KERKNIEUWS RECHTZAKEN Lichtzinnige Jeugd VRIJDAG 22 MEI 1931 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 9 EEN INTERVIEW MET RIJKSKANSELIER DR. BRüNING. Hfrt vernieuwde gebouw der Rijks kanse larij in de Will helms, t rasse sitaat i<n he-t lee- ken van wak de Duit schors „Xeue Sach- licinkeit" noemen. Doch althans in dit ge bouw is de niiodemiseering niet te var ge dreven, naast een overvloed van lacht is er warme, bijna gezellige behaaglijkheid, van de wijde voorname vestibule, de zwaar be klopende broede gangen tot in de aaïti- chambre van 's Rijkskanseliers werkkamer. In de breede pronkkasten aan de wanden staan artistiek geëtaleerd kleine meester werkjes der S'taatsiporceleinfabrieken. Dit is de eeuw van heit. zakendoen, waar de Rritsche koningszonen op handelsreis naar Zuid-Amerika gingen, beveelt de Rijkskan selier in zijn wachtkamer de bulten kijf voortreffelijkste producten van hot Reich" aan Het wachten valt niet lang in deze kamer mot zijn gezellig uitzicht op het bordes van het Ministerie van Buitonla-ndische Zaken, en meer naar rechts de deftige entourage van het Kaisea'hiof Hotel. Doch spoedig gaan geruisebloos de groote dubbele deuren o)>en en een Oborregierungsrat. leidlt on-s in het werkkabinot. van Duitscland's boeg en regeerder. Het is een vertrek als een zaal. waar de talrijke hooge ramen voldoende licht geven om zelfs de bruin-roode houtbetimmering niet dónker te doen schijnen. Als eenigste veiHcring prijkt op een boekenkast de machtige, in zwart hout gesneden, buste van Rijks president Von Hindenburg. Doch machtiger nog is de verschijning van den Rijkskanselier, die van achter zijn immense werktafel ter begroeting opstaat. Machtig klinkt paradoxaal. Want Di. Brüning is heel niet. groot, hij is eerder Fransch iin figuur, in kleeding en elegantie en hups rilheid, hij is Engelsoh in de malkan en tegelijk fijne trekken van zijn krach tig gemodelleerd gezicht, zóó zien de „bar- :ers'' in de Engelsohe gerechtshoven, de r ge ons" der Engelsohe hospitalen er uit, Doch uit d.iit fijne gezicht van den geeste lijken aristocraat, uit de wilskrachtige mond van den man die te rogeeren weet en uit de dikwijs lachende oogen van den charmante» menseh-Briindnz behoudt men bovenal liet begrip machtig". Heb was bijna, van zei fop r eke nd dat het eerste onderwerp dezer oon versa tie naar de pas bekend geworden cijfers van het VoJ'ks- begehivn der nationalistische partijen voor een Referendum tot vervroegde omtbinding van den Pruisisohen Landdag uitging. .Heeft u de hooge percentages in Opper Si- lezië opgemerkt?" vraagt de Rijkskanselier en commentarieert dan„Het bev ijst hot hoog de, nood er is. Ik was er zelf, in Janu ari j.l., en al werden de publieke demon- straitie.s tegdh mij door de communisten on nationalisten geënsceneerd, ik bemerkte toch binnenskamers dat zelfs de meer ge matigde elementen wanhoopte aan de uit- erodelijke resultaten eener serieuze politiek, zij het de mijne, of die van iemand anders. Do toestand in welke de landbouw er ver keert, tart elke beschrijving, vooral bij die ondernemingen waarin veel kapitaal gein- vesteerd is. De belastingen zijn hoog. doch de hypotheekrenten alleen maken een rend-a- hel bedrijf reeds onmoge ijk. sinds de nieu we grenzen het verlies van. oude markten bet eekenen." Ziet U dan een weg uit de impasse? „Mijn „Osthilfe Gesetz" zal probeeren ge durende de komende vijf jaren te reorgani se eren, teneinde de productie aan te pas sen aan de nieuwe toestanden. Wij moeten bijv. de roggebouw gaan beperken en onze graaiiproductie opvoeren." Dit. lijkt mi] een geschikt moment 'om den R ij'kisikani&eliier op de hoogte te stellen van de ontstemming in Holland tegen de steeds klimmende invoerrechten, vooral op onizc zui'V eiliproducitun „Gelooft U mij," antwoord de Rijkskan selier, „dia.t ilk van huis uit in hot geheel geen voorstander ben van tarieven, en zeker niet op levensmiddelen. Doch het probleem der Herstelbetalingen laait ons geen andere keuze. Onder het Da>wes Plan betaalden wij uit buifcenlandisohe leeningen, doch het Young plan ofschoon dit in z'n geheel een vermindering van TOO millioen Mark schuld inhield legt den last dezer schulddelging op onze staathuishouding. Wij moeten dus onze export zoo sterk mogelijk vergrooten en onze import zoo veel mogelijk inkrim pen. Vandaar dat we o.a. tarieven noodig hebben, ik betreur dat. doch de Herstelbe talingen be'ctten ons een gezondere, en ook voor onze buren betere, economische poli tiek.' Teen U aan het roer van staat kwam, Dr. Brüning, wat meende U toen het eer ste te moeten cureeren? Zonder aarzeling volgt het sterk beklem toonde antwoord: „Onze finantieele toe stand op orde te brengen! Na de in fa tie hadden wij eenige jaren van bescheiden voorspoed gehad. Doch toen reeds, dal was in 1927 en ik was slechts lid van den Rijks dag, heb ik gepleit voor grootere zuinig heid. Destijds voelde men de noodzakelijk heid daarvan nog niet zoo aan. Maar toen ik aan het hoofd der regeering kwam heb ik mijn wil doorgezet. Mijn ..Xotverord- nung" is er een voorbeeld van. In vroegere jaren voteerde het parlement niet al.een al lergemakkelijkst oredieten, doeh vergat dikwijs zelfs aan te geven, waar dat geld vandaan moest- komen. De Rijksdag bleef op dit punt even zeer in gebreke als de ea- binetten." Is de wildernis van moeilijkheden nog ..Helaas, ja! Ik kan de belastingen niet meer verhoogen want elke verhooging brengt, automatisch geringere inkomsten met zich..Dezen winter bereikte het aantal werkeioozen de vijf midioen, en ondanks de vermindering bij het- nieuwe seizoen, zie ik nog geen groote of duurzame daling van dit werkeloozelege-r mogelijk. Wij moeten thans onize werkeloosheids verzekering her zien, onze landbouw weer op de been li el pen, onze industrie en dat bij de schaars heid van kapitaal in staat stellen tot con currentie op de wereldmarkt, want daaruit moeten wij de „Repa rat ionen" betalen. Was het moeilijk Uw program door den Rijksdag te loodsen? „Inderdaad en vooral wijl de goede ver houding tusschen de functies der regecring en die van den Rijksdag min of meer uit het oog verloren was. De partijleiders in het parlement hadden uieer en meer den rol der regeering overgenomen. Ik stond voor den taak om het gezag van het kabinet te her stellen. ook ooi der wile van het parle mentarisme zelf De regeering heeft te leiden, het parlement te contro-leeren." Heeft goede verwachtingen van LTw bezoek aan Londen in Juni a.s., vroegen wij den kanselier „Het is de eerste maal sinds den oorlog dat wij Dnilseliers er komen op voet van gelijkheid eii vriendschap, want Dr. Wirth's tegenwoordigheid op de D-awe-s Conferentie v-an 1924 kan m-ocilijk zoo gezien worden. Ons bezoek is een prachtige gelegenheid oui alle problemen grondig en open te bespre ken, met (e meer kans op succes waar vele van Duitschlan-d's zorgen ook Engeland teisteren. Ik ken Engeland persoonlijk, heb er zelfs een jaar gewoond en er het materi aal voor mijn doctorsthese bestudeerd: de spoorweg exploitatie. Ik heb de Engelsehen altijd graag gemogen en gelukkige lijden in hun land doorgebracht." Het is niet gemakkelijk den Ivanse'ier over zich persoonlijk aan 't spreken te krij gen. Hij vertelt wat van Mtin-ster en West- phalen, van Bonn zijn universiteitsstad, van de jaren aan het front, van den weg terug: organisatorische arbeid voor de Katholie ke studenten, zijn vriendschap met wijlen Dir. Soniiienschei-n. zijn werk uiet Stegerwald aan liet Wohlfahrtminlsterium en dat voor de Christelijke vakverbonden. „In 1924 weivl iik lid van den rijksdag, doch ik ben toch van cijfers altijd meer blijven houden dan van phrases" zegt hij kenschetsend. Sprekend over Engeland hadden wij hel parlementarisme aangeroerd. „Het Engel sohe systeem, zoo als liet daar door de eeuwen heen organisch gegroeid is. Heeft enorme voordeelen", bekent de Kanselier. Er is steeds een krachtige regeering en een verantwoordelijke oppositie. Als hier in Dui-tschland een der kleinere partijen plotseling de re g e erin gs ven nootschap op zou zeggen, dan zou zij daarmede de regee ring kunnen t-orpedeeren. «Socialisten en Cent-rum zijn te samen niet voldoende stei le in getal, vandaar dat ik partijen van rechts noodig heb om mijn kabinet te kunnen ba'arieeeren, partijen wier steun ik niet zou krijgen indien ik mijn coalitie zou uit strekken tot de Sociaal-Democraten. Doch sinds de laa-t-s-ten in een moment van zwak te hun eigen Kanec'ier, mijn betreurden voorgang Hermann Mtiller deden vallen, zijn zij voor mij toch «tpeds een stoun ge- w eest." En liet Cent-rum Een zekere gelukkige vertedering konvt over de trekken van den 'R'ijkskanse ier. Dan getuigt hij warm: „ondanks het feit dat duizenden onzer menschcn toch veel gele den moeten hebben van de tijdsomstandig- heden, heeft het Centrum zich in de talrij-ke iiaoorlogsche verkiezingen mooi gehouden. Onze godsdienst bindt ons, al onze rangen en stonden staan eensgezind zelfs tegenover drastische hervormingen en bit-tere nooden." Kunt U Uw optimisme behouden, He-rr Reichshan-zler? had-eten wij tót- slot- ge vraagd. Dr. Brüning zuchtte oven„Optimis me is werkelijk het woord niet. waar de toe komst zoo vree-se ijk zwaar is. Uit eigen krachten zal Duits cl i land nimmer haar moeilijkheden geheel kunnen overwinnen, en de wereld moet da-t op den duur wel gaan inzien. Ik voor mij hoop tenminste one vo k te kunnen opvoeden tot de hoogst mo gelijke mate van nationaal en internationaal verantwoorde! ijkheid's-gevoeh" Hiermede eindigt ons gesprek. De Rijks kanselier dien eei-ien dag net terug van zijn urlau-b had reeds een reeks belangrijke conferenties achter den rug, than-s begon nen in den vroegen vooravond de Ministers te a-rrivee-ren tot den eei-s-ien Kahin-etsraad na de vaea-nt-ies. Dr. Brüning wa-s neg onvermoeid, zijn stap nog even vief, zijn gil a-ma oh nog even hartelijk, zijn handdruk nog even sterk. Terwijl een bediende ons rne-l onze garde robe he-lpt zien we den kanselier zijn mini sters ontvangen, den kleinen freilen man op wier schouders de moei'ijkste regee-rings- verantwoordelijkheid ter wereld rust. Berlijn, 1 Mei 1931. KEES VAX HOEK. PASTOOR C. C. VERMEULEN, t Gisternacht omstreeks 1 uur is. na mee - malen voorzien te zijn geweest van laatste H.H. Sacramenten, in zijn woning aan de Beeklaan tp Den Haag, waar hij zijn laatste levensdagen doorbracht, kalm en zacht overleden de zeereer-w. lieer C. C. Vermeulen, rustend pastoor der Sint. Ag- nes-parochie aldaar. Gisterenmiddag heeft pastoor Karskens aan pastoor Vermeulen, wiens toestand, in den laatster, lijd langzaam aan achteruit gaande was. nogmaals de laatste H. H. Sa cramenten toegediend. Daarna is de zieke buiten kennis geraakt en niet meer tot- het bewustzijn teruggekeerd. Casparus Cornelius Vermeulen werd op 1 September 1637 te Rotterdam geboren. Hij maakte zijn lagere studies voor het H. Priesterschap op het seminarie te C'uleru- borg. ging daarna naar het seminarie War mond en werd op 13 Augustus HS2 door mgr. Snickers, den toenmalige» bisschop van Haarlem, tot priester gewijd. Achtereenvolgens werd hij benoemd tol assistent te Medemblik 19 December 18S2 tot kapelaan te Kethel 23 Januari 1SS3. te Bovenkerk 30 Januari 1SS8 en te Amster dam (H. H. Xieolaas en Barbara) 17 Sep tember 1891. Hier ontving hij 28 Septem ber 1900 zijn benoeming tot pastoor te Zuid- Zijpe. Slechts drie jaar is hij daar als pas toor werkzaam geweest, want op 25 No vember 1903 moesten zijn parochianen in Xoord-Holland hein afstaan aan de St. Ag- neskerk te 's-Gravenhage. In deze parochie heeft de overledene heel veel gewerkt tot veler zegen en hij was daar de door allen vereerde Herder, HAAGSCHE RECHTBANK. De Rechtbank veroordeelde heden den los-werkma.il E. C'h., thans gedetineerd, wegens diefstal vatn een koffer te Leiden tot zes maanden gevangenh-straf. HET- AMSTERDAMSCH STEENZET TERSCONFLICT. De verdachten vrijgesproken. Gister wees hei Auisterd-ameoh Gerechts hof arrest in de toekende st-rafzaak tegen de vier syndioalisii-sohe s-teenzet teie. betrek ken bij het si eemzet-tensconf iet t>u.yschen K.M.U.S. cn leien van den K.K. Steenzet- t-ersibond E.M.M., in den morgen van 24 Ju li op den Baarsjes weg. De vier steenzetters G. S.; P.O.S.; S. L. en W. Z. stonden op 7 November j.l. voor de 'l'Jech-t-banik terecht wegens oip-enlijike ge weldpleging. G. S. en 1\ C. S. werden toen veroordeeld tot een maand, gevangenisstraf ieder, terwijl G. L. en W. Z. werden vrijge sproken. In hooger beroep eischte de Proenreur- Geneiaal. mr. Van Ha-rinxnia thoe S'-ooten, tegen ieder der verdachten één maand ge- gen af. Bij arrest van gister bevr.M-i.giJc het Hof liet vonnis ten opzichte van G. L. en W. Z. (vrijspraak). Tegenover P. C. S. achtte het Hof in af wijking van de rechtbank het teniaste ge legde (het. door gooien met steenen open lijk geweld-plegen) niet bewezen en sprak hem daarvan vrij. Ten opzichte van G.S achtt." het-Hof het primair tenla-ste gelegde: mishandeling van den steenzetter ten Ca-te. niet bewezen, zoodfl-t hij daarvan werd vrijgesproken. Subsid-iar was aan G. S. de bedreiging m.et zware mishandeling ten opzichte van v. Koishaver ten lastc gelegd. Dii achlte he-t Hof bewezen, doch, naar het inzicht van het Hof was terecht een beroep op noodweer gedaan door verrl., zoo dat hij ont slagen werd van rechts ver vol ging Het O.M. had wel aangevoerd, dut G. S. had kunnen wegl'oopen, doeh dit betoog gaat niet op, om da-t S. dan groote kans had in den rug te worden gescholen door Korsha-veir, daar deze voortdurend op de E.M.O.S.-leden schoot, waardoor een van hen ook in het been werd getroffen. Zij w erden zoowel in eerste als in iweede instantie verdedigd door mr. M. Mende's en mr. Benno J. Stokvis. BRANDSTICHTING TE BLEISWIJK. Vonnis en vrijspraak in hooger beroep. In hooger beroep hebben te 's Grave ulla ge terecht gestaan de weren twintig-jarige gedetineemde landbouwer P. G. van A. uit Bleiisw ijk en de een en twintigjarige vracht rijder J. J. H. aldaar, die zich voor de Roiite-rdaimische Rechtbank te verantwoor den hebben gehad wegens brandstichting en medeplichtigheid aan brandstichting. Verdachte van O. zou iii den nacht van 80 Nov. nabij de warning van den tandibóii- we-r P. te Bleiswijk uilt ba-kladiigheid c-u hooischelf en een houten schuur in brand hebben gestoken, nadat hem tot dit doel door H. lucifers waren verstrekt. De rechtbank had te dezer zake van O. veroordeeld tot d-rie jaar gevangenisstraf en de H. vrijgesproken. Van O. heeft, appél aangeteekend evenals de officier van jus tin ie. Op verzoek van den verdediger van H.. mr. C. H Torley Du wol, werd deze zaak ge splitst. De procureur-generaal concludeerde tot bevestiging van liet vrijsprekend vonnis. Het Hof sprak verdachte daarop onmid dellijk vrij. Vervolgens kwam van O. in de verdach te nb ank. Hij beweerde door I-I. tot de daad te zijn aangezet en zelf dronken te zijn ge- De president wees verdachte op velschil lende tegenstrijdigheden in zijn verklarin gen. Bovendien is v. O reeds eerder van een dergewjk feit verdacht. De procureur generaal concludeerde tot bevestiging. UIT DE RADIO-WERELD Programma's voor Zaterdag 23 Mei. Huizen, 1875 M. 8.00—9.15 Gramofoo/iplaten. 10.00—11.30 Gramofoonplaten. 11.30—12.00 Godsd. Halfuurtje door Pas toor Perquin. 12.00 Politieberichten. 12.151.45 Concert K.R.O. Sextet o. 1. v. P. Lustenhouwer. 1.45 Postduivenberichten. I.50 Gramofoonplaten. 2.30—3.00 V rageuhalfuurtje. 3.00f.30 Kinderuurtje. 4.30 Zwemcursus S. P. J. Borsten. 5.00(5.00 G ra ni o foo n p 1 a t e n 8.00 Esperanto-Xieuwsberichten. (5.15—6.35 Journ. Weekoverzicht door P. de Waart. 8.35 Belastingpraatje door G. J. B. Otte. 7.00 Aug. Veraart „Overstroomingen in Nederland en elders". 7.30 Politieberichten. 7.45 Sportpraatje door J. Olthof. 8.0011.00 Concert K.R.O.-Salon-orkest o. 1. v. M. van 't Woud. M. m. v. Paul Ostra (voordracht). In de Pauze: Vaz Dias en P. A. M. Speet: „Zigeunerleven". II.0012.00 Gramofoonplaten. Hilversum, 298 M. 8.00 WA.R.A. Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding V.P.R.O. 10.15 V.A.R.A. Uitz. voor Arbeiders in da Continu-bedrijven. 12.00 Concert Y.A.R.A.-septei. 2.00 Instil, voor Arbeiders Ontwikkeling. 2.15 Causerie. 2.40 Gramofoonplaten. 2.1"» Paedagogisch concert. I.13 Extra Vragenhalfuurtje. 4.15 Cursus Esperanto. 5.05 J. v. d. Ven: „Ons mooie Neder- 5.95 Concert V.A.R.A.-septet (5.30 S. R. de Miranda: „De beteekenis van de Soc. Dern. Gemeente-Politiek in Amsterdam". 6.-15 Uitz. voor de Nederl. Vereen, tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken. 8.43 Bestuursmededeelingen. 8.35 Concert. V.A.R.A.-orkeet. 10.15 Vaz Diaa. II.10—12.00 Gramofoonplaten. Daventry, 1554.4 M. 6.55 Liederen voor de luit. 7.15 Intermezzo. 7.20 Tuinbouw-causerie. 7.50 „Die Czardasfürstin" operette van Kalman. 9.05 Rede van MacDonald ter gelegen heid van Empire Dav. 10.10 Dansmuziek. 10.20 Fragmenten uit een revue, gespeeld in Piccadilly Theatre. 10.40 Dansmuziek. 11.20 Dansmuziek. B r u s s cl 508.6 M. 5.20 Dansmuziek. 6.20 Gramofoonplaten. B.35 Gramofoonplaten. 7.35 Causerie. 8.20 Zuid -Afrika a nsche avond. 9.20 Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 8.20—9.20 Werken van Em. Waldtêutêl en Louis Ganne. 10.05—11.10 Conce kcsl. 11.1012.35 Dansmuziek. 12.20 Uurslag en klokkenspel va Raadhuis. La ngenberg, 472.4 M. 5.30—0.20 Vooravondconcert. 0.20 Lezingen. 8.20 Vroolijke avond. Daarna bo Xachtmuzick. 11.50—1.20 Dansmuziek. R ad i o-P a r ij s, 1725 M. 8.20 Gramofoonplaten. 7.20 Causerie. 8.20 Literaire voordracht. 9.05 Piano-concert. 9.50 Gramofoonplaten. het Radio-Or- FEUILLETON door ARTHUR APPLIN". 15) Despard stak z'n arm door dien van Ru pert. De hoofdcipier vergezelde hen over de groote, met steenen belegde vierkante open plaats, waarna hij hen overliet aan de zorgen van een zijner ondergeschikten. Om 's hemelswil, zet toch een vrien delijk gezicht, kerel, anders zullen ze nog denken, dal je hier vroeger al een tijd lang hebt doorgebracht. Daar heb je nu veel van Ik kan niet zeggen, dat er veel is. waarom gelachen moet worden. Met het ongeluk van anderen kan ik me moeilijk vermaken. Denk dan aan jezelf, antwoordde Des. paid, dat zal je wat opkikkeren. Wat ik zeggen wilde.... heb je van Ruby niets meer gehoord, sinds je hier bent Rupert voelde, dat liij kleurde. Hij kreeg echter gelegenheid de vraag te ontwijken, daar de cipier, onder veel sleutelgerammel, een anderen ingang voor hen opende. Ofschoon de zon buiten scheen, drong ze lot deze plaats niet door. Het gebouw was nagenoeg geheel van grijs graniet en gaf een kouden indruk. Nergens zag men iels, wat maar een eenigszins vriendelijken in druk vermocht te geven ruw graniet bc neden, boven, overal. Rupert, in z'n hart een vrij man, kreeg een gevoel van afschuw, een kinderachtig verlangen kwam in hem op tegen die mu ren te vechten, ze neer te halen en er uit te breken. Gedurende den tijd. dien hij in het ge bouw doorbracht, voelde hij zich, waar ze ook vertoefden, alsof hij ze'f een gevangene was. Nu en dan luisterde hij naar den uit leg van hun gids. Hij had echter de groot ste moeite, om zijn gedachten er bij te houden. Despard echter stelde belang in alles; hij stelde een oneindig aantal vragen, sloeg de aan het werk zijnde gevangenen nauw keurig gade. Bijna ieder vak werd in deze gevangenis uitgeoefend. Er waren kleerma kers, schoenmakers, mandenvleehters, te veel om op te noemen. De mannen stonden of zaten in rijen ieder op een bepaalden afstand van zijn buurman, terwijl in het midden en aan het einde van iedere rij een cipier de wacht hield. Algeheelc stilte heerschte in de werklo kalen, een stilte, die iemand als Rupert, be schikkend over een geweldige fantasie, als het ware voelde en zag. Het leek cf de wer kers een deel waren van de met sfeenen ge plaveide gangen, van dc granieten muren. Gelijk graniet, waren ook hun gelaatstrek ken: koud, hard en ondoorgrondelijk. Hiel en daar slechts een trekje, wat nog geleek op iets menschel ijkssommigen deden den- ken aan den primitieven mensch'van liet steenen tijdperk, ofschoon ve baardeloos en hun hoofden kaalgeschoren waren. Iedere gevangene was over zijn arbeid gebogen, alsof deze nem geheel in beslag nam. Rupert, die allen nauwkeurig opnam, bemerkte, dat hun oogen vlugge bewegin gen maakten, als waren ze doordrongen van een geweldigen angst, juist als de oogen van een dier, dat altij bedacht is op levensbehoud. Ook bewogen ze "soms de lippen, ofschoon geen klank werd geuit. Na een onnoemelijk aantal gangen en deuren gepasseerd ie zijn, bereikten ze ein delijk de keukens. Hier voelden ze weer eenige weldoende warmte, gepiard aan den geur van verschgebakken brood. Ze wierpen ook een blik in een cel, A. C. 2001. Juist genoeg ruimte om d'-od te gaan, merkte Despard scherLkend. op. De cellen, waarin de meerderheid der gevangenen was opgesloten, waren gebouwd op een groote, vierkante ruiurc, net de verdiepin gen boven elkander, tcr-viji iedere cel voor zien was van stevige ij/.-ren slaven. Een bewaker had van zijn uitkijkpost af het oog op alle cellen. Rupert kreeg een gevoel van opluchting, toen ze de portiers'oge wrer b. traden. Ze moesten even wachten, aangezien een ploeg gevangenen, onder geleide van he- wakers met geladen geweer van de turf- velden. waar ze de i geheeien dag hadden gewerkt, terugkwam. Welnu, ik hoop, dat je tevreden bent. zei Rupert, toen ze weer op den straatweg wandelden naar Prineetown. Ik had al den tijd, dat we in de gevangenis-gebouwen vertoefden, het ge-,oei vi.i een opgesloten dier. Het verwondert rtie zelfs, dat die ar me kevels er niet uilgiitgen. in onze plaats. Despard op onverscnilli-'on loon. Doch ik erken, dat het goed is in de frissche lucht, in den zonneschijn e<i in de vrije na tuur! Ik hoop maar. dat nel hotel hier ons iets behoorlijks zal kunnen voorzetten. Ze ontmoetten Marjorie even voorbij de markt. Ofschoon ze slechts een zeer eenvou dige lunch wenschte, drong Despard er op aan eens lekker te lunc ïen mei een flesch champagne. We hebben wat noodig om den smaak van de granieten muien weg te spoelen, zei hij lachend. Ruperts stemming werd wal milder op oen terugweg naar Blaclkthorn Farm. Mar jorie vond gelcgeuhoiu hem te vertellen, dat ze voor haar zelf een nieuwe japon had gekocht en eenige andere benoodigdheden voor haar garderobe niet het- geld, dab ze van Rupert had gekregen. Haar genoegen nu ze zelf over wat geld beschikte, dat ze naar e:ge:i goedvinden ken besteden, deed hem inzien hoe zelf zuchtig hij ge veest was en opnieuw beloof de hij zichzelf pieci.l'g dat li ij. cenma.il terug in Londen, dag en naeht, zen werken en niets zou uil seven, dan het stiikt nood zakelijke. Ruby zou hem daarbij helpen, dat wist hij en hij zou er zich niet meer voor scha men haar te laten zien wie en wat hij wer- keliik was. Hij was bang geweest haar (e verliezen, door te zeggen, dat hij geen geld had. En als zij niet tusschenbeide was ge komen. dan was hij nu geruïneerd. Na het souper nam John Dale Rupert apart. Rupert wist, dat cru onderhoud onver mijdelijk washet beslissende oogenblik was dus aangebroken. Hij verwachtte een soort strafpredikatie Ie. zullen hooren, een waarschuwing om niet meer te spelen en niet meer te leven boven z'n inkomen, met eên beroep op de toekomst. Hij wist, dat laten leiden, dat hij hem zeer waarschijn lijk zelfs niet zou berispen over het ee- beurde. Hef tegenovergestelde had hij lie ver gehad. Het zou gemakkelijker te" dra gen zijn, dan het zien van een gelaat-, waar uit diepe liefde sprak, terwijl toch in dp oogen droefheid en ontgoocheling te lezen stond. Tol zijn verwondering raakte dc oude Dale liet verledn met g.-en enkel woorl aan. Hij vertelde hem alleen, dal Sir Re ginald dien ochtend een brief van zijn bankier had ontvangen, waarvan hij den inhoud mededeelde. De cheque, welke Rupert had verloven, was vervalscht en was door een boodschap penjongen bij de bank aangeboden, wien men 500 pond in goud er. papier had uiibe taald. Bij informatie aan het kantoor van waar de jongen was uitgezonden kon men verzekeren, dat een jonge man de cheque had afgegeven en later het geld was ko men opvragen, hetwelk hem werd overhan digd. Rupert luisterde met een gevoel van op luchting. En hebben ze dpn persoon gevonden 1 Dale schudde zijn hoofd. Nog niet. De zaak is natuurlijk in handen van de poli tie. De directeur van het kantoor waar He cheque werd afgegeven beschreef den per soon als een lang, net uitziend jongmensch met een klein snorretje en, voor zoover hij zich kon herinneren, een grooten vilten hoed eu een lichte overjas". Dale legde hartelijk zijn hand op Ru port's schouder. Gisteravond dal oogenblik vond ik verschrikkelijk had il lipt gevoel, dat Sir Reginald jou als den vcrmoedelijken dader beschouwde. Je zul' wel begrijpen, dat deze mededeeling van de bank voor mij een groote opluchting (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9