Vrijdag 20 maart 1931 19 21 98 29 98 79 69 43 RECHTZAKEN STADSNIEUWS de leidsche courant tweede blad pag. 6 Haarl.straat 245, Nieuwe Rijn 58 STEEDS G0EDK00PER Zware zijden Nonladder A Q Dameskousen T*ït Allo vernet. Dubbelbreed Landhuisstof, reclameprijs. Ontbijtlakens 114 x 150, diverse kleuren Gummi Schortjes, leuke patronen. Gestreepte Damesjas- schorten Heerenflanellen. dubbele borst Waschzijden Dameskousen, 100 onovertrefbaar, van 155 voor IUU Gekleurde Damesonder jurken. Damesdirectoires, koopje. Zaterdag, Maandag, Dinsdag en Woensdag bij aankoop vanaf 2 Gulden een fraaie Kop en Schotel CADEAU gemeenteraad van nieuwveen MOORD TE HAARLEM In den avond van 6 Februari had in een per ceel in de Bakkumstraat te Haarlem twist plaats. Een der bewoners, de 65-jarige grond werker C. had 128 ouderdomsrente ontvan gen en voor dit bedrag bad hij met drie man nen en een vrouw een prettigen dag doorge maakt, waarbij de sterke drank niet versmaad werd. In den loop van den avond kreeg men ruzie en de edele gasthepr raakte slaags met de 45-jarigen koopman de V. Na een worste ling nam C. een beeld, voorstellende Beet hoven op een bank, en sloeg daarmede den derden gast, een koopman, een gat in het hoofd Intusschen nam de V. een knipmes en gaf zijn gastheer een steek boven het hart, waar door een hartslagader getroffen werd en C. onmiddellijk dood neerviel. Aanvankelijk dacht men, dat C. door de hevige opwinding gestorven was, maar de sectie op het lijk wees anders uit. Voor de politie legde de dader een volledige bekentenis af. Donderdagmiddag stond hij voor de Haar- lemsche Rechtbank terecht. Hem was ten laste gelegd, dat hij den 65- jarigen C. opzettelijk van het leven beroofd had, althans zwaar lichamelijk letsel had toe gebracht. Na getuigenverhoor wordt tegen verdachte vijf jaar gevangenisstraf geëischt. Uitspraak 2 April. DE MOORD TE CUYCK Zooals men zich zal herinneren, is in den nacht van 30 Januari 1.1. te Cuyck de zwer ver B. Tap in een schuur van het leven be roofd, waarna het lijk in een moddersloot is geworpen. Het onderzoek van politie en jus titie leidde tot de arrestatie van de zwervers D. v. D. en B. M. Op 5 Februari stonden zij voor de rechtbank te Den Bosch terecht en eischte het O. M. tegen beiden resp. 8 en 12 jaar gevangenis straf. De rechtbank verwees de zaak hierna, op grond dat het onderzoek niet volledig was gweest naar den rechtercommissaris. Gisteren diende de zaak opnieuwe voor de rechtbank. Thans werden o.m. nog twee doktoren als ge- tuige-deskundigen gehoord. Tegen v. D.. die bet eerst terecht stond, eischte het O. M. 8 jaar gevangenisstraf. Daarna stond de ver dachte B. M., een vrouw terecht. Zij bleef hardnekkig ontkennen en gooide alle schuld op v D. Wel gaf zij toe, mede te hebben gehol pen, het lijk in de sloot te werpen. Het O. M. eischte veroordeeling van de vrouw wegens moord, gepaard gaande met berooving, tot 12 jaar gevangenisstraf. De verdediger mr. Adel- meyer concluleerde tot vrijspraak. Uitspraak 2 April. V/ erkloozenrelletjes te Amsterdam Voor de Amsterdamsche Rechtbank is be handeld een nasleep van de werkloozenrelle- tjes. Een zekere Veerman was beschuldigd een inspecteur van politie, wie men de sabel had ontrukt, ernstig te hebben mishandeld. De eisch luidde: één jaar ei zes maanden. Uitspraak 2 April. Dinsdagavond te half acht, kwam de Raad dezer gemeente in plenaire zitting bijeen, on der. presidium van den burgemeester, den edelachtb. heer J. W. Geesink. De „publieke tribune" was, bij hooge uit zondering goed bezet. De onlangs aangekochte tweed eh an dsch brandkast, doet het goed in de raadskamer. De voorz. opent de vergadering op de ge bruikelijke wijze en notulen volgen. Volgt mededeeling dat de kas van den ge meente-ontvanger, den heer W. v. d. Vos, is gecontroleerd en in stipte orde bevonden. Komen ter bespreking eenige reclames over te veel betaald schoolgeld, door N. en J. van Harten. Restitutie wordt verleend. Reeds gymnastiek genoeg. Ter tafel komt dan een afschrift van een re quest, door den Raad van Arnemuiden aan H.M. de Koningin gericht. Arnemuiden vraagt daarin ontheffing van het op 1 Jan. 1936 vcor de O. L. scholen verplicht wordend vak, lichamelijke oefeningen, dat meebrengt de bouw van een gymnastieklokaal. Genoemde Raad vtrzoekt onze vroedschap, adhaesie aan het request te betuigen. B. en W. willen zich hier van prae-advies onthouden. De heer Rij laarsdam vindt dat de jeugd ten plattelande al genoeg aan gymnastiek doet. Weth. Augus- tinus brengt naar voren, dat de openbare school vroeger voor allerlei doeleinden gebruikt werd, vnl. voor bazars. Nu de school zoo is op geknapt zou het te betreuren zijn als zij weer spoedig tot verval kwam. Een nieuw gymnas tieklokaal zou de kwestie kunnen oplossen. De heer Vossepoel meent, dat de vereenigin- gen, die van het lokaal gebruik zouden maken, tegen een zeker bedrag, de financieele kosten vcor de gemeente zouden verlichten. De voorz. wijst er op, dat van betaling wei nig zal komen, daar zijn die vereenigingen niet kapitaalkrachtig genoeg voor. Als de openbare school een gymnastieklokaal zou krijgen, zou den, zoo de R.K. ep Christel, school dat eischten, ook zij er recht op hebben, In het gunstigst geval zullen ze met één lokaal kun nen volstaan. De heer Ran betuigt liever zijn adhaesie aan het request van Arnemuiden. Al dus besloten. De Raad neemt vervolgens een nieuwe re geling van den keuringsdienst van Waren aan, waardoor ook de melkveehouders onder deze dienst vallen. Verkabeling, ja of neen. In behandeling kom' nu het electrisch net,* De voorz. deelt mede, dat de Provincie het weggedeelte buiten de kom der gemeente heeft overgenomen. Noodig is nu het achter- uitzetten der palen van het electr. net, daar de weg verbreed wordt. De gemeente zal dit werk laten uitvoeren, doch de Provincie betaalt de kosten, zijnde 2800. Nu vraagt de voorz. of de Raad h«t bovengrondsch net door een on- dergrondsch wil vervangen, daar dit dan mooi kan gebeuren. De meerdere kosten voor dit weggedeelte zullen 4000 bedragen, doch het verkabelen in zijn geheel zal aanmerkelijk meer kosten. De Raad voelt er wainig voor. Allen zijn het er over eens, dat die gelden beter besteed kunnen worden, om de bewoners van het Jaagpad van electriciteit te voorzien. Zij betalen toch ook belasting en als het net eenmaal verkabeld is, is men de gelegenheid kwijt het net door te trekken tot het Jaagpad. De kosten van electrificatie van dat gebied, komt de gemeente op pl.m, 10.000. De schoonheid van het dorp zou door een on dergrondse!) net wel verhoogd worden, doch dat heeft door het warnet van radio-draden reeds zooveel ingeboet, dat het bovengrondsch net er bij in het niet verzinkt. De heer Kan is tegen verkabelen. Weth. Augustinus zou het punt nog willen aanhouden, zoo noodig. De heer Rijlaarsdam acht dit niet noodig en stelt voor het bovengrondsch net op kosten van de Provincie achteruit te laten zetten, dat kost de gemeente niets. Reductie van het electr. tarief. B. en W. stellen voor, verbruikers van meer dan 100 K.W.U. per jaar, de meerdere K.W. Uren voor acht cent in plaats van voor een dubbeltje te geven De gemeente komt dit on- veer op een 250. De heer Vossepoel ziet graag dat het acht cents tarief boven 75 K.W. U. ingaat; dan profiteeren de arbeiders er meer \an, terwijl nu de gegoeden er slechts voordeel van trekken. De voorz. wijst hem er op, dat het hier niet gaat om vermogenden en minvermogenden, maar om groot- en klein verbruikers. De eerste hebben in 1926 en 1927 toen de winst op het electr. bedrijf op onge veer 6000 kwam, geld in de la gebracht, ter wijl de kleinverbruikers eerder geld gekost hebben. Bovendien, aldus de voorz., zijn alle grootverbruikers lang niet vermogend te noe men, want zeer veel winkeliers vallen hier onder. Het voorstel van B. en W. wordt aan genomen. Voor elkaar en niet noodig. Onder de hamer komt daarna het op de vorige zitting gedaan verzoek, om gemeente subsidie, ter opneming van een inwoner onzer gemeente in de Joh. Stichting. Wij herinne ren ons nog de strijd 3ie dat verzoek ver wekte. De voorz. deelt mede, dat B. en W. met de Evangelisatie en de Diaconie der Herv. Kerk tot overeenstemming zijn gekomen. De Evangelisatie wil per jaar 52 bijdragen, mits de diaconie ook tot steun genegen is. De laat ste heeft besloten een gelijk bedrag te betalen. Als een verrassing deelt de voorz. 'tot slot mede, dat het colege van de familie van den betrokken persoon, een schrijven heeft ontvan gen, waarin zij meedeelt dat zij den Raad voor zijn bemoeiingen dankt, doch dat zij, door een gelukkige wending, van verpleging van den betrokkene in de Joh. St. afziet. Verbetering'van den weg. Wat de verbetering van den weg in de ge meente betreft, moet de voorz. tot zijn spijt zeggen, dat ir. Verhey ten sterkste afraadt de weg gelijk met het leggen van het water leidingnet in orde te brengen. Een radicale vernieuwing zal op 20.000 komen, doch het beste zal wezen, dat het plan nog een jaar wordt aangehouden, ofschoon de voorz. gaarne in deze zittingsperiode van den Raad, die dringende kwestie had opgelost. Volgt benoeming der schattingscommissie. De huidige commissie, bestaande uit de heeren Geesink, Hoogervorst, van Leeuwen en Joh. wordt herkozen. Aan de orde is dan de samenstelling van het stembureau. De uitslag luidt: de heer Gee sink voorz., de heer Hoogervorst waarn. voor zitter, tevens stemopnemer, de heer van Kan stemopnemer en de heeren Rijlaarsdam, van Leeuwen en Groeneweg,, waarn. stemopnemers Crediefverleening aan de tuinders De voorz. zegt, dat de Prov. Staten van Z.- Holland tot steunverleening aan de tuinders hebben besloten, nadat de ééne centrale vei ling te Ter Aar tot stand is gekomen. De steun bedraagt ongeveer 1 per roe. Het crediet kan gebruikt worden tot aankoop van mest, stokken, zaaizaad, pacht van land en betaling weekloon. Spr. noemt het een schoon sociaal belang maar moet het toch betreuren, dat het crediet niet gedeeltelijk mag aangewend wor den ter afbetaling van schulden bij den mid denstand. Met deze steunverleening zijn de winkeliers niet gebaat. De voorwaarden waarop crediet verstrekt wordt zijn nog niet malsch. De aanvrager moet lid der Coöp. Centrale Veilingvereen. wezen en de tuinbouw gedurende twee jaar als hoofdbedrijf hebben uitgeoefend. Slechts zij die een gezond bedrijf hebben komen in aanmer king. Wat de borgstelling aangaat, de Prov. Sta ten nemen 60 pet. voor hun rekening, de ge meente moet 30 pet. en de veiling 10 pet. ga randeeren. De voorz. zegt, dat B. en W. de garantie alleen niet willen dragen, doch de geheele raad garant willen zien. Op die voor waarde willen zij in principe zich bij het voorstel van de Staten neerleggen. Aldus wordt besloten. De voorz. veronderstelt, dat de garantie voor de gemeente geen groot risico zal meebrengen. De aanvraagformulieren, die vóór 25 Maart bij de Centr. Veiling verkrijg baar zijn, zullen verschillenden van crediet- aanvragen tegenhouden. Deze zijn namelijk zoo gesteld, dat ér werkelijk eenige durf voor noodig is, om alle vragen, die dikwijls veel van onbescheidenheid weghebben, openhartig te beantwoorden. De voorz. schat het aantal aanvragers voor Nieuwveen op tien en rekent dat de gemeente voor pl.m. 1500 borg zal wezen. Het aanvraagformulier moet naar de Centr. Veling gezonden, die het doorzendt naar B. en W., die al of niet garandeert, van daar gaat het naar d eProv. Staten, die ten slotte beslist. De heer Vossepoel is niet te spreken over het nu eerst kennis krijgen van het schrijven van de Prov. Staten. Spr. vindt dat B. en W. vcor een meer uitgebreide agenda behoort te zorgen, opdat de leden beter voorbereid ter zitting kunnen komen. De voorz. zegt een uitgebreider agenda pertinent te zul'en wei geren. De heer Vossepoel: „Op andere plaat sen geschiedt het toch wel". De voorz. houdt voet bij stuk. Voor uitgewerkte agenda's heb ben wij geen tijd, door gebrek aan het noo- dige personeel, aldus de voorz. Wil de heer Vossepoel uitvoeriger weten, wat behandeld wordt, dan kan hij ter secretarie de stukken ter inzage vinden. Na aanneming dat de Raad in zijn geheel zich garant stelt voor 30 pet., besluit men zich in principe met het schrijven van de Prov. Staten te vereenigen. De kwesiie met de Joh. Stichting. Als laatste agenda-punt komt de kwestie met de Joh. Stichting ter sprake. We weten dat het gaat om verkoop van gemeentegrond aan de Joh. St. B. en W. hadden gevraagd 30 voor de 1700 M2. en de J. S. wilde 10 geven, zoo niet dan zouden krankzinnigen en armlastingen uit de Stichting, voortaan voor rekening van de gemeente komen, aldus had de voorz. der J. S,„ prof. Visscher, gedreigd. Het geheel is een onverkwikkelijk geval, dat de rustige rust en de harmonieuse samenwer king in de vroedschap dreigt te verstoren. Zeer duidelijk trad dit op deze zitting naar voren. Naar aanleiding van een schrijven door het bestuur der J. S. aan de leden van den Raad gericht, heeft het College een verweer, dat tevens als opheldering moest dienen, naar de raadsleden gestuurd. Dit schrijven d.d. 23 Fe bruari j.l. wordt door den secretaris voorgele zen. De voorz. zegt, dat ook naar het bestuur der J. S. een gelijkluidend schrijven is ver zonden. Men kreeg er taaj noch teeken op. Spr. releveert wat op de vorige vergadering naar voren is gebracht. Terecht heeft de heer Rijlaarsdam toen opgemerkt, dat die 1700 M2. voor de gemeente weinig waarde heeft, doch voor de J. S. erg veel. Was de Stichting nood lijdend, dan veranderde de zaak, doch, aldus de voorz., de J. S. heeft in het afgeloopen jaar aan uilgaven 80.000 en aan inkomsten 125.000 dus een winst van 45.000. Was zij calamiteus, zoo had spr., als de heer Vosse poel, voor een schenking gevoeld. B. en W. vraagt nu den Raad een prijs voor verkoop vast te stellen. De heer Vossepoel verwijt den voorz,, dat hij buiten den raad om toezeggin gen heeft gedaan, die nu dit onverkwikkelijk gevolg hebben. Spr. zegt dat om de zaak heen gedraaid wordt. Hij heeft de bestuursvergade ring der J. S, meegemaakt en de bestuursle den kwamen hem betrouwbaar voor. Dan pakt spr. uit tegen de wethouders. Zij hadden bij de besprekingen tusschen den burgemeester en den secretaris met den voorzitter van de J. S. tegenwoordig moeten wezen. Kunnen zij dit niet vanwege hun zaak, dan behooren zij de wethoudersfunctie niet aan te nemen. Wethou- rer 'Augustinus antwoordt, dat hij verzocht heeft 's avonds te vergaderen, doch het kwam er niet van. De heer Vossepoel: „Nu komt alles op het hoofd van den voorz.". De voorz.: „Ik kan er tegen". De heer Vossepoel raakt steeds meer opgewonden. De voorz. hamert. Spr. gaat nog eens het heele verloop der besprekingen na; doch de heer Vossepoel voegt hem toe: „U moet de zaak in een zuiver daglicht stellen". De voorz. na een geweldige hamerslag: „Ik zit hier niet te liegen mijnheer Vossepoel. Dat is de tweede keer dat u onhebbelijk optreedt, Anders ont neem ik u hel woord". De heer Vossepoel zegt dat de voorz. de gevolgen dan maar dragen moet. Na dit incident komt de verkoopsprijs van den grond in behandeling. De heer Rijlaars dam stelt voor 100 De heer Augustinus wil J 30 in verband met de verbouwing van eigen spuithuisje, die op f 30 komt. De heei Groene weg wil het gemeentegrond houden en 5 huur per jaar laten betalen. Daar de J. S. den grond in volle eigendom wil hebben, zal het voorstel Groeneweg wel geen instemming vinden De heer Vossepoel weet, dat de Stich ting den grond in erfpacht wil hebben. Beslo ten wordt de J. S. den grond aan te bieden, óf voor 100 óf in erfpacht voor 75 jaar tegen 5 per jaar. De voorz. zegt dat als het hard tegen hard gaat, er ook andere middelen tegen de J .S. gebruikt kunnen worden. De heer Vos sepoel acht de wijze waarop tegen de J. S. op getreden wordt, niet behoorlijk. „U moet niet vergeten dat de J. S. de gemeente veel voor deel oplevert". De voorz.: „Ja, 300 6 is 1800". De heer Vossepoel: „Waar we niets voor te doen hebben". De voorz, wijst op de romslomp aan admi nistratie, die de Stichting meebrengt. Rondvraag. De heer Vossepoel vraagt bij de rondvraag, of er niets aan den weg in den polder gedaan kan worden. Komt in orde. De heer Groene weg vraagt of er geen andere standplaats voor woonwagens is. De voorz: „Zegt u maar, dat die vraag van de J. S. afkomstig is". Na een lange discussie, waarvan de heer Vossepoel zijn deel krijgt, blijft de standplaats onver anderd, daar de raad niet voelt dat de hui dige plaats last aan de bewoners der ge meente veroorzaakt. Tegen tien uur sluit de voorz. de vergadering K. J. M. V. ST. PETER KANIS. Een Rotala-avond met Jan Beerends als spreker. Woensdagavond gaf op uitnoodiging van het Bestuur de heer Jan Beerends een causerie in het Eigen Huis ever „Het ont staan, wezen en ontwikkeling van het Passie-spel"'. Deze avond stond onder auspiciën van het Reisbureau voor Katholieken „Rotala Neerlandica" uit Den Haag. Jan Beerends, als leider van den kultu- reelen inlichtingsdienst van dit bureau, merkte in zijn inleiding op, dat over Oberammergau en zijn Passiespel al heel veel is geschreven en gesproken. Mis schien wel te veel. Vooral in dien zin, dat men het vertoonde in Oberammergau op gehemeld heeft tot iets zoo subliems, dat de reactie in den vorm van vele teleurstel lingen bij bezoekers, die naar Oberammer gau getogen waren in de veronderstelling iets volmaakts te zien, niet kon uitblijven. Dergelijke schrijvers en veibalers heb ben zich tot taak gesteld het Passiespel op zijn allergunstigst te doen uitkomen met voorbijzien van fouten en tekortko mingen. Zij wilden vóór alles een ideaal beeld geven. Het werd daarom geen beeld van de werkelijkheid, maar een beeld zoo als men het zich in zijn gedachte had voorgesteld 'e moeten zijn. In dergelijke opvattingen is geen plaats voor kritiek. Spreker stelt zich echter niet op dit idea- liseerende standpunt. Het wil trachten eerlijk en rechtvaardig te zijn. Het goede en schoone, dat het Passiespel van Oberam mergau in zoo ruime mate bezit, wil hij aantoonen, maar ook het minder goede zal hij signaleeren. Hij zal dus een kriti* sche beschouwing geven over het be roemde Passiespel. Om het wezen van dit spei beter te be grijpen geeft de heer Beerends een nadere toelichting over de bel eekenis van het too neelspel in het algemeen. Dit behoort tot de oudste kunstvonn evenals de dans. Beide kunstvormen vindt men bij ieder kuituurvolk, hoe oud het ook is. Kunst is uiting van bewogenheid van den geest. De beide kunstvormen, tooneel en dans; lee- nen zich hiertoe bij uitstek. In de dans komt tot uitdrukking de beweging van het bruischende leven tegenover de starre be wegingloosheid van den dood. Het tooneel- spel. geboren onmiddelliik na de dans en gelijktijdig er mee. heeft steeds de be langstelling der menschbeid gehad. In het tooneelspel tracht de mensen zich te ont trekken aan het tijdeliike in het eeuwige van het tijdelooze. Een tooneelspel im mers kan opnieuw gespeeld worden ook al zijn er geslachten opgestaan en weer on dergegaan. In het tooneelspel kan de kunstenaar zijn diepste ontroeringen uit zegeren en daarom ook is het zoó innig verbonden met de religieuse stroomingen van alle tijden. Het Grieksche drama is het schoone voorbeeld hoe spel en godsdienst samen gesmolten worden tot 'n harmonieuse vorm waarop de schoonheid haar onverganke lijk teeken heeft gedrukt. Het meest ty- peerende in de Grieksche drama's is de ondergang van den held. Er is iets waar- tegen hij zich niet kan verzetten, iets wat hem achtervolgt en kwelt en dat tenslotte zijn ondergang is. Het nootlot, zeiden de Grieken; de zondeval zouden de latere eeuwen zeggen. En dien ondergang van de helden der Grieksche drama's hebben de klassieke schrijvers, gemaakt tot een heroïsche en tragische voorstelling tegen een machti ger iets, dat zij niet kenden, en hun onder gang wordt tot een ademlooze en weer- galooze schoonheid. Dan komt Hü. Die reeds langs verwacht werd en van Wien de profeten gesproken hadden: de held Christus. Hij is niet de drager van de speer met den diamanten punt; Hij bezit niet het glanzendo schild van Pallas Athene. Hij is slechts de tim mermanszoon, Die de schuld van eeuwen zal afwentelen. Ook Hij gaat ten onder gelijk alle helden waren ondergegaan. Maar dan gebeurt, wat nog nooit was ge schied! Deze held staat weer op en hier mede komt een einde aan de sombere noodlotsgedachte der Grieken. In het stralende licht van Christus' opstanding zullen de komende eeuwen de groote over winning op den alnxachtigen dood bezin gen. De Middeleeuwen bazuinen deze triomf uit door middel van hun ten he melstormende kathedralen, waarbinnen eiken dag het groote drama van Oalvarie op onbloedige* wijze herdacht wordt. Uit het H. Misoffer, nu. is het spel van de Passie geboren, zonder afspraak of opzet telijke bedoeling. De Goede Week met de dramatische plechtigheden leende zich bij uitstek als grondgedachte voor het Passie spel. Er is maar een «kleinigheid noodig om deze plechtigheden tot éen machtig treur spel te doen uitgroeien. Deze uitgroei nam binnen korten tijd zulke vormen aan, dat- men bet Passiespel buiten de Kerk moest opvoeren. Bij de wisseling der tijden deden zich allerlei invloeden gelden. De kritische geest van Renaissance en Humanisme nam geen genoegen meer met de kinderlijke opvattingen der Middeleeuwers. De twij felzucht van een hoogmoedig geslacht sprak zich uit in de figuren van het Pas siespel. Hierdoor zag de kerkelijke over heid zich gewongen regelend op te treden, wat practiseh het einde var. het Passie spel beteekende. Een der weinige plaatsen nn waar bet Passiespel behouden is gebleven, is het kleine Oberammergau in de Beiersc-he Alpen. Om gesoaard te blijven voor de vreeselijkste aller rampen, die in vroeger tijd de oorlogen vergezelden; de pest, be loofde de gemeen! eraad van Oberammer gau tijdens den dertigjarigen oorlog (1618 1648) om de tjen jaren het Passiespel te zullen opvoeren. In do eerste jaren was hiervoor geen vreemde belangstelling, om dat de Passiespelen overal nog werden opgevoerd. Toen deze elders langzamer hand verdwenen, kwamen eerst de men- scheu uit naburige streken van hun be langstelling bliik geven. Thans komt de geheele wereld samen in Oberammergau om getuige te zijn van het treursnel aller treurspelen. Voor een juist begrip van het huidige Passiesoel is het absoluut noodzakelijk zich rekenschap te ceven van den geest van bet Beiersche volk. Doet men dat niet. dan staat men er dermate vreemd tecenover, dat een lichtvaardige veroordeeling het gevolg kan ziin. Beieren heeft vooral onder den invloed van de Barok gestaan de zwierige en onstuimige stijl, die volcde op Renaissance-stijl. Het zijn vooral de Benediktiinen geweest, die deze stijl genronageerd hebben. Onder in- vtoed \van de Barok ontaarde het spel in een woordenpraal en de décors groeiden onmatig uit. De harmonie liep groot gevaar ver stoord te worden, voorzoover ze alreeds niet verstoord was. Het heeft lang ge duurd voor men deze onevenwichtigheid ging inzien. Eerst in onzen tijd is er een doelbewust streven naar de ware Evange lische eenvoud, hetceen soreker aantoon de met- verschillende lichtbeeMen van vroegere opvoeringen en die van het vorig jaar. Men streeft thans naar een rustigere tooneelbouw. De groote verbeteringen, die men hiermee heeft bero'Vt lieten de licht beelden duidelijk zien. Men laat zich voor- lich'en door deskundige personen, zoodat hinderlijke anachronismen zooveel mo- gelnk vermeden zim. Het snel zelf is ver deeld in verschillende tafereelen uit het Liiden van Ghristns. Hiertusschen zijn bij- be'sche tafreelen incre'aseht, terwijl dit alles wordt afgewisseld door de koorzang, die aankondigt wat gaat komen. Wat het spel der personen betreft, behoeft het ons met te verbazen, dat sommigen uiterst geraffineerde karakters, als Herodes bijv. door de eenvoudige Reierscbo bergbewo ners niet me> die voPo geladenheid en dramatische spanning worden weergege ven. als men wel zou wenschen. Dit neemt echter niet weg, dat het Passiesnel vele momenten heeft van ontroerende schoon heid. Een schoonheid, die aan klaarheid wint, omdat de intentie zoo zniver is. Want bij al het uiterliike vermogen wij toch niet vergeten, dat dit sr»el is een klare en fcinderliike celoofsbeliidenis van een volk, dat eeuwen terng in ziin uiterste nood een be'ofte deed aan God en ook thans nog, juist door ziin mnige geloofs overtuiging, ziin eens gedane belofte ge stand doet, ook al staat de twintigste eeuw in vele opzichten zoo vreemd en niet-be- grrpend tegenover een dergelijke mani festatie van een kinderlijk geloof. Hierna bedankte de voorzitter van P. K., den hee" Beerends voor zijn causerie, die door de leden onder groote stilte was gevolgd. De heer H. Pierrot Jr. geloofde wel. dat de talrijke aanwezigen van hot geziene en gehoorde gennteo hadden.'De groote aandacht waarmee men den heer Jan Beerends gevolgd had, was hiervoor wel een afdoend bewijs. „EEN 0RIGINEELE PASTOOR". Naar aanleiding van het gisteren ge plaatste artikeltje van den weleerw. heer Kapelaan Nieveen van Dijkum rnaakt ons het R.-K. Par. Armbestuur er op attent, dat volgens canon 21 der Haarlemscbe Synode van 19-29 het R.-K. Par. Armbe stuur van Leiden evenals alle andere Armbesturen in heel het Bisdom moet zorg dragen, dat iedere maand in iedere parochie een H. Mis wordt opgedragen voor de armen der Parochie. Aan dit Bisschoppelijk voorschrift heeft het B.-K. Armbestuur te Leiden onmid dellijk voldaan, zoodat reeds vanaf 1 Jan. 1930 deze H. Missen maandelijks worden gelezen. Deze aanvulling op het bedoelde artikel tje „Een origineele Pastoor" plaatsen wij gaarne. Maar hierbij vergete men toch ook niet. dat. toen deken mgr. J. Bots z.g. zijn „origineele" testamentaire bepaling maakte, er geen enkele stichting of orga nisatie was, die er aan dacht, om H. Mis sen voor de armen te doen opdr>,en; bier* in is eerst in 1929 ingevolge Bisschoppe lijk voorschrift verandering gekomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 6