KERKNIEUWS ZATERDAG 30 MEI 1631 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 7 IliTERPAROCHIEELE v. Toen de jonge levensidealen van Kol- ping zoo onverwacihts helder voor hem stonden, greep een blij en sterk gevoel van doorzettingskracht hem aan. Pries ter worden, aan het altaar des Heeren het Misoffer opdragen, de Sacramenten toedienen, de mensch leiden ten eeuwige leven, het waren de begeesterende ge dachten van den student.. En toch bleven de moeilijkheden hem vergezellen. Zijn middelen waren allesbehalve ruim, doch zijn wilskracht was groot. Met een sti pendium van vijftig daalders, hetgeen geestelijke vrienden hem bezorgden, en een paar privaatlessen kwam hij er. Nau welijks een half jaar was hij aan de stu die, of een zware bloedspuwing bracht zijn leven in gevaar. Volgens zijn eigen mededeeling gutsten hem stroomen bloeds uit" de borst, wat hem met angst en vreeze vervulden. Uiterst langzaam keer den zijn krachten terug. Toch had zijn ziekte een minder aangenaam gevolg voor hem: de vrijstelling van het school geld, welke hem aanvankelijk toegestaan was, werd ingetrokken; men meende dat zijn studiën toch niet veel zouden uitha len. Met alle inspanning gelukte 't hem het Gymnasium af te maken en met Pa- schen 1841 verliet hij voldaan het insti tuut, waar hij veel ervaring had opgedaan. Zijn bevindingen heeft hij zorgvuldig in een dagboek geschreven hetwelk nu nog berust in het archief van het gene- raal-secretariaat op de Kolping-Platz te Keulen. Daarin schreef hij aldus: „Allereerst wil ik op mij zeiven zien, met een rustig, onpartijdig 'hart mijn nei gingen en gevoelens beoordeelen en trach ten ze op te voeren tot het ideaal, dat voor mijn geest in mijn jeugdig vuur stond. O, neen! Dit ideaal is geen phantasde- beeld, geen voorstelling, waarvan de ver wezenlijking niet bestaat, geen beeld, dat met een heiligenkrans omgeven, zich trofcsch onder zijn mdeebroeders verhef fen moet, dat alles niet. Eerst wil ik er naar streven mensch te zijn, de hooge bestemming te leeren begrijpen, waar voor ik geboren ben, mijn plichten, de plichten van den mensch te leeren er kennen en vervullen, die hem geschikt maken om onder zijn broeders te leven en voor hen te werken. Nadat ik dan de wegen heb leeren kennen, die tot de vol making voeren, wil ik ze met vasten tred bewandelen wil ik de erkende waarheid vasthouden, met vrij en open gelaat be lijden, wat er in mijn ziel omgaat, voor de waarheid een getuige, voor den mede- mensoh een broeder zijn. Tevredenheid wil ik zoeken in de ge dachte alles gedaan te hebben, wat mijn krachten en mijn werkkring vorderen; buiten haar is er immers ook geen ware tevredenheid, geen rust voor mij Maar nog een hooger ideaal wordt ons ten doel gesteld, weliswaar onbereikbaar in zijn wezen en zijn kracht, maar daar om niet minder het volmaakste toonbeeld voor de lieden van alle tijden. Tegenover zijn reinste heiligheid, tegenover zijn hoogste waardigheid mag de mensch niet moedeloos worden; daarom mag hij niet van het beeld terugtreden, omdat zijn glans hem verblindt; hoe hooger het doel staat, hoe kostbaarder de kaanp- prijs is, dien men winnen kan hoe moe diger de krachten worden ingespannen om hem te verkrijgen. En houdt God niet de kroon reeds gereed, die den moedigen strijder ten deel zal vallen?.,.. Ook mij heeft Hij met wonderarmen geredik vind mij daar geplaatst waar nu een an dere, hoogere baan mij aangewezen is. Ik moet een getuige voor Zijn leer wor den en Hem verkondigen". S. M. PINKSTEREXCURSIE NAAR AMSTERDAM. Des morgens 2den Pinksterdag verza melde zich een groep Gezellen voor een tocht naar Amsterdam. Begunstigd door een heerlijk Meizonnetje bracht de trein ons spoedig op de plaats van bestem ming waar wij werden opgewacht door drietal Gezellen van Amsterdam IV. Daar wij tijd genoeg hadden werd be sloten de tocht te voet voort te zetten. Wij werden door onze begeleiders langs eenige bezienswaardige gebouwen gevoerd en konden na een half uur onze opwach ting maken bij onze gastheeren. Zooals gewoonlijk was de kennis vlug gemaakt en voelden wij ons al heel spoedig thuis. Na eenig praten over gang van zaken omtrent het vereenigingsleven werden wij verzocht plaats te nemen om onze dor stige kelen te laven. Een stukje muziek door middel van een gramofoon gekoppeld op een luid spreker deed de vermoeienis van de wan deling epoedig vergeten en nu werden onder vroolijke kout plannen gesmeed, hoe de dag zoo productief mogelijk te maken. Zoo werd dan besloten om ons in te schepen voor een bezoek aan Schiphol. Thans was de beurt aan de pessimis ten om hun hart te luchten want die za gen in de verte reeds enkele zwarte wol ken, welke onze heele dag in de war zou den sturen door middal van neerplas sende regen. En spoedig kregen zij gelijk want enkele droppels begonnen reeds te vallen en al gauw werden zij grooter en grooter en vielen al sneller en sneller. Maar onze zwartkijkers bleken slechte weerprofeten te zijn geweest, want kort daarop braak weer het zonnetje zich baan om ons den geheelen dag niet meer te verlaten. Met wat meer spoed waren wij nog tijdig genoeg voor de boot naar de vlieg- haven Schiphol. Het bleek al ras dat wij niet de eenige bezoekers waren, want duizenden waren reeds aanwezig. De dorst werd gelaafd en photo's genomen. Maar ook hier bleek weer, dat de tijd niet wacht. Want aldra werd het sein voor de rondleiding weergegeven. Iemand werd ons aangewezen die ons een kleine uitleg zou geven over het vligwezen. Al lereerst werd ons duidelijk gemaakt van welk een grooten omvang het vliegwezen is en hoe snel men zich kan verplaatsen op een zeer geriefelijke manier. Dan volgt de beziohtiging v'an douanekantoor in welke hallen ook het te verwachten weer wordt bekend gemaakt. Nauw ver want aan het passagiervervoer is het goe derenvervoer en de leider laat hooren tot welken omvang dat de laatste jaren is gekomen. Hierna een korte explicatie over het reizen en dalen met het bekij ken van de toestellen welke dit verge makkelijken. Tot slot werd nog een vlieg tuig nader bekeken en verklaard, hoe de verschillende roeren werken. Thans moesten wij ons haasten om tij dig aan de boot te zijn, welke ons weer spoedig in Amsterdam zou brengen, maar wij kwamen juist op tijd om deze te zien vertrekken. Maar hierom niet getreurd want, na 20 min. kwam er weer een welke ter onze beschikking werd gesteld en binnen het uur waren wij de gasten van de Coöp. keuken, welke op zich genomen had onze hongerige magen te vullen. En hierin is deze best geslaagd. Alras heerschte er 'n doodsohe stilte, onderbro ken door het getik van lepels en vorken. Maar na de eerste honger gestild te heb ben kwamen tooh de tongen weer los. Na. het diner dankte onze voorzitter de gezellen van Amsterdam IV met een kort woord voor de moeite en zorgen voor ons gedaan. Thans was de tijd daar om de finale van den prettigen dag te gaan zien in het Stadion. „De triomf der levenden", waarvan de couranten reeds uitvoerige verslagen hebben gegeven en waaraan ik sledhts heb toe te voegen, dat de onzen met volle teugen genoten hebben. TURNWEDSTRIJD EN DEMONSTRA TIE OP ZONDAG A.S. Zondag a.s. heeft de turnwedstrijd en demonstratie plaats van onze turnclub Oranje-Zwart en die van Haarlem II. Onze gasten arriveeren te twee uur. Te half drie heeft in het Gymnastieklo kaal Pieterskerkhof de wedstrijd plaats. Een jury van vier heeren zal hier aan wezig zijn. Deze wedstrijd is alleen toe gankelijk voor de leden der turnclub. Des avonds treden de leden der beide clubs op' in de groote zaal van het Ge- zellenhuis tot het geven van een demon stratie. Deze avond vangt aan te kwar tier na achten. De symphonie Fra-nz Schweitzer zal voor de muzikale bege leiding zorg dragen. Tot deze demonstratie worden alle Ge zellen uitgenoodigd. Gezien de mooie de monstratie van Januari 1.1., zal dit zeker een bezoek waard zijn. Op dezen avond zal tevens de Wissel- beker aan de winnende club worden uit-* gereikt. VAN M'N BOEKENTAFEL Gesprekken met Christus: door fr. Hieronymus Rongen O.Cist.R. Uitgave Trap pistenklooster Tegelen 1931. Tweede druk. Van de vele goede werkjes over 't gees telijk leven mag met recht dit pas versche nen boekje onder de meest belangrijken gerekend worden. En niets verwonderen zal dat dengenen, die reeds eerder kennis mochten maken met den schrijver, hetzij persoonlijk, hetzij door zijn, in 't opzicht zoowel van vorm als van inhoud, zoo heer lijke pennevruchten. Met zijn groote kennis van 's menschen voelen heeft Fr. Hiero nymus de diepte gepeild van dien schrij- nenden en schreienden nood der huidige dagen: de honger naar andere rijkdom, het smachten naar den vrede en de Liefde Chris ti. Och, we drukken het zoo gaarne uit, liefst nog gepaard gaand met een meewa rig knikje, dat de tijden van nu zoo slecht zijn en zoo door en door Anti-Christelijk. Inderdaad, boven het schaterend gewoel en de goddeloosheid onzer dagen klinkt de stem van Satan, den eeuwigen .Anti-Christ.; maar luistert.... 't gelukt hem niet om dien langen, langen snik te onderdrukken van de massa, die onbewust steeds weer roept om Christus. Neen, de wereld is niet zoo slecht, dat wij ze met een plechtig gebaar naar de verdoe menis wijzen, ze is niet bij voorkeur anti- Christelijk: eerder is ze leeg van den Chris tus, onbekend met den Christus. En wij, die Christus zeggen te volgen, wat hebben wij die wereld te geven? „Is Christus zelf niet de groote Onbeken de geworden, van Wien men o zoo weinig weet en aan Wien men zich o zoo weinig gelegen laat liggen?" Wat moeten wij-voor ons zeggen op deze vraag van den schrij ver, die hij stelt in 't eerste hoofdstuk, ge titeld „Een onderhoud met mijne broe ders"? O, kenden we toch de oneindige waarde van Gods gave! We beschikken over al de rijkdommen door Jezus verworven. Wij heb ben slechts te putten uit Zijn klare bronne. Wij, waren wij vol, boordevol van don Christus! Dan zou Zijn Triomph niet verre meer zijn, want de wereld, die wij boos noemden, snakt naar onze volheid en ze zal aangetrokken worden door onze vrede en liefde. Voor allen, die hunkeren naar dezen wa ren rijkdom, hetzij Katholieken of ander*, denkenden, zijn deze Gesprekken geschre ven. Wat zijn ze treffend! Wat zijn die ge- daohten ruim en wijd, zoodat ze telkens weer nieuwe en onvermoede vergezichten open leggen. Kinderlijk eenvoudig zijn zo tevens. Is eenvoud niet de hoogste schoon heid? Is het daarom ook niet de eenvoud, die bij uitstek het contact bewerkstelligt tus- schen de ziel en Christus, om te kunuen spreken van hart tot hart? Moge dan eveneens deze 2e druk van dit mooie boekje spoedig zich verspreiden, mo ge het in handen komen ook vooral van vele jongeren, die als reactie op de heden- daagsche geestelijke vervlakking, van hun leven willen maken één streven naar groot- sohe, wezenlijke idealen. Fr. R. 151. „Omze Bisschop is weer naar Rcime, heib i'k gelezen, Pater. Dat zal dia ar een echte glorie voor den arbeider worden. Ik wou dait ilk ook eens naar Rome kon. Misschien ais er weer eens een club van St. Rafael gaat. Mijn kinderen worden al wat grooter. M-aar leg1 u mij eens uiit-: wat bedoelen ze nrn eigènlij'k met diat Nederlandselh College. Is diat een soort seminarie Zijn er hier geen seminaries genoeg? We zijn hier in Nederland tooh go eerd genoeg ook. Kijik maar eens naar Keeeom en onze nieiuwe Kapelaan ma.g er ook wezen. Toen mijn vrouiw verleden week uit de late kerk kwam zei ze nog Het werd tijd mijn vriend den overweg- wachter te onderbreken. Hij heeft nu een maal de eigenaardige kwaal allerlei vragen te stellen, om allerlei inlichtingen te ver- zooken, en dan ziin eigen antwoord te geven of er onmiddellijk overheen te praten. Als i'k hem nu had laten doorratelen, dan wist hij nu nóg niet wat ons Neerüandicum in Rome beoogt, en waren wij waarschijnlijk gewikkeld geraakt in een zwaar gesprek over rendabiliteit van Orpington® en Blau we Veeners, een soort kippen en konijnen waarbij Hannes zweert.. Ik heb Hannes eenigsizins aan het ver stand trachten te brengen wat het doel is van ons Nederlandsohe College, hem toege geven dat „desondanks" Keesom een „ge leerde baas" is en de hoop bij hem opge wekt <Jat zijn nieuwe Kapelaan misschien ook neg we eens in 'Eiome doctor zal wor den en dat hij hem dan misschien wel naar den Paus mag vergezellen. Wat hij echter nog niet kan begrijpen is wait wij, Pries ters, in onze twaalfjarige sit.udentent.ijd heb ben uitgevoerd. Dan moest je, vindit Kij, toch allemaal minstens doctor zijn in het een of het ander. „Als je nu nagaat, mijn jongste jongen is pas tien jaar en de Mees ter heeft me verleden nog gezegd: „Hannes, niet om je te vleien.... Daar kwam een trein aan en ik fietste weg. Dag, Hannes Tot ziens, Pater. Nu kunt u, vrienden, dit heele stukje wel overslaan, als u alleen maar onthoudt d<at zoo'n jongetje van twaalf jaar en ouder twaalf jaar minstens studeeren moet om Priester te worden. Dan zult u begrijpen dat wij niet voor niets uw "hulp inroepen voor zijn stoffelijk onderhoud. St. Bonifaciuis-Miis&iehuis. Hoorn, postrek. 120937. Father Lefeber, Directeur. Hebt u er nu al eens over gedacht of sa men erover gesproken om het kostgeld van zoo'n studentje te betalen en zoo uw. eigen Priester te vormen? BIJ DE ONTHULLING VAN HET MONUMENT VOOR PASTOOR VERBURCH. De grondlegger van de West- landsche druivencultuur. Op Maartdag 1 Juni za-1 te Poeldijk ge meente Monster, het monument worden onthuld voor Pastoor Verburoh, den grond legger van de Westlandsche druivencul tuur. Om 4 uur in den namiddag zal in het veilingsgebouw te Poeldijk door het Vor- burch-comité onder voorzitterschap van het Tweede Kamerlid G. W. Kampschöer, bur gemeester van Monster, de officieele ont vangst plaats hebben van de genoodigden. Vervolgens houdt Z.Exc. jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, minister va-n Staat en Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw een rede, waarna door Z.Exc. het monument zal worden onthuld. Hierna spreekt de heer Jan Barendse, voorzitter van den bond Westland en lid van het Ver- burch-comité, die heb monument aan het gemeentebestuur zal overdragen. Ten slotte spreekt de burgemeester van Monster nog een woord, waarbij namens het gemeente bestuur het standbeeld zal worden aan vaard. Behalve genoemde personen zullen o.a. bij de plechtigheid tegenwoordig zijn de commissaris der Koningin in de pro vincie Zuid-Holland-, mr. dr. H. A. van Kar- nebeek, als-ook de burgemeester van Den Haag de gemeentebesturen van het West- land, de rector-magnificus der Landbouw Hoogeschool te Wageningen mr. dr. De Zaayer, hoogheemraad van Delfland. Ver der zijn nog uitgenoodigd de directie van den Boeren- en Tuindersbond, Nederland- sche Tuinbouwraad, het hoofdbestuur van den Ned. R. K. Boeren- en Tuindersbond, professor Sprenger uit Wageningen en de burgemeesters van Delft en Rotterdam. Het monument zal voorloopig worden ge plaatst terzijde van het nieuwe veilingge bouw aan de zijde van den Nieuwenweg. Later zal de gemeente een plantsoen laten aanleggen van 30 bij 30 Meter. Het mo nument is ontworpen door den beeldhou wer Aug. Falise te Wageningen. Het stelt Pastoor Verbureh voor in staande houding in priesterkleeding (staatsieja-s en korte broek), terwijl de eene hand op de borst rust en de andere hand steunt op een hoog voetstuk, waaromheen druiven-trossen zijn uitgehouwen. Voor de oprichting van dat monument was een bedrag van ongeveer 10.000 noodig. De gemeente Monster, in welke gemeente het monument wordt ge plaatst, stond 500.toe, terwijl de vei- lingvereeniging Poeldijk 1000 verleende. Andere veilingen en gemeenten stonden bij dragen van 200.tot 400.toe, terwijl door particulieren ruim 4000.is bijeen gebracht. Pastoor Franciscus Verbureh, voor wien het monument wordt opgericht, werd in 1647 op 30-jarigen leeftijd als pas toor in het Westland aangesteld. Zijn pa rochie bestond uit Poeldijk, Monster, Ter- heyde, 'sGravenzande, Naaldwijk, Honse- lersdijk en een gedeelte van Loosduinen. Pastoor Verbureh legde zich naast de ziel zorg op den landbouw toe, waarbij hij voor al aantoonde, dat met een betere behande ling van de gewassen veel was te berei ken. Hij nam ook proeven met de druiven- teelt, welke toen nog zoo goed als onbekend was in het Westland. Gemakkelijk is zijn taak, vooral in het begin zeker niet ge weest. Vanaf 1573 tot aan de komst van Franciscus Verbureh in 1647 was de groo- tendeels katholieke bevolking van het Westland aangewezen op de geestelijke hulp van reizende zendelingen, die ver momd rondtrokken en op ongeregelde tij den op geheime plaatsen hun godsdienst oefeningen hielden. Krachtig werden zij hierin gesteund door de begijnen van 's-Gravenzande, die de geloovigen gingen waarschuwen, wanneer hier of daar zoo'n godsdienstoefening zou plaats hebben. Maar niettegenstaande alle moeilijkheden genoot Franciscus Verbureh een voor die dagen betrekkelijk groote vrijheid van be weging, die hoofdzakelijk moet worden toe geschreven aan vorstelijke bewoners van het Huis Honselersdijk, want toen op 6 November 1650 Willem II was overleden, kwam zijn weduwe met haar zoontje, den lateren Willem III, troost en afleiding zoe ken op het Huis Honselersdijk en naar al gemeen wordt aangenomen behoorde pas toor Verbureh daar tot de weinige gasten. Deze bescherming en latere vriendschap met Willem III geven dus een zeer aanne melijke verklaring, dat pastoor Verburc-h in tegenstelling met anderen, ongehinderd zijn bediening kon uitoefenen. Ook zal hier aan niet vreemd geweest zijn het feit, dat zelfs zijn tegenstanders in het geloof in hem moesten zien de pionier die ook werkte voor het stoffelijk heil van zijn parochia nen, als iemand, die welvaart bracht in de streek en waartegen zij ondanks verschil van opvattingen, met eerbied moesten op zien. Vele van de hierboven genoemde fei ten zijn ontleend aan het interessante boek je van Edward van Bergen „Franciscus Verbureh", eerste pastoor van het West land na de Hervorming en invoerder der druiventeelt". Pastoor Verbureh overleed op 1 Januari 1708 in den ouderdom van 90 jaar, waarvan hij er zestig in het Westland had doorgebracht. Uit de Landbouwwereld Kippenhokken. Bij het maken van een kippenhok geeft men in 't algemeen zoo veel mogelijk den voorkant de richting naar het Zuiden.. Na tal van proeven ge nomen te hebben, schijnt een Amerikaan- sche fokker beter ervaring te hebben op gedaan met een hok dat van 't Noorden naar 't Zuiden loopt, en waarvan de ven sters naar 't Oosten en Westen opengaan. Als een der voornaamste voordeelen daar van wijst hij er op, dat hennen en kuikens in de vroegte en 's avonds de zon krijgv'n, terwijl zij 's middags, wat voor het warme jaargetijde van belang is, in de schaduw zitten. Ook beweert hij, dat de tempera- KALENDER DER WEEK NB. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria» geen .Credo. De gewone Prefatie. ZONDAG 31 Mei. Ie Zondag na Pinkste ren. Feestdag van de Allerheiligste Drieën- heid. Mis: Benedicta. 2e gebed v. d. len Zondag na Pinksteren. Credo. Prefatie v. d. A'llerh. Drieëmheid. Laatste Evangelie v. d. Zoaxlag. Kleur: Wit. 't Verheven Geheim der Allerheiligste Drieëenheid kunnen wij met om® verstand niet begrijpen. Daarom brengen wij aan God het. heertijk offer to in oms geloof, van daag vooral. Eeren wij door een degelijk katholiek geloofsleven den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest, de Allerheiligste Dirieëenheid en onverdeelde éénheid. MAANDAG 1 Juni. Mis v. d. 1er» Zondag na Pinksteren: Domine. Geen Gloria. 2e gebed. A Gumctis (om de voorbede der Hei ligen); 3e naar willekeur van den priester. Kleur: Groen. DINSDAG 2 Jamd. Mis v. d. H.H. Mar- ceilinus, Petrus en Erasmus, Martelaren: Clamaverunt. 2e en 3e gebed als gisteren. Kleur: Rood. WOENSDAG 3 Juni. Mis als op Maan dag. 2e gebed A. Cunctis; 3e voor de over ledenen (Fidelium); 4e naar willekeur v. d. priester. Kleur: Groen, DONDERDAG 4 Juni. Feestdag van het A!erhei!igste Sacrament des Altaars. Dag van Devotie. Mis: Cibavit. De Sequens .,La-uda- Sion" (in de gelezen H.H. Missen ender het octaaf naar willekeur v. d. pries ter). Credo en Prefatie van Kerstmis (ook Vrijdag en Zaterdag). Kleur: Wit. Herdachten wij op den Witten Donderdag de Instelling tooi het Allerheiligste Saora- menit, vandaag vieren wij het Bezit van de H. Eucharistie. ..Er is geen volk dat zijne goden zóó ddoht bij zich heeft- als onze God tegenwoorig is bij on«" (aldus de H. Thomas in de Getijden v. d. H. Kerk.) Richten wij onze oogen naar den ver borgen God onze a.'taren. Laat Hij zijn on ze dagelijksche Sipijize, opdat Christus in ons en wij in Christus één, deel mogen heb ben aan de vruchten der Verlossing: het eeuwig leven. (Gnaduale; Alleluja-vers en gebed). VRIJDAG 5 Juni. Tweede dag v. h. H. Sacramentsoctaaf. Mis: Cibavit (als giste ren). 2e gebed ter eere van Maria (Conce de); 3e voor Kerk of Paus. Kleur: Wit, ZATERDAG 6 Juni. Derde dag v. h. H. Sacramentsoctaaf. Mis als op Donderdag. 2e gebed v. d. H. Noribertus. Bisschop en Belijder. Kleur: Wit. In zijn jongelingsjaren levende aan het hof vain koning Hendrik V van Duibseih- Land gehecht, aan de were'jd, werd Noriber tus tot inkeer gebracht door het inslaan van den bliksem in zijne nabijheid en hij begon een leven van gebed en versterving. Hij trad o>p als boeteprediker in D'uiitsch- liand en Frankrijk en stichtte voorgelicht door een visioen in het dal van premonitré, de Orde der Premonstraitensers of Norber tijnen. Norbertus stierf af\s Bisschop van Maagdenburg den 6en Juni 1134. In de kerken der E.E.P.P. Franciscanen: Alles als in bovenstaande kalender, be halve MAANDAG. Wijding der Patriarchale Basiliek van Onzen H. Vader Franciscus te Assisië. (Zie in het Franciscaansche Eigen op 25 Mei). Mis: Terribilis. 2e gebed v. d overbrenging v. d. H. Franciscus; 3c v. d. Z.Z. Herculanus van Piagai'o enz. Belijders. Crede. Gewone Prefatie. Kleur: Wit. DINSDAG. Mis v. d. Z. Humiliana, We duwe: Cognovi. 2e gebed v. d. H.H. Mar- vellinus enz. 3e A Cunctis. Kleur: Wit. WOENSDAG. Mis v. d. Z. Andreas van Spello, Belijder: Justus. 2e gebed A Cunc tis; 3e naar willekeur v. d. priester. Kleur: Wit. Amsterdam. ALB. M. KOK, pr. tuur over 't geheel meer gelijkmatig is, en 's nachts niet zoo aanmerkelijk daalt, zoo- al® in de vroeger gebruikte hokken, wat dikwijls aanleiding gaf tot ziekten. Het strooisel blijft voorts gelijkmatiger op den grond uitgespreid liggen, en wordt niet, gelijk anders het geval is, naar den Noord wand opgehoopt. Ook kan het langer ge bruikt worden. Bij 't scharrelen en krab ben heeft de hen meer den kop naar het licht toegewend, en werpt het stroo naar alle richtingen rond, zoodat het gelijkmatig overal heen verdeeld blijft en daardoor ook het korrel voeder beter gestrooid kan wor den, zonder dat de kippen den kalen grond openkrabben en de aardie over het stroo heen werpen. De Koningin van den Nacht. „Koningin der Nacht" noemt men den grootbloemigcn Kaarscactus (Cerens grandiflorus Mill.), een bijna onbeduidende s»oort, die zich evenwel door wonderschoone bloemen van 1520 c.M. breed kenmerkt. De naam hangt samen met de eigenaardigheid der bloem 's nachts te bloeien. Hoewel de bloemknoppen reeds weken te voren aan wezig zijn, komt de snelle ontwikkeling vaa de bloem eerst einde J uli tot Augustus, zoo dat de knoppen zienderoog groeien. Des avonds laat opent zich de heerlijk geuren de bloem, terwijl ze een fijnen, doordringen den vanille-geur uitstroomt, om 's ochtends te verwelken. Deze eigenaardigheid van 's nacht® te bloeien treft men ook bij an dere Cerens-soorten aan, bij—, bij de Ce rens nycticallus L. Deze soort wordt wel eens verkeerdelijk als „Kenicgia dei- Nacht" beschouwd; deü hee-lijle gerr e ter mist zij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 7