KERKNIEUWS
ZENDBRIEF „QUADRAGESIMO ANNO"
RECHTZAKEN
LAND- EN TUINBOUW
VRIJDAG 5 JUNI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 10
EEN ERNSTIGE WAARSCHUWING
TEGEN HET LICHTVAARDIG
TEEKENEN VAN
CONTRACTEN.
De aflaten van den kruisweg.
Iers hebben in dit geval aan het terrein
den vorm gegeven van een langgexekten
rechthoek (90 x 50 M.), wat in zooverre
wel begrijpelijk is, omdat de situatie op
die plaats daartoe vanzelf leidt, aange
zien de noordwaarts gelegen Israëlietische
begraafplaats uitbouw in die richting be
let, althans in de naast toekomst. Uit de
afmetingen van het terrein leid ik af, dat
dan voor- en zijgevel rechtstreeks aan de
straat zouden komen te leggen, zonder
eenige voorpleinvorming of dergelijke.
Naar mij voorkomt, is zulks voor een vrij
staand raad'huis niet gewenscht. In dit
verband rijst ook de vraag of afgeschei
den van den m. i. minder gelukkig lang-
gerekten vorm de grootte van het
terrein wel voldoende zal zijn.
Doch dit zijn vragen, waarop in de eer
ste plaats# de architect het antwoord zal
dienen te geven, en daarom geef ik uw
College in overweging alsnog omtrent het
onderhavige voorstel nader het advies
van den heer Dudok in te winnen.
Ten slotte merk ik ten aanzien van de
in het voorstel gegeven berekeningen van
de kosten van het terrein op, dat daarbij
nl. vergeten is in aanmerking te brengen
de waarde, welke is toe te kennen aan
het bouwterrein, waarop thans de buiten-
sociëteit „Amicitia" staat, welk terrein
immers volgens het voorstel als bouwter-
xein zou worden opgeheven.
Ook leggen de voorstellers een brief van
den architect Dudok aan B. en W. van den
volgenden inhoud over:
Inderdaad hebben de voorstellers, mijn
rapport dd. 8 Maart 1930 niet volledig aan-'
gehaald, waardoor de schijn gewekt zou
kunnen worden, dat ik voorstander van de
door hen aanbevolen situatie zou zijn. Dit
is stellig niet het geval, en ik heb destijds
mijn meening met redenen gemotiveerd,
welke ik hier niet behoef te herhalen. Dit
is trouwens reeds geschied in het boven
aangehaalde ambtelijke rapport, waarin
voorts en wel terecht wordt uiteen
gezet, op welke gronden de wijziging, wel
ke voorstellers in het ontwerp-plan van
uitbreiding willen aanbrengen, ook ver
keerstechnisch niet is te aanvaarden.
Dat het raadhuis volgens het plan van
voorstellers aan een plein gelegen zou
zijn is minder juist: het gebouw zou een
voudig aan een kruispunt van twee hoofd
verkeerswegen komen te liggen. De voor
een raadhuis benoodigde terreinopper
vlakte is bij benadering wel af te leiden
uit het reeds door mij vervaardigd ont
werp, al betreft die dan ook een andere
situatie. Bij vergelijking zal men moeten
erkennen, dat het aan dit kruispunt be
schikbare bouwterrein de vorming van
een plein, dat. juist op dit punt voor een
gebouw als een raadhuis van zooveel be
lang is, niet of althans niet in voldoende
mate toelaat. De aanwezigheid van de
Israëlietische Begraafplaats aan de noord
zijde belet voorts gebruik te maken van
de aesthetisohe voordeelen van een ligging
aan het water. (Rijnsburgersingel),
Op de deprinieerende omgeving heb ik
vroeger reeds gewezen; uit ervaring weet
ik dat zulk een omgeving zich meestal
slechts uiterst langzaam aan gewijzigde
omstandigheden aanpast.
Onder verwijzing naar, en met volledige
handhaving van mijn rapport dd. 8 Maart
1930 moet ik den bouw van een raadhuis
volgens deze- situatie grondig ontraden.
De brief besluit als volgt:
Met miskenning van het genomen
Raadsbesluit d.d. 7 Juli 1930 hetwelk luidt:
.,Punt 10 van de agenda inzake de aan
wijzing van het terrein voor den bouw
van een nieuw Raad'huis, zonder behoud
van den ouden gevel, aan te houden, en te
behandelen, nadat bij den Raad is inge
diend het plan voor den bouw van een
nieuw Raadhuis, met behoud van den
ouden gevel".
stellen B. en W. nu voor alle reeds ge
noemde andere terreinen af te wijzen en
een commissie te benoemen ter beoordee
ling van het plan van den heer Dudok.
In dit verband zij er tevens op gewezen,
dat B. en W. met geen enkel woord den
raad ervan in kennis stellen, dat op hun
verzoek de Monumenten-commissie toege
zegd heeft ook een rapport te zullen uit
brengen over het plan van den heer Du
dok, echter niet eerder dan dat het rap
port is verschenen van de door den raad
te benoemen commissie.
Mede verzwijgen B. en W. nog maar
steeds dat in de bouwkosten plan Bree-
straat. (Oude gevel), welke begroot zijn op
1.570.000. niet begrepen zijn de kosten
van het herbouwen van den ouden gevel,
welke werkzaamheden een bedrag van on
geveer 200.000 zullen vorderen, zoodat
de totale bouwkosten plan-Breestraat oude
gevel ongeveer 2.333.700 zn, onbegrepen
563.700 voor terreinkosten.
En dat het nog geenszins vaststaat
dat de gemeente een bijdrage in den bouw
van den ouden gevel zal ontvangen.
Tenslotte zij nog opgemerkt dat het ge
ven van een bouwvergunning aan het be
stuur van Amicitia, bij den bouw van een
raadhuis niet als gelegenheidsargument
door B, en W. gebruikt mag worden; het
genoemde bestuur heeft geheel vrijwillig'
zijn gebouw aan de Breestraat verkocht
ën kan overigens geen enkel recht doen
gelden.
De voorstellers zijn tegen het benoemen
van de door B. en W. voorgestelde com
missie; mocht evenwel de meerderheid
van den raad toch overgaan tot het be
noemen van de voorges'telde commissie,
dan stellen ondergeteekende voor het vol
gende te besluiten, hetwelk uw raad als
afzonderlijk voorstel hierbij gevoegd vindt.
Tenslotte stellen de heeren Schüller c.s.
voor: de behandeling van punt a. van de
voorstellen van B. en W. aan te houden
en de in punt b. bedoelde commissie te
verzoeken, eveneens advies uit te brengen
over het voorstel om het terrein aan de
Lammermarkt aan to wijzen voor raad-
li uisbouw.
De Commissie ter Bestrijding van de
misstanden in den naaimachinehandel te
Leiden schrijft ons:
Met groote voldoening heeft de Com
missie kunnen constateeren dat te Leiden
de misbruiken in den naaimachinehandel
grootendeels zoo niet geheel tot het verle
den behooren.
In verband echter met de wijze waarop
agenten van afbetalingszaken in het alge
meen huurkoopers met handige en fraai-
klinkende bewoordingen tot onderteeke-
ning van contracten hebben bewogen, komt
het ons noodzakelijk voor ten aanzien
vanhetafbetalings stelsel in
het algemeen een ernstige waar
schuwing te laten hooren.
Uiteraard wordt hierbij niet gedoeld
op die zaken, welke steeds op loyale wijze
hun voorwaarden stellen, bekend maken
en met groote soepelheid toepassen.
In vele gevallen wordt echter in derge
lijke overeenkomsten alleen en uitsluitend
rekening gehouden met de belangen van
den verkooper en bevatten zij vaak zeer
bezwarende bepalingen voor den huurkoo-
per. Toezeggingen van reizigers dat van
deze bezwarende voorwaarden geen ge
bruik zal worden gemaakt, zijn als 5t er op
aan komt, volstrekt waardeloos.
De Rechtsspraak heeft herhaaldelijk uitge
maakt dat welke fraaie toezeggingen en
mededeelingen de colporteur ook heeft ge
daan, deze van hoegenaamd geen waarde
zijn, wanneer zij niet zwart op wit gedrukt
staan in het contract, dat ter onderteeke-
ning is aangeboden.
Alvorens een of ander voorwerp op af
betaling te koopen overwege men ter dege,
dat men zich gedurende langen
tijd gaat verbinden tot telkens te-
rugkeeerende verplichtingen en
dat slechts een enkele onvoorziene
financieele moeilijkheid tot de alleronaan
genaamste gevolgen kan leiden.
Met teekene nimmer een bewijs van
ontvangst, voorloopig bestelbiljet enz., wan
neer daarin staat vermeld, dat de huurkoo-
per zich onderwerpt aan de huurkoop-
voorwaardei\ van den verkooperverhuur- 1
der, tenzij men zich zeer serieus van
die bepalingen op de hoogte heeft gesteld.
Bedenkelijk is de in vele afbetalingscon-
traeten voorkomende bepaling, dat het niet
prompt op den vervaldag voldoen van ook
slechts een der termijnen den huurverkoo-
per onvoorwaardelijk het iecht geeft tot
terugname en-of het recht op de restant-
huurkoopsom ineens geheel op te
eischen.
Bovendien dreigen bij wan-betaling den
huurkooper vaak allerlei onheilen in den
vorm van boeten enz., waarvan sommige
credietgevers maar al te graag gebruik
maken.
Wij wijzen er op dat tegenwoordig vele
contracten een z. g. cessie-clausule
bevatten, waarbij de huurkoopers reeds bij
voorbaat hun recht op loon van den werk
gever aan het afbetalingsmagazijn over
dragen.
In het bijzonder vestigt de Commissie
de aandacht van het op afbetaling koo
pend publiek er op, dat indien het huur
koopartikel wordt verkocht of beleend het
delict verduistering is gepleegd, ook al
worden de afbetalingen regelmatig voort
gezet. Men handelt overigens buitengewoon
onverstandig en onverantwoordelijk door
de in huurkoop ontvangen artikelen te ver-
koopen, aangezien men juist daardoor hoe
langer hoe meer in ellende geraakt en aan
handen en voeten gebonden wordt aan den
credietgever.
Dikwijls doet zich ook het geval voor,
dat in het huurkoopcontract de bepaling is
opgenomen dat de kooper domicilie kiest
ter plaatse waar de ver kooper is geves
tigd. Dat beteekent dat het voldoende is
als alle stukken bij dezen worden bezorgd,
waardoor het niet uitgesloten is dat men
wordt veroordeeld zonder ergens van af te
weten.
Voort luidt vaak een der bepalingen dat
men zich reeds bij voorbaat onderwerpt
aan de uitspraak van den Rechter in het
Kanton van het Hoofdkantoor van den
ver kooper. Hierdoor wordt het dikwijls
bezwaarlijk zich zelf te verdedigen.
Men doet daarom verstandig het contract
goed door te lezen en een streep te
halen door hetgeen waartoe men zich
niet wenscht te verbinden en nimmer
een blanco contract of een contract waar
in open vakken voorkomen te teekenen.
Men zal daarbij echter goed voet bij stuk
moeten houden, zelf de voorwaarden vast
stellen, waarop men wil koopen en anders
eenvoudig weigeren te koopen. Niemand
kan verplicht worden een afbetalingscon
tract te teekenen.
Het is overigens een groote dwaas
heid overeenkomsten te onderteekenen,
waarvan men de strekking of de inhoud
niet begrijpt en nog dwazer is het contrac
ten te onderteekenen zonder deze behoor
lijk te hebben gelezen.
De Commissie heeft besloten a.s. huur
koopers gelegenheid te geven zich koste
loos te doen voorlichten omtrent den in
houd van niet-onderteekende huurkoop
overeenkomsten. Men kan zich daartoe
wenden tot hare leden. Inzonderheid blijft
het Protestantsch Bureau voor Sociale Ad
viezen te Leiden, dat iederen Dinsdag
avond tusschen 7.15 en 8 uur zitting houdt
in het „Huiszittenhuis", Oude Rijn 44, te
Leiden, bereid aan belanghebbenden in
lichtingen te verstrekken.
In „S. M." doet Z. H. Exc. Mgr. P. Hop
mans, Bisschop van Breda, mededeeling van
een besluit, betreffende den aflaten van
den Kruisweg, te verdienen door zieken.
Mgr. schrijft het volgende:
.„Op verzoek van den Kardinaal Poeniten-
tiarius Maior, heeft Z. H. Paus Pros XI den
20en Maart 1931 welwillend toegestaan, dat
de zieken, die de godvruchtige oefening van
den Kruisweg niet zonder groote moeite
kunnen verrichten, nog op de gewone wijze,
nooh op de wijze, vastgesteld door Paus
Clemens XIV op 26 Januari 1773 door het
bidden namelijk van 20 maal Onze Vader,
Vees gegroet en Glorie zij den Vader alle
aflaten, aan die godvruchtige oefening ver
bonden, kunnen verdienen door een daartoe
gewijd kruisbeeld, dat hun door een pries
ter of door een ander persoon wordt aan
gereikt, met een rouwvol hart ofwel te kus
sen ofwel te aanschouwen en een kort ge
bed of een schietgebed ter nagedachtenis
van het lijden en sterven van Jezus Chris
tus onzen Heer te zeggen. (A. A. S. 23 blz.
167). Heel geschikt zou hiervoor gebruikt
kunen worden het schietgebed: Mijn Jezus,
vergiffenis en barmhartigheid door de ver
diensten van uw heilige Wonden".
Oneerlijke concurrentie.
De politie-rechter te Den Haag heeft den
opticien L. M. te Alphen veroordeeld
tot 50.boete subs. 25 dagen wegens on
eerlijke mededinging, van welk vonnis M.
heden in hooger beroep stond.
Verdachte heeft in „De Rijnbode'' en an
dere te Alphen verschijnende bladen an
nonces geplaatst, waarin o.a. stond, dat de
Duitsche firma L., ter gelegenheid van haar
100-jarig jubileum aan koopers van M. bij
aankoop van 2.50 een barometer cadeau
kregen. Toen later bleek dat in plaats van
een barometer een plaatje voorstellend een
weerprofeetje werd verstrekt, dienden eeni
ge concurrenten ter plaatse een aanklacht
tegen M. in.
Een getuige verklaarde, dat door de mis
leidende voorstelling in de advertentie eeni
ge van zijn klanten naar M. overgingen.
Van de overige gehoorde getuigen bleek
er een ernstig teleurgesteld, vier anderen
daarentegen waren erg in hun schik met
het „cadeau", dat zij den naam van baro
meter waardig keurden.
De procureur-generaal was van meening,
dat verdachte den indruk vestigde, dat de
klanten „een barometer" en geen „weer-
kaartje5" zouden ontvangen. De jubileeren-
de firma's in de advertenties genoemd ble
ken niet te bestaan. Door deze valsche
voorstelling zijn tijdens de St. Nicolaas-
drukte de concurrenten benadeeld. Spr.
vraagt bevestiging van het- vonnis.
Mr. H. Parfumeur, verd. verdedigend,
wees op den concurrentiestrijd te Alphen.
In het door M. in de advertentie voorge
stelde, ziet pleiter geen oneerlijke mede
dinging, hoogstens overdreven reclame,
waarvan spr. meerdere voorbeelden aan
haalt. Uit het getuigenverhoor bleek dat
velen zich niet bedrogen gevoelen. Spr. con
cludeert'tot vrijspraak en vraagt bij moge
lijke veroordeeling motiveering van het von
nis.
Arrest 17 Juni.
INVOER VAN GROENTEN IN
DU ITSCHLAND.
In het afgeloopen jaar verminderd.
Het N. T. A. bericht uit Berlijn dat het
den Duitschen land- en tuinbouw gelukt is
den invoer van groenten in Duitschland in
het afgeloopen jaar te verminderen. De hoe
veelheid van de ingeleverde groenten ver
minderde in vergelijking tot het daaraan
voorafgaande jaar met 10 pGt., de waarde
met 20 pCt.
VAN M'N BOEKENTAFEL
De Technische Gids. Voor
R. K. Kerk en Pastorie, enz.
Heerengracht32, Amster
dam.
In een hoofdartikel wijst de heer Hans
Schnabel in den „Technische Gids" op het
feit, dat nog in zoovele ziekenhuizen, soho-
len, gestichten, kerken, niet de noodige
aandacht is geschonken aan de veiligheid-
bij brand, paniek enz. Hij geeft in dit. ar
tikel aanwijzingen betreffende de minimum
eischen, waaraan toch wel voldoen mag
worden en bespreekt een nieuw patent,
door „Dominit" te Amsterdam in den han
del gebracht, dat een zeer goede noodver-
lichtingsbrou vormt; een apparaat, dat het
zoo ver heeft kunnen brengen, dat het doqr
de Amsterdamsche brandweer is goedge
keurd.
De heer de Voort geeft een uitvoerig ar
tikel over het onderwijs aan slechbhooren-
de kinderen naar aanleiding van de pogin
gen, die van Katholieke zijde in het werk
worden gesteld, om tot een Katholieke
school voor zulke kinderen te komen. Ing.
Emile Schnabel heeft het over „Centrale
Koeling", Ir. Chr. Kluiters heeft als on
derwerp de watervoorziening. Naast nog
verschillende andere, geïllustreerde arti
kelen bijv. over geluidsversterking in de
kerken treffen we in dit nummer weer
de gebruikelijke pagina's met nouveauté s
uit den handel aan.
DERDE DEEL.
Waarlijk diep zijn de veranderingen
welke sinds Leo XIII hebben plaats ge- i
had, zoowel in het kapitalistisch stelsel als
in het socialisme.
EERSTE HOOFDSTUK.
Veranderingen in het kapitalistisch stelsel.
Leo XIII spande al zijn krachten in om
't kapitalistisch stelsel te regelen volgons
de normen der billijkheid, wat bewijst,
dat het niet zonder meer te veroordeele.n
is. En van nature is het ook niet slecht
en het doet de goede orde alleen maar
geweld aan, wanneer het kapitaal de
arbeider aan zich vast te kluisteren zoekt,
of wanneer de arbeidersklasse zich op
maakt, om doelbewust naar eigen goed
vinden en tot eigen gewin de ondernemin
gen te exploiteeren, zonder rekening te
houden met de menschelijke waardigheid
der arbeiders, noch met het sociale ka
rakter der economie, noch eindelijk met
de sociale rechtvaardigheid en het alge
meen welzijn.
Het kapitalistische stelsel heeft zich met
den uitbloei van het industrialisme over
de geheele wereld, ov.eral verbreid en wel
in zoo groote mate, dat het binnendringt
ook in de sociale en economische toestan
den van hen, die buiten zijn bereik vallen,
en daar zoowel zijn voor- en nadeelen als
zijn gebreken invoert en er zijn sporen in
achterlaat. Zoodat, wanneer Wij vragen
om na te gaan welke veranderingen in het
kapitalistisch stelsel na den tijd. van Leo
XIII onderging, Wij niet alleen het heil op
het oog hebben van degenen die in landen
wonen, welke door kapitaal en industrie
worden overheerscht, dooh van heel het
menschelijk geslacht.
Van concurrentie tot
hegenomie.
En wat zich dan allereerst pijnlijk aan
de oogen opdringt is dat er in onzen tijd
niet alleen weer een samentrekking plaa.s
heeft van rijkdommen, maar bovendien de
ophooping van enorme macht en van een
despotische heerschappij over de econo
mie in de handen van enkelingen, die
dan gewoonlijk nog niet eens de eigenaars,
doch slechts de bewaarders en de be
heerders van het kapitaal zijn, waarover
zij niettemin naa-r eigen goeddunken
vrijelijk besonikken.
Deze macht wordt nog despotischer in
hen die het geld in handen houden en er
mee omspringen als de meesters, terwijl
zij het crediet beheerschen en de leeningen
beheeren; daardoor zijn ze tot zekere
hoogte de uitdeelers geworden van het
bloed waarvan heel het economisch orga
nisme leeft, en hebben zij om zoo te zeg
gen de ziel der economie in handen; zoodat
tegen hun wil zelfs niemand zou kunnen
ademen.
Een dergelijke samentrekking van krach
ten en van macht, welke als het ware het
bizondere kenmerk der hedendaagsche eco
nomie is, is de natuurlijke vrucht dier onge
remde vrijheid van concurrentie, welke al
leen de sterksten overleven, en dit zijn dan
gewoonlijk de heftigsten in den strijd en zij
die het minst rekening houden met het
geweten.
Op haar beurt leidt de samentrekking
van rijkdommen tot drie soorten van strijd
om de heerschappij: voor eerst vecht men
voor de economische overheersching; ver
volgens strijdt men verwoed voor de be-
heersching der politieke macht om zich van
haar krachten en invloeden te bedienen in
de economische mededinging; en ten laat
ste vecht men tusschen de Staten ofwel
doordat de landen hun politieke krachten
en macht aanwenden ter bevordering van
het economisch voordeel hunner burgers,
ofwel doordat de economische krachten en
macht worden toegepast om een eind te
maken aan politieke geschillen, welke zu-h
tusschen de landen onderling hebben voor
gedaan.
De nadeelige gevolgen.
Andere gevolgen van den individualisti-
schen geest in het economische leven z.jn
voorts die, Eerwaarde Broeders, Beminde
Kinderen, welke ge-zelf zien kunt en be
treuren; de vrije concurrentie namelijk, die
zich-zelve vernietigd heeft; de vrijheid van
de markt is van haar plaats verdrongen
door de economische overheersching; op
de begeerte naar de winst is de ongebrei
delde begeerte naar alleen heerschappij ge
volgd; en heel de economie is vreesehjk
hard, onverbiddellijk wreed geworden.
Hieraan voege men nog de groote nadeelen
toe, welke zijn voortgekomen uit de ver
warring der eischen en diensten, welke
eigen zijn aan de openbare macht en aan
de economie, zooals, om er slechts een te
noemen, de verlaging der waardigheid van
den Staat, die zich-zelven tot een slaaf en
een gehoorzaam instrument maakt van de
hartstochten en de eerzucht der menschcn
terwijl hij juist als een souverein
scheidsrechter daarboven moest staan, on
genaakbaar voor elke partij, en alleen be
dacht op het algemeen welzijn en de recht
vaardigheid.
In de orde voorts der internationale ver
houdingen ontsprong uit de zelfde bron een
tweevoudige stroom: van den eenen kant
heb economisch nationalisme of ook wel
imperialisme, aan de andere zijde en niet
minder gevaarlijk 't internationalisme der
banken of het internationaal imperialis
me van het geld, welker vaderland daar is
waar het zich wel bevindt.
Hoe daarin verandering te
brengen.
Met welke middelen nu er verbetering
i kan worden gebracht in een zoo groot
I kwaad, hebben Wij reeds aangeduid in het
tweede deel dezer Encycliek waar Wij dit
vraagstuk behandelden in het licht van de
leer: het is daarom voldoende dat Wij
hier de kern van Ons betoog herhalen.
Waar het modern economisch stelsel voor
namelijk steunt op het kapitaal en op den.
arbeid, moeten de richtlijnen worden er
kend en toegepast van de gezonde rede,
ofwel van de christelijke sociale filosofie,
betreffende de genoemde elementen en
hun verhouding. Om heb uiterste van het
individualisme aan den eenen kant, en van
het socialisme aan de andere zijde, te ver
mijden, zal men alzoo gelijktijdig rekening
moeten houden met de dubbele natuur, de
individueele en de sociale, zoowel van het
kapitaal als van den arbeider. De verhou
dingen, welke voorts tusschen die twee be
staan,' moeten geregeld worden volgens de
wetten van een juiste en ve-rdeelende recht
vaardigheid, welke steunt op de christe
lijke naastenliefde. Het is noodzakelijk,
dat de binnen verstandige en juiste gren
zen gehouden vrije concurrentie en meer
nog de economische macht, onderworpen
zijn aaii de openbare overheid voor zoover
dit tot haar taak behoort. Ten laatste moe
ten de instellingen der volken de samenle
ving ondergeschikt maken aan de eischen
van het algemeen belang, dat wil zeggen
aan de wetten der sociale rechtvaardigheid,
waardoor noodzakelijk bereikt zal worden
dat een zoo belangrijk onderdeel als de eco
nomische activiteit van het sociale leven
is, op zijn beurt zal worden terug geieid
tot een gezonde en evenwichtige orde.
TWEEDE HOOFDSTUK.
De splitsing in het socialisme.
Niet minder diep dan die van het kapi
talistisch stelsel, is de vervorming welke
sinds den tijd van Leo XIII ondergaan
werd door het socialisme, waartegen Onze
Voorganger voornamelijk streed.
Inderdaad kon men toen zeggen, dat het
bijna een was en de voorvechter van scherp
omlijnde of in een systeem samenvloeiende
leerstellingen; thans echter is het ver
deeld in twee groote partijen, die onder
ling niet te samen gaan en elkaar zeer
vijandig gezind zijn, maar waarvan niet
temin geen den grondslag verlaten heeft
van liet socialisme, dat men de christelijke
leer in strijd is.
A. Het Communisme.
Een der partijen van het socialisme, ver
viel in het communisme dat twee punten
leert en nastreeft, en die niet langs onder-
grondsche wegen of zijdelings, maar in het
volle licht en met alle middelen, ook die
van het geweld: een verwoede klassenstrijd
en de afschaffing van het priva/tt bezit. En
in het najagen van deze twee doeleinden
is er niets, waarvoor het terugschrikt, nie:,s
dat het eerbiedigt; en waar het de
in handen gekregen heeft, toont het zich
zoo wreed en onmenschelijk, dat dit iets
ongelooflijks en monsterachtigs lijkt. Dit
wordt bewezen door de vreeselijke bloed
baden en verwoestingen welke het heeft
aangericht in uitgestrekte landen van
Oost-Europa en Azië. Welk een uitgespro
ken vijand het voorts is van de H. Kerk
en van God zelf, blijkt helaas uit de onder
vinding en is aan allen bekend. Wij ach
ten het daarom overbodig de goede en
trouwe kinderen der Kerk te waarschuv.en
tegen de bedorven en onrechtvaardige na
tuur van het communisme, maar Wij kun
nen niet zonder diepe smart de zorgeloos
heid en onverschilligheid gade slaan van
hen, die toonen geen beteekenis toe te ken
nen aan cle dreigende gevaren, en die, met
lijdelijke slapte toelaten dat overal deze
dwalingen verspreid worden, die met moord
en geweld zullen voeren naar den onder
gang der geheele samenleving. Maar boven
alles verdienen degenen veroordeeld te wor
den die nalaten de toestanden tegen te
gaan en te veranderen, welke de gees;en
den volken opzweepen en zoo den w eg be
reiden voor de omwenteling en de vernie
tiging der samenleving.
B. Het hedendaagsche
socialisme.
Meer gematigd is de andere partij, welke
den naam van het socialisme behouden
heeft, want niet alleen belijdt zij haar af
keer van het geweld, maar bovendien ma
tigt en beperkt zij haar opvatting over den
klassenstrijd en de afschaffing van het pri
vaat bezit, zij het ook zonder beide Ie
verwerpen. Nu zou men dus zeggen dat heb
socialisme, geschrokken van zijn eigen be
ginselen en van de gevolgtrekkingen, welke
de communisten er uit halen, overhelt naar
en tot zekere hoogte nabij komt aan do
waarheden, welke de christelijke overleve
ring immer heeft onderwezen; want men
kan niet ontkennen dat zijn streven grenst
en dikwijls zeer nauw grenst aan dat het
welk te recht door de christelijke bewoneis
der maatschappij wordt aangeprezen.
Zijn houding tegenover den
klassenstrijd en de afschaffing
van het privaat bezit.
Wanneer toch de klassenstrijd zich verre
houdt van daden van vijandschap en haat,
verandert hij langzaam aan in een eer
zaam overleg dat steunt op het zoeken naar
gerechtigheid: een overleg, dat zeer zeker
nog niet de gelukkige sociale vrede is waar
naar allen verlangen, maar dat een punt
van uitgang kan en moet zijn om te komen
tot de wederzijdsche samenwerking der
klassen. Zoo begint ook de oorlog, welke
aan het privaat bezit verklaard is, te kal-
meeren en zoodanig beperkt te worden dat
ten slotte niet meer het bezit der produk-
tie-middelen wordt aangevallen, maar een
zekere sociale overheersching welke het