Vrijdag 20 maart 1931
19
21
98
29
98
79
69
43
RECHTZAKEN
STADSNIEUWS
de leidsche courant
tweede blad pag. 6
Haarl.straat 245, Nieuwe Rijn 58
STEEDS G0EDK00PER
Zware zijden Nonladder A Q
Dameskousen T*ït
Allo vernet.
Dubbelbreed
Landhuisstof,
reclameprijs.
Ontbijtlakens 114 x 150,
diverse kleuren
Gummi Schortjes,
leuke patronen.
Gestreepte Damesjas-
schorten
Heerenflanellen.
dubbele borst
Waschzijden Dameskousen, 100
onovertrefbaar, van 155 voor IUU
Gekleurde Damesonder
jurken.
Damesdirectoires,
koopje.
Zaterdag, Maandag, Dinsdag en
Woensdag
bij aankoop vanaf 2 Gulden
een fraaie Kop en Schotel CADEAU
gemeenteraad van nieuwveen
MOORD TE HAARLEM
In den avond van 6 Februari had in een per
ceel in de Bakkumstraat te Haarlem twist
plaats. Een der bewoners, de 65-jarige grond
werker C. had 128 ouderdomsrente ontvan
gen en voor dit bedrag bad hij met drie man
nen en een vrouw een prettigen dag doorge
maakt, waarbij de sterke drank niet versmaad
werd. In den loop van den avond kreeg men
ruzie en de edele gasthepr raakte slaags met
de 45-jarigen koopman de V. Na een worste
ling nam C. een beeld, voorstellende Beet
hoven op een bank, en sloeg daarmede den
derden gast, een koopman, een gat in het hoofd
Intusschen nam de V. een knipmes en gaf
zijn gastheer een steek boven het hart, waar
door een hartslagader getroffen werd en C.
onmiddellijk dood neerviel. Aanvankelijk
dacht men, dat C. door de hevige opwinding
gestorven was, maar de sectie op het lijk wees
anders uit. Voor de politie legde de dader
een volledige bekentenis af.
Donderdagmiddag stond hij voor de Haar-
lemsche Rechtbank terecht.
Hem was ten laste gelegd, dat hij den 65-
jarigen C. opzettelijk van het leven beroofd
had, althans zwaar lichamelijk letsel had toe
gebracht.
Na getuigenverhoor wordt tegen verdachte
vijf jaar gevangenisstraf geëischt.
Uitspraak 2 April.
DE MOORD TE CUYCK
Zooals men zich zal herinneren, is in den
nacht van 30 Januari 1.1. te Cuyck de zwer
ver B. Tap in een schuur van het leven be
roofd, waarna het lijk in een moddersloot is
geworpen. Het onderzoek van politie en jus
titie leidde tot de arrestatie van de zwervers
D. v. D. en B. M.
Op 5 Februari stonden zij voor de rechtbank
te Den Bosch terecht en eischte het O. M.
tegen beiden resp. 8 en 12 jaar gevangenis
straf. De rechtbank verwees de zaak hierna,
op grond dat het onderzoek niet volledig was
gweest naar den rechtercommissaris. Gisteren
diende de zaak opnieuwe voor de rechtbank.
Thans werden o.m. nog twee doktoren als ge-
tuige-deskundigen gehoord. Tegen v. D.. die
bet eerst terecht stond, eischte het O. M. 8
jaar gevangenisstraf. Daarna stond de ver
dachte B. M., een vrouw terecht. Zij bleef
hardnekkig ontkennen en gooide alle schuld op
v D. Wel gaf zij toe, mede te hebben gehol
pen, het lijk in de sloot te werpen. Het O. M.
eischte veroordeeling van de vrouw wegens
moord, gepaard gaande met berooving, tot 12
jaar gevangenisstraf. De verdediger mr. Adel-
meyer concluleerde tot vrijspraak.
Uitspraak 2 April.
V/ erkloozenrelletjes te Amsterdam
Voor de Amsterdamsche Rechtbank is be
handeld een nasleep van de werkloozenrelle-
tjes.
Een zekere Veerman was beschuldigd een
inspecteur van politie, wie men de sabel had
ontrukt, ernstig te hebben mishandeld. De
eisch luidde: één jaar ei zes maanden.
Uitspraak 2 April.
Dinsdagavond te half acht, kwam de Raad
dezer gemeente in plenaire zitting bijeen, on
der. presidium van den burgemeester, den
edelachtb. heer J. W. Geesink.
De „publieke tribune" was, bij hooge uit
zondering goed bezet. De onlangs aangekochte
tweed eh an dsch brandkast, doet het goed in de
raadskamer.
De voorz. opent de vergadering op de ge
bruikelijke wijze en notulen volgen.
Volgt mededeeling dat de kas van den ge
meente-ontvanger, den heer W. v. d. Vos, is
gecontroleerd en in stipte orde bevonden.
Komen ter bespreking eenige reclames over
te veel betaald schoolgeld, door N. en J. van
Harten. Restitutie wordt verleend.
Reeds gymnastiek genoeg.
Ter tafel komt dan een afschrift van een re
quest, door den Raad van Arnemuiden aan
H.M. de Koningin gericht. Arnemuiden vraagt
daarin ontheffing van het op 1 Jan. 1936
vcor de O. L. scholen verplicht wordend vak,
lichamelijke oefeningen, dat meebrengt de
bouw van een gymnastieklokaal. Genoemde
Raad vtrzoekt onze vroedschap, adhaesie aan
het request te betuigen. B. en W. willen zich
hier van prae-advies onthouden. De heer Rij
laarsdam vindt dat de jeugd ten plattelande
al genoeg aan gymnastiek doet. Weth. Augus-
tinus brengt naar voren, dat de openbare school
vroeger voor allerlei doeleinden gebruikt
werd, vnl. voor bazars. Nu de school zoo is op
geknapt zou het te betreuren zijn als zij weer
spoedig tot verval kwam. Een nieuw gymnas
tieklokaal zou de kwestie kunnen oplossen.
De heer Vossepoel meent, dat de vereenigin-
gen, die van het lokaal gebruik zouden maken,
tegen een zeker bedrag, de financieele kosten
vcor de gemeente zouden verlichten.
De voorz. wijst er op, dat van betaling wei
nig zal komen, daar zijn die vereenigingen niet
kapitaalkrachtig genoeg voor. Als de openbare
school een gymnastieklokaal zou krijgen, zou
den, zoo de R.K. ep Christel, school dat
eischten, ook zij er recht op hebben, In het
gunstigst geval zullen ze met één lokaal kun
nen volstaan. De heer Ran betuigt liever zijn
adhaesie aan het request van Arnemuiden. Al
dus besloten.
De Raad neemt vervolgens een nieuwe re
geling van den keuringsdienst van Waren
aan, waardoor ook de melkveehouders onder
deze dienst vallen.
Verkabeling, ja of neen.
In behandeling kom' nu het electrisch net,*
De voorz. deelt mede, dat de Provincie het
weggedeelte buiten de kom der gemeente
heeft overgenomen. Noodig is nu het achter-
uitzetten der palen van het electr. net, daar de
weg verbreed wordt. De gemeente zal dit werk
laten uitvoeren, doch de Provincie betaalt de
kosten, zijnde 2800. Nu vraagt de voorz. of
de Raad h«t bovengrondsch net door een on-
dergrondsch wil vervangen, daar dit dan mooi
kan gebeuren. De meerdere kosten voor dit
weggedeelte zullen 4000 bedragen, doch het
verkabelen in zijn geheel zal aanmerkelijk
meer kosten. De Raad voelt er wainig voor.
Allen zijn het er over eens, dat die gelden
beter besteed kunnen worden, om de bewoners
van het Jaagpad van electriciteit te voorzien.
Zij betalen toch ook belasting en als het net
eenmaal verkabeld is, is men de gelegenheid
kwijt het net door te trekken tot het Jaagpad.
De kosten van electrificatie van dat gebied,
komt de gemeente op pl.m, 10.000. De
schoonheid van het dorp zou door een on
dergrondse!) net wel verhoogd worden, doch
dat heeft door het warnet van radio-draden
reeds zooveel ingeboet, dat het bovengrondsch
net er bij in het niet verzinkt. De heer Kan is
tegen verkabelen. Weth. Augustinus zou het
punt nog willen aanhouden, zoo noodig. De
heer Rijlaarsdam acht dit niet noodig en stelt
voor het bovengrondsch net op kosten van de
Provincie achteruit te laten zetten, dat kost
de gemeente niets.
Reductie van het electr. tarief.
B. en W. stellen voor, verbruikers van meer
dan 100 K.W.U. per jaar, de meerdere K.W.
Uren voor acht cent in plaats van voor een
dubbeltje te geven De gemeente komt dit on-
veer op een 250. De heer Vossepoel ziet
graag dat het acht cents tarief boven 75 K.W.
U. ingaat; dan profiteeren de arbeiders er
meer \an, terwijl nu de gegoeden er slechts
voordeel van trekken. De voorz. wijst hem er
op, dat het hier niet gaat om vermogenden
en minvermogenden, maar om groot- en klein
verbruikers. De eerste hebben in 1926 en 1927
toen de winst op het electr. bedrijf op onge
veer 6000 kwam, geld in de la gebracht, ter
wijl de kleinverbruikers eerder geld gekost
hebben. Bovendien, aldus de voorz., zijn alle
grootverbruikers lang niet vermogend te noe
men, want zeer veel winkeliers vallen hier
onder. Het voorstel van B. en W. wordt aan
genomen.
Voor elkaar en niet noodig.
Onder de hamer komt daarna het op de
vorige zitting gedaan verzoek, om gemeente
subsidie, ter opneming van een inwoner onzer
gemeente in de Joh. Stichting. Wij herinne
ren ons nog de strijd 3ie dat verzoek ver
wekte. De voorz. deelt mede, dat B. en W.
met de Evangelisatie en de Diaconie der Herv.
Kerk tot overeenstemming zijn gekomen. De
Evangelisatie wil per jaar 52 bijdragen, mits
de diaconie ook tot steun genegen is. De laat
ste heeft besloten een gelijk bedrag te betalen.
Als een verrassing deelt de voorz. 'tot slot
mede, dat het colege van de familie van den
betrokken persoon, een schrijven heeft ontvan
gen, waarin zij meedeelt dat zij den Raad
voor zijn bemoeiingen dankt, doch dat zij,
door een gelukkige wending, van verpleging
van den betrokkene in de Joh. St. afziet.
Verbetering'van den weg.
Wat de verbetering van den weg in de ge
meente betreft, moet de voorz. tot zijn spijt
zeggen, dat ir. Verhey ten sterkste afraadt
de weg gelijk met het leggen van het water
leidingnet in orde te brengen. Een radicale
vernieuwing zal op 20.000 komen, doch het
beste zal wezen, dat het plan nog een jaar
wordt aangehouden, ofschoon de voorz. gaarne
in deze zittingsperiode van den Raad, die
dringende kwestie had opgelost.
Volgt benoeming der schattingscommissie.
De huidige commissie, bestaande uit de heeren
Geesink, Hoogervorst, van Leeuwen en Joh.
wordt herkozen.
Aan de orde is dan de samenstelling van
het stembureau. De uitslag luidt: de heer Gee
sink voorz., de heer Hoogervorst waarn. voor
zitter, tevens stemopnemer, de heer van Kan
stemopnemer en de heeren Rijlaarsdam, van
Leeuwen en Groeneweg,, waarn. stemopnemers
Crediefverleening aan de tuinders
De voorz. zegt, dat de Prov. Staten van Z.-
Holland tot steunverleening aan de tuinders
hebben besloten, nadat de ééne centrale vei
ling te Ter Aar tot stand is gekomen. De steun
bedraagt ongeveer 1 per roe. Het crediet
kan gebruikt worden tot aankoop van mest,
stokken, zaaizaad, pacht van land en betaling
weekloon. Spr. noemt het een schoon sociaal
belang maar moet het toch betreuren, dat het
crediet niet gedeeltelijk mag aangewend wor
den ter afbetaling van schulden bij den mid
denstand. Met deze steunverleening zijn de
winkeliers niet gebaat.
De voorwaarden waarop crediet verstrekt
wordt zijn nog niet malsch. De aanvrager moet
lid der Coöp. Centrale Veilingvereen. wezen
en de tuinbouw gedurende twee jaar als
hoofdbedrijf hebben uitgeoefend. Slechts zij die
een gezond bedrijf hebben komen in aanmer
king.
Wat de borgstelling aangaat, de Prov. Sta
ten nemen 60 pet. voor hun rekening, de ge
meente moet 30 pet. en de veiling 10 pet. ga
randeeren. De voorz. zegt, dat B. en W. de
garantie alleen niet willen dragen, doch de
geheele raad garant willen zien. Op die voor
waarde willen zij in principe zich bij het
voorstel van de Staten neerleggen. Aldus
wordt besloten. De voorz. veronderstelt, dat de
garantie voor de gemeente geen groot risico
zal meebrengen. De aanvraagformulieren, die
vóór 25 Maart bij de Centr. Veiling verkrijg
baar zijn, zullen verschillenden van crediet-
aanvragen tegenhouden. Deze zijn namelijk
zoo gesteld, dat ér werkelijk eenige durf voor
noodig is, om alle vragen, die dikwijls veel
van onbescheidenheid weghebben, openhartig
te beantwoorden. De voorz. schat het aantal
aanvragers voor Nieuwveen op tien en rekent
dat de gemeente voor pl.m. 1500 borg zal
wezen. Het aanvraagformulier moet naar de
Centr. Veling gezonden, die het doorzendt
naar B. en W., die al of niet garandeert, van
daar gaat het naar d eProv. Staten, die ten
slotte beslist.
De heer Vossepoel is niet te spreken over
het nu eerst kennis krijgen van het schrijven
van de Prov. Staten. Spr. vindt dat B. en W.
vcor een meer uitgebreide agenda behoort te
zorgen, opdat de leden beter voorbereid ter
zitting kunnen komen. De voorz. zegt een
uitgebreider agenda pertinent te zul'en wei
geren. De heer Vossepoel: „Op andere plaat
sen geschiedt het toch wel". De voorz. houdt
voet bij stuk. Voor uitgewerkte agenda's heb
ben wij geen tijd, door gebrek aan het noo-
dige personeel, aldus de voorz. Wil de heer
Vossepoel uitvoeriger weten, wat behandeld
wordt, dan kan hij ter secretarie de stukken
ter inzage vinden.
Na aanneming dat de Raad in zijn geheel
zich garant stelt voor 30 pet., besluit men zich
in principe met het schrijven van de Prov.
Staten te vereenigen.
De kwesiie met de Joh. Stichting.
Als laatste agenda-punt komt de kwestie
met de Joh. Stichting ter sprake. We weten
dat het gaat om verkoop van gemeentegrond
aan de Joh. St. B. en W. hadden gevraagd
30 voor de 1700 M2. en de J. S. wilde 10
geven, zoo niet dan zouden krankzinnigen en
armlastingen uit de Stichting, voortaan voor
rekening van de gemeente komen, aldus had
de voorz. der J. S,„ prof. Visscher, gedreigd.
Het geheel is een onverkwikkelijk geval, dat
de rustige rust en de harmonieuse samenwer
king in de vroedschap dreigt te verstoren.
Zeer duidelijk trad dit op deze zitting naar
voren.
Naar aanleiding van een schrijven door het
bestuur der J. S. aan de leden van den Raad
gericht, heeft het College een verweer, dat
tevens als opheldering moest dienen, naar de
raadsleden gestuurd. Dit schrijven d.d. 23 Fe
bruari j.l. wordt door den secretaris voorgele
zen. De voorz. zegt, dat ook naar het bestuur
der J. S. een gelijkluidend schrijven is ver
zonden. Men kreeg er taaj noch teeken op.
Spr. releveert wat op de vorige vergadering
naar voren is gebracht. Terecht heeft de heer
Rijlaarsdam toen opgemerkt, dat die 1700 M2.
voor de gemeente weinig waarde heeft, doch
voor de J. S. erg veel. Was de Stichting nood
lijdend, dan veranderde de zaak, doch, aldus
de voorz., de J. S. heeft in het afgeloopen jaar
aan uilgaven 80.000 en aan inkomsten
125.000 dus een winst van 45.000. Was zij
calamiteus, zoo had spr., als de heer Vosse
poel, voor een schenking gevoeld. B. en W.
vraagt nu den Raad een prijs voor verkoop
vast te stellen. De heer Vossepoel verwijt den
voorz,, dat hij buiten den raad om toezeggin
gen heeft gedaan, die nu dit onverkwikkelijk
gevolg hebben. Spr. zegt dat om de zaak heen
gedraaid wordt. Hij heeft de bestuursvergade
ring der J. S, meegemaakt en de bestuursle
den kwamen hem betrouwbaar voor. Dan pakt
spr. uit tegen de wethouders. Zij hadden bij
de besprekingen tusschen den burgemeester en
den secretaris met den voorzitter van de J. S.
tegenwoordig moeten wezen. Kunnen zij dit
niet vanwege hun zaak, dan behooren zij de
wethoudersfunctie niet aan te nemen. Wethou-
rer 'Augustinus antwoordt, dat hij verzocht
heeft 's avonds te vergaderen, doch het kwam
er niet van. De heer Vossepoel: „Nu komt
alles op het hoofd van den voorz.". De voorz.:
„Ik kan er tegen". De heer Vossepoel raakt
steeds meer opgewonden.
De voorz. hamert. Spr. gaat nog eens het
heele verloop der besprekingen na; doch de
heer Vossepoel voegt hem toe: „U moet de
zaak in een zuiver daglicht stellen". De voorz.
na een geweldige hamerslag: „Ik zit hier niet
te liegen mijnheer Vossepoel. Dat is de tweede
keer dat u onhebbelijk optreedt, Anders ont
neem ik u hel woord". De heer Vossepoel zegt
dat de voorz. de gevolgen dan maar dragen
moet.
Na dit incident komt de verkoopsprijs van
den grond in behandeling. De heer Rijlaars
dam stelt voor 100 De heer Augustinus wil
J 30 in verband met de verbouwing van eigen
spuithuisje, die op f 30 komt. De heei Groene
weg wil het gemeentegrond houden en 5
huur per jaar laten betalen. Daar de J. S.
den grond in volle eigendom wil hebben, zal
het voorstel Groeneweg wel geen instemming
vinden De heer Vossepoel weet, dat de Stich
ting den grond in erfpacht wil hebben. Beslo
ten wordt de J. S. den grond aan te bieden,
óf voor 100 óf in erfpacht voor 75 jaar tegen
5 per jaar. De voorz. zegt dat als het hard
tegen hard gaat, er ook andere middelen tegen
de J .S. gebruikt kunnen worden. De heer Vos
sepoel acht de wijze waarop tegen de J. S. op
getreden wordt, niet behoorlijk. „U moet niet
vergeten dat de J. S. de gemeente veel voor
deel oplevert". De voorz.: „Ja, 300 6 is
1800". De heer Vossepoel: „Waar we niets
voor te doen hebben".
De voorz, wijst op de romslomp aan admi
nistratie, die de Stichting meebrengt.
Rondvraag.
De heer Vossepoel vraagt bij de rondvraag,
of er niets aan den weg in den polder gedaan
kan worden. Komt in orde. De heer Groene
weg vraagt of er geen andere standplaats voor
woonwagens is. De voorz: „Zegt u maar, dat
die vraag van de J. S. afkomstig is". Na een
lange discussie, waarvan de heer Vossepoel
zijn deel krijgt, blijft de standplaats onver
anderd, daar de raad niet voelt dat de hui
dige plaats last aan de bewoners der ge
meente veroorzaakt.
Tegen tien uur sluit de voorz. de vergadering
K. J. M. V. ST. PETER KANIS.
Een Rotala-avond met Jan Beerends
als spreker.
Woensdagavond gaf op uitnoodiging
van het Bestuur de heer Jan Beerends een
causerie in het Eigen Huis ever „Het ont
staan, wezen en ontwikkeling van het
Passie-spel"'.
Deze avond stond onder auspiciën van
het Reisbureau voor Katholieken „Rotala
Neerlandica" uit Den Haag.
Jan Beerends, als leider van den kultu-
reelen inlichtingsdienst van dit bureau,
merkte in zijn inleiding op, dat over
Oberammergau en zijn Passiespel al heel
veel is geschreven en gesproken. Mis
schien wel te veel. Vooral in dien zin, dat
men het vertoonde in Oberammergau op
gehemeld heeft tot iets zoo subliems, dat
de reactie in den vorm van vele teleurstel
lingen bij bezoekers, die naar Oberammer
gau getogen waren in de veronderstelling
iets volmaakts te zien, niet kon uitblijven.
Dergelijke schrijvers en veibalers heb
ben zich tot taak gesteld het Passiespel
op zijn allergunstigst te doen uitkomen
met voorbijzien van fouten en tekortko
mingen. Zij wilden vóór alles een ideaal
beeld geven. Het werd daarom geen beeld
van de werkelijkheid, maar een beeld zoo
als men het zich in zijn gedachte had
voorgesteld 'e moeten zijn. In dergelijke
opvattingen is geen plaats voor kritiek.
Spreker stelt zich echter niet op dit idea-
liseerende standpunt. Het wil trachten
eerlijk en rechtvaardig te zijn. Het goede
en schoone, dat het Passiespel van Oberam
mergau in zoo ruime mate bezit, wil hij
aantoonen, maar ook het minder goede
zal hij signaleeren. Hij zal dus een kriti*
sche beschouwing geven over het be
roemde Passiespel.
Om het wezen van dit spei beter te be
grijpen geeft de heer Beerends een nadere
toelichting over de bel eekenis van het too
neelspel in het algemeen. Dit behoort tot
de oudste kunstvonn evenals de dans.
Beide kunstvormen vindt men bij ieder
kuituurvolk, hoe oud het ook is. Kunst is
uiting van bewogenheid van den geest. De
beide kunstvormen, tooneel en dans; lee-
nen zich hiertoe bij uitstek. In de dans
komt tot uitdrukking de beweging van het
bruischende leven tegenover de starre be
wegingloosheid van den dood. Het tooneel-
spel. geboren onmiddelliik na de dans en
gelijktijdig er mee. heeft steeds de be
langstelling der menschbeid gehad. In het
tooneelspel tracht de mensen zich te ont
trekken aan het tijdeliike in het eeuwige
van het tijdelooze. Een tooneelspel im
mers kan opnieuw gespeeld worden ook al
zijn er geslachten opgestaan en weer on
dergegaan. In het tooneelspel kan de
kunstenaar zijn diepste ontroeringen uit
zegeren en daarom ook is het zoó innig
verbonden met de religieuse stroomingen
van alle tijden.
Het Grieksche drama is het schoone
voorbeeld hoe spel en godsdienst samen
gesmolten worden tot 'n harmonieuse vorm
waarop de schoonheid haar onverganke
lijk teeken heeft gedrukt. Het meest ty-
peerende in de Grieksche drama's is de
ondergang van den held. Er is iets waar-
tegen hij zich niet kan verzetten, iets wat
hem achtervolgt en kwelt en dat tenslotte
zijn ondergang is. Het nootlot, zeiden de
Grieken; de zondeval zouden de latere
eeuwen zeggen.
En dien ondergang van de helden der
Grieksche drama's hebben de klassieke
schrijvers, gemaakt tot een heroïsche en
tragische voorstelling tegen een machti
ger iets, dat zij niet kenden, en hun onder
gang wordt tot een ademlooze en weer-
galooze schoonheid.
Dan komt Hü. Die reeds langs verwacht
werd en van Wien de profeten gesproken
hadden: de held Christus. Hij is niet de
drager van de speer met den diamanten
punt; Hij bezit niet het glanzendo schild
van Pallas Athene. Hij is slechts de tim
mermanszoon, Die de schuld van eeuwen
zal afwentelen. Ook Hij gaat ten onder
gelijk alle helden waren ondergegaan.
Maar dan gebeurt, wat nog nooit was ge
schied! Deze held staat weer op en hier
mede komt een einde aan de sombere
noodlotsgedachte der Grieken. In het
stralende licht van Christus' opstanding
zullen de komende eeuwen de groote over
winning op den alnxachtigen dood bezin
gen. De Middeleeuwen bazuinen deze
triomf uit door middel van hun ten he
melstormende kathedralen, waarbinnen
eiken dag het groote drama van Oalvarie
op onbloedige* wijze herdacht wordt. Uit
het H. Misoffer, nu. is het spel van de
Passie geboren, zonder afspraak of opzet
telijke bedoeling. De Goede Week met de
dramatische plechtigheden leende zich bij
uitstek als grondgedachte voor het Passie
spel. Er is maar een «kleinigheid noodig om
deze plechtigheden tot éen machtig treur
spel te doen uitgroeien. Deze uitgroei nam
binnen korten tijd zulke vormen aan, dat-
men bet Passiespel buiten de Kerk moest
opvoeren.
Bij de wisseling der tijden deden zich
allerlei invloeden gelden. De kritische
geest van Renaissance en Humanisme nam
geen genoegen meer met de kinderlijke
opvattingen der Middeleeuwers. De twij
felzucht van een hoogmoedig geslacht
sprak zich uit in de figuren van het Pas
siespel. Hierdoor zag de kerkelijke over
heid zich gewongen regelend op te treden,
wat practiseh het einde var. het Passie
spel beteekende.
Een der weinige plaatsen nn waar bet
Passiespel behouden is gebleven, is het
kleine Oberammergau in de Beiersc-he
Alpen. Om gesoaard te blijven voor de
vreeselijkste aller rampen, die in vroeger
tijd de oorlogen vergezelden; de pest, be
loofde de gemeen! eraad van Oberammer
gau tijdens den dertigjarigen oorlog (1618
1648) om de tjen jaren het Passiespel
te zullen opvoeren. In do eerste jaren was
hiervoor geen vreemde belangstelling, om
dat de Passiespelen overal nog werden
opgevoerd. Toen deze elders langzamer
hand verdwenen, kwamen eerst de men-
scheu uit naburige streken van hun be
langstelling bliik geven. Thans komt de
geheele wereld samen in Oberammergau
om getuige te zijn van het treursnel aller
treurspelen. Voor een juist begrip van
het huidige Passiesoel is het absoluut
noodzakelijk zich rekenschap te ceven van
den geest van bet Beiersche volk. Doet
men dat niet. dan staat men er dermate
vreemd tecenover, dat een lichtvaardige
veroordeeling het gevolg kan ziin. Beieren
heeft vooral onder den invloed van de
Barok gestaan de zwierige en onstuimige
stijl, die volcde op Renaissance-stijl. Het
zijn vooral de Benediktiinen geweest, die
deze stijl genronageerd hebben. Onder in-
vtoed \van de Barok ontaarde het spel in
een woordenpraal en de décors groeiden
onmatig uit.
De harmonie liep groot gevaar ver
stoord te worden, voorzoover ze alreeds
niet verstoord was. Het heeft lang ge
duurd voor men deze onevenwichtigheid
ging inzien. Eerst in onzen tijd is er een
doelbewust streven naar de ware Evange
lische eenvoud, hetceen soreker aantoon
de met- verschillende lichtbeeMen van
vroegere opvoeringen en die van het vorig
jaar.
Men streeft thans naar een rustigere
tooneelbouw. De groote verbeteringen, die
men hiermee heeft bero'Vt lieten de licht
beelden duidelijk zien. Men laat zich voor-
lich'en door deskundige personen, zoodat
hinderlijke anachronismen zooveel mo-
gelnk vermeden zim. Het snel zelf is ver
deeld in verschillende tafereelen uit het
Liiden van Ghristns. Hiertusschen zijn bij-
be'sche tafreelen incre'aseht, terwijl dit
alles wordt afgewisseld door de koorzang,
die aankondigt wat gaat komen. Wat het
spel der personen betreft, behoeft het
ons met te verbazen, dat sommigen uiterst
geraffineerde karakters, als Herodes bijv.
door de eenvoudige Reierscbo bergbewo
ners niet me> die voPo geladenheid en
dramatische spanning worden weergege
ven. als men wel zou wenschen. Dit neemt
echter niet weg, dat het Passiesnel vele
momenten heeft van ontroerende schoon
heid. Een schoonheid, die aan klaarheid
wint, omdat de intentie zoo zniver is.
Want bij al het uiterliike vermogen wij
toch niet vergeten, dat dit sr»el is een
klare en fcinderliike celoofsbeliidenis van
een volk, dat eeuwen terng in ziin uiterste
nood een be'ofte deed aan God en ook
thans nog, juist door ziin mnige geloofs
overtuiging, ziin eens gedane belofte ge
stand doet, ook al staat de twintigste eeuw
in vele opzichten zoo vreemd en niet-be-
grrpend tegenover een dergelijke mani
festatie van een kinderlijk geloof.
Hierna bedankte de voorzitter van P.
K., den hee" Beerends voor zijn causerie,
die door de leden onder groote stilte was
gevolgd. De heer H. Pierrot Jr. geloofde
wel. dat de talrijke aanwezigen van hot
geziene en gehoorde gennteo hadden.'De
groote aandacht waarmee men den heer
Jan Beerends gevolgd had, was hiervoor
wel een afdoend bewijs.
„EEN 0RIGINEELE PASTOOR".
Naar aanleiding van het gisteren ge
plaatste artikeltje van den weleerw. heer
Kapelaan Nieveen van Dijkum rnaakt ons
het R.-K. Par. Armbestuur er op attent,
dat volgens canon 21 der Haarlemscbe
Synode van 19-29 het R.-K. Par. Armbe
stuur van Leiden evenals alle andere
Armbesturen in heel het Bisdom moet
zorg dragen, dat iedere maand in iedere
parochie een H. Mis wordt opgedragen
voor de armen der Parochie.
Aan dit Bisschoppelijk voorschrift heeft
het B.-K. Armbestuur te Leiden onmid
dellijk voldaan, zoodat reeds vanaf 1 Jan.
1930 deze H. Missen maandelijks worden
gelezen.
Deze aanvulling op het bedoelde artikel
tje „Een origineele Pastoor" plaatsen wij
gaarne. Maar hierbij vergete men toch
ook niet. dat. toen deken mgr. J. Bots z.g.
zijn „origineele" testamentaire bepaling
maakte, er geen enkele stichting of orga
nisatie was, die er aan dacht, om H. Mis
sen voor de armen te doen opdr>,en; bier*
in is eerst in 1929 ingevolge Bisschoppe
lijk voorschrift verandering gekomen.