22ste Jaargang
ZATERDAG 28 MAART 1931
No. 6858
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
BUITENLAND
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per port f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 oent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 oent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel.
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop f 0."50.
Dit nummer bestaat uit vijf bladen
waaronder geïllustreerd Zondags
blad.
DE KINDEREN VAN
DEZEN TIJD EN DE
GRAALBEWEGING.
i
Ieder, die in dezen winter het Leekespel
van mevr. Roland Holst gezien heeft, is
stil gelukkig naar huis gekeerd, dat ook in
onze droeve eeuw toch nog profeten en zie
neressen opstaan, om de verdoolde kinde
ren van dezen tijd terecht te wijzen, al heb
ben zij misschien zelf nog niet de heele
waarheid gevonden.
Want inderdaad, ons tegenwoordig too-
neel groeit weer uit tot een leer- en oefen-
schooi van de innerlijke zielegrootheid der
menschen, tot een blijde boodschap van
vrede en verbroedering. En, juist als wel
eer in 't oude Griekenland Aischulos en
Sophokles machtiger en aangrijpender dan
wetgevers en wijsgeeren het Grieksche volk
tot hooge deugd vermaanden, zoo is het ook
thans weer werkelijkheid aan het worden
onder ons.
Te lang had het individualisme in de
kunst de aesthetica van de koren en reien
vergeten en versmaadreeds te lang luis
terden wij op het tooneel naar de klachten
van vereenzaamde helden en hun gróoten
strijd, zonder de echo's ervan op te willen
vangen in de schare. Maar pas uit de sa-
werking heldenrol en koorzang, pas uit
het heroïeke voorbeeld, gelijk de me
nigte het verstaat, en de goed geleide mas
sa het begrijpt, kan voor de wereld red
ding dagen. Zoo heeft het trouwens het
Christendom altijd begrepen, al ging de
moderne tooneel-ontwikkeling haar eigen
wegen.
Ja zelfs vinden wij Sophokles op Aischu
los niet zoo'n vooruitgang meer en zeker
Eurioides niet. In technische bouw staat
het stuk van mevr. Roland Holst zonder
twijfel veel dichter bij den oudsten der
Grieksche trageci, bij wien het koor, de rei
eigenlijk alles was, en de gesprekken der
helden slechts een prikkelend intermezzo.
Martijn en Rogier, Marijt en Peter zijn
dan ook niet de hoofdrollen van dit stuk,
maar slechts episodes. De hoofdrol speelt
het Koor der Kinderen van de
zen T ij d, bestaande uit „niet minder
dan zestien mannen en vrouwen". De ne-
venrol zijn de Geesten van Erbar
ming e n B a a d. En de „V e r s c h ij-
n i n g e n" van de ontrechten, van hen
die waren en hen die komen, spelen hier
de door Ghéon's mirakelspelen voor 't
eerst weer ontdekte rol van den sinds
eeuwen misverstanen Deus ex machi
na; waardoor de onderwereld en de bo
venwereld deel nemen aan het wereld-
spel.
In die oer-oude dramatische kunst ont
moeten elkander immers alle primitieve
wereldvolkenen wij mét a] onze moderne
beschaving moeten bij hen weer ter schole
gaan.
Hoe aangrijpend begint het stuk met de
bede van Een der Geesten van
Erbarming:
Erbarm IJ heer over de kinderen van
dezen tijd
Over hun hoogmoed
(hun) zingenot
(en) hun opstandigheid
maar zij, de Kinderen van dezen tijd, zijn
nog in heel andere stemming:
Van een groot heil ging het gerucht,
dat ergens hing in de nabije dagen.
Aan leuzen van liefde en offer doen «ij
niet meer al protesleeeren de geesten van
Raad met alle kracht:
O mijn broeders, die sterren zijn niet
gedoofd
O mijn broeders, de bronnen zijn niet
verzand.
De half koren antwoorden pertinent het
omgekeerde. En Allen besluiten:
Wij willen leven
Een geslacht van blijen
die geen aarz'ling verzwakt;
die geen twijfel knakt-.
De meisjes maken het dan nog erger:
Onze zinnen willen wij niet meer
versterven,
Ons vleesch heeft lang genoeg geboet
Voorbij, voorbij, voorbij het bitt're
derven,
Voorbij, voorbij, voorbij, voorbij voor
goed.
En dan nemen zij elkander; Peter en
Marijt, alleen en uitsluitend omdat zij elk
genieten willen.
Voorbij de kwelling van 't versterven,
Nu bloeit ons vleeschnu zingt en
danst ons bloed.
De andere Geest van Erbarming
beklaagt haar:
Groot is mijn deernis voor de vrouw
die de kern verried van haar diepste
wezen
haar wil is tegen de wet opgerezen
in haar gegrift door een wijze natuur
haar vreugde zal voos en kortstondig
Maar dat hooren zij niet, en zij vermeten
zich nu tot een smaad op het nu eindelijk
voluit genoemde „kruis";
Wij zijn uitgetogen
uit het vaderhuis
wij hadden genoeg van zijn dwingende
oogen
en de schaduw van zijn kruis
die stond tusschen ons en het licht
der vreugde
wij willen door geen schaduw van boven
langer der aarde lach laten doven
wij willen geen kruis dat ons verplet.
Daarmee ligt het Christendom dus voor
goed
En nu vooruit naar de stad 1 al wordt
daar, zoo raadt de Geest: het meest ge
leden, 't meest misdreven, en het minste
liefgehad.
En nu weten we dus wat ze willen:
O stad, in wier schoot alle levenstarwe
groeit,
met sterke armen en begeerige kaken
storten wij ons in uw betooverd woud
wij gaan u tot onze kampplaats maken
wij gaan onze spitse willen in uw haken
om ons vol te zuigen met macht en goud.
waarop de beide Geesten van Er
barming het Eerste Bedrijf sluiten met
een hartroerend gebed.
In het Tweede Bedrijf komt dan de
wreede ontgoocheling. Aangrijpend is
daarvan vooral de daemonie der Verschij
ning van ontrechten:
Om de banden, waarin ge ons hebt
gesh
Om de verned'ring, die ge'ons leerdet
Weest vervloekt 1
Om de schoonheid, die g'in ons
vermoordet,
Om de goedheid, die ge in ons smoorde
Weest vervloekt!
Om de kwellingen, waarin g'ons ketent,
die g'in koelen bloede uitdenkt en
berekent.
Weest ve.rvloekt!
4
En dan die rei:
Rood is de haat
Rood is het bloed
Rood is de wraak
Rood is zeer zoet.
Veel korter had dit bedrijf kunnen .zijn.
Juist do individueele geschiedenis van Ro
gier, Peter en Marijt n*;men hier nóg te
veel plaats in. Maar het geheel is verplet
terend.
Het derde bedrijf is, als wij ons niet ver
gissen, door de wolk van mevr. Roland
Holst eigen agnostische levensovertuiging
voor een overigens zoo fel spel iets te
veel overschaduwd en in half duister
gezet.
Het begint met een prachtige, eerlijke
biecht van zelfinkeer en zelfbeheersching.
We waren trotsch op wat we wisten,
wat we vermochten;
We maten de wereld met hoogmoedige
blik
Al wat we zonnen, al wat we zochten
Was verheffing van het eigen ik.
We bleven koel voor het leed der
onterfden
We bekreunden ons niet om de
gerechtigheid
We hadden geen liefde voor hen die
derfden
Wat elk van ons in overvloed ontving.
Ja, de kinderen van dezen tijd laten
zich door de Geesten van Raad gedwee
vernederen:
Ge hieldt tegen den groei der
gerechtigheid
Ge waart stinkend van zelfzucht en
hoovaardigheid
Na zoo'n deemoêd kiemt de hoop van
wederkeerende genade en zij herademen
bij het zeggen:
We hooren een verren roep, we zien
een scheemrende
Een kracht doorstroomt ons, haar
warmte ontdooit ons gemoed
Licht wordt het hart, dat boog onder
loode zwaarte
Ons drijft een drang, die niet stijgt
uit het driftig bloed
.en een hand grijpt onze hand
We zijn niet verloren, we worden
herboren,
de golven dragen ons, we zien het land.
Als de zoo diep-menschelijke Jezus
hierbij tegenwoordig was geweest, was het
zeker op een maaltijd met den verloren
zoon uitgeloopen. Maar mevr, Roland
Holst herinnert zich uit haar eigen leven
vele prachtige liefde-oogenblikken, die ten
slotte toch weer niet tot de verhoopte eind
oplossing hebben geleid j en daarom ko
men nu de Geesten van Raad hier zeggen:
Het land is vèr, onnoozelen!
Misleidt u niet opnieuw.
En als de pasbekeerden nu ineens Apos
telen willen worden, en de wereld met man
en macht veroveren, moeben zij zich laten
gezeggen:
O" kinderen,
Kinderen van dezen tijd, van dezen
nacht,
van deze wereld en haar koninkrijken,
gij hebt nog altijd niet begrepen
en gij verdoolt al bij den eersten stap.
Hoe zoudt g' anders zoo ijd'le woorden
spreken?
Macht kan het rijk, macht kan het rijk
niet bouwen,
Geen stelsel kan 't. Hier geldt groot
noch klein
Liefde, geduld en onwrikbaar vertrouwen
Moeten daarvan de storten zijn.
Opnieuw komt een deus ex machina, de
geestverschijningen der vroegere en der
komende geslachten, hier deze les heiligen
vanuit een hoogere geestenwereld. En de
Geesten van Raad vragen het nog eens:
Hebt ge gehoord? Hebt ge verstaan?
Denkt aan de korrel, die moet vergaan
Zoo het zaad wil kiemen en rijpen.
Wat weer het koor beaamt:
Wij hooren, wij begrijpen.
En dan eindigt het stuk; ons toch nog
slechts half bevredigend tenslotte. En dat
is juist de bedoelde tragiek. Dat zij vrede
moeten nemen zelf met een halve waar
heid, als pas heel langzaam, na eeuwen
en eeuwen, algeheel zal worden vervuld.
En de kinderen van dezen tijd eindigen
dan ook met de resignatie:
Wij zijn het geslacht,
dat staande in 't onzeker licht van de
kenterende tijden
geen bedding vond gereed, om te
zaam'len zijn kracht
zoekenden zijn we nog, we zijn nog
verspreiden
wij moeten ons zeiven uit menigen waan
nog bevrijden
wij moeten nog worden hen, waar de
wereld op wacht.
En al eindigen nu de geesten van Er
barmen met van hen te verklaren:
„Nu niet meer kinderen van dezen tijd,
maar kinderen Gods!"
toch zijn wij door dit einde niet bevre
digd, vooral niet als ons bij het naar huis
gaan, nog die andere verzen tebinnen
vallen: uit de geestverschijningen van
heb verleden:
Volgt ons nu, genooten
draagt het licht, draagt het en geeft
het door aan den makker
niet hoe gij leeft
niet hoe gij sterft is het groote
maar of over den menschen-akker
ook verder de gloeiende fakkel zweeft.
Wordt hier de praktijk van de deugd,
de ééne vogel, dien wij in de hand heb
ben, naar mevr. Roland Hoist's eagen
woord, tocji niet prijsgegeven voor tien in
de lucht?
Is er in die resignatie misschien toch
ook weer geen verfijnde trots van troost?
geen decadente gratie van gelatenheid?
Is die overgave aan een God tenslotte
wel deemoedig genoeg, en vol vertrouwen
op Hem? Lijkt die God niet wat te pas
sief, alsof wij alles meesten doen? Staan
de Geesten van Raad tenslotte niet te
veel als een soort theosophische demiurgen
tusschen God en ons in den weg, om met
den Vader in de hemcien het onmiddellijk
contact te kunnen vinden? Is vooral de
smaad des kruises* wel voldoende weer
legd en harmonisch opgelost? Moeten' wij
het inderdaad met zoo kale en abstracte
DUITSCHLAND
DE TOL-UNIE.
De jongste indrukken in politieke kringen
te Berlijn.
Men heeft in politieke kringen te Ber
lijn den indruk, dat de internationale de
batten over de tol-unie al heel wat aan
kalmte en nuchterheid gewonnen hebben.
Als de Tsjecho-Slowaaksche minister van
buitenlandsche zaken te kennen geeft, dat
Tsjecho-Slowakije het ontwerp niet kan
aannemen, dan kan men hem gevoeglijk
antwoorden dat tenslotte ook alléén Duitsch
land en Oostenrijk het hebben aan te ne
men. De andere mogendheden kunnen
slechts bezwaren van juridischen aard op
peren en de rijkskanselier heeft immers
al verklaard, dat Duitschland eeif juridisch
onderzoek niet behoeft te duchten. Het
gaat er echter niet om of een derde mo
gendheid het plan goedkeurt of niet.
De Fransche bedreiging om de tolunie
te antwoorden met opzegging van het han
delsverdrag, wordt in Berlijnsche kringen
zeer rustig opgenomen.
Reeds eenige maanden geleden bij het
sluiten van een aanvullende overeen
komst, is van Fransche zijde opgemerkt,
dat het handelsverdrag spoedig opgezegd
moest worden. Het verdrag heeft zich na
melijk in het begin ten gunste van Frank
rijk ontwikkeld, maar sinds anderhalf jaar
zeer sterk ten gunste van Duitschland. Dat
hangt samen met de conjunctuur-ontwik
keling en het feit, dat Frankriik van *c
economische crisis tot dusver relatief wei
nig gemerkt heeft.
De opzegging van het verdrag kan in-
tusschen elke maand geschieden, zij heeft
met de tolunie niets te maken, daar zij
reeds eenigen tijd verwacht wordt.
Douane-accoord tusschen Praag en
Belgrado.
Naar de „Times" mededeelt, heeft de
Oostenrijksch-Duitsche tolunie een onmid
dellijk effect gehad op de betrekkingen
tusschen de staten der Kleine Entente.
Gisteravond werd te Belgrado een officieel
communiqué gepubliceerd waarin wordt
medegedeeld, dat overeenstemming is be
reikt na de onderhandelingen over een ta-
rievenovereenkomst tusschen Joego-Slavië
en Tsjecho-Slowakije en dat de Joego
slavische minister van Handel naar Praag
is vertrokken, om de overeenkomst te on
derteekenen.
Deze onderhandelingen hadden langen
tijd geduurd, echter zonder succes. De hui
dige noodzakelijkheid voor Tsjecho-Slowa
kije, om den politieken steun van Joego-
Slavië te verkrijgen op de komende confe
rentie der staten van de Kleine Entente
met betrekking tot den „Anschluss", heeft
de tot stand koming der overeenkomst be
spoedigd. Verwacht wordt, dat de minis
ters van Buitenlandsche Zaken der Kleine
Ententestaten reeds in de eerste dagen
van April in Roemenië zullen bijeenkomen,
in plaats van in Mei, ten einde hun ge
meenschappelijke houding vast te stellen
in zake de Duitsch-Oostenrijksche tolunie.
FRANKRIJK
HET VL00TACC00RD.
Moeilijkheden inzake duikbooten en
kruisers.
De Britsche minister van buitenlandsche
zaken, Henderson, is gistermiddaeg uit Pa
rijs naar Londen teruggekeerd.
De laatste 24 uren van zijn bezoek aan
Parijs waren voornamelijk gewijd aan be
spreking der Fransch-Italiaansche vloot-
overeenkomst en de invoeging daarvan in
de drie mogendhedenovereenkomst, waar
aan nog ernstige moeilijkheden zijn ver
bonden.
Van Fransche zijde wordt verklaard, dat
deze moeilijkheden van zuiver technischen
aard zijn.
Het. schijnt in werkelijkheid echter om
meer essentieele kwesties te gaan en wel
om het zeer hooge tonnage-cijfer van on
derzeebooten, n.l. 83.000 ton, terwijl ook
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Als eerste gevolg van de toUunie is gis
teren een douane-accoord tot stand geko
men tusschen Praag en Belgrado.
Moeilijkheden inzake het vloot-accoord
tusschen Frankrijk en Italië.
BINNENLAND.
Bij een carbidontploffing te A'dam werd
een arbeider gedood. (Gem. Ber. 3de blad).
Ernstige benzine-ontploffing te Dedems-
vaart. (Gem. Ber. 3de blad).
Meer dan 25 stuks vee omgekomen bij
een boerderijbrand te Spanga. (Gem. Ber.
3de blad).
troost stellen?
Is die troost althans wel concreet ge
noeg voor de vrouw van heden? althans
voor de groote menigte van jonge vrou
wen, gelijk wij ze kennen en trachten te
vormen in de Graal?
Wij zullen op deze vragen antwoord ge
ven.
MIA VAN DER KALLEN,
Vr. v. Nazareth.
Passie-Zondag 1931.
het tonnagecijfer van groote kruisers een
rol speelt.
De Italiaansche gevolmachtigde, Rasolli,
is naar Rome teruggekeerd om nieuwe in
structies van zijn regeering te ontvangen.
Het schijnt twijfelachtig, of de bespre
kingen tusschen Briand en Henderson tot
een oplosing van de moeilijkheden hebben
geleid, temeer, waar Japan hardnekkig
weigert-, de onderzeebooten-tonnage van
Frankrijk goed te keuren, terwijl Amerika
protesteert tegen de bedoeling van Frank
rijk om een aantal oude kruisers in het
program op te nemen, die later door mo
derne slagschepen kunnen worden vervan
gen.
FRANKRIJKS DREIGEND
MIJNCONFLICT.
Laval bemiddelt.
Minister-president Laval heeft in het
loonconflict in het Noerd-Fransche kolen
bekken zijn bemiddeling aangeboden. Gis
termiddag ontving hij vertegenwoordigers
van beide partijen en heden zal hij den
werknemers mededeelen welke maatrege
len hij overweegt om een verzoening tot
stand te brengen.
De arbeiders hadden gedreigd Maandag
a.s. in staking te gaan wanneer de mijn
eigenaars hun plannen tot loonsverlaging
niet hadden opgegeven.
Laval is bij de jongste groote mijnwer
kersstaking in Noord-Frankrijk ook reeds
als bemiddelaar opgetreden.
LITAUEN
DE KERKVERVOLGING IN LITAUEN.
Pastoor tot gevangenisstraf veroordeeld.
Naar ons uit Kowno gemeld wordt
heeft een op zich zelf onbeduidend proces
tegen een katholieke priester in Litauen,
wegens de sterk politieke kleur der aange
legenheid, groot opzien gebaard in het
land. Het proces ging tegen den pastoor
van het dorp Schaki, die, zooals vele an
dere priesters, gedurende het nog steeds
voortdurende conflict tusschen geestelijk
heid en regeering, van den kansel een te
rende preek gehouden had.
Voor het gerecht wilde de verdediger
van den priester schorsing van het proces
bewerken met de motiveering, dat volgens
kanoniek recht, hetwelk ook in het met
de Curie gesloten concordaat door Litauen
erkend wordt, een geestelijke wegens een
binnen de kerk gehouden rede niet ver
volgd mag worden.
Het gerecht erkende evenwel dit be
zwaar niet, maar verdedigde het stand
punt, dat het kanoniek recht voor het
staatsrecht moet wijken.
De pastoor werd tot twee weken gevan
genisstraf veroordeeld.
Dit is het eerste proces tegen oen gees
telijke wegens „agitatie tegen de regee
ring".
Daar nog andere processen van dezelfde
soort te wachten staan, heerscht er in ka
tholieke kringen een zeer opgewonden
stemming.
BRITSCH-INDIE
GANDHI WIL EENHEID, OF
HONGERDOOD.
Gandhi heeft, naar aanleiding van dc
jongste bloedige botsingen tusschen Hin
does en Mohammedanen, een rede gehou
den, waarin hij er op wees, dat eenheid
tusschen de. Indische bevolking ©en eerste
vereischte is voor het verkrijgen van de
onafhankel ijkheid.
Hij verklaarde, dat als deze eenheid niet
kan worden bereikt, bij zich uit het poli
tieke leven zal terugtrekken en vrijwillig
den hongerdood wil sterven.