Jubileum Textiel-arbeidersbond „St. Lambertus'' KALENDER DER WEEK KERKNIEUWS DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria en Credo. De gewone Pre fatie. ZONDAG 25 Jan. Derde Zondag na Drie koningen. Mis: Adorate. 2e gebed v. d. bekeering v. d. H. Paulus; 3e v. d. H. Pe trus. Prefatie v. d. Allerh. Drieëenheid. Kleur: Groen. De wonderen in het H. Evangelie ver haald, bewijzen zonneklaar Christus' God heid. Op verren afstand geneest Hij den knecht van den honderdman. De H. Kerk spoort ons dan ook aan: „Aanbidt Hem'' (Introitus) en zij laat ons met hare woorden Christus huldigen in Graduale en AlieJuja- vers. Het eerste wonder, in het Evangelie van dezen Zondag vermeld, verzinnebeeldt het doel van Christus' komst: onze reiniging van zonden. In Zijn goddelijk zoenbloed, dat iederen dag op geheimzinnige wijze van het altaar vloeit om onze zielen te Heili gen (Stilgebed) heeft Christus ons gerei nigd. Ons reinigen van zonden en de heili ging onzer zielen is Christus' met het Kruis offer bekroond levenswerk geweest. Dank baar herdenken wij in het H. Misoffer dit werk van 's Heeren goedheid en macht. (Of fertorium). Laten wij ons niet alleen ver wonderen over de schoonheid van Christus' Leer, (Communio), maar ons in daden (liefde, lijdzaamheid, goede werken) Zijne volgelingen toonen (Epistel). Hiertoe konie God onze zwakheid te hulp. (Gebed; Post- communio). MAANDAG 26 Jan. Mis v. d. H. Polycar- pus, Bisschop en Martelaar: Sacerdotos. Geen Credo. Kleur: Rood. Uit heidensche ouders geboren, ging Po- lyoarpus in het jaar 80 over tot het katho liek geloof. Hij had veel omgang met de Apostelen en ontving vele onderrichtingen van den H. Apostel Joannes, waardoor hij vervuld werd met dien geest van liefde, welke hij later als herder der Kerk van Smyrna zoo noodig zou hebben. In het jaar 95 ongeveer werd hij tot Bisschop van Smyrna aangesteld, welke Kerk hij zeven tig jaren bestuurde. Toen onder keizer Marcus Aurelius een kerkvervolging uit brak werd Polycarpus gevangen genomen en gebracht voor den proconsul. Deze noo- digde hem uit om Christus te verloochenen. Maar de heilige antwoordde: „Zes en tach tig jaar heb ik Hem gediend en nooit heeft Hij mij eenig kwaad doch steeds goed ge daan. Hoe zou ik dan mijn Koning en Ver losser kunnen lasteren?" Gevolg was, dat Polycarpus op den brandstapel moest, maar de wind keerde de vlammen van hem af. Toen de heidenen zagen, dat het vuur hem niet deerde, lieten zij hem met het> zwaard dooden. DINSDAG 27 Jan. Mis v. d. H. Joannes Chrysostomus, Bisschop, Belijder en Kerk leeraar: In medio. Kleur: Wit. Joannes werd in 347 te Antiochië gebo ren. Zijne moeder, op 20-jarigen leeftijd we duwe geworden, voedde haren kleinen Joannes op d.w.z. zij vormde zijn wil, zijn karakter, uitzaaiend in het jeugdige hart de eerste zaden der christelijke volmaakte heid. Ook vergat zij zijne verstandelijke ontwikkeling niet. Door haren zorg stu deerde Joannes de wijsbegeerte en de let teren, waarin hij wonderlijke vorderingen maakte. Een schitterende loopbaan lag vooi hem open in de wereld, maar Joannes ont vluchtte de wereld. Later heeft hij zich als priester en Pa triarch van Constantinopel beroemd ge maakt door zijn welsprekendheid, welke hij gebruikte tot verdediging en verheer lijking van het katholiek geloof. Terecht draagt hij den bijnaam van „Chrysosto mus" d.i. „gulden mond". Tot tweemaal toe werd hij door keizerin Eudoxia verbannen, omdat hij in Apostolische vrijmoedigheid haar berispt ha^. In ballingschap is de hei lige dan ook gestorven. WOENSDAG 28 Jan. Mis v. d. H. Agnes, Maagd en Martelares: Vultum tuum. 2e ge bed ter eere van Maria (Deus, qui salutis); 3e voor Kerk of Paus. Geen Credo. Kleur: Rood. Op den 8en dag na haren dood verscheen de H. Agne-s aan hare ouders, die bij haar graf haar beweenden. Agnes was gekleed in witte kleederen en een wit lam was aan hare zijde. Zij sprak tot hare ouders: „Weent niet over mijn dood, verheugt u veeleer met mij, omdat ik met de maagden woon in het eeuwige Licht en Hem bezit, Dien ik op aarde met al de krachten mij ner ziel heb bemind". DONDERDAG 29 Jan. Mis v. d. H. Fran- ciscus van Sales, Bisschop, Belijder en Kerk leeraar: In medio. Kleur: Wit. Franciscus, zoon van de grafelijke fami lie van Sales, trad na volbrachte studiën in den geestelijken stand. Als priester be ijverde hij zich vooral om de dwalende Cal vinisten (Protestanten) tot het ware ge loof te bekeeren, waarvoor hij vele vervol gingen moest verduren. 72.000 dwalenden, zoo wordt verhaald, wist hij door zijn heilig en bezielend woord en stichtend voorbeeld tot de Katholieke Kerk te brengen. Franciscus is ook de stichter van de Orde der Visitandinnen (Zusters van O. L. Vr. Bezoeking), die arbeiden aan de opvoeding der jeugd. De heilige stierf als bisschop van Genève in 1622, 55 jaren oud. VRIJDAG 30 Jan. Mis v. d. H. Martina, Maagd en Martelares: Loquebar. Gebeden als op Woensdag. Geen Credo. Kleur: Rood. Om hare standvastigheid in het geloof is de heilige Martina gegeeseld en aan een soort van galg opgehangen. Over haar m°t ijzeren haken verscheurd lichaam werd ko kende pek en olie uitgegoten. Zij is ook voor de wilde dieren geworpen, welke ech ter hunne wreedheid aflegden in Martina's bijzijn. Ten slotte is zij onthoofd. Op het zelfde oogenblik deed een hevige aardbe ving de stad schudden en werden afgods tempels omvergeworpen. De bekeering vau vele heidenen was daarvan het gevolg. Mar tina was een kind van dertien jaren. Op haar graf staat nu een prachtige kerk, waar hare overblijfselen worden bewaard. ZATERDAG 31 Jan. Mis v. d. vierden Zondag na Driekoningen: Adorate. 2e ge bed v. d. H. Petrus Nolascus; 3e voor den Paus. Prefatie v. d. Allerh. Drieëenheid. Kleur: Groen. IN DE KERKEN DER E.E. P.P. FRANCISCANEN. Alles als in bovenstaande kalender, be halve: WOENSDAG. Mis v. d. Z.Z. Odoricus van Pordenone, Rogerius van Todi en Egidius van Laurenzana, Belijders: Confiteantur. 2e gebed v. d. H. Agnes; 3e ter eere van Maria. Geen Credo. Kleur: Wit. VRIJDAG. Mis v. d. H. Hyacintha van Maris-Cotti, Maagd: Dilexisti. 2e gebed v. d. H. Martina. Kleur: Wit. ZATERDAG. 2e gebed v. d. Z.Z. Ludovica Albertoni en Paula Gambara-Costa, We duwen; 3e v. d. H. Petrus Nolascus; 4e voor den Paus. Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr. ZATERDAG 24 JANUARI 1931 DE PRINS VAN WALES ALS HANDELSREIZIGER. De promotor van de eigen nationale industrie. Vrijdag j.l. is de Prins van Wales voor zijn reis naar Zuid-Amerika, welke hij in gezelschap van Prins George, zal maken, vertrokken. Als eerste étappe op zijn reis heeft hij zich n.l. naar Parijs begeven, vanwaar hij de tocht naar Buenos Aires zal aanvangen. Voor zijn vertrek naar Parijs, stelde de Prins zich nog eerst telefonisch in verbinding met Buenos Aires, waar hij sprak met zijn ouden vriend Sir Herbert Gibson, den voorzitter van het Comité der Britsche Handelstentoonstelling, welke tentoonstelling op 4 Maart door den Prins zal worden geopend en ongeveer zes weken zal duren. De Prins wordt eerst op 28 April weer in Engeland terug verwaoht. De ten toonstelling te Buenos Aires is door net Britsche ministerie van handel georgani seerd om de handel met Zuid-Amerika, welke de laatste jaren door de sterke con currentie van de Ver. Staten, achteruitging, weer op een hooger niveau te brengen. Het is dan ook niet alleen om een officieel tintje aan deze tentoonstelling te geven, dat de beide Engelsche prinsen naar Zuid- Amerika vertrekken. De kroonprins, dde een warm voorstander van eigen fabrikaat is, zal er tevens als koopman optreden, waartoe hij den Zuid-Amerikanen verschil lende merken van Engelsche vliegtuigen en automobielen zal demonstreeren. Vijf duizend Engelsche vertegenwoordigers van handel en industrie zullen tegelijk met de prinsen in Argentinië arriveeren en onder hen bevinden zich de vertegenwoordigers van de grootste Engelsche firma's o.w. de Imperial Chemical Industry, de British American Tobbaco, de General Electric Cy., C. C. Wakefield Cy. en Roots Motor Cy. De beide prinsen nemen hun eigen auto's mede, alsook de auto's voor hun ge volg. Toen het bekend was geworden, dat de prinsen met het stoomschip „Cropesa" van de Pacific Steam Navigation Compa ny zouden reizen, was binnen enkele dagen geen hut meer vrij. Het schip is uit de ha ven van Liverpool vertrokken met 300 pas sagiers aan boord, terwijl er onderweg, zoo als in La Rochelle en Santander, nog wel 'n 500 zullen bijkomen. Ook de Koninklijke gasten zullen zich in laatstgenoemde plaats inschepen. Driekwart van de reizigers zijn Engelschen. Het schip is zoo' modern en comfortabel mogelijk ingericht. In de eet zaal heeft men speciale electrische vindin gen toegepast, waardoor het effect wordt verkregen van natuurlijk zonlicht op alle uren van den dag. Ook heeft men een groote voorraad „groen lager bier" aan boord, van welke drank de kroonprins een groot liefhebber moet zijn. De geheele ex peditie staat onder leiding van den burg graaf Dabernon, die voor dit doel verleden jaar een uitgebreide studiereis door Argen tinië en Brazilië heeft gemaakt. Een groot deel van de rijks inzending op de wereld tentoonstelling te Antwerpen, welke op 30 Juli j.l. door den Prins van Wales bezocht werd, is naar Buenos Aires overgebracht. De Prins van Wales heeft zioh terdege voor deze onderneming geprepareerd. En kele maanden geleden begon hij aan de stu die der Spaansche taal, onder leiding van dr. Pastor, professor in het Spaansch aan de Universiteit van Londen. De professor verklaarde, dat de prins een dankbare leer ling was, daar hij in den tijd van ongeveer ©en maand even ver gevorderd was als een gemiddeld student in twee trimesters. Prof. Pastor merkte nog op, dat de prins een buitengewone geschiktheid tot concentra tie heeft en blijkbaar veel belang in de taal stelde. Hij sprak dan ook Spaansch, waar dit maar eenigszins mogelijk was. Ook spreekt de Prins vloeiend Fransch en Duitsch en een weinig Hindoestansch. Op een banket van de Engelsch-Argentijnsche club, dat eenige weken geleden te zijner eer was aangericht, voerde de prins in het Spaansch en het Engelscb het woord. Hij zeide, dat hij verlangde om kennis te maken met het wonderbaarlijke leven in de Argentijnsche pampas. Dit verlangen was vooral bij hem opgekomen, toen hij eenige gedichten van den populairen Argen- tijnschen dichter Santos Vega had gelezen, waaruit hij enkele regels citeerde. Tevens bracht de prins in herinnering, dat de ten toonstelling te Buenos Aires de eerst© Brit sche handelstentoonstelling zal zijn, welke in 'n vreemd land wordt georganiseerd. Te Santiago, de hoofdstad van Chili zullen de prinsen waarschijnlijk de boot verlaten. Zij begeven zich dan per auto naar Zuid-Chili om bij het meer van Nahualhuapi het Ar gentijnsche grondgebied te betreden. Dwars door de Andes gaat de tocht dan verder naar Bariloche, het begin van den Argen- tijnschen spoorweg. Hier zullen de Konink lijke bezoekers den trein nemen, welke hen De afd. Leiden van den R. K. Textiel- arbeidersbond „St. Lambertus" viert mor gen haar vierde lustrum. De vereeniging is opgericht 1 Augus tus 1896 en droeg voorheen den naam van R. K. Fabrieksarbeiders-vereeniging „St. Bavo". Zij heeft zich 25 Januari 1911 aan gesloten bij den Nederlandschen Textiel- arbeidersbond „St. Lambertus", zoodat het dus op 25 Januari a.s. 20 jaar geleden is, dat deze organisatie den naam ging voeren van: R. K. Textiel-arbeidersbond „St. Lambertus". Als bijzonderheid vermelden wij nog, dat de heer J. Gordijn vanaf de voortzet ting onder den naam „St. Lambertus" steeds als voorzitter heeft gefungeerd en de heer J. Kramp eerst als Penningmees ter, daarna als le commissaris zijn krach ten steeds aan de Veieeniging wijdde (bei den waren reeds bij de oude vereeniging „St. Bavo" bestuursleden) terwijl de heer H. J. Koevoet reeds 17 jaar als secretaris optreedt. Mogen deze drie functionarissen zal brengen naar San Antonio, van welke plaats zij den afstand naar Buenos Aires, een afstand van vijfhonderd mijl, per vlieg tuig zullen afleggen. In de omgeving van de Argentijnsche hoofdstad zullen verschil lende uitstapjes worden gemaakt. Op de terugreis zal waarschijnlijk een bezoek worden gebracht aan Brazilië, alsook aan de eilanden Bermuda en Jamaica. De En gelsche industrie koestert groote verwach tingen van deze reis, daar men aan de ten toonstelling reusachtige sommen heeft ten koste gelegd. In de geweldige tentoonstel lingszalen, welke viermaal zoo groot zijn als het bekende Londensche tentoonstel lingsgebouw Olympia, zal voor 12 millioen gulden aan Britsche waren worden uitge stald. Men vertrouwt echter op den Prins van Wales, die als deskundige mag worden beschouwd op het gebied van Britsch fa brikaat. Ter gele'genheid van de opening van de Britsche Jaarbeurs, wekte hij in zijn tafelrede de aanwezigen op om zooveel mo gelijk Britsche goederen te koopen. En dat hij van deze zaak goed op de hoogte is blijkt wel, als hij de Londensche warenhui zen bezoekt. Nog niet lang geleden belde hij geheel onverwachts een der grootste warenhuizen op. Hij vertelde, dat hij eenigen tijd vrij wa-s en gaarne enkele afdeelingen wilde bezoeken. Er mochten echter geen voor bereidselen worden gemaakt en de werk zaamheden moesten gewoon doorgaan. De prins bezocht het eerste de stfoffenafdee- ling, waar hij alles zeer nauwkeurig bekeek en betastte. Op zijn verzoek, werd de rei ziger, die de goederen voor de firma had ingekocht ontboden. De prins vroeg hem, of hij wist, waar de stoffen gemaakt wa ren. De reiziger kon dit echter niet zeggen, waarop de prins hem den naam van den Duitschen fabrikant noemde en er tevens bijvoegde, dat een zekere Engelsche firma dezelfde stof en van nog betere kwaliteit vervaardigde. Hetzelfde gebeurde in de schoenenafdeeilng. De prins wees op een Franschen schoen en vroeg, waarom er geen Engelschen werden verkocht. Het antwoord was, dat de Fransche schoenen beter van kwaliteit waren en tengevolge van de la gere loonen ook veel goedkooper. Onmid dellijk noemde de prins toen de naam van een fabrikant te Northampton, die met de Fransche kwaliteit best kon concurreeren. De Directie van het warenhuis stond ver steld over de uitgebreide warenkennis van den prins. Bij het afscheid nemen verzeker den zij hun hoogen bezoeker, dat zij zijn wenken betreffende de behartiging van de Britsche industrie zouden ter harte nemen. Het is, voor zoover bekend, in de wereld geschiedenis dan ook nog niet voorgekomen, dat een lid der koninklijke familie een offi- cieele tocht onderneemt als handelsreizi ger ter behartiging van de belangen der eigen nationale industrie. Met hun zin voor statistiek hebben de Engelschen na- gepluisd, dat de Prins van Wales, sinds hij in 1919 zijn officieels reizen begon, reeds meer dan 100.000 mijl heeft afgelegd, waar bij op zijn tegenwoordige reis nog een klei- nog lang voor deze organisatie werken en hieraan hun beste krachten geven, in het belang van de Textiel-arbeiders in onze Sleutelstad. De feestdag zal worden ingezet te 8.30 uur met een algemeene H. Communie der leden en daarna wordt een H. Mis opge dragen voor de levende en overleden leden der vereeniging in de Parochiekerk van den H. Joseph (Heerensingel) en wordt besloten met een feestavond in het Con certgebouw „Concordia" des avonds te acht ure. Tenslotte volgen hier de namen van de personen welke op de foto voorkomen: zittend van links naar rechts: A. Bakker, penningmeester; J. Gordijn, voorzitter; kapelaan W. Hessing, geestelijk adviseur, H. J. Koevoet, secretaris. Staand'van links naar rechts: H. v. d. Linden en W. Verhoeven, respectievelijk voorzitter en secretaris der Feestcommis sie, J. Kramp, le commissaris en A. de Kruijf, 2e commissaris. ne tweeduizend bij zullen komen. De Prins van Wales is op de meest uit- eenliggende plaatsen ter wereld geweest. De voornaamste landen van de wereld heeft hij bezocht en reeds driemaal een reis om de aarde gemaakt. In 1919 begon hij zijn reizen met een bezoek aan Canada. Het jaar daarop ging hij naar Australië en Nieuw-Zeeland, vanwaar hij terugkeerde via West-Indië en het Panamakanaal. In 1922 bezocht hij Voor-Indië, de bezittingen in heb Oosten en Japan. Zijn Afrikaansche reizen begon de Prins van Wales in 1925, waarbij hij hoofdzakelijk vertoefde in Zuid en West-Afrika; in hetzelfde jaar bezocht hij ook Zuid-Amerika. In gezelschap van Minister Stanley Baldwin maakte hij in 1927 nogmaals een reis naar Canada, waar de prins een ranch bezit, op welks grondge bied onlangs petroleumbronnen zijn ont dekt. Tevens bezocht hij nog enkele inte ressante streken van het Oostelijk deel der Ver. Staten. Zijn eerste reis naar Oost- Afrika in 1928 moest hij al spoedig, we gens de ernstige ziekte van zijn vader Ko ning George, onderbreken. In allerijl keerde hij naar Engeland terug, om daar zijn plich ten als troonopvolger te vervullen. Na het herstel van Koning George zette Prins Ed ward zijn afgebroken reis voort, van waar hij in Mei j.l. terugkeerde. Sindsdien heett hij, uitgenomen zijn twee vacant-iemaandïn Augustus en September, niet veel rust ge kend, zijn representatieve plichten namen hem daarvoor te veel in beslag. DONKERE WOLKEN VOOR DE MISSIE De politieke toestand. In China is de toestand zeer verward; oorlog, plundering en banditisme hebben voral in het Zuiden groote verwoestingen aangericht; tal van missionarissen werden gedood: onder de christenen heerscht groo te armoede en ellende, terwijl geheel het Zuiden door een algemeene onrust gekweld wordt. Er werden zeer veel missionarissen gevangen genomen en sommigen hunner hadden vreeselijke martelingen te verdu ren. Doch ondanks dat alles is de positie der Kerk in China nog ongeschokt, vooral in het Noorden. De troebelen in Ïndo-China hebben geen aanzienlijke schade of verwoestingen aan gericht, maar er is een zware vijandige stemming ontstaan tegen de Katholieken, vooral onder de landelijke bevolking. Van den opstand op Samoa heeft de katholieke Missie geen direct nadeelige gevolgen gehad, ofschoon de leider van de opstandige beweging die door de troepen uit Nieuw-Zeeland werd doodgeschoten een katholiek was. Men vindt daar in beide partijen katholieken, In Indië heerscht 'n zeer verwarde toe stand tengevolge van de actie van Gandhi er is een katholieke delegatie naar de Ron de Tafel Conferentie in Londen vertrok ken. De missie schijnt tot nog toe niet in het conflict betrokken te zijn. De katholie ken hebben in alle politieke kringen van In dië hun vertegenwoordigers. De communisten hebben veel propagan da gemaakt onder de Bantoe-stammen in Zuid-Afrika; zij hebben handig gebruik ge maakt van de wet op de verschillende ras sen om zoodoende ook den godsdienst der blanken gehaat te maken. Ondanks deze communistische actie wist de kerk toch haar positie te handhaven. De Onderwijswet. Een ander gevaar dat de Missie be dreigt is de onderwijswetgeving. Naar het voorbeeld van Europa tracht China b.v. alle godsdienstig onderricht en alles wat maar op godsdienst lijkt uit de school te verbannen, of men geeft aan de christe lijke school een directie waarmede de ka tholieken zich niet kunne vereenigen, of wel men dringt hun een leerplan op dat niet uitvoerbaar is. In Japan wil men met uitsluiting van alle godsdienstonderricht het officieele Shintoisme als staatsgodsdienst invoeren: het Shintoisme wordt door den Staat als een zuiver burgerlijke en vaderlandsche eeredienst verklaard, maar in wezen is de ze godsdienst alles behalve burgerlijk en zuiver godsdienstlos. In Engelsch Afrika zijn de eischen die aan het schoolprogramma gesteld worden zoo zwaar en de verleende subsidies aan de bijzondere scholen zoo gering, dat de Missie niet in staat is om deze scholen te onderhouden. Als gevolg van deze re- geeringsmaatregel zijn er reeds een groot aantal bijzondere scholen gesloten. De katholieke Universiteit van Peking onder leiding van de Benedictijnen ontwik kelt zich zeer goed: de katholieke Univer siteit van Tokio krijgt nieuwe gebouwen en de instellingen voor Hooger Onderwijs in Indië maken allen melding van aanzien lijke successen. De economische crisis. Ten slotte heeft de economische wereld crisis vooral in de laatste maanden haar terugslag sterk doen gevoelen in de missie landen. De plaatselijke hulpkrachten schie ten tekort. De producten uit de plantages der missieposten zijn waardeloos. De geld middelen der centralen raken uitgeput. Men verwacht dat de toestand in 1931 nog veel ernstiger zal worden. Intusschen mogen we blijde constateeren, dat bij de oude Chris tenheid een steeds levendiger wordende belangstelling valt waar te nemen voor de Missieactie. In dat verband wijzen we op de missieweken te Barcelona en Leuven, hel 8ste Internationaal Academisch Missiecon gres te Laibach, de 11e Missie week te Tu rijn en het Congres van de Missie-Kruis tocht te Regensburg. Het schijnt dat er over 't algemeen een innige samenwerking tot stand komt tus- schen de missie en het moederland. Twee Italiaansche missionarissen en 10 Chineesche Seminaristen in handen der Communisten. De beide paters Mazzoli en Filia, van de Vreemde Missiën te Milaan bevinden zich thans neg in handen van de Ohineeschc communisten, evenals 10 inlandsche semi naristen. Ondanik» alle pogingen die in het werk gesteld werden is het nog niet mogen ge lukken hen te bevrijden; de bandieten eischen een enorm hoog losgeld en boven dien wapens en ammunitie die de missio narissen hen niet kunnen verschaffen. De roo verhoofdman vroeg 1000 geweren, 100.000 patronen, 500.000 Me x ica anseh e Dollars (ongeveer 350.000 gulden). Het let der gevangenen is vreesedijik. Zij worden opgesloten in een gevangenis waar in geen enkel lichtstraaltje doordringt: ze zijn ellendig slecht gekleed, ze liggen op een bos sbroo en krijgen slechts een klein beetje rijst te eten. Het is op het oogenblik vreeselijk koud, nu de wind uit de bergen komit. Noch de plaatselijke autoriteiten, noch de missionarissen kunnen eenige ver betering brengen in hun vreeselijk lot. De stad Kuloipa is absoluut totaal ver woest en platgebrand. Om zich hiervan een voorstelling te kunnen vormen moet men be denken dat Kuhipa reeds meer dan 30 jaar de hoofdstad is van het Vicariaat van Han- chungfu en derhalve het middelpunt van alle missiewerk; Seminarie, scholen, zieken hui-s, weeshuis en gesticht voor ouden van dagen. Kulupa stond bekend om den ijver der missionarissen en allle werken van Lief dadigheid, zoodat men het de „kleine Eu- ropeesche citadel" noemde. Titans ie aUes verwoest en de stad is nog in handen der oommunisten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5