DE KOFFIEBAAL een groote partij Stoffen en Zijden VOOR HUIS EN HOF Thans in ieders bereik!! Heeft aangekocht A. v. DAM v. d. WIJK Koffie Koffie dinsdag 24 maart 1931 de leidsche courant tweede blad pag. 7 hoe wordt het weer? DE BOER VINDT VAAK IN DE NA- TUUR ZIJN BAROMETER. Eiken avond bevallen de dagbladen me- dedeelingen, gebaseerd op wetenschappe lijk onderzoek, die ons vertellen hoe, naar alle waarschijnlijkheid, gedurende het eerst volgende etmaal de weersgesteldheid zal zijn. Eiken ochtend wordt er op duizenden en duizenden barometers getikt en des on danks is, speciaal de stedeling, herhaalde lijk de dupe van het weer. in zoover, dat hij, vertrouwend op wat dagblad en baro meter hem voorspelden, zijn parapluie thuis liet, terwijl het, na betrekkelijk korten tijd reeds begon te regenen, of rekenend op de hem beloofde zon en warmte, huiverend in zijn te dunne kleediing onder een bedek ten hemel loopt, waarlangs de wind de wolken voortdrijft. Dan scheldt hij op het Metereologisoh In stituut; dan hoont hij het weerglas en het wil er niet bij hem in, dat, wat de weerbe richten betreft, onvoorziene omstandighe den de beste berekeningen in duigen kun nen doen vallen, terwijl wat den barometer aangaat, onze verwachtingen niet al t.e hoog gespannen mogen zijn. In de eerste plaats zijn de weerglazen, die wij thuis gebruiken niet van een zooda nige constructie, dat zij op iedere atmosfe rische schommeling, hoe gering die aanvan kelijk ook mo>ge wezen, terstond reageeren en bovendien mogen wij niet vergeten, dat er een groot verschil bestaat tusschen den chronometer die ons precies den tijd ver kondigt, een thermometer die de tempera tuur van het oogen-blik onfelibaar juist weergeeft, en een barometer, met behulp waarvan wij eigenlijk ten opzichte van de naderende weersgesteldheid alleen maar vergelijkende studies kunnen maken. Metereologisoh Instituut en barometer Van beide trekt de plattelandsbewoner zich, in het algemeen gesproken, weinig aan. Hij baseert zijn waarnemingen op de natuur zelve-en dilkwijls heeft hij het bij het juiste einde. „Ik zou maar niet te ver gaan," waar schuwt de landarbeider, dien wij op onzen weg passeeren. „Je zult zien dat er regen komt" En als wij hem vragen waarop hij die veronderstelling baseert, luidt het ant woord „Omdat er geen dauw is gevallen." Dat een dergelijke voorspelling uitkomt, hebben wij herhaaldelijk kunnen constatee- ren. Trouwens ook de wetenschappelijke meteorologische studies hebben geleerd, dat er geen dauw val t wanne er "er regen op komst is. ALs de bovenste luchtlagen droog zijn, kan de lagere, warme en vochtige lucht af koelen waardoor dan dauw wordt veroor zaakt.. Zijn daarentegen de bovenste lucht lagen zelf zóó doordongen met vocht, dat zij geen waterdamp meer kunnen opnemen, dan blijft de temperatuur zwoel. Tevergeefs zien wij des ochtends uit naar glinsterende dauwdroppels en het zal niet lang duren of de dikke waterdamp zet zich om in regen. Ongetwijfeld bevatten de zoogenaamde „boerenrege-ls" die gebaseerd zijn op de méést uiteenloopende natuurverschijnselen, op de kleur van de lucht, den vorm van de wolken, de richting van den wind, heit schit teren van de sterren, véél, dat met de wer- ke 1 i jlcheid o v e reenk om t. Natuurlijk is ook hier, als overal véél kaf onder het koren maar zelfs ais wij dat kaf buiten beschouwing laten, blijft er toch nog een reeks waarnemingen over, war aan het volksgeloof niet ten onrechte, groote waar de hecht. Als de boer zegt: In Januari moet het vriezen dat het kraakt, Opdat van 't zomer véél koren in de zakken raakt da.n blijkt uit dit kinderlijke rijmpje, dat na harde vorst in Januari, een goede oogst verwacht mag worden. Nu schrijven wij Februari en de boer zegt: „Als de gans in Februari water heeft, heeft het schaap in Mei gras." Ook deze regel is logisch wamt als in Februari de temperatuur van dien aard is, dat de vijvers en slooten niet meer bevro ren zijn en de ganzen dus water hebben, mag men aannemen, dat de lente in aan tocht is. Is daarentegen het water nog met een ijskorst bedekt, dan zal het ge-ruimen tijd duren eer de schapen iets te grazen hebben. Feitelijk heeft iedere week, ja zelfs iede re dag. een eigen rijmpje. In de Meimaand heet het: Mei koel en nat Vult schuur en vat. Als wij in Juni de koekoek nog lang na St. Jan, dus na den 24sten hooren roepen, dam beteefcent dat een kouden winter. In den herfst zegt men op het platteland: Véél eikels in Sepember Véél sneeuw in December." Als de trekvogels hum reis naar het zon nige Zuiden aanvaarden, kijkt de boer de ooievaars na om te zien hun vlucht is. Vlie gen ze hóóg, dan zal ook het water in het voorjaar hoog komen te staan. Is hun vlucht daarentegen laag, dam behoeft men geen overstroomingen te vreezen. Niet alleen boeren, ook tuinlieden zijn dikwijls goede weerprofeten. Zij putten hun wijsheid onder anderen uit de bladeren van de boomen. Twee jaar geleden, toen wij een strenge winter meemaakten zóó streng als zelden in Europa voorkomt, waren half October allé loofboomen reeds volkomen kaal. Verleden jaar daarentegen, toen de win ter zacht was, droegen boomen en struiken tot in November hun biaderenkleed. De natuur neemt- tal van voorzorgsmaat regelen. Mie zijn oogen den kost geeft, zal kunnen constateeren, dat de jonge knoppen wanneer er groote kou op komst is, een dikke, beschuttende vacht dragen. Is de winter daarentegen zacht dam is ook het kleed veel dunner. Bijzomder gevoelige planten laten hun wortels of knollen zóó ver in de aarde groei en als zij „denken", dat de bodem zou kun nen bevriezen. Nóg treffender zijn de voorbeelden uit het dierenrijk. Als de zwaluwen ons einde Augustus verlaten, staat er een stevige win ter voor de deur. Verleden jaar, toen van koude geen sprake was. zijn de zwaluwen tol in October hier gebleven. Hoewel alge meen dit jaar een strenge winter werd ver wacht, zagen bosehwachters en jagers nog laat in den herfst jonge veldmuizen, het geen altijd op weinig vorst duidt. De larng- staarten zijn intussehen in het gelijk ge steld. Als de tuinlieden in den herfst den grond omspitten, stooten zij dikwijls op de voor raadschuren der knaagdieren. Zijn er groo te voorraden, dan wacht ons een strenge winter. Is de provisie gering, dan blijft de koude weg. In 1928 waren de knaagdieren voortdu rend in actie; den afgeloopen zomer en he<rfst daarentegen maakten zij weinig werk van hun „provisie-kamers". Daarentegen zorgden ratten en mollen er voor, den toegang tot hun holen zoo hoog mogelijk te bouwen. Bij intuit ie voelden zij, dat. er veel waiter zou vallen. De mieren waren nog voorzichtiger en zochten zoo veel mogelijk heuvels voor hun winterver blijf. Uit den aard der zaak kan de stedeling van den bodem geen studie maken, wel ech ter zou hij, evenals de boeren en zeelieden, wat meer op de-n wind en op de lucht kun nen letten. Waanneer des avonds een hooge, dichte wolkenlaag het firmament bedekt en als dam daaroverheen, donkerrood, de stralen van de ondergaande.zon te zien zijn. komt er regen en wind. Ook als uit het Westen, w-anneer er des ochtends geen dauw is ge vallen, dunne wolkenveeren optrekken, om ten slotte den geheelen hemel te verduis teren, zal regen bomen. Gelukkig zijn er ook voorteekenen voor mooi weer. Een beetje avondrood, wolken met een gulden rand, een groote, roodgloeiende zon nebol in den vroegen ochtend, dat zijn al lemaal te ©kenen, die duiden op mooi weer in den zomer, op een helderen vriesdag in het koude jaargetijde. Wees niet verdrietig als gij des zomers bij het ontwaken een dichten nevel ziet. Veelal is hij de voorbode van een warmen dag. Loopt gij langs een gracht- of kanaal, waaruit een onaangename geur opstijgt, en ziet gij bovendien de zon mat geel onder gaan, reken dan op wind. Hoe sterker het water ruikt hoe matiger de luchtdruk is; omdat uit het. water de moerasgassen opstijgen .en een lage lucht druk be teekent altijd wind en regeu. Ook de barometer weet ons dat te ver tellen, al zien de meeste mensehen het niet. Te veel nog laten wij ons misleiden dooi de imdeeling van het weerglas. De quaJifi- caties bestendig, mooi, veranderlijk, regen, véél regen, storm, zijn eigenlijk niet heele- maal juist. Zeker, als de barometer snel daalt, komt er geen regen; maar dat geldt alleen voor den zomer. In den winter is het- juist an dersom. Dan duidt het vlugge dalen op een hoogere temperatuur. „Hbld." UIT DE DIERENWERELD. De Mieren. Naast de bijen zijn de mieren ook een der meest interessante diersoorten, wat betreft de levenswijze. Hun altijd voortdurende, bedrijvigheid, hun somtijds, men zou kunnen zeggen ver standig optreden en het oplossen der ver schillende problemen, waarvoor zij komen te staan, verbluft een ieder, die deze kleine nietige diertjes eens wat van meer nabij gaat beschouwen. Ik zeg met recht verstandig, omdat men soms dingen kan waarnemen, die eigenlijk buiten het instinct der dieven omgaan. Instinct is he. automatisch uitvoeren van die handelingen, die de-dieren moeten verrichten, omdat de Schepper die in hun natuur gelegd heeft, en die steeds conse quent worden doorgevoerd. De lezer van dit en volgende artikelen zal zelf kunnen beoordeelen, wat ik te veel of te weinig heb gezegd, wanneer ik de uit drukking „verstandig optreden" bezig. Evenals de bijen leven de mieren ook in groote kolonies bijeen, waar ook weer een „Staatsinrichting" valt waar te nemen. In tegenstelling met de bijen, die in een kolonie slechts één koningin bezitten, heb ben de mieren een veel grooter aantal ko ninginnen, die voor de uitbreiding van het ras hebben te zorgen. De diverse werkzaamheden worden ook weer uitgevoerd door de z.g. werkmieren. Onder de werkzaamheden verstaat men het bouwen van de mierenwoning, welke op een zeer kunstige wijze in elkander wordt gezet, het verzorgen der koningin nen, eieren, larven, poppen en jonge mie ren, welke nog niet zelfstandig kunnen ar beiden. De werkmieren zijn z.g. „geslachtsloos". Een percentage van de kolonie is verte genwoordigd door het mannelijk geslacht, die ook weer een zeer lui leventje leiden en slechts de bevruchting der koninginnen tot hun levenstaak hebben. Wanneer dit geschiedt is, komt er aan hun leventje een einde, omdat zij dan onherroepelijk een prooi van den dood worden. De bouw eener mierenwoning is hoogst interessant. Het geheel bestaat uit vochtige aarde, kleine stukjes hout grassprieten en bla deren. Het gebouw telt tientallen gangen, galereien en groote en kleine zalen. Bij het- bouwen ervan kan men de mie ren het mooit- in hun bedrijvigheid waar nemen. Iedere'mier werkt zelfstandig, een lei ding is er niet en toch komt het geheel schitterend in elkaar. Bij de mieren luidt de parool „vrijheid ren het mooist in hun bedrijvigheid waar toe of een van hen iets verkeerds doek In dit- geval breken de andere mieren het af gekeurde werk af en hernieuwen het op de juiste wijze. Onder de mieren treft men verschillen de soorten aan en even zoovele manieren van bouwen. In het bijzonder al deze soorten beschou wen is min of meer ondoenlijk en wordt te droog. Van enkele soorten wil ik echter in de volgende artikelen wel enkele interessante bijzonderheden aanhalen. De nesten worden door het eene soort onder, bij anderen boven of gedeeltelijk on der en boven den grond aangebracht, ter wijl weer anderen hun nesten bouwen in oude boomstammen, tuschen rotsen en on der steenen. Bijzonder opmerkelijk is de wijze, waarop de mieren bun uitgangen aanleggen en be waken. Men treft een mierensoort aan, dat haar openingen op geruimen afstand van het nest aanlegt, welke dan door onderaard- sohe tunnels met het nest in verbinding staan. Ook worden de toegangen, die in de onmiddellijke nabijheid van het nest zijn aangebracht gedurende den nacht ge sloten. Enkele, bijkans onzichtbare spleten laten dan toe. dat een aantal mieren zich naar buiten begeeft om de uitgangen we derom open te stellen, zoodat overdag de werkzaamheden vlot kunnen vcrloopen. Ook met regen worden de openingen af gesloten. Een waarnemer verhaalt hoe een mierenkolonie bij regen stukjes lei over de openingen schoven om zoodoende de moeite te besparen, van het dichtstoppen met zand, steentjes, hout e.d. Een vijftigtal mieren was dan geregeld voor deze werkzaamheden aangesteld, zoo dat binnen den kortst mogelijken tijd het geheele nest afgesloten was. Dikwijls worden de poorten door schild- waohten bewaakt, zoodat geen ongenoode gasten naar binnen kunnen komen. Dit geschiedt b.v. doordat de schild wacht met de kop den geheelen opening afsluit, als een kurk een flesch. De mier zelf zit beschut en kan met de kop een mogelijke aanvaller door bijten op een afstand houden. OBSERVATOR. f 12. 75 f 13. 75 zijn PRIJZEN, welke van Schijndei schoenen het mooiste van alle Nederlandsche fabrikaten in „aantrekkelijkheid" verhoogen. 3231 Een paar van Schijndei Schoenen is heden Uw èenigste wenschl NIEUWE MODELLEN 1931 Uw cachet verlangt VAN SCHIJNDEL's SCHOENEN N.V. Oswald Elie Kort Rapenburg hoek Noordeinde - TELEFOON 344 4.50 GLD. Permanent met 8 maanden garantie, waarom zult U meer betalen. Onnoodig. Wij geven wat iedere dame verlangt: een natuurlijke golf. Knippen wasschen en onduleeren 75 ct. Zaterdags 1 sld. Bespreekt vroegtijdig. Maison PLANT- FEBER, Apothekersdijk 8. 1GS7 TE KOOP nog enkele pracht theemeu bels voor 12.50. Komt nooit meer en twee pers. wasch- kast, Amerk. greenen, pracht spiegel eu marmerblad, spot prijs 25.een pracht eiken opzet met geslepen spiegel voor f 8.50 bij J. v. d. KROGT, Zoeterwoude, Wa tertje. 3236 Bij aankoop boven f 5.— knippatroon 90 cM. breed TAFFETZiJOE, diverse 4Q kleuren, waarde 1.25, thans. Moet U vlug bij zijn. Wollen CREPE DE CHINE, alle kleuren, dubb. breed Cl. Komt nooit weer. ENGELSCHE MANTEL STOFFEN, 2 el breed 1.98. 99, 19 CL GEBLOEMDE WOLLEN MOUSSELINES A Q „f Waarde 1.25, thansT-Clbl. Dit zijn weer echte v. DAM's prijzen l GEBLOEMDE ZIJDEN GE0R- j GETTE, dubb. breed, waarde 3. thans 89 ct. Let U hier vooral op. GERUITE GEORGETTE, 't nieuwste, dubb. breed, Gy p| div. kleurenUu bi ENZ. ENZ. ENZ. Wie van deze bijzondere aankoopen "^(5 profiteeren wil Spoede zich naar"f(| De „WereBd-Bekende" DONXERSTEEG 13-13 1 Finale Uitverkoop wegens ver plaatsing naar Botermarkt 10-11 ""$91 KOFFIEBRANDERIJ EN THEEHANDEL 2™ merk A Iste soort f 1.20 Onze verpakte Koifie en Thee is bij de meeste Winkeliers verkrijgbaar. f 0.90 VERKOUW STOKHUIJZEN MIDDELWEG 3-7-9 TELEFOON 69 BURGER WOONHUIS ie koop te Zoeterwoude Hoo ge Rijndijk. Te bevragen bij H. J. VAN MIL, Gemeente- Opzichter Zoeterwoude. Di rect Le aanvaarden. 3228 H.H. VEEWEIOERS Door landbouwer met «eei voer wordt stalling aangebo den voor 20 a 25 koeien toi land tijd. Brieven onder no 1685 bureau van dit blad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 7