Het rapport van de Reorganisatiecommissie
der R. K. Federatie
Alle soorien
verzekeringen
WOENSDAG 4 FEBRUARI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
HET MELKBESLUIT.
Wat is de bedoeling van het
melkbesluit van 1929. On
bekendheid daarmede bij
velen.
Het z.g. Melkbesluit, dat in 1929 is vast
gesteld, heeft als naaste doel, de strek
king om ingevolge de warenwet aanduidin
gen en eischen vast te stellen voor melk en
melkproducten, die voor den handel be
stemd zijn of in den handel gebracht zijn;
voorts om de zelfstandigheden, voorwer
pen of gereedschappen aan té wijzen, waar
van geen gebruik mag worden gemaakt of
niet dan onder voorwaarden; verder om
eischen te stellen, waaraan bij de berei
ding, bewaring of het vervoer moet worden
volstaan en waaraan de melk of melkpro
ducten zelf moeten voldoen. Verder lig
gend doel van dit alles is natuurlijk te be
vorderen, dat de consumenten voor hun
geld krijgen zuivere melk, die zooveel mo
gelijk hygiënisch gewonnen en behan
deld is.
Het aantal veroordeelingen wegens ver
voer of verkoop van ondeugdelijke melk of
van ondeugdelijke melkproducten is legio.
Ook hebben vele veroordeelingen plaats
wegens onjuiste wijze van vervoer, bewa
ring of behandeling van melk of melkpro
ducten. Vele melkveehouders en melkver-
koopers blijken dan ook niet bekend te
zijn met de bepalingen van het Melkbe
sluit, waardoor zij vroeg of laat in conflict
komen met de diep in het bedrijf ingrij
pende voorschriften, ten opzichte van de
eischen voor de bereiding, vervoer en ver
koop van melk en melkproducten gesteid.
Onder melkproducten verstaat het melk
besluit alle uit- of met melk verkregen
vloeibare producten en mengsels. Gecon
denseerde melkproducten en wei worden er
niet onder begrepen; daarop is het Melk
besluit niet van toepassing.
Melkveehouder is ieder, die het houden
van melkvee als bedrijf of nevenbedrijf uit
oefent. Als melkveehouder wordt aange
merkt zoowel hij, die het bedrijf uituefent
voor eigen rekening, als degene, die het
doet voor rekening van anderen.
Melkverkooper in den zin van het Melk
besluit is ieder, die er zijn bedrijf of ne
venbedrijf van maakt melk of melkproduc
ten rechtstreeks aan verbruikers te ver-
koopen, onverschillig of dit geschiedt voor
eigen rekening of voor rekening van ande
ren. De veehouder, die melk verkoopt aan
den slijter, is dus geen melkverkoo
per in den zin van het Melkbesluit,
want hij verkoopt niet rechtstreeks aan
verbruikers; dat doet de melkslijter.
Verder is melkverkooper in den zin van
het Melkbesluit ieder, die melk of melk
producten inkoopt of ter verkoop ontvangt,
mits hij tevens melk of melkproducten ter
verkoop of ter aflevering in voorraad heeft,
ook hierbij is het onverschillig of het ge
schiedt voor eigen rekening of voor ande
ren. Bij dit geval wordt niet het voorbe
houd gemaakt, dat het moet betreffen in
▼oorraad hebben voor verkoop of afleve
ring rechtstreeks aan verbruikers.
De melk, die de melkveehouder verkoopt
of ten verkoop in voorraad heeft, moet op
zindelijke wijze gemolken, bewaard en be
hand-eld zijn en onmiddellijk na het mel
ken uit de stal zijn verwijderd. De melk
moet in een stankvrije omgeving bewaard
worden. Als een melkveehouder melk wil
verkoopen of voor den verkoop in voorraad
heeft welke afkomstig is van dieren, waar
van de melkveehouder redelijkerwijze ge
acht kan worden te weten of te vermoe
den, dat zij lijden aan een bepaalde ziekte,
als eierontsteking, darmontsteking, tuber
culose etc., dan moet hij het volgende in
achtnemen. De melk moet worden afgezon
derd van andere melk, in verpakking met
het opschrift „melk van zieke dieren' of
de melk moet ongeschikt zijn gemaakt voor
menschelijk gebruik door toevoeging van
keukenafval, krachtvoedermiddel, meel ol
kleurstof.
Komt in iemands woning voor een ge
val van typhus, ook paratyphus, dan ge dt
het volgende:
Hij mag dan niet in een melkveehouders-
bedrijf of melkverkoopersbedrijf meik ol
melkproducten behandelen. Hij mag even
min melk of melkproducten uit een melk
veehouders- of melkverkoopersbedrijf ol
van de daarbij behoorende landerijen ver
voeren.
Behandeling van melk of melkproducten
mag evenmin plaats hebben, wanneer in net
perceel, waarin de melk behandeld of bo-
waard wordt, zoodanig besmettelijke ziek
tegeval voorkomt.
De inspecteur der volksgezondheid voor
de besmettelijke ziekten of een geneeskun
dige ter plaatse kan aan den burgemeester
der gemeente, waarin het melkveehouders
of melkverkoopersbedrijf is gelegen, een
schriftelijke verklaring afgeven, dat iemand
van de behandeling van melk en me'kpro-
ducten moet zijn buitengesloten, omdat h'j
lijdt aan een ziekte aan hoofd, handen of
huid.
Dit aanbod blijft van kracht, totdat een
verklaring van genoemden inspecteur of
van een geneeskundige ter plaatse aan den
Burgemeester is overgelegd, waaruit blijkt,
dat de ziekte den bedoelden persoon niet
meer van de behandeling behoeft uit te
sluiten.
De melkverkooper of zijn personeel mag
geen melk of melkproducten in voorraad
hebben of behandelen als hij niet. dooi
huur of eigendom, voor zijn bedrijf de be
schikking heeft over een winkel of een
lokaal, waarin de melk of melkproducten
met voldoende reinheid en wering van ver
vuiling of bederf kunnen worden verwerkt,
behandeld of bewaard.
Burgemeester en Wethouders kunnen
den melkverkooper een verklaring afgeven,
dat hij hieraan niet voldoet, een onge-
schikverklaring dus.
De melkverkooper kan tegen deze onge
schiktverklaring in beroep gaan bij Ged.
Staten. Hij moet dit beroep dan instel
len binnen drie maanden nadat hem het
besluit is medegedeeld.
Het is voorr-aad hebben of behandelen
van melk of melkproducten mag niet 1 ior
den melkverkooper of z'n personeel plaats
hebben indien het bedrijf wordt uitge
oefend in lokalen, die als voorkamer, keu
ken, portaal of hal worden gebruikt of
van een dergelijk vertrek niet gescheiden
zijn.
Eisch is ook dat voor het" melkbedrijf
een perceel of erf in gebruik is met een
of meer middelen van watervooiziening,
die water in volduende hoeveelheid en
deugdelijkheid voor iet gebruik in verband
met het bedrijf opleveren. Middelen van
watervoorziening, die ander water ople
veren, dan deugdelijk voor het gebruik
in verband met het bedrijf, mogen niet aan
wezig zijn.
Vervoer van melk of melkproducten mag
niet geschieden met voertuigen, waarop
sterk riekende voorwerpen of afvalstoffen
aanwezig zijn.
Evenmin mag het vervoer plaats hebben
per bespannen voertuig, indien het tres-
dier met eenig lichaamsdeel met het vaat
werk of de1 kranen in aanraking kan ko-
De melkverkooper of zijn personeel mag
geen melk of melkproducten behandelen of
vervoeren indien op den openbaren weg
voor den veikoop aan verbruikers melk oi
melkproducten op andere wijze aan hét
vaatwerk worden ontnomen dan door nfid-
del van kranen. Bij vaatwerk met een in
houdsmaat van ten hoogste 10 Liter mag
het echter ook geschieden door middel van
een schenktuit, welke, buiten gebruik zijn
de, zoodanig gesloten is, dat verontreini
ging van de melk niet kan plaats hebben.
Ten slotte mag geen melk of melkpro
ducten behandeld of vervoerd worden, in
dien voor het afmeten, maten of andere
hulpmiddelen worden gebezigd, welke niet
voorzien zijn van zoodanig handvat, dat
bij het afmeten de melk niet met de hand
in aanraking behoeft te komen.
Uit het bovenstaande blijkt wel, dat een
richtig nakomen van het Melkbesluit ten
zeerste in het belang van de volksgezond
heid is.
EEN INTERDIOCESANE VOETBALBOND
Geen R. K. N. V. B.
(Reclame)
HET PRINCIPE VOOROP.
De „Sport 111." bevat het zeer uitvoerig
rapport van de op de Federatie vergadering
van Augustus 1930 ingestelde reorganisa
tie-commissie van de Federatie van R. K.
Voetbalbonden in Nederland.
De commissie bestond uit Rector B. H.
de Groot. Amersfoort, voorzitter en de le
den L. H. Beurskens, Maastricht, R. J. de
Grood, Tilburg, B. Prinsen, Hengelo (O.),
B. Roosenboom, Gennep, H. N. Smits,
Hoorn, R. J. de Vries, Amsterdam, M.
Verstegen, Utrecht, secretaris.
Bij het zoeken naar een oplossing van
de haar gestelde vragen heeft de commis
sie niet alléén zelfs niet op de eerste
plaats gelet op overwegingen, ontleend
aan verhooging van spelkwaliteit, doelma
tiger functionr.eering van competitie:ege-
ling en andere vraagstukken van tech-
nisch-organisa'.orischen aard, doch zich
boven alles de vraag gesteld: hoe zullen
in de te zoeken oplossing en samen te stel
len regeling niet slechts zijn gewaarborgd
de godsdienstig-zedelijke belangen van
onze R. K. voetballers, doch zullen ook
het beste tot hun recht komen de geeste
lijke waarden van het voetbalspel, zoodat
ook van bet georganiseerd spel in R. K
verband een opvoedende kracht op de
beoefenaars kan uitgaan.
Goen nationale bond.
De commissie had o.m. de volgende op
dracht:
De commissie bestudee-e de mogelijk
heid ven een nationalen bond voor de R.
K. vcetbal-organisrtie en onderzoeke wel
ke voor- en nadee'.en van een dergelijken
bond zijn te verwachten.
Met de/e vraag weid de commissie ge
steld voor de beantwoording van een
vraag, die reeds in hel iappoit der reorga-
nisatieccmmissie van 1925 werd genoemd
het kardinale punt. de princr ieele vraag,
of de vorm van R.K. N. V. B. meest wor
den aangenomen, dan wel de federatie-
vorm, hce dan ook gewijzigd, zou blijven
gehandhaafd.
Zich grootendeels refe: eerende aan het
geen daaromtrent gezegd is door de reeds
r: emdé reorganisatie-commissie vi oi
1925, meent ook de huidige commissie
gewogen hebbede de voor- en ncdec'en
van oprichting van cn nrtiona'en hond en
opheffing van de l e 'e atie. met de ender
haar ressortcèicnde diocesane benden en
getoetst hebbende de daaruit eventueel
voortvloeiende' gevo'gen in vei bond mét
ve betering van dien huidigen toestand
dat tot stichting van een RK, N. V. B. als
centrale van de gebeele R. K. voetbalbe
weging niet moet worden overgegaan, doch
daarentegen bpboudeh moet blijven de ge-
decentra'iseeide organisatievorm in e:ocn
diocesane bonden, sameolrrmend in het
federatieve lichaam, de R. K. F.
Ingrijpende wijzigingen
noodzakelijk.
Voor- en nadeelen samenvattend meent
de commissie in haar geheel zich te moe
ten verklaren voor het behoud der Fede
ratie en der diocesane bonden en zich te
moeten uitspreken tegen de stichting van
een naiionalen katholieken bond als cen
trale van onze gehee'e katholieke voetbal
beweging. Hierbij wenscht zij echter on
middellijk te verklaren, dat zij met dit oor
deel niet den bestaanden toestand wil zien
bestendigd, maar integendeel er algemeen
van overtuigd is, dat in de verhouding van
de diocesane bonden tot de in de techni
sche sectie spelende elftal'en en eveneens
in de verhouding van de R. K. F. tot de
technische sectie, ingrijpende wijzigingen
moeten worden aangebracht.
Die ingrijpende wijzigingen komen naar
het oordeel der commissie hierop neer:
Uitbreiding van de bevoegdheden der
technische sectie niet alleen, maar de toe
kenning van zelfstandigheid en zelfbe
schikkingsrecht op dat terrein van onze
R. K. voetbalbeweging, waarop zich de
werkzaamheden der technische sectie be
wegen.
en daartegenover
inperking van de bevoegdheden der dio
cesane bonden op het terrein van werk
zaamheid der technische sectie en afstand
door de Federatie van dat onderdeel van
haar werkzaamheid, wat door hoofdstuk
IX van het huishoudelijk reglement aan
haar bemoeiing is toegewezen.
Verder is de commissie van meening,
dat die zelfstandigheid der technische
sectie niet anders kan worden gewaar
borgd, dan in den vorm van een eigen
rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam
met kerkelijk en koninklijk goedgekeurde
sta:uten.
De commissie bedoelt dus den vorm,van
een uit vereenigingen bestaanden bond,
opgenomen in de Federatie op dezelfde
wijze en met dezelf-'e rechten als de an
ile e diocesane bonden.
In dezen bond worden opgenomen de
vereenigingen. wier elftallen thans in Fe-
'eratieverband s-*e'en, in dien zin echter,
'at deze vereenigingen tegelijkertijd lid
blijven van den eigen diocesanen bond,
waartoe zij thans behooren.
Door de-.e wijziging zal dus ontstaan de
volgende toestand:
Aan den kop van onze R. K. vnetbalbe-
weging de Federatie, ter behartiging van
de in artikel 3 der statuten omschreven
be'rngen met uitsluiting van de algemeere
belangen, ook op het terrein der nationale
of in'ernations'e competitie.
Tot die Federatie behooren:
1. de thans bestaande bonden, waarvan
alle tot het bisdom behoorende vereenigin
"en lid zijn. ook zij, die met haar e'ftal
s een in nationaal competitieverband
2. de interdiocesane bond bestaande uit-
vereenigingen, die met haar elf'allen in
nr-tionaal competitieverband spe'en
v.e'ke ve'eenigingen dus als zoodanig in
een dubbel ve bard zijn georganiseerd.
De e door r'e commissie voorgeste'de
oplossing heeft het voordeel dat met het
behoud van Federatie en diocesane bon-
'en de historische grrei niet s'erhts on-
-tircf"st- blijfI. doch daarenboven ook
de l;e-keli:ke hiërarchische indeeling- in
nr7e R. K. voetbn'bewpging bewaard bli'ft
met ove"ijrens al de voordee'en, die reeds
vorengenoemd zijn voor het behoud van
den bestaanden organisatie-vorm. Door
daarnaast echter de technische scclie van
af-ha^heh'k onderdeel der Federatie te pro-
raovceren tot een autonoom lichaam, dat
zelfstandig wordt op het terrein, waarop
1 et werkzaam is. en op dat gebied de in-
•penning van diocesane bondsbesturen en
Federate uit te schakelen, meent de erm-
missie. dat zul'en worden weggenomen de
groote oorzaken, die in het verleden de
aanleiding waren lot de moeilijkheden.
Eon oplossing binnen het kader
der tegenwoordige Statuten.
De hierboven door de commissie voor
gestelde oplossing biedt inderdaad een
oplossing binnen het kader der tegenwoor
dige statuien.
Geen enkel artikel behoeft eenige wij
ziging te ondergaan.
't Is of de samens'ellers der statuten
in 191(5 reeds aan een soortgelijke moge-
ijkheid van oplossing als door de commis
sie wordt voorgesteld, hebben gedacht
In artikel 5 der statuten immers leest
de commissie:
De binnen het kader der statuten be
reikbare oplossing stelt de commissie zich
verder aldus voor:
Aan de bonden, die thans lid zijn van
de R. K. F., wordt een nieuwe bond toege-
voegd.
Deze bond krijgt als lid van de R. K. F.
dezelfde rechten als de diocesane bonden.
Van dezen 'bond worden lid de in de
inter-diocesane competitie spelende ver
eenigingen. Deze vereenigingen blijven
echter tegelijkertijd lid van hun eigen
diocesanen bond.
Het huishoudelijk reglement van de Fe
deratie (de artikelen 1 tot en met (53 en
125 tot en met 137) zou dan aangevuld en
gewijzigd moeten worden.
De Federatie moet het algemeen lei
dend lichaam blijven en daarom zouden
in het huishoudelijk reglement moeten
worden opgenomen de artikelen 1 tot en
met 3 der statuten, terwijl neg bepalingen
waren op te nemen omtrent:
1. Het verleenen van toestemming om te
mogen spelen tegen buitenlandsche ver
eenigingen en bonden;
2. het onderhouden van relaties met
buitenlandsche en nationale organisaties;
3. de spelregels die voor alle bonden ver
plichtend voorgeschreven moeten zijn;
4. de missie wedstrijden;
5. het officieel orgaan;
6. art. 25 van het huishoudelijk regle
ment dient zoo gewijzigd te worden, dat
de goedkeuring der Federatie noodig is bij
het aangaan van overeenkomsten als in
dat artikel zijn bedoeld;
7. Verder zal ook nog een bepaling moe
ten worden gemaakt, dat in alle ir-tn-
waarbij het algemeen belang van onze R.
K. voetbalbeweging in haar geheel ot in -
haar onderdee'en betrokken is, de Fede
ratie dient te beslissen.
De regeling van deze punten dient naar
de meening der commissie in banuen van
de Federatie te blijven.
Gewijzigd zouden moeten worden de ar
tikelen 6 en 28.
Hieiirede is slechts zeer globaal en in
groote lijnen de richting aangegeven in
welke gewerkt moet worden. Het huis
houdelijk reglement zal artikelsgewijze
moeten worden nagegaan.
De Interdiocesane Voetbalbond.
Zooals gezegd, is de I. V. B. gedacht
als een lichaam gelijk aan de diocesane
benden. Het reglement van een der dio
cesane bonden kan als leidraad dienen
voor het samenstellen van een reglement
voor de 1. V. B.
Hei bestaande reglement der technische
sectie komt in het huishoudelijk reg'eaienl
der Federatie te vervallen (eit. 64-«l).
Eenige voorname zaken in het reglement
van den I. V. B. te regelen, meent de com
missie te moeten noemen:
1. Van den I. V. B. worden lid de thans
in de technische sectio van de Federatie
spe'ende vereenigingen. Verder neemt de
I. V. B. zelf ve. eenigingen aan en heeft
het recht deze te schorsen of te royeeren.
De I. V. B. schrijft voor, dat zijn ve.eeni-
ginren tevens lid mreten zijn van den be-
treffe" 'en diocesanen bend.
2. De I. V. B. registreert zelf de spelers
gn bes'ist over de gerechtigheid daarvan.
3. De I. V. B. krijgt de bevoegdheid om
een competitie te rege'en, zooals thans de
Federatie beheert. Uitbreiding van het
aantal klassen is alleen mogelijk mei toe
stemming der Federatie.
4. Het is wenschelijk, dal in het be
stuur van den I. V. B. uit ieder diocees
waar een R. K. V. B. bestaat, één persbon
zitting heeft.
Het aantal bestuursleden bestaat uit
hoogstens zeven personen.
5. Het is wenschelijk, dat de Federatie-
adviseur ook adviseur zij van de I. V. B.
6. De I. V. B. heeft een eigen scheids-
rechterscorps en stelt eigen consuls aan.
7. De I. V. B. benoemt de noodige com
missies.
8. De T. V. B. heeft een zelfstandig finan
cieel beheer.
9. Er kome een afzonderlijk wedstrijdre
glement (dq bestaande artihden R"1124
van de Federatie) voor zoover noodig aan
gevuld en gewijzigd.
Administratie en financiën.
Waar het in het verleden door een ge
lukkige combinatie der verschillende in
stanties van onze nationale R. K. voetbal-
DE OUDE DRIJVENDE STOOMSPUIT der Amsteidamsche brandweer, de „Jan
v. d. Heijden", die zoovele jaren trouw haar plichten heeft vervuld., is afgedankt
Dinsdag werd de oude getrouwe met corps eer naar de laatste rustplaats gebracht.
Onder geloei van de sirene's werd de tocht aanvaard.
Gistermiddag werd voor het GERECHTSHOF TE ROTTERDAM de zaak behan
deld tegen den 22-jarigen G. M. te Oss, die eenigen tijd geleden zijn schoonzuster in
haar woning aan de Willebrordussfraat lafhartig het leven benam. De geweldige
belangstelling voor het gerechtsgebouw a an den Noordsingel te Rotterdam.
Gis'eren is bij de N.V. Mode Etablissement Hirsch Cie.,
te Amsterdam opgesteld het voor Nederland geheel nieuwe