KERKNIEUWS
ZATERDAG 30 MEI 1631
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 7
IliTERPAROCHIEELE
v.
Toen de jonge levensidealen van Kol-
ping zoo onverwacihts helder voor hem
stonden, greep een blij en sterk gevoel
van doorzettingskracht hem aan. Pries
ter worden, aan het altaar des Heeren
het Misoffer opdragen, de Sacramenten
toedienen, de mensch leiden ten eeuwige
leven, het waren de begeesterende ge
dachten van den student.. En toch bleven
de moeilijkheden hem vergezellen. Zijn
middelen waren allesbehalve ruim, doch
zijn wilskracht was groot. Met een sti
pendium van vijftig daalders, hetgeen
geestelijke vrienden hem bezorgden, en
een paar privaatlessen kwam hij er. Nau
welijks een half jaar was hij aan de stu
die, of een zware bloedspuwing bracht
zijn leven in gevaar. Volgens zijn eigen
mededeeling gutsten hem stroomen bloeds
uit" de borst, wat hem met angst en
vreeze vervulden. Uiterst langzaam keer
den zijn krachten terug. Toch had zijn
ziekte een minder aangenaam gevolg
voor hem: de vrijstelling van het school
geld, welke hem aanvankelijk toegestaan
was, werd ingetrokken; men meende dat
zijn studiën toch niet veel zouden uitha
len. Met alle inspanning gelukte 't hem
het Gymnasium af te maken en met Pa-
schen 1841 verliet hij voldaan het insti
tuut, waar hij veel ervaring had opgedaan.
Zijn bevindingen heeft hij zorgvuldig
in een dagboek geschreven hetwelk nu
nog berust in het archief van het gene-
raal-secretariaat op de Kolping-Platz te
Keulen. Daarin schreef hij aldus:
„Allereerst wil ik op mij zeiven zien,
met een rustig, onpartijdig 'hart mijn nei
gingen en gevoelens beoordeelen en trach
ten ze op te voeren tot het ideaal, dat
voor mijn geest in mijn jeugdig vuur
stond.
O, neen! Dit ideaal is geen phantasde-
beeld, geen voorstelling, waarvan de ver
wezenlijking niet bestaat, geen beeld, dat
met een heiligenkrans omgeven, zich
trofcsch onder zijn mdeebroeders verhef
fen moet, dat alles niet. Eerst wil ik er
naar streven mensch te zijn, de hooge
bestemming te leeren begrijpen, waar
voor ik geboren ben, mijn plichten, de
plichten van den mensch te leeren er
kennen en vervullen, die hem geschikt
maken om onder zijn broeders te leven
en voor hen te werken. Nadat ik dan de
wegen heb leeren kennen, die tot de vol
making voeren, wil ik ze met vasten tred
bewandelen wil ik de erkende waarheid
vasthouden, met vrij en open gelaat be
lijden, wat er in mijn ziel omgaat, voor
de waarheid een getuige, voor den mede-
mensoh een broeder zijn.
Tevredenheid wil ik zoeken in de ge
dachte alles gedaan te hebben, wat mijn
krachten en mijn werkkring vorderen;
buiten haar is er immers ook geen ware
tevredenheid, geen rust voor mij
Maar nog een hooger ideaal wordt ons
ten doel gesteld, weliswaar onbereikbaar
in zijn wezen en zijn kracht, maar daar
om niet minder het volmaakste toonbeeld
voor de lieden van alle tijden. Tegenover
zijn reinste heiligheid, tegenover zijn
hoogste waardigheid mag de mensch niet
moedeloos worden; daarom mag hij niet
van het beeld terugtreden, omdat zijn
glans hem verblindt; hoe hooger het
doel staat, hoe kostbaarder de kaanp-
prijs is, dien men winnen kan hoe moe
diger de krachten worden ingespannen
om hem te verkrijgen. En houdt God niet
de kroon reeds gereed, die den moedigen
strijder ten deel zal vallen?.,.. Ook mij
heeft Hij met wonderarmen geredik
vind mij daar geplaatst waar nu een an
dere, hoogere baan mij aangewezen is.
Ik moet een getuige voor Zijn leer wor
den en Hem verkondigen".
S. M.
PINKSTEREXCURSIE NAAR
AMSTERDAM.
Des morgens 2den Pinksterdag verza
melde zich een groep Gezellen voor een
tocht naar Amsterdam. Begunstigd door
een heerlijk Meizonnetje bracht de trein
ons spoedig op de plaats van bestem
ming waar wij werden opgewacht door
drietal Gezellen van Amsterdam IV.
Daar wij tijd genoeg hadden werd be
sloten de tocht te voet voort te zetten.
Wij werden door onze begeleiders langs
eenige bezienswaardige gebouwen gevoerd
en konden na een half uur onze opwach
ting maken bij onze gastheeren. Zooals
gewoonlijk was de kennis vlug gemaakt
en voelden wij ons al heel spoedig thuis.
Na eenig praten over gang van zaken
omtrent het vereenigingsleven werden wij
verzocht plaats te nemen om onze dor
stige kelen te laven.
Een stukje muziek door middel van
een gramofoon gekoppeld op een luid
spreker deed de vermoeienis van de wan
deling epoedig vergeten en nu werden
onder vroolijke kout plannen gesmeed,
hoe de dag zoo productief mogelijk te
maken. Zoo werd dan besloten om ons
in te schepen voor een bezoek aan
Schiphol.
Thans was de beurt aan de pessimis
ten om hun hart te luchten want die za
gen in de verte reeds enkele zwarte wol
ken, welke onze heele dag in de war zou
den sturen door middal van neerplas
sende regen. En spoedig kregen zij gelijk
want enkele droppels begonnen reeds te
vallen en al gauw werden zij grooter en
grooter en vielen al sneller en sneller.
Maar onze zwartkijkers bleken slechte
weerprofeten te zijn geweest, want kort
daarop braak weer het zonnetje zich
baan om ons den geheelen dag niet meer
te verlaten.
Met wat meer spoed waren wij nog
tijdig genoeg voor de boot naar de vlieg-
haven Schiphol.
Het bleek al ras dat wij niet de eenige
bezoekers waren, want duizenden waren
reeds aanwezig. De dorst werd gelaafd
en photo's genomen.
Maar ook hier bleek weer, dat de tijd
niet wacht. Want aldra werd het sein
voor de rondleiding weergegeven. Iemand
werd ons aangewezen die ons een kleine
uitleg zou geven over het vligwezen. Al
lereerst werd ons duidelijk gemaakt van
welk een grooten omvang het vliegwezen
is en hoe snel men zich kan verplaatsen
op een zeer geriefelijke manier. Dan
volgt de beziohtiging v'an douanekantoor
in welke hallen ook het te verwachten
weer wordt bekend gemaakt. Nauw ver
want aan het passagiervervoer is het goe
derenvervoer en de leider laat hooren
tot welken omvang dat de laatste jaren
is gekomen. Hierna een korte explicatie
over het reizen en dalen met het bekij
ken van de toestellen welke dit verge
makkelijken. Tot slot werd nog een vlieg
tuig nader bekeken en verklaard,
hoe de verschillende roeren werken.
Thans moesten wij ons haasten om tij
dig aan de boot te zijn, welke ons weer
spoedig in Amsterdam zou brengen, maar
wij kwamen juist op tijd om deze te zien
vertrekken.
Maar hierom niet getreurd want, na 20
min. kwam er weer een welke ter onze
beschikking werd gesteld en binnen het
uur waren wij de gasten van de Coöp.
keuken, welke op zich genomen had onze
hongerige magen te vullen.
En hierin is deze best geslaagd. Alras
heerschte er 'n doodsohe stilte, onderbro
ken door het getik van lepels en vorken.
Maar na de eerste honger gestild te heb
ben kwamen tooh de tongen weer los.
Na. het diner dankte onze voorzitter
de gezellen van Amsterdam IV met een
kort woord voor de moeite en zorgen
voor ons gedaan.
Thans was de tijd daar om de finale
van den prettigen dag te gaan zien in
het Stadion. „De triomf der levenden",
waarvan de couranten reeds uitvoerige
verslagen hebben gegeven en waaraan ik
sledhts heb toe te voegen, dat de onzen
met volle teugen genoten hebben.
TURNWEDSTRIJD EN DEMONSTRA
TIE OP ZONDAG A.S.
Zondag a.s. heeft de turnwedstrijd en
demonstratie plaats van onze turnclub
Oranje-Zwart en die van Haarlem II.
Onze gasten arriveeren te twee uur.
Te half drie heeft in het Gymnastieklo
kaal Pieterskerkhof de wedstrijd plaats.
Een jury van vier heeren zal hier aan
wezig zijn. Deze wedstrijd is alleen toe
gankelijk voor de leden der turnclub.
Des avonds treden de leden der beide
clubs op' in de groote zaal van het Ge-
zellenhuis tot het geven van een demon
stratie. Deze avond vangt aan te kwar
tier na achten. De symphonie Fra-nz
Schweitzer zal voor de muzikale bege
leiding zorg dragen.
Tot deze demonstratie worden alle Ge
zellen uitgenoodigd. Gezien de mooie de
monstratie van Januari 1.1., zal dit zeker
een bezoek waard zijn.
Op dezen avond zal tevens de Wissel-
beker aan de winnende club worden uit-*
gereikt.
VAN M'N BOEKENTAFEL
Gesprekken met Christus:
door fr. Hieronymus Rongen
O.Cist.R. Uitgave Trap
pistenklooster Tegelen 1931.
Tweede druk.
Van de vele goede werkjes over 't gees
telijk leven mag met recht dit pas versche
nen boekje onder de meest belangrijken
gerekend worden. En niets verwonderen zal
dat dengenen, die reeds eerder kennis
mochten maken met den schrijver, hetzij
persoonlijk, hetzij door zijn, in 't opzicht
zoowel van vorm als van inhoud, zoo heer
lijke pennevruchten. Met zijn groote kennis
van 's menschen voelen heeft Fr. Hiero
nymus de diepte gepeild van dien schrij-
nenden en schreienden nood der huidige
dagen: de honger naar andere rijkdom, het
smachten naar den vrede en de Liefde
Chris ti.
Och, we drukken het zoo gaarne uit,
liefst nog gepaard gaand met een meewa
rig knikje, dat de tijden van nu zoo slecht
zijn en zoo door en door Anti-Christelijk.
Inderdaad, boven het schaterend gewoel
en de goddeloosheid onzer dagen klinkt de
stem van Satan, den eeuwigen .Anti-Christ.;
maar luistert.... 't gelukt hem niet om
dien langen, langen snik te onderdrukken
van de massa, die onbewust steeds weer
roept om Christus.
Neen, de wereld is niet zoo slecht, dat wij
ze met een plechtig gebaar naar de verdoe
menis wijzen, ze is niet bij voorkeur anti-
Christelijk: eerder is ze leeg van den Chris
tus, onbekend met den Christus.
En wij, die Christus zeggen te volgen,
wat hebben wij die wereld te geven?
„Is Christus zelf niet de groote Onbeken
de geworden, van Wien men o zoo weinig
weet en aan Wien men zich o zoo weinig
gelegen laat liggen?" Wat moeten wij-voor
ons zeggen op deze vraag van den schrij
ver, die hij stelt in 't eerste hoofdstuk, ge
titeld „Een onderhoud met mijne broe
ders"?
O, kenden we toch de oneindige waarde
van Gods gave! We beschikken over al de
rijkdommen door Jezus verworven. Wij heb
ben slechts te putten uit Zijn klare bronne.
Wij, waren wij vol, boordevol van don
Christus! Dan zou Zijn Triomph niet verre
meer zijn, want de wereld, die wij boos
noemden, snakt naar onze volheid en ze zal
aangetrokken worden door onze vrede en
liefde.
Voor allen, die hunkeren naar dezen wa
ren rijkdom, hetzij Katholieken of ander*,
denkenden, zijn deze Gesprekken geschre
ven. Wat zijn ze treffend! Wat zijn die ge-
daohten ruim en wijd, zoodat ze telkens
weer nieuwe en onvermoede vergezichten
open leggen. Kinderlijk eenvoudig zijn zo
tevens. Is eenvoud niet de hoogste schoon
heid?
Is het daarom ook niet de eenvoud, die
bij uitstek het contact bewerkstelligt tus-
schen de ziel en Christus, om te kunuen
spreken van hart tot hart?
Moge dan eveneens deze 2e druk van dit
mooie boekje spoedig zich verspreiden, mo
ge het in handen komen ook vooral van
vele jongeren, die als reactie op de heden-
daagsche geestelijke vervlakking, van hun
leven willen maken één streven naar groot-
sohe, wezenlijke idealen.
Fr. R.
151.
„Omze Bisschop is weer naar Rcime, heib
i'k gelezen, Pater. Dat zal dia ar een echte
glorie voor den arbeider worden. Ik wou
dait ilk ook eens naar Rome kon. Misschien
ais er weer eens een club van St. Rafael
gaat. Mijn kinderen worden al wat grooter.
M-aar leg1 u mij eens uiit-: wat bedoelen ze
nrn eigènlij'k met diat Nederlandselh College.
Is diat een soort seminarie Zijn er hier
geen seminaries genoeg? We zijn hier in
Nederland tooh go eerd genoeg ook. Kijik
maar eens naar Keeeom en onze nieiuwe
Kapelaan ma.g er ook wezen. Toen mijn
vrouiw verleden week uit de late kerk kwam
zei ze nog
Het werd tijd mijn vriend den overweg-
wachter te onderbreken. Hij heeft nu een
maal de eigenaardige kwaal allerlei vragen
te stellen, om allerlei inlichtingen te ver-
zooken, en dan ziin eigen antwoord te geven
of er onmiddellijk overheen te praten. Als
i'k hem nu had laten doorratelen, dan wist
hij nu nóg niet wat ons Neerüandicum in
Rome beoogt, en waren wij waarschijnlijk
gewikkeld geraakt in een zwaar gesprek
over rendabiliteit van Orpington® en Blau
we Veeners, een soort kippen en konijnen
waarbij Hannes zweert..
Ik heb Hannes eenigsizins aan het ver
stand trachten te brengen wat het doel is
van ons Nederlandsohe College, hem toege
geven dat „desondanks" Keesom een „ge
leerde baas" is en de hoop bij hem opge
wekt <Jat zijn nieuwe Kapelaan misschien
ook neg we eens in 'Eiome doctor zal wor
den en dat hij hem dan misschien wel naar
den Paus mag vergezellen. Wat hij echter
nog niet kan begrijpen is wait wij, Pries
ters, in onze twaalfjarige sit.udentent.ijd heb
ben uitgevoerd. Dan moest je, vindit Kij,
toch allemaal minstens doctor zijn in het
een of het ander. „Als je nu nagaat, mijn
jongste jongen is pas tien jaar en de Mees
ter heeft me verleden nog gezegd: „Hannes,
niet om je te vleien.... Daar kwam een
trein aan en ik fietste weg. Dag, Hannes
Tot ziens, Pater.
Nu kunt u, vrienden, dit heele stukje wel
overslaan, als u alleen maar onthoudt d<at
zoo'n jongetje van twaalf jaar en ouder
twaalf jaar minstens studeeren moet om
Priester te worden. Dan zult u begrijpen
dat wij niet voor niets uw "hulp inroepen
voor zijn stoffelijk onderhoud.
St. Bonifaciuis-Miis&iehuis.
Hoorn, postrek. 120937.
Father Lefeber,
Directeur.
Hebt u er nu al eens over gedacht of sa
men erover gesproken om het kostgeld van
zoo'n studentje te betalen en zoo uw. eigen
Priester te vormen?
BIJ DE ONTHULLING VAN HET
MONUMENT VOOR PASTOOR
VERBURCH.
De grondlegger van de West-
landsche druivencultuur.
Op Maartdag 1 Juni za-1 te Poeldijk ge
meente Monster, het monument worden
onthuld voor Pastoor Verburoh, den grond
legger van de Westlandsche druivencul
tuur. Om 4 uur in den namiddag zal in het
veilingsgebouw te Poeldijk door het Vor-
burch-comité onder voorzitterschap van het
Tweede Kamerlid G. W. Kampschöer, bur
gemeester van Monster, de officieele ont
vangst plaats hebben van de genoodigden.
Vervolgens houdt Z.Exc. jhr. mr. Ch. Ruys
de Beerenbrouck, minister va-n Staat en
Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw een rede, waarna door Z.Exc.
het monument zal worden onthuld. Hierna
spreekt de heer Jan Barendse, voorzitter
van den bond Westland en lid van het Ver-
burch-comité, die heb monument aan het
gemeentebestuur zal overdragen. Ten slotte
spreekt de burgemeester van Monster nog
een woord, waarbij namens het gemeente
bestuur het standbeeld zal worden aan
vaard. Behalve genoemde personen zullen
o.a. bij de plechtigheid tegenwoordig zijn
de commissaris der Koningin in de pro
vincie Zuid-Holland-, mr. dr. H. A. van Kar-
nebeek, als-ook de burgemeester van Den
Haag de gemeentebesturen van het West-
land, de rector-magnificus der Landbouw
Hoogeschool te Wageningen mr. dr. De
Zaayer, hoogheemraad van Delfland. Ver
der zijn nog uitgenoodigd de directie van
den Boeren- en Tuindersbond, Nederland-
sche Tuinbouwraad, het hoofdbestuur van
den Ned. R. K. Boeren- en Tuindersbond,
professor Sprenger uit Wageningen en de
burgemeesters van Delft en Rotterdam.
Het monument zal voorloopig worden ge
plaatst terzijde van het nieuwe veilingge
bouw aan de zijde van den Nieuwenweg.
Later zal de gemeente een plantsoen laten
aanleggen van 30 bij 30 Meter. Het mo
nument is ontworpen door den beeldhou
wer Aug. Falise te Wageningen. Het stelt
Pastoor Verbureh voor in staande houding
in priesterkleeding (staatsieja-s en korte
broek), terwijl de eene hand op de borst
rust en de andere hand steunt op een hoog
voetstuk, waaromheen druiven-trossen zijn
uitgehouwen. Voor de oprichting van dat
monument was een bedrag van ongeveer
10.000 noodig. De gemeente Monster, in
welke gemeente het monument wordt ge
plaatst, stond 500.toe, terwijl de vei-
lingvereeniging Poeldijk 1000 verleende.
Andere veilingen en gemeenten stonden bij
dragen van 200.tot 400.toe, terwijl
door particulieren ruim 4000.is bijeen
gebracht. Pastoor Franciscus Verbureh,
voor wien het monument wordt opgericht,
werd in 1647 op 30-jarigen leeftijd als pas
toor in het Westland aangesteld. Zijn pa
rochie bestond uit Poeldijk, Monster, Ter-
heyde, 'sGravenzande, Naaldwijk, Honse-
lersdijk en een gedeelte van Loosduinen.
Pastoor Verbureh legde zich naast de ziel
zorg op den landbouw toe, waarbij hij voor
al aantoonde, dat met een betere behande
ling van de gewassen veel was te berei
ken. Hij nam ook proeven met de druiven-
teelt, welke toen nog zoo goed als onbekend
was in het Westland. Gemakkelijk is zijn
taak, vooral in het begin zeker niet ge
weest. Vanaf 1573 tot aan de komst van
Franciscus Verbureh in 1647 was de groo-
tendeels katholieke bevolking van het
Westland aangewezen op de geestelijke
hulp van reizende zendelingen, die ver
momd rondtrokken en op ongeregelde tij
den op geheime plaatsen hun godsdienst
oefeningen hielden. Krachtig werden zij
hierin gesteund door de begijnen van
's-Gravenzande, die de geloovigen gingen
waarschuwen, wanneer hier of daar zoo'n
godsdienstoefening zou plaats hebben.
Maar niettegenstaande alle moeilijkheden
genoot Franciscus Verbureh een voor die
dagen betrekkelijk groote vrijheid van be
weging, die hoofdzakelijk moet worden toe
geschreven aan vorstelijke bewoners van
het Huis Honselersdijk, want toen op 6
November 1650 Willem II was overleden,
kwam zijn weduwe met haar zoontje, den
lateren Willem III, troost en afleiding zoe
ken op het Huis Honselersdijk en naar al
gemeen wordt aangenomen behoorde pas
toor Verbureh daar tot de weinige gasten.
Deze bescherming en latere vriendschap
met Willem III geven dus een zeer aanne
melijke verklaring, dat pastoor Verburc-h
in tegenstelling met anderen, ongehinderd
zijn bediening kon uitoefenen. Ook zal hier
aan niet vreemd geweest zijn het feit, dat
zelfs zijn tegenstanders in het geloof in hem
moesten zien de pionier die ook werkte
voor het stoffelijk heil van zijn parochia
nen, als iemand, die welvaart bracht in de
streek en waartegen zij ondanks verschil
van opvattingen, met eerbied moesten op
zien. Vele van de hierboven genoemde fei
ten zijn ontleend aan het interessante boek
je van Edward van Bergen „Franciscus
Verbureh", eerste pastoor van het West
land na de Hervorming en invoerder der
druiventeelt". Pastoor Verbureh overleed
op 1 Januari 1708 in den ouderdom van 90
jaar, waarvan hij er zestig in het Westland
had doorgebracht.
Uit de Landbouwwereld
Kippenhokken. Bij het maken van een
kippenhok geeft men in 't algemeen zoo
veel mogelijk den voorkant de richting
naar het Zuiden.. Na tal van proeven ge
nomen te hebben, schijnt een Amerikaan-
sche fokker beter ervaring te hebben op
gedaan met een hok dat van 't Noorden
naar 't Zuiden loopt, en waarvan de ven
sters naar 't Oosten en Westen opengaan.
Als een der voornaamste voordeelen daar
van wijst hij er op, dat hennen en kuikens
in de vroegte en 's avonds de zon krijgv'n,
terwijl zij 's middags, wat voor het warme
jaargetijde van belang is, in de schaduw
zitten. Ook beweert hij, dat de tempera-
KALENDER DER WEEK
NB. Als niet anders wordt aangegeven
dagelijks Gloria» geen .Credo. De gewone
Prefatie.
ZONDAG 31 Mei. Ie Zondag na Pinkste
ren. Feestdag van de Allerheiligste Drieën-
heid. Mis: Benedicta. 2e gebed v. d. len
Zondag na Pinksteren. Credo. Prefatie v.
d. A'llerh. Drieëmheid. Laatste Evangelie v.
d. Zoaxlag. Kleur: Wit.
't Verheven Geheim der Allerheiligste
Drieëenheid kunnen wij met om® verstand
niet begrijpen. Daarom brengen wij aan
God het. heertijk offer to in oms geloof, van
daag vooral. Eeren wij door een degelijk
katholiek geloofsleven den Vader, den Zoon
en den Heiligen Geest, de Allerheiligste
Dirieëenheid en onverdeelde éénheid.
MAANDAG 1 Juni. Mis v. d. 1er» Zondag
na Pinksteren: Domine. Geen Gloria. 2e
gebed. A Gumctis (om de voorbede der Hei
ligen); 3e naar willekeur van den priester.
Kleur: Groen.
DINSDAG 2 Jamd. Mis v. d. H.H. Mar-
ceilinus, Petrus en Erasmus, Martelaren:
Clamaverunt. 2e en 3e gebed als gisteren.
Kleur: Rood.
WOENSDAG 3 Juni. Mis als op Maan
dag. 2e gebed A. Cunctis; 3e voor de over
ledenen (Fidelium); 4e naar willekeur v. d.
priester. Kleur: Groen,
DONDERDAG 4 Juni. Feestdag van het
A!erhei!igste Sacrament des Altaars. Dag
van Devotie. Mis: Cibavit. De Sequens
.,La-uda- Sion" (in de gelezen H.H. Missen
ender het octaaf naar willekeur v. d. pries
ter). Credo en Prefatie van Kerstmis (ook
Vrijdag en Zaterdag). Kleur: Wit.
Herdachten wij op den Witten Donderdag
de Instelling tooi het Allerheiligste Saora-
menit, vandaag vieren wij het Bezit van de
H. Eucharistie. ..Er is geen volk dat zijne
goden zóó ddoht bij zich heeft- als onze
God tegenwoorig is bij on«" (aldus de H.
Thomas in de Getijden v. d. H. Kerk.)
Richten wij onze oogen naar den ver
borgen God onze a.'taren. Laat Hij zijn on
ze dagelijksche Sipijize, opdat Christus in
ons en wij in Christus één, deel mogen heb
ben aan de vruchten der Verlossing: het
eeuwig leven. (Gnaduale; Alleluja-vers en
gebed).
VRIJDAG 5 Juni. Tweede dag v. h. H.
Sacramentsoctaaf. Mis: Cibavit (als giste
ren). 2e gebed ter eere van Maria (Conce
de); 3e voor Kerk of Paus. Kleur: Wit,
ZATERDAG 6 Juni. Derde dag v. h. H.
Sacramentsoctaaf. Mis als op Donderdag.
2e gebed v. d. H. Noribertus. Bisschop en
Belijder. Kleur: Wit.
In zijn jongelingsjaren levende aan het
hof vain koning Hendrik V van Duibseih-
Land gehecht, aan de were'jd, werd Noriber
tus tot inkeer gebracht door het inslaan
van den bliksem in zijne nabijheid en hij
begon een leven van gebed en versterving.
Hij trad o>p als boeteprediker in D'uiitsch-
liand en Frankrijk en stichtte voorgelicht
door een visioen in het dal van premonitré,
de Orde der Premonstraitensers of Norber
tijnen. Norbertus stierf af\s Bisschop van
Maagdenburg den 6en Juni 1134.
In de kerken der E.E.P.P. Franciscanen:
Alles als in bovenstaande kalender, be
halve
MAANDAG. Wijding der Patriarchale
Basiliek van Onzen H. Vader Franciscus te
Assisië. (Zie in het Franciscaansche Eigen
op 25 Mei). Mis: Terribilis. 2e gebed v. d
overbrenging v. d. H. Franciscus; 3c v. d.
Z.Z. Herculanus van Piagai'o enz. Belijders.
Crede. Gewone Prefatie. Kleur: Wit.
DINSDAG. Mis v. d. Z. Humiliana, We
duwe: Cognovi. 2e gebed v. d. H.H. Mar-
vellinus enz. 3e A Cunctis. Kleur: Wit.
WOENSDAG. Mis v. d. Z. Andreas van
Spello, Belijder: Justus. 2e gebed A Cunc
tis; 3e naar willekeur v. d. priester. Kleur:
Wit.
Amsterdam.
ALB. M. KOK, pr.
tuur over 't geheel meer gelijkmatig is, en
's nachts niet zoo aanmerkelijk daalt, zoo-
al® in de vroeger gebruikte hokken, wat
dikwijls aanleiding gaf tot ziekten. Het
strooisel blijft voorts gelijkmatiger op den
grond uitgespreid liggen, en wordt niet,
gelijk anders het geval is, naar den Noord
wand opgehoopt. Ook kan het langer ge
bruikt worden. Bij 't scharrelen en krab
ben heeft de hen meer den kop naar het
licht toegewend, en werpt het stroo naar
alle richtingen rond, zoodat het gelijkmatig
overal heen verdeeld blijft en daardoor ook
het korrel voeder beter gestrooid kan wor
den, zonder dat de kippen den kalen grond
openkrabben en de aardie over het stroo
heen werpen.
De Koningin van den Nacht. „Koningin
der Nacht" noemt men den grootbloemigcn
Kaarscactus (Cerens grandiflorus Mill.),
een bijna onbeduidende s»oort, die zich
evenwel door wonderschoone bloemen van
1520 c.M. breed kenmerkt. De naam
hangt samen met de eigenaardigheid der
bloem 's nachts te bloeien. Hoewel de
bloemknoppen reeds weken te voren aan
wezig zijn, komt de snelle ontwikkeling vaa
de bloem eerst einde J uli tot Augustus, zoo
dat de knoppen zienderoog groeien. Des
avonds laat opent zich de heerlijk geuren
de bloem, terwijl ze een fijnen, doordringen
den vanille-geur uitstroomt, om 's ochtends
te verwelken. Deze eigenaardigheid van
's nacht® te bloeien treft men ook bij an
dere Cerens-soorten aan, bij—, bij de Ce
rens nycticallus L. Deze soort wordt wel
eens verkeerdelijk als „Kenicgia dei-
Nacht" beschouwd; deü hee-lijle gerr e
ter mist zij.