DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND SPORT In „De Witte Zwaan" ZATERDAG 28 MAART 1931 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 Hermann Muller. Deze week Donderdag is Het stoffelijk overschot van den vorigen Duitschen rijkskanselier Hermann Müller uit gedragen naar zijn laatste rustplaats. Vele sociaal-democratische partijgenooten uit binnen- en buitenland geleidden hem uit. Met den dood van Hermann Müller heeft de Duitsche republiek een van hare belang rijke figuren verloren en de Duitsche sociaal democratie een leider, die om zijn karakter en zijn persoonlijke eigenschappen ook bij de tegenstanders van zijn partij zich algemeen achting had weten te verwerven en te behou den. In de historie zal hij voortleven als de man, die voor Duitschland het vredesverdrag van Versailles onderteekende. Bij de vervulling van deze zware, maar in de bestaande om standigheden noodzakelijke taak, waarvoor een Scheidemann terugschrok, toonde hij een zedelijken moed, die hem ook later bij vaak zeer moeilijke beslissingen niet verliet en die aan zijn figuur de groote waarde gaf, welke zij voor het nieuwe Duitschland had. Müller moge dan al geen groot staatsman zijn geweest, onder zijn leiding heeft de Duit sche sociaal-democratie een politiek gevolgd, waarbij bet partijbelang werd geplaatst in het kader van het grootere, algemeener republi- keinsche belang. Sensatie. De groote sensatie van de week is evenwel de publicatie van de tusschen Duitschland en Oostenrijk gesloten overeen komst om te geraken tot een douane-verbond, een tol-unie. Vlak na de mislukkig van Genève kwam dit bericht op een psychologisch moment, half Europa vloog op alsof het in punaises was gaan zitten. Op de eerste plaats natuurlijk Frankrijk ,dat net zou beginnen aan de instal latie van de studiecommissie inzake de Euro- peesche Unie en dat zich nu leelijk in de wielen zag gereden door de Duitsche politiek. Want al is het douane-accoord formeel een zuiver economische kwestie immers, het wil niets anders zeggen, daif dat er tusschen Duitschland en Oostenrijk geen tolgrens meer zal bestaan en dat elke invoer en uitvoer we derzijds vrij zal kunnen geschieden er zit toch een groote politieke kant aan vast en Frankrijk, Tsjecho-Slowakije, Engeland en andere tegenstanders van de voorgenomen unie kijken juist uitsluitend naar die politieke zijde. Wanneer men een oogenblik den naam tol- unie vertaalt met „Anschlusz", dan begrijpt men het Fransche verzet. De geheele politiek der vredesverdragen is erop aangelegd om den vroegeren tegenstan der te verdeelen en te versnipperen. De oude Donau-monarchie moest uit elkaar, van het vroegere Oostenrijk bleef alleen Weenen met omgeving over, Duitschland moest groote stukken afstaan aan Polen, aan Tsjecho-Slo wakije en aan Frankrijk. Den Duitscher klein maken en klein houden was de geheele opzet van Frankrijk. Vandaar ook dat het z.g. protocol van Genève van October 1922, waarbij aan Oostenrijk een uit stel van betaling werd verleend, bepaalde dat Oostenrijk er steeds voor moest zorgen, dat het zijn politieke en economische onafhanke lijkheid bewaarde. Thans dreigt een economische „Ansohlusz" werkelijkheid te worden en Frankrijk ziet reeds de politieke Anschlusz volgen. Er is echter nog meer. Blijkens de overeengekomen riohtlijnen van het a.s. accoord zal de unie ook toegankelijk worden gesteld voor andere staten en met name verdenkt men Hongarije ervan, dat het daar wel ooren naar zal hebben en wellicht ook andere Balkanstaten. Deze dreigende Duitsche doorbraak naar het Zuidoosten is heelemaal niet naar den zin van Frankrijk, dat met z'n Europeesche Unie (alias de Ver- eenigde Staten van Briand) Europa econo misch dacht te reorganiseeren onder zijn lei ding en hegemonie. Nu gaat Duitschland ont glippen aan de Fransche greep, op een mo ment, dat Frankrijk niets anders kan doen, dan in machtelooze woede protesteeren. De bekende Pertinax gaat zelfs zoover, dat hij den Volkenbondsraad in buitengewone zitting wil doen bijeenroepen, omdat de tol- unie den vrede in Europa zou bedreigen! En Briand beweegt hemel en aarde om zijn Brit- schen collega van buitenlandsche zaken Hen derson, over te halen, samen stappen te doen te Berlijn om de unie te verhinderen. Stappen te Berlijn. Hij kan het echter zoo ver niét krijgen. Het eenige dat Hender son gedaan heeft, is, den Britschen gezanten te Berlijn en Weenen opdracht geven om met hun Fransche collega's de Duitsche en Oos- tenrijksche regeeringen te verzoeken, de uit werking van het plan op te schorten om den Raad van den Volkenbond, onder wiens aus piciën het protocol van Genève van October 1922 gesloten is, gelegenheid te geven zich in zijn vergadering van Mei er van te vergewis sen of de voorstellen niet in strijd zijn met de vroeger door Oostenrijk aanvaarde verplich tingen. Met bekwamen spoed hebben de ge zanten van Engeland in de beide betrokken hoofdsteden dit verzoek overgebracht en. nul op het request gekregen. Hoewel de ant woorden niet gelijkluidend waren, komen zij toch op hetzelfde neer, d.w.z. dat volgens bei de regeeringen de voorloopige overeenkomst zicb geheel binnen het kader van het protocol van Genève houdt en dat er voor den Raad van den Volkenbond geen aanleiding bestaat zich met de zaak bezig te houden. Een onder zoek van den juridischen kant van de zaak door de mogendheden, die het protocol van Genève geteekend hebben ontmoet bij de Oos- tenrijksche regeering geen bezwaar, en dus ook niet bij de Duitsche, die hier feitelijk bui ten staat. Wat deze juridische kwestie betreft, het is van Duitsche zijde al eerder gezegd en in dit antwoord herhaald, voelen de beide re geeringen zich sterk. Een onderzoek uit poli tiek oogpunt achten de regeeringen ongeoor loofd, daar het verdrag een zuiver oecono- misch karakter draagt. Om de weigering wat te verzachten hebben de beide regeeringen er nog een opmerking aan toe gevoegd. De Duit sche regeering deelde mee, dat de onderhan delingen natuurlijk voortgang moeten hebben, maar dat, naar reeds van te voren vaststond, een definitieve overeenkomst nog wel eenigen tijd op zich zal laten wachten, daar de rege ling van de vele bijzonderheden niet binnen twee of drie maanden kan afloopen. De Oos- tenrijksche regeering gaf te kennen, dat zij de andere mogendheden niet voor een uitge maakte zaak wil stellen. Dit komt met andere woorden hierop neer, dat de betrokken en verschrokken mogendheden, die onderteeke naars zijn van het protocol van 4 October 1922, volop de gelegenheid zullen krijgen de zaak nog eens ampel en breed te bekijken. In- tusschen kunnen Oostenrijk en Duitschland dan rustig aan het uitwerken gaan der richt snoeren, waarbij het nog wel eens zou kunnen blijken, dat de moeilijkheden heel wat grooter zijn dan men op het eerste gezicht gedacht heeft. Een Nederland. Wat zullen nu de gevolgen zijn, welke Nederland zal ondervin den van het te verwachten accoord? Waarschijnlijk niet veel, meent de heer Co- lijn. Wij hebben zoowel met Oostenrijk als met Duitschland handelsverdragen loopen en wel op den basis van de meestbegunstiging. Dat beteekent, dat Nederland automatisch dezelfde voordeelen krijgt, welke andere landed1 in hun handelsverdragen hebben bedongen of nog zul len weten te verwerven. Dat ziet er op het eerste gezicht aardig uit, maar in de practijk wordt de meestbegun stiging nog wel eens ontdoken. Wanneer nu het Nederlandsoh-Duitsche handelsverdag zal zijn afgeloopen, zal onmid dellijk de bepaling worden gemaakt, dat de meestbegunstiging niet van toepassing is op de voordeelen welke Oostenrjik door deze tcl-unie verkrijgt. En de voordeelen, welke Nederland zal weten te bedingen, zullen ver moedelijk nog geringer zijn dan bij het vorige handelsverdrag, omdat Duitschland en Oos tenrijk nu een eenheid vormen en zij in hun wederkeerigen ateun sterker staan dan ooit. „Wij moeten er van profiteeren!" schrijft de Volkskrant. „En ons aansluiten bij deze tol- unie. Nederland heeft er niets bij te verliezen en alles bij te winnen. Zou het vrij kunnen uitvoeren naar Duitschland minstens even vrij als Duitschland naar Nederland dan zou zijn landbouw en een groot deel zijner industrie aanmerkelijk zijn gebaat". Hoe de Volkskrant zoo iets kan schrijven, is ons een raadsel. Het voorstel om ons bij de Duitsch-Oostenrijksche tol-unie aan te sluiten is eigenlijk te dwaas om erop te reageeren. Wanneer wij ons zouden willen aansluiten, zouden wij een vrij verkeer met Duitschland krijgen, maar voor de overige landen zouden wij dezelfde protectonistiche tariefmuren moe ten gaan oprichten als de beide centrale rij ken. Dat zou vooreerst een totale omkeer zijn van onze tot nog toe gevolgde handelspolitiek. Maar vervolgens al zou ons parlement en onze regeering daarvoor te vinden zijn zou zulk een abrupte overgang (ook al zouden eenige overgangsmaatregelen worden tusschen- geschoven) een totale ontwrichting meebren gen van ons handelsleven. Men kan nu een maal niet opeens van vrijhandelsland veran deren in een vrij scherp protectionistisch land zooals Duitschland b.v. is. Evenmin als men het protectionisme opeens kan vaarwel zeg gen. Daarom zal Nederland voorloopig afzijdig moeten blijven, totdat de beweging zich ver genoeg heeft ontwikkeld. Maar dat heeft nog den tijd. VOETBAL B. K. FEDERATIE. Overzicht. Het programma voor morgen is in de eerste klasse D vooral belangrijk voor de hekkesluiters. Voor Lisse toch en D.E.M. staat er morgen veel op het spel en merk waardig is het wel, dat zij juist tegen veel sterker tegenstanders moeten uitkomen. We mogen niet veronderstellen, dat er on danks de penibele positie der hekkeslui ters verrassingen vallen, maar zoo er één club daartoe in staat is dan gelooven we, dat het de Beverwijksche club is en dan wordt de positie van Lisse zeer precair. Dus moeten de Lissenaren spelen voor wat ze waard zijn en Leonidas danig op den huid zitten. Wie weet, of er dan nog niet een puntje binnengehaald wordt. De overige wedstrijden zijn van weinig belang meer. S.J.C. ontvangt Graaf Willem en kan opnieuw winnen en H.B.C. moge misschien meer moeite hebben met D.O.N. K., de Heemstedenaren kunnen toch wel winnen. In de tweede klasse O zal de strijd spoe dig beslist zijn. Leiden staat thans met vier punten onderaan en zelfs indien de drie laatste wedstrijden gewonnen wor den is de kans om te ontsnappen zeer ge- ring. Morgen krijgen de rood-zwarte Leide- naars bezoek van Teylingen. Deze reeds zoovele malen uitgestelde wedstrijd zal morgen dus eindelijk wel gespeeld worden. Het resultaat? Volgens de ranglijst moet het een nieuwe nederlaag voor Leiden zijn, maar alleen uiterste krachtsinspan ning kan de noodige puntjes brengen. Excelsior ontvangt Spartaan. De Rotter- damsche kampioenen kunnen ongetwijfeld wel winnen, maa- Excelsior zal den wed strijd niet cadeau geven. Blauw Zwart gaat op bezoek bij Lenig en Snel en we verwachten niet anders dan een nieuwe overwinning van de Wassenaar- sche club, die de laatste weken bijzonder goed in conditie is. Graaf Floris ten slotte kan wel winnen van de Duiven. R.K. Sportvereeniging „Leiden". Zo-ndatg zullen alle elftallen in 't veld komen, en als bijzonderheid zall ons 1-ste elf tal deze com.|>e«titiewedstrijd tegen het ster ke Teylingen aanvangen ten bate van de werkloozen. Leiden I—Teylingen I: veel behoeft er over deze dezen wedstrijd niet. gezegd te worden. Het is bekend, dat, tegen Teylin gen wordit verloren. Toch zullen de onzen buiten,gewoon hun bes«t doen, immers zullen zij niet alles op alles zetten om te winnen, nu er zooveel belangstelling zal wezen? Daar rekenen wij vast. op, waant tot heden blijkt uit alles dat R.K. Leiden mee voelt met de werkloozen en zij zullen het een eer v inden om het bedrag, dat. het bestuur aan '.e R.K. Sportvereen. „Leiden" zal afdra gen zoo groot mogelijk t.e doen zijn. Dus -illen op! Er wordt een goed werk gedaan an het is een reclame voor de R.K. Sport van Leiden. Mocht eventueel de wedstrijd naet door gaan dan zal het bekend gemaakt worden ïan het secretariaat Pieterskerkhof 30 en bij de hoeren A. Mo ijs Dou zastraat en K. Zijp," TAj wiel handel, Haarlemmerstraat. Do wedstrijd zal om half drie aanvangen! R.K. Sportvereeniging „Teylingen". Zoo zal dan a.s. Zondag de laatste Com petitiewedstrijd door het 1ste elftal ge speeld worden, en wél tegen Leiden I. Be langrijk is deze wedstrijd be-trekkel ijk niet, wat betreft voor de ranglijst- Maar toch ut deze strijd voor Teylingen \an groot belang, daar vermoedelijk op 2Ü April de Belgen weer te Sassenheim boinen ooi voor de schitterende Vermeulen-Beker te kampen. Dan spreekt het mivzeilf, dat de Teylingens moeten doen wat zij kunnen, e,n zeker nog voor dien datum enkele wedstrij den spelen om den mooien Beker in Hol land te houden. Vertrek per fiets oan 1 uur vanaf K.S.A. De wedstrijd vangt aan om 2 uur. DE UITVAART VAN WIJLEN HERMANN MULLER., ex-kanselier van Duitsch land. De stoet op weg door de straten van Berlijn. Het stoffelijk overschot wordt geëscorteerd door leden van de Reichsbanner en de jeugdvereenigingen. FEUILLETON Uit het Duitsch van ADOLF HERZOG. 8) Toen riep hij Hannes en hij wilde dezen juist zeggen, dat het ontbijt van den pro visor maar op diens kamer moest worden gebracht, toen deze plotseling verscheen en met een norsch „goeden morgen", ging zitten. De provisor bleek er ook overdag exotisch uit te zien. Zijn roode haren glom men van de pommade, en daartegen con trasteerde zijn met zomersproeten bezaaid gezicht allersierlijkst. Om zijn broodmagei lichaam fladderde een opzichtig bruin pak. Nadat hij zich aan tafel had gezet, slurpte hij gracieus zijn koffie, waarbij hij een sis send geluid maakte als hij de lucht door een hollen tand zoog. Barenfeld scheen dit muzikale, ontbijt niet zeer te waardeerenhij bleef naast Heinrich bij het sohrijfbureau staan met een stapel ongeopende brieven vóór zich en wachtte kalmpjes tot de heer Rose zijn maaltijd had voleindigd. Daarop wendde hij zich naar de tafel. Heeft het goed gesmaakt?, vroeg hij met minzame ironie. Ja? Dan vindt u het zeker wel goed dat we beginnen? Met een minachtende uitdrukking op zijn gezicht stond Rose op en verdween. De bedrijfsleider ging dadelijk aan het werk, opende brief na brief, merkte som mige passages met blauw potlood en on derstreept de orders, die in de correspon dentie voorkwamen met rood. Er waren verscheidene brieven bij, waarop Engel- sche, Fransche en Italiaansche postzegels zaten. Lees maar eens, zei Barenfeld en hij schoof den nieuwen volontair een stapel correspondentie toe. En Heinrich las. De brieven handelden over olijfolie van den nieuwen oogst, over Radix ipecacuantia, over blikken benzine, vaten levertraan en wat niet al meer. Het duizelde den jongeman eenvoudig. De En- gelsche en Fransche brieven bon hij, op 'n paar technische uitdrukkingen na, uitste kend begrijpen en de Italiaansche verlo ren hun verschrikking voor hem, toen hij zag dat ze in dragelijk Fransch waren ge schreven. Kijk eens, zei Barenfeld, toen Hein rich klaar was met zijn lectuur, de or ders heb ik, zooals je misschien al opge merkt hebt, met rood onderstreept, aan vragen om prijsopgave of monsters met blauw. De offerten worden voorloopig ter zijde gelegd. Nu schrijven we deze orders eerst in het bestelboek. Daaruit moet Jij ze overboeken in het magazijnboek. Vol gens die opgaven kunnen jij en Dores dan de bestellingen klaar maken. Op Dores kun je aan. Hij is al jaren bij ons en weet de dingen net zoo goed als meneer Frie- dricht zelf. En verder dit. Voor de corres pondentie zorg ik zelf; later kun je me waarbij helpen. Dus 's morgens werk je met Dores in het magazijn en 's middags heb je je werk in het kantoor en moet je facturen en vrachtbrieven bij de bestel lingen schrijven. Met de apotheek be moeien zich alleen meneer Friedrich en meneer Rosedaar hebben wij niets mee te maken. Wacht, daar komt de baas de trap af 1 De apotheker trak binnen. Goeden morgen, heeren. Nu, meneer Barenfeld, hebt u Pfalzdorf als met een en ander op de hoogte gebracht? Daar is goed. Direct maar flink aanpakken. En nog iets bijzonders, meneer Barenfeld? Er zijn een paar belangrijke orders bij de post. De zaak gaat steeds vooruit. Zoo zoo, dat is prachtig. Als u bij uwen prijzenswaardigen ijver, om onze re laties uit te breiden, er maar rekening mee houdt, dat u me geen klanten bezorgt, die niet goed voor hun geld zijn, merkte de apotheker stekelig op. De nieuwe conecties zijn prima. Ik ben niet gewoon iets overijlds te doen, was het rustige antwoord. Daar doet u me ook een groot genoe gen mee, meneer Barenfeld; voorloopig heb ik er ook nog belang bij. Maar laat ik u niet langer storen. Pfalzdorf moet maar even meegaan, dan zal ik hem aan mijn vrouw en kinderen voorstellen. Heinrich ging, op een uitnoodigend ge baar van zijn patroon, achter dezen de trap op. Zijn hart klopte; het zoet-weeïge apothekers-luchtje, dat overal in huis hing, beklemde hem. Toen deed de apotheker een deur open en verzocht hem binnen te ko men. Hij kwam in een groote, somber be hangen en gemeubelde kamer. Op de sofa zat een slanke vrouw van middelbaren leeftijd de vrouw van den gestrengen chef. Ze keek met angst en beven naar haar beide jongste spruiten, die ijverig bezig waren velletjes uit eikaars melk te vis- schen. Vóór de piano zat Lisa, de aan trekkelijke dochter van den apotheker en haar grocte, grijze oogen waren met be langstelling op den binnentredende ge richt. Dat is Pfalzdorf, kondigde meneer Friedrich, die geen vriend was van over dreven plichtsplegingen kort aan en hij liet den leerling, die een diepe buiging voor de dames maakte, verder aan zijn lot Wat Lisa het eerst opmerkte was het feit, dat Heinrich een knappe jongen wa». Zwart haar met donkere oogen slank en rijzig. Ze ging op hem toe en drukte hem hartelijk de hand. Welkom, meneer Pfalzdorf. Dit is moeder en deze beide bengels zijn mijn waarde broersik zelf ben de dochter des huizes. U is wel vriendelijk, stotterde Hein rich verlegen en daar hij voor dat oogen blik niets beters wist te doen, keek hij het meisje als betooverd aan en hield haar hand stevig vast, totdat zij die langzaam terug trok. Toen gaf hij mevrouw Friedrich een hand en streek hij de beide jongens plichtmaiig-liefkozend door het haar. Max en Moritz, die 'n dergelijke betuign gvan sympathie niet gewoon waren, keken el kaar aan en grinnikten. Hé jullie, riep vader Friedrich tot zijn beide jongste kinderen, jullie moesten maar eens een voorbeeld nemen aan me neer Pfalzdorf. Die heeft zijn eindexamen al gedaan en hij is pas 19 jaar. Jullie Zul len den hemel mogen danken als je 't ooit in je leven zoover brengt. Beste Engelbert, merkte zijn vrouw bedeesd op, de kinderen zijn nog zoo jong. Vergeet niet, dat je zelf ook een keer voor je apothekersexamen gezakt bent. De aanwezigheid van een vreemde scheen haar moed te geven. Lieve Marianne antwoordde de apothe ker terwijl hij een heftige onderzoekings- expediiie naar zijn manchetten ondernam. Ik verzoek van dergelijke opmerkingen verschoond te blijven. Je behoeft mijn pres tige niet te ondermijnen. Kom mee Pfalz dorf. Het ontging Heinrich niet dat mevrouw een beetje bleek om den neus werd en dat er een spottend lachje twinkelde in de oogen van Lisa. Met een bons viel de deur achter hem in 't slot. Beneden trof hij Dores, die hem meenam naar het magazijn, waar Barenfeld op hem wachtte. Alle soorten specerijen van Oost en West waren hier om hem heen gesta peld. Hier geurden de kamille en peper munt, het fijne aroma van laurierbladen, die tot groote pakken waren samengebon den er was do lucht van valeriaan, die meer aantrekkingskracht voor katten dan voor menschen had zoethout en allerlei soorten kruiden lagen, in zaklinnen genaaid in grillige massa's opeengehoopt. Een kleine deur gaf toegang tot, een an der magazijn. Daar waren de fijnere artike len, zooals vanille, zoete en bittere aman delen, geconfijte citroen en sinaasappel schillen. In een andere afdeeling honder den chemicaliën, en- in de derde de vergif ten. Op het einde van de binnenplaats be vond zich een kelder met een zwaar-ijzeren toegangsluik. Dat is onze brandvrije afdeeling, ver telde Dores. Daarin liggen de licht-onfc- brandbare vloeistoffen, zooals benzine, ether en spiritus. In dien kelder mag nooit vuur komen, want dan zou de heele zaak in de lucht vliegen. Heinrich keek een beetje schuin naar dit gevaarlijke gedeelte van het huis. Tob twaalf uur 's middags werd er hard door gewerkt: afwegen, inpakken en kurken; kisten moesten dichtgespijkerd worden en vaten weggerold. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 13