22ste Jaargang
ZATERDAG 16 MEI 1931
No. 6899
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
NIEUWE PAUSELIJKE ENCYCLIEK
De encycliek-herdenking te Rome.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per post f 2.95 per kwartaal
Eet Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling vaD 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend-
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden,
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, h
verhuur, koop en verkoop f 0.50.
regeL
HET SOCIALE VRAAGSTUK IN ONZE DAGEN.
Paus Pius XI heeft ter gelegenheid van 1
den 40sten verjaardag van de uitvaardiging
der encycliek „Rerum Novarum" aan de
wereld een nie-uwe encycliek geschonken.
De encycliek begint met de woorden
„Quadrageskno anno" (In het veertigste
jaar).
Met groote dankbaarheid zal heel de
katholieke wereld kennis nemen van dit
Pauselijk document, waarin een oordeel
wordt uitgesproken over den socialen toe
stand van heden hoe deze is en hoe deze
zijn moet in het licht der christelijke be
ginselen.
De encycliek is verdeeld in drie doelen,
en aan een uittreksel, dat den te Rome
ver toe venden deelnemers aan de encycliek
viering is verstrekt en dat aan'de „Maas
bode" tele-graphisch is toegezonden, willen
wij hier het volgende ontleenen.
In het eerste gedeelte somt de H. Va
der op de vele en kostbare voordeelen, door
de „Rerum Novarum" geschonken-
De „Rerum Novarum" moet
zijn de grondwet voor alle
sociale actre.
De H. Vader besluit dit eerste deel met
de verklaring, dat de ondervinding der
acht voorbegegane lustra, heeft geleerd,
dat de Rerum Novarum, de Magna Charta,
de grondwet, moet zijn voor alle katholieke
werkzaamheid op sociaal gebied.
Tn het tweede deel bespreekt de H.
Vader eenige bijzondere punten, daarbij
gedachten uit de „Rerum Novaruin be
lichtend en accentueerend.
Eerst eischt de encycliek, gelijk reeds
Leo XIII had gedaan, voor de Kerk en
haar Opperhoofd het volle recht, ja zelfs
den strikten plicht op, om ook in sociale
kwesties tuschen beiden te komen, niet
voor wat het technische gedeelte, noch
wat het tijdelijke betreft, maar in zooverre
deze kwesties betrekking hebben op de ze
denwet en het Evangelie.
Vervolgens bevestigt de encycliek op
nieuw de Katholieke leer, die ook de leer
is ran Leo XIII, omtrent het eigendoms
recht en het dubbel karakter daarvan, n.1.
het persoonlijk en het sociaal karakter,
noemt het egoïstisch individualisme en het
collectivisme alle twee verderfelijke dwalin
gen, en brengt in het kort in herinnering,
welke verplichtingen verbonden zijn aan
het eigen bezit en welke bevoegdheden het
publiek gezag heeft ten opzichte van het
eigendomsrecht.
Wat de verhouding betreft tusschen kapi
taal en arbeid, de beide elementen van het
huidig economisch stelsel, herinnert de H.
Vader er aan, dat aan geen van bedde het
recht toekomt, voor zich alleen al de voor
dcelen van de onderlinge samenwerking
op te eischeri, en haalt daarbij het helder
woord van Leo XIII aan: noch het kapi
taal kan bestaan zonder den arbeid, noch
de arbeid zonder bet kapitaal.
In het verleden was er voorzeker tus
schen kapitaal en arbeid een groote en on
rechtvaardige wanverhouding met betrek
king tot de winst.
Immers, men ziet aan de eene zijde ont
zaglijke rijkdommen opgestapeld in de han
den van enkele weinigen en aan de andere
zijde een buitengewoon groote menigte van
arbeiders, die geen anderen eigendom be
zitten dan hun ai-men en hun zweet.
Het is absoluut noodzakelijk,
heel het economisch leven
opnieuw te regelen.
Heb is derhalve absoluut noodzakelijk,
heel het economisch systeem opnieuw te
regelen, door het terug te brengen tot de
beginselen der sociale rechtvaardigheid,
teneinde de gemeenschappelijke vruchten
van kapitaal en arbeid meer naar billijk
heid te verdeelen'.
Aldus zal de bevrijding van het prole
tariaat, door Leo XIII zoo vurig verlangd,
tot stand komen.
De arbeiders moeten trapsgewijze kun
nen komen tot zekeren geëvenrediigden
welstand van bezit. Dat kan in den tegen-
woordigen stand van zaken niet bereikt
worden, tenzij door middel van een recht
vaardig en billijk loon.
Het loon moet derhalve zoo zijn, dat het
in werkelijkheid voldoet aan de wettige
eisohen, niet alleen van het individu, maar
ook van het gezin van den rechtschapen
arbeider en hem in de mogelijkheid stellen,
om werkelijk binnen de boven aangegeven
grenzen, in de maatschappij op te klimmen.
Aan het einde van het tweede deel geeft
de H. Vader de algemeene lichtlijnen aan,
de sociale orde moet hersteld
worden om te beantwoorden aan de wet
ten der rechtvaardigheid.
Aan eiken klassenstrijd worde een einde
gemaakt en een eendrachtige samenwer
king der verschillende groepen worde op
nieuw in het leven geroepen!
Arbeid is niet een willekeurige handels
waar, maar in den arbeid moet immer de
menschelijke waardigheid van den arbei
der geëerbiedigd worden.
De verschillende ambaohten, de verschil
lende voortbrengselen, de verschillende be
roepen moeten samenwerken tot het alge
meen welzijn en de menschelijke samenle
ving zal des te harmonischer geordend zijn,
naarmate ieder en allen getrouw hun eigen
beroep uitoefenen, d. w. z. hun eigen roe
ping vervullen.
Het tegenwoordig economisch
stelsel is belast met de aller
ergste misbruiken.
Eindelijk geeft de H. Vader in het der-
d e gedeelte een samenvattend overzicht
van den tegenwoordigen toestand van het
moderne economische stelsel en, ofschoon
hij het-niet veroordeelt als verderfelijk in
zich, kan hij het toch niet anders zien dan
zeer misvormd en belast met allerergste
misbruiken.
In plaats van de vrije en vaak bande-
Looze concurrentie, is de overdreven con
centratie van heel de economische macht,
niet slechts van de naties afzonderlijk, doch
van geheel de wereld, in handen van zeer
weinigen gekomen. Concentratie en macht,
die ontaardt in despotische tyrannie.
Heb eenige geneesmiddel tegen deze
wanorde is, gelijk gezegd, de terugkeer tot
de gezonde beginselen der Christelijke so
ciale politiek en de wijze van toepassing
er van op het kapitaal, op den arbeid en op
beider onderlinge verhoudingen.
Ook het socialisme, dat er vroeger groot
opging, tegen dezelfde kwaal een radicaal
geneesmiddel aan te brengen dat echter
erger was dan de kwaal zelf, heeft sinds
Leo XIII plotseling diepgaande wijziging
ondergaan en heeft zich zelfs in twee par
tijen gesplitst, de eene, die van het socia
lisme de uiterste consequenties aanvaardt,
heeft den naam aangenomen van commu
nisme en het is al te bekend, dat het zich
op geenerlei wijze met de leer der Ke-rk
laat overeenbrengen, de andere partij, die
voortgaat zich socialisten te noemen, heeft
dikwijls in vele opzichten het program ge
wijzigd en is op verschillende punten min
der of meer de katholieke sociale beginse
len zoo na-bij gekomen, dat sommigen zich
afvragen, of er nu wel van iets anders
sprake is, dan van verschil van naam. Doch
de H. Vader aarzelt niet nadrukkelijk te
verklaren, dat dit socialisme, indien het in
werkelijkheid zoo blijft, zelfs aldus ver
zacht en zekere programmapunten, die
overeenkomen met de rechtvaardigheid en
ook door de Kerk worden aangenomen, voor
zich opei'scbend, niettemin op een funda-
menteele opvatting gebaseerd is van de
menschelijke samenleving, die zoo verschilt
van de ware opvatting door het Evangelie,
ons gegeven, dat elke zeer stellige verzoe
ning nog altijd absoluut onmogelijk büjft.
Het is onmogelijk, tegelijk
goed Katholiek en waar
socialist te zijn.
Het is niet mogelijk, tegelijk goed Ka
tholiek en waar socialist te zijn. En de H.
Vader vermaant in dit verband met vader
lijke welwillendheid die verdwaalde zonen,
die door valsche voorspiegelingen misleid
de rijen van het socialisme zijn gaan ver-
grooten, dat zij toch zoo spoedig mogelijk
terugkeeren tot den schoot der Kerk, dien
zij zoo verkeerdelijk hebben verlaten en
dat zij zich aansluiten bij de edelmoedigen,
die volgens de beginselen van Leo XIII
met al hun krachten er aan werken, om
inderdaad de rechtvaardigheid en de lief
de in de menschelijke maatschappij te her
stellen.
Komende tot de meer in bijzonderheden
afdalende aanwijzing der geneesmiddelen
tegen de tegenwoordige kwalen, merkt, de
H. Vader met diepe scherpzinnigheid op,
dat de wortel van de wanorde zoowe] in
de moderne economie als in het socialisme
hierin bestaat, dat men uitsluitend op de
aardsche goederen let, zonder zich om God,
en om de eeuwige dingen te bekommeren,
en dat het geneesmiddel dex-halve op den
wortel zelf moet toegepast worden, door
de geesten en de harten tot God te ver
heffen en ze te bewegen tot edele en zui
vere verlangens.
Ook als het rijk der gerechtig
heid is hersteld, zal er nog
een breed veld zijn voor de
liefde.
Daarom is het noodzakelijk, allereerst
te streven naar een ernstige verbetering
der zeden en het rijk der gerechtigheid,
waarvan heel de sociale economie moet
doordrongen zijn, te heretellen.
Ook dan evenwel zou er nog immer een
breed veld voor de liefde over zijn, die is
en altijd blijven zal de eenig ware en deug
delijke bond, die alle menschen omvat en
ze maakt tot één gezin.
Aan deze vernieuwing van het gemeen
schapsleven op de grondslagen van het
Evangelie en van de liefde, moeten alle
menschen van goeden wil medewerken.
Daarom verheugt zich de H. Vader bij
het zien van vele pogingen en om den ijver,
waarmede in verschillende landen niet al
leen de geestelijken, maar zoovele leeken,
zelfs jongelingen, levende in den geest der
katholieke aetie, zich vol toewijding werk
zaam toonen en met vaderlijke bemoedi
ging spoort hij hen aan, onvermoeid aan
het bereiken van dit edel doel te arbeiden,
want indien een toestand van zaken, gelijk
velen die willen, maar die totaal in strijd
is met de christelijke beginselen de over
hand zou krijgen, zou de ruïne verschrikke
lijk zijn.
De Kerk vreest niet voor zich, sterk als
zij is door Gods onfeilbare belofte, maar
zij vreest voor zoovele zonen, zoovele
zielen, die verloren zouden gaan.
Allen, ieder op zijn post en in zijn eigen
kring, moeten samenwerken tot het alge
meene welzijn met volkomen eendracht en
tucht, niets andera zoekend dan de belan
gen van God en het werk van Christus.
Met deze vaderlijke vermaning eindigt
het verheven document.
Rede Aartsbisschop van Utrecht
over de toestanden in Nederland.
Gistermorgen heeft Z. H. den Paus een
H. Mis in de St. Pieter opgedragen.
Gistermiddag was er plechtige bijeen
komst op het Cortile (Binnenhof) der Pau
selijke Kanselarij.
Onze te Rome vertoevende redacteur,
zal zijn indrukken over deze heerlijke en
grootste plechtigheden onzen lezers geven
in een uitvoerige correspondentie.
Gisteravond om tien voor half zes (vijf
uur M. E. T.) nam de p tochtige audiëntie
op den „Cortile di San Damaso" een aan
vang.
De „Ms'bd." schrijft hierover:
Zooals reeds medegedeeld, werd deze
plechtigheid ook door het Vaticaansehe ra
diostation op golflengte van 19.84 M. uitge
zonden. Deze uitzending werd ditmaal, voor
zoover wij weten, door geen enkel Euro-
peesch station gerelayeerd. Pogingen om
de uitzending uit de Vaticaansehe Stad
rechtstreeks op te vangen, werden door
voortdurende fading en sterke luchtsto-
ring zeer belemmerd.
Als naar gewoonte werd de Vaticaansehe
uitzending aangekondigd met den christe-
1 ijken groet „Laudetur Jesus Christus
„Geloofd zij Jesus Christus
Naar de omroepers in de verschillende
talen mededeelden, was op het Damasus
plein een estrade opgericht. Links en
rechts daarvan stond de ontzaglijke me
nigte opgesteld, die uit ongeveer tien dui
zend pelgrims bestond, afkomstig uit acht
en twintig verschillende landen.
Aanwezig waren o.a. delegaties uit
Frankrijk, Duitschland, Zwitserland, Bel
gië, Nederland, Polen, Hongarije, Tsjecho-
Slowakije, Canada- en de Vereenigde Sta
ten.
Op het podium bevonden zich de pause
lijke troon en de zetels voor de kardinalen,
bisschoppen, prelaten en het corps diplo
matique.
De komst van Z. H. werd aangekondigd
door trompetgeschal, dat echter onmiddel
lijk overschald werd door de uitbundige toe
juichingen der pelgrims.
Zooals de omroepers verder mededeel
den, geleek het Damasusplein een kleurrijk
veld van vlaggen en banieren.
Van de zes en twintig aanwezige kardi
nalen hoorden wij o.a. de namen noemen
van H.H. E.E. Granito di Belmonte, Lega,
Gasparri, Sincere, Pacelli, Lauri, Licnart,
Ehrle, Verdi, Ascalesi, Melchetti-Selvag-
giani, Srèdi en Hlond.
Toen de muziek der Palatijnsohe garde,
die reeds voor de aankomst van den H.
Vader eenige nummers ten gehoore bracht,
geëindigd was, las Z.H. voor den microfoon
een lange boodschap voor, waarvan de
transmissie echter jammer genoeg door
storingen zeer belemmerd werd.
Z.H., die sprak in het Ilaliaansch,
Fransch en Duitsch, ontvouwde daarin
eenige dachten, die ook in zijn Encycliek
worden behandeld.
Ten slotte gaf de H. Vader zijn aposto-
lïschen zegen, die, zoo zeide hij, moge ne
derdalen. op u allen, op een ieder uwer af
zonderlijk, op uw broeders en zusters in
den arbeid, op allen, die u werk verschaf
fen en met groote verantwoordelijkheid
uw arbeid leiden en regelen.
Een oorverdoovend gejuich brak los on
der de menigte, toen de H. Vader Zijn Ze
gen had gegeven. De menigte toewenkend,
verliet Z. H., omgeven door Zijn hofstaat,
het plein.
Dit nummer bestaat uit vijf bladen
waaronder geïllustreerd Zondags
blad.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De Europeesche studie-commissie te Ge-
nève bijeen.
De toestand in Spanje.
LEIDEN.
B. en W. stellen den Raad voor, het plan-
Dudok, inzake bouw nieuw Raadhuis in
handen te stellen van een commissie (2de
blad).
REDE VAN DEN AARTSBISSCHOP
Z.H.EX. J. H. G. JANSEN.
Men zendt ons toe het volgende verslag
van de gisteren door den Aartsbisschop
van Utrecht gehouden rede.
Heilige Vader,
Op het oogenblik. dat de beroemde en
cycliek Rerum Novarum van Paus Leo
XIII, roemrijker gedachtenis, verscheen,
waren de omstandigheden in de Nederlan
den van dien aard, dat het pauselijk woord
daar grootelijk nut moest hebben.
In de tweede helft der negentiende eeuw
werden ook in ons vaderland de geesten
bekeerscht door een wetenschap, welke
voor zoover niet anti-christelijk, toch ze
ker on-christelijk was. Gedragen door den
geest van het rationalisme brachten de
universiteiten een generatie voort, welke,
ver verwijderd van bovenatuurlijke idea
len, neigde tot materialisme.
Zeker ke>nt bij het ten einde spoeden
der negentiende eeuw ons land een groote
mate van welvaart-, doch haar voordeelen
zijn voor een betrekkelijk gering getal,
terwijl de groote massa van arbeiders en
kleine burgers leven in bestaansonzeker-
heid en vrees voor de toekomst. Bij gemis
van dien vrede, welken goede sociale ver
houdingen brengen, nog niet gewend aan
hun kracht in onderlinge aaneensluiting
te zoeken, beginnen zij ontvankelijk te wor
den voor revolutionnaire gedachten. Van
deze ontwikkeling weet het christelijk deel
der bevolking zich nog min of meer vrij te
houden. En wat het katholiek deel, nog
geen 40 pet. omvattend, betreft, wordt de
strijd tegen den geest des tijds met kracht
gevoerd. Helaas bevinden de katholieken
zich na eeuwenlange verdrukking, nog pat»
in !t begin eener emancipatie, welke in
1853 door het herstel der Bisschoppelijke
Hiërarchie heerlijk was ingezet. Zij be
schikken over het algemeen weinig over
welvaart, invloed en macht, zijn nog volop
gewikkelde in den strijd voor de vrije
school, welke zij in 1868 op het woord hun
ner bisschoppen hebben aangebondenzij
hebben nog slechts een bescheiden graad
van vereeniging en organisatie bereikt.
Doch het sociale vraagstuk laat hen
niet onberoerd. Voor de priesters en an
dere intellectueelen, die het katholieke
volk hierin leiding willen geven, leeft
deze beheerschende gedachte, dat ook en
niet in het minst voor deze tijden het pri
maat der beschaving berust bij de Kerk.
Daar staan als lichtende bakens voor hen
figuren als Kardinaal Manning en Bisschop
Von Ketteler, en het zijn vooral de opeen
volgende zendbrieven van Paus Leo XIII,
welke nog vóór het verschijnen dier ency
cliek, die het arbeidersvraagstuk behan
delt, voor hen reeds een dankbaar aan
vaarde leiding geven voor het maat
schappelijk vraagstuk. Verplaatsen wij ons
naar de jaren, welke onmiddellijk vooraf
gingen aan het verschijnen van dien pause
lijken brief, dien wij een Licht aan den He
mel mogen noemen, dien brief, die de basis
legde voor wat Uwe Heiligheid wenscht te
vestigen: den Vrede van Christus in het
Rijk van Christus.
Dan zien wij, hoe een groot deel der
heerschende partij, de liberale partij, zich
tegen alle ingrijpende veranderingen ver
zet, terwijl een gering deel van haar, de
radicalen, krachtige inmenging van den
Staat op sociaal gebied voorstaan. Overal
begint de arbeidersbeweging aan terrein
te winnen.
Sinds 1887 onder revolutionnair-anax-
chistische leiding splitsen zic-h de socialis
ten in een meer revolutionnaire en in een
meer reformistische groep. Na wijziging
van de kieswet gaat deze laatste groep,
onder leiding van een zeer begaafd staats
man een steeds groolere plaats innemen
in 't parlement. Terwijl op staatkundig ge
bied de invloed der katholieken wassende
is, sticht in 1888 onder goedkeuring van
den bisschop van Haarloiji, de eenvoudige
volksvriend Pastoors, den Volksbond, be
gin van de later zoo gelukkig uitgegroei
de organisatie der katholieke arbeiders.
Evenmin als in ander landen heerschte ech
ter onder de katholieken volkomen gelijk
heid van inzichten. Niet algemeen konden
de leiders, priesters, zoowel als leeken, der
nieuwe beweging op instemming bij hun
geloofsgenooten rekenen. Aan meeningsver-
schillen, welke hoogst schadelijk hadden
kunnen worden, maakte de verschijning der
onvolprezen encycliek „over den toestand
der arbeiders" voor goed een einde.
Zij bracht den vasten grondslag, waar
op in volkomen eendracht onder leiding
der bisschoppen heb gebouw der sociale
organisatie van het geheele katholieke
volk kon worden opgetrokken.
Volgzaamheid tegenover hunne bis
schoppen is het, welke de katholieken van
Nederland siert. Ze hebben dan ook vol
ledig gevolg gegeven aan den oproep hun
ner herders, die na het verschijnen van de
Rerum Novarum ontelbare malen tot ka
tholieke organisatie hebben aangespoord.
Tot alle groepen en standen heeft het
wachtwoord der bisschoppen zich gericht.
Aan hun wensch hebben allen gevolg ge
geven: de arbeiders, de boeren, de handel
drijvende en industrieele middenstand, de
vrouwen, de studenten, de onderwijzers, do
ambtenaren en ook de groot-werkgevers.
In het groote werk, dat Gods goedheirl
hier liet gedijen, heeft de beroemde ency
cliek wel het voornaamste aandeel gehad.
Noëflfhen wij bier eenige getallen, betref
fende de organisaties. Het getal leden be
draagt voor de arbeiders meer dan 150.000,
voor de vrouwen 60.000. Ale kenmerk der
arbeidersorganisatie geldt, dat op verlangen
der bisschoppen hun economische actie,
volgens katholieke 'beginselen, wordt ge
voerd door vakorganisaties terwijl dezelfde
armeidere daarnaast zijn georganiseerd in
zoogenaamde „sta-ndsorganisaties" in dioce
saan verband, voor de culturee l e taak.
Met groote zorg hebben de Bisschoppen
gewaakt-, dat de eigenlijke politieke actie
uit de sociale organisatie bleef geweerd.
Aldus is de sociale beweging, ingeluid
door de Denim Novarnm, ook ten goede ge
komen aan de kracht en de eenheid der po
litieke partij. Deze heeft zich i-nl896, onder
leiding van wijlen Dr. Schaepman, im haar
program doen inspireeren door de groote
staatkundige encyclieken van Leo XIII en
niet het minst door zijn socialen zendbrief
Rerum No varum. Tegenwoordig onder de
wij-ze leiding van den priester Dr! Nolens
vertegenwoordigt zij. nagenoeg het geheele
katholieke volk. Zij hoeft zich in het leven
va-n de natie een eervolle plaats verzekerd.
Voor wél vaart en vooruitgang, doch ook
voor gezag en orde staat zij immer gereed
In samenwerking mot andere Christelijke
partijen was het de katholieke staatspartij
welke aan Nederland hééft mogen schen
ken 'n voorbeeldige sociale wetgeving. Zoo
was het een katholiek minister, Dr. Aalbor-
se die in 1919 den arbeidsdag van 8 uren
verwezenlijkte in de wetgeving. Wederom
is het een katholiek minister, van wien
thans een wetsontwerp is uitgegaan, hou
dende een regeling der bedrijfsraden.
Dit, Heilige Vader, zijn voor ons land de
groote voordeelen ram de Rerum Novarum,
waarvan ik de eer liad een historisch over
zicht te geven ten overstaan van Uw Hei
ligheid, die zich gewaardigde onze sociale
werken te zegenen, welke steeds hum grond
slag zullen vinden in de encycliek van Uw
illusteren Voorganger Leo XIII.