GERO AICTjtfELEIl
HET NIEUWE STADHUIS TE LEIDEN.
KERKNIEUWS
H,
ZATERDAG 16 MEI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BI,AD PAG. 7
Voorstel, om een commissie van deskundigen te be
noemen, om het ingediende plan-Dudok te beoor-
deelen. B. en W. zijn voor herbouw op de oude
plaats.
De gang van zaken.
B. en W. schrijven aan den Raad:
„In de Memorie van Antwoord op het Sec-
tieverslag betreffende de begrootiug 1931 ga
ven wij eene uiteenzetting van den garg van
raken ten opzichte van het stadhuisvraagstuk
sedert Uw besluit van 16 December 1929, bij
welk besluit overeenkomstig ons voorstel van
18 November 1929 aan architect W M. Dudok
opdracht werd verleend tot het ontwerpen van
tv.ee plannen voor den bouw van een nieuw
Raadhuis en wel één met en één zonder be
houd van den ouden gevel, echter in dien zin
aangevuld, dat den heer Dudok tevens werd
opgedragen, voor het maken van het plan zon
der behoud van den ouden gevel een nadere
aanwijzing van het bouwterrein door Uwen
Raad af te wachten, doch inmiddels U zoo
spoedig mogelijk met betrekking tot die aan
wijzing van advies te dienen.
Wij wezen er toen op, dat wij dit advies van
den heer Dudok op 27 Juni 1930 aan U over
legden, onder mededeeling, dat het plan met
behoud van den ouden gevel inmiddels nage
noeg gereed was gekomen en binnen zeer kor
ten tijd te Uwer kennis kon worden gebracht.
Onder die omstandigheden, zoo schreven wij,
verder, leek het ons gewenscht, dat Uwe Ver
gadering, alvorens een besluit te nemen om
trent de aanwijzing van het terrein voor het
pian zonder behoud van den ouden gevel, het
pian met behoud van dien gevel in ocgen-
schouw nam en onderwierpen wij dit denk-
beel derhalve aan Uw oordeel. Uw Vergade
ring bleek van eenzelfde gevoelen te zijn, want
cp voorstel van de heeren Wilmer, Wilbrink en
van Es werd op Juli d.a.v. met 21 tegen 12
stemmen besloten het voorstel inzake de aan
wijzing van het terrein voor den bouw van een
nieuw Raadhuis, zonder behoud van den ouden
gevel, aan te houden en te behandelen, nadat
b'.i Uwen Raad was ingediend het plan voor
den bouw van een nieuw Raadhuis, met behoud
van den ouden gevel. In verband met deze be
slissing werd laatstgenoemd plan in Augustus
1930 ingediend en publiek gemaakt
Tenslotte deden wij U in de Memorie van
Antwoord de toezegging, dat, nu, behalve Uwe
Vergadering, ook een ieder in de gelegenheid
was geweest van het plan kennis te nemen, het
vraagstuk zoo spoedig mogelijk weder bij U
ter tafel zou worden gebracht.
Tot ons leedwezen was het ons tot nog toe
niet mogelijk aan die toezegging gevolg te ge
ven. De redenen hiervan zullen uit het onder
staande voldoende blijken.
Na kennisneming van de onderscheidene oor
deelvellingen in de vakbladen en in de pers en
van de uitingen, voorkomende in de verschil
lende bij U ingekomen en in de Leeskamer ter
visie liggende adressen van voor- en legen-
standers van het plan-Dudok en in het midden
latende, in hoeverre zij, die hun oordeel uit
spraken zich daartoe in staat hebben gesteld
door nauwkeurige bezichtiging van de teeke-
ningen, zooals die in het museum „de Laken
hal" geruimen tijd kosteloos zijn tentoonge
steld, leek het ons College, nadat ook onzer
zijds het plan een en andermaal was bestu
deerd en het vraagstuk ampel was overwogen,
niet gewenscht eene beslissing van Uwe Ver
gadering uit te lokken, zonder alsnog het oor
deel van eene commissie van eenige onpartij
dige deskundigen te kennen over het plan op
zichzelf, alsook in het bijzonder wat betreft
zijne aanpassing aan de omgeving en dat oor
deel aan U over te leggen.
Alvorens aan dit denkbeeld uitvoering te
geven, wonnen wij daaromtrent het gevoelen in
van de Commissie van Fabricage. Blijkens haar
rapport van 19 December 1930 was zij verre
van eenstemmig".
Benoeming van een Commisisie.
„Na kennisneming van de onderling afwij
kende meeningen was voor ons College het
oogenblik aangebroken den knoop door te hak
ken en besloten wij in onze vergadering van
30 December 1930 ons zooeven vermelde denk
beeld te volgen en eenige onpartijdige deskun
digen te vragen, of zij bereid waren m een
commissie als door ons gewenscht zitting te
nemen.
De heer Dr. Ir. G. W. van Heukelom, Hoofd
ingenieur bij de Nederlandsche Spoorwegen te
Utrecht, kon tot zijn leedwezen om gezond
heidsredenen aan onze uitnoodiging geen ge-
volg geven, terwijl de overige uitgenoodigde
heeren, Ir. G. C. Bremer, Rijksbouwmeester te
's Gravenhage, Jos. Th. J. Cuypers; architect
te Amsterdam, Ir. A. R. Hulshof, gemeente
architect te Amsterdam, Ir. J. de Bie Leuve-
l ng Tjeenk, voorzitter van den Bond van Ne
derlandsche Architecten te Amsterdam en Ir.
W. G. Witteveen, stads-architect te Rotterdam,
alvorens de opdracht definitief te aanvaarden,
prijs bleken te stellen op eene bespreking met
c.ns College over de juiste begrenzing van de
opdracht.
Op 2 Februari 1931 had deze bespreking
plaats, als gevolg waarvan wij nog bij schrij
ven van dien zelfden datum aan de genoemde
5 deskundigen berichtten, dat er bij ons Col
lege geen bezwaar bestond de opdracht alsnog
in dien zin uit te breiden, dat ook de keuze
van een terrein voor den bouw van het nieuwe
Paadhuis daarin werd betrokken. Nadrukkelijk
stipuleerden wij echter tijdens de besprekingen,
dat het ons College vrijstond incidenteel alle
beslissingen te nemen, die ons noodig voor
kwamen. Bij de samenstelling van de commis
sie was er trouwens ook geen rekening mede
gehouden, dat zij ook over de terreinkeuze ad
vies zou uitbrengen.
14 Februari a.d.v. bereikte ons het bericht
aer deskundigen, dat zij alsnu gaarne bereid
waren de opdracht te aanvaarden, in antwoord
op welke bereidverklaring wij de deskundigen
b'i schrijven van 18 Februari 1931 er mede in
kennis stelden, dat het in verband met de in
stelling van de commissie véreischte krediet,
behalve de onkosten 3000 bedragende 1/500
▼oor elk der leden en 500 voor den door de
Commissie gewenschten deskundigen secreta
ris) bij Uwe Vergadering zou worden aange
vraagd".
Afwijzing van het voorstel der
S. D. A. P.
„Inmiddels was door Uwe medeleden, de hee-
ten Schüller, Groeneveld en van Eek, een
voorstel ingediend, om een terrein gelegen aan
de Lammermarkt en op de bij het voorstel ge
voegde kaart nader aangegeven, aan te wijzen
als bouwterrein voor het door den heer Dudok
ingevolge raadsbesluit van 18 November 1929
te ontwerpen tweede plan voor den bouw van
een nieuw Raadhuis (het plao zonder behoud
van den ouden gevel).
De Directeur van Gemeentewerken heeft dit
plan ontraden, aldus deelen B. en W. mede.
Afgezien van zeer zeker niet licht te tellen
bezwaren van stedebouwkundigen aard, haalde
de Directeur met instemming aan het ongunstig
oordeel van den heer Dudok over de algemeene
ligging vêin het door de voorstellers aanbevo
len terrein met het oog op de tegenwoordige
omgeving en citeerde hij de passage uit het
bekende rapport van den heer Dudok betref
fende de terreinkeuze voor het tweede plan,
waarin deze zegt, dat een blik op de kaart
voldoende is, om te erkennen, dat een Raad
huis op de Lammermarkt als het ware steeds
op het tweede plan zal blijven, dat de tegen
woordige omgeving aldaar hoogst ongunstig, ja
zelfs deprimeerend is en dat al is natuurlijk
de mogelijkheid niet uitgesloten, dat die om
geving zich in niet te verre toekomst zou ver
beteren tengevolge van de aanwezigheid van
het Raadhuis, toch met geen mogelijkheid is te
voorzien in welke periode die transformatie
zich in een niet snel zich ontwikkelende stad
als Leiden zou voltrekken.
Tenslotte vestigde de Directeur van Gemeen
tewerken nog de aandacht op den z.i. minder
gelukkig gekozen langgerekten vorm van het
terrein en uitte hij twijfel, of de grootte van
het terrein wel voldoende zou blijken te zijn.
Op 10 April 1931 bracht de Commissie van
Fabricage haar rapport uit. Ook ditmaal bleek
de Commissie niet eenstemmig. De meerderheid
der Commissie achtte het niet wenschelijk, dat
zofider nader deskundig advies over de ge
dachte van de heeren Schüller c.s. praeadvies
aan Uwe Vergadering werd uitgebracht en zij
verzocht ons daarom ook over het voorstel-
Schüller c.s. het gevoelen van de bovengenoem
de deskundige Commissie in te winnen, en
haar advies te mogen opschorten, totdat zij
met de zienswijze dier commissie in kennis zou
zijn gesteld. Eén lid kon echter met het advies,
om een zoodanige commissie over het voorstel-
Schüller c.s. te hooren niet medegaan, aange
zien hij tegen het samenstellen van een com
missie van deskundigen gekant was".
De Sociëteit „Amicitia"
„Tegen het gevolg geven aan den wensch van
de Commissie van Fabricage, om ook over het
voorstel-Schüller c.s. de commissie van des
kundigen te hooren, doet zich intusscben een
bezwaar voor, hetwelk zulks vrijwel onmogelijk
maakt en een spoedige beslissing althans ten
aanzien van één punt noodzakelijk doet zijn.
Bij schrijven van 14 Januari j.l. heeft n.I.
het bestuur van de sociëteit „Amicitia" B. en
W. medegedeeld, dat door de algemeene leden
vergadering het besluit is genomen, om in ver
band met den verkoop van het sociëteitsge
bouw aan de Breestraat, een nieuw sociëteits
gebouw te stichten op het erfpachtsterrein aan
de Steenstraat, op de plaats, waar zich thans
de buitensociëteit bevindt. De desbetreffende
teekeningen voegde het bestuur daarbij ter
goedkeuring, ingevolge de erfpachtsvoorwaar-
den, met verzoek onze beslissing zoo spoedig
te zijner kenis te brengen, aangezien het ge
bouw aan de Breestraat uiterlijk op 1 Me 1932
moet zijn ontruimd en met den bouw van de
nieuwe soëiteit uit den aard der zaak nog al
eenige tijd gemoeid zou zijn.
Aangezien de ingezonden gevelteekeningen
ook naar het oordeel van de Commissie van
Fabricage voor goedkeuring in aanmerking ko
men en ook de bouwvergunning naar het zich
laat aanzien niet kan worden geweigerd, zon
der in strijd met recht en billijkheid te ko
men, is het thans zaak ten spoedigste te be
slissen, of het terrein aan de Steenstraat, het
welk ingevolge raadsbesluit van 14 Februari
1918 voor den tijd van 85 jaren, alzoo tot het
jaar 2003, aan de sociëteit „Amicitia" in erf
pacht is gegeven, al dein niet mede voor den
Stadhuisbouw zal worden ingenomen. Meent
men, dat dit het geval moet zijn, dan zullen
voordat met den bouw van de nieuwe sociëteit
een aanvang wordt gemaakt, met het bestuur
van Amicitia" onderhandelingen moeten wor
den geopend, teneinde de voorwaarden te ver
nemen, waaronder de sociëteit bereid zou zijn
van haar erfpachtsrecht af te zien, terwijl de
gemeente bij het niet bereiken van overeen
stemming tot onteigening hare toevlucht zou
moeten nemen.
Met het oog op het voorstel-Sohüller c.s. be
hoeft naar de meening van B. en W. geen be
slag te worden gelegd op het erfpachtsterrein.
Uitvoering van dit plan toch lijkt B. en W.
op de door den Directeur van Gemeentewerken
en den heer Dudok aangevoerde gronden, die
zij in het vorenstaande kortelijk aanstipten,
absoluut verwerpelijk.
Rest dan nog het z.g. plan Steenstraat.
Zooals wij boven schreven, aldus B. en W.,
vestigt de heer Dudok weliswaar op dit terrein
de aandacht voor de uitvoering van het tweede
plan, doch niet in de eerste plaats. Ook voor
het tweede plan komt z.i., wij herhalen het, het
terrein aan de Breestraat allereerst in aanmer
king en slechts voor het geval men zijne keuze
niet op dit terrein wil vestigen, beveelt bij het
terrein Steenstraat aan.
Doch afgezien van de argumenen, die volgens
den heer Dudok aan het terrein aan de Bree
straat de voorkeur doen geven, moet met het
oog op de booge kosten, aan aankoop of out-
GEMEENTERAAD VAN NOORDWIJK
De gemeenteraad va-n deze gemeente
vergaderde guetermiddag te 2 uur onder
v00rz.1t/terechap ven burgemeester v. d. Mor
tel.
Afwcaig de heeren Alkemade en v. d.
Wied.
De kermis op Zondag.
Onder de ingekomen stukken bevindt zich
een schrijven van de A. R. Kiesveireeniging
..Nederland en Oranje" inzake het op j.l.
Zondag gehouden muejekoonoouns, waaraan
verbonden wa« een Ke/nrnease d'été. Het be-
ziwaar van de kiesvereeniging ridhtte zioh
vooral tegen het feit, dat deze Kermesee
d'Eté gehouden wa« op een Zondag. Ver
scheidene leden o.a. de heer v. d. Niet ep-na-
ken hun afkeuring uit over deze z-g. „Zon
dags/ontheiliging".
De heer Admiraal verwonderde e»r zich
zelfe over, dat de burgemeester toestem
ming heeft gegeven, hetgeen den heer Krau
de opmerking ontlokte, dat een groot deel
der gemeentenaren den Zondag wü vieren
op zijn eigen wijze. Wae zioh stoort aan een
kermis, moet maar uit de buurt van het
terrein blijven. De heer Meijer respecteert
gaarne iedere opvatting, maar het betreft
hier een bijzondere gelegenheid, ml. het
houden van een muziiekeoncoure. Waarom
moet nu voor dezen eenen keer direct aan
merking daarop gemaakt worden? Temeer
daar het er heel ordelijk naar toe ging.
Wanneer dat iederen Zondag zou voorko
men, zouden ook de Katholieken zulks zeker
strijdig vinden met. het principe van Zon
dagsrust en Zondagsheiliging.
De Voorzatter zei.de, gedaan te hebben,
zooals hij meende dat zijn plicht was. Het
adres wordt daarna voor kennisgeving aan
genomen.
Na goedkeuring der notulen is aan de
orde een voorstel tot tijdelijke terugneming
van het voorstel inzake de woonforensen-
belasting, hetgeen wordt goedgekeurd. Het
voorstel was teruggenomen in verband met
de wenechelijkkoid van meerdere gegevens
betreffende de juiste financieele positie der
gemeente.
Tot leden der sohattingscommiasie wor
den benoemd de heeren Th. Admiraal E. G.
Urlus, R. J. de Groot en G. Vogelaar.
Eerste Hulp bij Ongelukken.
Daarna is aan de orde een adres van
J. Compter inaake 'n gaatis telefoonaanslui
ting in zijn café aan de z-g. Noordiwijker
hoek, omdat, daar ter plaatse vele ongeluk
ken gebeuren. B. en W. adviseeren afwij
zend, doch de heeren Liefferink, Braun en
de Hollander meenen dat er alle reden is
om daar een telefoonaansluiting te doen
aanbrengen, waarop wethouder v. Eeden
opmerkt, dat er meer gevaarlijke puniten in
Noordiwijk zijn. Men kan niet overal een
gratis telefoonaansluiting aanbrengen.
De heer Meijer zou voor dergelijke geval
len toch een extra post op de begrooting
willen uittrekken. De Voorzitter zou in
principe daar niets op tegen hebben en wil
nog eens onderzoeken of er althans iet» ge
daan kan worden. Het punt wordt daarop
aangehouden.
Inzake de kwestie van een stenografisch
raade verslag wordt besloten tot een uitge
breid analytisch versla g, kostende circa
500.—.
Goedgunstig wordt beschikt op een ver
zoek van den bond van Christelijke politie
ambtenaren in Nederland, om erkenning en
gelijkstelling van het door dezen bond uit
gegeven politie-diploma met het door ande
re organisaties uitgereikte polistiediploma
met aaniteekening.
De heer Feikema heeft in een adres te
rugbetaling gvraagd van de kosten tot aan
leg van een gasleiding, omdat de gemeente
lantarenpalen op deze leiding heeft aange
s-loten.
B. en W. adviseeren op dit adres ahw ij
zend te beschikken, omdat de gemeente het
recht, heeft zonder eenige vergoeding in
stallaties op de aansiluitibuis aan te sluiten.
I>it punt wordt aangehouden om het con
tract met den heer Feikema in te zien.
Inzake het voorstel tot het doen leggen
van linoleum vloeren in de nieuwe openbare
eigening van de op bet terrein Steenstraat
staande woningen en gebouwen verbonden, van
het terrein aan de Steenstraat worden afgezien
Ook met het oog op het plan Steenstraat be
hoeven dus, naar de meening van B. en W.,
geen stappen te worden gedaan, om over het
aan „Amicitia" in erfpacht gegeven terrein de
beschikking te krijgen".
Resumé.
Summa summarum geven B. en W. den Raad
alsnu in overweging:
a. te besluiten, dat het aan de sociëteit „Ami
citia" in erfpacht uitgegeven terrein niet voor
den stadhuisbouw zal worden bestemd en dat
mitsdien noch het in het voorstel van de heeren
Schüller c.s. aangegeven terrein aan de Lam
mermarkt, noch het terrein, te verkrijgen door
amoveering van de bouwblokken tusschen
Steenstraat, Beestenmarkt, Nieuwe Beesten
markt en Rijnsburgersingel als terrein voor 't
maken van het plan zonder behoud van den
ouden gevel zal worden aangewezen;
b. uit het Stadhuisfonds een bedrag van
3000 te onzer beschikking te stellen, teneinde
ons College in de gelegenheid te stellen het
advies in te winnen van eene Commissie van
eenige onpartijdie deskundigen over het door
den heer Dudok in Augustus 1930 ingediende
plan voor den bouw van een nieuw Raadhuis
met behoud van den ouden gevel en wel over
het plan op ziohzelf, alsook in het bijzonder
wat betreft zijn aanpassing aan de omgeving,
welk deskundig advies, waarin de Commissie
op haor verzoek ook de keuze van het terrein
voor den bouw van het nieuwe Raadhuis mag
betrekken, te zijner tijd aan Uwe Vergadering
zal worden overgelegd.
De Commissie van Fabricage heeft, na ken
nisneming van de plannen van „Amicitia", al
thans in meerderheid, gemeend in de gegeven
omstandigheden te moeten afzien van haar su-
1 pra vermelden wensch, om ook over het voor
stel-Sohüller CJ5. het gevoelen in
de sub b bedoelde Commissie van deskundigen,
school, uit te voeren door den hoor C. v.
d. Lent te Rotterdam voor de oom van
1323.wordt- besloten aanleg daarvan te
gun non aan genoemde firma.
Aan de orde komt. dan een wijziging van
de schoolgeld verordening door god. staten
aangegeven, welke wijziging zonder discus
sie wordt goedgekeurd.
Eveneens gaat het met de punten
aankoop en ruiling niet G. v. 'Eüj.n van per-
ceelen aan de Hoofdstraat en aankoop van
gtrond va.n de wed. v. Schie aan den Hooge-
weg.
Vervolgens wordt aangehouden punt 13a,
om het eerste gedeelte van den Duinweg,
volgens het. uitbreidingsplan te brengen op
een breedte van 15 M. en dit gedeelte voor
rekening van de gemeente te verharden tot
aan het perceel van den heer A. C. v. d.
Niet.
Eveneens wordt aangehouden point 13b
om vaai de firma v. Duin en V ink voor weg-
verbreed ing 23 en 47 c.A. tegen den prijs van
25 ct. aan te koopen. Beide punten worden
aangehouden in verhand met gerezen twij
fel omtrent de financieele kosten, waarop
de heer Maijer gewezen had.
Aangehouden wordt ook het volgende
voorstel tot rioleering van een gedeelte van
den Duinweg.
Dan ie aan de orde een voorstel tot ver
betering van het laatste gedeelte van den
Zuid-Boulevard vanaf den Boerhaaveweg
tot aan de grens van de eigendommen der
Mij „De Toekomst'', hetgeen 2070 zal
koeten. Dit. voorstel wondt aangenomen.
Het punt verkoop van grond aan A. Ver
meulen wordt in verband met gerezen moei
lijkheden aangehouden tot een volgende
vergadering.
B. en W. stellen verder voor, het grafmo
nument voor de zee/helden van 1919 te ver
beteren, waarvoor een bedrag van 625 ge
raamd wordt. Het voorstel wordt met een
kleine wijziging aangenomen. Verder ia er
ingekomen een adres van de A.R. Kieever-
eenaging, adhacsie betuigende aan eenige
adressen, verzoekende om het sluitingsuur
der cafés te vervroegen.
Deze aangelegenheid wordt na eenige dis
cussie in handen van B. en W. gesteld om
praeadvies.
Commissie tot wijziging der
bouwverordening.
Drie leden van den raad hebben een
adires ingediend tot. wijziging van de bouw
verordening. De Voorzitter wijst er even
wel op dat een radicale wijziging van de
Woningwet in lie handeling ie, zoodat. de
oom missie uit den raad. welke deze leden
willen instellen tot voorbereiding van de
wijziging voorloopig bezwaarlijk met liaar
taak zal kunnen beginnen. De heer Krau
meent echter dat er buiten de Woningwet
om nog genoeg werk voor een dergelijke
commissie is te doen, vooral wat betreft
teehn'scrie kwesties.
Ook de heer v. d. Niet bepleit, de instel
ling van een dergelijke commissie. Wethou
der v. Eeden meent, dat het aambeveiling zou
verdienen, wanneer naast cle belanghebben
den, de houwpa.t'roons, ook de be woners ge
hoord worden. De Voorzitter merkt op, dat
dit tot de taak van de toekomstige commis
sie behoort. Besloten wordt tot instelling
van een dergelijke commissie, terwijl tot le
den worden aangewezen de heeren H. Iiief-
ferinik, G.Krau. C. de.n Hollander en v. d.
Meer.
Als voorzitter zal een nader aan te wij
zen lid van het dagelijksch bestuur fungee-
en terwijl aan de commissie zullen worden
toegevoegd als adviseurs, de heer v. d. Vliet
en de gemeentesecretaris.
Daarna zijn eenige reclames inzake ver
gunningsrecht aan de orde, n.I. van de café
houders J. M. Vos en M. Klloos. De heer
Rraurn spreekt ais zijn meening uit, dat het
vergunningsrecht inderdaad te hoog is,
hetgeen wethouder v. Eeden ontkent, zich
baseerend op de schatting der taxateurs.
Wanneer de raad daarvan afwijkt, zijn de
consequenties niet te overzien. Bij verschei
dene leden bleek echter eenige twijfel ie
bestaan omtrent de juistheid van de schat
ting. Wethouder v. Eeden verklaarde zich
dan ook bereid om te komen tot een her-
«schatting. Aldus wordt besloten.
Tot. leden vain de commissie van toezicht
op het L.O. wonden benoemd mej. Oh. Nol-
ting en de heeren G. A. E. Duyster, A. C.
Meijer en K. Sanders.
Het nu volgende voorstel tot aanleg van
gas-, water- en elechrioiteit®leidingen naar
de O.L. School wordt aangenomen., nadat
eenige inlichtingen zijn gevraagd waarop in
besloten vergadering zal worden geant
woord.
Het voorstel tol aanschaffing van een
cokestransporteur wordt zonder eenige dis
cussie aangenomen.
Waterleidingstarieven.
Dit was zeer zeker niet het geval mot
het nu volgende voorstel inzake herziening
der w aterleidomgsitarieven, waarover zich
een uitgebreide discussie ontwikkelde.
B. en W. hadden overwogen le. het in het
vaat recht, begrepen max iuium-verbruik per
3 maanden te wijzigen in een verbruik per
jaar, en 2e. een algemeene tarief verlaging
tot stand te brengen.
Tegen de voorgestelde tarief ver Ui ging had
niema-nd bezwaar, maar wel tegen het voor
stel van B. en W-, waarin zij de bestaande
vorbru ikere gel ing per 3 maanden we nach
ten te handhaven. Speciaal de heer Lieffe-
rink gevoelde veel voor een verbruiksrege-
ling per jaar, maar zag zioh in een moeilij
ke positie geplaatst, daar B. en W. z. i. on
voldoende cijfers hadden verstrekt. Hij wil
de het. praeadvies om deze reden zelfs te
rugzenden naar B. en W. Wethouder v.
Eeden verzette zich daartegen, omdait de
kweetic z. i. een principieele kwestie is. De
badplaats veroorzaakt immers in den zo
mer ©en zoo belangrijke toeneming van het
watergebruik, dad het. karakter van het be
drijf hierdoor geheel vesohillt van de be
drijven in andere gemeenten. Wordt de 3-
maandelijksohe verbruiksregeling omgezet
in een jaarlijksehc verbruiksregeling dan
heeft dit tot gevolg, dat de spitsibelasting
in den zomor nog sterker wordt opgevoerd,
waartegenover de bestaande machi
nes en installaties geheel onvoldoende zijn.
Wethouder v. Eeden acht. het niet meer
dan billijk, dat. zij die in den zomer het
meest, profiteeren van het grootere water
verbruik, daarvoor ook betalen.
De heer Braun is het met deze zienswijze
van B. en W. geheel eens, terwijl de voor
zitter er nog eens op wijst, dat hij wel cij
fers kan noemen, maar dat een cijfer niet
kan verhinderen, dat de machines te k'ein
zullen blijken bij verhoogd verbruik. Hier
ligt. het kardinale punt.
Na eenige discussie wordt met de stem
men van de heen-en Liefferink en den Hol
lander tegen besloten
a. voor de eerste drie klassen het be
staande vastrecht te handhaven, doch voor
deze klassen te laten vervallen het ver
schuldigde per aangesloten closetreservoir.
Voor zoover de in deze klassen vallende
verbruikers closetreeervoics bezitten geeft
dit een jaarl ijksch voordeel voor deze klas
sen van resp. 2.—, 3.— en 4.— per
jaar.
b. voor de volgende klassen het vastrecht
te verlagen met 1.per 3 maanden met
^uitzondering van de 9de klasse waarvoor
de vermindering 0.75 bedeaagt, zulke om
een regelmatige opklimming in het tarief te
'bevorderen en van de hoogste klassen
waarvoor een verlaging van 2.per 3
maanden wordt voorgesteld, omdat een ver
hooging van 3.vergeleken bij de voor
gaande klasse (als in het bes-taande tarief)
nie>t billijk zou zijn, nu daarmede niet ge
paard gaat een evenredige vermeerder ing
van het maximum-verbruik per 3 maanden.
Voor deze klassen beteekent de verlaging
dus 4.per jaarvoor de 9de klasse
3.en voor de hoogste, klasse 8.per
jaar.
Deze verlaging van de tarieven komt neer
op een mindere bate voor het bedrijf van
5271.De veria ging gaat in op 1 April
jl.
In antwoord op de adressen inzake het
voorbereidend lager onderwijs, (subsidie
en beschikbaarstelling van een localise it.
voor Moruteseor i-be wa arschoolondcrw ijs
wordt afwijzend beschikt op het verzoek
tot beschikbaarstelling van een locaal. De
subsidie zal verleend worden volgons de
vastgestelde regeling.
Het recht voor standplaatsen van jvaar
den houdere op 't strand wordt vastgesteld
op 1.Het laatstelijk teveel betaalde be
drag van 10.zal kunne«n worden terug
gehaald.
Na een korte rondvraag, gaat daarop de
raad in geheime zitting.
Deken K. Receveur. f
Gistermorgen om half elf i« te Wijk-
Maastricbt, voorzien van de H-H. Sacra
menten der Stervenden, overleden de zcer-
eerw. heer K. H. M. H. Receveur. deken
vau Wijk-Maastricht en pastoor der St.
Martinus-parochie aldaar.
De thans ontslapene werd in 1S74 gebo
ren en studeerde aan de Seminaries van
het. bisdom. In 1899 werd hij priester ge
wijd. Achtereenvolgens was hij werkzaam
als kapelaan van de St. Matthias-kerk te
Maastricht en aan de kathedrale kerk le
Roermond.
In 1918 werd kapelaan Receveur naar
Maastricht gezonden om daa-r zijn zorgen
te wijden aan de oprichting der parochie
van St. Jozef. Drie jaar later in 1921 volg
de zijn benoeming tot deken van Wijk-
Maastricht en pastoor der St. Martinus-
parochie.
Horlogemaker
iiuniiuimiiiMiiiii
HUGA-Verkooper
AL gjrfrrXTEERD:
IN ON G EË V EN A ARD rSALHffsC H EID EN H EID.
Belangrijke uitbreiding van onze collectie MODELLEN en CASSETTE S
GERO ZILVER het sieraad van uw tafel
GROMALCA behoeft nooit gepoetst
TAFEL-. DESSERT- EN FRUITMESSEN van H. HERDER
de fabriek met de honderd-jarige reputatie.