DE PARIJSCHE COMMUNE De aartsbisschop van Parijs, Mgr. Darboy, voor Raoul Rigault. 18 Maart is het zestig jaren geleden, dat te Parijs de Commune werd uitgeroepen. Het was een herhaling in het klein van de groote Fransche revolutie, korter van duur, beperkter van o-mvang, dwazer nog van op zet. Maar die kortstondige razernij heeft een ontzaglijk aantal slachtoffers geeischt en de schoone hoofdstad van Frankrijk veel schade berokkend. Er zijn nog menschen, die de krankzinnige drijvers, welke in 1871 deze furie ontketenden, die tot niets leiden kon en zeker 20000 menschen het leven ge kost heeft, nog als helden vereeren. Maar over het algemeen is men het toch wel eens dat zelden de geschiedenis een dwazer en zinloozer onderneming heeft te zien gege ven. De politieke situatie was in Maart 1871 in Parijs heel critiek. Parijs had de ellende van een beleg door staan. Tijdens dat beieg waren tweemaal pogingen aangewend van revolutionaire zij de om de macht in handen te nemen en toen de Duitschers de hoofdstad verlaten hadden bleef de revolutie dreigen. Maar wat wilden zij eigenlijk? Och ze wisten het eigenlijk zelf niet, zij waren in elk ge/al zeer verdeeld. Er waren onder die ontevredenen idealisten, dwepers, maar ook een aantal schurken, die alleen maar onrust en onlust wilden om zoo in troebel water te visschen en zelf hun slag te slaan. De Duitschers waren zoo wijs geweest Parijs niet te bezetten. Toen de voorloopige vredesvoorwaarden 26 Februari waren vast gesteld was op 1 Maart wel een Duitsch le ger de stad binnengetrokken, maar dit kon slechts als demonstratie gelden, want twee dagen daarna ontruimden deze troepen Pa rijs alweer. Bij de gelegenheid der intocht van de Duitsche trolpen, hadden de Nationale Gardes 227 kanonnen naar Montmartre ge bracht. Toen Thiers 15 Maart te Parijs ver toefde, gelastte hij, dat men deze kanonnen w^er daarvandaan terug zou halen. Mont martre was de roode buurt en het was wer kelijk raadzaam die kanonnen in veiligheid te brengen. De troepen kregen daar een zeventigtal kanonnen weg, maar met de rest gelukte dat niet, want de kanonnen werden bewaakt. Ze heetten te zijn de verdedigings middelen van het volk. Ah, het Parijsche plebs liep te hoop, men wilde het zijn ka nonnen ontnemen. De regeeringstroepen moeten onverrichter zake terugtrekken, zelfs vrouwen en kinderen verhinderen hen hun opdracht te vervullen, de Nationale Gardes verbroederen zich met de revolutio nairen. Thiers verliet de hoofdstad, Parijs is aan zich zelf overgelaten en roept de Commune uit. De commune uitgeroepen. Wat was die Commune eigenlijk of al thans wat bedoelde men dat ze zou zijn? De Commune was een op radicale wijze bestuurde republiek, die lid zou worden van de toekomstige federatieve Fransche repu bliek. In de Fransche hoofdstad waren vele le den van de in 1862 te Londen gestichte In ternationale, die de economische en maat schappelijke gronostellingen van Marx als richtsnoer hadden aangenomen. Vele Parijsche leden van de Internationale meenden na 't beleg den tijd gekomen, om haar theorieën in toepassing te brengen; het kwam hun zeer te stade, dat zoovelen tijdens 't beleg wapenen hadden gekregen en deze mochten behouden. Wel had Bis marck op hun ontwapening aangedrongen, maar de Fransche regiering, dwaas genoeg, had dezen eisch afgewezen. De Parijsche revolutionairen hadden nog een ander doel: zij wilden een zoo groot mogelijke decentralisatie van de regeer macht in Frankrijk, en daarom den gemeen- eenige kanonnen en maakte vele gevange nen, maar werd nu door de Nationale Garde aangevallen, met wie een deel der regee- ringstroèpen gemeene zaak maakten. Twee gneraals, Leromte en Thomas, vielen in handen der Garde en werden doodgescho- ten. De striid om deze kanonnen was dus dc aanleiding tot de uitbarsting, niet de oor- Op 26 Maart wordt de Commissie sa mengesteld en gaf een vrii verwarde uit eenzetting van wat de Communards eigen lijk beoogden. Het stedelijk bestuur zou beschikken over de inkomsten en uitoaven, het zou de na tionale garde, de politie, 't armwezen en 't onderwijs regelen. Geen regeeringstroepen konden in de stad geduld worden, doch Parijs beloofde zijn aandeel in de staatsuit gaven en in geval van oorlog zijn leger- contigent. Een poging om ook in andere steden de Commune te doen uitroepen, mis lukte geheel. Ieder begri'ot, dat de Communards ook niet lang in de hoofdstad heer en meestei zouden blijven. Men moest natuurlijk de Na tionale Garde te vriend houden, deze kreeg verhooging van soldij en andere voordee- len. De benoodigde gelden verkreeg men door de bankinstellingen en spoorweg maatschappijen tot groote leeningen te dwingen en de kerkelijke goederen ver beurd te verklaren. De Commune, zooals dus het nieuwe ge meentebestuur heette telde twaalf arbei ders. een aantal kleine kooplieden en em- ployé's, dertien journalisten, vijf dokters en apothekers twee studenten, een onderwij zer, een professor en een aantal individuen met een duister verleden. Onmiddellijk werd de roode vaan her steld, de kalender van de groote revolutie DE AFKONDIGING DER COMMUNE. Moord op de gijzelaars in de gevangenis. voor het lot van haar weldoener terecht beducht waren. De man, die deze gijzelaars opspoorde, was de beruchte Raoul Rigault. lid van de Commune, een verloopen student, gedele geerde bij de politie. Hij deed o.a. den aartsbisschop van Parijs een verhoor on dergaan. De jonge schurk was nog maar 24 jaren. Mgr. Darboy noemde hem „mijn zoon", waarop hij heel beleedigd was: „Gij staat hier niet voor een kind, zeide hij, maar voor de magistraat". Terwijl de Commune vergad Ie, be raadslaagde, stemde en besluiten nam, die niets uitwerkten gingen de generaals voort met de strijd tegen den vijand buiten de Voor het stadhuis wa.en het Centraal Comité en de gekozen leden van de Commune vereenigd. Boven de estrade het beeld van de republiek met roode sjerp. Voor de estrade de vaandels de» bataljons van de Nationale Garde. teraad een bijna onbeperkt gezag schenken. Zij wenschten dus de Commune en heetten als voorstanders daarvan Communards. De opstandelingen, op wier hand de natio nale garden waren, begonnen met een me nigte kanonnen naar de voorstad St. An- toine te voeren, en de arbeiderswijken ge ducht te versterken. Zij weigerden gehoor zaamheid aan de Nationale Vergadering, welke zich Versaiiles tot zetel koos, maar stelden de Commune in met een centrale commissie (waarin Blanqui, Pyat, Roche- fort, Cluseret, Flourens e. a.) aan 't hoofd. Den 18en Maart trok Vinoy tegen den versterkten Montmartre op, vermeesterde Het prachtige stadhuis van Parijs in brand gestoken. van 1793 werd weer ingevoerd, scheiding van Kerk en Staat geproclameerd, terwijl men een aantal personen in gijzeling nam, welke gijzelaars later vermoord werden. Men gaf een nieuwe voorstelling van de Groote revolutie, met dien verstande, dat de eerste Kevolutie streefde naar een groot centralisatie-ideaal, terwijl de commune, ook wat dit betreft, zoo destructief mogelijk werkte, en van Frankrijk slechts een ver bond van autonome gemeenten wilde maken Tot dan toe meer krankzinnige dwaas heid dan misdaad, maar de verhouding werd heel anders toen de regeering van Versailles, die eerst weinig tegenactie had kunnen voren aan de misdadige dwaasheid een einde ging stellen. De regeeringstroepen bezetten de punten, welke vroeger in de macht der Pruisen ge weest waren, het vuur van hun kanonnen kwam steeds verder. Groote woorden kon den voor de Parijzenaars niet meer ver bloemen, dat het de Communards heel slecht ging. De gijzelaars De Communards hadden zich zooals reeds gezegd, meester gemaakt van gijze laars. De eerste waren monseigneur Dar boy, aartsbisschop van Parijs, evenals zijn vicaris-generaal, beschuldigd van samen zwering tegen de veiligheid van den Staat. Voorts abbé Croze, aalmoezenier der ge vangenissen, de supérior van het college der Jezuieten met verschillende leden daar van. 's Nachts om twee uur vervoegde men zich ten huize van den pastoor der Made leine. De Nationale Garden wilden de deu ren met hun kolven open stooten, toen deze voor hen geopend werd, waarop zij zich meester maakten van den Zeereerwaarden heer Deguerry, dien men in een rijtuig deed plaats nemen onder het gejammer van tal- looze vrouwen, die waren toegesneld en poorten. De generaals van de Commyne waren onervaren, maar dapper. De forten vuurden den gansehen dag, beschadigden huizen, kwetsten en dooden vele personen maar practisch resultaat had dat heel wei nig. 9 Mei viel fort lssy in handen van de re geeringstroepen, en 4 a 5 dagen later werd een dergelijk tweede succes behaald. Als de forten eenmaal genomen zijn, wijken de muren. Maar dan verspreidt zich een on metelijke terreur door de stad. De natio nale garden snellen door de leege straten, en dringen alle huizen en verdacht gebou wen binnen. De commune voelt zich in het nauw gedrongen; zij grijpt naar de lijsten van verdachten. Overal begint met te fusil- leeren. 21 Mei, tegen drie uur in de middag, trek ken de regeeringstroepen door de poort van Saint-Cloud de stad binnen. Van dit moment af begint de wanhoop- strijd in de straat, een strijd zonder leiding en zonder methode. Montmartre wordt Dinsdag genomen door de regeering. De Commune steekt de brand in de Rue Royale. In die verschrikkelijke nacht brandt Parijs. Dc zoo vaak en grim mig geteisterde Tuillerieën worden door pétroleurs en pétroleuses weer bestormd. De Rue de Rivoli, 't Palais Royal, het stad huis, l'Eglise Saint-Eustache, even zoo vele hooge vuurzeeën in het donker. De moord op de gijzelaars. Op 24 Mei werden de aartsbisschop van Parijs en anderen uit het hun cel gehaald. Er waren o. a .abbé Allard, paters Ducon- dray en Clerc van de orde der Jezuieten en de pastoor van de Madeleine, Deguerry. Zij werden op het plein voor de infirmerie gebracht. Monseigneur Darboy richtte woorden van vergiffenis tot de moordenaars, twee van hen naderden, knielden en vroegen zijn ze gen, maar de anderen rukten hen weg en beleedigden de priesters op gruwzame wijze. Pater Allard werd tegen den muur ge plaatst en het eerst getroffen, daarop viel Mgr. de aartsbisschop en de overigen. De slachtoffers legden verheven kalmte aan den dag. Hun lijken werden geheel ge kleed in een bestelwagen van de spoorwe gen naar het kerkhof Père Lachaise ge bracht, waar zij in een der achterste kuilen van het algemeene graf werden gelegd, naast elkaar, zonder dat men zelfs de moei te nam, de lijken met aarde te bedekken. Vrijdag werden weer een vijftiental gij zelaars gedood, waaronder priesters en eenige seminaristen. Zaterdag kwam een lid der Commune, liet ter dood veroordeelde boeven, die nog in de gevangenis zaten, vrij, gaf hen wa pens en uniformen en terstond daarop be gon de moord op een aantal onschuldige gevangenen, waaronder zes en dertig gen darmen. Dien zelfden dag verscheen Raoul Ri gault, procureur der Commune in de gevan genis de Roquette, liet 15U gevangenen vrij, die men toen dwingen wilde aa.i den strijd op de barricaden deel te nemen, wat zij weigerden en toen voor de kogels zich in veiligheid moesten trachten te stellen. Men zou van veel meer gruweien nog kunnen verhalen, het was een echte bloed- week. Parijs m vlammen, priesters en an deren vermoord en een verbitterde strijd van de Versaillanen tegen de Communards. Huis aan huis moest veroverd worden. Wie me. de wapens in de .iand werd aangetrof fen, werd door de troepen onmiddelijk ge fusilleerd. De verb.tterde regeeringstroepen gingen ook allesbehalve zachtzinnig te werk. De Commune heeft 20.000 dooden ge kost en toen de laa'ste heftige strijd ge streden was zijn daarna vele schuldigen nog ter dood gebracht, 7500 personen tot deportatie veroordeeld. E. W. Lijken der slachtoffers op Père Lachaise. (A. Grafheuvel van Mgr. Darboy.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5