DE AFGELOOPEN WEEK IN HET
BUITENLAND
Het 9de lustrum der 3 October-vereeniging
SPORT
2
In „De Witte Zwaan"
ZATERDAG 11 APRIL 1931
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
Augiasstal. Een van de groote
werken van den legendarischen reus Her
cules was de reiniging van den stal van
koning Augias. Deze stal was in 30 jaar
niet schoongemaaktDeskundigen op dit
gebied onder onze lezers zullen begrijpen,
dat er langzamerhand geen sterveling meer
te vinden was, die zm'fc een karwei kon op
knappen. Hercules speelde het klaar; daar
voor was hij nu eenmaal de sterkste man
van geheel Griekenland.
Zulk een Augias-stal is in Ohioago ook
ontstaan. Onder het beheer van den vori-
gen burgemeester Thompson, bijgenaamd
„big Bill", is Chicago berucht gewenden als
de bandieten stad, waar misdadigerskonin-
gen als Al Oa,pone en Jack Diamond vrij
rondloopen en een heel legertje van bewo
ners der onderwereld welig tiert, dank zij
de bedragen, waarmede de burgemeester
an de onder hem ressorteerende aimibtena-
ren „gestept" worden. Het eenige licht
punt van donker Chicago is, dat de ben
den e'kaar probeeren uit te roeien, wat zij
op klaarlichten dag doen met machinege
weren
Thans dreigt- er een einde te komen aan
dat lieve leventje, want bij de jongste bur
gemeester sverbieziin g in Chicago is de
tegenstander van „big Bill" t-ot burgemees
ter gekozen. Het is een geboren Tsjeeho-
Slowaa-k, Cermak genaamd, en hij heeft gc-
awomen, dat hij den strijd tegen de corrup
tie en de misdaad zal aanbinden. Laten wij
hopen, dat het hem ge1'ukken zal dien
Auigias-stail te reinigen. Maar het is een
Hercules-arbeid. Hij is reeds begonnen met
'n paar duizend ambtenaren te ontslaan
Dat gaat goed.
Er moest overigens eens een Hercules
opstaan, om wat orde te scheopen in de
Chaotische toestanden op politiek gebied,
want hoe verdeeld de menschen hier nog
tegenover elkander staan, toont een over
zicht van deze week weer duidelijk aan.
Vlootaccoord-mis r e. Voor
eerst is het met het vlootaccoord nog lang
niet in orde.
Toen in de eerste helft van Maart de
inhoud van het Britseh-Framsch-Italiaan-
sche vlootaccoord werd gepubliceerd, was
daarmede de zaak nog niet volkomen ge
regeld.
Daarna moesten de puntjes op die i wor
den gezet en dat viel niet mee. Er zijn prin
cipieel© moeilijkheden gerezen tusschen
Frankrijk en Italië, die beide een zeeir ver
schillende interpretatie geven aan de grond
slagen, die voor het nieuwe Vloot-verdrag
zijn gelegd- Het accoord bracht eigen
lijk slechts een stabilisatie van de mari
tieme sterkte verhouding tusschen Frankrijk
en Italië tot het jaar 1936, waarbij Italië
zijn eisch tot volstrekte pariteit met Frank
rijk tijdelijk liet vallen en Frankrijk van
zijn kant toestemde in een superioriteit
boven Italië, weke iets geringer was dan
de Framsche marine-deskundigen tot dusver
hadden geeischt.
Er was vastgesteld, dat in den tijd van
1931 tot 1936 de nieuwe aanbouw voor
Frankrijk 136.438 ton, die voor Italië
129.615 ton zou bedragen. Te Roane en te
Londen vatte men dit- aldus op, dat hier
mee alle aanbouw in het genoemde tijdvak
zou zijn bedoeld. Neem, zoo redeneert men
te Parijs, dat is owze bedoeling niet. Er
mogen iin dien tijd niet meer schenen van
stapel loopem, dan tot het toesrevezen be
drag der tonnage. Er mogen binnen dien
tijd niet meer schepen gereed zijn, maar
we hebben wel het recht nieuwe schepen in
aanbouw te gewen, mits zij maar niet voor
1936 gereed zijn. Voor kleinere schepen is
de bouwtijd ten minste twee, voor groote
ten minste drie jaren. En het accoord van
Rome kaai dus niet beteekenen, dat men
na 1931 seen schepen op stapel zou mogen
zetten. Daar ze voor 1936 toch niet gereed
zouden zijn, vallen dergelijke in aanb-uw
zijnde schepen builten de overeenkomst.
De zaak is natuurlijk, dat bij de ïtali-
aa.nscihe interpretatie van het accoord
Frankrijk in 1936 voor ongeveer 80.000 ton
aan verouderde (boven de leeftijdsgrens ge
komen) oorlogsschepen zou hebben, ter
welker vervanging nog geen maatregelen
zijn genomen. De superioriteit van de Fran-
sche vloot boven de Italia arische zou dus
automatisch verminderd zijn en Italië zou
een stapje verder zijn gekomen in de rich
ting der pariteit. Daarom wil Frankrijk het
recht om in de jaren van 1931 tot 1936 al
thans een zeker tonnage 66.000 onge
veer op stapel te zetten.
En op deze meeningswerschillen is de
arbeid van de redactie-commissie voor het
verdrag, die te Londen vergaderde en daar
weldü-a weer moet bijeenkomen na de
Paa-schvacainitde, vasbgeloopen.
The e-v i s i t e. Niet alleen in dit
Vlootaccoord treedt Frankrijk als spelbre
ker op,'*maar het heeft ook de voorgeno
men genoegelijke theevisite, waartoe mini
ster Henderson de Duitsohe ministers Bai
ling en Ourtius op het landgoed „The
Chequers" had uitge-noodigd, in de war ge
stuurd. De bedoeling was op dit officieel©
buitenverblijf van den Britsohen premier
a-Fe actueel e vraa gstukken der internatio
nale politiek te behandelen.
Het bekend worden van deze uitnoodiging
zoo kort na de tcrts'ta-ndikoimiing van de
Duitsch-Oostenrijksche to'l-overeenkoinst en
zoo kort vóór de bijeenkomst van de Pan-
Europeesohe commissie op 15 Mei en van
den Volkenbondsraad op 18 Mei a.s. deed
Frankrijk weer hoogst gealarmeerd opvlie
gen.
Men vreesde te Parijs, dat de Dukschers
en Enge'schen zouden overeenkomen te
Genéve in belangrijke kwesties der Euro-
peesehe organisatie één lijn te trekken, en
sommige bladen riepen reeds ontzet: Hen
derson wil voorzitter van de ontwapenings
conferentie-1932 worden!
Voor dezen storm zijin de Briitsche en
Duitsohe regeeringen gezwicht. Zij zullen
nu haar vriend&chappei'ijk gesprek begin
Juni voeren, nè, de Geneefsche debatten
dus. Als zij thans te Genève één lijn trek
ken, zal niemand haar kunnen verwijten, dat
het tevoren was afgesproken! Voorshands
is echter het eenige gevolg van het uitstel,
dat de pers in beide landen zich ontstemd
er over toont, en die ontstemming lucht aan
het Fransche adres.
En welken toon hoort men in de Duitsche
pers nu doorklinken? „Jongens, nou te Ge
nève niks toegeven; des te sterker staan
we op de theevisite van Henderson."
Prosit.Dat zaet er mooi uit. voor de Ge
neefsche bijeenkomsten.
D oude veete. Van een groot
kenner van heit Oosten is het bekende ge
zegde afkomstig: „Oost is Oost en Vest is
West en nooit- zu'len deze twee elkander
vinden." Maar kenners van Britsch-Indië
beweren zelfs, dat hemel en aarde elkander
eerder zullen raken, dan dat Mohammeda
nen en Hindoes tot elkander zullen komen.
Op een bevo'king vaai 350 mill li oen zie
ken zijn er niet minder dan 70 a 80 millioen
Mohammedanen in Indië. Deze Mohamme
danen hebben door de eeuwen heen, vóór
de komst der Engelsohen, door physiiekc
kracht gedomineerd. Zij zouden het thans,
wegen® hun getalsterkte, bij een parlemen
taire constitutie afleegen, en weireren dien
toestand te aanvaarden in het besef dat zii,
als afstammelingen der oude veroveraars,
op deze'fde manier als hun "voorraderen hun
geza g weder zouden kunnen vestigen zoo
de Engelschen Indië verlieten al of niet
met behuk") van hun gelnofegenooten aan de
andere zijde van den Khyberpa®, die door
Engeland zoo nauwgezet bewaakt, wc-rit
Vandaar dat de Mohammedanen hnn
eischen stellen, we'ke geen gelijken tred
houden met hun getalsterkte en derhalve
door de Hindoes niiet worden aanvaard.
Gandhi heeft geprobeerd met hen tot
een vergelijk te komen, doch tevergeefs.
Engeland trekt bij dezen stand van zaken
natuurlijk aan het langste eind.
Een bijzondere optocht als hoofdschotel der feestelijkheden.
„EEN KIJKJE IN OOST EN WEST".
Dit jaar zal de bekende Leidsche 3 Octo-
bervereeniging haar 45-jarig bestaan her
denken. Als steeds bij een lustrum het ge
val is, werd er ook ditmaal door het be
stuur ijverig naar gestreefd ter gelegenheid
van dit negende lustrum iets bijzonders te
brengen.
Dat bijzondere cachet van het jaarlijk-
sche feest der Leidsche burgerij en van ve
len daarbuiten uit zich in hoofdzaak in de
middagfeestviering, in den traditioneelen
optocht. Telken jare brengt dit hoogte
punt der feestviering duizenden en nog
maals duizenden van binnen en buiten de
stad op de been en de velen, die de optoch
ten der laatse jaren gezien hebben, weten,
dat de vereeniging zich 'n naam op dit ge
bied heeft weten te verwerven en dat kos
ten noch moeiten gespaard werden, om het
glanspunt van den 3 Octoberdag werkelijk
tot iets bijzonders te maken.
Ook dit jaar heeft het bestuur niet stil
gezeten en reeds veel vroeger dan andere
jaren het geval was, werden pogingen aan
gewend om tot plannen voor den optocht
te komen. Daartoe werden de Leidsche in
gezetenen uitgenoodigd onderwerpen voor
een optocht bij het bestuur op te geven en
als gevolg daarvan kwamen er een achttal
plannen binnen. Hiervan maakten we reeds
melding in het Verslag van de Januari
vergadering der vereeniging.
Men zal zich ongetwijfeld nog wel herin
neren, dat uit die acht plannen er twee
voor nadere bestudeering aan de zorgen van
het bestuur werden toevertrouwd, n.l. een
over de historie van Leiden en een over het
onderwerp „Oost en West".
Het eerste plan was reeds eerder, zij
het dan in eenigszins anderen vorm, in
beeld gebracht en dus helde het bestuur al
dadelijk meer naar het tweede onderwerp
over, doch men was aanvankelijk nogal
beducht, of het uitvoerbaar zou zijn. Daar
bij toch ging men van de gedachte uit, dat
men niet het eerste het beste kan geven
of nabootsen, maar dat zoo zuiver mogelijk
een beeld moest worden gegeven van de
Overzeesche gewesten. Al dadelijk kwam
men daarbij t-ot de conclusie, dat voor het
slagen daarvan de medewerking noodig
zou zijn van verscheidene Indische men
schen en nu was het de groote vraag, of
die wel te krijgen zouden zijn.
Toch besloot het bestuur tot het plan
Oost en West. De grondgedachte die daar
bij. voorzat, was wel deze, dat de Neder
landers eigenlijk veel te weinig weten van
onze overzeesche gewesten, die de laatste
jaren toch wel in het middelpunt der be
langstelling staan. Door dezen optocht
hoopt het bestuur der 3 October vereeni
ging die belangstelling aan te wakkeren,
o.m. door het volk te laten zien gewoonten
en gebruiken, geschiedenis, kleederdrach
ten, cultures enz. van Oost en West-Indië,
om daardoor ten slotte te verwezenlijken
de spreuk, die de Vereeniging Oost en
We®t tot devies heeft:
„Oost en West en Nederland,
Krachtig door het Rijksverband".
Naar een nationaal karakter.
De 3 Oetober-optocht 1931 wil echter
meer zijn dan een feest voor de Leidsche
burgerij en wie er dien dag gewoonlijk een
kijkje komt nemen. Deze optocht, wil er
een zijn met een nationaal karakter,
wil zijn een gebeurtenis, die dc belangstel
ling van geheel ons land zal trekken.
De uitvoering van een dusdanig grootsch
opgezet plan is echter ten eenenmale on
mogelijk, indien niet de daadwerkelijke
medewerking zou worden verkregen van
de ondernemingen, die in onze overzee
sche' gewesten werkzaam zijn, alsmede van
de in ons land vertoevende Oost- en West-
Indiërs. Teneinde het contact met. deze on
dernemingen en de uit Indië afkomstige
personen te vergemakkelijken en om te
trachten voor de uitwerking dezer plannen
moreelen steun te verkrijgen, heeft het
bestuur een eere-comité in het leven geroe
pen, waarin zitting zullen nemen vooraan
staande personen uit Nederland en Indië
en waarvan Z.Exc. de Graaf, minister van
Koloniën, bereids het eerc-voorzitterschap
heeft aangenomen.
Daadwerkelijke medewerking
reeds toegezegd van verschil
lende zijden.
Van verschillende^ zijden werd reeds
daadwerkelijke medewerking ontvangen.
Dc Vereeniging Oost en West heeft be
reids op verschillende wijzen blijken van
groote sympathie met het. plan getoond.
De heer C. Poortman, oud-resident van
Djambi, woont de verschillende vergade
ringen van het bestuur bij en staat steeds
met raad en daad ten dienste. Met den
heer D. van Driest, oud-officier van het
Indisch leger, heeft hij zich bereid ver
klaard verschillende groote maatschap
pijen persoonlijk te bezoeken om haar tot
medewerking op te wekken. Van studen
ten vcreenigingen ontving het bestuur voor-
loopige toezeggingen tot medewerking en
de K. L. M. vroeg spontaan aan om in den
optocht mee te mogen doen.
Noodig is echter, dat het bestuur zoo
spoedig mogelijk opgave krijgt van perso
nen nit de Oost en West, die hier te lan
de vertoeven en die bereid zijn aan den
optocht te willen deelnemen. Het ligt na
melijk in de bedoeling, dat verschillende
in den optocht voor te stellen personen
worden uitgebeeld door menschen, uit die
landen zelf afkomstig.
Evenfcueele voorstellingen inzake in den
optocht uit te beelden personen of voor
stellingen zullen gaarne overwogen wor
den, terwijl gelegenheid geboden wordt, dat
onderdeelen van den optocht door groe
pen gezamenlijk verzorgd worden. Ook ziet
het bestuur gaarne tor beschikking stellen
tegemoet van voorwerpen, welke voor den
optocht van dienst kunnen zijn. Zoowel
zij, die zich tot deelname bereid verkla
ren als zij, die voorwerpen willen afstaan
of voorstellen willen doen, gelieven zich te
wenden tot den secretaris, den heer N. G.
Spaargaren, Haagweg 31, Leiden.
Het voorloopig plan.
1. Voorname historische figuren en
episodes.
2. Kleederdrachten en volksgebruiken
Javaansche bruidsstoet, Tjap Gome (Papie
ren Draak), Dajaksche maskers, Neger
danspartij, Gamelang, Wajangpoppen,
enz.
3. Voorstelling der cultures met de
voornaamste Oost- en West Indische pro
ducten.
4. Verkeerswezen te land, te water en
in dc lucht.
5. Een bestuursgroep en
6. ten slotte wordt gedacht aan een
symbolische groep, voorstellend het rijks
verband tusschen Nederland en Overzee
sche Gewesten.
Er wordt gerekend, dat ongeveer 350
personen en tal van praalwagens aan den
optocht zullen meedoen, ongerekend de
Indische muzikanten.
Do Europeesche medewerkers in den
optocht, waarvan ook een grot aantal noo
dig zal zijn, zullen bij voorkeur gezocht
worden onder de inwoners van Leiden, die
zich ieder jaar welwillend tot medewer
king aan deu optocht ter beschikking stel
len.
VOETBAL
R. K. FEÖERATIE.
Overzicht.
Het programma der wedstrijden begint
thans voor de hekkesluiters in de eerste
klasse E zeer belangrijk te worden. Beide
clubs, die nog in aanmerking komen voor
de laatste plaats, spelen op eigen terrein.
Lisse ontvangt daar T. Y. B. B. uit
Haarlem. We behoeven van de belangrijk
heid van dezen wedstrijd niet® meer te
zeggen, wijl de Lissenaren weten wat er
van dezen wedstrijd afhangt. Er moet ge
wonnen worden om althans ©enigermate
zeker te zijn van de laatste plaats weg
te blijven. Indien dat geschiedt heeft Lis-
se 11 punten, welke aantal door D. E. M.
niet meer overtroffen kan worden, doch
slechts benaderd. De Beverwijkers zullen
er ongetwijfeld alles op zetten om het
zoover te brengen en we gelooven, dat zij
als de kat in het nauw morgen een kans
heeft om van Graaf Willem te winnen.
Ook S. J. C. speelt morgen haar laatsten
wedstrijd. Wanneer de Noordwijkers zoo
spelen als in den laatsten wedstrijd tegen
Leonida®, kunnen zij opniouw winnen. D.
O. N. K. zal bij een nederlaag op de acht
ste plaats blijven staan.
Leiden speelt morgen op eigen terrein
tegen Blauw Zwart. Een reeds meerdere
malen vastgestelde wedstrijd, waarover we
dus niet verder behoeven uit te weiden.
We hopen, dat de Leidenaars van dezen
wedstrijd een goeden oefenwedstrijd zul
len maken!
Wedstrijd programma voor a.s. Zondag.
Promotie- en degradatie.
SpartaanSantpoort.
Eerste klasse A.
CaesarSitt. Boys; ChèvremontO. V.
C.; HeliosR. K. O. N. 8.; V. Y. H.-l.
K. V. V. L.; MarsanaKimbria; Volhar
dingValkenburg.
Eerste klasse B.
Venl. BoysKolping; UnionMuloj
GennepVenlo.
Eerste klasse C.
N. E. O.Quick; De Zweef's Heeren-
berg; V. D. Z.—P. H.
Eerste klasse D.
V. I. C.—H. M. 8.; De Meer—Wilskracht
V. V. Z.—S. D. O.
Eerste klasse E.
D. E. M.Graaf Willem; S. J. C.D. O.
N. K.; Lisse—T. Y. B. B.
Tweede klasse O.
LeidenBlauw Zwait.
DIOC. HAARL. BOND.
R. K. Sportvereeniging D. 0. f.
D. O. S. I trekt morgen naar Heemste
de, om daar H. B. C.' III te ontmoeten,
dat den eersten wedstrijd in deze competi
tie nog moet winnen. Alhoewel het voor
D. O. S. een beetje aanpakken zal zijn,
rekenen we na de prestaties der laatste
weken zeker op een overwinning.
Van de derde plaats van onder steeg
D. O. S. naar de derde plaats van boven.
De stand is nu:
gesp.
gew
gel. verl. v.t. pnt.
D. S. S.
16
11
2
3 4632 24
Victrix
15
10
9
3 73—27 2*2
D. O. S.
16
s
2
6 47—48 18
O. V. V.
14
6
2
6 3113 11
B. S. M.
17
7
3
7 59—41 17
Santpoort II
16
7
2
7 35—40 16
Onze Gez. II
14
6
1
7 30—37 13
Alliance
13
5
•2
6 4446 12
Lisse II
16
5
*2
9 38—5*2 12
H. B. C. III
13
11 22—69 2
Het vertrek
van
D.
O. s.
I is bepaald
om 1 uur Noordhoek per expres-autobus,
Supporters geven zich spoedig op.
FEUILLETON
Uit het Duitsch
van
ADOLF HERZOG.
10)
Konrad Barenfeld had zich met hart en
ziel op zijn werk geworpen. Hij werkte van
's morgens tot 's avonds, alsof hij er mil-
lioenen mee kon verdienen. Buiten zijn
werk ging hij alleen om met Heinrich
Pfalzdorf, aan wien hij zeer gehecht was
en met Graaf Schoner, wien sinds eenige
weken tijdelijk de leiding van de feuilleton-
en kunstrubrieken van de krant was opge
dragen. Barenfeld werkte, omdat er ge
werkt moest worden en om afleiding te
hebben. Het doel scheen hem volkomen on
verschillig. Hij merkte nauwelijks op dat
het om hem heen volop zomer was.
In tusschen had Heinrich Pfalzdorf zijn
tijd goed besteed om van alle geheimen
vaji den handel op de hoogte te komen.
Maar ook zijn wereldwijsheid was heel wat
grooter geworden. Die putte hij uit de ge
sprekken met Barenfeld, die hem de heer
lijkheden van het Verre Oosten voor de
oogen tooverde en uit de geestige, rake op
merkingen van Schoner, die vaak met hen
wandelde, of met hen meeging naar een
café; maar ook en niet in de laatste
plaats door zijn eigen ervaringen. Want
sedert den dag dat Dores hem voorgesteld
had aan zijn vrienden in de stamkroeg, had
hij zich vaker bij deze aangesloten en had
uit veel onzin en eenzijdigheid toch nog
wel wat opgestoken. In de eerste plaats
had hij geleerd om zulke menschen te be
grijpen en met hen om te gaan.
Het was Zondag en Heinrich had 's mor
gens de post behandeld. Na het middag
eten herinnerde hij zich de herhaalde uit
noodiging van den ouden musicus Meinard
en hij besloot hem 's middags eens te gaan
opzoeken. Hij liet zich door Dores, die hem
met voorgewende onnoozelheid aankeek,
'uitleggen waar de oude heer woonde, nam
zijn vioolkist en stapte in den heerlijken
zomer-namiddag naar buiten. Hij voelde
zich opgewekt en licht-van-hart: Meinard
woonde met zijn dochter in een klein
huisje met een tuintje er voor, even buiten
de stad. Het huis en de tuin zagen er goed
verzorgd uit en Heinrich voelde zich pret
tig gestemd, toen hij door de kleine voor
deur binnentrad. In een van de kamers
hoorde hij zingen. Het was een niet om
vangrijke, maar geschoolde stem, die in
glasheldere, parelende coloratuur opklonk.
Heinrich klopte bescheiden aan. Het ge
zang hieid op en een moment later stond
een teer, slank fijn-gebouwd meisje met
welig zwart haar en donkere, vragende
oogen voor hem. De eenvoudige, witte japon
die ze aanhad, verhoogde de frissche aan
trekkelijkheid van haar verschijning.
U wilde mijn vader spreken?, vroeg
ze met een zachte, vriendelijke stem.
Heinrich antwoordde bevestigend en
stelde zich voor.
Het. meisje wierp een snellen blik op de
vioolkist en zei op verontschuldigenden
toon: Vader is jammer genoeg niet
thuis. U wilt zeker le® hebben
Pardon, antwoordde Heinrich. Me
neer Meinard was zoo vriendelijk mij te
vragen om hem eens op te zoeken. En daar
wilde ik dezen Zondagmiddag voor gebrui
ken.. Maar ik kan wel eens terugkomen.
O, neen, zei liet meisje, komt u
alstublieft binnen. Papa zal wel niet zoo
lang wegblijven. En toen Heinrich haar uit
noodiging aannam en de gezellige, kleine
kamer binnentrad, vervolgde ze, terwijl ze
hem een stoel wees dicht bij het venster:
Hij maakt een wandeling. Dat is ziju
eenige ontspanning.
Heirich ging zitten met de vioolkist op
zijn knieën.
U wilt zeker met vader musiceeren?,
vroeg het meisje.
Als meneer Meinard er wat voor
voelt, graag, antwoordde Meinrich. Eigen
lijk heb ik de riool alleen maar meege
bracht om haar uw vader te laten zien. Ik
geloof, dat het instrument hem wel zal in
teresseeren, omdat hij het nog van vroeger
kent.
Van vroeger kent
Zij is afkomstig van mijn overleden
vader, die met uw vader in Hannover aan
de Opera verbonden is geweest.
Kapelmeester Pfalzdorf? O, wat aar
dig!
Heinrich voelde een blijden trots, dat de
naam van zijn vader nog altijd met zooveel
liefde werd genoemd. Het was hem alsof
daardoor een hechte band tusschen hem en
deze menschen werd gelegd.
Hebt u hem gekend?, vroeg hij le
vendig.
Zelf niet, maar mijD vader heeft zoo
veel goeds van zijn ouden dirigent verleid,
dat ik zijn naam nooit zal vergeten.
Ik dank u. juffrouw Meinard, zei
Heinrich hartelijk. Wilt u dc riool eens
zien l
Graag.
De beide muzikanten-kinderen stonden
naast elkaar over de vioolkist gebogen.
Voorzichtig sloeg Heinrich het deksel open
en nam het instrument voorzichtig op met
de toppen van zijn vingers. De oude viool
scheen hem plotseling een nog kostbaarder
en dierbaarder bezit geworden. Toen zette
hij de viool aan zijn kin en streek er zacht
met den strijkstok overheen. En toen de
muziek zacht en droomerig opklonk, wer
den zijn gedachten-onweerstaanbaar naar
zijn dierbaar tehuis getrokken, dat nu niet
meer bestond, aan de kleine woonkamer,
die op dit vèrtrek leekaan zijn gestor
ven moedertje die, als vader 's avonds riool
speelde, de handen in haar schoot liet zin
ken en gelukkig-glimlachend luisterde,
juist als dat zwartlokkige, gracieuze meis
je in 't wit hier, dat stil op een lagen stoel
was gaan zitten. En hij liet de snaren
trillen, zoodat ze lachten en schreiden om
duizend herinneringen aan zijn ouderlijk
huis en hem nieuwe idealen voor de toe
komst voor den geest tooyerden. Hij
speelde, alsof de geest van zijn vader in
hem ontwaakt was.
Zwijgend, met schitterende oogen, zag
het meisje naar hem op.
Bravo! Kolossaal! Drommels nog toe,
dat was nu precies de oude heer! Meinard
stond in de deur en applaudisseerde met
zijn geweldige handen, toen Heinrich de
viool leerlegde. Daarop liep hij op den
jongen man toe en trok hem bij zijn schou
ders.
Ik wist zeker, dat u zou komen, om
den ouden vriend van uw* vader op te zoe
ken. Dat wist ik zeker, al heeft het raawn-
den geduurd. U zou niet de zoon van den
ouden Pfalzdorf zijn, als u te trotsch was
om u in te laten met een armen muzikant
/.ooals ik. Dat L mijn Vilma. Maar je kon
wel koffie zetten, Vilma, een Zondagsch
kopje koffie; dan kunnen we wat praten
en musiceeren.
De oude musicus was zoo opgewekt en
levenslustig als zijn dochter hem in geen
jaren gekend had.
Ja, ja, vadertje, zei ze en ze streelde
zijn gerimpeld gezicht. Maar laat u nu
meneer Pfalzdorf toch los en gaat u zitten,
vadertje.
Hij zette zich neer, maar meteen stond
hij weer op om de wonderviool op te ne
men. Hij bekeek het instrument aan alle
kanten, onderzocht de resonantie, liet zijn
ringerB over de snaren glijden, legde de
riool weer neer, nam ze wéér op en deed
alles nog eens dunnetjes over. Intusschen
was Vilma naar de keuken gegaan en even
later hoorde men haar bezig met het kof
fiegerei. Een oogenblik zag de oude van
zijn viool en keek Heinrich strak aan.
Mijn Vilma, zei hij met liefdevollen
trotsch kan alles alles. Als ik
haar niet had
Daarop bepaalde hij zijn aandacht weer
bij de viool.
Vilma kwam terug en begon dc tafel te
dekken. Toen ze weer naar de keuken wil
de gaao, om kopjes en schotels te halen,
vroeg Heinrich:
Mag ik u helpen, juffrouw Meinard?
In de keuken stond hij naast haar en kreeg
zijn breekbaren last mee met een waar
schuwing om niets te laten vallen. Voor
zichtig stapte hij met de hem toevertrouw
de huisvrouwelijke schatten de kamer bin
nen, zette alles met veel zorg neer en haal
de de rest.
("Wordt vervolgd).