GERO AICTjtfELEIl HET NIEUWE STADHUIS TE LEIDEN. KERKNIEUWS H, ZATERDAG 16 MEI 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BI,AD PAG. 7 Voorstel, om een commissie van deskundigen te be noemen, om het ingediende plan-Dudok te beoor- deelen. B. en W. zijn voor herbouw op de oude plaats. De gang van zaken. B. en W. schrijven aan den Raad: „In de Memorie van Antwoord op het Sec- tieverslag betreffende de begrootiug 1931 ga ven wij eene uiteenzetting van den garg van raken ten opzichte van het stadhuisvraagstuk sedert Uw besluit van 16 December 1929, bij welk besluit overeenkomstig ons voorstel van 18 November 1929 aan architect W M. Dudok opdracht werd verleend tot het ontwerpen van tv.ee plannen voor den bouw van een nieuw Raadhuis en wel één met en één zonder be houd van den ouden gevel, echter in dien zin aangevuld, dat den heer Dudok tevens werd opgedragen, voor het maken van het plan zon der behoud van den ouden gevel een nadere aanwijzing van het bouwterrein door Uwen Raad af te wachten, doch inmiddels U zoo spoedig mogelijk met betrekking tot die aan wijzing van advies te dienen. Wij wezen er toen op, dat wij dit advies van den heer Dudok op 27 Juni 1930 aan U over legden, onder mededeeling, dat het plan met behoud van den ouden gevel inmiddels nage noeg gereed was gekomen en binnen zeer kor ten tijd te Uwer kennis kon worden gebracht. Onder die omstandigheden, zoo schreven wij, verder, leek het ons gewenscht, dat Uwe Ver gadering, alvorens een besluit te nemen om trent de aanwijzing van het terrein voor het pian zonder behoud van den ouden gevel, het pian met behoud van dien gevel in ocgen- schouw nam en onderwierpen wij dit denk- beel derhalve aan Uw oordeel. Uw Vergade ring bleek van eenzelfde gevoelen te zijn, want cp voorstel van de heeren Wilmer, Wilbrink en van Es werd op Juli d.a.v. met 21 tegen 12 stemmen besloten het voorstel inzake de aan wijzing van het terrein voor den bouw van een nieuw Raadhuis, zonder behoud van den ouden gevel, aan te houden en te behandelen, nadat b'.i Uwen Raad was ingediend het plan voor den bouw van een nieuw Raadhuis, met behoud van den ouden gevel. In verband met deze be slissing werd laatstgenoemd plan in Augustus 1930 ingediend en publiek gemaakt Tenslotte deden wij U in de Memorie van Antwoord de toezegging, dat, nu, behalve Uwe Vergadering, ook een ieder in de gelegenheid was geweest van het plan kennis te nemen, het vraagstuk zoo spoedig mogelijk weder bij U ter tafel zou worden gebracht. Tot ons leedwezen was het ons tot nog toe niet mogelijk aan die toezegging gevolg te ge ven. De redenen hiervan zullen uit het onder staande voldoende blijken. Na kennisneming van de onderscheidene oor deelvellingen in de vakbladen en in de pers en van de uitingen, voorkomende in de verschil lende bij U ingekomen en in de Leeskamer ter visie liggende adressen van voor- en legen- standers van het plan-Dudok en in het midden latende, in hoeverre zij, die hun oordeel uit spraken zich daartoe in staat hebben gesteld door nauwkeurige bezichtiging van de teeke- ningen, zooals die in het museum „de Laken hal" geruimen tijd kosteloos zijn tentoonge steld, leek het ons College, nadat ook onzer zijds het plan een en andermaal was bestu deerd en het vraagstuk ampel was overwogen, niet gewenscht eene beslissing van Uwe Ver gadering uit te lokken, zonder alsnog het oor deel van eene commissie van eenige onpartij dige deskundigen te kennen over het plan op zichzelf, alsook in het bijzonder wat betreft zijne aanpassing aan de omgeving en dat oor deel aan U over te leggen. Alvorens aan dit denkbeeld uitvoering te geven, wonnen wij daaromtrent het gevoelen in van de Commissie van Fabricage. Blijkens haar rapport van 19 December 1930 was zij verre van eenstemmig". Benoeming van een Commisisie. „Na kennisneming van de onderling afwij kende meeningen was voor ons College het oogenblik aangebroken den knoop door te hak ken en besloten wij in onze vergadering van 30 December 1930 ons zooeven vermelde denk beeld te volgen en eenige onpartijdige deskun digen te vragen, of zij bereid waren m een commissie als door ons gewenscht zitting te nemen. De heer Dr. Ir. G. W. van Heukelom, Hoofd ingenieur bij de Nederlandsche Spoorwegen te Utrecht, kon tot zijn leedwezen om gezond heidsredenen aan onze uitnoodiging geen ge- volg geven, terwijl de overige uitgenoodigde heeren, Ir. G. C. Bremer, Rijksbouwmeester te 's Gravenhage, Jos. Th. J. Cuypers; architect te Amsterdam, Ir. A. R. Hulshof, gemeente architect te Amsterdam, Ir. J. de Bie Leuve- l ng Tjeenk, voorzitter van den Bond van Ne derlandsche Architecten te Amsterdam en Ir. W. G. Witteveen, stads-architect te Rotterdam, alvorens de opdracht definitief te aanvaarden, prijs bleken te stellen op eene bespreking met c.ns College over de juiste begrenzing van de opdracht. Op 2 Februari 1931 had deze bespreking plaats, als gevolg waarvan wij nog bij schrij ven van dien zelfden datum aan de genoemde 5 deskundigen berichtten, dat er bij ons Col lege geen bezwaar bestond de opdracht alsnog in dien zin uit te breiden, dat ook de keuze van een terrein voor den bouw van het nieuwe Paadhuis daarin werd betrokken. Nadrukkelijk stipuleerden wij echter tijdens de besprekingen, dat het ons College vrijstond incidenteel alle beslissingen te nemen, die ons noodig voor kwamen. Bij de samenstelling van de commis sie was er trouwens ook geen rekening mede gehouden, dat zij ook over de terreinkeuze ad vies zou uitbrengen. 14 Februari a.d.v. bereikte ons het bericht aer deskundigen, dat zij alsnu gaarne bereid waren de opdracht te aanvaarden, in antwoord op welke bereidverklaring wij de deskundigen b'i schrijven van 18 Februari 1931 er mede in kennis stelden, dat het in verband met de in stelling van de commissie véreischte krediet, behalve de onkosten 3000 bedragende 1/500 ▼oor elk der leden en 500 voor den door de Commissie gewenschten deskundigen secreta ris) bij Uwe Vergadering zou worden aange vraagd". Afwijzing van het voorstel der S. D. A. P. „Inmiddels was door Uwe medeleden, de hee- ten Schüller, Groeneveld en van Eek, een voorstel ingediend, om een terrein gelegen aan de Lammermarkt en op de bij het voorstel ge voegde kaart nader aangegeven, aan te wijzen als bouwterrein voor het door den heer Dudok ingevolge raadsbesluit van 18 November 1929 te ontwerpen tweede plan voor den bouw van een nieuw Raadhuis (het plao zonder behoud van den ouden gevel). De Directeur van Gemeentewerken heeft dit plan ontraden, aldus deelen B. en W. mede. Afgezien van zeer zeker niet licht te tellen bezwaren van stedebouwkundigen aard, haalde de Directeur met instemming aan het ongunstig oordeel van den heer Dudok over de algemeene ligging vêin het door de voorstellers aanbevo len terrein met het oog op de tegenwoordige omgeving en citeerde hij de passage uit het bekende rapport van den heer Dudok betref fende de terreinkeuze voor het tweede plan, waarin deze zegt, dat een blik op de kaart voldoende is, om te erkennen, dat een Raad huis op de Lammermarkt als het ware steeds op het tweede plan zal blijven, dat de tegen woordige omgeving aldaar hoogst ongunstig, ja zelfs deprimeerend is en dat al is natuurlijk de mogelijkheid niet uitgesloten, dat die om geving zich in niet te verre toekomst zou ver beteren tengevolge van de aanwezigheid van het Raadhuis, toch met geen mogelijkheid is te voorzien in welke periode die transformatie zich in een niet snel zich ontwikkelende stad als Leiden zou voltrekken. Tenslotte vestigde de Directeur van Gemeen tewerken nog de aandacht op den z.i. minder gelukkig gekozen langgerekten vorm van het terrein en uitte hij twijfel, of de grootte van het terrein wel voldoende zou blijken te zijn. Op 10 April 1931 bracht de Commissie van Fabricage haar rapport uit. Ook ditmaal bleek de Commissie niet eenstemmig. De meerderheid der Commissie achtte het niet wenschelijk, dat zofider nader deskundig advies over de ge dachte van de heeren Schüller c.s. praeadvies aan Uwe Vergadering werd uitgebracht en zij verzocht ons daarom ook over het voorstel- Schüller c.s. het gevoelen van de bovengenoem de deskundige Commissie in te winnen, en haar advies te mogen opschorten, totdat zij met de zienswijze dier commissie in kennis zou zijn gesteld. Eén lid kon echter met het advies, om een zoodanige commissie over het voorstel- Schüller c.s. te hooren niet medegaan, aange zien hij tegen het samenstellen van een com missie van deskundigen gekant was". De Sociëteit „Amicitia" „Tegen het gevolg geven aan den wensch van de Commissie van Fabricage, om ook over het voorstel-Schüller c.s. de commissie van des kundigen te hooren, doet zich intusscben een bezwaar voor, hetwelk zulks vrijwel onmogelijk maakt en een spoedige beslissing althans ten aanzien van één punt noodzakelijk doet zijn. Bij schrijven van 14 Januari j.l. heeft n.I. het bestuur van de sociëteit „Amicitia" B. en W. medegedeeld, dat door de algemeene leden vergadering het besluit is genomen, om in ver band met den verkoop van het sociëteitsge bouw aan de Breestraat, een nieuw sociëteits gebouw te stichten op het erfpachtsterrein aan de Steenstraat, op de plaats, waar zich thans de buitensociëteit bevindt. De desbetreffende teekeningen voegde het bestuur daarbij ter goedkeuring, ingevolge de erfpachtsvoorwaar- den, met verzoek onze beslissing zoo spoedig te zijner kenis te brengen, aangezien het ge bouw aan de Breestraat uiterlijk op 1 Me 1932 moet zijn ontruimd en met den bouw van de nieuwe soëiteit uit den aard der zaak nog al eenige tijd gemoeid zou zijn. Aangezien de ingezonden gevelteekeningen ook naar het oordeel van de Commissie van Fabricage voor goedkeuring in aanmerking ko men en ook de bouwvergunning naar het zich laat aanzien niet kan worden geweigerd, zon der in strijd met recht en billijkheid te ko men, is het thans zaak ten spoedigste te be slissen, of het terrein aan de Steenstraat, het welk ingevolge raadsbesluit van 14 Februari 1918 voor den tijd van 85 jaren, alzoo tot het jaar 2003, aan de sociëteit „Amicitia" in erf pacht is gegeven, al dein niet mede voor den Stadhuisbouw zal worden ingenomen. Meent men, dat dit het geval moet zijn, dan zullen voordat met den bouw van de nieuwe sociëteit een aanvang wordt gemaakt, met het bestuur van Amicitia" onderhandelingen moeten wor den geopend, teneinde de voorwaarden te ver nemen, waaronder de sociëteit bereid zou zijn van haar erfpachtsrecht af te zien, terwijl de gemeente bij het niet bereiken van overeen stemming tot onteigening hare toevlucht zou moeten nemen. Met het oog op het voorstel-Sohüller c.s. be hoeft naar de meening van B. en W. geen be slag te worden gelegd op het erfpachtsterrein. Uitvoering van dit plan toch lijkt B. en W. op de door den Directeur van Gemeentewerken en den heer Dudok aangevoerde gronden, die zij in het vorenstaande kortelijk aanstipten, absoluut verwerpelijk. Rest dan nog het z.g. plan Steenstraat. Zooals wij boven schreven, aldus B. en W., vestigt de heer Dudok weliswaar op dit terrein de aandacht voor de uitvoering van het tweede plan, doch niet in de eerste plaats. Ook voor het tweede plan komt z.i., wij herhalen het, het terrein aan de Breestraat allereerst in aanmer king en slechts voor het geval men zijne keuze niet op dit terrein wil vestigen, beveelt bij het terrein Steenstraat aan. Doch afgezien van de argumenen, die volgens den heer Dudok aan het terrein aan de Bree straat de voorkeur doen geven, moet met het oog op de booge kosten, aan aankoop of out- GEMEENTERAAD VAN NOORDWIJK De gemeenteraad va-n deze gemeente vergaderde guetermiddag te 2 uur onder v00rz.1t/terechap ven burgemeester v. d. Mor tel. Afwcaig de heeren Alkemade en v. d. Wied. De kermis op Zondag. Onder de ingekomen stukken bevindt zich een schrijven van de A. R. Kiesveireeniging ..Nederland en Oranje" inzake het op j.l. Zondag gehouden muejekoonoouns, waaraan verbonden wa« een Ke/nrnease d'été. Het be- ziwaar van de kiesvereeniging ridhtte zioh vooral tegen het feit, dat deze Kermesee d'Eté gehouden wa« op een Zondag. Ver scheidene leden o.a. de heer v. d. Niet ep-na- ken hun afkeuring uit over deze z-g. „Zon dags/ontheiliging". De heer Admiraal verwonderde e»r zich zelfe over, dat de burgemeester toestem ming heeft gegeven, hetgeen den heer Krau de opmerking ontlokte, dat een groot deel der gemeentenaren den Zondag wü vieren op zijn eigen wijze. Wae zioh stoort aan een kermis, moet maar uit de buurt van het terrein blijven. De heer Meijer respecteert gaarne iedere opvatting, maar het betreft hier een bijzondere gelegenheid, ml. het houden van een muziiekeoncoure. Waarom moet nu voor dezen eenen keer direct aan merking daarop gemaakt worden? Temeer daar het er heel ordelijk naar toe ging. Wanneer dat iederen Zondag zou voorko men, zouden ook de Katholieken zulks zeker strijdig vinden met. het principe van Zon dagsrust en Zondagsheiliging. De Voorzatter zei.de, gedaan te hebben, zooals hij meende dat zijn plicht was. Het adres wordt daarna voor kennisgeving aan genomen. Na goedkeuring der notulen is aan de orde een voorstel tot tijdelijke terugneming van het voorstel inzake de woonforensen- belasting, hetgeen wordt goedgekeurd. Het voorstel was teruggenomen in verband met de wenechelijkkoid van meerdere gegevens betreffende de juiste financieele positie der gemeente. Tot leden der sohattingscommiasie wor den benoemd de heeren Th. Admiraal E. G. Urlus, R. J. de Groot en G. Vogelaar. Eerste Hulp bij Ongelukken. Daarna is aan de orde een adres van J. Compter inaake 'n gaatis telefoonaanslui ting in zijn café aan de z-g. Noordiwijker hoek, omdat, daar ter plaatse vele ongeluk ken gebeuren. B. en W. adviseeren afwij zend, doch de heeren Liefferink, Braun en de Hollander meenen dat er alle reden is om daar een telefoonaansluiting te doen aanbrengen, waarop wethouder v. Eeden opmerkt, dat er meer gevaarlijke puniten in Noordiwijk zijn. Men kan niet overal een gratis telefoonaansluiting aanbrengen. De heer Meijer zou voor dergelijke geval len toch een extra post op de begrooting willen uittrekken. De Voorzitter zou in principe daar niets op tegen hebben en wil nog eens onderzoeken of er althans iet» ge daan kan worden. Het punt wordt daarop aangehouden. Inzake de kwestie van een stenografisch raade verslag wordt besloten tot een uitge breid analytisch versla g, kostende circa 500.—. Goedgunstig wordt beschikt op een ver zoek van den bond van Christelijke politie ambtenaren in Nederland, om erkenning en gelijkstelling van het door dezen bond uit gegeven politie-diploma met het door ande re organisaties uitgereikte polistiediploma met aaniteekening. De heer Feikema heeft in een adres te rugbetaling gvraagd van de kosten tot aan leg van een gasleiding, omdat de gemeente lantarenpalen op deze leiding heeft aange s-loten. B. en W. adviseeren op dit adres ahw ij zend te beschikken, omdat de gemeente het recht, heeft zonder eenige vergoeding in stallaties op de aansiluitibuis aan te sluiten. I>it punt wordt aangehouden om het con tract met den heer Feikema in te zien. Inzake het voorstel tot het doen leggen van linoleum vloeren in de nieuwe openbare eigening van de op bet terrein Steenstraat staande woningen en gebouwen verbonden, van het terrein aan de Steenstraat worden afgezien Ook met het oog op het plan Steenstraat be hoeven dus, naar de meening van B. en W., geen stappen te worden gedaan, om over het aan „Amicitia" in erfpacht gegeven terrein de beschikking te krijgen". Resumé. Summa summarum geven B. en W. den Raad alsnu in overweging: a. te besluiten, dat het aan de sociëteit „Ami citia" in erfpacht uitgegeven terrein niet voor den stadhuisbouw zal worden bestemd en dat mitsdien noch het in het voorstel van de heeren Schüller c.s. aangegeven terrein aan de Lam mermarkt, noch het terrein, te verkrijgen door amoveering van de bouwblokken tusschen Steenstraat, Beestenmarkt, Nieuwe Beesten markt en Rijnsburgersingel als terrein voor 't maken van het plan zonder behoud van den ouden gevel zal worden aangewezen; b. uit het Stadhuisfonds een bedrag van 3000 te onzer beschikking te stellen, teneinde ons College in de gelegenheid te stellen het advies in te winnen van eene Commissie van eenige onpartijdie deskundigen over het door den heer Dudok in Augustus 1930 ingediende plan voor den bouw van een nieuw Raadhuis met behoud van den ouden gevel en wel over het plan op ziohzelf, alsook in het bijzonder wat betreft zijn aanpassing aan de omgeving, welk deskundig advies, waarin de Commissie op haor verzoek ook de keuze van het terrein voor den bouw van het nieuwe Raadhuis mag betrekken, te zijner tijd aan Uwe Vergadering zal worden overgelegd. De Commissie van Fabricage heeft, na ken nisneming van de plannen van „Amicitia", al thans in meerderheid, gemeend in de gegeven omstandigheden te moeten afzien van haar su- 1 pra vermelden wensch, om ook over het voor stel-Sohüller CJ5. het gevoelen in de sub b bedoelde Commissie van deskundigen, school, uit te voeren door den hoor C. v. d. Lent te Rotterdam voor de oom van 1323.wordt- besloten aanleg daarvan te gun non aan genoemde firma. Aan de orde komt. dan een wijziging van de schoolgeld verordening door god. staten aangegeven, welke wijziging zonder discus sie wordt goedgekeurd. Eveneens gaat het met de punten aankoop en ruiling niet G. v. 'Eüj.n van per- ceelen aan de Hoofdstraat en aankoop van gtrond va.n de wed. v. Schie aan den Hooge- weg. Vervolgens wordt aangehouden punt 13a, om het eerste gedeelte van den Duinweg, volgens het. uitbreidingsplan te brengen op een breedte van 15 M. en dit gedeelte voor rekening van de gemeente te verharden tot aan het perceel van den heer A. C. v. d. Niet. Eveneens wordt aangehouden point 13b om vaai de firma v. Duin en V ink voor weg- verbreed ing 23 en 47 c.A. tegen den prijs van 25 ct. aan te koopen. Beide punten worden aangehouden in verhand met gerezen twij fel omtrent de financieele kosten, waarop de heer Maijer gewezen had. Aangehouden wordt ook het volgende voorstel tot rioleering van een gedeelte van den Duinweg. Dan ie aan de orde een voorstel tot ver betering van het laatste gedeelte van den Zuid-Boulevard vanaf den Boerhaaveweg tot aan de grens van de eigendommen der Mij „De Toekomst'', hetgeen 2070 zal koeten. Dit. voorstel wondt aangenomen. Het punt verkoop van grond aan A. Ver meulen wordt in verband met gerezen moei lijkheden aangehouden tot een volgende vergadering. B. en W. stellen verder voor, het grafmo nument voor de zee/helden van 1919 te ver beteren, waarvoor een bedrag van 625 ge raamd wordt. Het voorstel wordt met een kleine wijziging aangenomen. Verder ia er ingekomen een adres van de A.R. Kieever- eenaging, adhacsie betuigende aan eenige adressen, verzoekende om het sluitingsuur der cafés te vervroegen. Deze aangelegenheid wordt na eenige dis cussie in handen van B. en W. gesteld om praeadvies. Commissie tot wijziging der bouwverordening. Drie leden van den raad hebben een adires ingediend tot. wijziging van de bouw verordening. De Voorzitter wijst er even wel op dat een radicale wijziging van de Woningwet in lie handeling ie, zoodat. de oom missie uit den raad. welke deze leden willen instellen tot voorbereiding van de wijziging voorloopig bezwaarlijk met liaar taak zal kunnen beginnen. De heer Krau meent echter dat er buiten de Woningwet om nog genoeg werk voor een dergelijke commissie is te doen, vooral wat betreft teehn'scrie kwesties. Ook de heer v. d. Niet bepleit, de instel ling van een dergelijke commissie. Wethou der v. Eeden meent, dat het aambeveiling zou verdienen, wanneer naast cle belanghebben den, de houwpa.t'roons, ook de be woners ge hoord worden. De Voorzitter merkt op, dat dit tot de taak van de toekomstige commis sie behoort. Besloten wordt tot instelling van een dergelijke commissie, terwijl tot le den worden aangewezen de heeren H. Iiief- ferinik, G.Krau. C. de.n Hollander en v. d. Meer. Als voorzitter zal een nader aan te wij zen lid van het dagelijksch bestuur fungee- en terwijl aan de commissie zullen worden toegevoegd als adviseurs, de heer v. d. Vliet en de gemeentesecretaris. Daarna zijn eenige reclames inzake ver gunningsrecht aan de orde, n.I. van de café houders J. M. Vos en M. Klloos. De heer Rraurn spreekt ais zijn meening uit, dat het vergunningsrecht inderdaad te hoog is, hetgeen wethouder v. Eeden ontkent, zich baseerend op de schatting der taxateurs. Wanneer de raad daarvan afwijkt, zijn de consequenties niet te overzien. Bij verschei dene leden bleek echter eenige twijfel ie bestaan omtrent de juistheid van de schat ting. Wethouder v. Eeden verklaarde zich dan ook bereid om te komen tot een her- «schatting. Aldus wordt besloten. Tot. leden vain de commissie van toezicht op het L.O. wonden benoemd mej. Oh. Nol- ting en de heeren G. A. E. Duyster, A. C. Meijer en K. Sanders. Het nu volgende voorstel tot aanleg van gas-, water- en elechrioiteit®leidingen naar de O.L. School wordt aangenomen., nadat eenige inlichtingen zijn gevraagd waarop in besloten vergadering zal worden geant woord. Het voorstel tol aanschaffing van een cokestransporteur wordt zonder eenige dis cussie aangenomen. Waterleidingstarieven. Dit was zeer zeker niet het geval mot het nu volgende voorstel inzake herziening der w aterleidomgsitarieven, waarover zich een uitgebreide discussie ontwikkelde. B. en W. hadden overwogen le. het in het vaat recht, begrepen max iuium-verbruik per 3 maanden te wijzigen in een verbruik per jaar, en 2e. een algemeene tarief verlaging tot stand te brengen. Tegen de voorgestelde tarief ver Ui ging had niema-nd bezwaar, maar wel tegen het voor stel van B. en W-, waarin zij de bestaande vorbru ikere gel ing per 3 maanden we nach ten te handhaven. Speciaal de heer Lieffe- rink gevoelde veel voor een verbruiksrege- ling per jaar, maar zag zioh in een moeilij ke positie geplaatst, daar B. en W. z. i. on voldoende cijfers hadden verstrekt. Hij wil de het. praeadvies om deze reden zelfs te rugzenden naar B. en W. Wethouder v. Eeden verzette zich daartegen, omdait de kweetic z. i. een principieele kwestie is. De badplaats veroorzaakt immers in den zo mer ©en zoo belangrijke toeneming van het watergebruik, dad het. karakter van het be drijf hierdoor geheel vesohillt van de be drijven in andere gemeenten. Wordt de 3- maandelijksohe verbruiksregeling omgezet in een jaarlijksehc verbruiksregeling dan heeft dit tot gevolg, dat de spitsibelasting in den zomor nog sterker wordt opgevoerd, waartegenover de bestaande machi nes en installaties geheel onvoldoende zijn. Wethouder v. Eeden acht. het niet meer dan billijk, dat. zij die in den zomer het meest, profiteeren van het grootere water verbruik, daarvoor ook betalen. De heer Braun is het met deze zienswijze van B. en W. geheel eens, terwijl de voor zitter er nog eens op wijst, dat hij wel cij fers kan noemen, maar dat een cijfer niet kan verhinderen, dat de machines te k'ein zullen blijken bij verhoogd verbruik. Hier ligt. het kardinale punt. Na eenige discussie wordt met de stem men van de heen-en Liefferink en den Hol lander tegen besloten a. voor de eerste drie klassen het be staande vastrecht te handhaven, doch voor deze klassen te laten vervallen het ver schuldigde per aangesloten closetreservoir. Voor zoover de in deze klassen vallende verbruikers closetreeervoics bezitten geeft dit een jaarl ijksch voordeel voor deze klas sen van resp. 2.—, 3.— en 4.— per jaar. b. voor de volgende klassen het vastrecht te verlagen met 1.per 3 maanden met ^uitzondering van de 9de klasse waarvoor de vermindering 0.75 bedeaagt, zulke om een regelmatige opklimming in het tarief te 'bevorderen en van de hoogste klassen waarvoor een verlaging van 2.per 3 maanden wordt voorgesteld, omdat een ver hooging van 3.vergeleken bij de voor gaande klasse (als in het bes-taande tarief) nie>t billijk zou zijn, nu daarmede niet ge paard gaat een evenredige vermeerder ing van het maximum-verbruik per 3 maanden. Voor deze klassen beteekent de verlaging dus 4.per jaarvoor de 9de klasse 3.en voor de hoogste, klasse 8.per jaar. Deze verlaging van de tarieven komt neer op een mindere bate voor het bedrijf van 5271.De veria ging gaat in op 1 April jl. In antwoord op de adressen inzake het voorbereidend lager onderwijs, (subsidie en beschikbaarstelling van een localise it. voor Moruteseor i-be wa arschoolondcrw ijs wordt afwijzend beschikt op het verzoek tot beschikbaarstelling van een locaal. De subsidie zal verleend worden volgons de vastgestelde regeling. Het recht voor standplaatsen van jvaar den houdere op 't strand wordt vastgesteld op 1.Het laatstelijk teveel betaalde be drag van 10.zal kunne«n worden terug gehaald. Na een korte rondvraag, gaat daarop de raad in geheime zitting. Deken K. Receveur. f Gistermorgen om half elf i« te Wijk- Maastricbt, voorzien van de H-H. Sacra menten der Stervenden, overleden de zcer- eerw. heer K. H. M. H. Receveur. deken vau Wijk-Maastricht en pastoor der St. Martinus-parochie aldaar. De thans ontslapene werd in 1S74 gebo ren en studeerde aan de Seminaries van het. bisdom. In 1899 werd hij priester ge wijd. Achtereenvolgens was hij werkzaam als kapelaan van de St. Matthias-kerk te Maastricht en aan de kathedrale kerk le Roermond. In 1918 werd kapelaan Receveur naar Maastricht gezonden om daa-r zijn zorgen te wijden aan de oprichting der parochie van St. Jozef. Drie jaar later in 1921 volg de zijn benoeming tot deken van Wijk- Maastricht en pastoor der St. Martinus- parochie. Horlogemaker iiuniiuimiiiMiiiii HUGA-Verkooper AL gjrfrrXTEERD: IN ON G EË V EN A ARD rSALHffsC H EID EN H EID. Belangrijke uitbreiding van onze collectie MODELLEN en CASSETTE S GERO ZILVER het sieraad van uw tafel GROMALCA behoeft nooit gepoetst TAFEL-. DESSERT- EN FRUITMESSEN van H. HERDER de fabriek met de honderd-jarige reputatie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 7