22ste Jaargang
VRIJDAG 6 MAART 1931
No. 6339
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
BUITENLAND
BINNENLAND
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f2.60 per kwarraal
Franco per post f2.95 per kwartaal
Bet Ge-llustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT
Gewone Advertentiën 30 cent per regel.
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief be:ekend.
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop f 0.50.
Dit nummer bestaat uit drie bladen
V Werkloos en „armlastig"
„Bedeeld" worden is, opzichzelf be
schouwd, geen schande.
Er zullen heel veel heiligen in den hemel
zijn, die tijdens bun leven hun hand heb
ben moeten ophouden voor een aalmoes!
Wij zijn het er allen over eens, dat de
beste mensehen kunnen worden aangetrof
fen onder hen, die steun trekken van ar
menzorg.
Maar wij zijn het er ook allen over eens,
dat het „arm!astig"-zijn op de 'betrokkenen
dexnoraliseerend kan werken, in hen kan
ontzenuwen de lust en de prikkel om zelf
voor hun onderhoud te zorgen.
En da&rom alleen reeds bezien, niet
uit het oogpunt van persoonlijke belangen
der betrokkenen, maar vanaf het stand
punt van het algemeen belang is het
zoo goed en zoo verstandig, als de werk-
looze arbeiders niet worden verwezen naar
instellingen van armenzorg.
De „Nederlandsche Werkgever," orgaan
van het Verbond van Nederlandsche Werk
gevers, is het hiermede nief eens en, zich
aansluitend bij waf te dezen opzichte in de
(christ. hist.) „Nederlander" is geschreven,
en, dat nog wat aandikkend en»-zwaar on-
derstreepend, betootrt dit_ orgaan, dat de
(„uitgetrokken") werklooze arbeiders bij
het burgerlijk armbestuur ter plaatse thuis
hooren en nergens anders.
In de „Volkskrant" reageert K. (het
Kamerlid Kuiper) hierop, o. m. ah volgt:
„Als leiders in de beweging der werkge
vers moest men zich toch eigenlijk scha
men, ook voor z'jdelihgséhe pogingen, om
bona fide arbeiders, die werkloos zijn. met
armlastigen, dat is van nature hulpbehoe
venden, op één li.-n te stellen.
Menschen van beschaving behooren toch
e'en fijner gevoel te hebben tegenover ar
beiders met kracht, lust en wil om te wer
ken. maar die daartoe niet in staat zijn,
omdat andeten op staatkundig en op eeo
nomisch gebied de boel zoo grondig in de
war hebben gestuurd.
De bona fide arbeiders, die daardoor
werkloos zijn, besehouwe men niet als be-
hoeftigen, maar eerder als slachtoffers
van anderer war.beleid.
En hopen de heeren niet. dat zij straks
het arbeidsvermogen van deze menschen
weer noodig zullen hebben om tot de vor
ming van nieuwe rijkdommen bij te dra
gen? Rijkdommen die wel allereerst vin
maatschappelijk belang zijn, maar die er
zonder het arbeidsvermogen der duizenden
werkloozen toch niet kunnen komen.
Zou het daarom niet van belang zijn het
waardigheidsbesef dezer menschen te ont
zien en hen niet vertrouwd te maken met
de gedachte dai zij behoeftigen zijn?
Wat dunkt de redactie van de „Neder
landsche Werkgever" daarvan? Meent zij
ook niet, dat ons nationaal volks ver mogen
groote schade wordt toegebracht als de
werklooze bona fide arbeiders zich zouden
gewennen aan de positie van behoeftige
armlastigen?
Is het geen maatschappelijk belang dit
te verhoeden, en zou het niet mogelijk zijn
dat men van regeeringswege dit doel voor
oogen heeft?
De redactie van genoemd werkgevers
orgaan geeft allerminst blijk van den
breeden zin, die noodig is, om in de huidi
ge omstandigheden de eischen van het al
gemeen welzijn Ie kunnen onderscheiden.
Voor de belangen der werkloozen en
niet minder ook voor de maatschappij als
geheel, met inbegrip van de werkgevers
zelf, is het maar gelukkig, dat baar bene
per. blik weinig of geen kwaad kan doen!"
Wij zijn het met beschouwingen van den
heer Kuiper, wat de hoofd-strekking be
treft, eens: men kan de bona fide arbei
ders die werkloos zijn niet bejegenen als
„armlastigen".
Dat zou misplaatst zijn tegenover deze
arbeiders zelf, en dat zou ook zijn een ver
keerde daad, in strijd met het algemeen
Lelangl
BELGIE
TEGEN DE LIJKVERBRANDING IN
BELGIE.
Een protestbetoocing der Vlaamsche
studenten.
Ongeveer duizend Vlaamsche studenten
van de Leuvenscbe Alma Mater hebben
in de hoogeschoolstnd gemanifesteerd te
gen het wetsvoorstel, waarbij lijkverbran
ding in België zou worden geoorloofd.
In een massa-optocht droegen zij span
doeken mede, waarop o.m. stond te lezen:
„Met den kardinaal tegen lijkverbran
ding".
Tijdens ©on protesivergadering werd het
woord gevoerd door een student en een
hoogleeraar.
Ten slotte werd een telegram van hulde
gezonden aan den primaat van België en
tevens ook een motie aan de regeering
om te protesteeeren tegen de beleedigen-
de woorden in de Kamers aan het adres
van Z.Eai. kardinaal van Roeij uitgespro
ken en over het ontslag to eischen van de
katholieke ministers, indien de aanneming
van het wetsvoorstel zou doorgedreven
worden.
DUITSCHLAND
INCIDENT IN DEN BEIERSCHEN
LANDDAG.
In de Beiersche Landdagzitting van gis
teren deed zich een incident voor. De
nat.-socialistische afgevaardigde Streicher
werd uit de zaal gewezen, hetgeen een
journalist op de perstribune een onvrien
delijke uitlating aan hei adres van Strei
cher ontlokte. Deze kwam even later met
een collega naar de tribune, er ontstond
een twis* en de journalist liep hierbij een
oorveeg op. Andere journalisten moesten
de twistenden schei Jen.
FRANKRIJK
OMROEP-MOEILIJKHEDEN IN
FRANKRIJK.
Bij de behandeling van de begrooting
der posterijen in de Fransche Kamer ver
langden verschillende sprekers, dat de
luis eraars maandelijks een bijdrage zullen
beialen, zooals dit in Duitschland het ge
val is.
De minister der posterijen wees er op,
dat hij voorloopig niets kan doen, zoolang
de ontworpen radiowet niet aangenomen is.
Tot nu toe zijn de Fransche omroep-
maatschappijen aangewezen op de ontvan-
sten uit de reclame, waarop reeds her
haaldelijk critiek is geoefend, aangezien
de door de reclame verkregen middelen
niet voldoende zijn om de programma's be
hoorlijk ie verzorgen.
ITALIË
„MENSCH EN MACHINE".
Merkwaardig artikel van
Arnaido Mussolini.
In de „Popoli d'Italia'' bespreekt de broer
van den Duce, Arnaido Mussolini, onder
den kop „Mensch en Machine" de tegen
woordige econmischo crisis^in het alge
meen en in het bijzonder de crisis in Italië.
Hij merkt daarbij op, dat het gebruik
en vooral het misbruik van de machine
in Italië aanmerkelijk geringer is, dan in
de meeste andere landen.
Italië's toekomst ligt op de eerste plaats
in een steeds bloeiender landbouw, terwijl
zijn industrie wei goed gaat, maar steeds
tot een naar verhouding klein contingent
beperkt zal blijven.
Zeer merkwaardige dingen zegt Arnaido
Mussolini over den kunsthanarbeid, die
steeds tot hooger bloei gebracht moet en
kan worden. Al kan men natuurlijk niet
verlangen, dat bijv. de spoorkaartjes met
de hand vervaardigd worden men kan dit wel
eischen van een copie der „Divina Corae-
dia", waarvan de machinale vervaardiging
in strijd is met alle traditie.
De kunsthandarbeid heeft een groote
toekomst voor zich, vooral in Italië. De
hoofdzaak is, dat Italië over een binnen-
landsche markt beschikt, die deze produc
ten kan opnemen.
Om de werkloosheid te bestrijden moet
zoo spoedig mogelijk alle nachtarbeid en
ook de arbeid van vrouwen en kinderen
volledig worden afgeschaft.
Ook moet een eind gemaakt worden aan
alle mogelijke bijverdiensten, waardoor
sommige personen anderen hun broodwin
ning ontnemen.
Natuurlijk moet dit alles geschieden, zon
der do privaatrechten van anderen te
schenden.
LITAUEN
DE „KULTURKAMPF" IN LITAUEN.
De leiders zijn hef niet eens.
Naar ;,Kipa" uit Kowno verneemt, heb
ben de groote nieenigsverschillen oyer de
voortzetting van den „Kulturkampf" aanlei
ding gegeven tot het ontslag van vier mi
nisters, n.l. van de ministers van binnen
landsche zaken, eeredienst, justitie en
landbouw.
De minister van binnenlandsche zalen,
Avaricius, wilde en verzachting van den
strijd, daar hij de verantwoordelijkheid
niet op zich kon nemen, om de Katholie
ken nog langer te vervolgen.
Tot opvolger van Avaricius zou nu de
chef van den recherchedienst, die even
eens als zoodanig is afgetreden, benoemd
worden.
De nationalisten willen koste wat het
uiterste best, om zich te vereenigen met de
aanhangers van den vroegeren staatspresi
dent, Woldemaras, van wie verschillenden
wegens den aanslag op kolonel Rusteika
voor den krijgsraad moeten verschijnen.
Men is met de onderhandelingen hierom
trent reeds begonnen.
De nationalisten willen koste van het
kost den strijd tegen de Katholieken
voortzetten.
In Juni zou een nationalistisch congres
plaats hebben van de georganiseerde natio
nalisten, waarop de tegenwoordige staats
president Smetona, wiens amb'stijd ook
volgens de door de „Tautininka'-partij ge
decreteerde grondwet reeds lang ten einde
is, tot „eenigen" staatspresident zal wor
den uitgeroej en.
Intusscben kunnen zich echter nog tal
van veranderingen voordoen.
RUSLAND.
WEER DE ÓEKRAINE.
Massa-arrestaties.
Uit Charkow wordt gemeld, dat de Ge-
peoc in Sovjet Oekraine een groote, natio
nalistische organisalie zou hebben ontdekt,
die haar vertakkingen vooral heeft in de
Oekraine regimenten en zich ten doel stelt,
het verwekken van een opstand in het le
ger, ten einde tc komen tot een militaire
revolutie en een militaire dictatuur.
Talrijke officieren, voornamelijk emigran
ten uit Oost-Galicië, zouden zijn gearres
teerd, o.a. ook Kossek, commandant van
de roode officierenschool te Charkow.
Kossek was tijdens de Oekrainsch-Pool
sche crisis in 1918—'19 commandant van
het Oekrainsche corps.
Verder zouden gearresteerd zijn prof.
Lozynski, die geruimen tijd docent aan de
Oekrainsche faculteit van de universiteit
te Praag was, en dertig Oekrainsche stu
denten.
In Oost-Galicië zouden meer dan hon
derd personen gearresteerd zijn, waar
van enkelen zelfs reeds naar de Soloweski
eilanden in de Witte Zee verbannen zou
den zijn.
Veel meer opzien zou echter gewekt zijn
door het bericht, dat dit Chabarowski in
Oost Siberië wordt gemeld, namelijk, dat
de commandant der sovjet-troepen in het
Verre Oosten, generaal Blucher, zou zijn
gearresteerd, onder beschuldiging van to
hebben samengewerkt met de samenzweer
ders tegen de sovjet unie in de Oekraine.
Ook zouden eenige beambten van de
Gepeoe zelf zijn gearresteerd.
BRITSCH-INDIE
HET ACCOORD IN BRITSCH-INDIE.
Wat Gandhi en de onderkoning
overeenkwamen.
De tusschen den onderkoning en Gandhi
getroffend overeenkomst is thans gepubli
ceerd.
Er wordt in bepaald, dat de campagne
van burgerlijke ongehoorzaamheid en de
boycot van Britsche koopwaar, als politiek
wapen, zullen worden opgeheven.
De wegens burgerlijke ongehoorzaam
heid gevangengezette nationalisten, die
niet tot geweld hun toevlucht namen, zul
len in vrijheid worden gesteld.
De bewoners der zoutstreken, vooral de
armsten onder hen, zullen zout mogen win
nen voor eigen gebruik of voor verkoop in
hun resp. dorpen.
Het posten zal geoorloofd zijn, mits het
de rechten van anderen niet aantast.
De verschillende ordonnanties, tijdens
de campagne van burgerlijke ongehoor
zaamheid ingevoerd, zullen worden opge
heven.
Men zal zich niet mogen verzetten te
gen den verkoop of aankoop van Britsche
koopwaren.
EERSTE KAMER
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN
OVER DE RIJKSBEGROOTING.
Voortgezet worden de algemeene be
schouwingen ove de Kijksbegrooting 1931.
De heer van'Lanschoi (U.K.) con
stateert dat de Tiecr Mendels het kapita
listisch ste'sel als oorzaak van de economi
sche crisis beschouwt.
Spr. aanvaardt den strijd tegen uitwas
sen, tegen misbruiken van het kapitalisti
sche ste'sel. De katholieken echter erken
nen zonder uitzondering de iechten van 't
privaat-bezit, in tegenstelling met clr> so
ciaal-democraten. De rede van mr. Men
dels was een riike rede. o.a. in rhetorisch
opzicht, maar dit wil niet zeggen, dat zijn
argumenten steekhoudend zijn. Spieker
zou bijv. willen wedden dat verschillende
bezadigde partijgenooten van den heer
Mendels het volstrekt niet eens zijn met
diens beroep op den heer Albarda 'er, aan
zien van de houding der S. D. A P. bij mo
bilisatie.
Aan het tegenwoordige economische
stelsel weten we wat we hebben, terwijl we
dat niet weten ten opzichte van de ideale
maat scha on ij van den heer Mendels.
De politiek van het brengen van alle
productiemiddelen aan de Overheid is er
een van avontuur en wanhoop.
Spr. beveelt de Regeering nan, een on
derzoek in te ste'len naar de wenschelijk-
heid van een industrie bank en hij dringt
voorts aan op cperfbaarheid bij trustvor
ming.
Een bepaald crisisprogram acht spr. niet
te leveren De geschiedenis heeft aat be
wezen. Tn dit verband herinnert spr. aan
het erisisprogram van den tocnmaligen mi
nister Treub, waarvan alleen de speelkaar
tenbelasting in het Staatsblad is versche
nen (en overigens later weer ingetrok
ken).
Spr. waarschuwt ervoor om ons de eco
nomische verweermiddelen nier uit han
den te laten nemen.
Het crediet aan Duitschland acht hij een
machtig wapen in handen van onze on-
de-handelrars met de oostelijke naburen.
Wat de binnenlandsche politiek aangaat-
wijst spr. op de kosten van het wegenplan
dat vol eens een onlangs gemaakte raming
S30 millinen zou beloopen. Bij de Zuider-
zeedrooglegging gaat het eveneens om
honderden miliinenen. Daartegenover be
schikken de Rijkspensioenfondsen over
honderden miliinenen. Zouden deze niet
kunnen worden belegd in de drooglegging
en wordt het ercen tijd het fondsenste'sel
vaarwel tc zeggen door vervanging bijv.
door een omslagstelsel?
Ten aanzien van het incidentAlbarda
refereert spr. zich aan Mgr. Nolens, die de
S. D. A. P. liever ziet op den evolution-
nairen dan op den revolutionnairen weg.
De heer W i b a u t (K. D. A. P.) zal den
heer Van Lanschot, die de S. D. A. P. en
de rede van mr. Mendels becritiseerde niet
op den voet volgen.
De instelling van een industriebank zou
spreker aanvaarden, doch niet als middel
tegen de crisis.
Spr. vraagt verder de aandacht voor den
nood, waarin verschillende gemeenten
reeds verkeeren als gevolg van de wet op
de financieele verhouding tusschen Rijk en
Gemeenten.
Reeds zijn 6-2 gemeenten tot heffing
van 80 opcenten en zelfs tot 100 opcenten
op de genieentefondsbelasting overgegaan
terwijl vele daarvan bij de begroeting 1932
1933 in het geheel niet meer de eindjes
aan elkaar zullen kunnen kn ionen. Bij
zondere voorzieningen zullen noodig zijn.
Prof. Van Embden (V.Dbehandelt
de verhouding tusschen Regecring en Volk
ingeval van mobilisatie en oorlog. Hij is
overtuigd, dat het toenemend verzet te
gen het oorlogsbedrijf zich in de toekomst
ook in een onwellige basis zal bewegen.
De beslissing over mobilisatie geschiedt
in werkelijkheid niet door de Regeering
maar door de hooge militairen.
De vrijzinnig-democratische partij doet
ook in het heden niet anders dan zij in het
verleden deed: waarschuwen tegen aan
tasting van de democratie en in geval van
oorlog zal zij het minder gevaarlijk achten
een onwettigen maatregel aan te beve
len dan dat ons geheele voik in den af
grond wordt gcs'.ort.
De heer SPngerberg (V.D.). houdt
financieele .beschouwingen. Spr. erkent, dat
voor 1932 de uit zich I en minder heider zul
len zijn, terwijl de uitgaven het normale
accres zullen behouden. Alvorens echter
een beroep op den belastingbetaler te doen
kan de Rsgeerjng pul ten uit de 540 mil-
lioen, die de belastingen in vorige jaren
meer hebben opgeleverd dan voor den
Staatsdienst noodig was.
Spr. deelt niet de sombere inzichten
van den heer Wibaut ten aanzien van de
wet op de financieele verhouding.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Dcrronsfraties tegen de Belgische lijk-
verbrandingswet.
De „Kulturkampf" in Litauen.
Massa-arrestaties in de Oekraine.
De heer Koster (Lib.) zou willen zien
nagegaan wat economisch amgc'ijk is om
de gevolgen van de wrrklóosbe'.Dcrisis te
verzachten. Daarbij n:cet rekening ge
houden worden mc-t de groote dalingen van
koersen en indexcijfers in den groothan
del. Deze laats'en daalden van 142 in 1929
tot 117 in 1939 en 105 op het oogenbük.
Het is volstrekt niet alleen de Icnlbouw
die in nood verkeert. De textielindustrie
zal haar uitvoer aanmerkelijk verminde-en
de diamantindustrie evereers. "Daartegen
over was de toestand guns'ig voor do
bloembollencultuur, de heestorkweekerijen
en de veeteelt.
Rusland treedt als geduchte eoucurrcot
voor onzen export op, dank zij ook het
lage levensheil van dat land. De wereld
crisis is niet aan de techniek of de te lege
arbeidsvoorwaarden Ie wijten, doch aan
hef gebrek nar. internationaal voltrouwen.
De vergadering wordt verdaagd lot he
denmorgen.
TWEEDE KAMER
DE INDISCHE
ONDERWIJSBEGROOTING.
Voortgezet wordt de behandeling dor
Indische Bearooting, afd. Onderwijs.
De heei Gerhard (S. D. A. P.) ver
volgt zijn rede en bespreekt het herorde-
nincsplan van het onderwi's.
Den heer S e v e r ij n (A.-R komt het
voor, dat de vraag naar openbaar neutraal
onderwijs voor Indië al (e Westersch ge
orienteerd is.
De heer M o 11 e r (R.-K.) bestrijdt de
eenheidsschool en pleit voor de inheem-
sche taal als voertaal.
De confessionecle school acht spr. voor
wat karaktervorming en opvoeding veel
beter geschikt dan de onenbare
De lieer v. Boetzelaer (C'. II.) zegt,
dat er groot verschil is tusschen de volks
scho'en in de verschillende deelen van Ned.
Indië. De volksschool dient een heiboom
te worden, waardoor het leven in de dessa
op hooger peil worden gebracht. Do school
past niet genoeg in het inlandWhe leven.
De heer J o e k e s (V. D.) wijst er op,
dat er op het gebied van het onderwijs
in Indië nog een belangrijke achterstand
is in te halen. .Spr. waarschuwt tegen be
perking van het onderwijs in het Neder
landse!) op le lagere scholen.
Dc heer T e r L a a n (S. D. A. P.) consta
teert, dat vooral het onderwijs betrokken
is in de bezuiniging. De regeering dient
7oor het onderwijs echter meer te doen
dan blijkt uil de cijfers dér begrooting.
Voor het volksonderwijs wordt veel te wei
nig gedaan. De heer Ter Laan bepleit ten
slotte een goede inrichting van dc kweek
scho'en en dient een motie in, waarin de
Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat de
nieuwe reisrogeling ook van toepassing
moet zijn op officieren, zoodat die voor
alle ambtenaren dezelfde is.
Deze motie zal bij de afd. Defensie wor
den behandeld.
De heer De Visser (O. P.) betoogt,
dat er geen gebied is waarop dé verwaar
lozing zóó groot is als op dat van het-
onderwijs.
Mej. e s t e r m a n (Lib.) komen de
herordeningsplannen niet geheel aanneme
lijk voor. Er moet yobr gezorg I orden, dat
het bijzonder onderwijs niei bevoordeeld
wordt boven het. operibaar onderwijs.
De heer Feber (R.-K) bestri'.It den
heer De Visser, waar deze het statistische
materiaal van den lieer Moller beslreel.
De M in. v. Koloniën do heer
De G r a a f f, zal de aandacht van den
gouverneur generaal vestigen op de op
merkingen, gemaakt ten aanzien van het
herordeningsplan.
Spr. is het er mede eens, dat het confes
sioneel onderwijs aan de karaktervorining
meer kan doen dan het openbaar onder
wijs. Dit ligt aan den aard daarvan. Wel
gelooft spr., dat er een leemte is in hel;
stelsel van subsidieering en dat leeningen
op korten termijn beter zijn dan hypo
theekgaranties. De inlandsche taal kan
tot op zekere hoogte ook als voertaal ge
bruikt worden op de hoogere onderwijsin
stellingen. Bii het hooger onderwijs is zij
niet te gebruiken.
Het ontwerp wordt goedgekeurd met
aanteekening, dat de heeren Gerhard en
De Visser tegen zijn.
De vergadering wordt verdaagd.