den 5den Juni 755, bij het gehucht Dokkum den neophie- ten het Vormsel zou toedienen, werd hij door een woest-aanstormende bende heid-e- nen overvallen en gedood. Met hem ontvin gen nog twaalf mede-apostelen de glorie volle martelarenkroon. OFFICIEELE MEDEDEELINGEN. Op Donderdag 11 Juni a.s. des morgens ten 8 uur zal in de Petruskerk een H. Mis worden opgedragen voor de zielerust van mej. M. Swart, als bestuurslid van de Vcr- eeniging „Hulp in de Huishouding en de Baby", onderaf deeling van den R. K. Vrou wenbond. Op Zondag 14 Juni a.s. des morgens ten 8 uur zal in de Lodewijkskerk voor hare zielerust een H. Mis worden opgedragen vanwege den R. K. Vrouwenbond. Propaganda. Dank zij het ijverig en vol hardend werken der propagandisten wordt het ledental steeds grooter. Toch kan het nog grooter zijn en moet het nog grooter zijn. Er zijn nog vele R. K. vrouwen, die buiten onzen Bond staan. Dat mag niet Geef u daarom, wanneer ge nog geen lid zijt, reeds terstond op, ofwel bij de propa gandisten, wanneer zij u bezoeken. Winterprogram. Welke onderwerpen zmt u graag in den aanstaanden winter behan deld? Wat voor cursussen wensoh u? Waar omtrent hebt u graag een demonstratie? Wie bijzondere verlangens heeft, wie iets weet voor het winterprogram, geve dit op aan mevr. Manders-Vermeulen, Oegstgees- terlaan 12, Tel. 292. Verhuizingen. Vriendelijk verzoek in ge val van verhuizing terstond hiervan kennis te geven bij het bestuur, zoo mogelijk bij de secretaresse, mej. M. M. van der Meer, (Jegstgeest, Nassaulaan 6 of bij de pen- ningmeesteresse, mevr. J. Witte-Hessels, Hoogewoerd 179. Gevonden voorwerpen. Op het jaarfeest van de Propaganda club zijn gevonden een zakdoek en een potlood. Terug te bekomen bij mevr. Wittë-Hesseis. DE VEREERDERS VAN DE HEILIGE I SARA. De Meimaand, waarnaar een ieder ver langend uitziet, om het opnieuw herleven der natuur te kunnen gadeslaan, te genie- ten van kleur en geur, doet de zigeuners van alle landen optrekken naar het ver weerde dorpskerkje Saintes Maries aan de Middellandsche zee, om aan de voeten van de beeltenis der Heilige Sara, hun kaarsen te offeren en Haar hulp in te roepen voor I al hun nooden en behoeften. Van heinde en ver komen de zwervers zonder vaste woon- plaats, gebruind door de zon, gehard door weer en wind, zorgeloos, zonnig, heftig, i met weinig tevreden en toch veeleischend. I De vereering van de Heilige Sara is een vast punt in hun bestaan, de bedevaart naar Saintes Maries, een jaarlijksch teiug- i keerende weloverwogen daad. Luid bidden de, schreeuwende, met veel beweeg van handen en voeten, het gelaat verstard, of fel oplichtend, smeeken ze hun wonder lijke nooden af, ónder het offeren van on telbare waskaarsen. Wie is de heilige Sara Ze moet de dienstmaagd geweest zijn van de Heilige Vrouwen Maria van Jacobus en Maria Salome, die voor twintig eeuwen uit Palestina zijn gevlucht en bij Saintes Ma ries, het,dorp dat naar de Heilige Maria's genoemd is, landden. Trouw heeft Sara haar beide meesteressen gediend, overal met hen medetrekken.de. Haar gebeente, eerst in de 15e eeuw gevonden, is in een glazen sohrijn uitgesteld en trekt vele ver eerders. Op haar feest beginnen de gods dienstplechtigheden al reeds te midder nacht met innige toewijding en groote in teresse meegeleefd en gevolgd door de zwervers en zwerfsters, die zich nauw ver want voelen aan deze heilige zwerfster uit vroeger eeuwen. Na de feestelijkheden die besloten worden met een processie, trekt, jong en oud weder de groote wereld in om tegen de volgende Meimaand, zich weer op te maken, naar dat sohoone land, met een nog schooner doel voor oogen. Z. v. d. A. IS APOLOGIE NOODZAKELIJK VOOR DE VROUW? Aldus het opschrift van het artikel waar mee „Het Sohild" van deze maand opent, en het onderopschrift luidt: „Ja meer dan ooit". Inderdaad, zeker in onze dagen moet de vrouw, moet de moeder haar geloof kennen, door en door, en het tegen moeilijkheden kunnen verdedigen. Wij veroorloven ons eenige gedeelten uit het artikel aan te halen: „Vroeger hebben mannen en vrouwen de wetenschap van God en het Zijne bestu deerd om God. Meer dan vroeger voelt de vrouw van dezen tijd de noodzaak om de wetenschap van God te bestudeeren om wille van haar zelve. Meer dan vroeger is het nu in dezen tijd de hooge plicht der vrouw om Gods wetenschap te bestudee ren terwille van den evennaaste. Er waren tijden, waarin de vrouw zich geen rekenschap gaf van haar gelooven en waarin haar geen rekenschap van haar ge looven gevraagd werd door anderen. Uit de huiskamer haar domein tot voor niet veel jaren geleden trad de vrouw in de openbaarheid. Zij kwam in aanraking met veel, dat haar tot dan toe vreemd was ge weest zijzelf is zich „waarom" gaan vra-'' gener waren anderen, die dezelfde vraag stelden aan haar. Tegenover het nieuwe leven, dat zij ontdekte en dat haar vee! zou schenken, ging zij haar oude bezit op nieuw schatten. Zij ontving rijke gaven en het nieuw-geschonkene werd getoetst. Maar zij ging ook geven en zij leerde de waarde van haar eigen gaven; een schoon, oud, deugdelijk, onvervalscht bezit, hoog van waarde. De mensoh van dezen tijd ziet, hoe de grondslagen wankelen, hoe alles, wat een maal onwrikbaar stond, is gaan verschui ven en verbrokkelen, hoe de ontkenning van ieder gezag leiden moet tot een volsla gen anarchie, de anarchie des geestes De vrouw trad de gemeenschap in. Het zij in fabriek of op atelier, hetzij op kantoor of in de groote magazijnen, hetzij in de gehoorzalen der universiteiten of in de stu diezalen der bibliotheken, hetzij als sociale werkster, hetzij als society woman en in de katholieke vrouw ziet de ongeloovige van dezen tijd de uitzondering in dit ge compliceerde, wrakke stuk geschiedenis, dat wij maken, wijl haar leven gebouwd werd op hechten bodem. „Waarom" wordt haar gevraagd van buiten-af, evengoed als zij 't zioh eenmaal zelf afvroeg. Dan moet zij antwoord kunnen geven. De niet-geloovige, die onderzoekt en tast naar waarheid met zijn subtiele, scherpzinnige onderscheidingen, vraagt „waarom". De scepticus, die de tegenstelling ziet tusschen haar vast gericht leven in een om geving, waar klles wankelt en verschuift, zal haar vragen naar het „waarom" van haar moraal. Er is maar één antwoord; God. De vrouw in het volle leven zal intel lectueel moeten kunnen antwoorden, waar om zijn gelooft, zij zal dat geloof weten schappelijk moeben kunnen verdedigen, de moeilijkheden, die er gemaakt worden, moet zij kennen, om ze te kunnen weerleggen, de vragen, die er gesteld worden, kunnen be antwoorden, de problemen, die er gesteld worden, kunnen begrijpen, doorvoelen vooral, wil zij kunnen geven van de schat, die de hare is. Zij moet kennis hebben van God en Zijn zaak, omwille van den even naaste. Staande in het volle leven, heeft de vrouw geloofskennis noodig. Eéne is er, wie die kennis vóór alles niet ontbreken mag, wijl zij de behoedster is van den mensoh der toekomst, de moeder. Als de crisis van onzekerheid aanbreekt in het leven van den jongen mensch, de tijd, waarin de zware kamp om God gestreden wordt, dan moge de moeder daar zijn om haar jongen of haar meisje bij te staan. Zijn er veel jon gens en meisjes, die in dezen tijd kunnen spreken met moeder, omdat moeder b e- g r ij p t, wat er in hen strijdt om licht? Ik weet niet of er veel is, dat den gou den band van het vertrouwen en de liefde tusschen moeder en kind zóó sterk smeedt als dit oogenblik, wanneer moeder dan in staat is om te begrijpenom bij te staan. Zij moet kennis hebben van de weten schap van God en het Zijne terwille van haar kind". Tot zoover schreef Irma Meyer. Het stukje is het waard door ons, katholieke vrouwen, vooral moeders, goed ter harte te worden genomen. Nog maar al te veel wordt gedacht, dat wat godsdienst en godsdienstkennis betreft het onzen kinde ren in school en catechismus wel zal wor den bijgebracht en wij zelf hot niet zoo precies behoeven te weten. Laten we van dat standpunt, zoo we er nog staan, toch direct afstappen. Op de allereerste plaats heeft het kind noodig, dat z'n ouders hem kunnen helpen als het in moeilijkhe den komt op geestelijk gebied, dat z'n ouders meeleven mot hun tijd, meeleven met. de verschillende stroomingen, die een kinderziel kunnen in beweging brengen. Een exemplaar van den catechismus mag in geen gezin ontbreken, maar een ieder kan zich niet de „Verklaring van den ca techismus" door Potters aanschaffen, hoe wel dit een heerlijk standaardwerk is, om ons geloof te bestudeeren. Met meer aandrang raad ik u aan, zoo de kennis, de verdediging en de verkondi ging van ons geloof u ter harte gaat, een abonnement te nemen op „Het Schild.", 't Is een maandblad en kost slechts 3 's jaars. Proefnummers worden u gaarne gratis toe gezonden door het Propaganda-secretariaat, Oranje Nassaulaan 16 's Hertogenbosoh. De nieuwe jaargang begint 1 Juni. J. F. N.B. In deze week dagelijks Gloria en Credo. Tot en met Donderdag de Prefatie van Kerstmis. Vrijdag en Zaterdag van het H. Hart. Behalve Zaterdag. Kleur. Wit. ZONDAG 7 Juni. Zondag onder het oc taaf van H. Sacramentsdag. Mis: Factus est. 2e gebed v. h. octaaf. Door een voortdurend herhalen van de groote levenslessen, welke de Leeraar der Waarheid, de groote Menschenkenner en Zijne Apostelen hebben naglaten tracht de H. Kerk het door den Geest ingestorte ge nadeleven tot bloei te brengen. Vandaag wijst zij ons op de liefde „het eerste en voornaamste gebed in de Wet". Uit liefde heeft de Heer ons verlost uit den geestelij ken nood en ons geschonken het bovenna tuurlijke zieleleven. (Introitus; Epistel). Om dat leven wil Hij onze Spijze zijn in het Al lerheiligste Sacrament en hoe verlangt Hij, dat wij die Spijze nuttigen (Evangelie). Geven wij gehoor aan die liefdevolle uitnoo- diging door als aanzittenden aan den God- delijke-n liefde ma altijd Zijn huis te vullen. Daar zullen wij genezen worden van onze gebreken (Graduale; AllelujaversOfferto rium). Daar zal ons gebed verhoord wor den: „Wij wilen U voortdurend beminnen o Heer" (Introitus). „Geef ons Uw altijddu rende liefde" (Gebed). Daa-r zullen wij lee- ren beoefenen de zoo heerlijke, daadwerke lijke naastenliefde waartoe de H. Apostel der liefde ons opwekt (Epistel). MAANDAG 8 Juni. Mis v. d. dag onder het octaaf: Cibavit (als op H. Sacraments dag). 2e gebed ter eere van Maria (Conce de); 3e voor Kerk of Paus. DINSDAG 9 Juni. Mis als gisteren. 2e gebed v. d. H.H. Primus en Felicia-nue, Mar telaren; 3e ter eere van Maria. WOENSDAG 10 Juni. Mis als op Maan dag. 2e gebed v. d. H. Margarita; 3e ter eere van Maria. DONDERDAG 11 Juni. Octaafdag van H. Sacramentsdag. Mis: Cibavit. 2e gebed v. d. H. Barnabas, Apostel. SequensLauda Sion. VRIJDAG 12 Juni. Feestdag van het Al lerheiligste Hart van Jesus. Mis: Cogitati- ones. „Met. een eeuwige liefde heeft God ons liefgehad. En daarom heeft God, mensch 'geworden en hangende aan het kruis, ons getrokken in medelijden tot Zijn Goddelijk Hart. En daaróm moeten wij gaan, wij al len, die belast en beladen zijn tot Jesus' H. Hart. Het zal ons een verkwikking zijn. Wij allen moeten als echte kinderen Gods, ons hart, onze wederliefde geven. ZATERDAG 13 Juni. Mis v. d. H.H. Bo- nifatius en Gezellen Martelaren: Sapien- tiam. 5e gebed v. d. H. Antonius van Padua; 3e v. h. H. Hartoctaaf. Kleur: Rood. Te Kyrton in Engeland geboren stak Win- fried, later Bonifatius geheeten, vol zielen ijver naar ons vaderland over en landde te Wijk bij Duurstede in 716. Daar zijn arbeid zonder vrucht bleef, keerde hij naar Enge land terug. Onder gunstiger omstandighe den en met Pauselijke zending predikte Bo nifatius een r>aar jaren later in het land der Germanen. Na den dood van den H. Bis schop Willilbrord nam Bonifatius de zorg op ^ich voor het Utrechtsche Bisdom. Op een vormreis werd hij met zijn gezellen nabij het tegenwoordige Dokkum door een bende heidenen overvallen en gedood den 5en Juni 755. In de kerken der E.E.P.P. Franciscanen: Alles als in bovenstaande kalender, be halve: ZONDAG. 3e gebed v. d. Z. Baptist-a Va- rani, Maagd. MAANDAG. 2e gebed v. d. Z.Z. Pacifius van Cerano en Laurentius van Villa Magna Belijders 3e ter eere van Maria. ZATERDAG. Feestdag v. d. H. Antonius van Padua, Belijder: Mis: In medio. 2e ge bed v. h. H. Hart. Kleur: Wit. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr. Leidsche Expl. Mij. van Onroerende Goederen De Leidsche Exploitatie Maatschappij van Onroerende Goederen bericht de inschrijving tot 15 Juni 1931 op het resteerende gedeelte ad ƒ244.000 der ƒ500.000 5 uitlootbare obligaties in stukken van 1000 en 500 tegen den koers van 100 De coupons vervallen per 1 April en 1 October. Aan het prospectus ontleenen wij het vol gende: Jaarlijks, doch niet vóór 1 April 1932, zal van iedere uitgegeven serie een bedrag van no minaal 4000 worden afgelost a pari. De ven nootschap behoudt zich het recht voor na 1 April 1932 tot versterkte of algeheele aflossing over te gaan. De vennootschap verbindt zich geen meer dere obligatiën uit te geven zoolang de onbe zwaarde waarde van hare onroerende goede ren niet de 500.000 overschrijdt en tot geen hooger bearag dan zesmaal 't geplaatste maat schappelijk kapitaal. Geheel in de lijn van de eerste heeft deze uitgifte plaats tot verkrijging van voldoende middelen ter verdere uitbreiding van het be drijf. Blijkens het bedrijfsoverzicht over de jaren 1918 tot en met 1930, gaat deze uitbreiding rus teloos voort. Het maatschappelijk kapitaal is j uitgebreid en bedraagt geplaatst 772.500. Van de aandeelen is de beursnoteering te Amster- dam verkregen. De gelegenheid tot inschrijving op deze obli gatiën wordt opengsteld ten kantore der maat schappij en ten kantore van de Rotterdamsche Bankvereeniging te Leiden en van de firma Van der Werff en Hubrecht te Amsterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 6