ZATERDAG 4 APRIL 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 PAASCHGEBRUIKEN IN POLEN. Paaschgebruiken moet men in ons dier- baar vaderland niet veel meer zoeken. Be halve bet eten van paascheieren en het stoken van een paaschvuurtje dit laat ste vooral in onze oostelijke provincies is er zoo wat niets van overgebleven. Beter hebben de paaschgewoonten zich elders, vooral in katholieke landen, ge handhaafd. Wij gaan heden een kijkje ne men bij de Polen, die ook in de eeuw van verdrukking, welke nog zoo pas achter hen ligt, aan hun dierbare katholieke gebrui ken hebben vastgehouden. De lezer lette er evenwel op, dat hetgeen hier wordt medegedeeld, van vóór den oorlog da teert. Of alles daarom nog juist zóó is als vroeger, durven wij niet verzekeren. De wereMkrijg heeft zooveel ten onderste bo ven gekeerd. Licht, dat hetgeen toen om den nood der tijden achterwege moest blij ven, later wegen» de na-oorlogsmalaise voorgoed verdwenen is Vele Poolsche ge bruiken waren n.l. nogal kostbaar. Toch is de bekende gehechtheid der Polen aan hun oude nationale gewoonten voor ons een waarborg, dat veel hiervan, hoewel dan misschien in eenvoudiger vorm, is blij ven voortbestaan. Thans volgt een bespreking van enkele der vele eigenaardige gebruiken, die wij in Polen gedurende den Paaschtijd en in de laatste dagen van de Goede Week zoo wel binnen als buiten de kerk aantreffen. Wat terstond in de kerken opvalt, is, dat het Allerheiligste op Witten Donderdag niet, zooals bij ons, naar een zijaltaar ge dragen wordt, maar naar een voor dat doel ingerichte grafkelder. Nog duidelijker komt hier de symboliek van Christus' be grafenis uit dan bij ons, die ook wel van een *h'e i 1 i g graf spreken maar hieron der alleen den door een velum bedekten kelk op het rustaltaar verstaan. Nog eigenaardiger is, dat men bij de Polen het Allerheiligste op Witten Don derdag niet in een overdekten kelk, maar in een monstrans plaatst, die dan met een fijnen, doorzichtigen doek omhangen wordt. Zooals P. De». Franses O.F.M. indertijd in ,,De Nieuwe Eeuw" schreef, gebeurt dit te München ook. Hier blijft het Allerheilig ste tot Paaschzaterdag in het H. Graf. Als dan de priester met de monstrans weder om de trappen van het hoogaltaar beste gen heeft, keert, hjj zich tot het volk en geeft driemaal den zegen, telkens met ver heffing van stem zingend: Christus i s t erstandenl", waarop het koor driemaal met dezelfde stemverheffing anU woordt: „Alleluja!" Ook in Polen blijft Ons Heer in het H. Graf tot Paaschzaterdagmorgen. Twee mi litairen houden met getrokken sabel de wacht, terwijl duizenden het H. Sacrament komen aanbidden. Op den morgen van Paaschzaterdag vormt zich een plechtige ftoet om het Allerheiligste af te halen. Voorop gaan de zegeteekenen van onzen Goddelijken Verlosser: de standaard des kruises, de paasckkaars en het beeld van den verrezen Christus. Ook hier vormen militairen, en wel hoofdofficieren, de eere- wacht. Men noemt deze plechtigheid „de Verrijzenis". Zij wordt in geheel Polen, maar niet overal op denzelfden 'tijd, ge vierd. Meestal heeft zij 's morgens, maar hier en daar ook 's avonds en zelfs te mid dernacht plaats. Er wordt een Poolsch lied bij gezongen. Nemen wij nu na het blijde Alleluja en het feestelijk gebeier der klokken op Paaschzaterdag eens een kijkje in de hui zen der katholieke Polen. Op aller gelaat glanst de Paasckvreugde; allen roepen elkander blij en hartelijk een Zalig Pa schen! toe. Streng heeft men gedurende veertig dagen en vooral in de goede week gevast. Een welvoorziene tafel noodigt thans de hongerige magen uit, zich een weinig voor de geleden ontberingen scha- deloos te stellen. Dat paaschmaal vooral wekt onze nieuwsgierigheid op. Gedurende de ge- keele week hebben wij er van kooren spre ken en telkens als het woord S'w i e 5 o n y genoemd werd, straalde het gelaat der Po len van blijde verwachting. Onder het S'w i e <j o 11 y verstaan zij de gerechten, die met Paschen op tafel komen en voor die gelegenheid worden gewijd, hetzij in de kerk of thuis, wanneer de priester met zijn misdienaar overal in- en uitgaat om de spijzen te zegenen. Geen Pool zal het S'w i e 5 o n y aanraken, vóórdat de pries ter er zijn gebed over uitgesproken heeft. Gastvrij als de Pool is, noodigt hij ons uit, aan den maaltijd deel te nemen. Een stoel wordt ons nht aangeboden. Het maal wordt evenals het Pascha der joden staan de genuttigd. Toch neemt men het hier en daar met dit gebruik zoo nauw niet. Wij maken nu ook kennis met de gerechten, waarover wij op het einde der goede week zooveel hoorden spreekn, en vinden de keuze ervan op het eerste gezicht wat vreemd. Op tafel staan n.l, eieren, een lam, een paaschkoek en eenvarkenskop, al les smakelijk toebereid en met groene tak je» versierd. Dit alles heeft echter, zooals de gastheer ons verzekert, een zinnebeel dige beteekenis en wanneer wij zijn uit leg gehoord hebben, kunnen wij ons. ten volle met dit paaschmenu vereenigen. In de eieren, zoo luidt de verklaring, zien wij op het Paaschfeest het beeld van ons eigen verrijzenis. Evenals het kuiken door de koesterende warmte van de hen levend uit het ei te voorschijn komt, zoo worden ook wij tofc een nieuw en onsterfe lijk leven geboren door de warme liefde van Christus, Die zich zelf in het Evange lie zoo treffend met een hen vergeleek. Het lam bevindt zich op een kleine ver hevenheid in het midden van de tafel en is een symbool van ons Paaschlam Chris tus, Die voor ons is geslachtofferd en Zich zelf aan ons tot spijs gegeven heeft. De paaschkoeken beteekenen de onge- deesemde brooden. Het varken, het beeld der onreinheid, herinnert ons aan duivel en zonde, waar over Christus door Zijn dood en opstan ding heeft gezegevierd. Dat het eerste jonge groen, waarmee de spijzen gesierd zijn, het nieuwe leven sym boliseert, ons door Christus geschonken, heeft wel geen nadere verklaring noodig. De Pool is zeer aan zijn S'w i e 5 o n y ge hecht. Ook in he„ buitenland viert hij zijn paaschmaal op de nationale wijze. Maar de paaschkoeken, zooals die in zijn vader land gegeten worden, kan hem alleen een Poolsche bakker leveren. Het schijnt, dat die koeken een bijzonder fijnen smaak hebben. Toen de gasten van een rijken Pool te Weenen voor het eerst van dit ge recht geproefd hadden, kreeg zijn bakker te Leopol van hen een bestelling van niet minder dan vierduizend stuks. Bij de viering van het S'w i e 5 o n y gaat het echt patriarchaal toe. De vacanties en de militaire verloven worden zóó inge richt, dat heel de familie aan dit huiselijk feest kan deelnemen. De rijken geven op Paaschdag aan hun onderhoorigen een ge meenschappelijk maal ter herinnering aan de liefdemaaltijden der eerste christenen. Een grootgrondbezitter kan wel op hon derd gasten, zoo pachters als knechts, re kenen. De landheer zelf zit voor en spreekt het tafelgebed uit. Na het eten der paasch eieren wijst hij op de beteekenis van dit gebruik en herinnert er ?an, dat liefde, geen zelfzucht de handelingen van mees ters en onderdanen leiden moet. Ook de armen worden niet vergeten. De bekende Poolsche liefdadigheid zorgt er voor, dat ook de behoeftige zijn S'w i e q o- ny heeft, zoo goed als de rijkste grondbe zitter. Een eigenaardige uiting van deze lief dadigheid ontmoet men in de Poolsche stad Krakau. Er ligt daar aan den over kant van den Weichse-1 een lage berg, waar volgens de legende Krak of Krakus, de stichter en eerste koning van Krakau, be graven ligt. Elk jaar kan of kon men met Paschen een stoet van duizenden men- schen, alle in nationaal costuum, den weg naar dien berg zien opgaan. Tot aan den voet van den berg is er geen verschil in rang en stand,, maar dan verdeelen.de ge lederen zich. De armen blijven met man den, za.kken en korven achter, terwijl ,de rijken, overvloedig van appelen, oranjeap pelen, brood, koek, vleesch, ongekookte eieren en andere levensmiddelen voorzien, den heuvel bestijgen .Als in het luilekker land daalt dan eensklaps een regen van al dat heerlijks op de wachtende menigte neer, die grijpt wat zij grijpen -kan om manden en zakken te vullen. 's Lands wijs 's lands eer, zeggen we, maar het genoegen om met harde appelen en vooral met ongekookte eieren (en dan in je paaschbeste plunje) gebombardeerd te worden, lijkt ons nogal twijfelachtig. Vroeger werd het S'w i e 5 o n y met veel meer luister gevierd., dan nu. Een oude Poolsche kroniek levert ons de beschrijf ving van een paarschmaal ten huize van Sapieha, paladijn van koning Ladislaus IV (16311648). Hier vooral speelt de symbo liek een voorname rol. Te midden van den disch, troont het paaschlam. De vier wilde zwijnen daaromheen, zegt de kroniek, stel len de jaargetijden, twaalf herten met ver gulde horens de maanden voor. Twee en vijftig reuzetaarten herinneren aan de we ken én driehonderd vijf en zestig monster koeken aan de dagen van het jaar. Ook in den drank komt de symboliek tot uiting. Vier groote kruiken, de vier jaargetijden voorstellend, zijn gevuld met wijn uit den tijd van koning Stephanus (15*791586), twaalf zilveren springfonteinen, de twaalf maanden verbeeldend, spuiten wijn uit den tijd van koning Sigusmund (1582—1631). Twee en vijftig bokalen met goudgelen Cy- pruswijn doen ons denken aan de weken, driehonderd vijf en zestig vaatjes ouden Hongaarschen wijn aan de dagen van het jaar. Goed geteld bedraagt het aantal li ters, waaraan de vazallen en dienaren van Sapieha zich te goed doen, 8760, en dit is juist zooveel als er uren in het jaar zijn. Als de oude kroniek ons de waarheid vertelt, is het te hopen, dat het aantal gasten dan ook in evenredigheid geweest is, anders lijkt ons de hoeveelheid wijn, zelfs voor een tijd, waarin men heel wat meer aan kon dan nu, wel wat al te rijke lijk. Tenslotte vermelden wij nog een paar gebruiken, die in Polen niet algemeen zijn. In Silezië zal niemand verzuimen om op Witte Donderdag zijn rozenkrans in den tuin to bidden ter herinnering aan Jezus' doodsangst in den hof van Olijven. Wanneer men op Goeden Vrijdag som mige dorpen van de bisdommen Gnesen en Posen bezoekt, kan men getuige zijn van een vreedzame kloppartij. De bewo ners slaan elkander met kleine roeden op den rug. Dit noemen zij „Bozerane", d.i. „Wonden Gods" en herdenken op deze wijze Christus' geeseling. De bewoners der provincies Z'muda en Lit.hauern besproeien elkander op tweeden Paaschdag met water ter herinnering aan het doopsel, dat hun heidensche voor ouders dien dag ontvingen. Elk moet zich dien „herdoop" laten welgevallen en waar het niet al te koud is, werpt men elkaar zelfs geheel gekleed te water. Dergelijke gebruiken komen ons wel wat ruw voor, maar in den grond getuigen zij toch van een diep en innig geloof. Wij moe ten er de Polen om bewonderen, dat zij on dank» een vervolging van honderd vijftig jaren mét den voorvaderlijken godsdienst ook zoovele echt katholieke gewoonten be waard hebben. Z. L. E. PAASCHEIEREN. Eén ei is geen ei, Twee eier» is een half ei, Drie eiers is een heel ei, Vier eiers is een paaschei. Iedereen kent deze spreekwijze en weet, wat zij beteekent: Met Paschen moet men op geen eitje zien! De echte liefhebber wil zijn vier stuks hebben, a point gekookt, anders heeft hij geen paaschontbijt gehad. Minder stevige magen zijn met een „kop- PAASCHMORGEN. De morgen hangt in schemer op de landen, En langs den weg gaan, met vluggen tred, De vrome vrouwen, zwijgende in gebed, En vazen dragen zij in hare handen. 'fc Is naar het graf van Jezu» dat zij treden, Nog hangt de donkerte der droefheid in haar hart, Ora de eindelooze, onmenschelijke smart, Door Jezus op Calvarië geleden. Nog hooren zij die stil gesproken woorden: 'k Beveel me in Uwe hand het is volbracht; Dan zonk het stervend hoofd voorover, zacht, En niemand, die Zijn zoete stem nog hoorde. Nu hangt de morgenschemer op d© landen, En langs de wegen gaan, met vluggen tred, De vrome vrouwen, zwijgende in gebed, En vazen dragen zij in hare handen. Zij gaan om 't heilig Lichaam te vereeren Met keur van balsem en welriekend kruid. Eén van de vrouwen spreekt haar zorgen uit: Wie of den sluitsteen van het graf zou keeren. Doch zie! de zware steen is afgeschoven, Het graf ligt eenzaam, ledig als de nacht. Van hare lippen valt een droeve klacht: Wie heeft ons 't heilig Lichaam durven rooven? Doch hoort een Engel! „Vrouwen, wilt niet vreezen En weent niet om het smartelijk gemis Van uwen Jezus, die gekruisigd is, Hij is niet hier, de Christus is verrezen Z. X. pel" tevreden; maar ik gqloof niet, dat er met Paschen één huisgezin is, waar 's mor gens geen eieren op tafel staan. Dit heeft er al van ouds in gezeten, ovenals het, gebruik om de eieren voor die gelegenheid' een mooi kleurtje te geven of met lintjes en strikjes te sieren. Zoo'n korfje, met donker mos gevuld, waarop de bruine, rose, groene en paarse eitjes helder uitkomen, is voor een ontbijttafel op Paaschmorgen een even goedkoop als fraai middenstuk, en wel geschikt om den eetlust op te wekken. Vroeger kwamen de, eieren met Paschen ook versierd ter markt Men had er groote ert versche voor uitgezocht en deze lagen dan, met lintjes en roosjes opgemaakt, de oogen der koopers te lokken. Dit waren de echte paascheieren. Tegenwoordig kent men onder deze benaming bijna geen an dere meer dan die van suiker en chocola. Alleen in kleur en versiering herinneren zij nog aan de paascheieren van den ouden tijd. De ineesten, die met zooveel appetijt op Paaschmorgen hun eitje slurpen, zullen zich wel nooit hebben afgevraagd, waar het gebruik om met Paschen eieren te eten vandaan komt. Misschien zullen zij er vreemd van opzien te vernemen, dat het oorspronkelijk een godsdienstig ge bruik was. En toch is het zoo. Er zijn er wel, die het anders uitleggen. In de vasten, zeggen zij, mochten vroeger geen eieren gegeten worden, ja, zelfs het verkoopen van eieren was in dien tijd ver boden, zooals nog door een Antwerpsche synode in de 17e eeuw bepaald werd. Het was dus natuurlijk, dat de eierboeren zorg den, tegen Paschen een flinken voorraad van de zoo lang verboden waar gereed te hebben, om ze na het luiden der paasch- klokken, wanneer de vasten eindigde, van de hand te doen. Er waren dus met Pa schen steeds eieren in overvloed, en deze vonden, zooals men denken kan, veel af trek. Ziedaar, bewezen sommigen, het ont staan van de paascheieren! Hiertegen, brengen wij in, dat het eieren- verbod wel niet zonder invloed zal geweest zijn op het gebruik, maar het toch niet heelemaal verklaart. Er waren vroeger in de vasten nog heel wat meer spijzen ver boden dan eieren alleen. Hoe komt het dan, dat het juist de eieren zijn, die zich tot heden toe als d e paaschlekkernij heb ben gehandhaafd? Het antwoord hierop geeft ons een kijk je in de oude Kerk op den blijden Paasch morgen. Het is „het feest der vreugde", „de groote dag", „het hoogste der fees ten", „het feest aller fees-ten", „solemn i- tas solemnitatu m", „f es t i v i t a s festivitatu m", zooals de Vaders het noemen, „de dag der. groote kwetschel- ding", „dies indulgentiae mag- n a e". Geen wonder dus, dat de geloovi- gen alles in het werk stellen om dezen dag zoo plechtig en feestelijk mogelijk te doen zijn. Zij strooien bloemen aan den ingang der kerk, versieren portaal en kerkplein met bloeiende heesters en palmen, sprei den tapijten uit de vensters en steken vlaggen en wimpels uit. Ook het priester koor en heb schip der kerk worden met vaandels en wimpels, z.g. orif lammes behangen. In het zuiden, vooral in Italië, doet men dit op hooge feestdagen nog. Die vlaggen en wimpels zijn niets anders dan een zinnebeeld van den verrezen en triumfeerenden Christus. „Wij plaatsen vaandel» om onze altaren", zegt Durandus, „opdat de triomf van Christus, door Wien ook wij onze vijanden hopen te overwin nen, ons steeds voor oogen moge staan". Bij het betreden der kerk op Paaschmor gen groeten de oude christenen elkander met den vredekus en de woorden: „S u r- rexit Dominus de sepulchro!" „De Heer is uit het feraf verrezen!", waar op de wedergroet luidt: „Ja, Hij is waarlijk verrezen'!" Allen zonder uitzondering dragen korf jes aan den arm, en wij vragen ons nieuws- geirig af, wat deze wel mogen bevatten? De plechtigheid, die zoo terstond in de kerk een aanvang neemt, de Benedic- tio comestibilium of de Zegen der spijzen zegt het ons. Brood, kaas, vruchten, vleesch, van alles zien wij in de rijkversierde mandjes uitgestald, maar eieren vormen toch den hoofdinhoud. Door den zegen des priesters geheiligd, worden zij straks naar huis medegenomen om te dienen voor het eerste plechtige feestmaal van dien dag. Een echt paasch maal, een zinnebeeldig maalWant en ziehier de oorsprong van de paasch eieren het ei is heb symbool van den gestorven en verrezen Chris- t u s. En evenals heb 't kuiken zelf is, dat de schaal verbrijzelt en uit het ei te voor schijn komt, zoo is ook Christus door Zijn eigen macht uit het graf opgestaan, met dit verschil nochtans, dat Hij niet eerst den steen verbrijzeld of afgewenteld heeft, maar het gesloten graf verliet, zooals Hij ook met gesloten deuren bij de Apostelen binnenkwam. De algemeen gangbare voorstellingen van Christus' Ver rijzenis, waar wij Hem den voet zien zet ten op den afgewentelden steen of uit het geopend graf opstijgen, zijn dus eigen lijk verkeerd. Maar het gaat moeilijk an ders en pogingen van zekere moderne schilders om bij een gesloten graf met haakjes en streepjes een etherische Christusfiguur uit te beelden, hebben ons dan ook sléchts een even onware als on waardige voorstelling geleverd. Het ei, dat het jonge leven bevat, lijkt een dood ding, in niets verschillend van andere levenlooze dingen. Zoo onderscheidt zich ook Christus' graf in den hof van Jozef van Arimathea schijnbaar in niets van andere graven. Alles is hiér even be wegingloos en stil. En toch rust hier het Eeuwig Leven, dat ten derden dage glorie vol verrijzen zal! Ziedaar de verheven symboliek van het paaschei, die vroeger ook in verschillende afbeeldingen van den verrezen Christus tot uiting kwam. Aan den amandelvormi- gen stralenkrans, die het lichaam van den triumfeerenden Christus omgaf elders dan ook mand or la (amandel) geheeten gaf men in Duitschland niet alleen den naam maar dikwijls ook den vorm van een paaschei: onder spits en boven afgeplat, zooals o.m. op een zeer oud doopvont in Zerbst te zien is, waar de Verlosser met Zijn kruisvaan binnen zulk een omlijsting verschijnt. Ook met betrekking tot ons heeft het paaschei een zinnebeeldige beteekenis. Bij de oude heidenen gold het ei als het sym bool der schepping. Alles immers kwam volgens hen uit het ei. Zoo stelden zij zich ook den chaos, d.i .den toestand, waarin' de aarde verkeerde, toen zij naar heb woord, der H. Schrift nog „woest en ledig was", als een reusachtig ei voor. Vandaar het eigenaardig gebruik der Romeinen om bij het begin van sommige feestmalen een hardgekookt ei te eten, als een zinnebeel dige herinnering n.l. aan den oorsprong van al heb geschapene. Zoo is ook voor ons het paaschei een beeld van onze herschepping dooi den verrezen Christus. Want evenals vol gens de ouden alle» uit het ei ontstaan is, zoo is er niemand ter wereld, die zijn bo vennatuurlijk leven niet dankt aan Chris tus' Verrijzenis. Gelijk het ei, door het zand bedekt en verwarmd, levende wezens voortbrengt,, zoo heeft Christus, begraven onder de aarde, het leven gegeven aan een nieuw en hemelsch geslacht, dat „niet uit den wille de9 vleesches, maar uit God ge boren is" (Joan. I, 13). Z. L. E. Een Paaschnacht in de Russische gevangenis. Herinneringen uit het jaar 1920 door N. J. „15, 14, 9, 5, 6 10, 8, 1.deze j lorse- teekens werden op den vooravond van het Paaschfeest geklopt tegen de muren waterleiding en verwarmingsbuizen van de gevangenis in St. Peterusburg, in de Spa- lernaja 25. Zij beteekenden geen gevaarlijke samenzwering, maar bevatten enkel de korte, voor ons zoo blijde boodschap „he dennacht Godsdienstoefening". Midden in onze groote ellende had de gevangenisdi rectie toegestaan, een gemeenschappelijke godsdienstoefening te houden der lei ding van een priester. Maar hoe kwam het, dat de commissa rissen zich daartoe bereid verklaard had den.... hoe kwam het dat zij de Christe nen die door de nieuwe bewindvoerders zoo vreeselijk bestreden en vervolgd werden, gelegenheid gaven een gemeenschappelijke Godsdienstoefening te houden, gemeenschap pelijk te snieeken om verlichting en bevrij ding van de onuitsprekelijke kwellingen, die zij te verduren hadden.... Nog meer.. God te bidden, zoo spoedig mogelijk een einde te maken aan de vervolgingen en kwellingen, waaraan het Russisch volk bloot stond. Zeker was aan deze onver wachte toestemming een langdurige be raadslaging voorafgegaan, waarin het voor en tegen druk besproken was. Zoo'n ge meenschappelijke Godsdienstoefening, zul len zij gezegd hebben, biedt een voortref felijke gelegenheid om nauwkeurig gade te slaan, hoe de verhouding der gevangenen onderling is, welke groepen met elkander sympathiseeren een paar vluchtige woor- ?Vt op te vangen, om daaruit nieuwe be- wedenen voor een aanklacht of een v< oordeeling te zoeken. Want er was im mers nog veel te weinig bloed „wit bloed" vergoten, er was immers nog veel te weinig leed en veel te weinig gruwelijke kwellingen over het geduldige, groote Rus land gekomen. Doch wellicht zullen enkelen nog uit an dere motieven hun toestemming gegeven hebben, n.l. om gelegenheid te hebben ..ambtshalve", d. w. z. zonder zichzelf te verraden, een godsdienstoefening bij te wonen en God te smeeken spoedig een ein de te maken aan hun Judas-dienst onder de nieuwe bewindvoerders. „5, 9, 19...." het rumoert nog altijd in de buizen en steenen: de koude, dikke gevangenismuren schijnen plotseling stem men gekregen te hebben. Men heeft het blijde nieuws nu reeds zoo vaak vernomen en toch herhaalt men het zelf telkens weer opnieuw in morse-schrift, want er kon toch nog wel eens iemand in dit huis der ver schrikkingen zijn, wiens oor dit vreugdevol bericht nog niet vernomen had.... In de dellen heerscht. groote drukte. Ik bevind mij met 2S vrouwen in één cel, die maar tien slaapbritsen bevat, dus slechts voor 10 personen bestemd is. Allen berei den zich voor om naar de kerk te gaan. Iedereen maakt dat,hij er „zoo schoon en ■netjes" mogelijk uitziet. De eene zit op cle brits en kamt het haar, de andere hurkt op den vloer en tracht zich van het lastig ongedierte te bevrijden. Vergeefsch® moeiteZe heeft het eene diertje nauwe lijks gedood of een ander komt alweer van den grond op het arme menschenkind ge kropen om het opnieuw te pijnigen en te kwellen. Eindelijk is het zoover. De wacht komt. Wij worden uit de cellen gevoerd door lange onderaardsche gangen, die de vrou wengevangenis met. de mannenafdeeling verbindt. Hier diep beneden passeeren we de afgezonderde cellen. Een der soldaten, die ons begeleidden, vertelde mij met een grijnslach op het ge zicht, dat hier de ter dood veroordeelden ondergebracht waren. Zij, die den goddelij ken troost het meest noodig hebben, mo gen niet aan de Paaschoefeningen deelne men. De gevangenen, die in het midden loe pen, maken in het voorbijgaan de denrluik- jes aan de afgezonderde cellen open, de volgende werpen vlug en handig door de openingen allerlei liefdegaven in, als siga retten, kleine stukjes brood en Paasch koek. Maarn snel en zonder dat iemand het ziet. Goddank.... De geleiders, die tot aan de tanden gewapend zijn, hebben er niets van gemerktWij gaan ver der. In het hooge, smalle trappenhuis der mannenafdeeling is beneden een proviso risch altaar opgericht. Reeds van verre ziet men een grijzen priester, die ons bij onze aankomst met opgeheven handen ze gentDe mannelijke gevangenen zijn reeds aanwezigomringd door zwaar gewapende bewakers Wij, vrouwen, worden op de bordessen der hooger gelegen verdiepingen verdeeld. Als ik over de leuning kijk, zie ik het al taar goed en ookmijn lotgenooten in het lijden De oefening begint. Heel uit de verte dringt door de nauwe vensters der gevan genis het klokgelui der stadskerken, het dringt door in onze ellende.... het leidt de gedachten af van onze troostelooze om gevingen doet al het tegenwoordige uit het bewustzijn verdwijnen. Men ver geef dat men een gevangene van de Bols jewisten is, men denkt weer aan de vroegere Paaschfeesten, aan de vreugde en den ju belaan het vervlogen gelukVoor velen is de macht der herinnering te sterk., te groot. Zacht weenen en snikken dringt tot ons door.,.. Velen kunnen cle beelden uit het gelukkig verleden niet verdragen... zij verliezen het bewustzijnMen legt ze op den kouden steenen vloer of brengt ze naar de cel terug. Maar plotseling werd men weer in de werkelijkheid verplaatst. De grijze, beven de priester richt zich met een toespraak tot ons. Hij spreekt van onze eigen kwel lingen en onzen eigen nood. Wij moeten op God vertrouwen, de Almachtige zal een einde maken aan onze kwellingen, indien het met zijn Goddelijken wil overeenkomt. Het weenen der toehoorders gaat over in een luid snikken, tot ook de priester, over mand door zijn ontroering, zelf onmachtig neerzinkt Als hij na eenigen tijd uit zijn bewuste loosheid ontwaakt, reikt deze meevoelende priester toch nog persoonlijk ons allen het H. Avondmaal. Allen verdringen zich om de patriarchale verschijning, wiens sidde rende handen door den diaken gesteund werden, en over wiens lief, oud gezicht ner- veuse zenuwtrekkingen gaan. Plotseling voel ook ik, dat het bewustzijn mij dreigt te ontzinken. Alles rondom mij schijnt te draaien en dooreen te warrelenHet wordt eensklaps zoo licht in mijn hoofd.,., dan volgt rust en diepe nacht.. Ik ontwaak weer in mijn cel. Wat voel ik me vermoeid, het liefst zou ik nu maar verder slapen, niets meer zien.... niets meer hoorenIk stop mijn ooren dicht om de ratelende motoren der vrachtauto's niet te hooren. Want het geratel van deze razende benzine-monsters beteekent., dat de beulentroep der Tscheka weer aan het werk isnieuwe slachtoffers haalt dat opnieuw onschuldig bloed zal vloeien... Nog eenmaal herinner ik mij de gebeurte nissen van dien nacht, met die tallooze gevangenen, die ik daar zagze waren lang voor hun tijd verouderd, diep gebogen van smart en zorgen, verzonken in gebed. Ik herinner mij, dat ook mijn arme moeder, die aan een hartkwaal leed en door mijn zuster ondersteund werd, onder deze groep waren. Goddank I Zij leven dus nog. Maar waarom heb ik mijn geliefden broeder niet gezien? Waar is" hij, die n» den dood van vader onzen beschermer en kostwinner was?Zucht hij in een an dere gevangenis of zit hij misschien in een van die afzonderlijke cellen.... ter dood veroordeeld.... Neen. neen.... liever niet doordenkenNu ftiet daaraan denken vandaag vergeten dat onpeilbare leed... die smartdie droefheidWant van daag is het immers Paschen, het feest van vreugde.... de opstanding van Jezus., de geboorte van nieuwe verwachtingen Noot der schrijfster: Bovengenoemde priester, die ons temid den van de grootste ellende zooveel troost en moed geschonken heeft, is kort daarop gearresteerd en door de Bolsjewistische rechters veroordeeld en gefusilleerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5