VRAGENBUS DINSDAG 24 MAART 1931 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. 10 Overplaatsing onderwijzeres. Tengevolge van hefc aan mevrouw J. G. van SwietenVlieland verleend eervol ontslag als onderwijzeres aan de oplei- dingsonool voor u. 1. o. aan de Lange- brug B, is aan deze school een vacature ontstaan. Aangezien die vacature door over plaatsing kan worden vervuld, geven B. en W. den Raad in overweging, met in gang van een nader door hun College te bepalen datum, over te plaatsen naar de opleidingsschool voor u. 1. o. aan de Lan ge-brug B. mejuffrouw. P. M. Aleman, onderwijzeres aan de o. .1 school aan de Vrouwenkerksteeg A. De ontwikkeling van het politiepersoneel. In een adres verzoekt de afdeeling Lei den van den Algemeenen Bond van Po- litie-personeel in Nederland om gelden beschikbaar te stellen voor een ten be hoeve van het politie-personeel in te stellen cursus in motorkennis en een cur sus in de Nederiandsche en moderne ta len. De Burgemeester acht voor inwilliging van het verzoek geen termen aanwezig op grond van de volgende overwegingen. Het is vo'or een goede uitoefening van den politiedienst niet noodzakelijk, dat het geheele personeel kennis heeft van motoren (waaronder adressante naar gebleken is ook het besturen van motor rijtuigen verstaat) en zeker thans niet, na de instelling van de verkeersbrig&de. Het personeel van die brigade (omvat tende 14 man) heeft een cursus in mo torkennis gevolgd en ontving ook onder richt in het besturen, zoodat dit perso neel met motorrijtuigen voldoende be kend is. Evenmin bestaat er aanleiding tot in stelling van een cursus in de Nederland sche en moderne talen. Niet alleen, dat het bijbrengen van meerdere ontwikkeling in de eerste plaats ligt op den weg van de organisatie van belanghebbenden zelf, in onze gemeente komen de agenten, ook niet zoo veelvuldig met vreemdelin gen in aanraking, dat de kennis van de moderne talen voor de goede uitoefening van den dienst een onontbeerlijk ver- eischte zou zijn. En wat de Nederlandsche taal betreft, naar mate de eischen van ontwikkeling bij aanstelling hooger worden gesteld, zal het euvel vau onvoldoende kennis verminderen. De toestand is te dezen aanzien in de laatste jaren reeds aan merkelijk verbeterd. Tot het bijbrengen van meerdere ontwikkeling hetgeen, naar werd opgemerkt, in de eerste plaats op den weg van de vakbonden ligt, mag ze ker allereerst vermeerdering van de ken nis van de eigen ta-al gerekend worden, zoo die onvoldoende blijkt. Voor aanvul ing van een tekort in dit opzicht is een dankbare en mooie taak voor de bonden weggelegd, welke immers alle verheffing van den politiestand nastreven. Onder mededeeling, dat hun College zich met de opvatting van den Burge meester geheel kan vereenigen, geven B. en W. in overweging op het verzoek van de afdeeling Leiden van den Algemee nen Bond van Politie-personeel inzake het instellen van cursussen in motorken nis en in de Nederlandsche en moderne talen afwijzend te beschikken. Verzoeken om gratificatie voor het Politie-personeel. Öok het verzoek van de afdeeling Lei den van den Algemeenen Bond van Po litiepersoneel in Nederland, om aan de hoofdagenten en agenten van politie als vergoeding voor het gepresteerde bij den .Stadhuisbrand een bedrag van 25 uit te keeren, is naar het oordeel van den Burgemeester en van het College niet voor inwilliging vatbaar. Ter toelichting hiervan merken B. en W. allereerst op, dat het tot de natuur lijke, gewone taak van de politie be hoort, bij brand te assisteeren en dat het in deze geenerlei verschil maakt, of brand uitbreekt, in gemeente-gebouwen, dan wel in particuliere gebouwen. Al moest bij den Stadhuisbrand door de po litie, gedurende langen tijd moesten wor- digheden worden gewerkt, hierop kan noch door de inspecteurs-, noch door de agenten een beroep worden gedaan, om een gratificatie te ontvangen in den zin, zooals b.v. aan de ambten ren van Ge meentewerken en van de Gemeente secretarie werd toegekend, omdat de extra-werkzaamheden van laatstgenoem den, in tegenstelling met die van de po litie, gedurende lnagen tijd moesten wor den verricht en een geheel buitengewoon karakter droegen. Dit geldt ook voor de Brandweer, en zooals telkens geschiedt, wanneer over uren worden gemaakt, heeft het perso neel van de Brandweer bij den Stadhuis brand een extra-bgïooning ontvangen vol gen? de voor dat personeel geiden-de re geling van betaling van overuren. Wat nu de politie betreft, aan het la gere personeel werd, naar .analogie van een voor den 3 October-dag getroffen re geling, als belooning voor extra-diensten in den vorm van vergoeding yan overuren een uitkeering naar den volgenden maat staf gedaan: hoofdagenten 1.agen ten le klasse 0.S0 en agenten 2e klasse 0.70 per uur. De inspecteurs hebben wel allen een gelijk bedrag van 25.ontvangen, doch ook aan de bepaling van dit be drag ligt een belooning naar rato van gemaakte overuren ten grondslag. Vast stond, dat het aantal overuren van de inspecteurs grooter was, dan dat der agenten: waar echter het juiste aantal voor ieder niet meer kon worden vast gesteld, werd, overeenkomstig den wensch van belanghebbenden, voor allen een ge lijk bedrag bepaald, dat derhalve als het. gemiddelde van de hun toe te kennen vergoedingen moest worden aangemerkt. Het is alzoo onjuist, dat voor de inspec teurs een andere maatstaf, dan voor de agenten werd aangenomen. Hoewel hefc College met den Burge meester allen lof heeft voor de door de politie bij den Stadhuisbrand onder zeer moeilijke omstandigheden verrichte dien sten, zoo bestaat er voor het College nchtans op grond van het vorens-taande geenerlei aanleiding, om aan de hoofd agenten een vergoeding, als adressante vraagt, foe te kennen. De stembureaux. Het aantal stembureaux voor de a.s. verkiezingen is gebracht van 46 op 51. Zooals gebruikelijk is, hebben B. en W. ook nu weder aan een groot getal kiezers verzocht gedurende de komende periode zitting te willen nemen in een der stembureaux, 't zij als lid, 't zij als plaatsvervangend lid. B. en W. heb'ben daaraan toegevoegd een verzoek om hun vóór een bepaalden datum bericht te zenden, indien zij e.v. niet bereid waren in een stembureau zitting te nemen. Van de personen, die, aldus B. en W., een dergelijk bericht niet zonden, mogen wij dus verwachten, dat zij ons niet zullen teleurstellen, doch bereid zullen zijn ons bij het verkiezingswerk behulpzaam te zijn. VER. TOT BEV. VAN DE OPLEIDING TOT INSTRUMENTMAKER De jaarvergadering In het Natuurkundig Laboratorium heeft gisteravond de Vereeuigig tot Bevor dering van de Opleiding tot 'Instrumentma ker onder voorzitterschap van prof. dr. W. J. de Haas haar 30ste jaarvergadering ge houden. Aan het jaarverslag, uitgebracht door den secretaris-penningmeester, dr. C. A. Crommelin, is het volgende, ontleend: Het jaar 1930 kenmerkte zich niet door bijzonder belangrijke gebeurtenissen. De zoo dringend begeerde uitbreiding van het aantal leerlingen kon echter nog niet plaats vinden toch zijn in dit opzicht de vooruitzichten voor 1S31 gunstiger, dank zij een door de Regeeving verleende sub sidie verhooging. Derhalve kunnen wij met een betrekkelijke tevredenheid op ons werlj terugzien. Het aantal leden der vereeniging onder ging een .kleine vermeerderingwij ver loren 8 leden, 17 nieuwe leden traden toe, zoodat op 31 December 1930 het ledental bedroeg 246. De toestand der geldmiddelen werd ge heel beheerscht door een krachtig stre ven naar versobering en bezuiniging. Al leen die uitgaven, die onvermijdelijk moch ten heeten, konden gedaan worden. Hier door konden ook dit. jaar een aantal jon gelieden, die geheel aan de practische eischen voor de toelating voldeden, niet tot de opleiding worden toegelaten de voor toelagen aan leerlingen toegestane post was hiervoor niet. toereikend. Tot onze groote voldoening kunnen wij vermel den, dat de Regeering voor 1931 een sub- sidieverhooging voor dit doel heeft toege staan. Wat het onderwijzend personeel aan gaat hadden wij in 1930 het vertrek van den heer Kraaneveld te betreuren, die den lsten Juni zijne betrekking voor die van leeraar in hel instrumentmaken aan "Phi lips' Bedrijfsschool te Eindhoven verwis selde. De heer L. W. Muller, oud-leerling onzer opleiding, heeft zijn plaats ingeno men; in hem meenen wij een uitmuntende leerkracht aan de opleiding verbonden te hebben. Verder zorgden voor de practische op leiding de ambtenaren van het Natuurkun dig Laboratorium, n.l. de heeren G. J. Flim en H. J. Wismeier voor het. instru mentmaken, O. Kesselring voor het glas blazen, L. Ouwerkerk, A. Ouwerkerk en H. Th. van der Starre voor het. amanuensis vak en W. Walstra voor het smeden en bankwerken en het machinevak; zij allen genoten een toelage uit de kas der Ver eeniging. Voorts waren de heer P. J. van der Baan als leeraar in het instrumentmaken, de heer A. R. B. Gerritse als leeraar in het glasblazen en de heer G. W. Hampe als leeraar in het glasslijpen uitsluitend voor rekening der Vereeniging werkzaam. Het aantal leerlingen bedroeg bij den aanvang des jaars 53. Gedurende het jaar 1930 verlieten ons 11 leerlingen, één werd geplaatst als monteur aan de Leidsche Gasfabriek, drie als instrumentmakers aan Universiteitslaboratoria, één als amanuen sis aan een Hoogere Burgerschool, één als amanuensis aan een geneeskundige kliniek en één als instrumentmaker in de zaak van zijn vader, één verwisselde de Leidsche op leiding voor de Middelbare Technische School te Groningen en drie vertrokken tot het vervullen van hun militairen dienst plicht. Tot de opleiding werden toegela ten 13 nieuwe leerlingen, komende van de Ambachtsscholen te Leiden, Oostburg, As sen, Zaandam, Den Briel en Den Haag. Evenals in de vorige jaren konden ook in 1930 sommige leerlingen, ondersteuning ontvangen uit het door wijlen den heer heer P. W. Janssen gestichte „Janssen- fonds voor Vakopleidingsbeurzen". Hier door werd het menigen talent vollen doch onvermogend en leerling mogelijk ge maakt de opleiding te volgen of te blij ven volgen in gevallen waarin dit anders niet mogelijk zou zijn geweest. In September werden wederom als naar gewoonte de practische instrumentmakers examens afgenomen. De vacantiecursussen vonden op de ge wone wijze in de tweede helft van Augus tus plaats. Aan den cursus* voor instru mentmaken werd door 17, aan dien voor glasblazen door 46 personen deelgenomen. Steeds meer en meer beginnen deze va cantiecursussen een internationale lie tee kenis te krijgen, hetgeen hieruit blijkt, dat zich een aantal buitenlanders onder de deelnemers bevond. Ook in 1930 werden herstellingen aan of constructies van niet aan de opleiding of aan het laboratorium toebehoorende toe stellen en instrumenten verricht, die van wege, de daaraan verbonden moeilijkheden nergens elders in ons land konden worden uitgevoerd. In het bijzonder geschiedde dit ten dienste van openbare instellingen en steeds alleen in zulke gevallen, waarbij deze werkzaamheden buitengewone moei lijkheden opleverden en van concurrentie met de Nederlandsche industrie geen spra ke kon zijn. Uit het. financieel verslag blijkt dat de inkomsten over 1930 heben bedragen: aan bijdragen en contribution 623 aan sub sidie van het Rijk 15.000 en aan die van de gemeente Leiden ƒ7592, in totaal met andere ontvangsten 24.724. De uitgaven vermelden een totaal van 29.325, waar onder f 17.807 voor salarissen van leera ren e.d. De begrooting van 1931 wijst in ont vangsten een eindcijfer aan van 24.440, waaronder een subsidie van 15.000 van het rijk en een van 7470 van de gemeen te Leiden. Het eindcijfer der uitgaven wordt geraamd op ƒ27.489 waaronder een bedrag van 18.260 voor salarissen. De jaarverslagen, alsmece de begrooting werden goedgekeurd. Prof. dr. W. H. Keesom werd als be stuurslid herkozen. Na afloop der huishoudelijke vergade ring werd door prof. ir. C. J. van Nieuwen- burg uit Delft een voordracht gehouden over: „Machinale glasbewerking". DE MODERNE STROOMINGEN IN DE LITURGIE. DE GELOOFSVERVOLGING IN RUSLAND. 204 KERKEN, 5 KLOOSTERS EN 31 SYNAGOGEN GESLOTEN. Geheime eeredienst op zolders of in den kelder. (Door een K. W. P.-correspondent), Buiten de drukte der wereld voltrekt zich in Sovjet-Rusland een strijd, welke doelbe wust en met succes den godsdienstigen grond slag van de Russische volksziel verwoest. Als een zware hamer dringt de actie der goddeloozen op de geloovigen in, die vermurwd en schuw zijn geworden door den jarenlangen strijd, welken zij op leven en dood tegen het dialectisch marxisme voeren, dat hun den gods dienst der liefde wil ontnemen. Zonder veel opzien te baren heeft men in De cember en Januari 204 kerken, 5 kloosters en 31 synagogen gesloten. Te Maikop is behalve de orthodoxe kathedraal ook de Katholieke kerk aan den eeredienst onttrokken en voor profane doeleinden ingericht. Te Leningrad is de Verrijzenis-kerk gesloten, welke gebouwd werd op de plaats waar tsaar Alexander II ten offer viel aan een bomaanslag der Volksrso- cialisten. De aan de buitenzijde aangebrachte gedenkplaten werden verwijderd en door an dere vervangen, welke de ontwikkelingsgeschie denis der Volks-socialistische partij en de na men der moordenaars van den tsaar verheer lijken. Volgens een besluit der regeering is de Verrijzenis-kerk ter beschikking gesteld van het verbond van voormalige politieke tuchthuis boeven, die daar een bioscoop voor revolution- naire films ingericht hebben. Gruwzame wreedheden. wijls tot een gezamenlijk gebed bijeenkomen. Dit alles herinnert aan den tijd der catacom ben, welke in het tegenwoordige Rusland is teruggekeerd. De monniken verjaagd. Verder werden vijf monnikenkloosters op geheven. In 1929 heeft men aan de monniken eerst de kerk ontnomen, vervolgens de cellen en den refter. Op verzoek der bevolking liet men hen echter op hun gronden, welke in land- bouw-perceelen werden veranderd. Naar beste willen en geweien hebben de monniken twee jaar lang hun opbrengst aan de Sovjet afgeleverd en de staat was tevreden Nu heeft men hun ook het recht om den grond te bewerken ontonmen. Op het eind van het vorig jaar werden de onroerende goederen der monniken gewelddadig bij de gemeenschappe lijke landbouwbedrijven gevoegd, en de voor malige bezitters moesten, zonder ook maar een enkel stukje brood mee te nemen, het land in trekken, zoo maar op goed geluk af. Aan de bevolking is onder bedreiging dat ze achter den Poolcirkel gebracht wordt, verboden, den mon niken onderdak te verschaffen. Een deel hun ner heeft zich naar Nischny-Nowgrod en Mos kou begeven, om op de grafsteden der heili gen en martelaren hunner kerk te sterven of achter de ondoordringbare muren der Lub jan- ka-gevangenis van de Gepeoe de rest hunner dagen te slijten. De overigen gaven er de voor keur aan in de bosschen een onderkomen te zoeken, om daar evenals de kluizenaars van vervlogen eeuwen, in holen te wonen en zich met boschvruchten te voeden. Maar slechts weinigen zullen hun doel bereiken, want de Gepeoe heeft patrouilles uitgezonden, welke hen van dè vaderlandsche bosschen verwij derd zullen houden. Zal de wereld ooit ver nemen, hoe deze martelaren zijn omgekomen irp de besneeuwde laaglanden van het gouver nement van Wladimir?... Toch leeft de Kerk! En toch leeft de Kerk in Rusland! Ondanks enorme inspanning kon het regeeringsapparaat de organisatie der Russische Kerk niet breken. Het opperste kerkelijk gezag ligt in handen van den metropoliet Sergius, die energiek, met aanwending van zijn gansche kracht en autori teit, een heldhaftigen strijd voert voor het be houd der Kerk en de geestelijkheid, In tegen stelling met in het buitenland verspreide ge ruchten, is de autoriteit van den metropoliet in de kringen der orthodoxe geloovige niet ge schokt, Trouw het voorschrift van den afge storven patriarch Tichon volgend, heeft hij de kerk van het politieke strijdperk terugge.- diongen en de weg, welken hij tegenwoordig bewandelt, is in deze omstandigheden de eenig begaanbare. De nieuwe belastingwetge ving, waardoor de Kerk totaal aan de wille keur van den Staat is overgeleverd, zal er on getwijfeld toe bijdragen, de zichtbare organi satie der Russische Kerk te vernietigen, want de strijd wordt met ongelijke wapens gevoerd. Door de nieuwe wet zal de Kerk in de cata comben gedreven, maar nooit heelemaal ver nietigd kunnen worden, want de aanwas van priesters kan zelfs door de almachtige Ge peoe niet tegengehouden worden. In dit op zicht zijn de offers der Russische Kerk en haar geloovigen onovertroffen. Maar toch is de toestand der Kerk zeer, zeer ernstig. Het strijdprogram der goddeloozen wordt onweer staanbaar doorgevoerd, het sluiten van ker ken gaat regelmatig voort, evenals het uit roeien van de geestelijkheid, Maar voor de toekomst is vooruit gezorgd.... V raag: Weet u ook een middel om vet vlekken uit een rood met zwart vloerkleed te verwijderen? Antwoard: Hefc overtollige voorzich tig afkrabben. De rest verwijderen met een borsteltje met benzine (denk aan het brandgevaar, 't Overtollige vet verwijde ren: strijken over de vlak, welke bedekt is met ongeglansd grauw papier. V raag: Kunt u mij ook inlichten of er hier in Leiden een Incassobureau bestaat, dat zich belast met het innen van kwitan ties van wanbetalers? Antwoord: Een dergelijk bureau is ons hier onbekend. V raag: Geeft het Rijk subsidie of wel renteloos voorschot of anderszins, voor het stichten van nieuwe woningen aan groote gezinnen, aan n i e t-landarbeiders, b.v. aan personen in overheidsdienst werkzaam? Waar is het hoofdkantoor gevestigd van den Bond van R. K. Groote gezinnen. Kan ieder daar lid van worden die een groot gezin heeft en wat bedraagt de contributie per jaar? Antwoord: Voor zoover wij weten geeft het Rijk geen subsidie aan afzonder lijke personen. Stelt u eens in verbinding met den voorzitter van de R. K. Vereeni ging van Gezinshoofden te Leiden, afdee ling van den Nederl. R. K. Bond voor Groote Gezinnen, den heer P. Heemskerk, van der Duinstraat 16, Leiden, Ieder R. K. gezinshoofd kan lid worden, ook zonder groot gezin. V raag: Hoe kan ik bruin glacé hand schoenen, die vuil zijn geworden, reinigen? Antwoord: Waschbare glacéleeren handschoenen wasschen in houfczeep. Niet waschbare schoonmaken met tetra of ben zine. Leg de handschoen op een ouden schoonen doek en wrijf met een lapje of watten de handschoenen droog. Vraag: Steunt men door het lezen van de Katholieke Radio Gids de K.R.O. of moet men lid zijn van de K.R.O. en jaarlijks een bijdrage geven. Antwoord: Wel wordt eer.ige steun ver leend door zich te abonneeren op de Kath. Radio Gids, doch dat is geheel onvoldoende. Wie de K.R.O. wil steunen, geve zich op voor het lidmaatschap van de K.R.O. Het contract tusschen priester en volk. Op uitnoodiging van de R.K. Studentenver- eeniging „Sanctus Augustinus" hield de zeereerw, hooggel, heer prof. Z. de Korte, hcogleeraar aan het Groot Seminarie te War mond, gisteravond in 't „Eigen Huis" een in leiding over bovengenoemd onderwerp. Onder de aanwezigen merkten we behalve den moderator, den weleerw. rector Reijnen, die van een ziekte van eenige weken weder hersteld was, op den zeereerw. heer pastoor Th. M. Beukers. Na een woord van hulde aan het bestuur van „Sanctus Augustinus" voor de keuze van dit onderwerp, waaruit de belangstelling der studenten spreekt voor den kerkelijken eere dienst, zeide de eerw. inleider, dat het, onder werp in zijn geheel misschien wel wat teveel bespreking zou vragen, waarom hij zich meer in het bijzonder wilde beperken tot den band, die er moet bestaan tusschen priester en volk, om de liturgie meer aan haar doel te doen beantwoorden. Spr. maakt dan onderscheid tusschen het streven, dat uitgaat van het Centraal gezag, de Kerk, en van den anderen kant het streven van het volk. Ontegenzeggelijk is de leek in de laatste eeuwen vervreemd van den openbaren eerdienst, hetgeen men kan constateeren aan den bouw van zoovele kerken en niet in het minst aan dien der kathedralen, waar de han delingen der kerkelijke plechtigheden slecht te volgen zijn. De afval in de Hervorming is voor een deel mede te wijten aan het geringe contact, dat er tusschen leek en priester be stond. In de laatste jaren komt er veel verandering ten goede en Paus Pius X is een der ijverigste bevorderaars geweest voor het vernieuwen van den band tusschen beiden. Z. H. zeide het im mers zoo duidelijk, dat de eerste en onmis bare bron voor den leek tot verdieping van godsdienst was de deelname aan de H. Ge heimen en dat program is door Paus Pius XI nog eens onderschreven in zijn: „Divini Cultus". Spr.. gaat dan na hoe in verschillende lan den eenige vrijheid wordt gelaten over de toe passing van de voorgeschreven wetten te dien aanzien en hoe in enkele landen van Europa de concretiseering ervan in haar werk ging. In Duitschland en Oostenrijk vooral zijn ver schillende vrijheden geoorloofd, die bij ons niet toegelaten zijn, hetgeen spr. met voorbeel den aantoont uit diverse bisdommen, die het volk meer dan ergens anders, laten deel nemen in de liturgische handelingen der Kerk, terwijl bovendien in Duitschland en Oostenrijk groote concessies zijn gedaan ten aanzien van den ritus, zoodat men hier en daar bij doopsel- en begrafenisritueel de Latijnsche tekst meerma len wordt vervangen door het Duitsch, terwijl men hier te lande slechts op enkele punten 't Hollandsch mag gebruiken naast den Latijn- schen tekst. Een ander verschijnsel is de z.g. Missa dia- Icgata, waarin alles, wat de misdienaar anders bidt en antwoordt, door het volk wordt gereci teerd. Dit brengt evenwel ook bezwaren met zich mede en spr. gelooft, dat in vele paro chies de individueele devotie van velen hier door schade zal lijden, zoodat men slechts heel langzaam hiermede zal vorderen. In jeugdinstituten behoeft de toepassing ervan echter geen bezwaar te ondervinden. In dit verband wijst spr. er ook op, dat in ons bis dom alleen al wekelijks 20.000 exemplaren van het Volksmissaal worden gebruikt, terwijl de zang-methode Ward er ook veel toe bijdraagt om het contact te verinnigen. Hierna treedt prof. de Korte in meer gedé- tailleerde beschouwingen over het celebreeren der H. Mis met het gelaat naar het volk ge wend. Hoe dichter het altaar naar het volk komt, hoe meer het contact volledig wordt, maar het is nu maar de vraag, of het goed is. De kerkelijke wet verbiedt zulks niet, maar naar spr.'s meening zijn er onoverkomelijke bezwaren aan verbonden. Spr. is het te dien opzichte eens met pater Verwilst, die in het Liturgisch Tijdschrift van Aflighem deze kwes tie heeft besproken en waarin deze tot de con clusie komt, dat de aard van het thans nog geldend ceremonieel zich kant tegen die wijze van celebreeren. Dit komt vooral tot uiting bij de consecratie en de communie van den pries ter. Alleen misschien de Voormis zou den aard van het Officie niet tegenspreken. Kortom, de bezwaren acht spr. te groot, dan dat hij meent, Evenals de christelijke godsdiensten staat ook de joodsche aan ruwe vervolging bloot. Te Kiew b.v, zijn thans alle synagogen gesloten. Rabbi Abramski van Slutzk (gouvernement Minsk, Wit-Rusland) is naar Siberië verban nen. In de Gepeoe sneed men hem met geweld den baard af en zijn lichaam werd zoolang met gloeiende naalden gestoken, tot hij er uitgeput bij neerviel. Te Armawir, Roskow a. D., Kiew, Rarken en Wjasjma werden den orthodoxen priesters, wien de regeering de uitoefening van hun ambt verboden heeft, mishandelingen toe gebracht, welke ik niet nader beschrijven kan. Sovjet-ondergeschikten (en wie is dat in het huidige Rusland niet?) die men ook slechts van een enkel kerkbezoek kan beschuldigen, wor den onmiddellijk ontslagen en ter „verbete ring" naar het boschgebied aan de Karelische grens gezonden, om hout te hakken en voor den uitvoer klaar te maken. Op Zon- en feest dagen, welke op zich zelf beschouwd natuurlijk afgeschaft zijn, durft slechts zelden iemand den dienst in een kerk bij te wonen. Daarente gen zijn door de week, als de communisten niet zoo n scherpe controle uitoefenen, de kerken, welke nog open zijn, goed bezocht. Alleen.ver trouwen de kerkgangers elkaar niet meer. Want niemand weet, of zijn buurman een spion of een eerlijk gezinde geloovige is. Uit de parti culiere woningen zijn de heiligenbeelden bijna heelemaal verdwenen; men houdt ze verborgen onder het hoofdkussen en in koffers en haalt ze slechts onder het morgen- en avondgebed te voorschijn. In het verborgen brandt evenwel nog menige olielamp voor een heiligenbeeld, dat verstopt is achter kisten op zolder of in den kelder, waar buren en geestverwanten dik- dat de Kerk eraan zal kunnen toegeven. In „St. Bavo" heeft spr, in den breede die be zwaren uiteengezet. Zij zijn in het kort de volgende: Het H. Sacrament moet op de voor naamste plaats in de parochiekerk zijn. Indien de priester nu met het gelaat naar het volk celebreert, kan het tabernakel niet op 't hoog altaar staan en dat ligt niet in de lijn van de eucharistische beweging. Voorts levert het uit reiken van de H. Communie onder de H. Mis moeilijkheden op, men weet geen raad met de canonborden, maar dat is toch niet een juiste oplossing, want er moet toch gestreefd naar inniger contact, wijl zulks noodig is niet al leen voor de geloovigen, maar ook voor de onverschilligen, die aohter in de kerk maar heel matige aandacht toonen, of liever nog uit de kerk zouden willen wegblijven, indien ze zulks konden. De vice-praeses van „Sanctus Augustinus" dankte prof. de Korte aan het slot van zijn voordracht voor de wijze, waarop hij dit vraag stuk onder de oogen had gezien en hij hoopte, dat zijn woord vruchtdragend zou mogen zijn. Na een korte gedachtenwisseling over het onderwerp, ging de vergadering over tot be handeling der agenda. Onder de ingekomen stukken was een schrijven van den afgetreden praeses, den heer H. J. Brückel, waarin deze mededeelde, dat de vergadering van 9 Maart aanstoot had ge nomen aan zijn wegblijven op die vergadering en dat men ten onrechte veronderstelde, dat zijn aftreden als zoodanig in verband stond met de vereeniging zelve. De inzender zeide in zijn schrijven met nadruk, dat de redenen voor zijn heengaan niet uit de vereeniging zijn voortgekomen en hij uitte slechts woorden van lof over de aangename samenwerking, die hij steeds heeft mogen ondervinden. Hierna werd tot nieuwen praeses van „Sanc tus Augustinus" gekozen de heer L. H. C. Per- quin, die daarna door den vice-praeses, den heer L. Bollen, met eenige toepasseljike woor den werd geïnstalleerd en waarin deze o.m, wees op de vele verdiensten van den heer Perquin als bestuurslid van het „Eigen Huis' als Unie-afgevaardigde en zijn ijver vooral prees in de actie om de katholieke stu denten lid te doen worden van de vereeniging. De heer Perquin dankte voor het in hem gestelde vertrouwen, hij wees op de verdien sten van den afgetreden praeses Brückel en wekte tenslotte de leden op mede te werken om te trachten toch zooveel mogelijk katho lieke studenten onder de vaan van St. Augus tinus te brengen. Na rondvraag volgde sluiting der vergade ring.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 10