DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND Het 9de lustrum der 3 October-vereeniging SPORT 2 In „De Witte Zwaan" ZATERDAG 11 APRIL 1931 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 Augiasstal. Een van de groote werken van den legendarischen reus Her cules was de reiniging van den stal van koning Augias. Deze stal was in 30 jaar niet schoongemaaktDeskundigen op dit gebied onder onze lezers zullen begrijpen, dat er langzamerhand geen sterveling meer te vinden was, die zm'fc een karwei kon op knappen. Hercules speelde het klaar; daar voor was hij nu eenmaal de sterkste man van geheel Griekenland. Zulk een Augias-stal is in Ohioago ook ontstaan. Onder het beheer van den vori- gen burgemeester Thompson, bijgenaamd „big Bill", is Chicago berucht gewenden als de bandieten stad, waar misdadigerskonin- gen als Al Oa,pone en Jack Diamond vrij rondloopen en een heel legertje van bewo ners der onderwereld welig tiert, dank zij de bedragen, waarmede de burgemeester an de onder hem ressorteerende aimibtena- ren „gestept" worden. Het eenige licht punt van donker Chicago is, dat de ben den e'kaar probeeren uit te roeien, wat zij op klaarlichten dag doen met machinege weren Thans dreigt- er een einde te komen aan dat lieve leventje, want bij de jongste bur gemeester sverbieziin g in Chicago is de tegenstander van „big Bill" t-ot burgemees ter gekozen. Het is een geboren Tsjeeho- Slowaa-k, Cermak genaamd, en hij heeft gc- awomen, dat hij den strijd tegen de corrup tie en de misdaad zal aanbinden. Laten wij hopen, dat het hem ge1'ukken zal dien Auigias-stail te reinigen. Maar het is een Hercules-arbeid. Hij is reeds begonnen met 'n paar duizend ambtenaren te ontslaan Dat gaat goed. Er moest overigens eens een Hercules opstaan, om wat orde te scheopen in de Chaotische toestanden op politiek gebied, want hoe verdeeld de menschen hier nog tegenover elkander staan, toont een over zicht van deze week weer duidelijk aan. Vlootaccoord-mis r e. Voor eerst is het met het vlootaccoord nog lang niet in orde. Toen in de eerste helft van Maart de inhoud van het Britseh-Framsch-Italiaan- sche vlootaccoord werd gepubliceerd, was daarmede de zaak nog niet volkomen ge regeld. Daarna moesten de puntjes op die i wor den gezet en dat viel niet mee. Er zijn prin cipieel© moeilijkheden gerezen tusschen Frankrijk en Italië, die beide een zeeir ver schillende interpretatie geven aan de grond slagen, die voor het nieuwe Vloot-verdrag zijn gelegd- Het accoord bracht eigen lijk slechts een stabilisatie van de mari tieme sterkte verhouding tusschen Frankrijk en Italië tot het jaar 1936, waarbij Italië zijn eisch tot volstrekte pariteit met Frank rijk tijdelijk liet vallen en Frankrijk van zijn kant toestemde in een superioriteit boven Italië, weke iets geringer was dan de Framsche marine-deskundigen tot dusver hadden geeischt. Er was vastgesteld, dat in den tijd van 1931 tot 1936 de nieuwe aanbouw voor Frankrijk 136.438 ton, die voor Italië 129.615 ton zou bedragen. Te Roane en te Londen vatte men dit- aldus op, dat hier mee alle aanbouw in het genoemde tijdvak zou zijn bedoeld. Neem, zoo redeneert men te Parijs, dat is owze bedoeling niet. Er mogen iin dien tijd niet meer schenen van stapel loopem, dan tot het toesrevezen be drag der tonnage. Er mogen binnen dien tijd niet meer schepen gereed zijn, maar we hebben wel het recht nieuwe schepen in aanbouw te gewen, mits zij maar niet voor 1936 gereed zijn. Voor kleinere schepen is de bouwtijd ten minste twee, voor groote ten minste drie jaren. En het accoord van Rome kaai dus niet beteekenen, dat men na 1931 seen schepen op stapel zou mogen zetten. Daar ze voor 1936 toch niet gereed zouden zijn, vallen dergelijke in aanb-uw zijnde schepen builten de overeenkomst. De zaak is natuurlijk, dat bij de ïtali- aa.nscihe interpretatie van het accoord Frankrijk in 1936 voor ongeveer 80.000 ton aan verouderde (boven de leeftijdsgrens ge komen) oorlogsschepen zou hebben, ter welker vervanging nog geen maatregelen zijn genomen. De superioriteit van de Fran- sche vloot boven de Italia arische zou dus automatisch verminderd zijn en Italië zou een stapje verder zijn gekomen in de rich ting der pariteit. Daarom wil Frankrijk het recht om in de jaren van 1931 tot 1936 al thans een zeker tonnage 66.000 onge veer op stapel te zetten. En op deze meeningswerschillen is de arbeid van de redactie-commissie voor het verdrag, die te Londen vergaderde en daar weldü-a weer moet bijeenkomen na de Paa-schvacainitde, vasbgeloopen. The e-v i s i t e. Niet alleen in dit Vlootaccoord treedt Frankrijk als spelbre ker op,'*maar het heeft ook de voorgeno men genoegelijke theevisite, waartoe mini ster Henderson de Duitsohe ministers Bai ling en Ourtius op het landgoed „The Chequers" had uitge-noodigd, in de war ge stuurd. De bedoeling was op dit officieel© buitenverblijf van den Britsohen premier a-Fe actueel e vraa gstukken der internatio nale politiek te behandelen. Het bekend worden van deze uitnoodiging zoo kort na de tcrts'ta-ndikoimiing van de Duitsch-Oostenrijksche to'l-overeenkoinst en zoo kort vóór de bijeenkomst van de Pan- Europeesohe commissie op 15 Mei en van den Volkenbondsraad op 18 Mei a.s. deed Frankrijk weer hoogst gealarmeerd opvlie gen. Men vreesde te Parijs, dat de Dukschers en Enge'schen zouden overeenkomen te Genéve in belangrijke kwesties der Euro- peesehe organisatie één lijn te trekken, en sommige bladen riepen reeds ontzet: Hen derson wil voorzitter van de ontwapenings conferentie-1932 worden! Voor dezen storm zijin de Briitsche en Duitsohe regeeringen gezwicht. Zij zullen nu haar vriend&chappei'ijk gesprek begin Juni voeren, nè, de Geneefsche debatten dus. Als zij thans te Genève één lijn trek ken, zal niemand haar kunnen verwijten, dat het tevoren was afgesproken! Voorshands is echter het eenige gevolg van het uitstel, dat de pers in beide landen zich ontstemd er over toont, en die ontstemming lucht aan het Fransche adres. En welken toon hoort men in de Duitsche pers nu doorklinken? „Jongens, nou te Ge nève niks toegeven; des te sterker staan we op de theevisite van Henderson." Prosit.Dat zaet er mooi uit. voor de Ge neefsche bijeenkomsten. D oude veete. Van een groot kenner van heit Oosten is het bekende ge zegde afkomstig: „Oost is Oost en Vest is West en nooit- zu'len deze twee elkander vinden." Maar kenners van Britsch-Indië beweren zelfs, dat hemel en aarde elkander eerder zullen raken, dan dat Mohammeda nen en Hindoes tot elkander zullen komen. Op een bevo'king vaai 350 mill li oen zie ken zijn er niet minder dan 70 a 80 millioen Mohammedanen in Indië. Deze Mohamme danen hebben door de eeuwen heen, vóór de komst der Engelsohen, door physiiekc kracht gedomineerd. Zij zouden het thans, wegen® hun getalsterkte, bij een parlemen taire constitutie afleegen, en weireren dien toestand te aanvaarden in het besef dat zii, als afstammelingen der oude veroveraars, op deze'fde manier als hun "voorraderen hun geza g weder zouden kunnen vestigen zoo de Engelschen Indië verlieten al of niet met behuk") van hun gelnofegenooten aan de andere zijde van den Khyberpa®, die door Engeland zoo nauwgezet bewaakt, wc-rit Vandaar dat de Mohammedanen hnn eischen stellen, we'ke geen gelijken tred houden met hun getalsterkte en derhalve door de Hindoes niiet worden aanvaard. Gandhi heeft geprobeerd met hen tot een vergelijk te komen, doch tevergeefs. Engeland trekt bij dezen stand van zaken natuurlijk aan het langste eind. Een bijzondere optocht als hoofdschotel der feestelijkheden. „EEN KIJKJE IN OOST EN WEST". Dit jaar zal de bekende Leidsche 3 Octo- bervereeniging haar 45-jarig bestaan her denken. Als steeds bij een lustrum het ge val is, werd er ook ditmaal door het be stuur ijverig naar gestreefd ter gelegenheid van dit negende lustrum iets bijzonders te brengen. Dat bijzondere cachet van het jaarlijk- sche feest der Leidsche burgerij en van ve len daarbuiten uit zich in hoofdzaak in de middagfeestviering, in den traditioneelen optocht. Telken jare brengt dit hoogte punt der feestviering duizenden en nog maals duizenden van binnen en buiten de stad op de been en de velen, die de optoch ten der laatse jaren gezien hebben, weten, dat de vereeniging zich 'n naam op dit ge bied heeft weten te verwerven en dat kos ten noch moeiten gespaard werden, om het glanspunt van den 3 Octoberdag werkelijk tot iets bijzonders te maken. Ook dit jaar heeft het bestuur niet stil gezeten en reeds veel vroeger dan andere jaren het geval was, werden pogingen aan gewend om tot plannen voor den optocht te komen. Daartoe werden de Leidsche in gezetenen uitgenoodigd onderwerpen voor een optocht bij het bestuur op te geven en als gevolg daarvan kwamen er een achttal plannen binnen. Hiervan maakten we reeds melding in het Verslag van de Januari vergadering der vereeniging. Men zal zich ongetwijfeld nog wel herin neren, dat uit die acht plannen er twee voor nadere bestudeering aan de zorgen van het bestuur werden toevertrouwd, n.l. een over de historie van Leiden en een over het onderwerp „Oost en West". Het eerste plan was reeds eerder, zij het dan in eenigszins anderen vorm, in beeld gebracht en dus helde het bestuur al dadelijk meer naar het tweede onderwerp over, doch men was aanvankelijk nogal beducht, of het uitvoerbaar zou zijn. Daar bij toch ging men van de gedachte uit, dat men niet het eerste het beste kan geven of nabootsen, maar dat zoo zuiver mogelijk een beeld moest worden gegeven van de Overzeesche gewesten. Al dadelijk kwam men daarbij t-ot de conclusie, dat voor het slagen daarvan de medewerking noodig zou zijn van verscheidene Indische men schen en nu was het de groote vraag, of die wel te krijgen zouden zijn. Toch besloot het bestuur tot het plan Oost en West. De grondgedachte die daar bij. voorzat, was wel deze, dat de Neder landers eigenlijk veel te weinig weten van onze overzeesche gewesten, die de laatste jaren toch wel in het middelpunt der be langstelling staan. Door dezen optocht hoopt het bestuur der 3 October vereeni ging die belangstelling aan te wakkeren, o.m. door het volk te laten zien gewoonten en gebruiken, geschiedenis, kleederdrach ten, cultures enz. van Oost en West-Indië, om daardoor ten slotte te verwezenlijken de spreuk, die de Vereeniging Oost en We®t tot devies heeft: „Oost en West en Nederland, Krachtig door het Rijksverband". Naar een nationaal karakter. De 3 Oetober-optocht 1931 wil echter meer zijn dan een feest voor de Leidsche burgerij en wie er dien dag gewoonlijk een kijkje komt nemen. Deze optocht, wil er een zijn met een nationaal karakter, wil zijn een gebeurtenis, die dc belangstel ling van geheel ons land zal trekken. De uitvoering van een dusdanig grootsch opgezet plan is echter ten eenenmale on mogelijk, indien niet de daadwerkelijke medewerking zou worden verkregen van de ondernemingen, die in onze overzee sche' gewesten werkzaam zijn, alsmede van de in ons land vertoevende Oost- en West- Indiërs. Teneinde het contact met. deze on dernemingen en de uit Indië afkomstige personen te vergemakkelijken en om te trachten voor de uitwerking dezer plannen moreelen steun te verkrijgen, heeft het bestuur een eere-comité in het leven geroe pen, waarin zitting zullen nemen vooraan staande personen uit Nederland en Indië en waarvan Z.Exc. de Graaf, minister van Koloniën, bereids het eerc-voorzitterschap heeft aangenomen. Daadwerkelijke medewerking reeds toegezegd van verschil lende zijden. Van verschillende^ zijden werd reeds daadwerkelijke medewerking ontvangen. Dc Vereeniging Oost en West heeft be reids op verschillende wijzen blijken van groote sympathie met het. plan getoond. De heer C. Poortman, oud-resident van Djambi, woont de verschillende vergade ringen van het bestuur bij en staat steeds met raad en daad ten dienste. Met den heer D. van Driest, oud-officier van het Indisch leger, heeft hij zich bereid ver klaard verschillende groote maatschap pijen persoonlijk te bezoeken om haar tot medewerking op te wekken. Van studen ten vcreenigingen ontving het bestuur voor- loopige toezeggingen tot medewerking en de K. L. M. vroeg spontaan aan om in den optocht mee te mogen doen. Noodig is echter, dat het bestuur zoo spoedig mogelijk opgave krijgt van perso nen nit de Oost en West, die hier te lan de vertoeven en die bereid zijn aan den optocht te willen deelnemen. Het ligt na melijk in de bedoeling, dat verschillende in den optocht voor te stellen personen worden uitgebeeld door menschen, uit die landen zelf afkomstig. Evenfcueele voorstellingen inzake in den optocht uit te beelden personen of voor stellingen zullen gaarne overwogen wor den, terwijl gelegenheid geboden wordt, dat onderdeelen van den optocht door groe pen gezamenlijk verzorgd worden. Ook ziet het bestuur gaarne tor beschikking stellen tegemoet van voorwerpen, welke voor den optocht van dienst kunnen zijn. Zoowel zij, die zich tot deelname bereid verkla ren als zij, die voorwerpen willen afstaan of voorstellen willen doen, gelieven zich te wenden tot den secretaris, den heer N. G. Spaargaren, Haagweg 31, Leiden. Het voorloopig plan. 1. Voorname historische figuren en episodes. 2. Kleederdrachten en volksgebruiken Javaansche bruidsstoet, Tjap Gome (Papie ren Draak), Dajaksche maskers, Neger danspartij, Gamelang, Wajangpoppen, enz. 3. Voorstelling der cultures met de voornaamste Oost- en West Indische pro ducten. 4. Verkeerswezen te land, te water en in dc lucht. 5. Een bestuursgroep en 6. ten slotte wordt gedacht aan een symbolische groep, voorstellend het rijks verband tusschen Nederland en Overzee sche Gewesten. Er wordt gerekend, dat ongeveer 350 personen en tal van praalwagens aan den optocht zullen meedoen, ongerekend de Indische muzikanten. Do Europeesche medewerkers in den optocht, waarvan ook een grot aantal noo dig zal zijn, zullen bij voorkeur gezocht worden onder de inwoners van Leiden, die zich ieder jaar welwillend tot medewer king aan deu optocht ter beschikking stel len. VOETBAL R. K. FEÖERATIE. Overzicht. Het programma der wedstrijden begint thans voor de hekkesluiters in de eerste klasse E zeer belangrijk te worden. Beide clubs, die nog in aanmerking komen voor de laatste plaats, spelen op eigen terrein. Lisse ontvangt daar T. Y. B. B. uit Haarlem. We behoeven van de belangrijk heid van dezen wedstrijd niet® meer te zeggen, wijl de Lissenaren weten wat er van dezen wedstrijd afhangt. Er moet ge wonnen worden om althans ©enigermate zeker te zijn van de laatste plaats weg te blijven. Indien dat geschiedt heeft Lis- se 11 punten, welke aantal door D. E. M. niet meer overtroffen kan worden, doch slechts benaderd. De Beverwijkers zullen er ongetwijfeld alles op zetten om het zoover te brengen en we gelooven, dat zij als de kat in het nauw morgen een kans heeft om van Graaf Willem te winnen. Ook S. J. C. speelt morgen haar laatsten wedstrijd. Wanneer de Noordwijkers zoo spelen als in den laatsten wedstrijd tegen Leonida®, kunnen zij opniouw winnen. D. O. N. K. zal bij een nederlaag op de acht ste plaats blijven staan. Leiden speelt morgen op eigen terrein tegen Blauw Zwart. Een reeds meerdere malen vastgestelde wedstrijd, waarover we dus niet verder behoeven uit te weiden. We hopen, dat de Leidenaars van dezen wedstrijd een goeden oefenwedstrijd zul len maken! Wedstrijd programma voor a.s. Zondag. Promotie- en degradatie. SpartaanSantpoort. Eerste klasse A. CaesarSitt. Boys; ChèvremontO. V. C.; HeliosR. K. O. N. 8.; V. Y. H.-l. K. V. V. L.; MarsanaKimbria; Volhar dingValkenburg. Eerste klasse B. Venl. BoysKolping; UnionMuloj GennepVenlo. Eerste klasse C. N. E. O.Quick; De Zweef's Heeren- berg; V. D. Z.—P. H. Eerste klasse D. V. I. C.—H. M. 8.; De Meer—Wilskracht V. V. Z.—S. D. O. Eerste klasse E. D. E. M.Graaf Willem; S. J. C.D. O. N. K.; Lisse—T. Y. B. B. Tweede klasse O. LeidenBlauw Zwait. DIOC. HAARL. BOND. R. K. Sportvereeniging D. 0. f. D. O. S. I trekt morgen naar Heemste de, om daar H. B. C.' III te ontmoeten, dat den eersten wedstrijd in deze competi tie nog moet winnen. Alhoewel het voor D. O. S. een beetje aanpakken zal zijn, rekenen we na de prestaties der laatste weken zeker op een overwinning. Van de derde plaats van onder steeg D. O. S. naar de derde plaats van boven. De stand is nu: gesp. gew gel. verl. v.t. pnt. D. S. S. 16 11 2 3 4632 24 Victrix 15 10 9 3 73—27 2*2 D. O. S. 16 s 2 6 47—48 18 O. V. V. 14 6 2 6 3113 11 B. S. M. 17 7 3 7 59—41 17 Santpoort II 16 7 2 7 35—40 16 Onze Gez. II 14 6 1 7 30—37 13 Alliance 13 5 •2 6 4446 12 Lisse II 16 5 *2 9 38—5*2 12 H. B. C. III 13 11 22—69 2 Het vertrek van D. O. s. I is bepaald om 1 uur Noordhoek per expres-autobus, Supporters geven zich spoedig op. FEUILLETON Uit het Duitsch van ADOLF HERZOG. 10) Konrad Barenfeld had zich met hart en ziel op zijn werk geworpen. Hij werkte van 's morgens tot 's avonds, alsof hij er mil- lioenen mee kon verdienen. Buiten zijn werk ging hij alleen om met Heinrich Pfalzdorf, aan wien hij zeer gehecht was en met Graaf Schoner, wien sinds eenige weken tijdelijk de leiding van de feuilleton- en kunstrubrieken van de krant was opge dragen. Barenfeld werkte, omdat er ge werkt moest worden en om afleiding te hebben. Het doel scheen hem volkomen on verschillig. Hij merkte nauwelijks op dat het om hem heen volop zomer was. In tusschen had Heinrich Pfalzdorf zijn tijd goed besteed om van alle geheimen vaji den handel op de hoogte te komen. Maar ook zijn wereldwijsheid was heel wat grooter geworden. Die putte hij uit de ge sprekken met Barenfeld, die hem de heer lijkheden van het Verre Oosten voor de oogen tooverde en uit de geestige, rake op merkingen van Schoner, die vaak met hen wandelde, of met hen meeging naar een café; maar ook en niet in de laatste plaats door zijn eigen ervaringen. Want sedert den dag dat Dores hem voorgesteld had aan zijn vrienden in de stamkroeg, had hij zich vaker bij deze aangesloten en had uit veel onzin en eenzijdigheid toch nog wel wat opgestoken. In de eerste plaats had hij geleerd om zulke menschen te be grijpen en met hen om te gaan. Het was Zondag en Heinrich had 's mor gens de post behandeld. Na het middag eten herinnerde hij zich de herhaalde uit noodiging van den ouden musicus Meinard en hij besloot hem 's middags eens te gaan opzoeken. Hij liet zich door Dores, die hem met voorgewende onnoozelheid aankeek, 'uitleggen waar de oude heer woonde, nam zijn vioolkist en stapte in den heerlijken zomer-namiddag naar buiten. Hij voelde zich opgewekt en licht-van-hart: Meinard woonde met zijn dochter in een klein huisje met een tuintje er voor, even buiten de stad. Het huis en de tuin zagen er goed verzorgd uit en Heinrich voelde zich pret tig gestemd, toen hij door de kleine voor deur binnentrad. In een van de kamers hoorde hij zingen. Het was een niet om vangrijke, maar geschoolde stem, die in glasheldere, parelende coloratuur opklonk. Heinrich klopte bescheiden aan. Het ge zang hieid op en een moment later stond een teer, slank fijn-gebouwd meisje met welig zwart haar en donkere, vragende oogen voor hem. De eenvoudige, witte japon die ze aanhad, verhoogde de frissche aan trekkelijkheid van haar verschijning. U wilde mijn vader spreken?, vroeg ze met een zachte, vriendelijke stem. Heinrich antwoordde bevestigend en stelde zich voor. Het. meisje wierp een snellen blik op de vioolkist en zei op verontschuldigenden toon: Vader is jammer genoeg niet thuis. U wilt zeker le® hebben Pardon, antwoordde Heinrich. Me neer Meinard was zoo vriendelijk mij te vragen om hem eens op te zoeken. En daar wilde ik dezen Zondagmiddag voor gebrui ken.. Maar ik kan wel eens terugkomen. O, neen, zei liet meisje, komt u alstublieft binnen. Papa zal wel niet zoo lang wegblijven. En toen Heinrich haar uit noodiging aannam en de gezellige, kleine kamer binnentrad, vervolgde ze, terwijl ze hem een stoel wees dicht bij het venster: Hij maakt een wandeling. Dat is ziju eenige ontspanning. Heirich ging zitten met de vioolkist op zijn knieën. U wilt zeker met vader musiceeren?, vroeg het meisje. Als meneer Meinard er wat voor voelt, graag, antwoordde Meinrich. Eigen lijk heb ik de riool alleen maar meege bracht om haar uw vader te laten zien. Ik geloof, dat het instrument hem wel zal in teresseeren, omdat hij het nog van vroeger kent. Van vroeger kent Zij is afkomstig van mijn overleden vader, die met uw vader in Hannover aan de Opera verbonden is geweest. Kapelmeester Pfalzdorf? O, wat aar dig! Heinrich voelde een blijden trots, dat de naam van zijn vader nog altijd met zooveel liefde werd genoemd. Het was hem alsof daardoor een hechte band tusschen hem en deze menschen werd gelegd. Hebt u hem gekend?, vroeg hij le vendig. Zelf niet, maar mijD vader heeft zoo veel goeds van zijn ouden dirigent verleid, dat ik zijn naam nooit zal vergeten. Ik dank u. juffrouw Meinard, zei Heinrich hartelijk. Wilt u dc riool eens zien l Graag. De beide muzikanten-kinderen stonden naast elkaar over de vioolkist gebogen. Voorzichtig sloeg Heinrich het deksel open en nam het instrument voorzichtig op met de toppen van zijn vingers. De oude viool scheen hem plotseling een nog kostbaarder en dierbaarder bezit geworden. Toen zette hij de viool aan zijn kin en streek er zacht met den strijkstok overheen. En toen de muziek zacht en droomerig opklonk, wer den zijn gedachten-onweerstaanbaar naar zijn dierbaar tehuis getrokken, dat nu niet meer bestond, aan de kleine woonkamer, die op dit vèrtrek leekaan zijn gestor ven moedertje die, als vader 's avonds riool speelde, de handen in haar schoot liet zin ken en gelukkig-glimlachend luisterde, juist als dat zwartlokkige, gracieuze meis je in 't wit hier, dat stil op een lagen stoel was gaan zitten. En hij liet de snaren trillen, zoodat ze lachten en schreiden om duizend herinneringen aan zijn ouderlijk huis en hem nieuwe idealen voor de toe komst voor den geest tooyerden. Hij speelde, alsof de geest van zijn vader in hem ontwaakt was. Zwijgend, met schitterende oogen, zag het meisje naar hem op. Bravo! Kolossaal! Drommels nog toe, dat was nu precies de oude heer! Meinard stond in de deur en applaudisseerde met zijn geweldige handen, toen Heinrich de viool leerlegde. Daarop liep hij op den jongen man toe en trok hem bij zijn schou ders. Ik wist zeker, dat u zou komen, om den ouden vriend van uw* vader op te zoe ken. Dat wist ik zeker, al heeft het raawn- den geduurd. U zou niet de zoon van den ouden Pfalzdorf zijn, als u te trotsch was om u in te laten met een armen muzikant /.ooals ik. Dat L mijn Vilma. Maar je kon wel koffie zetten, Vilma, een Zondagsch kopje koffie; dan kunnen we wat praten en musiceeren. De oude musicus was zoo opgewekt en levenslustig als zijn dochter hem in geen jaren gekend had. Ja, ja, vadertje, zei ze en ze streelde zijn gerimpeld gezicht. Maar laat u nu meneer Pfalzdorf toch los en gaat u zitten, vadertje. Hij zette zich neer, maar meteen stond hij weer op om de wonderviool op te ne men. Hij bekeek het instrument aan alle kanten, onderzocht de resonantie, liet zijn ringerB over de snaren glijden, legde de riool weer neer, nam ze wéér op en deed alles nog eens dunnetjes over. Intusschen was Vilma naar de keuken gegaan en even later hoorde men haar bezig met het kof fiegerei. Een oogenblik zag de oude van zijn viool en keek Heinrich strak aan. Mijn Vilma, zei hij met liefdevollen trotsch kan alles alles. Als ik haar niet had Daarop bepaalde hij zijn aandacht weer bij de viool. Vilma kwam terug en begon dc tafel te dekken. Toen ze weer naar de keuken wil de gaao, om kopjes en schotels te halen, vroeg Heinrich: Mag ik u helpen, juffrouw Meinard? In de keuken stond hij naast haar en kreeg zijn breekbaren last mee met een waar schuwing om niets te laten vallen. Voor zichtig stapte hij met de hem toevertrouw de huisvrouwelijke schatten de kamer bin nen, zette alles met veel zorg neer en haal de de rest. ("Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 13