De ballontocht van Piccard geslaagd VRIJDAG 29 MEI 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD 5 BINNENLANL EERSTE KAMER. De Indische Begrooting. Wij onderstreepen graag de onomwon den aansporing van den katholieken sena tor Steger, tot onmiddellijke afschaffing der poenale sanctie, waarvan hij aantoon de, dat zij in strijd is met de christelijke maatschappijleer, doch ten aanzien waar van ook door sommigen in onze kringen nog maar al te zeer een aarzelende hou ding wordt aangenomen, welke de „gelei delijkheid" wel wat te veel invloed toe kent. Minister de Graaff beantwoordt de ver schillende sprekers. Wat de benoeming van den Gouverneur- Generaal betreft verklaart spr., dat de re geering in het minst niet wenscht achter te staan in waardeering voor den heer Colijn. (Met den heer Briët had ook de heer de Savornin Lohman teleurstelling uitgesproken over de niet-benoeming van den heer Colijn). Wanneer de regeering ten slotte haar keuze op een ander heeft, doen vallen, heeft, zij daarbij met alle mogelijke factoren rekening gehouden, in het be lang van het land. Heden heeft de Minister zijn rede ver volgd. DE TARWEWET. Het Nederlandseh correspondentiebureau in Den Haag meldt: Naar wij vernemen zal de rijksaccoun- ta»nt. M. de Bloeme worden belast met de controle 'in verband met de uitvoering van de. Tarwewet 1931. Naar aanleiding van de in enkele bladen verschenen berichten omtrent een te ver wachten bloemprijsverhooging met. 6 per 100 kg. in verband met een aan de impor teurs van tarwebloem te verleenen tege moetkoming welke ongeveer 3.600.000 per jaar zou eischen, vernemen wij, dat deze cijfers volkomen uit de lucht zijn ge grepen en de daardoor zoowel bij de ver bruikers als bij de industrie verwerkte on gerustheid op geen enkele ïeëele basis be rust. De plannen omtrent de tegenover de bedoelde importeurs aan te nemen houding zijn nog niet vastgesteld en alle berichten daaromtrent zijn dus praematuur. Maar vast staat, dat niemand ter verantwoor delijken plaatse aan een dergelijke verhoo ging, als waarvan deze berichten gewagen, denkt. Naar ons ter oore kwam heeft de uit breiding van de tarweteelt hier te lande in 1931 lang niet die proporties aangenomen, welke door sommigen van de invoering der Tarwewet 1931 werden tegemoergeziem Terwijl volgens de statistiek van de direc tie van den landbouw van 1921 tot 1930 ge middeld een oppervlakte van 57.500 H.A. met tarwe was bebouwd en ook in Mei 1930 deze oppervlakte voor de tarwe,teelt was bestemd, blijkt uit de ingekomen voorloo- pige opgaven omtrent de thans bebouwde oppervlakte, dat deze in 1931 nog geen '70.000 H.A. zal bedragen, hetgeen een uit breiding beteekent van ongeveer 20 pet. vergeleken bij de het vorige jaar opgege ven cijfers. DE BRANDSTOFFENHANDEL. Opneming van brandstoffen in de Warenwet verzocht. De board van. Xederlaaidsehe handelaren in Brandstoffen t:e Amsterdam zegt. in een adres aan den minister van Arbeid, H. en N., dait in den brandstoffenha.ndel hier te lande met verva'sching van naam van land of kolenmijn van oorsprong in toenemende m<ale huisbramdstotffen worden geleverd, welke niet aan algemeen erkende eischen van diait land of dde kolenmijn voldoen; dat mala-fide detailhandelaren in brandstoffen door bedrag met maat en gewicht de ver bruikers of het publiek dupe eren, waardoor verikoopers in staat zijn tot beneden norma len prijis aan te biedten en te verkoopen. De hond verzoekt daarom, dat de mini ster het wil leiden tot een wettelijk voor schrift van een huisbrandibesluit als aan vulling vaai de Warenwet. De Vereeniging voor Tropische genees kunde RotterdamLeiden. Het Tweede Kamerlid mevrouw van Italliev. Enrbden heeft den minister van arbeid, handel en nijverheid de volgende vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat de poliklinieken voor tropische en geslachts ziekten van de Vereeniging voor tropische geneeskunde BotterdamLeiden een tel- kenjare grooter aantal patiënten te behan delen krijgen en dat in 1930 het aantal nieuw-ingeschreven zieken zelfs de 3500 overschreed? 2. Is het den minister mede bekend, dat de genoemde vereeniging binnen korten tijd genoodzaakt zal zijn, haar arbeidsveld aanzienlijk in te krimpen, zoo niet op te geven, omdat de beschikbare geldmiddelen het onmogelijk maken, op den tegenwoor- digen grondslag door te gaan? 3. Is de minister niet van meening dat deze vereeniging, die behalve het onder- wijsbelang (door de voorbereiding van voor de tropen bestemde artsen tot dit deel van hun toekomstig werk) ook een groot maat schappelijk, belang dient, daartoe geldelijk behoort te worden in staat gesteld, te eer der, waar zij op verzoek der regeering ver plichtingen overnam, die voor Nederland .vortvloeien uit de aansluiting bij de Con ventie van Brussel van 1924, welke over name tevens een hoofdoorzaak vormt van het financieele tekort? 4. En is de minister daarom bereid, het nan de vereeniging verleende subsidie te verhoogen en naar verhouding meer in overeenstemming te brengen met de som die door andere landen voor het genoemde doel wordt uitgetrokken? ■i minimi minimi ii ii li" min mini i mi mui De beste en Goedkoopste 1 kftopt U echter BIJ ONS. E E Bij drift paar, maten, kleuren en E E kwaliteiten dooreen E I 5 KORTING I Koopt voor UWE KINDEREN. ONZE KOUSEN, U heeft nimmer KLACHTEN E Haarl.straat h. Donkersteeg 2-4-6 Leuke Ballons voor de kinderen ïuiiiiiiiiiiiiimimiiiiiimmiimiiiiiiiiiiiiiiii De ambtenaarssalarissen. Op een vraag van het Tweede Kamer lid Braat: Is de minister bereid mede te deelen, of door hem reeds maatregelen genomen worden om de salarissen van de ambtena ren hier te lande in overeenstemming te brengen met de algemeene conjunctuursda ling en de daaruit voortvloeiende daling der prijzen van de le\ensmiddelen? heeft de minister van financiën geant woord: De ondergeteekende is tot de verzochte mededeeling bereid. De gestelde vraag wordt in ontkennenden zin beantwoord. Het Ziekenapostolaat. In die vergadering der Federaitie van Li turgische Vereenigingen gehouden ter ge legenheid van den Katholiekendag omider voorzitterschap van den hoogeerw. heer M. W. A. WijlbenbuiiTg bij oanbsitiemteiniiis van pnae- se.s Mgr. H. J. Taskin, is door den voorzit ter een belangrijke mededeeling gedaan. Kaïnnunilk Wijtenibnrg herinnerde aan het ijveren van pastoor Willeniborig. alreeds van de "dagen der Eucharistische Congressen té Amsterdam voor het apostolaat der zieken. In dit verhand maakte spr. melding van hetgeen Z. H. Exc. Mgr. Aemgenent hem had meegedeeld na diens reis naar Rome. Ter audiëntie bij Z. H. den Paus had Mgr. een album den Heiligen Vader aange boden met de namen van 410 Kardinalen, Aartdbissehoippen en Bisschoppen verzoe kende het zickenaipoistoiaat, dat in Neder land is begonnen, over de geheel e wereld uit te breiden als een aanvulling van de ka tholieke actie en dat dientengevolge de ka tholieke actie de zegeningen van het apos tolaat der zieken zal ontvangen. Daarom vragen zij het zieken-apostolaat te verhef fen tot een unio prima primaria. Z. H. de Paus wilde zich zelf voorbehouden dit stuik te overhandigen aan Kard. Serafini als pre fect der congregatie van kertkgebrnilken, terwijl Z. H. Mgr. Aengenent voorts ver zocht de bijbeboorende officieele bescheiden aan staatssecretaris Kard. Pacelflii te doen toekomen. Kanunnik Wijtenburg gaf uit drukking aan de verwachting, dat binnen afzienbaren tijd het zieken-apostolaat tot een wereldfeit zal zijn geworden. RECHTZAKEN HAAGSCHE RECHTBANK. Meineed. De 36-jarige groentenhandelaar J. V. te Leiden, was gedagvaard wegens mein eed. Verdachte zou tijdens een door den rechter-commissaris mr. Klomp gehouden enquête in een echtscheidingsproces in strijd met de waarheid onder eede een ver klaring hebben afgelegd, dat hij niet op in de dagvaarding genoemde data bij zekere mevr. K., te Leiden bezoeken zou hebben afgelegd. Verschillende getuigen tot het vroeger dienstpersoneel van mevr. K. behoorende, legden tegenovergestelde verklaringen af, evenals een jongmensch dat beweerde V. in gezelschap van mevr. te hebben gezien. Mevr. K. echtgenoote N., zelf als getuige gehoord, verklaart op verzoek van ver dachte, dat deze nooit bij haar op bezoek is geweest. De officier van juistitie achtte de ten laste legging niet bewezen en vroeg vrij spraak. Uitspraak 11 Juni. Verkeersongeluk van een motorrijder. Op 30 Augustus j.l. had op de Leidsche- vaart tie Haarlem een aanrijding plaats ma ■den motorrijder P. M. J. uit Haarlem, vrachtrijder van beroep, meit een ijscoiwa- gen. De man achter helt wagentje werd zwaar gewond en overleed kort na de aan rijding. P. M. J. werd door de Haarlemaohe rechtlbank wegens veroorzaken van dood door schuld veroordeeld tot drie weken hechtenis, doch de man kwam vaai dót von nis in hooger beroep voor het Amsterdam- ache 'hof. De proc.-generaal mr. Van Ha- rinxma thoe S'l'ooten eisebte -bevestiging van het vonnis. De verdediger achtte de tenlastelegging niet bewezen en eisohte ontslag van rechts vervolging. EEN HOOGTE VAN 16 Prof. Piccard en zijn metge Oostenrijk BEHOUDEN TERUGKEER. Het bericht van gisteren, dat de ballon van prof. Piccard in de nabijheid van Me- rano was neergekomen, is juist gebleken. Beddingsexpedities, uitgezonden van Merano, hebben den Belgischen professor en zijn assistent, ir. Kipfer, in goeden wel stand aangetroffen óp den Gurgl-gletsclier in de Oetzthaler Alpen vlak bij de Oosten- rijksch-Ibaliaansche grens. Zij waren reeds Woensdagavond tegen 10 uur daar gedaald, welke landing een vlot verloop had en hadden den nacht doorge bracht in de gondel van den ballon. Zoo wel de ballon als de instrumenten zijn on beschadigd gebleven, ondanks den vrij he- vigeti schok bij het neerkomen. Juist toen zij zich gistermiddag opmaak ten, om den top van den Gurgl-Ferner te gaan bestijgen, werden zij door een der uitgezonden reddingsbrigades1 gevonden. Beide geleerden verkeerden in uitsteken den toestand en zijn geen oogenblik bewus teloos geweest. Ook hadden zij nog eeni- gen leeftocht in voorraad. Zij zijn- tot 16.000 M. boven den beganen grond opgestegen, waardoor zij het wereld-hoogterecord op hun naam hebben gebracht. Prof. Piccard vertelt. De reddingmanschappen, die Piccard en Kipfer ontmoetten, waren gisterochtend om 11 uur uit Ober-Gurgl vertrokken, aldus schrijft de „Tel.". Omstreeks 1 uur bevon den zij zich onder den zg. Ferner, toen zij eensklaps de beide ballonvaarders gewaar werden, die in .opgewekte stemming ver keerden en onmiddellijk bereid werden ge vonden, een aantal details omtrent hun wedervaren mede te deelen. Gedurende de geheele reis hebben wij ons in uitstekenden toestand bevonden en er is geen sprake van, dat wij ook maar één oogenblik bewusteloos zouden zijn ge weest,' aldus begon professor Piccard het relaas van zijn tocht. Dat wij gisteravond laat ten slotte toch besloten te landen en niet het aanbreken van den volgenden dag wilden afwachten, ofschoon wij een vol doenden voorraad zuurstof bij ons hadden en ook, zooals u met eigen oogen hebt kun nen waarnemen, tijdens den nacht niet van honger hadden behoeven om te komen, vond zijn oorzaak o.m .in de omstandig heid, dat het begon te onweeren. Voor al les echter gaf bij ons besluit om te dalen het feit den doorslag, dat wij langzaam maar zeker naar den 3900 M. hoogen Ortler in de Rhatische Alpen afdreven en ofschoon wij tot op dat oogenblik ons nog altijd bo ven de toppen der Alpenreuzen hadden kunnen houden, bevatte onze ballon toch niet meer voldoende gas, dan dat wij het avontuur ook nog tijdens de nachturen durfden verlengen, op gevaar af, dat wij tegen een der toppen van de Ortler-groep te pletter zouden slaan. De landing slaagde volkomen, ofschoon wij tamelijk onzacht op den gletscher neer kwamen. Zoowel de ballon als de gondel zijn volkomen onbeschadigd gebleven .en dit is ook met de instrumenten het geval. Interessante waarnemingen. Wat den webenschappelijken kant van onze statosfeer-reis betreft, wijzen mijn me tingen uit, dat wij reeds Woensdagochtend een hoogte van 16.000 M. hebben bereikt. Daardoor hebben wij het wereld-hoogtere cord op onzen naam gebracht, dat tot dus ver op naam stond van den Amerikaan Soucek met 13.157 M. In de stratosfeer heb ben wij uiterst interessante waarnemingen verricht, die wij te zijner tijd aan de hand van onze instrumenten nog uitvoerig zul len toelichten. Het uitwerken dezer weten schappelijke waarnemingen vereischt ech ter zeer veel werk. Nadat wij onzen wetenschappelijken ar beid in de stratosfeer hadden beëindigd, besloten wij des middags te gaan dalen. Dehalve lieten wij ons tot op 5000 M. in de troposfeer zakken en wachtten toen den avond af, daar een landing tijdens de avonduren ons het verkieslijkst leek, aan gezien dan gewoonlijk windstilte heersclit. De ballon was echter middelerwijl naar de Alpen afgedreven, zoodat wij na kort be raad onze plannen wijzigden. Wij wilden nu den geheelen nacht in de lucht doorbren gen, ten einde den volgenden ochtend er gens veilig te landen. In het woeste Alpen gebied met zijn reeds in nachtelijk donker gehulde diepe dalen en kloven leek ons een daling op dat oogenblik allerminst ge- wensoht. Doch ook dit plan werd in de war ge stuurd, daar het, zooals ik reeds zeide, eens klaps begon te onweeren en wij boven dien naar de Ortlergroep afdreven, zonder dat onze ballon nog voldende gas bevatte, dan dat wij zooveel hadden kunnen stijgen, dat een te pletter slaan togen een der dui zenden meters hooge toppen van het Ort- ler-ma.ssief tijdens den nacht volstrekt uit gesloten zou zijn geweest. De tooht boven het majestueuze Alpen gebied waarvan de dalende zon de glet- schers en toppen verlichtte, terwijl de scha duwen van den nacht steeds hooger tegen de bergwanden opkropen, was het heerlijk ste, dat ik ooit in mijn leven heb mee gemaakt en nimmer Zulleh de indrukken, die ik tijdens deze ballonvaart heb opge daan, uit mijn herinnering worden wegge- wisebt. .000 METER BEREIKT. :el landden op de grens van en Italië. Weer frissche berglucht. Onze landing had een vlot verloop, doch zij had geen oogenblik later moeten wor den ondernomen, daa-r wij anders veel te dicht bij den dreigenden Ortler zouden zijn gekomen. Nadat onze reis in het luchtruim aldus op den Gurgl-gletscher was geëin digd gisteravond wisten wij echter vol strekt niet precies waar wij ons eigenlijk bevonden gingen wij eerst eens pools hoogte nemen. Veel wijzer werden wij er niet van, doch reeds het weer eens inade men der zuivere berglucht, nadat wij zoo veel uren in onzen gondel opgesloten had den gezeten, was een ware verkwikking. Naarmate het later werd, daalde de temperatuur en ten slotte prezen wij ons gelukkig, dat wij weer veilig en wel in onzen gondel konden kruipen, die ons in elk geval voldoende beschutting geduren de den nacht bood. Voor de eerste maal sinds acht en veertig uur sliepen wij weer eens rustig. In den loop van den morgen maakten wij ons reisvaardig, doch nauwe lijks hadden wij onzen gondel verlaten, of de reddingsbrigade had ons al gevonden. Tot zoover het relaa-s van den onver vaarden geleerde. Uiteraard werden Piccard en Kipfer, toen zij gisteravond om acht uur te Ober- Gurgl aankwamen, onmiddellijk door een groot aantal ondernemende journalisten bestormd, die "den moeilijken tocht van Innsbruck uit hadden ondernomen, ten einde nadere bijzonderheden uit den mond der beide geleerden te vernemen. Zij ble ken zich eóhter deerlijk te hebben misre kend, daar Picoard hun verzocht, hem en zijn reisgenoot met rust te willen laten, daar zij eerst nog eens in een zacht bed behoorlijk wilden uitslapen. Hij beloofde hun echter, dat hij hen nog uitvoerig over den tocht zou inlichten, waartoe alle gele genheid zou bestaan, aangezien hij gedu rende drie dagen te Ober-Gurgl zou blijven, ten einde op het bergen van den ballon en van de instrumenten toezicht te houden. Een afdeeling gendarmerie en Alpenjagers zal heden met de bergingswerkzaamheden een aanvang maken. Voorloopig zijn de in strumenten, de gondel en de ballon op den gletscher zelf gedemonteerd. Onophoudelijk komen te Ober-Gurgl ge- lukwenschtelegrammen voor professor Pic card en dr. Kipfer binnen, w.o. een telegram van Hymans, minister van Buibenlandsche Zaken in het demissionnaire kabinet-Jas- par. In dit telegram deelt de minister mede, dat aan professor Piccard het grootkruis in de Leopold-orde is verleend, terwijl Kip fer tot ridder in dezelfde orde wordt be noemd. PROF. PICCARD'S LEVENSLOOP. Prof. A. Piccard werd op 28 Januari 1S84 te Bazel geboren. Hij studeerde in de na tuurkunde en de meteorologie en speciali seerde zich vooral op het gebied van het troposfeer- en sbratosfeer-onderzoek. In 1920 werd hij buitengewoon hoogleeraar in de experimenteele physica aan de booge- school te Zürich, en twee jaar later werd hij benoemd tot gewoon hoogleeraar aan de universiteit te Brussel, welke functie hij ook thans nog vervult. Prof. Piccard begaf zich op een geheel nieuw gebied van het atmosfeeronderzoek, en wel het onderzoek der kosmische stra len in de stratosfeer, welke door de weten schap zijn waargenomen en vermoedelijk afkomstig zijn van radio-actieve sterren. Het verdere onderzoek dezer stralen is echter zeer moeilijk, daar hun uitwerking op aarde door den druk der atmosfeer te niet wordt gedaan. Ten einde nu zijn theorieën als het ware ter plaatse aan de werkelijkheid te toetsen, besloot Piccard een tocht naar de stratos feer te ondernemen. In den zomer van 1930 trof hij in alle stilte zijn voorbereidingen. Hij lie.t zijn „gondel", een aluminiumkogel van 2 M. 10 doorsnede, per vrachtauto van Brussel naar Augsburg overbrengen, welk vervoer onder zijn persoonlijke leiding plaats vond. Als plaats van opstijging was Augsburg uitgekozen, omdat dit even ver verwijderd is van alle zeeën van Europa, de windstroomingen elkaar daar het beste compenseeren en he-t gevaar van een da ling in zee daar het geringst was. Prof. Piccard is, zooals men weet, op zijn tocht vergezeld door dr. Kjpfer, zijn assis tent uit Brussel. De Tsjechische professor Behounek, bekend door zijn deelneming aan de „Italia"-expeditie, diè door Piccard tot deelneming was uitgenoodigd, had ge weigerd. DE GEHEIMZINNIGE STRATOSFEER. De dampkring wordt door de meteorlo- gen onderscheiden in twee lagen, die onder ling markante verschillen vertoonen. De onderste, waarin zich o.a. de wolken vor men, wordt „tropos'pheer" genoemd, de bo venste heet „stratospheer". Het was in deze stratospheer, op c.a. 16 K.M. boven het aardoppervlak, dat Piccard zijn onderzoe kingen wilde doen. Wolken komen in deze bovenste luchtlaag niet voor; het water- dampgehalte der lucht is er te gering om zich tot ijsnaalden te kunnen verdichten. Het spreekt vanzelf, dat de mensch op die enorme hoogte niet zonder hulpmidde len kan leven. De luchtdruk bedraagt er, naar men berekend heeft, slechts 8 c.M. kwik, tegen 76 c.M. aan de aardoppervlakte. Toch zou het onjuist zijn te meenen, dat Piccard, wanneer hij een hoogte van 16.000 meter heeft bereikt, daarmede tevens de grens der atmospheer zou hebben genaderd. Door talrijke waarnemingen is men tot de conclusie gekomen, dat de dampkring der aarde zelfs op een hoogte van 200 a 300 K.M. nog dicht genoeg is om aanleiding te geyen tot optische verschijnselen, een feit, waarmede o.m. de zeeman rekening houdt bij de astronomische metingen voor zijn bestek. Heb ligt voor de hand, dat de meteo rologen goede reden hebben om onder scheid te' maken tusschen de tropospheer en de daarboven liggende stratospheer. Men heeft o.m. het merkwaardige verschijnsel geconstateerd, dat de regelmatige afneming der temperatuur bij het bereiken van groo ter hoogte, welke circa 6 graden per K.M. bedraagt, in het gebied der stratospheer tot staan komt, en dat zelfs in de onderste kilometers er van de temperatuur langzaam toeneemt naarmate men hooger stijgt. De ballon, waarmede prof. Piccard te Augsburg is opgestegen, had bij de opstij ging een inhoud van pl.m. 2300 M3., doch een vijfmaal zoo groote capaciteit voor het op grootere hoogte uitzettende waterstof gas. Het omhulsel bestond uit een enkel voudig weefsel, aan de binnenzijde met een rubberlaag bedekt. Op het gewicht was zooveel mogelijk gespaard, al werd door het enkelvoudig weefsel het weerstandsvermo gen verminderd. De middellijn van de bal lon bedroeg 30 meter. De ballon was ver vaardigd door de ballonfabriek Riedinger te Augsburg. Er was een kleine electrische motor aan bevestigd om de ballon in een bepaalde richting te kruinen draaien. De gondel is een luchtdicht af te sluiten bolvormige, van aluminium te Brussel ge construeerde kajuit, die twee personen en de noodige zuur stof toestellen, wetenschap pelijke instrumenten, mondvoorraad voor twee dagen, enz. kon opnemen. De ballon woog 800 K.G., de gondel met inhoud even zooveel. De luchtvaarder^ beschikten over val schermen. ONDERWIJS REORGANISATIE VAN HET NIJVERHEIDSONDERWIJS. Het rapport der commissie-Westerveld. In het dezer dagen verschenen 10e verslag der Bezuinigingscoonmissie is als bijlage opgenomen het Rapport der z.g. Commissie-Westerveld, aan welke werd opgedragen een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van bezuiniging en- of reorganisatie bij het nijverheidsonder wijs. Genoemde commissie komt tot de volgende bevindingen. In de eerste plaats wordt met betrek king tot de Bijkssubsidieering er op ge wezen dat versnippering van 'het Nijver heidsonderwijs voor 's Bijks schatkist geen ander gevolg kon hebben dan kort ge formuleerd: het doen van veel noode- looze uitgaven. Daarom acht de Commis sie met uitzondering van enkele, met name genoemde gevallen t.a.v. het N. O. slechts ééne gedragslijn mogelijk, en wel deze, dat van Bijkswege slechts steun wordt verleend aan scholen, die geen be paald confessioneel stempel dragen en dat er voor wordt gewaakt, dat niet door eenzijdige samenstelling van het school bestuur tooh dit stempl op de school wordt gedrukt. In dit verband wordt er op gewezen, dat een bestendiging van een toestand, als men b.v. aantreft te 's-Hertogenbosch, waar thans 4 parochies elk een huishoudschool bezitten en daar voor subsidie ontvangen, uit een oogpunl van gezond financieel beleid in geenen deele te verantwoorden is. Het ambachtsonderwijs. Ten aanzien van het ambachtsonderwijs constateert de commissie in de eerste plaats, dat in de kringen der nijverhid, in het bijzonder der metaalnijverheid, ernstig behoefte gevoeld wordt aan ge schoolde arbeiders. Met deze behoefte der grootindustrie zal bij de organisatie van het N. O. ernstig rekening gehouden moeten worden. De commissie stelt daar om voor om, waar dit noodig is, naast de driejarige opleiding een twee-jarige schoolopleiding (industrie-cursus) in het leven te roepen, waarvan het eerste jaar met het eerste jaar der driejarige ambachtschool zou kunnen samenvallen. Deze industriecursus zou den leerlin gen moeten bijbrengen, datgene, wat in fabrieken, gelegen in de plaats, waar de school gevestigd is, wordt noodig geoor deeld. De programma's van deze scholen zouden in overleg met de leider van deze fabrieken moeten* worden opgemaakt en uitgevoerd, waardoor dan tevens een in nige samenwerking tusschen praktijk en school verkregen zou worden. Opleiding voor het kleinbedrijf. Wat betreft de opleiding voor het kleinbedrijf heeft de commissie geconsta teerd, dat de ambachtsschool, naar het oordeel zoowel van werkgevers als werk nemers voor de opleiding ten behoeve van dat bedrijf over het algemeen vol doet. Verder is de commissie van oor deel, dat de toenemende, mechanisatie, welke ook in het ambacht en de klein- industrie valt waar te nemen, nog niet dien omvang heeft aangenomen dat de vorming van goed ontwikkelde ambachts lieden kan worden beperkt. Ook tot een algeheel e vereenvoudiging van het a m bacht ssohoolonderw ijs geeft zij nog geen aanleiding. Zal de ambachtsschool met haar tijd meegaan, dan is daarentegen wel wensohelijk, dat het gebruik der voornaamste machines, zij het uitsluitend demonstratief op de scholen wordt on derwezen, gelijk tihans reeds op verschil lende scholen gesohiedt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5