De levensloop van de Tabaksplant
DE LEIDSCHE COURANï
Hoewel liet een algemeen verspreide
dwaling is, als zou Jean Nicot de ontdek
ker van de tabak zijn geweest of degene,
die het goed in Europa heeft verspreid,
mogen wij toch niet ontkennen, dat hij
eenig aandeel in dit werk heeft gehad.
Het eerst wordt van het rooken melding
gemaakt in een dagboek van Columbus.
Dit dagboek behelst de periode van 3
Augustus 1492 tot 15 Maart 1493. Een aan-
teekening gedateerd Dinsdag 6 November,
heeft den volgenden inhoud: „Gisteravond
keerden 2 mannen terug, die de Admiraal
had uitgezonden met de opdracht de bin
nenlanden te verkennen. Zij hebben 12 mill
geloopen, waarna zij aan een dorp kwamen,
bestaande uit 50 huizen. De menschen
ontvingen de mannen van Columbus met
de grootste hoffelijkheid. Vervolgens ont
moetten de mannen op hun weg, menschen
met een gloeiend kruid in hun handen; dat
waren de kruiden, welke zij pleegden te
'rooken. Het zijn gedroogde bladeren,
schreef Columbus verder, welke in een
droog blad zijn gewikkeld. Het eene eind
wordt aangestoken, terwijl'de menschen
aan het andere eind zuigen. Bij het inade
men trekken zij de rook naar binnen, zij
echter nog tot 1843 in de meeste Europee-
sche Staten verboden. Tegenwoordig con
stat eeren wij, dat er wel geen maatschap
pelijke groep zoozeer aan het rooken is
gehecht als juist de geestelijken; pastoors
en predikanten zijn harstochtelijke liefheb
bers van dit vrij onschudig vermaak. Doch
niet altijd is die band tusschen beide zoo
broederlijk geweest, daar er wel tijden aan
te wijzen zijn, waarin het heette, dat deze
naaperij der wilde volken bestond in een
afgodisch rooken ter eere van God Petum.
In vroeger eeuwen waren de vrouwen
van de mannen, die rookten, afkeerig. Hel
verhaal gaat, dzft toen Rodrigo de Jerez,
een tochtgenoot van Christoffel Columbus,
uit Amerika terugkeerde, bij zijn thuis
komst een opgerold tabaksblad ontstak,
waarom hij in de gevangenis werd gewor
pen. Eenigen tijd geleden is in Italië een
heel eigenaardige staking uitgebroken,
welke daar zij geheel ongeorganiseerd
was, niet te overzien is geweest; het was
een staking van rookers. Zij reageerden
tegen de verhoogde invoerrechten van Mus
solini. Op het platte land werd de actie in
derdaad met kracht voortgezet, hetgeen
men o.a. kan opmaken uit de berichten.
EEN KIJKJE IN DE TABAKS-INDUSTRIE, WAARBIJ DE GROND
BEWERKING DE UITERSTE ZORG VERE1SCHT.
breneen zich hiermede in slaap en bedwel
men zich. De bladeren noemen zij Taba-
cos". Elders wordt verhaald, dat de India
nen onder hun godsdienstige plechtigheden
een plant brandden, waarvan de rook op
den priester dezelfde uitwerking heeft als
dat van de dampen uit het onderaardschc
hol te Delphi en Pythië. Vermoedelijk heb
ben de Spanjaarden haar het eerst leeren
kennen op Tabasco, een eiland in de baai
van Mexico, waar de Cacique de tabak als
een voorwerp van weelde gebruikte.
Feitelijk moet zekere monnik Toman
Pane dit kruid omstreeks 1496 in Portu
gal hebben ingevoerd. In 1519 zond Cor-
tez tabak aan Karei V, welk product reeds
spoedig in Spanje werd verbouwd en door
kooplieden uit Venetië en Genua naar den
Levant werd vervoerd. In 1560 werd het
kruid in Frankrijk ingevoerd, door boven-
genoemden Nicot, dit in 1558 gezant was
te Lissabon. Toen hij van zijn post naar
Frankrijk werd teruggeroepen, nam hij
eenige zaden mede en gaf deze aan Catha-
rina de Medicis ten geschenke. Intusschen
raakte ook de tabak meer bekend in het
Noorden.
Den 27en Juli 1586 zette admiraal Drake
te Plymouth een groot aantal teruggekeer
de kolonisten aan wal. Deze nu hadden bij
de Indianen het tabaks-rooken geleerd en
verspreidden de gewoonte in Engeland.
Oorspronkelijk werd deze tabaksplant al
leen gevonden in Amerika ten Zuiden van
den evenaar, doch tengevolge van de ont
dekkingsreizen is zij naar verschillende
warme landen meegenomen. De Hollan
ders, die in de ontdekkingsreizen van de
16e eeuw een zelfstandig aandeel hebben
genomen, leerden toen reeds onafhankelijk
van Frankrijk de tabak en het rooken ken
nen, vandaar dat zij toen reeds het gebruik
ook hier te lande invoerden. (Tegenwoordig
wordt ook hier te lande tabak verbouwd
vooral in de omstreken van Amersfoort,
Rhenen en Nijkerk). Het aantal rookers
nam ook hier toe, vooral in de kringen
van de meer gegoeden. Zij verzamelden
zich in de koffiehuizen, en verwekte daarbij
groot opzien. Niet elden gebeurde het,
dat men de rookers in de stad naliep en
hen volgde tot aan het koffiehuis. Hier ont
stond dan een oploop van nieuwsgierigen,
die het wonder met eigen oogen wilden
aanschouwen. Ofschoon het rooken in den
beginne een bezigheid was van uitsluitend
hoogere kringen, ontstond toch juist in dat
midden ook de tegenstand. De invoer van
tabakken werd door Koningin Elisabeth
verboden op den grond van het gevaar,
dat haar onderdanen even wild zouden
worden, als de volkeren, van welke Let
gebruik afkomstig was. Koning Jacobus I
schreef een spotschrift tegen het rooken
onder den titel: ,,Tegenblazen tegen het
rooken", welk geschrift hij onmiddellijk
liet volgen door de heffing van een aantal
invoerrechten en een verbod van invoer
aan een bepaalden groep.
Ongeveer gelijken tegenstand boden de
andere koningen, als Karei I, Lodewijk
XIV, Abas van Perzië en de grootvorst
van Moscou. In Bern voerde men een spe
ciale tabaksrechtbank in, terwijl in Rus
land de straf op rooken werd bepaald op
een maximum van: verbanning naar Sibe
rië. Toch zette de tabak haar triumph-
tocht voort. Al meer en meer wonnen de
tabaksvrienden het van de tegenstanders.
Het rooken langs den openbaren weg was
welke later binnenkwamen uit het dorpj©
Bitti op Sardinië, waar in een tijd van 2
weken niet meer dan 3 sigaren en 3 pakjes
cigaretten waren verkocht. In een ander
dorp kwamen de boeren op het marktplein
bijeen legden daar hun pijpen op een hoop
en staken hen in brand. In Napels rukten
de studenten de rookers de cigaretten uit
het hoofd; daarmede was echter de bewe
ging niet gestuit. In Duitschland heeft het
eveneens lang geduurd, eer 't rooken langs
den openbaren weg was toegestaan. Tot om
streeks 1848 verbood de politie het in Ber
lijn. Menigmaal hield rij een razzia, ten
einde de geheime rookers in stegen te over
vallen. De boete voor een overtreding van
het rookverbod bedroeg 2 Thaler; aange
zien het rooken beschouwd werd als een
overtreding van de zedelijkheid. In Frank
rijk is den militairen het rooken in het
openbaar ook nog verboden, welk verbod
het congres onlangs ter eere van Nicot ge
houden, gaarne zou zien afgeschaftprac-
tisch echter storen de militairen er zich
blijkbaar toch niet aan. Wel heeft onlangs
de prefect van de Seine eenige rookbepa-
lingen hernieuwd, naar aanleiding van een
ernstige bioscoopbrand. Zelfs de tooneel-
spelers moeten nu in de toekomst hun zoo
hartgrondig gewenscht sigaretje achter
wege laten.
Ons vrijheidlievend Holland kent trou
wens ook reeds menig rookverbod. In tal
van plaatsen is het rooken in bioscopen
reeds verboden, terwijl nog pas Am ster lam
de primeur had van het rookverbod in wa
renhuizen e.d. Zoo is de levensgang van
het kleine tabaksblaadje, dat in den loop
der wereldgeschiedenis reeds zoo tallooze
gemoederen in beroering heeft gebracht,
nimmer een sinecure geweest en zal het
zijn strijd om zelfbehoud nog wel lang
moeten voortzetten.
Het ontstaan van de cigaret.
Reeds Columbus trof bij zijn ontdekkings
reizen een soort plaatsvervanger van de
cigaret aan en wel in den vorm van tabak,
welke in tabaksbladeren was gewikkeld
en aldus door de Indianen werd gerookt.
Het is nu ongeveer 300 jaar geleden; spoe
dig ontwikkelden zich in het Oosten fij
nere soorten. Thans is het begrip van Oos-
tersche tabak onafscheidelijk aan de ci
garet verbonden des te meer, omdat de
zoogenaamde zwarte tabak, welke men in
Frankrijk, België en Amerika teelt, geen
concurrentie meer oplevert voor de fijnere
Oostersche tabakken. In een reisbeschrij
ving van Zuid-Amerika uit het jaar 1767
maakt de schrijver gewag van een Brazi-
liaansche, die tabak rolde in een kiein stuk
je papier en ze zoo beide met zichtbaar
welbehagen oprookte. De Turksche legen
de verklaart het ontstaan van de ciga
ret op een geheel andere wijze. Muhamed
Aki, de beroemde Pacha, die in het begin
der 19e eeuw regeerde, zond eens aan een
afdeeling van zijn leger, welke zich buiten
gewoon dapper had gedragen, een beloo
ning in den vorm van een hoeveelheid fijne
tabak, zooals deze in zijn land groeide. De
soldaten, die voor de stad Alika in Syrië
lagen, welke stad werd belegerd, rookien
het geschenk, met vreugde uit de eenige
pijp, welke zij bezaten, totdat een vijande
lijke kogel deze in stukken schoot. Spijtig
over dit verlies, kwam een der artilleristen
op het idee een blad papier, dat gebruikt
werd bij het vervaardigen van cartouchen,
^in kleine stukjes te snijden en er een om
een beetje tabak te wikkelen; zoo was net
toch mogelijk de tabak op te rooken. Te
gelijk was toen ook tevens onze Oostersche
cigaret geboren.
Herkomst en verwerking der
cigaretten.
Voor cigaretten wordt bijna algemeen
de Oostersche tabak geprefeieerd. Het ge-
heele gebied, waar deze tabak wordt ge
teeld, wordt verdeeld in 3 groote groepen.
Eerst heeft men de Macedonische tabak,
uit het gebied van het vroegere Europee-
sche Turkije, dan de tegenwoordige Turk
sche tabak en ten slotte de z.g. Russiscne
tabak, welke hoofdzakelijk in de streken
aan de Zwerte Zee wordt verbouwd. Het
oudste tabaksland is ongetwijfeld Macedo
nië, waar de tabaksbouw dau ook de voor
naamste bron van inkomsten voor de be
volking uitmaakt. In deze en in alle an
dere streken, waar de cigarettentabak
wordt verbouwd, kiest men zorgvuldig de
planten, welke men zoo laat gri.eien, lat
zij veel te klein blad dragen, deze kleine
bladeren zijn het immers juist, welke voor
de cigarettenfabricage van belang zijn. De
oogst, welke overigens op dezelfde w.jze
geschiedt als in ons land, wordt of wel in
de tabaksstreken zelf verwerkt, ofwel ge
ëxporteerd. Wanneer de tabak hier aan
komt, is zij verpakt in kleine baaltjes,
waarvan de grootte en vorm naar de streek
van herkomst varieert. Geen sigaret wonit
vervaardigd uit één soort tabak, juist de
mélange geeft den fijnsten smaak.
Men begrijpt, dat het mengen van de
tabak een zekere gave veronJerstelt, wel
ke zich niet ieder door routine en flair kan
eigen maken.
In het Oosten, waar de plantages en fa
brieken vaak in handen zijn van de Wester
lingen, worden toch uitsluitend Oosterlin
gen als mengers in dienst genomen, daur
deze door ervaring reeds en door inwer
king in de streek een bijzonder gevoel voor
kwaliteiten en nuanceering van hun vader
land blijk geven. Het recept der vermen
ging blijft natuurlijk een groot fabrieksge
heim, waardoor het bijna niet mogelijk 'S,
dat een mengsel door 2 verschillende leve
ranciers op de markt wordt gebracht.
Het eerste werk in de fabriek is het 'os-
maken van de afzonderlijke op elkaar ge
perste blaadjes, welke werk de meisjes met
vlugge hand verrichten. Wanneer de tabak
gevocht is, wordt zij gesneden en gemengd.
Daarna wordt de tabak gedroogd en naar
de groote cigaretten-machines gebracht.
De Caravellisfabrieken bezitten een machi
ne, welke 300.000 cigaretten per dag pro
duceert. In de inlegzaal worden de doozen
gepakt en naar de banderollenmachincs
gebracht, vanwaar zij naar de expeditie-
afdeeling verhuizen, om vandaar uit de
wereld in te worden gezonden. Alle siga
retten, welke hier in Nederland worden
gekocht worden machinaal gemaakt. Het
benoodigde papier is gemaakt op rollen
welke op de machine worden afgewikkeld.
Zulke rollen bevatten 1650 M., waarvan men
ongeveer 20.000 cigaretten kan fabriceeren.
Derhalve zijn er voor de productie van
3100 millioen cigaretten 150.000 roller* pa
pier noodig geweest. Wanneer men nu
weet, dat een enkele rol papier 1.9 K.G.
HOE DE TABAKSPLANT IN BLOEI
ER UIT ZIET.
weegt, dan kan men gemakkelijk bereke-
ren, dat net totaal gewicht 285.000 K G.
bedraagt. Met de emballage mede is voor
vervoer noodig een trein van 30 goedeeu-
wagens.
Van hoe duur rookt het
Nederlandsch publiek?
Hoe men in Nederland paft, kan men
met zeer nauwkeurige cijfers vinden in de
opgaven van bet Bureau voor Statistiek.
Men kan duidelijk de stijgende lijn volgen,
welke in de cijfers van tabaksvet bruik is
te constateeren. In' 1925 werd voor 77 mil
lioen aan sigaren, voor 34 millioen aan ci
garetten en voor 26 millioen aan tabak uit
gegeven. In 1926 bedroegen deze cijfers
respectievelijk voor cigaren, cigaretten en
tabak in millioen 81, 40 en 30; in 1927 81,
43 en 27; in 1928 87, 46 en 27, terwijl vol
gens de officieele opgaaf van 1929 deze res
pectievelijk bedroegen 92, 53 en 26 millioen.
De totale bedragen, welke voor tabaks-
ve:bruik werden uitgegeven, bedroegen in
1925 138 millioen en in 1926 151 millioen,
in 1927 154 mil]it>en, in 192S 161 millioen
en in het afgeloopen jaar 173 millioen. Ge
middeld wordt dus voor eiken man, elke
vrouw en voor elk kind 22.34 per jaar of
43 ct. per week voor rooken uitgegeven.
Gemiddeld is dit bedrag voor de rookers
natuurlijk veel hooger. In 1929 werden
15000 sigaren verkocht in de gewichtige
prijsklasse van 2 tot 5 gulden per stuk,
daartegenover 143 millioen stuks van 5 ct.
per stuk, de 6 ct. sigaar haalde 285 millioen,
8 ct. 265 millioen, 10 ct. 253 millioen en 12
ct. slechts 12 millioen. Van 16 tot 25 ct.
werden circa 6 millioen sigaren geprodu
ceerd. Uit deze cijfers blijkt duidelijk dat
de sigaren van 6—10 ct. binnen de koop
kracht van het Nederlandsch publieg lig
gen, terwijl de sigaren van 12 ct. leeds luxe
begint te wurden. In 1929 zijn niet min.lf-r
dan 3100 millioen cigaretten gerookt, waar
onder de cigaret van 1ct. een afname
had van 975 millioen; dan volgt de cigaret
van 1 met 832 millioen, 2 ct. met 700 mil
lioen. De 1 ct. haalde niet hooger dan 175
1 millioen.
EEN OVERZICHT VAN EEN UITGESTREKTE TABAKSPLANTA
GE IN VOLLEN BLOEI.
SIGAAR.
O, heerlijk vaderlandsch product,
Waarvan wij zooveel houden,
Dat wij d' ontdekker van dat kruid
Een standbeeld geven zouden.
Sigaar die soms omwonden zijt
Met prachtig gouden banden,
Geen schooner naam hebt gij gevoerd,
Dan die van Vorstenlanden.
Gij hebt geen gul onthaal gekend,
Te rooken, dat was schande,
De tijden zijn veranderd nu,
Men draagt u op de handen.
Als een familid of vriend
Van plan is te verjaren,
Dan is het meest welkom geschenk
Een fijne kist sigaren.
Wie gaat op reis en smokkelt geen
Sigaren, schoon het waar is,
Dat hij, die daarbij wordt betrapt
Heel zeker de sigaar is?
Sigaar, die uitgewisseld wordt,
Steeds tusschen vriendenhanden,
Sigaar, nog vaster hecht g' aaneen
De hechtste vriendschapsbanden.
Jouw roem ging heel de wereld door,
Hoe men 't zocht te beletten,
Jij hebt maar eene concurrent,
Den maker van sig'retten.
Op jou is iedereen gesteld
En daaruit trek ik leering,
Het meest verzot is wel op jou
Belasting en regeering.
Jij kreegt een ordinaire band
Opdat men kon bepalen,
Hoeveel, wie jou graag hebben wil
Belasting moet betalen.
Toch proef ik jou van kop tot punt-,
Ik ken jou goed en haarfijn,
En als jij er niet meer zou zijn,
Dan zou ik de sigaar zijn.
TROUBADOUR.
ONDERZOEK1NGS- EN
BESTRIJD1NGS-METHODEN
VAN NICOT1NEVERG1FTIGING
Er zijn altijd ï-ookers, die maar nieit de
juiste rrfaat kunnen houden, welke zij hier
bij in acht moeten nemen, zoodat zij de na-
deelige gevolgen van het- rooken dan ten
slotte moeten gaan gevoelen. Bij dergelijke
personen treden dan te ©eniger tijd ver
schijnselen van nicotine-vergiftLging op. In
acute gevallen, welke gelukkig zeldzaam
voorkomen, treden verschijnselen op als be
wusteloosheid, overvloed van speeksel,
langzame pols enz„ terwijl de chronische
ve;-giift.igings>versehijnse!en bestaan in be
ven, niet kunnen slapen enz. Het voor het
gebruik van belang zijn de nieotine-gehalte
van de tabak is in de laatste jaren een
van de onderwerpen van onderzoeking ge
weest. De nicotine is een vloeibare alca-
loide, kleurloos en bewegelijk, we.'ke echter
door het oontact met de lucht bruin en dik
wordt. De stof heeft een scherpen lang aan
houdenden smaak en de geur van tabak.
Zij wordt, wijl zij een zwaar vergift is, voor
al in de geneeskunde en bij de insectenbe-
strijding gebruikt. De gehalten van de bij
ons gebruikte tabak, de nicotina tabacum,
varieert tusschen 0.2 pCt. en 5 pCt. De
vraag naar den tijd, waarop de plant rela
tief de meeste nicotine bevat, heeft het on
derwerp van vele onderzoekingen uitge
maakt. Het is tenslotte gebleken, dat het
zaad in het geheel niets van dit aloaloide
bevat, doch dat de plant het eerst na eeni
ge maanden uit den grond zuigtgroeit de
plant in de schaduw, dan blijft het niiooti-
ne-gehalte betrekkelijk lager, terwijl een
hooger gehalte wordt verkregen door de
bemesting met chloor; veel water en het
dioht opeenzetten van de planten vermin
dert eveneens het ndeotine-gehalt. Intus
schen hebben eenige geleerden getracht de
tabak te bereiden, welke denzelfden geur
smaak zou hebben als de niootinehouden-
de, doch inderdaad niets van deze stof zou
behouden hebben. Het door deze geleerden
uitgedacht fabrikaat, dat onder den naam
nicotine vrije sigaren in den handel
kwam, is tenslotte onderzocht; niettegen
staande alles bleek het niootine-perccntage
slechts een weinig verminderd. Intusschen
zou het ook mogelijk zijn, dat de techniek
vooruitgegaan en dat men er inderdaad
in was geslaagd, tabak zonder nicotine te
vervaardigen. Het is daarom wel interes
sant kennis t-e nemen van een Amerikaansch
rapport, dat in het „Journal of the Ameri
can Med. Ass" wordt besproken. Men heeft
daarin zoowel de gewone als de nicotine
vrije tabak onderzocht. Voor Virginia vond
men percentage van 2.5 pOt., 3.5 pCt., voor
Havanna 1.1 pOt.—3.5 pOt. en voor Turk
sche tabak 1 pOt. Van de z.g. nicotine
vrije monsters be-vatte het grootste gedeel
te evenwel nicotine als de andere; als laag
ste percentage vond met 0.75 pOt., terwijl
men in gewone tabak als laagste percen
tage had gevonden '0.5 pOt. Ook in ons
land werden in deze richting onderzoekin
gen gedaan met name door Prof. Storm van
Leeuwen, die vrijwel tot dezelfde conclusie
kwam als zijn collega's in Amerika. Daar
dit onderzoek intusschen alweer 10 jaar
achter den rug ligt, meende men een nieu
we analyse te moeten instellen. Dit werk
is ter hand genomen door Dr. Alb. van
Druiten, die in het Centraal Lab oratorium
tot de volgende resultaten kwam, neerge
legd in het verslag over 1929 bijlage 10. Al
lereerst heeft de heer Druten van een groot
aantal sigaren, variërend tusschen 4 en 30
cent, wat den verkoopsprijs aangaat, ge
constateerd, dat het nieotine-gehalte
schommelt tusschen 0.52 pCt. en 2.71 pCu
met een gemiddelde van 1.42 pOt. Daar
naast werden nog 6 soorten sigaren onder
zocht, welke volgens het opschrift een jni-
nimum nicotine zouden bevatten. Het nioo-
tine-gehalte wisselde tusschen 0.75 püi. en
1.53 pOt. met een gemiddelde van 1.16 pOt.
Een monster nioot ine-vrije tabak bevatte
1.21 pCt., een pakje nicot ine-vrije cigaret
ten 1.33 pCt. Intusschen heeft Dr Druten
aan zijn onderzoek nog een reeks nuttige
wenken toegevoegd. Gerechtigd door zijn
studiën op dit gebied, meent hij erop te
mogen wijzen, dat inen verkeerd doet met
welke tabak ook te nemen om er de nico
tine uit te verwijderen. Men moet integen
deel de tabakken nemen van laag gehalte
en deze na een zorgvuldige bewerking en
na een nauwkeurig chemisch onderzoek aan
de fabriek afleveren.
Bovendien heeft Dr. Druten er de aan
dacht op gevestigd, dat, wil men bij het
rooken zoo weinig mogelijk nicotine naar
binnen krijgen, men dan langzaam moet roo
ken en het derde laatste deel van de si
gaar wegwerpen. Hoe sf ijver de sigaar of
de cigaret is gestopt, des te meer nicotine
krijgt men naar binnen. Cigaretten geven
bij het rooken minder nicotine dan siga
ren. Eindelijk vond ook Dr. Druten, dat het
verschil tusschen zware en lichte sigaren,
tusschen donkere en Lichte niet is gelegen
in het nieotine-gehalte, waarom men er aan
twijfelt, of de nicotine wel de eenige stof \s,
welke vergifi afgeeft bij het rooken. Dr.
Druten besluit zijn onderzoekingen met er
op te wijzen, dat een nicotine vrije sigaar
niet meer dan hoogstens 0.5 pCt. nicotine
mag bevatten.