SPORT STADSNIEUWS Agenda DONDERDAG 29 JANUARI 1931 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD PAG. 2 streven en dit principieele streven moeten wij Katholieken toepassen op alle takken van het leven zoowel op het individueele leven, het ge zinsleven als in het leven als staatsburger. Nog maals zette spreker glashelder uiteen de twee begrippen waaruit het gezegde principieele streven is samengesteld. Een krachtig voor beeld van het principieele streven aldus spre ker is te vinden in de onlangs verschenen en cycliek van den Paus over het christelijk hu welijk, welke encycliek hij warm ter lezing aanbeval. Meer uitvoerig behandelde spreker het principieele streven van den Katholiek in het politieke leven. Hierin moet het katholieke beginsel wordtn uitgdragen. In dezen tijd, waarin gevochten wordt naar bestuur van stad en land moeten onze katholieke afgevaardig den telkens weer hun licht laten vallen op wat wij Katholieken verstaan onder principieel streven. In een krachtige peroratie drong spre ker aan op het behoud van de eenheid in onze partij, een eenheid, aldus spreker, die onze groote kracht uitmaakt, en die door het op de spits drijven van onderlinge geschillen op zui ver politiek terrein nimmer "erbroken mag worden, ook al moet men ook terwille van die eenheid sommige principes die zuiver politiek rakende laten vallen. Een krachtig applaus be wees, dat de rede van den gewijden spreker met zeer bijzonderen aandacht was gevolgd en de voorz. bracht den spreker van dezen avond dan ook een woord van hartelijken dank voor deze leerzame uiteenzetting. Bij de gebruikelijke rondvraag verkreeg de heer C. M. van Stijn Sr. het woord en sprak als volgt: Mijnheer de voorzitter; Het is mij eens overkomen, dat ik op een vergadering het woord vroeg en dat mij toen gevraagd werd: „Wie bent u en vanwaar komt u?". Daar dit hier niet geschiedt, veronderstel ik, dat men mij hier voldoende kent doch op politiek ter rein schijnt het bestuur dezer vereeniging mij nog niet te kennen en daarom zal ik mij hier op dit terrein alsnog bekend maken. Ik ben 45 jaar kiezer, oprichter dezer vereeniging, vele jaren voorzitter dezer vereeniging ge weest en 6 jaar hoofdbestuurslid geweest van het kiesdistrict Katwijk-Leiderdorp. En nu terzake. Vier jaar geleden is door mij de can- didatuur Bader bestreden en Bolsius gesteund. Op de eerste vergadering onder uw voorzit terschap werd door mij besproken een nieuwe candidaat voor den heer Balvers, die is over leden. Hieruit bleek duidelijk dat ik van mijn recht als kiezer gebruik maakte een nieuwe candidaat in te leveren hetgeen ik ook heb gedaan, en een lijst heb ingediend ondertee kend door 15 zakendoende menschen in deze gemeente, waarop als candidaat was gesteld de heer H. L. van Delft, gemeente-secretaris alhier. Deze candidaat werd door de vergade ring bevestigd en tevens werd in de desbe treffende vergadering besloten, voor dezen candidaat een krachtige actie te voeren. Den volgenden dag kwam u bij mij om te vragen of ik genegen was een comité van actie te vormen in het belang van den gestelden can- diaat, waartoe ik mij gaarne bereid verklaar de. De werkzaamheden die dit comité heeft verricht zijn u bekend, omdat ik u van alles op de hoogte heb gehouden. Maar nu de hou ding van het bestuur. Bij het verzenden der circulaires wordt door het bestuur slechts een candidaat aangegeven. Wie de andere candida- ten waren was nergens te vinden. Op het biljet prijken slechts: kiest nummer 1: H. Bader. Dat zulks niet geoorloofd is en lijnrecht in strijd is met de heerschende opvattingen te dezer zake behoeft zeker geen betoog. Ik heb al de biljetten door de omliggende kiesvereenigingen uitgegeven gezien, maar wat hier gebeurd is, is nergens gebeurd. Toen ik in het stembureau kwam, werd ik getroffen door een zich daar bevindend bord, waarop met groote letters stond: Hij die zijn plicht begrijpt, kiest no. 1. Wat te zegen van zulk een houding. Ik zal over deze kwestie maar niets meer zeggen, want alles spreekt voor zichzelf. Nu is echter mijn vraag, of het bestuur de gevoerde actie dcor het comité dekt, ja of niet, zoo niet, waarom heeft het dan al onze circulaires en geplaatste advertentie geteekend, zoo ja, waarom dan deze onbegrijpelijke houding en wat denkt het bestuur te doen voor no. 3. De voorz. zegt, te moeten protesteeren tegen het gesprokene door den heer van Stijn en acht dit een aanval op het kersversche be stuur. Wij hebben, aldus spreker, precies de zelfde gedraslijn gevolgd als in 1927. Regle mentair heeft dit bestuur juist gehandeld. Bo vendien, aldus spreker, is iedere Katholiek vol gens zijn beginsel verplicht, dat advies te vol gen en te stemmen op den aangegeven candi daat. De heer van Stijn zegt, tegen deze bewe ring krachtig te moeten protesteeren, want door deze uitlegging worden wij zuiver stemvee. De voorz. zegt, dat wanneer de leden geen stemvee zijn, ook het bestuur niet bestaat uit volgelingen van vee. De heer Haverkort vindt de wijze, waarop dit jaar deze aangelegenheid behandeld is, in geenen deele juist en ook hij moet sterk protest aanteekenen tegen de wijze waarop dit politiek advies is uitgebracht en thans door den voorz. wordt uitgelegd. Dit zou een kiesvereeniging totaal overbodig maken en v;ij zouden gewillige werktu gen worden in de handen van het bestuur zonder eenige zelf standigheid. Ook acht spreker het zeer onjuist gezien, dat in het stemlocaal waar de groot ste neutraliteit moet worden betracht, een der gelijke reclame wordt gemaakt en is van oor deel, dat door genoemde handelwijze de stemming sterk wordt beinvloed. De voorz. is van oordeel, dat dit geenszins het geval is. Iedereen heeft de candidaten in de diverse bladen kunnen zien en thuis kunnen bespre ken welke gedragslijn te volgen. Hi'- kan der halve niet inzien, waarom het bestuur zoo ge- faudecrd zou hebben. De heer van Delft moet zich aansluiten bij het gesprokene door de hceren van Stijn en Haverkort er vindt de handelwijze van het bestuur incorrect. Spreker wijst er op, dat door het comité van actie ver schillende circulaires in de hal van het stem bureau, „niet in het stembureau' waren opge hangen en dat het bestuur zich n:et ontzien heeft, over deze circulaires andere te hangen, die, n.l. aangevende het politiek advies, on danks het feit, dat het bestuur in de laatste vergadering besloten heeft de candidatuur van den heer van Delft krachtig te zullen steunen. Alleen toen de eigenaar van de Stad Rome zulks verbood, heeft men geen nieuwe circu laires meer opgehangen. De voorz. zegt, dat het bestuur geen op dracht heeft gegeven bedoelde circulaires over de hangende circulaires te plakken. Na afloop der rondvraag deelde de voorz. mede, dat hij moest protesteeren, tegen het verslag in de „Leidsche Courant-' betreffende de laatst gehouden vergadering. Hierin staat o.m. dat de heer Haverkort de woorden van den voorz. (inzake het verslag van de Kamercen trale) moest rectificeeren wijl door de uitleggi"g van den voorz. deze het bestuur van de cen trale in een verkeerd daglicht plaatste. Dit, aldus spreker, is nimmer mijn bedoeling ge weest en ik teeken hiertegen dan ook krach tig protest aan, ook tegen de zinsnede, lui dende: „Aangezien aan de hand van het re glement de voorz. de zienswijze van den heer Haverkort niet kon weerleggen, werd tot stemming overgegaan". Wijl, aldus de voorz., er niets te weerleg gen viel, had deze zinsnede daar niet be- hooren te staan, aangezien over bedoelde aangelegenheid in het reglement niets te vin den was. De heer Haverkort zegl, dat in het verslag juist is weergegeven, wat hij gezegd heeft en hij eerstgenoemde zinsnede inderdaad heeft gesproken. De voorz. licht toe, dat het antwoord van hem hierop gegeven dan ook had moeten worden vermeld. Hetgeen niet is geschied. De heer Luijten zegt, dat hij als verslag gever met bedoelingen niets te maken heeft, doch uitsluitend met hetgeen gesproken en gezegd wordt. Hij is van oordeel, dat, wan neer er geprotesteerd moet worden, tegen het komende verslag wel weer geprotesteerd zal kunnen worden. Na deze dicussies werd de bijeenkomst op de gebruikelijke wijze gesloten, LISSE. Harmonie „Trou moet blijcken". De Harmonie „Trou moet blijcken", directeur de heer M. Bolderdijk, gaf gisteravond een uitvoering in de bovenzaal van de „Witte Zwaan". De opkomst was goed. De eere-voorzitter, de heer A. H. Schra- ma, opende de feestvergadering en heette allen welkom, in 't bijzonder den afgevaar digde van het Politiemuziekkorps uit Lei den, van „De Post" uit Leiden, Warmond's Fanfare „St. Cecilia" uit Voorhout en „Vriendschap onder Ons" van Lisserdijk. Spreker memoreerde, dat „Trou moet Blijcken" onder de kranige leiding van haar ijverigen Directeur in het afgeloopen jaar weer keurige prestaties heeft te boe ken. Hierna werd het programma- uitge voerd. Allereerst een marsch van C. Teike „Stead fast and Treu". Vervolgens werden de in de afgeloopen zomer behaalde prij zen op de concoursen Baarn en Leiden aan het vaandel gehecht. Een extra woord van hulde bracht de eere-voorzitter hier voor aan den Directeur. De Directeur dankte voor de hem gebrachte hulde; in Baarn wist het corps slechts een 3e prijs te behalen voor concert en een 2e voor de marsch, doch hij hoopte revanche te nemen. In Leiden daarentegen kwamen we schitterend uit den strijd nl. een le prijs voor de marsch en een dito voor con cert. Hij spoorde de leden aan tot krach tige medewerking, dan zal „Trou moet Blijcken" in bloei toenemen. Alle nummers wérden vervolgens aandachtig gevolgd. De concoursnummers verwierven een krachtig applaus. De Jazzband „Jack Funny" ver leende hare medewerking. Een best ge slaagde avond. SASSENHEIM. Gevonden. Een bril in étui, een paar handschoenen, een gouden zegelring, een bankbiljet van 10 gulden, een gouden bro che. Verloren. Een gulden en een kwartje, een nikkel onderdeel van een tweewielig motorrijtuig. Verdere inlichtingen worden door de politie alhier verstrekt. VOETBAL DTOO. HA \RL. BOND. Junioren-competitie District Leiden. Uitslagen van Zondag 1.1.: Afdeeling A. S. J. C. ILisse I 02; Teijlingen I O. V. V. I 04; V. V. B. I-Leiden I 3—0. Afdeeling B. Teijlingen IIV.'V. B. II 11; S. N. A. I—A. S. C. I 31; Meerburg II— Lisse II 1—4; V. V. L. I—Meerburg I 2—0. Programma voor Zondag a.s.: Afdeeling A. Leiden IAlpbensche Boys I; V. V. B. I—R. W. D. L Afdeeling B. Meerburg IV. V. B. II; A. S. C. I Lisse II. De Competitieleider P. J. A. DE VRIND. Onchristelijke propaganda. Er wordt hier ter stede aan de huizen bezorgd een blaadje van den Nieuw Mal- thusiaanschen Bond. 't Behoeft geen betoog, dat daarin denk beelden worden verkondigd, die in strijd zijn met de christelijke beginselen in flagrante strijd, al tracht men nog zoo vernuftig te suggureeren, dat dit niet zoo is. Wij willen er hier in het algemeen op wijzen, dat de Katholieken den plicht hebben, om streng toe te zien voor al wat er in hun brievenbus of onder de deur wordt binnengesmokkeld 1 VEREENIGING VAN ONDERWIJZERS EN ONDERWIJZERESSEN IN DE INSPECTIE LEIDEN. Heden werd in de Stadsgehoorzaal de jaarlijksche algemeene vergadering ge houden van de vereeniging van onderwij zers en onderwijzeressen in de Inspectie Leiden. De voorzitter der Vereeniging, de heer J. Bank Jzn., heette in zijn openingswoord de vele aanwezigen welkom, in het bijzon der de autoriteiten, w. o. de burgemeester van Voorhout, den heer G. Bulten, enkele leden van de plaatselijke schoolcommissie en den referendaris van onderwijs, den heer H. A. Vriend. Als motto voor zijn openingswo. had spreker gekozen: „In de branding". Na gewezen te hebben op de branding, die er heerscht in de natuur, vooral in deze stormachtige maanden, vraagt spreker of wij met ons maatschappelijk leven thans niet eveneens in de branding verkeeren. Internationaal zien wij stroomingen op komen, die hier en daar nog wel latent, maar toch niet minder dreigend tegen elkaar ingaan. Nationaal, zoowel in ons politiek, maatschappelijk als in ons huise lijk- en schoolleven woelt en bruist het. Wij, die het laatste zoo nabij ons hebben, moeten heel kortzichtig zijn om niet te onderkennen, hoe allerlei nieuwe denk beelden, richtingen en opvattingen het oude willen wegvagen. Niet alleen uw eigen lijk klassewerk, maar ook de gebeele orga nisatie wordt door de verschillen van in zicht aangevochten, en als gevolg van de klachten over de resultaten, treden aller lei medicijnmeesters op, waarbij dan chi rurgen zijn, die zoo gaarne tot operatief ingrijpen zouden willen overgaan. Maar dikwijls vraag ik mij af, is er in de gedachtengang met betrekking tot de klachten en de neiging tot verandering geen verwarring van oorzaak en gevolg. In de dag- en weekbladen worden klach ten te over geuit, zoodat de lezer tot de vraag komt of het niet beter ware, niet meer te spreken over resultaten, maar alleen over tekortkomingen. Het merk waardigste is, dat het oordeel van buiten staanders al heel zwartgallig is. Vaak worden dan als bewijs aangehaald de verslagen van de examens, der leerlin gen en vooral die der onderwijzers. Als deze het zoo slecht maken, heet het, kun nen ze het de kinderen toch niet leeren. Maar ook in de school zelf, worden op vaste tijden klaagliederen aangeheven. Het gebeurt meermalen, dat bij de klasseover gangen een onderwijzer een klasse van zijn collega overneemt. Als regel verneemt men dan eiken dag klachten, dat de kinderen zoo weinig kun nen en kennen. In die gevallen heb ik indertijd aan den betrokken onderwijzer verzocht, het gesprek over die tekortko mingen na een paar maanden te houden, waarbij ik steeds weer de merkwaardige ondervinding opdeed, dat ze zoo niet ge heel, dan toch voor een belangrijk deel verstomd waren. i 1 1 Het niet dadelijk beschikbaar hebben der kennis staat niet gelijk met het nooit gekend hebben. Dwing kinderen niet. een weg te gaan, die voor hen te moeilijk is. Alleen leerlin gen, wier aanleg en ontwikkeling vol doende succes waarborgen, mogen bestemd worden voor verdere wetenschappelijke studie. Elke poging om zwakbegaafden in deze richting te sturen, moet uitloopen op désillusie voor den opvoeder en ellende voor den leerling. De overgang van de lagere school naar het gymnasium en H. B. S. is groot en moeilijk, niet alleen door de wijziging der leerstof en leermiddelen, maar vooral ook door de verandering van leermethode en het stelsel van vakleeraren, waarbij de in richtingen van voortgezet onderwijs in hun tegenwoordigen vorm eischen: geheel zelfstandig werken, maar dat zelfstandig werken niet aanleert. De lagere school kan met betrekking tot het zelfstandig werken der leerlingen ook met behoud van het klassikaal onderwijs, nog heel wat meer bereiken en het gymna sium en H. B. S. door minder doceeren en meer onderwijs geven heel wat moei lijkheden voor den leerling wegnemen, zonder dat de gang van het onderwijs daar vertraagd behoefde te worden. We mogen wel vertrouwen, dat het wat bij onderwijzer en leeraar aanwezig is, maar of het hoe en het waarom met be trekking tot de leerstof, de klasse in haar geheel en de leerlingen individueel steeds te voren een onderwerp van gezette over weging is geweest, mijn ervaringen ver hinderen mij een uitspraak in bevestigen den zin te doen. Zoolang in dit opzicht nog te wenschën overblijft, zal wijziging der organisatie geen baat brengen. Afdoende z>ail heit ziijm, als ouderwijzere •beseffen, dat hun leerlingen straks meer op zelfstandig werken zijn aangewezen en de leraren voortdurend bedenken, dat zij geen college moeten geven, maar slechts vóór bereiden voor de aoaidemie. Doch niet alleen het klassekeven wordt veroordeeld, de algemeene schoolorganisa tie wil men eerst geheel vernietigen om ze dan, naar men zegt, geuiaibkelijker opnieuw op te bon wen. Deze stiroomiing wordt nog versterkt, doordat in den laatsten tijd adep ten der wetenschappelijke paedagognek en haar hulpwetenschappen als met één slag alles willllen vernieuwen. Natuurlijk erkent spr. gaarne het nuttige en noodige der studie van de wetenschap pelijke paedagogiek, omdat zij ons niet al leen veel doet begrijpen en waardieeren, maar ook leiding en richting geeft bij den dagelijkse/hen arbeid, maar ze ia alléén niet voldoende om den onderwijzer tot vrucht baren arbeid in staat te stellen. Een wind van leering is de laatste jaren reeds over ons schoollieven heengegaan. Zoolang hij het stof opjaagt, de muffe trage atmosfeer reinigt was hij ons welkom, om dat wij, hetgeen niet vastgeworteM was door onze overtuiging, onze kennis en ons inzicht gaarne willen afstaan. Aks we maar behouden mogen wat rijpe ervaring als wijsheid heeft opgeleverd, wil len we het nieuwe in bezonnenheid aanvaar den. Na behandeling van de ingekomen stukken en mededeelingen brengt de 'heer Bodewes namens de kascommissie verslag uit over het jaar 1928, waarop de penningmeester, de heer Dommerholt, werd gedechargeerd. De penningmeester -bracht daarna ver slag uit over 1929, dat sluit met een ba tig slot van 27.04^. In de bestuursvacatures, ontstaan door het aftreden van mej. S. D. M. Vroom en den heer J. J. v. Bostelen werd voorzien door de benoeming van mej. T. M. Kelly en den heer M. J. Krop. Voordracht over vloeibare luch.t Na een kleine pauze werd door den heer W. C. van de Volkere, uit Sant poort, een interessante voordracht ge houden over vloeibare lucht. Na in zijn inleiding een en ander te hebben verteld over het ontstaan en het wezen van vloeibare lucht, ging spr. over tot het nemen en demonstreeren van verschillen de proeven, als het in vasten toestand brengen van kwik en alcohol, het broos maken van verschillende voorwerpen en het demonstreeren van een affiniteitS'- proef met zoutzuur en natrium, om daar na te wijzen op de practische beteekenis der vloeibare lucht. Daarbij vond spr. ge legenheid er op te wijzen hoe v. d. Waals en Onnes theoretisch en practisch geko men waren tot het vloeibaar maken van •helium. Daarin betrok hij tevens de theo rie van Einstein, maar Einstein zou niets zijn zonder den grooten Lorenz. Leiden kan daarom trotsch zijn op zijn cryogeen laboratorium, het meest perfecte van de ge'heele wereld. Daarna ging spr. weer over tot zijn de monstraties en liet zien hoe een goud- vischje, ondergedompeld in vloeibare lucht, stijf eruit kwam, maar later in het water weer tot leven kwam. Vervol- gene stak hij eenige trossen seringen in de vloeibare lucht, om ze daarna als kris tallen ijs te vergruizelen. Vervolgens wist hij voor de aanwezigen een spiegelei te bakken met vloeibare luck'-, en gaf hij nog een interessante lichtproef. Waren de proeven alle zeer interessant en trokken zij aller belangstelling en be wondering, niet minder was dit het geval met de geestige populaire wijze, waarop de heer v. d. Volkere zijn voordracht hield. De voorz. bracht hem hiervoor dan ook namens de vergadering een hartelijk woord van dank. In de middagvergadering hield de heer J. van Ham, leeraar aan de Chr. H.B.S. alhier een lezing over „Verwey's poëzie", waaraan het volgende is ontleend; Voordracht van den heer J. van Ham. Verwey's poëzie, aldus spr., is moeilijk te benaderen, wordt in alle gevoel moeilijk gevonden. Daarom staan velen met het woord verstandspoëzie gereed om ze te dis- qualificeeren. Een verwijt d-1- met hen. Marlant, Spieghel, Huyghens, Potgieter treft en dat men ook op Dante zou over dragen, als men voor de jjiorie van dien naam niet zich stilhield. Toch heeft Ver- wey iets, dat hem niet direct toegankelijk maakt: hij is anders menseh dan de mees ten hij gebruikt deze heele uiterlijke we reld tot eigen levensverinniging. Komende tot Verwey's werk, behandelt spreker eerst het jeugdwerk, typeerend werk voor de eerste Nieuwe-Gidsjaren, sensitivistische poëzie, waarin hij blijft tot aan zijn groote gedicht „Cor Cordium". Daar wendt hij zich af van de stemmen der menschen om zichzelf te vinden. Hierop volgt een tijd van experimentee ren, en daarna van studie, niet weinig be vorderd doordat hij de rijke bibliotheek van Johannes van Vloten tot zijn beschik king krijgt. Zijn blik richt zich nu van het zelf op de wereld rondom hem. Binnen en buiten wordt één. In tal van bundels belijdt hij deze gemeenschap in rust. Hierna schetst spr. de oprichting van „De Beweging" en een nieuwe poëtische werkzaamheid, waarbij hij nader toelicht het religieus karakter van Verwey's kunst: een moderne vorm van het geloof der ré veilkringen, een eigen mystiek, zijn ver schil met het officieele Christendom. Tot slot bespreekt hij zijn houding tegenover Bilderdijk en zijn gedachten over een her bouw van ons Leidsch Stadhuis, dit alles naar aanleiding van in tijdsvolgorde be handelde bundels. Het afscheid van den heer Ch. v. Spall. In aansluiting aan ons verslag betref fende de afscheidsreceptie van den heer Oh. van Spall, moeten wij nog melden, dat de voorzitter der 3-October-vereeni- ging, de heer W. van der Laan, den heer van Spall een fraaie herinneringspla quette aanbood. Gratis college loopen. Gisterenmiddag stond voor het Kan tongerecht te Leiden terecht K. W. T., student, oud 23 jaar, terzake, dat hij op 7 Jan. j.l. zonder gerechtigd te zijn de colleges te volgen, dat van prof. Cleve- ringa heeft bijgewoond. Verdachte be kende. De ambtenaar eischte een geld boete van 10 subs. B dagen hechtenis. Onmiddellijk wees de kantonrechter von nis en veroordeelde den verdachte over eenkomstig den eigch. Toen hedenmorgen de groentenhande- laar Z. met zijn met paard bespannen wagen op den Oude Rijn wilde keeren, daar een verhuiswagen de passage belem merde, reed de wagen met het achterste gedeelte in de spiegelruit van de fa. H. De ruit werd geheel vernield. Verzeke ring dekt de schade. Gemeentelijke Aankondigingen Afsluiting Scheepvaartverkeer. Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen ter algemeene kennis, dat de Heerengracht op Vrijdag 30 Januari a.s. van des voormiddags 6 uur tot des namid dags 6 uur, in verband met het leggen van een gaszinker, voor het scheepvaartverkeer zal zijn afgesloten. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 29 Januari 1931. LEIDEN. Dinsdag, Donderdag, Zaterdag, Vincentius- Bibliotl.eek, geopend 's avonds van 7.30—8.30 uur. Donderdag. Eerste der vier wetenschap pelijke voordrachten over het Ka tholicisme door mr. E. v. d. Helm O.F.M., Klein Auditorium, Acade miegebouw, Rapenburg 73, 8 uur. Donderdag, ledenvergadering A. R. K. A., Den Burcht, 8 uur. Donderdag, 3-October- Vereeniging, café- rest. „In den Vergulden Turk", 8.15 uur. Lustrumprogramma P. K. Donderdag. Lustrumviering Foyer Stads gehoorzaal, 9 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 26 Jan. tot en met Zondag 1 Febr. a.s. waar genomen door apotheek: M. Boekwijt, Vischmarkt 8, Telefoon 552. R.K. BOND VAN HANDELS-KANTOOR- EN WINKELBEDIENDEN. Vierde lustrum. Men verzoekt ons opname van het vol gende De afd. Leiden van de H.K.W. herdenkt, in deze dagen het heugelijke feit van het 20-jarig bestaan, een mijlpaal, waarbij een terugblik wed gewensotht is, om daa.ruit nieuwen moed te scheppen, om dal gene te bereiken wat de organisatie zich voorstelt: alle IfJoomsohe bedienden vereeniigd in hun eigen bond. Als wij dan een terugblik werpen, mogen wij toch niet- veronderstelden, dat onze Roomsche Bedienden-vereeniging, nox zij bijna den volwassen leeftijd, heeft bereikt, nog voor velen een onbekende zad zijn, en toch, bij een meer aandachtige beschou wing, zouden wij geneigd zijn te moeten er kennen, dat dat helaas wel zoo is, want ad hebben velen onzer Bedienden in deze ja ren ingezien, dat ook voor hen het Room sell georganiseerd zijn noodzakelijk is, er is nog een overgroot gedeelte onzer Katholieke Kantoor- en Winkelbedienden in Leiden, dat er niet van doordrongen is, dat zij in onze gelederen thuis behooren. Nog wel te veel staan buiten onze beweging, die ze ker in ons midden thuis behoorden. Komt, collega's, sluit U bij ons aan, op dat ook Uw wel en wee door ons ter harte kan genomen worden. Door Uwe toetre ding zal onze Bond niet alléén een steeds grooteren invloed verkrijgen, doch tevens sitedt U een daad van echte solidariteit, een daad, waarmede gij tevens het bewijs levert, dat ge het als heiligen p/licht aan voelt, da&dwerkelijk mede te willen werken aan onze Roomsche arbeidersibeweging en aan het Pauselijk woord alles hersteld te zien in Christus. Naast dit meer ernstig woord, hebben wij toch ook nog wel redenen tot vreugde en dankbaarheid, want al hebben de voor bije jaren somwijlen vele moeilijkheden met zich medegebracht, wij kunnen hier tegen over ook heugelijke feiten stellen en wel één der verblijdendsbe is, dat in deze 20 jaren zich een flink getal getrouwe leden onder de sehutse van Sint Franeisous van Assiisië hebben gesteld en onze mooie Rooinsohe Organisatie hebben helpen op bouwen. Dit moge hun schenken e-n ge rechtvaardigde zelfvoldaanheid, doch ook het vaste voornomen in de toekomst te blij ven ijveren voor den uitbouw onzer Room sche Bedienden-Organisatie. Er zijn al-zoo redenen te oyer om dankbaar en luisterrijk het voerde Lustrum te herdenken endank zij de medewerking van een aantal onzer leden is er vóór a.s. Zondag 1 Februari in het Concertgebouw „Concrdia" een grootseh feest georganiseerd, waarbij het welbekende blijspel in 3 bedrijven „Gebroeders Kalk oen" zal worden opgeverd, terwijl het ge heel meit een gezellig samenzijn oogeluis tere! door den P.K. Band, zal worden be sloten. Wij verwachten niet alléén alle le den, doch ook vele inbroducé's op dezen avcnd. Kaarten ad 0.60, belasting inbe grepen, zijtn voor dezen avond alsnog ver krijgbaar bij Mej. M. Wiersana, Parkstraat 6 a en bij den heer H. Lombeirt Stations weg 8 a. Handelsregister K. v. K. Wijzigingen: 579. C. Kort. Leiden, Breestraat 121. Beddenmagazijn. Bovenge noemde handelszaak is met ingang van 22 December 1930, in liquidatie getreden. 4865. J. Binnendijk. Zoeterwoude. Dorp straat D95. Schilder, drogist. Wijz. uitgeoef. bedr.: thans alleen: drogisterij. Het schil dersbedrijf is d.d. 1 Jan. 1931 overgegaan aan H. van Wilsum. Na den vorigen verdachte stond we gens hetzelfde feit terecht Joh. Chr. van B., 22 jaar oud, eveneens student. Dit be trof de colleges van prof. van Blom. Ver dachte bekende eveneens het hem ten laste gelegdé. De ambtenaar eischte we derom een geldboete van 10 subs. 5 dagen hechtenis. De kantonrechter veroordeelde den verdachte tot 5 subs. 3 dagen. Voor beide zaken waren vele studen ten op de publieke tribune aanwezig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 2