KERKNIEUWS ZENDBRIEF „QUADRAGESIMO ANNO" RECHTZAKEN LAND- EN TUINBOUW VRIJDAG 5 JUNI 1931 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 10 EEN ERNSTIGE WAARSCHUWING TEGEN HET LICHTVAARDIG TEEKENEN VAN CONTRACTEN. De aflaten van den kruisweg. Iers hebben in dit geval aan het terrein den vorm gegeven van een langgexekten rechthoek (90 x 50 M.), wat in zooverre wel begrijpelijk is, omdat de situatie op die plaats daartoe vanzelf leidt, aange zien de noordwaarts gelegen Israëlietische begraafplaats uitbouw in die richting be let, althans in de naast toekomst. Uit de afmetingen van het terrein leid ik af, dat dan voor- en zijgevel rechtstreeks aan de straat zouden komen te leggen, zonder eenige voorpleinvorming of dergelijke. Naar mij voorkomt, is zulks voor een vrij staand raad'huis niet gewenscht. In dit verband rijst ook de vraag of afgeschei den van den m. i. minder gelukkig lang- gerekten vorm de grootte van het terrein wel voldoende zal zijn. Doch dit zijn vragen, waarop in de eer ste plaats# de architect het antwoord zal dienen te geven, en daarom geef ik uw College in overweging alsnog omtrent het onderhavige voorstel nader het advies van den heer Dudok in te winnen. Ten slotte merk ik ten aanzien van de in het voorstel gegeven berekeningen van de kosten van het terrein op, dat daarbij nl. vergeten is in aanmerking te brengen de waarde, welke is toe te kennen aan het bouwterrein, waarop thans de buiten- sociëteit „Amicitia" staat, welk terrein immers volgens het voorstel als bouwter- xein zou worden opgeheven. Ook leggen de voorstellers een brief van den architect Dudok aan B. en W. van den volgenden inhoud over: Inderdaad hebben de voorstellers, mijn rapport dd. 8 Maart 1930 niet volledig aan-' gehaald, waardoor de schijn gewekt zou kunnen worden, dat ik voorstander van de door hen aanbevolen situatie zou zijn. Dit is stellig niet het geval, en ik heb destijds mijn meening met redenen gemotiveerd, welke ik hier niet behoef te herhalen. Dit is trouwens reeds geschied in het boven aangehaalde ambtelijke rapport, waarin voorts en wel terecht wordt uiteen gezet, op welke gronden de wijziging, wel ke voorstellers in het ontwerp-plan van uitbreiding willen aanbrengen, ook ver keerstechnisch niet is te aanvaarden. Dat het raadhuis volgens het plan van voorstellers aan een plein gelegen zou zijn is minder juist: het gebouw zou een voudig aan een kruispunt van twee hoofd verkeerswegen komen te liggen. De voor een raadhuis benoodigde terreinopper vlakte is bij benadering wel af te leiden uit het reeds door mij vervaardigd ont werp, al betreft die dan ook een andere situatie. Bij vergelijking zal men moeten erkennen, dat het aan dit kruispunt be schikbare bouwterrein de vorming van een plein, dat. juist op dit punt voor een gebouw als een raadhuis van zooveel be lang is, niet of althans niet in voldoende mate toelaat. De aanwezigheid van de Israëlietische Begraafplaats aan de noord zijde belet voorts gebruik te maken van de aesthetisohe voordeelen van een ligging aan het water. (Rijnsburgersingel), Op de deprinieerende omgeving heb ik vroeger reeds gewezen; uit ervaring weet ik dat zulk een omgeving zich meestal slechts uiterst langzaam aan gewijzigde omstandigheden aanpast. Onder verwijzing naar, en met volledige handhaving van mijn rapport dd. 8 Maart 1930 moet ik den bouw van een raadhuis volgens deze- situatie grondig ontraden. De brief besluit als volgt: Met miskenning van het genomen Raadsbesluit d.d. 7 Juli 1930 hetwelk luidt: .,Punt 10 van de agenda inzake de aan wijzing van het terrein voor den bouw van een nieuw Raad'huis, zonder behoud van den ouden gevel, aan te houden, en te behandelen, nadat bij den Raad is inge diend het plan voor den bouw van een nieuw Raadhuis, met behoud van den ouden gevel". stellen B. en W. nu voor alle reeds ge noemde andere terreinen af te wijzen en een commissie te benoemen ter beoordee ling van het plan van den heer Dudok. In dit verband zij er tevens op gewezen, dat B. en W. met geen enkel woord den raad ervan in kennis stellen, dat op hun verzoek de Monumenten-commissie toege zegd heeft ook een rapport te zullen uit brengen over het plan van den heer Du dok, echter niet eerder dan dat het rap port is verschenen van de door den raad te benoemen commissie. Mede verzwijgen B. en W. nog maar steeds dat in de bouwkosten plan Bree- straat. (Oude gevel), welke begroot zijn op 1.570.000. niet begrepen zijn de kosten van het herbouwen van den ouden gevel, welke werkzaamheden een bedrag van on geveer 200.000 zullen vorderen, zoodat de totale bouwkosten plan-Breestraat oude gevel ongeveer 2.333.700 zn, onbegrepen 563.700 voor terreinkosten. En dat het nog geenszins vaststaat dat de gemeente een bijdrage in den bouw van den ouden gevel zal ontvangen. Tenslotte zij nog opgemerkt dat het ge ven van een bouwvergunning aan het be stuur van Amicitia, bij den bouw van een raadhuis niet als gelegenheidsargument door B, en W. gebruikt mag worden; het genoemde bestuur heeft geheel vrijwillig' zijn gebouw aan de Breestraat verkocht ën kan overigens geen enkel recht doen gelden. De voorstellers zijn tegen het benoemen van de door B. en W. voorgestelde com missie; mocht evenwel de meerderheid van den raad toch overgaan tot het be noemen van de voorges'telde commissie, dan stellen ondergeteekende voor het vol gende te besluiten, hetwelk uw raad als afzonderlijk voorstel hierbij gevoegd vindt. Tenslotte stellen de heeren Schüller c.s. voor: de behandeling van punt a. van de voorstellen van B. en W. aan te houden en de in punt b. bedoelde commissie te verzoeken, eveneens advies uit te brengen over het voorstel om het terrein aan de Lammermarkt aan to wijzen voor raad- li uisbouw. De Commissie ter Bestrijding van de misstanden in den naaimachinehandel te Leiden schrijft ons: Met groote voldoening heeft de Com missie kunnen constateeren dat te Leiden de misbruiken in den naaimachinehandel grootendeels zoo niet geheel tot het verle den behooren. In verband echter met de wijze waarop agenten van afbetalingszaken in het alge meen huurkoopers met handige en fraai- klinkende bewoordingen tot onderteeke- ning van contracten hebben bewogen, komt het ons noodzakelijk voor ten aanzien vanhetafbetalings stelsel in het algemeen een ernstige waar schuwing te laten hooren. Uiteraard wordt hierbij niet gedoeld op die zaken, welke steeds op loyale wijze hun voorwaarden stellen, bekend maken en met groote soepelheid toepassen. In vele gevallen wordt echter in derge lijke overeenkomsten alleen en uitsluitend rekening gehouden met de belangen van den verkooper en bevatten zij vaak zeer bezwarende bepalingen voor den huurkoo- per. Toezeggingen van reizigers dat van deze bezwarende voorwaarden geen ge bruik zal worden gemaakt, zijn als 5t er op aan komt, volstrekt waardeloos. De Rechtsspraak heeft herhaaldelijk uitge maakt dat welke fraaie toezeggingen en mededeelingen de colporteur ook heeft ge daan, deze van hoegenaamd geen waarde zijn, wanneer zij niet zwart op wit gedrukt staan in het contract, dat ter onderteeke- ning is aangeboden. Alvorens een of ander voorwerp op af betaling te koopen overwege men ter dege, dat men zich gedurende langen tijd gaat verbinden tot telkens te- rugkeeerende verplichtingen en dat slechts een enkele onvoorziene financieele moeilijkheid tot de alleronaan genaamste gevolgen kan leiden. Met teekene nimmer een bewijs van ontvangst, voorloopig bestelbiljet enz., wan neer daarin staat vermeld, dat de huurkoo- per zich onderwerpt aan de huurkoop- voorwaardei\ van den verkooperverhuur- 1 der, tenzij men zich zeer serieus van die bepalingen op de hoogte heeft gesteld. Bedenkelijk is de in vele afbetalingscon- traeten voorkomende bepaling, dat het niet prompt op den vervaldag voldoen van ook slechts een der termijnen den huurverkoo- per onvoorwaardelijk het iecht geeft tot terugname en-of het recht op de restant- huurkoopsom ineens geheel op te eischen. Bovendien dreigen bij wan-betaling den huurkooper vaak allerlei onheilen in den vorm van boeten enz., waarvan sommige credietgevers maar al te graag gebruik maken. Wij wijzen er op dat tegenwoordig vele contracten een z. g. cessie-clausule bevatten, waarbij de huurkoopers reeds bij voorbaat hun recht op loon van den werk gever aan het afbetalingsmagazijn over dragen. In het bijzonder vestigt de Commissie de aandacht van het op afbetaling koo pend publiek er op, dat indien het huur koopartikel wordt verkocht of beleend het delict verduistering is gepleegd, ook al worden de afbetalingen regelmatig voort gezet. Men handelt overigens buitengewoon onverstandig en onverantwoordelijk door de in huurkoop ontvangen artikelen te ver- koopen, aangezien men juist daardoor hoe langer hoe meer in ellende geraakt en aan handen en voeten gebonden wordt aan den credietgever. Dikwijls doet zich ook het geval voor, dat in het huurkoopcontract de bepaling is opgenomen dat de kooper domicilie kiest ter plaatse waar de ver kooper is geves tigd. Dat beteekent dat het voldoende is als alle stukken bij dezen worden bezorgd, waardoor het niet uitgesloten is dat men wordt veroordeeld zonder ergens van af te weten. Voort luidt vaak een der bepalingen dat men zich reeds bij voorbaat onderwerpt aan de uitspraak van den Rechter in het Kanton van het Hoofdkantoor van den ver kooper. Hierdoor wordt het dikwijls bezwaarlijk zich zelf te verdedigen. Men doet daarom verstandig het contract goed door te lezen en een streep te halen door hetgeen waartoe men zich niet wenscht te verbinden en nimmer een blanco contract of een contract waar in open vakken voorkomen te teekenen. Men zal daarbij echter goed voet bij stuk moeten houden, zelf de voorwaarden vast stellen, waarop men wil koopen en anders eenvoudig weigeren te koopen. Niemand kan verplicht worden een afbetalingscon tract te teekenen. Het is overigens een groote dwaas heid overeenkomsten te onderteekenen, waarvan men de strekking of de inhoud niet begrijpt en nog dwazer is het contrac ten te onderteekenen zonder deze behoor lijk te hebben gelezen. De Commissie heeft besloten a.s. huur koopers gelegenheid te geven zich koste loos te doen voorlichten omtrent den in houd van niet-onderteekende huurkoop overeenkomsten. Men kan zich daartoe wenden tot hare leden. Inzonderheid blijft het Protestantsch Bureau voor Sociale Ad viezen te Leiden, dat iederen Dinsdag avond tusschen 7.15 en 8 uur zitting houdt in het „Huiszittenhuis", Oude Rijn 44, te Leiden, bereid aan belanghebbenden in lichtingen te verstrekken. In „S. M." doet Z. H. Exc. Mgr. P. Hop mans, Bisschop van Breda, mededeeling van een besluit, betreffende den aflaten van den Kruisweg, te verdienen door zieken. Mgr. schrijft het volgende: .„Op verzoek van den Kardinaal Poeniten- tiarius Maior, heeft Z. H. Paus Pros XI den 20en Maart 1931 welwillend toegestaan, dat de zieken, die de godvruchtige oefening van den Kruisweg niet zonder groote moeite kunnen verrichten, nog op de gewone wijze, nooh op de wijze, vastgesteld door Paus Clemens XIV op 26 Januari 1773 door het bidden namelijk van 20 maal Onze Vader, Vees gegroet en Glorie zij den Vader alle aflaten, aan die godvruchtige oefening ver bonden, kunnen verdienen door een daartoe gewijd kruisbeeld, dat hun door een pries ter of door een ander persoon wordt aan gereikt, met een rouwvol hart ofwel te kus sen ofwel te aanschouwen en een kort ge bed of een schietgebed ter nagedachtenis van het lijden en sterven van Jezus Chris tus onzen Heer te zeggen. (A. A. S. 23 blz. 167). Heel geschikt zou hiervoor gebruikt kunen worden het schietgebed: Mijn Jezus, vergiffenis en barmhartigheid door de ver diensten van uw heilige Wonden". Oneerlijke concurrentie. De politie-rechter te Den Haag heeft den opticien L. M. te Alphen veroordeeld tot 50.boete subs. 25 dagen wegens on eerlijke mededinging, van welk vonnis M. heden in hooger beroep stond. Verdachte heeft in „De Rijnbode'' en an dere te Alphen verschijnende bladen an nonces geplaatst, waarin o.a. stond, dat de Duitsche firma L., ter gelegenheid van haar 100-jarig jubileum aan koopers van M. bij aankoop van 2.50 een barometer cadeau kregen. Toen later bleek dat in plaats van een barometer een plaatje voorstellend een weerprofeetje werd verstrekt, dienden eeni ge concurrenten ter plaatse een aanklacht tegen M. in. Een getuige verklaarde, dat door de mis leidende voorstelling in de advertentie eeni ge van zijn klanten naar M. overgingen. Van de overige gehoorde getuigen bleek er een ernstig teleurgesteld, vier anderen daarentegen waren erg in hun schik met het „cadeau", dat zij den naam van baro meter waardig keurden. De procureur-generaal was van meening, dat verdachte den indruk vestigde, dat de klanten „een barometer" en geen „weer- kaartje5" zouden ontvangen. De jubileeren- de firma's in de advertenties genoemd ble ken niet te bestaan. Door deze valsche voorstelling zijn tijdens de St. Nicolaas- drukte de concurrenten benadeeld. Spr. vraagt bevestiging van het- vonnis. Mr. H. Parfumeur, verd. verdedigend, wees op den concurrentiestrijd te Alphen. In het door M. in de advertentie voorge stelde, ziet pleiter geen oneerlijke mede dinging, hoogstens overdreven reclame, waarvan spr. meerdere voorbeelden aan haalt. Uit het getuigenverhoor bleek dat velen zich niet bedrogen gevoelen. Spr. con cludeert'tot vrijspraak en vraagt bij moge lijke veroordeeling motiveering van het von nis. Arrest 17 Juni. INVOER VAN GROENTEN IN DU ITSCHLAND. In het afgeloopen jaar verminderd. Het N. T. A. bericht uit Berlijn dat het den Duitschen land- en tuinbouw gelukt is den invoer van groenten in Duitschland in het afgeloopen jaar te verminderen. De hoe veelheid van de ingeleverde groenten ver minderde in vergelijking tot het daaraan voorafgaande jaar met 10 pGt., de waarde met 20 pCt. VAN M'N BOEKENTAFEL De Technische Gids. Voor R. K. Kerk en Pastorie, enz. Heerengracht32, Amster dam. In een hoofdartikel wijst de heer Hans Schnabel in den „Technische Gids" op het feit, dat nog in zoovele ziekenhuizen, soho- len, gestichten, kerken, niet de noodige aandacht is geschonken aan de veiligheid- bij brand, paniek enz. Hij geeft in dit. ar tikel aanwijzingen betreffende de minimum eischen, waaraan toch wel voldoen mag worden en bespreekt een nieuw patent, door „Dominit" te Amsterdam in den han del gebracht, dat een zeer goede noodver- lichtingsbrou vormt; een apparaat, dat het zoo ver heeft kunnen brengen, dat het doqr de Amsterdamsche brandweer is goedge keurd. De heer de Voort geeft een uitvoerig ar tikel over het onderwijs aan slechbhooren- de kinderen naar aanleiding van de pogin gen, die van Katholieke zijde in het werk worden gesteld, om tot een Katholieke school voor zulke kinderen te komen. Ing. Emile Schnabel heeft het over „Centrale Koeling", Ir. Chr. Kluiters heeft als on derwerp de watervoorziening. Naast nog verschillende andere, geïllustreerde arti kelen bijv. over geluidsversterking in de kerken treffen we in dit nummer weer de gebruikelijke pagina's met nouveauté s uit den handel aan. DERDE DEEL. Waarlijk diep zijn de veranderingen welke sinds Leo XIII hebben plaats ge- i had, zoowel in het kapitalistisch stelsel als in het socialisme. EERSTE HOOFDSTUK. Veranderingen in het kapitalistisch stelsel. Leo XIII spande al zijn krachten in om 't kapitalistisch stelsel te regelen volgons de normen der billijkheid, wat bewijst, dat het niet zonder meer te veroordeele.n is. En van nature is het ook niet slecht en het doet de goede orde alleen maar geweld aan, wanneer het kapitaal de arbeider aan zich vast te kluisteren zoekt, of wanneer de arbeidersklasse zich op maakt, om doelbewust naar eigen goed vinden en tot eigen gewin de ondernemin gen te exploiteeren, zonder rekening te houden met de menschelijke waardigheid der arbeiders, noch met het sociale ka rakter der economie, noch eindelijk met de sociale rechtvaardigheid en het alge meen welzijn. Het kapitalistische stelsel heeft zich met den uitbloei van het industrialisme over de geheele wereld, ov.eral verbreid en wel in zoo groote mate, dat het binnendringt ook in de sociale en economische toestan den van hen, die buiten zijn bereik vallen, en daar zoowel zijn voor- en nadeelen als zijn gebreken invoert en er zijn sporen in achterlaat. Zoodat, wanneer Wij vragen om na te gaan welke veranderingen in het kapitalistisch stelsel na den tijd. van Leo XIII onderging, Wij niet alleen het heil op het oog hebben van degenen die in landen wonen, welke door kapitaal en industrie worden overheerscht, dooh van heel het menschelijk geslacht. Van concurrentie tot hegenomie. En wat zich dan allereerst pijnlijk aan de oogen opdringt is dat er in onzen tijd niet alleen weer een samentrekking plaa.s heeft van rijkdommen, maar bovendien de ophooping van enorme macht en van een despotische heerschappij over de econo mie in de handen van enkelingen, die dan gewoonlijk nog niet eens de eigenaars, doch slechts de bewaarders en de be heerders van het kapitaal zijn, waarover zij niettemin naa-r eigen goeddunken vrijelijk besonikken. Deze macht wordt nog despotischer in hen die het geld in handen houden en er mee omspringen als de meesters, terwijl zij het crediet beheerschen en de leeningen beheeren; daardoor zijn ze tot zekere hoogte de uitdeelers geworden van het bloed waarvan heel het economisch orga nisme leeft, en hebben zij om zoo te zeg gen de ziel der economie in handen; zoodat tegen hun wil zelfs niemand zou kunnen ademen. Een dergelijke samentrekking van krach ten en van macht, welke als het ware het bizondere kenmerk der hedendaagsche eco nomie is, is de natuurlijke vrucht dier onge remde vrijheid van concurrentie, welke al leen de sterksten overleven, en dit zijn dan gewoonlijk de heftigsten in den strijd en zij die het minst rekening houden met het geweten. Op haar beurt leidt de samentrekking van rijkdommen tot drie soorten van strijd om de heerschappij: voor eerst vecht men voor de economische overheersching; ver volgens strijdt men verwoed voor de be- heersching der politieke macht om zich van haar krachten en invloeden te bedienen in de economische mededinging; en ten laat ste vecht men tusschen de Staten ofwel doordat de landen hun politieke krachten en macht aanwenden ter bevordering van het economisch voordeel hunner burgers, ofwel doordat de economische krachten en macht worden toegepast om een eind te maken aan politieke geschillen, welke zu-h tusschen de landen onderling hebben voor gedaan. De nadeelige gevolgen. Andere gevolgen van den individualisti- schen geest in het economische leven z.jn voorts die, Eerwaarde Broeders, Beminde Kinderen, welke ge-zelf zien kunt en be treuren; de vrije concurrentie namelijk, die zich-zelve vernietigd heeft; de vrijheid van de markt is van haar plaats verdrongen door de economische overheersching; op de begeerte naar de winst is de ongebrei delde begeerte naar alleen heerschappij ge volgd; en heel de economie is vreesehjk hard, onverbiddellijk wreed geworden. Hieraan voege men nog de groote nadeelen toe, welke zijn voortgekomen uit de ver warring der eischen en diensten, welke eigen zijn aan de openbare macht en aan de economie, zooals, om er slechts een te noemen, de verlaging der waardigheid van den Staat, die zich-zelven tot een slaaf en een gehoorzaam instrument maakt van de hartstochten en de eerzucht der menschcn terwijl hij juist als een souverein scheidsrechter daarboven moest staan, on genaakbaar voor elke partij, en alleen be dacht op het algemeen welzijn en de recht vaardigheid. In de orde voorts der internationale ver houdingen ontsprong uit de zelfde bron een tweevoudige stroom: van den eenen kant heb economisch nationalisme of ook wel imperialisme, aan de andere zijde en niet minder gevaarlijk 't internationalisme der banken of het internationaal imperialis me van het geld, welker vaderland daar is waar het zich wel bevindt. Hoe daarin verandering te brengen. Met welke middelen nu er verbetering i kan worden gebracht in een zoo groot I kwaad, hebben Wij reeds aangeduid in het tweede deel dezer Encycliek waar Wij dit vraagstuk behandelden in het licht van de leer: het is daarom voldoende dat Wij hier de kern van Ons betoog herhalen. Waar het modern economisch stelsel voor namelijk steunt op het kapitaal en op den. arbeid, moeten de richtlijnen worden er kend en toegepast van de gezonde rede, ofwel van de christelijke sociale filosofie, betreffende de genoemde elementen en hun verhouding. Om heb uiterste van het individualisme aan den eenen kant, en van het socialisme aan de andere zijde, te ver mijden, zal men alzoo gelijktijdig rekening moeten houden met de dubbele natuur, de individueele en de sociale, zoowel van het kapitaal als van den arbeider. De verhou dingen, welke voorts tusschen die twee be staan,' moeten geregeld worden volgens de wetten van een juiste en ve-rdeelende recht vaardigheid, welke steunt op de christe lijke naastenliefde. Het is noodzakelijk, dat de binnen verstandige en juiste gren zen gehouden vrije concurrentie en meer nog de economische macht, onderworpen zijn aaii de openbare overheid voor zoover dit tot haar taak behoort. Ten laatste moe ten de instellingen der volken de samenle ving ondergeschikt maken aan de eischen van het algemeen belang, dat wil zeggen aan de wetten der sociale rechtvaardigheid, waardoor noodzakelijk bereikt zal worden dat een zoo belangrijk onderdeel als de eco nomische activiteit van het sociale leven is, op zijn beurt zal worden terug geieid tot een gezonde en evenwichtige orde. TWEEDE HOOFDSTUK. De splitsing in het socialisme. Niet minder diep dan die van het kapi talistisch stelsel, is de vervorming welke sinds den tijd van Leo XIII ondergaan werd door het socialisme, waartegen Onze Voorganger voornamelijk streed. Inderdaad kon men toen zeggen, dat het bijna een was en de voorvechter van scherp omlijnde of in een systeem samenvloeiende leerstellingen; thans echter is het ver deeld in twee groote partijen, die onder ling niet te samen gaan en elkaar zeer vijandig gezind zijn, maar waarvan niet temin geen den grondslag verlaten heeft van liet socialisme, dat men de christelijke leer in strijd is. A. Het Communisme. Een der partijen van het socialisme, ver viel in het communisme dat twee punten leert en nastreeft, en die niet langs onder- grondsche wegen of zijdelings, maar in het volle licht en met alle middelen, ook die van het geweld: een verwoede klassenstrijd en de afschaffing van het priva/tt bezit. En in het najagen van deze twee doeleinden is er niets, waarvoor het terugschrikt, nie:,s dat het eerbiedigt; en waar het de in handen gekregen heeft, toont het zich zoo wreed en onmenschelijk, dat dit iets ongelooflijks en monsterachtigs lijkt. Dit wordt bewezen door de vreeselijke bloed baden en verwoestingen welke het heeft aangericht in uitgestrekte landen van Oost-Europa en Azië. Welk een uitgespro ken vijand het voorts is van de H. Kerk en van God zelf, blijkt helaas uit de onder vinding en is aan allen bekend. Wij ach ten het daarom overbodig de goede en trouwe kinderen der Kerk te waarschuv.en tegen de bedorven en onrechtvaardige na tuur van het communisme, maar Wij kun nen niet zonder diepe smart de zorgeloos heid en onverschilligheid gade slaan van hen, die toonen geen beteekenis toe te ken nen aan cle dreigende gevaren, en die, met lijdelijke slapte toelaten dat overal deze dwalingen verspreid worden, die met moord en geweld zullen voeren naar den onder gang der geheele samenleving. Maar boven alles verdienen degenen veroordeeld te wor den die nalaten de toestanden tegen te gaan en te veranderen, welke de gees;en den volken opzweepen en zoo den w eg be reiden voor de omwenteling en de vernie tiging der samenleving. B. Het hedendaagsche socialisme. Meer gematigd is de andere partij, welke den naam van het socialisme behouden heeft, want niet alleen belijdt zij haar af keer van het geweld, maar bovendien ma tigt en beperkt zij haar opvatting over den klassenstrijd en de afschaffing van het pri vaat bezit, zij het ook zonder beide Ie verwerpen. Nu zou men dus zeggen dat heb socialisme, geschrokken van zijn eigen be ginselen en van de gevolgtrekkingen, welke de communisten er uit halen, overhelt naar en tot zekere hoogte nabij komt aan do waarheden, welke de christelijke overleve ring immer heeft onderwezen; want men kan niet ontkennen dat zijn streven grenst en dikwijls zeer nauw grenst aan dat het welk te recht door de christelijke bewoneis der maatschappij wordt aangeprezen. Zijn houding tegenover den klassenstrijd en de afschaffing van het privaat bezit. Wanneer toch de klassenstrijd zich verre houdt van daden van vijandschap en haat, verandert hij langzaam aan in een eer zaam overleg dat steunt op het zoeken naar gerechtigheid: een overleg, dat zeer zeker nog niet de gelukkige sociale vrede is waar naar allen verlangen, maar dat een punt van uitgang kan en moet zijn om te komen tot de wederzijdsche samenwerking der klassen. Zoo begint ook de oorlog, welke aan het privaat bezit verklaard is, te kal- meeren en zoodanig beperkt te worden dat ten slotte niet meer het bezit der produk- tie-middelen wordt aangevallen, maar een zekere sociale overheersching welke het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 10