22ste Jaargang
DINSDAG 19 MEI 1931
No. 6900
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
tm
De encycliek-herdenking te Rome.
e ÊcidócHe0oii/wmt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f 2.50 per kwajtaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per port f2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummer» 5 oent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 oent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per
regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop f 0.50.
SOK
TIJDENS DL **!*-
PAUS-MIS ter
gelegenheid van
de encycliek
feesten. (Zie on
ze correspon
dentie hieron
der).
De encycJiek-
herdenking te
Rome.
DE PLECHTIG
HEID OP HET
DAMASUS-HOF.
Grootsche dagen in Rome - Alle volkeren der
aarde rondom 'den Paus in de St. Pieter.
Op Dr. Schaepman's graf.
(Van onzen eigen Redacteur).
ROME, 15 Mei.
O, felix Roma! O, gelukkig Rome
Zoo even hebben wij de grandiose St.
Pieter verlaten, alwaar de H. Vader de
Mis heeft opgedragen.
Ofschoon er gisteren vele bekunigrijke
gebeurtenissen hebben plaats gehad,
waarvan straks zal worden verhaald, is
het hart nog te vol geluk over dezen glo
rierijken morgen, dan dat wij over ie te
anders zouden kunnen schrijven, dan over
St. Pieter en den Paus.
Alle volkeren der aarde waren samen
gestroomd onder den machtigen koepel der
wereld-kerk. Men hoorde alle talen spre
ken en alle rassen van het mensehdom,
blank, zwart en geel, verdrongen zich
onder de goudgesierde gewelven.
De zoo verguisde St. Pieter wat is
de St. Pieter een bijna hemelsche kerk,
wanneer zij de functie, waartoe zij ge
bouwd werd, vervult, en de duizenden
geloovigen overkapt, die rondom het
graf van den Steenrots vergaderd zijn
allen één in geloof en allen heilig in
trouw aan Christus' Plaatsbekleeder.
Vol ongeduld wachtte de menigte het
oogenblik af, dat ons aller Vader uit het
Vaticaan naar de basiliek zooi afdalen,
om een stille H. Mie aan het groote al
taar, onder het enorme bronzen baldakijn
van Bernini, op te dragen. Het zou een
stille H. Mis zijn, waarom de Paus, niet
met die praal, zooals we eenige jaren ge
leden bij de zaligverklaringen mochten
beleven, de basiliek zou binnenkomen.
Maar al was de cortege dan „klein" en
de Mis „stil" het was toch een feest
voor oog en hart.
Niet zoodra zag de menigte den Paus
in ©en zijkapel op de „sedia gestatoria"
binnenkomen, of een donderend applaus
plantte zich voort van het begin tot het
einde. Zakdoeken wuifden in de lucht en
aan het geroep „Leve de Paus" kwam
geen einde.
Daar kwam de H. Vader het midden
schip binnen op zijn rooden, met goud-
bezoomdè draagstoel, zachtjes schomme
lend op de schouders der in paars-da
masten costuums gestoken „bussolanti".
De zilveren bazuinen wierpen hun
feestelijke klanken door de hooge ruimte.
De Palatijnsche garde, aan beide zijden
van den middenweg opgesteld, presen
teerde het geweer.
Toegejuicht en toegewuifd kwam de
Paus langzaam aandrijven op de zee van
geestdriftige menschenhoofden.
Het cortége was inderdaad klein: en
kele kamerheeren, geestelijk en wereldlijk
liepen voor den getroonden Paus uit en
achter Z. H., de Kardinaal-Staatssecreta
ris Pacelli en een lange rij van monsig-
nori en priesters.
Bij het altaar stonden opgesteld de
Zwitsersche garde in haar schilderachtige
rood, blauw, gele oostuums en de Guardia
Nobile, met de vergulde helmen met
paardestaart-kwasten, allen in klein te
nue. Een vijftal kardinalen had tegenover
het altaar plaats genomen.
Het wordt vervelend, er weer aan te
herinneren, maar de dankbaarheid ge
biedt het, hoe ik bij de plechtigheden in
St. Pieter steeds een streepje voor heb
door de buitengewone welwillendheid van
il Signore Amgclo d'Alessandri, kamer
heer van Z. H. en advocaat der Rota.
Geen 10 Meter van het pauselijk altaar
staande, heb ik d.e plechtigheid mogen
voLgen, een plechtigheid, die op zich niets
bijzonders is dee Paus draagt de Mis
op als ieder ander priester maar door
de illustere persoonlijkheid van den offir
ciant een hoogere wijding krijgt.
Want al spreekt het dan voor den
Paus voor zich het ontroert ons, den
Paus, diep gebogen voor het altaar, het
„mea culpa" te hooren bidden, en Z. H.
al die handelingen te zien verrichten,
waaraam wij reeds van kindsbeen ver
trouwd zijn.
Hij, die daar staat in zijn witte toog
en zijn wit kazuifel, omringd door die
nende, knielende en handkussende prela
ten, is het Opperhoofd der Kerk, de Eer
ste Menseh op aarde, Christus' Plaatebe-
kleeder.
M&ar, op 't verheven oogenblik der
consecratie, wanneer alle kardinalen, alle
prelaten, alle soldaten en de geheele me
nigte op de harde steep ligt neergeknield,
wanneer de bazuinen smeekend langs de
gewelven sidderen is de Paus geen
Paus meer, is Pius XI niet meer Stadhou
der Christi want Ohristus zelf is daar.
En de Paus knielt nederig in aanbidding
neer voor zijn God en Zaligmaker.
O, felix Roma! O, gelukkig Rome
Met dezelfde staatsie als waarmede Z.
H. gekomen was, werd hij wederom de
kerk uitgedragen. Op het oogenblik, dat
de H. Vader met een roode wijde
mantel bekleed omhoog werd getild,
barstte iin de St. Pieter een gejuich en
gejuibel uit van al die vreemde volkeren,
die nooit gedroomd hadden den Paus te
zullen zien, zoodat" zelfs de Kamerhee
ren er door waren aangedaan.
De Vader der Christenheid hoorde zich
in alle talen toegeroepen: Ewiva il Papa,
leve de Paus, vive le Papa, hail to our
Pope, evviva Pio Undecinio, Evviva! Hij
leve!
En wat niet vaak gebeurt aan
het einde dér kerk gekomen, liet de Paus
zich omkeeren op de draagstoel met het
gezicht naar de ontzaglijke menigte. Stor
mende toejuichingenLangzaam, schok
kend in zijn zetel, zegenend naar alle zij
den, werd de Paus de Baseliek uitge
dragen.
Aldus is het verloop van een „stille"
mis in St. Pieter.
De Nederlandsche Pelgrime, met onze
vaderlandsche driekleur voorop, begaven
zich nu naar het nedige Oamp Santo Te-
desco, waar onze Schaepman in de scha
duw van St. Pieter „placide in Dno" te
rusten ligt.
Op het graf van dezen Rome-enthou
siast, van wie de woorden afkomstig zijn:
„Wie Rome eens gezien heeft, verlaat
het feitelijk nooit", is herdaoht, wat
Schaepman voor ons Katholieken van Ne
derland is geweest: onze bevrijder en
onze geestelijk© vader, die ons tot nieuw
leven heeft verwekt. De Bisschoppen heb
ben daar ook hun groot vertrouwen in
de arbeidersbeweging uitgesproken. Bloe
men zijn gestrooid op Schaepman's graf.
Het was eeen spontane huldiging van den
grooten doctor, welke een ontroerende
irfdruk maakte. Het was een der schoon
ste momenten van ons verblijf in Rome.
En nu het begin van de Rerum No-
varum-herdenkingdie knanslegging bij
St. Jan vain Lateraneh en de herdenking
op de binnenhof van j de Cancelleria.
Zoo geestdriftig alk wij gestemd zijn
over de plechtigheid van dezen morgen,
zooveel te minder zijn wij het over de
„feestelijkheden" -n gisteren. Dames en
'heeren! Ik wil van de Italianen geen
kwaad vertellen, want 't is een alleraar
digst, goedmoedig slag menechen, maar
van feesten organiseeren, die „punctueel"
moeten verloopen, hebben zij geen kaas
tenzij de kwalijk riekende „Gargan-
zola"! gegeten, zooals blijken zal uit
'het volgend verhaal.
De Nederlanders zijn onder de Rerum -
Novarum-pelgrims schitterend vertegen
woordigd. Nederland, dat eens heeft uit
geblonken onder de natiën van Europa
door het getal en den moed der Zouaven,
kan trotsch gaan op de zevenhonderd pel
grims, uit alle standen, die te Rome ge
tuigen kwamen, dat het woord van Leo
XIII even trouw en geestdriftig is op
gevolgd als de oproep van Pius IX.
Allen zijn in afwachting van wat de
Paus hedenmiddag, bij de groote audiën
tie op het Damasus-hof zal zeggen, maar
Z. H. kan er van overtuigd zijn, dat geen
land ter wereld zijn woord gretiger zal
aankooren en zakelijk zal verwezenlijken,
dan Nederland.
Een nieuw© encycliek over de sociale
vraagstukken wordt verwacht. Zoo komt
'het, dat de feestelijkheden van gisteren
den indruk maakten van een dank, doch
ook een slotlied op den Rerum Novarum
en een preludium op de nieuwe encycliek.
De feesten ter herdenking der Rerum
Novarum zijn begonnen met een Mis in de
St. Jan van Lateranen, de imposante
basiliek, die met recht en reden het op
schrift voert: „Moeder en Hoofd aller
kerken der stad en der aarde".
Legers van pelgrims rukten over het
wijdsche plein op de basiliek aan, zoo
dat de kerk weldra gevuld was met een
bewegelijke menigte.
Ter gelegener tijd met de Rerum No
varum herdenking, werd in de St. Jan
het eeuwfeest van het Concilie van Ephe-
se herdacht (een herdenking waaraan
een volgende brief zal zijn gewijd). Door
een kardinaal werd een pontificale H.
Mis opgedragen, welke de meeste pel
grims als de Mis ter herdenking van de
Rerum Novarum beschouwden, wat niet
het geval was. Zoodoende kwamen de
meeste pelgrims te laat op het kleine
pleintje achter de sacristie, waar het
Rerum Novarum-monument staat, en waar
door sprekers van verschillende landen
zooak bekend sprak voor ons land het
Eerste Kamerlid de Bruyn de ver
diensten van de encycliek werden be
licht.
Wij konden de pelgrims, die bij de
knanslegging en de redevoeringen niet te
genwoordig waren, evenwel geruststellen;
zij hadden niet veel gemist, behalve de
redevoering van den heer de Bruyn, die
zij ook later nog wel kunnen lezen.
Het was op het pleintje geweldig heet
en er was, hoewel de Tsjechen en Polen
enthousiaste schreeuw-partijen hielden,
weinig interessants te beleven.
's Middags togen wij allen naar de
Cancelleria, een statig palcis aan het
Corso, met een grootsoh, door zuilengan
gen omgeven binnenhof een der schoon
ste cortile der Italiaansöhe Renaissance.
Op een estrade waren zeven kardinalen
gezeten, H.Eerw. Emerenties Cerretti,
Laurenti, Liénart, Früwirth, Maurin,
Lhond en Marchetti. Als roode bloemen
zaten zij daar, met op den achtergrond
een purperen pracht van bisschoppen en
prelaten. In tweeërlei opzicht een cleri-
cale „bloemen"-tentoonstelling
In het begin was er geestdrift in over
vloed, maar de meeste sprekers maakten
het veel te lang. Dat begon al met de
toespraak van Commendatore Pericoli,
di© een eindelooze rede van 't papier af
las, waarvan we geen syllabe verstonden.
Als de Italianen klapten, deden wij van
ons eigen amusement om 't hardst mee.
Toen kwam een geweldige Spaansche
pater met een even geweldig Spaansch
stem, toen Herr Hauslertner uit Oos
tenrijk, die een soort stramme militaire
groet aan de Kardinalen bracht en
toen mijnheer Heymane uit Brussel, mi
nister van Arbeid, die een rede hield van
een half uur, waarvan een halve minuut
in het Vlaatmsch en de rest in het
Fransoh. Het was een blamage voor de
Vlamingen, die juist, met talrijke kleurige
banieren, op den binnenhof zoo prachtig
vertegenwoordigd waren.
Mannen van verschillende landen spra
ken, spraken en spraken. Groote troepen
gierzwaluwen, boven in het vierkante
sterk blauwe luchtruim heen en weer
zwierend, kwetterden niet onverdienste
lijk mee.
Nadat een heele litanie van sprekers
was afgewerkt, kwam ook minister Aal-
berse, die een door de Hollanders har
telijk toegejuichte rede hield helaas
in 't Fransch (op verzoek van het comité;
de meeste sprekers hadden zich om dit
verzoek niet bekommerd).
Aalberse locutus, causa finita.
Toen Aalberse had gesproken, was
het feest voor ons uit en zijn wij heen
gegaan, er op zinnend, welk een glans
rijk feest van deze plechtigheid zou zijn
gemaakt, indien de regeling in handen
van HoTlandens w
Tusschen deze twee plechtigheden door
hadden wij 's morgens nog een bezoek
gebracht aan Pater Kusters, van de
Priesters van het Hart en aan de erbar
melijke ellende in de „Casinetta", waar
Pater Kusters zulk edel werk verricht.
Des avonds werd het eeuwfeest van
Ephese gevierd met een luisterrijke licht
processie.
Over beide onderwerpen hopen wij in
volgende brieven wat te vertellen.
ROME, 16 Mei.
De nieuwe encycliek!
„Quadragesimo ajino", in het veertigst©
jaar 11a de verschijning van het pauselijk
rondschrijven Rerum Novarum, is de nieu
we encycliek van Paus Pius XI, waarin de
onveranderlijke beginselen van rechtvaar
digheid en naastenliefde op den moder
nen tijd worden toegepast, verschenen.
De encycliek is nog niet verschenen,
maar de korte inbond werd gisteren aan
alle pelgrims, die ter herdenking van de
Rerum Novarum naar Rome waren geko
men, ieder in zijn eigen landstaal, uitge
reikt.
Wat in het resumé staat, laat plaats voor
gissingen over; hot resumé heeft ons nog
belangstellender gemaakt naar de encycliek
in liaar geheel.
In ieder geval het was gisteren een
dag van wereld-beteekenis.
De plechtige audiëntie aan de pelgrims
van alle landen had te 5 uur op het bin
nenplein van San Damaso in het Vaticaan
plaats.
Evenals 's morgens in de St. Pieter was
het een Pinkster-wonder van talen-menge-
ling. Op een met fluweel bekleed podium
hadden alle in de Eeuwige Stad vertoe
vende kardinalen plaats genomen, beneden
daarvoor de bisschoppen, onder wie drie
Nederlandsche bisschoppen.
Het groote Vaticaansche binnenplein
Icon nauwelijks alle pelgrims omsluiten
binnen de drie, vier verdiepingen hooge
loggia's van Raphael.
Het was een gewcel en drukte van be
lang en enkele heetbloedige Italianen be
gonnen reeds te blèren „Viva il Papa",
toen de H. Vader nog een half uur op zich
wachten liet.
Plotseling zette de muziekkapel der
Palatijnsche garde de daverende „Inno
Pontificio", de Paus-Hymne, in, en onder
oorverdoovende toejuichingen lcwarn Z. H.
op het podium, gekleed in rooden mantel
en met grooten rooden hoed.
Langzaam wandelde de Paus over het
podium en begroette een voor een de kar
dinalen, die den Opperpriester den ring
kusten en een buiging maakten. Z. H. wuif
de de juichende menigte toe, waarna hij
NA DE PAUS-MIS.
(Photo'8 Felice, Fotografo Poitificio).