Begrooting der gemeente Leiden VRIJDAG 23 JANUARI 1931 DE LEIDSCHE COURANT Wethouder Goslinga en de burgemeester aan het woord. De raad vermorst te veel tijd met praten. De raadhuiskwestie. De S. D. A. P. en de particuliere liefdadigheid. Het propaganda-ele ment in socialistische voorstellen. {Wethouder Goslinga vervolgt in zijn antwoord aldus: De heer v. Stralen heeft verscheidene voorstellen ingediend, ondanks het feit, dat hij dit oorspronkelijk niet van plan was. Hij heeft zich laten opjagen, door het P.A. S. en het W. A. C'. Een wijziging van de steunnorm heeft met deze crisis niets te maken een regeling, die goed is voor 10 is ook goed voor 1000 menschen. Tegen de voorstellen-v, Stralen hebben B. en W. verscheidene bezwaren. Vooreerst zijn de voorstellen te duur, er is geen dekking voor. Verhooging van de steunnorm zou bijv. 30 a -10.000 extra kosten meebren gen. Alleen voor 1931. Er zijn ook bezwaren gelegen in de voorstellen zelf. Zoo wordt de wachttijdregeling uit de steunregeling gelicht, doch dat betreft slechts eenige do zijnen menschen en bovendien: als die ■wachttijdregeling goed is, is er geen re den haar thans op te heffen. Zoo is het ook met de toeslag op de kasuitkeeringen, dat zou ingaan tegen het systeem van on ze werkloosheidsvoorziening. Men verlamt elke actie van de vakvereenigingen als men toeslagen gaat geven. De vakverenigin gen kunnen best wat afstaan van hun strijd gassen. De heer v. Stralen: In Amsterdam en Rotterdam geeft men wel toeslagen. Wethouder Goslinga: Ja, dat is treu rig genoeg. Men steunt zoodoende indirect de strijdkassen der organisaties niet het belastinggeld der burgerij. Spr. zal daar nooit toe meewerken. Tegenover den heer v. Tol beroept spr. zich op het adres van het R.-K. "Werkliedenverbond aan den mi nisterraad. Het verhoogen van de steunnorm en den kindertoeslag kan de steun opvoeren tot meer dan 30.per week. Dat is wel niet te veel voor een groot gezin, maar het is niet te verantwoorden een dergelijk bedrag als sieun uit te keeren waarvoor andere menschen den geheelen dag hard moeien werken. Voert men de steun zóó hoog op, dan zou dat leiden tot een groo- tère toevoer van plattelanders. Gaan wij in dit opzicht tegen de wensclifen van het Rijk in, dan verspelen wij onze verwach ting op eventueele subsidie. De heer vau Stralen wil ook de vermindering van steun na 20 weken buiten werking stellen, doch spr. verklaart zich daartegen. Wel zegt spr. toe, dat hij zooveel mogelijk rekening zal houden met individueele gevallen, o.a. wat betreft de plaatsing in de diverse klassen. Waarom doen de sociaal democraten niets? De overheid heeft zeker een taak, maar het gaat te ver te zeggen, dat ieder mensch recht heeft op behoorlijk levens onderhoud, speciaal een recht tegenover de overheid. Naast de overheidsmaatrege len moet er ruimte zijn voor' particuliere hulp. De heer v. Eek heeft gezegd: de enkeling vermag niets, alleen dc overheid. Dat verbaast spr. ten hoogste. Heeft de heer v. Eek niet steeds gezegd: De en keling vermag niets, maar de organisatie vermag alles. Hebben de socialistische or ganisaties hier geen taak? Zij kunnen heel veel doen voor hun misdeelde broeders. Wat dragen zij al niet bij voor een Mat- teotti-fonds bijv. of de Y.A.R.A. De R.-K. Metaalbewerkers aan den anderen kant brengen geld op voor hun eigen werkloo- zen. Spr. las toevallig beide berichten op éénzelfden dag. Wie deed meer voor de werkloozen De S. D. A. P. organiseerde onlangs een Y. A. R. A .-feest in de Gehoorzaal, waar minstens 2000 werd opgebracht. En dat smaalt op de bedelpartijen der Katholie ken. Wat slaat hooger, in eigen kring gelden verzamelen voor de eigen hulpbehoeven den of roepen om belastinggelden, welke dikwijls gevorderd moeten worden van menschen, die het thans buitengewoon hard te verantwoorden hebben. Binnen kort zal het 5000ste lid van de Leidsche Bestuursdersbonel worden ingeschreven, wat gevierd zal worden met een uit- keering aan de werkloozen? Neen, met een luisterrijk feest! Waarom niet uw eigen werkloozen eens bedacht? B. en W. geven toe, dat er verscheide ne wenschen overblijven, maar wij moeten rekening houden ïuet onze financieete draagkracht. Komende tot de belastingen, zegt spr. dat hij geen enkele belasting bewondert, ook niet de straatbelasthïg, maar van deze laatste, belasting is te veel kwaad ge zegd. In doorsnee woont iemand naar zijn draagkracht cn de straatbelasting is naar evenredigheid van de huurwaarde. De zakelijke bedrijfsbelasting houdt heelemaal geen rekening met de draag kracht. Zij bevordert trouwens de werk loosheid en dreigt op de arbeiders te wor den verhaald. De heer v. Eek wil de op centen op de vermogënsbelasting verhoo gen, doch B. en \V. vreezen dat men daar mee de enkele weinige vermogenden de dad uit jaagt. Den heer v. Rosmalen antwoordt spr.. dat een wijziging van de vermakelijkheidsbe lasting bijna klaar is. Spr. komt dan op het i'inancieele aspect van de gemeente. De heer v. Eek heeft het voorgesteld, alsof de S. D. A. P. zich nim mer verzet heeft tegen de invoering van welke belasting ook. Maar wanneer nu alle voorstellen van de S. D. A. P. waren aangenomen, dan zaten wij thans aan den grond. „Arm maar soliede". Wij zijn thans „arm maar soliedo", zoo- als burgemeester de Gijselaar eens zeide. De heer v. Eek wil de financieën der ge meente ondergeschikt maken aan dc noo- den der werkloozen. Dat is zuiver revolu tionair; dat. is de roodc vlag planten op een afgrond (Gelach en geroep: Hoe kan dat rjou!) De heer v. Eek heeft dat zelf begrepen en zegt: Dan moeten wij maar requeatree- ren bij de regeering! Maar Minister de Geer zal ons aan zien komen! Dan komen we onder eurateele en voor een dergelijke schande wil spr. de stad bewaren. Wij moeten onze stad bewoonbaar houden, doch de experimenten van den heer van Eek voeren ons naar den afgrond. De politiek van den heer v. Eek is een zuivere klassestrijd. B. en W. willen het. algemeen belang. Het gaat hier richting tegenover richting. De eene richting wil alles onder de grijparmen van de overheid hebben, de andere richting is overtuigd dat dat niet in het belang der burgerij is. (applaus). DE BURGEMEESTER. Er wordt teveel tijd vermorst. De voorzitter zegt, dat. als het doel der Alg. Beschouwingen is het aangeven van de algemeene richtlijnen der gemeen te-politiek, er aan het eind van deze zit tingsperiode allerminst reden is om deze te houden. De rede van den heer van Eek was z. i. dit jaar niet op haar plaats. Die theoretische beschouwingen passen niet aan het eind van een 4-jarige zittingspe riode; immers zij halen niets uit. Een onge- evenredigd groote tijd gaat verloren, ieder jaar, aan het bespreken van de begrooting. Spr. bedoeli niet alleen de dagen waarop er vergaderd wordt nianr vooral de voor bereiding dezer vergaderingen. Laat de raad toch eens bezuinigen op den tijd van B. en W. en van het gemeentepersoneel, opdat zij zich kunnen bepalen tot. het nood zakelijke werk. In Amsterdam heeft men een spreek-rantsoen ingevoerd en spreker dringt aan op voorstellen uit den raad zelf tot beperking van den vergadertijd. B. en W. krijgen telkens als critiek te hooren, dat zij wel willen maar zoo traag opschie ten. Dat is spijtig voor ons, die uit erva ring. weten hoe traag de werkzaamheden nu eenmaal voortgang moeten vinden. Iedere nieuwe commissie vertraagt den gang van zaken. Het heeft spr. getroffen, dal de S. D. A. P. zoo van leer getrok ken is tegen de particuliere liefdadigheid. Spr. vraagt zich af of daar niet een zeke re politiek in zit. Waarom wordt anders de particuliere liefdadigheid stelselmatig uit geschakeld De stad Leiden is een stad van weinig groote inkomens en wij moeten de kleine vermogens niet afschrikken met een ver hooging van de opcenten op dc vermo gensbelasting. Wel is spr. het met den heer v. Eek eens, dat Leiden z'n grenzen moet uitzetten tot Oegstgest; er zijn nu eenmaal economische eenheden, welke ook staatkundige eenheden moeten worden. Wat betreft de Zondagswet, zegt spr., dat de uitvoering daarvan behoort tot de competentie van B. en W. en dat men daaraan niet ieder jaar weer moet trach ten te tornen. De politiek van het college staat vast en zal niet veranderen. Even min gevoelt spr. iets voor openstelling van de zweminrichting op Zondag. Een nieuwe Zondagswet is in voorbereiding. Komende tot de politic-zaken zegt spr. dat het aangeschafte (thans gestrande) po- litie-autotje goed heeft voldaan. Een nieu we zal worden aangeschaft. Voor instelling van een vrouwelijke inspectrice is geen reden. Er zijn wel enkele zaken, die meer geëigend zijn om dooi een vrouw behan deld te worden, maar daarvoor is geen af zonde riijke inspectrice noodig. Spr. heeft getracht iemand te vinden, die zonder in spectrice te zijn, dergelijke zaken wil waar nemen en hij is daarin ook geslaagd. Bin nenkort komt dat aan de orde. Wat de maximum snelheid betreft, zegt spr. dat hij het vrijlaten van het ver keer een betere methode vindt om de over matige snelheid tegen te gaan, dan het vaststellen van een maximum snelheid. Het is zeer lastig een overtreding daarvan vast te stellen. De heer Groeneveld wil de auto's belet ten te parkeeren, doch dat zou een groot nadeel beteekenen speciaal voor den Mid denstand. Aan een verkeers-agent op de kruising B r e e s traa tHo oge w o e r dKorevaarstraat is z. i. geen groote behoefte. Er zou een nieuwe kracht voor moeten worden aan gesteld. Spr .erkent, dat de sociaal-democraten groote waarde hechten aan de 1 Mei-vie ring. Wij leven hier echter in een land met een Koningin, en de ambtenaren maken deel uit van het bestaande overheidssys teem. De 1 Mei-viering is een klassedag, welke men niet op één lijn mag stellen met een nationalen feestdag. De kwestie van den aanleg van sport velden is niet zoo eenvoudig als dat lijkt. Men heeft nieuwe plannen moeten makeu, en spr. hoopt dat deze binnen ai- zienbaren tijd den raad zullen bereiken. De kosten zijn echter zeer hoog. Het stadhuisvraagstuk. De heeren Eikerbout en v. d. Reijden hebben het Stadhuisvraagstuk ter sprake gebracht, en inlichtingen gevraagd om trent uitlatingen van wethouder Reimeriu- ger. B. en W. kunu'erf geen "Voranwoordiüg aanvaarden van particuliere uitingen van den heer Reimeringer. Binnenkort zal de raad moeten beraad slagen over een voorstel tot het maken van een tweede stadhuisplan zonder be houd van den ouden gevel, en zich moeten uitspreken over het reeds ingediende plan- Dudok en over het door de S. D. A. P. in gediende plan. Bij het opstellen van het prae-advies is bij B. en W. de gedachte opgekomen om zich te doen voorlichten door een com missie van deskundigen, speciaal wat be treft de plaatsing van het bouwplan in de omgeving. Of zoo'n commissie er komt staat nog niet vast. Yerscheidenc sprekers wilde de politie opnemen in het Go >rg. Overleg, doch spr. gelooft niet, dat dit aanbeveling zou ver dienen. Over het verleggen van de tramhalte aau de Utrechtsche brug zegt spr. dat deze hal te inderdaad verlegd zal worden. Ten slotte dringt spr. nogmaals aan op zelfbeperking bij het houden van DE DUPLIEKEN. De heer v. Eek wil en zal praten. Dc heer v. Eek zegt, dat hij het, begrij pelijk vindt, dat dc voorz. het tijdverlies bejammert, maar toch acht hij het noodza kelijk, dat de S.D.A.P. tenminste eens ia het jaar haar houding in den raad recht vaardigt. Zoolang de S.D.A.P. in den raad zit is het gewoonte geworden, dat de bc- grootingsdebatten draaien om de critiek, door de S.D.A.P. op de houding van B. en W. uitgeoefend, cn om critiek op de hou ding van de S.D.A.P. Antwoordend op de uiteenzetting van den heer Bosman zegt spr., deze den nadruk legt op de overproductie, spr. echter op dc ondercons-umptie. Dat heeft z'n invloed op de maatregelen, welke men voorstelt. Is het niet ongerijmd dat gebrek veroorzaakt wordt door overvloed? Daar zit het kapita listische winst-systeem tusschen, en het op treden van de vakbeweging heeft daarmede niets te maken. Spr. haalt nog verscheidene citaten van bekende economen aan om zijn standpunt te verdedigen, speciaal dat loons verlaging geen doelmatig middel is om de malaise tc bestrijden. De heer Donders heeft gezegd, dat de Katholieken niet tegen het kapitalisme zijn, doch tegen de uitwassen daarvan. Dat is zijn uitgangspunt, doch wat heeft men daar practisch aan. Wal wil de lieer Donders? Men moet consequent zijn en het kapitalis me de tanden uittrekken. Wethouder Goslinga: Dood maken De heer v. Eek: De heer Donders heeft de stoffelijke hulp op den achtergrond ge steld. Maar hij moet niet vergeten, dat men beginnen moet met te zorgen voor een matige stoffelijke welvaart, ander komt het geestelijke totaal op den achtergrond. Do heer Manders heeft een niet onaar dige critiek uitgeoefend op het kapitalisme, doch zijn voorstellen zijn wat vaag. Hij zou verstandig doen zich aan te sluiten bij de practische voorstellen van de S.D.A.P. De heer W 11 b r i pk: Of zich aanslui ten bij de S.D.A.P. De heer v. Eek: Ik geloof niet, dab de heer Manders daar rijp voor is. (Gebtchl. Onze voorstellen liggen geheel in de soc. democratische lijn en willen probeeren te bereiken, wat wij kunnen, niet alleen met parlementaire middelen doch ook met an dere middelen. Wij gebruiken de werkloo zen niet om ons standje te versterkea, doch in tegendeelde werkloozen hebben ge bruik gemaakt van onze organisatie om te doen uit komen, hoe groot de werkloosheid is. Wij hebben ons eigen voordeel niet ge zocht, doch wij hebben ge'.viclit aansluiting te vinden bij de vakcentrales, hetgeen ons echter niet gelukt is. De S.D.A.P. en de liefdadig heid. Men verwijt ons, dat v. ij niet sympathiek staan tegenover de particuliere liefdadig heid. Spr. slaat niet in ieder geval daar vijandig tegenover cn wil ook geen kwaad zeggen \an het helpen van eigen leden. Doch hier staan de zaken anders; hier wor den zelfs de beste arbeiders getroffen door de werkloosheid, en dezen moet men niet gaan „bedoelen'', dan slaat, men zijn ge voel voor eigenwaarde stuk. Wij voelen de zedelijke verplichting van lien die meer hebben om de minderen te helpen en dat kan het meest doeltreffend geschieden door de overheid. Spr. wijst het voorstel van den heer Wil brink om een beroep Ie doen op de burgerij om het gespaarde belastinggeld vrijwillig in een fonds te storten, vierkant af. Dat is een fantastisch voorstel, zonder de minste kans op succes. Door dat alles wordt de aandacht afgeleid van den plicht van de overheid om ie steunen. Komende tot zijn uitlatingen omtrent de wanhoopsdaden waartoe een volk, dat zijn vertrouwen in het parlementaire stelsel ver loren heeft, zegt spr., dat er een sterke fascistische neiging aan het opkomen is en als aan den anderen kant ook het. volk, dat gebrek lijdt, z'n vertrouwen in de overheid verliest, dan ontstaat er groot gevaar voor het parlementaire stelsel, hetgeen spr. ten zeerste zou bejammeren. Er is gesproken van de Zondagsheiliging, doch deze kan men toch niet toepassen in een land met een gemengde bevolking. An deren dwingen om den Zondag te heiligen is een onduldbare dwang. Wij kunnen elkaar tegemoet komen, door den morgen voor de godsdienstoefeningen te bestem men, doch den middag en avond vrij te laten. Spr. zet nog eens zijn as-pecten op de finaucieele gemeentepolitiek uiteen. Bij den wethouder zit het welzijn van de schatkist voor, doch al zijn de soc.-dem. eveneens voorstanders van een ordelijke financiële politiek, toch meenen zij dat de toestanden zoo ernstig zijn, dat er meer van de schat kist gevraagd zal moeten worden. Spr. heeft voor dekking gezorgd door zijn belasting voorstellen, welke hij nogmaals verdedigt. De gemeente moet tegen de werkloos heid doen wat zij kan, desnoods met aan spreking van de reserves. De regeering laat de gemeenten leelijk in de steek. De v o o r z.: Dat moot in de Tweede Ka mer gezegd worden. De heer v. Eek: Neen, wij kennen de nooden der bevolking beter, wij staan als raadsleden dichter bij het volk. Wij moeten spreken. De heer Parmentier heeft de zonde ge noemd als de oorzaak van het kwaad. Maar wat hebben de werkloozen daaraan? Hoe vloeit de werkloosheid uit de zoude voort? Men heeft erop gewezen, dat de organi satie machtig genoeg is om te helpen. De S.D.A.P. is een politieke organisatie, die financieel niet sterk genoeg is, om zich om te zetten in een vereeniging van armenzorg. Iedere organisatie heeft nu eenmaal zijn eigen taak. Wij hebben de overtuiging, dat wij de koer-sr moeten aangeven, om uit de misère te komen en daarvoor hebben wij al onze strijdbaarheid noodig. Daarna wordt de vergadering verdaagd to 's avonds S'A uur. AVONDZITTING. De taak der S.D.A.P. Dc heer v. Eek vervolgt zijn rede mot den heer Parmentier te verwijten, dat hij niets van de taak der S.D.A.P. afweet, wanneer hij meent, dat zij niets anders doet dan requestreeren en petitioneeron. Wij moeten onze leden opvoeden voor hun laak, wij hebben onze organisatorische werkzaamheden enz. Dc heer Coster heeft gewezen op het aantal kapitalisten, dat de S.D.A.P. telt. Spr. noemt dat een fabel tje. Cumulatie van inkomens komt in alle politieke partijen voor: wij zijn de eerste partij, di§ daartegen maatregelen neemt. Spr. herhaalt nog eens. dat als het parle mentarisme gered moet worden, dit zal ge schieden door de arbeidersklasse. Hij wijst er nog eens op, dat de arbeiderspers de eenige groote onderneming is, dia de mede zeggenschap heeft ingevoerd. Spr. guat niet in op de vragen van den heer Parmentier omtrent zijn z.g. „opruiende" taal. Hij heeft in de Gehoorzaal gesproken zooals hij doet in den raad. Spr. verlangt van den neer Parmentier dat hij die uitdrukking terug neemt. Spr. bepleit dan nogmaals een gemeente lijke levensmiddelenvoorziening, al was het alleen maar ten behoeve van de diverse ge meentelijke instelliugen, zooals in Amster dam. Het groote belang van zoo'n diemt is, dat men waarborg heeft, de juiste kwali teit te krijgen. De heer Bergers: En de Warenwet dan? De heer v. E c k vei^dedigt zich tegen de beschuldiging van den heer Wilmer, dat de S.D.A.P. met haar voorstellen een poli tieke bijbedoeling heeft. Wij doen onze voorstellen omdat wij mccnen, dat zij good zijn, al is het ons niet onverschillig of wij succes hebben, hetzij iu als buiten den raad. De overheid kan het alleen. De heer v. Stralen (S.D.A.P.) gaat dc verschillende uitlatingen na, door de di verse sprekers gedaan, omtrent hot werk loosheidsvraagstuk. Allen waren het erover eens, dat de gemeente iets moet doen. hoe wel de leden der reohtschc fracties ook ge wezen hebben op de particuliere iiefdadia- hcid. Spr. blijft bij zijn meening, dat alleen forsche overheidsmaatregelen kunnen hel pen. Hij ontkent niet, dat er in de Chris telijke wereld wel wat gedaan wordt, doch er zijn ook vele naam-Christenen. Dat er onder de socialisten ook wel gemeenschaps zin hcerscht bewijst spr. met er op te zen, dat de leden toch hun contributie be talen voor dc werkloozenkassen, dat er veel gegeven wordt bij natuurrampen, voor de t.b.c.-lijders e.d. Spr. vindt het een schan de, dat vele werkgevers bij de geringste slapte hun werknemers soms in massa op straat zetten. Het voorstel van den lieer Wilbrink (vrijwillige terugbetaling van be lastinggelden) noemt spr. een echt voorste! voor de tribune. Wel is de S.D.A.P. steeds bereid om de belasting tc verhoogen spe ciaal met hot oog op de werkloosheid. De heer Bosman wil loonsverlaging, jawel, hei. zijn steeds de arbeiders, die hef gelag moe- j ten betalen. Men heeft ons verweten, da'. wij onder communistische invloed werken, doch- spr. wijst dat verwijt verre van zich, het is totaal ongegrond. Wij zijn onze ac tie gaan verscherpen, toen de onwil van B. en W. en van den raad bleek. Omtrent de mislukte samenwerking met de christelijke vakorganisaties zegt spr., dat het een volmaakt onjuiste voorstellin is, als zou de cisch gesteld zijn, dat me zich moest aansluiten bij de socialistischs voorstellen. De Christelijke Besturenbond heeft een voorwendsel gezocht om samen werking te weigeren. Spr. blijft er bij, dat er meer gedaan kan worden om door mid del van het vervroegd doen uitvoeren var groote werken, de werkloosheid te bestrij den. Als men maar vroeger begonnen was. Daar is bijv. het Levendaal. Een lid van het colle-go heeft zich steeds tegen demping verzet, omdat daardoor het stadsschoon ge schaad wordt. Wethouder Reimeringer: Ik sta in dit opzicht in goed gezelschap. n.L van uw p.g. Polak. De heer v. Stralen: Die kan iu dit opzicht voor mijn part ook naar de pomp loopen! (Gelach). Spr. verdedigt daarna nogmaals zijn ver schillende voor ellen; de organisaties kun nen niet meer doen ter ondersteuning van de werkloozén. Spr. maakt wethouder Goslinga een com pliment voor zijn knappe rede. De heer W iibri n k: Eerst geen hulde brengen en dan critiek. Dat mag niet. (Hi lariteit). De heer v. Stralen: De heer Goslinga is een slagvaardig man, maar spr. komt toch op tegen verschillende zijner uitlatin gen. De S.D.A.P. stelt werkveiruimin, voorop, doch in niet tegen werkverschaffing, mits er geen hongerloonen worden betaald, zooals aan de Leidsche Hout. Spr. heeft berekend, dat bij aanneming van spr.'s voorstellen een maximum van 23.30 per weck beroikt kan worden aau steun voor een gezin van 9 personen. Hoe de heer Goslinga komt aan een bedrag van eer dan 30 begrijpt spr. niet. De heer Goslinga wijyt altijd op de steun regeling in Amsterdam, die minder zou zijn dan de Leidsche, doch laten wij dan maar eens omruilen. Wethouder Goslinga: Dan zijn de Leidsohe arbeiders de dupe! De S.D.A.P. blijft dogmatisch. De lieer W i 1 b r i n k constateert, dat de Leidsche S.D.A.P. zich op haar star dogma tisch standpunt heeft teruggetrokken, iu tegenstelling met andere plaatsen, waar de socialisten wel samenwerking hebben gezocht met de christelijke partijen. Het beroep op samenwerking door don heer v. Eek kan niet ernstig gemeend zijn, daar deze niets anders verlangt, dan dat de heele raad zal meegaan met de denkbeelden vau den heer v. Eek. De heer v. Eek wil iu geen enkel opzicht een practische politiek voeren en de werkloozen worden daar dc dupe van. De heer v. Eek wil als de kleine Napoleon doelbewust de leiding nemen in de gemeentelijke politiek; hij schroomt zelfs niet om de finaucieele politiek grondig in de war te sturen, hetgeen op de eerste plaats neer zou komen op do ruggen der arbeiders. Spr. ziet verder niet in, dat de huidige malaise uitsluitend een gevolg i.s van de kapitalistische productiewijze. Over do kwestie der samenwerking wijst spr. erop, dat de S.D.A.P. eerst haar voorstel len heeft gepubliceerd en daarna samenwer king heeft gezocht, hetgeen practisch neer komt op adhaesie aan eigen voorstellen. De heer v. Stralen heeft erop gewezen, dat de organisaties ook voor zelf-hulp zor gen, doch dat is toch heel normaal, dat deed men vroeger meer dan thans. Vroeger steun de men veel minder op dc overheid. isn hoeveel zijn cr niet, die wel aroeiu hebben, maar toch een minder loon ge nieten dan de steun tr'ekkenden. Spreker verklaart zich vorder tegenstander van eigen beheer voor wat de bestrating be treft; eigen beheer is duurder en niet be ter. Het spreekt vanzelf, dat men wel wer ken kan doen uitvoeren, maar daarom zit daar nog geen arbeid in voor honderden werkloozen. Als men dat wilde doen, kwam men tof zulke groote bedragen, dat bet onmogelijk vol te houden zou zijn. Iets anders is dat. men werken, die toch ge daan moeten worden, vervroegd kan doen uitvoeren. Daarop dringt spreker dan ook ten sterkste aan. Ton opzichte van de voorstellen-Manders zegt spr. dat- ze mec- rendeels overbodig zijn en ook te vaag. Verder verklaart spr. zich tegen de weder invoering van do. zakelijke bedrijfsbelas ting on tegen de afschaffing van de straatbelasting. Spr. noemt do houding der S. A. P. iu zake dc belasting-poli tiek inconsequent. De propaganda-lust der S. D. A. P. Do héér Wilmer hooft <lil jaar goon breed e uiteenzetting van het katholieke standpunt gegeven, doch slechts do hou ding van do S. D. A. P. hier ter stede be- critiseerd. Spr. heeft waardoering voorliet goede dat in het stelsel van oen ander is, ook al is hij het principieel daarmee niet eens. Do S. D. A. P. heeft onaanvaard bare voorstellen ingediend met propagan- da-bedoplingon. Spr. geeft nader aan, waarom hij tot do overtuiging is geko men. Do heer v. Eok heeft zich zelf in dien geest herhaaldelijk uitgelaten, terwijl partij-genooten van den heer v. Eek dat ook herhaaldelijk geconstateerd hebben, zooals de heeren Schaper en Albarda. Dc feiten hebben dat trouwens eveneens aan getoond. Ieder jaar komt do heor v. Eclc mot voorstellen, waarvan hij weet, dat dc raad ze niet zal aanvaarden. Do boor Van Stralen hoeft ook erkend, dat dc S. D. A. P. alleen voor belastingverlaging hoeft ge stemd, om de rechterzijde een politiek for tuintje te ontnemen. De S. D. A. P. becri- tiseert de steunregeling hier, doch zal moe ten erkennen dat in andere plaatsen geen betere regeling is, waaraan do S. D. A. P. haar stom heeft, verleend. Spr. blijft liet be treuren, dat de »S. D. A. P. haar voorstel len tegen do werkloosheid gehouden heeft in een politieke sfeer, zoodal samenwer king niet andere partijen onmogelijk is. Altijd zal steun van particuliere zijde noo dig zijn. Spr. logt de verklaring af. dat wanneer' eenige organisatie een voorstel tot be- j strijding der werkloosheid doet, dit voor stel door de R. K. fractie steeds in over weging zal worden genomen. Omtrent de voorstellen-Vanders dringt spreker aan op prac-ndvies, tenminste voor verschillen de dezer voorstellen. De beer Goslinga heeft spr. niet begrepen wat betreft do overheidsbemoeiing. Do heer Goslinga is oen strijdvaardig en strijdlustig man on hij woof heel good wat sprekers standpunt is. Slechts wanneer het zeer wenschelijk is in hot algemeen belang, is het gerecht vaardigd dat do overheid zich bemoeit met het bedrijfsleven en of dat won.sche- hjk is, /.al afhangen van de omst&ndighe- den. In do practijk behoeft dc lieer Gos linga zich niet. bezorgd te maken, dat spreker in dit opzicht verder wil gaan dan T'. cn W.integendeel, zooals bijv. gebleken is bij de voorstellen van B. on W. inzake den winkel op de Hooigracht, inzake de radio-distributie, waartegen spr. zich heeft verzet. Economie en maximum-snelheid. Do lieer Bosman verklaart zich nad omtrent zijn opmerkingen inzake do tarie ven-politiek dor lichtfabrieken. Mon moet een beetje uitkijken, wie men bevoordeelt met lage tarieven. De fabriek heeft geen sociale taak, alleen de gemeente. Dat bij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9