22ste Jaargi.ag
DINSDAG 17 FEBRUARI 1931
No. 6824
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
VASTENBRIEVEN.
BUITENLAND
BINNENLAND
3)e ÊeicbeHe 0ou4cmt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week f2 50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per post f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonnés ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTiEPPIJS BEDRAAGT:
Gewone advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeclingen wordt
het dubbele van het tarief berekend
Kleine advertentiën, van ten hoogste 30 woorden, waarin
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop f 0.50
Dit nummer bestaat uit twee bladen
De Aartsbisschop van Utree kt,
Z. D. H. Mgr. J. H. G. Jansen, handelt in
Zijn Vastenbrief over karaktervorming der
kinderen door christelijke opvoeding.
De Bisschop wijst er op, dat de ouders
hun kinderen moeten vormen „van de pril
ste jeugd af'.
„Onwaakt in het kind het geweten, het
bewustzijn van wat kwaad- en van wat goed
is, dan moeten de ouders de neigingen
leiden, den zich meer-en-meer-bewust-wor-
denden wil vormen ten goede, het nog ge
makkelijk buigbare zacht buigen, het nog
licht kneedbare liefdevol kneeden door
zachte berisping of bestraffing, door
woordjes van lof of kleine belooning.
Men meene met, dat men moet wachten
tot het kind- 7 jaar is. Veel eerder immers
ontdekt men, dat het kind vol eigenliefde
is, zelfzuchtig, eigenzinnig, koppig, driftig,
ijdel, vol menschelijk opzicht, onoprecht,
leugenachtig, snoeplustig, gemakzuchtig,
traag, weekelijk, zinnelijk van nature.
Wil de opvoeding geen mislukking wor
den, dan bedenke men, dat het werk der
opvoeding is: de wilskracht ten goede ont
wikkelen, het kind- leeren: zich zelf dwin
gen kwaad te bestrijden en goed aan te
leeren, omdat God dat wil, dus het zede
lijk kwaad te laten en te doen het zede
lijk goed. Christelijke opvoeding is karak
ters vormen volgens Christus' leer met be
hulp van de genade, die door gebed en
Sacramenten wordt verkregen".
Dan houdt het Bisschoppelijk Vermaan
de ouders voor, dat niet het woord, maar
het voorbeeld vooral indruk maakt op hun
kinderen.
„Spoediger dan men denkt, bemerkt het
kind, dat vader wel vermaant, maar niet
doet: dat er verschil is tusschen een dóór
en dóór christelijk leven en het enkel waar
nemen van godsdienstplichten. Het kind
kijkt kritisch toe. Vroeg of laat komt de
tijd, waarin uwe kinderen u beoordeelen
trots alle banden des bloeds. Mogen uwe
daden zóó zijn, dat zij u niet veroordeelen.
Later, misschien reeds spoedig, zal het
kind vader of moeder of beiden verwijten,
dat zij hem te groote vrijheid lieten, dal
zij te toegeefelijk, te zwak, te weekelijk wa
ren; dat zij verzuimden zijn karakter te
vormen door zijn wil te sterken in zelfbe-
heersching in zelfbedwang. Het zal huu
verwijten, dat zij wel zorgden voor zijn
lichaam, voor zijne verstandelijke ontwik
keling, voor zijne maatschappelijke positie,
maar dat zij vanaf zijn prilste jeugd zijne
zedigheid niet dekten en beschermden; dat
zij zijn godsdienstzin niet verstandig en
niet godvruchtig ontwikkelden, zijn gods
dienstig leven niet verzorgden; dat zj
zijne ziel te zeer verwaarloosden en hem
den strijd des levens niet leerden strijden;
dat zjj hem misschien geld en goed nalie
ten, eer en aanzien bezorgden en gelegen
heden in overvloed om te genieten, maar
dat zij niet van hem hebben gemaakt een
man, eene'vrouw met een degelijk, sterk,
christelijk karakter, dat zij hem in het le
ven niet hebben meegegeven dien grooten
zieleschat, met welken het arme kind schat
rijk is, zonder welke het rijkste kind is
doodarm.
Bij gebrek aan wilskracht doet onbe
teugelde hoogmoed of onbeheerschte zeden
of beiden het kind later afzakken tot een
slap, duf en dof leven, sommigen afglijden
van een uiterlijk nog katholiek leven
met min of meer schijnheilig katholiek ge
doe om wille van positie of familie lang
zaam aan tot volslagen ongodsdienstigheid
en ten slotte tot practisch ongeloof".
De Vastenbrief van den Bi s s c h o p
van 's-H ertogenbosch, mgr. A. F.
Diepen, is gewijd aan de eensgezinde en
doelmatige samenwerking van huisgezin,
kerk, school en jeugdomgeving tot het vor
men van het meest gunstige milieu voor de
zoo noodzakelijke christelijke opvoeding
der jeugd.
De Bisschop sluit zich aan bij de ma
gistrale uiteenzetting over dit onderwerp
in de Pauselijke Encycliek van 31 Decem
ber 1929.
Z. H. veroordeelt openlijk de dwaling,
dat men tijdens de opvoedingsperiode van
kind tot volwassene, bij een waarlijk chris
telijke opvoeding onbezorgd of straffeloos,
verschil of tegenspraak zou mogen laten
voorkomen tusschen huisgezin en kerk,
tusschen huisgezin, school en jeugdomge
ving. Hoe van zelf sprekend dit alles zij,
de droevige ondervinding bewijst maar al
te vaak, hoe de mislukking der christelijke
opvoeding niet uitblijft, als onvoorzichtige
of zoogenaamd verlichte ouders of opvoe
ders uit menschelijke berekening deze
dwaling niet willen of niet durven inzien
voordat een neutrale school of universiteit,
of een neutrale jeugdvereeniging haar ver
dervend werk volbracht hebben.
Het eerste, noodzakelijk en natuurlijk on
derdeel van het „milieu" der opvoeding is
dan het huisgezin, door den Schepper spe
ciaal tot dat doel geordend.
Geen wonder, dat Z. H. in dit veroand
ons waarschuwt tegen het hodendaagsche
jammerlijk verval der huiselijke opvoeding
en met evenveel klem als bezorgdhei-i
daarvan deze twee oorzaken aanwijst; het
niet of hoogst gebrekkig voorbereid zijn
der ouders op dit verheven opvoedersambt
of op den fundamenteelen plicht, hun kin
deren godsdienstig, zedelijk, maatschappe
lijk en lichamelijk op te voeden en vervol
gens het bijna overal bestaand streven de
kinderen van de prille jeugd af onder al
lerlei economische, industneele, eommer-
cieele of politieke voorwendsels, altijd meer
van het gezin te vervreemden.
Het thans tot Ons door Z. H. gerichte
vermaan noopt Ons, mede ter wille van uw
plicht tot samenwerking met kerk en
school, U op geheel bijzondere wijze aan
te sporen, niet alleen het gezamenlijk ge
bed in alle huisgezinnen in eere te her
stellen, doch ook de voorvaderlijke goe.le
gewoonte, dat Vader of Moeder zelf hun
kinderen de éérste gebeden en de jroote
waarheden van ons H. Geloof leeren, en
dat de katechismus in het gezin zelf door
de kinderen worde van buiten geleerd en
door Vader en Moeder of door de oudere
kinderen daar worde overhoord.
Het door Z. H. zoo terecht betreurde on
voorbereid ten huwelijk gaan betreft wel
het- allereerst en allermeest de vrouwelijke
jeugd.
Mogen onze katholieke ouders, leerlingen
en studenten voor goed gaan inzien, uoe
ongerijmd het is, het onderwijs in den gods
dienst wel goed te achten voor jeugdige
leerlingen maar niet voor oudere of voor
volwassenen. Het jarenlang gemis van
eigen lagere, middelbare en hoogere soiio-
len moge er toe geleid hebben, het gods
dienstonderwijs te gaan beschouwen als
alleen geëigend voor kerk of katechismus-
kamer, in werkelijkkei<i behoort het thuis
in al onze scholen, opdat ieder katholiek
de hem in zijn staat, beroep of stand nood
zakelijke godsdienstkennis verwerve.
Het niet inzien hiervan heeft zich ook
onder ons op verschrikkelijke wijze gewro
ken en een onkunde, onwetendheid en ge
ringschatting voor de godsdienstkennis ge
bracht, die het welzijn van huisgezin en
maatschappij en zelfs den bloei van weten
schap en kunst maar al te lang belemmer
den.
Gok buiten huisgezin, kerk en school is
leiding en waakzaamheid in elk ander mi
lieu, waarin onze nog niet volwassen en
zelfstandig gevormde jeugd zich begeeft,
dringend noodzakelijk, zoo zegt ons tereent
Z. H., want' de gelegenheden voor zedelij
ke en godsdienstige schipbreuk zijn in onze
tijden, speciaal door goddelooze en losban
dige lectuur, door bioscoop en radio, op
angstwekkende wijze toegenomen.
Hoogen lof en steun verdien daarom alle
echt katholieke jeugdinstellingen, die de
jeugd., welke toch in onze maatschappij
hare ziel moet redden, met ©ebt christe-
lijken ijver weten te sterken tegen de ver
leidingen en dwalingen der wereld, opdat
zij, ofschoon medebezitster der wereld, toch
verre blijven van hare afdwalingen.
De Bisschop van Roermond,
mgr. L. J. A. H. Schrijnen, schrijft over
den drang in ieder mensch naar volmaakt
geluk:
Er leeft in ieder menschenhart een on
weerstaanbare drang naar volmaakt ge
luk. En eenieder verlangt, aan dien drang
zijns harten zooveel mogelijk te voldoen.
De vraag is nu: waar dat geluk te vin
den en wat moet de mensch doen, om het
te bereiken?
Welnu: het volmaakte geluk vindt men
alleen bij God. „Gij hebt ons voor U ge
schapen o mijn God", zegt de H. Augusti-
nus, en „onrustig is ons hart, totdat het
ruste In U."
Het volmaakte geluk zal geen mensch
op deze wereld ooit bereiken: dat geluk
;s ons beloofd in den Hemel als loon voor
onze goede werken.
Doch ook op deze aarde reeds vraagt
het menschenhart naar geluk. En wij wil
len u beleeren, waar dat geluk op de we
reld wel en waar het niet te vinden is.
God dienen is het doel van den mensch
op deze wereld. „Alle volken zullen Hem
dienen", zingt de Psalmist. Erkent hij
God als den oorsprong van alle goed,
schenkt hij Hem de inwendige en uitwen
dige Godsvereering, onderwerpt hij geheel
zijn wil aan den geopenbaarden wil van
God, dan bewandelt hij den weg, die voert
naar het geluk, waarnaar hij haakt: en
dan zal hij dat geluk vinden, volmaakt en
zonder einde in het bezit van God in den
hemel, doch ook reeds zooveel mogelijk te
midden van al de ellende en al de weder
waardigheden op deze aarde.
Ligt het nu niet voor de hand, dat een
ieder, die het goed meent met zich zeiven,
dezen weg zal kiezen, om aldus voor tijd
en eeuwigheid gelukkig te worden?
En toch een groot gedeelte van de
menschheid zoekt het geluk langs andere
wegen, en zoekt het tevergeefs niet
alleen de ongeloovigen, voor wie met den
dood alles een einde neemt en die geen
andere idealen kunnen hebben dan een ge-
lak op aarde, maar ook vele Christenen
die een leven leiden, alsof zij nimmer
moesten sterven en alsof er niet aan het
einde dezer loopbaan een Rechter op hen
wachtte, die hen zal oordeelen naar hunne
werken. Naar eei en macht, naar rijkdom
en zinnelijke genoegens gaan hunne ver
langens, en hierin meenen zij het geluk te
vinden. Och, B. G., hoe weinigen kunnen
zeggen, dat zij bereiken wat zij nastreven?
Hoevelen martelen zich af van den mor
gen tot den avond om die stoffelijke goe
deren na te jagen, en telkens ontglippen
zij aan de hand, die er zich naar uitstrekt?
Maar ook als zij slagen in hunne jacht
naar die vergankelijke goederen, zouden
zu dan het geluk gevonden hebben, dat
hun hart bevredigt? Komen zij niet vaak
dan juist tot de ontdekking, dat alles wat
de wereld biedt aan eer, aan goed en ge
not, niet in staat blijkt, om den waren
vrede aan het hart te schenken?
Zeker, iedere mensch op aarde mag
streven naar welvaart en naar vooruitgang.
Maar hij moet dit doen als een geloovi-
ge: steeds voor oogen houdend, dat hij ge
schapen is voor God en voor een eeuwig
geluk.
Nu wordt echter eene leer gepropageerd
die tegen de christelijke, ware opvatting
rechtstreeks ingaat. Bij het bestrijden van
de misstanden, die er zeker zijn, beweren
de ongeloovigen, dat juist het geloof aan
een God en de beoefening van den gods
dienst de grootste hinderpalen zijn voor
het geluk van den mensch, op aarde. Wil
de mensch welvaart en geluk vinden, zoo
zeggen zij, dan moet hij geen God meer
erkennen, geen goddelijke wet meer aan
vaarden. Ja zelfs, wat de natuur in s men-
s hen hart heeft gelegd: de eerbied voor
de ouders, de eerbied]voor huwelijksband
en voor gezin, de zoir,:;n vari ouders voor
hun kinderen dat ailes wordt beschouwd
als een belemmering voor het geluk. Op
groote schaal wordt de propaganda voor
die godlasterende leer gevoerd over heel
de wereld: ook in ons land en in ons Bis
dom. Het gevaar, dat onze geloovigen zulke
goddelooze stellingen mogen aanvaarden,
is wel uiterst gering: maar grooter is het
gevaar, dat zij onbewust toch iets overne
men van wat op fabrieken, werkplaatsen
en mijnen, vaak onder bedekte termen,
wordt verkondigd.
B. G., laten wij ons ertegen wapenen:
laten wij inzien, dat ons H. Geloof en de
Kerk het ware geluk en de welvaart der
wereld niet tegenwerken maar integen
deel bevorderen; laten wij ook waar wij
kunnen medewerken, om zooveel in onze
macht is, de misbruiken uit te roeien, op
dat aan de vijanden der Kerk aldus het
wapen uit de hand worde geslagen, dat zij
't liefst en met 't meeste succes hantee-
ren.
Van de eerste Christenen werd ge
zegd: „ziet, hoe zij elkander liefhebben".
O, als die onderlinge liefde weer eens in
de plaats trad van de koelheid, de onver
schilligheid den haat misschien waar
van de eene mensch den anderen beje
gent; als er weer eens kwam die christe
lijke behulpzaamheid en goede verstand
houding tusschen de verschillende stan
den wat zou de wereld er anders uit
zien!
Christenen, bemint elkander: en in de
zen tijd van malaise, weest voor elkander
een steun. Bemint ook die armen, die mis
leid zijn en die, hun Schepper en hun eeu
wig einddoel vergetend, ondergaan in hun
jacht naar stoffelijk geluk.
ENGELAND
ENGELANDS BEGROOTINGS-
EVENW1CHT.
Snowden's program.
Blijkens verschillende persberichten zou
de Britscne kanselier van de schatkist, Phi
lip Snowden, het volgende program hebben
ontworpen, om de Engelsche begrooting in
evenwicht te brengen:
1. Vermindering van de uitgaven voor
leger, marine, en luchtstrijdkrachten, me'
een bedrag van 0.2 millioen pond Sterling;
2. Maatregelen ter converteering van de
oorlogsleeningen, zoodat de rentevoet er
van daalt. Hierdoor zou een besparing ver
kregen worden van 20.4 millioen pond ster-
ling;
3. Vermindering der begrooting met 6
millioen pond sterling;
4. Maatregelen tegen het misbruik ma
ken van steunregelingen door werkloozen,
diet steun trekken zonder daar recht op te
hebben;
5. Vermindering van den premietoeslag
voor de ambtenaren, vrijwillige verlaging
der ministerssalarissen met 20 percent en
verlaging van de vergoeding voor de lager-
huisleden met 10 percent;
6. Vermindering van de toewijzing van
gelden voor het schulddelgingsfonds;
7. Verhoogde belasting op het groot-
bezit.
Voorts zou Snowden voornemens zijn.
ook de successie-belasting, die thans reeds
in Engeland zeer hoog geacht wordt, te
verhoogen, alsmede de belasting op de
hooge inkomens, die thans reeds met 11
shilling per pond zijn belast. Verder zou
het voornemen bestaan, een in Amerika
gedeponeerde reserve van ruim 33 millioen
pond sterling voor begrootingsdoeleinden
mobiel te maken.
Snowden zou tenslotte verzekerd hebben,
niet voornemens te zijn, de werkloozen-uit-
keeringen te verlagen of steun te verlee-
nen aan de door de fabrikanten
voorstellen tot loonsverlaging.
SPANJE
DE NIEUWE KABINETS-
FORMATEUR.
Sanchèz Guerra.
De Spaansche koning heeft na het aftre
den van generaal Berenguer aan Sanchèz
Guerra de vorming van een nieuwe regee
ring opgedragen. Sanchèz Guerra was lei
der der conservatieve partij, welke functie
hij neerlegde toen hij zich na een heftige
woordenwisseling van den koning losmaak
te. Tijdens de dictatuur van Prima de Ri
vera nam hij deel aan de putsch-poging te
Valencia, waarvoor hij voor den krijgsraad
werd gedaagd.
Algemeen verwondert men zich erover,
dat een man, die op zoo buitengewone
wijze den persoon van den koning heeft
aangevallen, thans weer ter beschikking
van den koning staat.
De republikeinsche groepen laten door
schemeren dat een dergelijke regeering
geen oplossing kan brengen. Zij zijn daar
om voornemens, hun actie voor de vestiging
van een republiek met alle middelen voort
te zetten en het nieuwe kabinet niet te
steunen.
Verder wordt nog opgemerkt, dat de
andere voormalige conservatieve leiders,
Bergamin en Burgos Mazo, die, evenals
Sanchèz Guerra, tot de kringen der nieu
we regeering gerekend worden, sedert hun
toetreden tot de rijen der constitutionee-
len geen partij of groep achter zich heb
ben, doch voornamelijk om hun persoon
lijkheid een rol spelen.
Gezien de bestaande verhoudingen en
vooral die, waaronder men tot op heden
heeft geleefd, beteekent de huidige kabi
netsvorming een stap naar links en een
concessie aan de revolutionnairen, die niet
temin van geen toegeven willen weten.
PORTUGAL
NAAR HET EINDE DER DICTATUUR
IN PORTUGAL?
Uit Lissabon wordt gemeld, dat de Por-
tugeesche regeering bezig is met het uit
werken van een kieswet, teneinde nog dit
jaar verkiezingen te doen houden voor de
wetgevende vergadering, om zoodoende
den terugkeer tot normale constitutioneele
toestanden voor te bereiden.
RUSLAND
DE RUSSISCHE DUMPING.
Bolsjewistische heftigheid tegen de landen,
die zich te weer stellen.
Blijkens berichten uit Moskou moet in
bolsjewistische regeeringskringen een ful
minante campagne zijn losgebroken tegen
de snoodheid van sommige „kapitalistische"
staten, die het aandurven maatregelen te
beramen tegen den Russischen uitvoer of
te wel dumping.
De „Iswestia" het regeeringsorgaan, is
van oordeel, dat de hardnekkigheid, waar
mede deze campagne tusschen die landen
om de Russische goederen gevoerd wordt,
I er op wijst, dat een offensief tegen de
I R.S.S. wordt voorbereid door de invloed
rijkste kringen van het kapitalisme. De
I sovjetregeering verbergt niet voor de mas-
j sa's, dat de interventiebedreiging ernstig
is. De werkers van de U.R.S.S. kunnen
echter gerust zijn, want wanneer de wereld-
bourgeoisie haar krankzinnig avontuur be
gint, zal dit in een nederlaag voor haar
i eindigen.
I De „Krasnaja Zvesda' schrijft o.a.:
Wanneer Amerika zijn eigen voordeelcn
i prijsgeeft, uit vrees voor de uitvoering van
het vijfjarig plan, zooveel te erger voor
Amerika, dat niet het eenige industrieland
is, dat de U.R.S.S. leveringen kan doen.
De sovjetregeering zal met tegenmaatrege
len antwoorden op alle aanvallen, waar die
ook vandaan mogen komen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Sanchez Guerra belast met de formatie
van een nieuw Spaansch Kabinet.
Scheepsramp in China, met circa 100
dooden.
BINNENLAND.
Het autobus-ongeluk te Blerik. (Gem.
Berichten, 2de blad).
Echtpaar te Stellendam door kolendamp
vergiftiging omgekomen. (Gem. Berichten,
2de blad).
BLOEDIGE BOTSING IN ASTRAKAN.
Tusschen Russische boeren en
communistische stoottroepen.
Uit Moskou wordt gemeld, dat het in
het staatsvisscherijbedrijf te Wolodarski,
gouvernement Astrakan, tot ernstige botsin
gen zou zijn gekomen tusschen arbeiders
en een zoogenaamde communistische stoot
brigade, waarbij een lid dezer brigade zou
zijn gedood en een aantal anderen gewond.
De Gepeoe moet daarop verscheiden ar
restaties hebben gedaan; een der gearres
teerden zou standrechtelijk zijn gefusil
leerd, terwijl twee anderen tot gevangenis
straf werden veroordeeld.
Het incident schijnt zijn grond te hebben
in de ontevredenheid, die onder de arbei
ders heerschte tengevolge van slechte voed
selvoorziening.
Verder wordt een botsing tusschen ar
beiders en een communistische stoottroep
gemeld uit het gouvernement Kazakstan.
Daar moeten 7 communisten zijn gedood en
11 gewond, terwijl 20 arbeiders zijn gevan
gen genomen.
BRITSCH-INDIE
INDISCHE LEIDERS BIJ DEN
ONDERKONING.
Onzekerheid blijft heerschen.
De onaerkoning heeft gisteren naar
uit New Delhi wordt gemeld een lang
onderhoud gehad met Saproe, Sastri en
Jajakar, tijdens hetwelk de drie Indische
leiders hem hun indrukken van de Ronde
tafel-conferentie mededeelden en uiting
gaven aan hun meening omtrent de huidige
politieke situatie in Britsch-Indië.
In Indische politieke kringen is meu
niet zeer hoopvol gestemd over de resul
taten van het a.s. onderhoud tusschen
Gandhi en Lord Irwin. De regeering zou
echter vast besloten zijn, of de Indische
leiders er in toestemmen of niet, voortgang
te maken met de uitwerking van de nieu
we grondwet. Te dien einde worden volgens
Reuter de minister voor Indië, Wedgwood
Benn, de minister voor de Dominions, Tho
mas, andere gedelegeerden, parlementsle
den en experts in zake de te behandelen
materie, de volgende maand te New
Delhi verwacht.
Van bevoegde zijde wordt echter te
Londen verklaard, dat er geen beslissing
is genomen in zake het zenden van een
parlementaire delegatie naar Indië ter
voorzetting van het werk der ronde-tafel -
conferentie en dat de geruchten omtrent
een spoedige samenstelling van een der
gelijke commissie dus voorbarig zijn.
In het Lagerhuis zeide de minister van
Indië, Wedgwood Benn, dat hij nog geen
nauwkeurige verklaring kon afleggen om
trent de plannen der regeering. Up de vraag
of hij inlichtingen had ontvangen over de
houding der congrespartij tegenover do
voorstellen der ronde-tafel-conferentie,
zeide de minister niets te kunnen toevoe
gen aan het geen reeds in de pers was ge
publiceerd. Hij had vernomen, dat er een
bespreking zou plaats hebben tusschen
den onderkoning en Gandhi.
Wat de jongste onlusten in Burma be
treft, is men de beweging grootendeels
meester, maar er zijn in de bosschen nog
veel opstandelingen, die zich in kleine ben
den hebben verdeeld en die systematisch
worden bestreden. Het is nog altijd niet
zeker, of de leider Saya San, de „Gouden
Kraai", dood' is.
De stemming in het district Helmond.
Bij de stemming in den Statenkieskring
Helmond voor de candidatenlijst der R.
K. Staatspartij bij de a.s. Prov. Siatenver-
kiezingen is gebleken, dat de groote meer
derheid der kiezers het politiek advies van
het Kringbestuur Helmond heeft gevolgd,
ondanks de eenzijdige samenstelling vr
I dit advies.