Begrooting der gemeente Leiden
VRIJDAG 23 JANUARI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
Wethouder Goslinga en de burgemeester aan het
woord. De raad vermorst te veel tijd met praten.
De raadhuiskwestie. De S. D. A. P. en de
particuliere liefdadigheid. Het propaganda-ele
ment in socialistische voorstellen.
{Wethouder Goslinga vervolgt in zijn
antwoord aldus:
De heer v. Stralen heeft verscheidene
voorstellen ingediend, ondanks het feit, dat
hij dit oorspronkelijk niet van plan was.
Hij heeft zich laten opjagen, door het
P.A. S. en het W. A. C'. Een wijziging van
de steunnorm heeft met deze crisis niets
te maken een regeling, die goed is voor 10
is ook goed voor 1000 menschen. Tegen de
voorstellen-v, Stralen hebben B. en W.
verscheidene bezwaren. Vooreerst zijn de
voorstellen te duur, er is geen dekking
voor. Verhooging van de steunnorm zou
bijv. 30 a -10.000 extra kosten meebren
gen. Alleen voor 1931. Er zijn ook bezwaren
gelegen in de voorstellen zelf. Zoo wordt
de wachttijdregeling uit de steunregeling
gelicht, doch dat betreft slechts eenige do
zijnen menschen en bovendien: als die
■wachttijdregeling goed is, is er geen re
den haar thans op te heffen. Zoo is het
ook met de toeslag op de kasuitkeeringen,
dat zou ingaan tegen het systeem van on
ze werkloosheidsvoorziening. Men verlamt
elke actie van de vakvereenigingen als men
toeslagen gaat geven. De vakverenigin
gen kunnen best wat afstaan van hun strijd
gassen.
De heer v. Stralen: In Amsterdam
en Rotterdam geeft men wel toeslagen.
Wethouder Goslinga: Ja, dat is treu
rig genoeg. Men steunt zoodoende indirect
de strijdkassen der organisaties niet het
belastinggeld der burgerij. Spr. zal daar
nooit toe meewerken. Tegenover den heer
v. Tol beroept spr. zich op het adres van
het R.-K. "Werkliedenverbond aan den mi
nisterraad.
Het verhoogen van de steunnorm en den
kindertoeslag kan de steun opvoeren tot
meer dan 30.per week. Dat is wel
niet te veel voor een groot gezin, maar
het is niet te verantwoorden een dergelijk
bedrag als sieun uit te keeren waarvoor
andere menschen den geheelen dag hard
moeien werken. Voert men de steun zóó
hoog op, dan zou dat leiden tot een groo-
tère toevoer van plattelanders. Gaan wij
in dit opzicht tegen de wensclifen van het
Rijk in, dan verspelen wij onze verwach
ting op eventueele subsidie. De heer vau
Stralen wil ook de vermindering van steun
na 20 weken buiten werking stellen, doch
spr. verklaart zich daartegen. Wel zegt
spr. toe, dat hij zooveel mogelijk rekening
zal houden met individueele gevallen, o.a.
wat betreft de plaatsing in de diverse
klassen.
Waarom doen de sociaal
democraten niets?
De overheid heeft zeker een taak, maar
het gaat te ver te zeggen, dat ieder
mensch recht heeft op behoorlijk levens
onderhoud, speciaal een recht tegenover
de overheid. Naast de overheidsmaatrege
len moet er ruimte zijn voor' particuliere
hulp. De heer v. Eek heeft gezegd: de
enkeling vermag niets, alleen dc overheid.
Dat verbaast spr. ten hoogste. Heeft de
heer v. Eek niet steeds gezegd: De en
keling vermag niets, maar de organisatie
vermag alles. Hebben de socialistische or
ganisaties hier geen taak? Zij kunnen heel
veel doen voor hun misdeelde broeders.
Wat dragen zij al niet bij voor een Mat-
teotti-fonds bijv. of de Y.A.R.A. De R.-K.
Metaalbewerkers aan den anderen kant
brengen geld op voor hun eigen werkloo-
zen. Spr. las toevallig beide berichten op
éénzelfden dag. Wie deed meer voor de
werkloozen
De S. D. A. P. organiseerde onlangs een
Y. A. R. A .-feest in de Gehoorzaal, waar
minstens 2000 werd opgebracht. En dat
smaalt op de bedelpartijen der Katholie
ken.
Wat slaat hooger, in eigen kring gelden
verzamelen voor de eigen hulpbehoeven
den of roepen om belastinggelden, welke
dikwijls gevorderd moeten worden van
menschen, die het thans buitengewoon
hard te verantwoorden hebben. Binnen
kort zal het 5000ste lid van de Leidsche
Bestuursdersbonel worden ingeschreven,
wat gevierd zal worden met een uit-
keering aan de werkloozen? Neen, met
een luisterrijk feest! Waarom niet uw eigen
werkloozen eens bedacht?
B. en W. geven toe, dat er verscheide
ne wenschen overblijven, maar wij moeten
rekening houden ïuet onze financieete
draagkracht.
Komende tot de belastingen, zegt spr.
dat hij geen enkele belasting bewondert,
ook niet de straatbelasthïg, maar van deze
laatste, belasting is te veel kwaad ge
zegd. In doorsnee woont iemand naar zijn
draagkracht cn de straatbelasting is naar
evenredigheid van de huurwaarde.
De zakelijke bedrijfsbelasting houdt
heelemaal geen rekening met de draag
kracht. Zij bevordert trouwens de werk
loosheid en dreigt op de arbeiders te wor
den verhaald. De heer v. Eek wil de op
centen op de vermogënsbelasting verhoo
gen, doch B. en \V. vreezen dat men daar
mee de enkele weinige vermogenden de
dad uit jaagt.
Den heer v. Rosmalen antwoordt spr.. dat
een wijziging van de vermakelijkheidsbe
lasting bijna klaar is.
Spr. komt dan op het i'inancieele aspect
van de gemeente. De heer v. Eek heeft het
voorgesteld, alsof de S. D. A. P. zich nim
mer verzet heeft tegen de invoering van
welke belasting ook. Maar wanneer nu
alle voorstellen van de S. D. A. P. waren
aangenomen, dan zaten wij thans aan den
grond.
„Arm maar soliede".
Wij zijn thans „arm maar soliedo", zoo-
als burgemeester de Gijselaar eens zeide.
De heer v. Eek wil de financieën der ge
meente ondergeschikt maken aan dc noo-
den der werkloozen. Dat is zuiver revolu
tionair; dat. is de roodc vlag planten op
een afgrond (Gelach en geroep: Hoe kan
dat rjou!)
De heer v. Eek heeft dat zelf begrepen
en zegt: Dan moeten wij maar requeatree-
ren bij de regeering! Maar Minister de
Geer zal ons aan zien komen! Dan komen
we onder eurateele en voor een dergelijke
schande wil spr. de stad bewaren. Wij
moeten onze stad bewoonbaar houden,
doch de experimenten van den heer van
Eek voeren ons naar den afgrond. De
politiek van den heer v. Eek is een zuivere
klassestrijd. B. en W. willen het. algemeen
belang. Het gaat hier richting tegenover
richting. De eene richting wil alles onder
de grijparmen van de overheid hebben, de
andere richting is overtuigd dat dat niet
in het belang der burgerij is. (applaus).
DE BURGEMEESTER.
Er wordt teveel tijd vermorst.
De voorzitter zegt, dat. als het doel
der Alg. Beschouwingen is het aangeven
van de algemeene richtlijnen der gemeen
te-politiek, er aan het eind van deze zit
tingsperiode allerminst reden is om deze
te houden. De rede van den heer van Eek
was z. i. dit jaar niet op haar plaats. Die
theoretische beschouwingen passen niet
aan het eind van een 4-jarige zittingspe
riode; immers zij halen niets uit. Een onge-
evenredigd groote tijd gaat verloren, ieder
jaar, aan het bespreken van de begrooting.
Spr. bedoeli niet alleen de dagen waarop
er vergaderd wordt nianr vooral de voor
bereiding dezer vergaderingen. Laat de
raad toch eens bezuinigen op den tijd van
B. en W. en van het gemeentepersoneel,
opdat zij zich kunnen bepalen tot. het nood
zakelijke werk. In Amsterdam heeft men
een spreek-rantsoen ingevoerd en spreker
dringt aan op voorstellen uit den raad zelf
tot beperking van den vergadertijd. B. en
W. krijgen telkens als critiek te hooren,
dat zij wel willen maar zoo traag opschie
ten. Dat is spijtig voor ons, die uit erva
ring. weten hoe traag de werkzaamheden
nu eenmaal voortgang moeten vinden.
Iedere nieuwe commissie vertraagt den
gang van zaken. Het heeft spr. getroffen,
dal de S. D. A. P. zoo van leer getrok
ken is tegen de particuliere liefdadigheid.
Spr. vraagt zich af of daar niet een zeke
re politiek in zit. Waarom wordt anders de
particuliere liefdadigheid stelselmatig uit
geschakeld
De stad Leiden is een stad van weinig
groote inkomens en wij moeten de kleine
vermogens niet afschrikken met een ver
hooging van de opcenten op dc vermo
gensbelasting. Wel is spr. het met den
heer v. Eek eens, dat Leiden z'n grenzen
moet uitzetten tot Oegstgest; er zijn nu
eenmaal economische eenheden, welke ook
staatkundige eenheden moeten worden.
Wat betreft de Zondagswet, zegt spr.,
dat de uitvoering daarvan behoort tot de
competentie van B. en W. en dat men
daaraan niet ieder jaar weer moet trach
ten te tornen. De politiek van het college
staat vast en zal niet veranderen. Even
min gevoelt spr. iets voor openstelling van
de zweminrichting op Zondag. Een nieuwe
Zondagswet is in voorbereiding.
Komende tot de politic-zaken zegt spr.
dat het aangeschafte (thans gestrande) po-
litie-autotje goed heeft voldaan. Een nieu
we zal worden aangeschaft. Voor instelling
van een vrouwelijke inspectrice is geen
reden. Er zijn wel enkele zaken, die meer
geëigend zijn om dooi een vrouw behan
deld te worden, maar daarvoor is geen af
zonde riijke inspectrice noodig. Spr. heeft
getracht iemand te vinden, die zonder in
spectrice te zijn, dergelijke zaken wil waar
nemen en hij is daarin ook geslaagd. Bin
nenkort komt dat aan de orde.
Wat de maximum snelheid betreft,
zegt spr. dat hij het vrijlaten van het ver
keer een betere methode vindt om de over
matige snelheid tegen te gaan, dan het
vaststellen van een maximum snelheid.
Het is zeer lastig een overtreding daarvan
vast te stellen.
De heer Groeneveld wil de auto's belet
ten te parkeeren, doch dat zou een groot
nadeel beteekenen speciaal voor den Mid
denstand.
Aan een verkeers-agent op de kruising
B r e e s traa tHo oge w o e r dKorevaarstraat
is z. i. geen groote behoefte. Er zou een
nieuwe kracht voor moeten worden aan
gesteld.
Spr .erkent, dat de sociaal-democraten
groote waarde hechten aan de 1 Mei-vie
ring. Wij leven hier echter in een land met
een Koningin, en de ambtenaren maken
deel uit van het bestaande overheidssys
teem. De 1 Mei-viering is een klassedag,
welke men niet op één lijn mag stellen
met een nationalen feestdag.
De kwestie van den aanleg van sport
velden is niet zoo eenvoudig als dat
lijkt. Men heeft nieuwe plannen moeten
makeu, en spr. hoopt dat deze binnen ai-
zienbaren tijd den raad zullen bereiken.
De kosten zijn echter zeer hoog.
Het stadhuisvraagstuk.
De heeren Eikerbout en v. d. Reijden
hebben het Stadhuisvraagstuk ter sprake
gebracht, en inlichtingen gevraagd om
trent uitlatingen van wethouder Reimeriu-
ger. B. en W. kunu'erf geen "Voranwoordiüg
aanvaarden van particuliere uitingen van
den heer Reimeringer.
Binnenkort zal de raad moeten beraad
slagen over een voorstel tot het maken
van een tweede stadhuisplan zonder be
houd van den ouden gevel, en zich moeten
uitspreken over het reeds ingediende plan-
Dudok en over het door de S. D. A. P. in
gediende plan.
Bij het opstellen van het prae-advies is
bij B. en W. de gedachte opgekomen om
zich te doen voorlichten door een com
missie van deskundigen, speciaal wat be
treft de plaatsing van het bouwplan in de
omgeving. Of zoo'n commissie er komt
staat nog niet vast.
Yerscheidenc sprekers wilde de politie
opnemen in het Go >rg. Overleg, doch spr.
gelooft niet, dat dit aanbeveling zou ver
dienen.
Over het verleggen van de tramhalte aau
de Utrechtsche brug zegt spr. dat deze hal
te inderdaad verlegd zal worden.
Ten slotte dringt spr. nogmaals aan op
zelfbeperking bij het houden van
DE DUPLIEKEN.
De heer v. Eek wil en zal
praten.
Dc heer v. Eek zegt, dat hij het, begrij
pelijk vindt, dat dc voorz. het tijdverlies
bejammert, maar toch acht hij het noodza
kelijk, dat de S.D.A.P. tenminste eens ia
het jaar haar houding in den raad recht
vaardigt. Zoolang de S.D.A.P. in den raad
zit is het gewoonte geworden, dat de bc-
grootingsdebatten draaien om de critiek,
door de S.D.A.P. op de houding van B. en
W. uitgeoefend, cn om critiek op de hou
ding van de S.D.A.P.
Antwoordend op de uiteenzetting van
den heer Bosman zegt spr., deze den nadruk
legt op de overproductie, spr. echter op dc
ondercons-umptie. Dat heeft z'n invloed op
de maatregelen, welke men voorstelt. Is
het niet ongerijmd dat gebrek veroorzaakt
wordt door overvloed? Daar zit het kapita
listische winst-systeem tusschen, en het op
treden van de vakbeweging heeft daarmede
niets te maken. Spr. haalt nog verscheidene
citaten van bekende economen aan om zijn
standpunt te verdedigen, speciaal dat loons
verlaging geen doelmatig middel is om de
malaise tc bestrijden.
De heer Donders heeft gezegd, dat de
Katholieken niet tegen het kapitalisme zijn,
doch tegen de uitwassen daarvan. Dat is
zijn uitgangspunt, doch wat heeft men daar
practisch aan. Wal wil de lieer Donders?
Men moet consequent zijn en het kapitalis
me de tanden uittrekken.
Wethouder Goslinga: Dood maken
De heer v. Eek: De heer Donders heeft
de stoffelijke hulp op den achtergrond ge
steld. Maar hij moet niet vergeten, dat men
beginnen moet met te zorgen voor een
matige stoffelijke welvaart, ander komt het
geestelijke totaal op den achtergrond.
Do heer Manders heeft een niet onaar
dige critiek uitgeoefend op het kapitalisme,
doch zijn voorstellen zijn wat vaag. Hij zou
verstandig doen zich aan te sluiten bij de
practische voorstellen van de S.D.A.P.
De heer W 11 b r i pk: Of zich aanslui
ten bij de S.D.A.P.
De heer v. Eek: Ik geloof niet, dab de
heer Manders daar rijp voor is. (Gebtchl.
Onze voorstellen liggen geheel in de soc.
democratische lijn en willen probeeren te
bereiken, wat wij kunnen, niet alleen met
parlementaire middelen doch ook met an
dere middelen. Wij gebruiken de werkloo
zen niet om ons standje te versterkea, doch
in tegendeelde werkloozen hebben ge
bruik gemaakt van onze organisatie om te
doen uit komen, hoe groot de werkloosheid
is. Wij hebben ons eigen voordeel niet ge
zocht, doch wij hebben ge'.viclit aansluiting
te vinden bij de vakcentrales, hetgeen ons
echter niet gelukt is.
De S.D.A.P. en de liefdadig
heid.
Men verwijt ons, dat v. ij niet sympathiek
staan tegenover de particuliere liefdadig
heid. Spr. slaat niet in ieder geval daar
vijandig tegenover cn wil ook geen kwaad
zeggen \an het helpen van eigen leden.
Doch hier staan de zaken anders; hier wor
den zelfs de beste arbeiders getroffen door
de werkloosheid, en dezen moet men niet
gaan „bedoelen'', dan slaat, men zijn ge
voel voor eigenwaarde stuk. Wij voelen de
zedelijke verplichting van lien die meer
hebben om de minderen te helpen en dat
kan het meest doeltreffend geschieden door
de overheid.
Spr. wijst het voorstel van den heer Wil
brink om een beroep Ie doen op de burgerij
om het gespaarde belastinggeld vrijwillig
in een fonds te storten, vierkant af. Dat is
een fantastisch voorstel, zonder de minste
kans op succes. Door dat alles wordt de
aandacht afgeleid van den plicht van de
overheid om ie steunen.
Komende tot zijn uitlatingen omtrent de
wanhoopsdaden waartoe een volk, dat zijn
vertrouwen in het parlementaire stelsel ver
loren heeft, zegt spr., dat er een sterke
fascistische neiging aan het opkomen is en
als aan den anderen kant ook het. volk, dat
gebrek lijdt, z'n vertrouwen in de overheid
verliest, dan ontstaat er groot gevaar voor
het parlementaire stelsel, hetgeen spr. ten
zeerste zou bejammeren.
Er is gesproken van de Zondagsheiliging,
doch deze kan men toch niet toepassen in
een land met een gemengde bevolking. An
deren dwingen om den Zondag te heiligen
is een onduldbare dwang. Wij kunnen
elkaar tegemoet komen, door den morgen
voor de godsdienstoefeningen te bestem
men, doch den middag en avond vrij te
laten.
Spr. zet nog eens zijn as-pecten op de
finaucieele gemeentepolitiek uiteen. Bij den
wethouder zit het welzijn van de schatkist
voor, doch al zijn de soc.-dem. eveneens
voorstanders van een ordelijke financiële
politiek, toch meenen zij dat de toestanden
zoo ernstig zijn, dat er meer van de schat
kist gevraagd zal moeten worden. Spr. heeft
voor dekking gezorgd door zijn belasting
voorstellen, welke hij nogmaals verdedigt.
De gemeente moet tegen de werkloos
heid doen wat zij kan, desnoods met aan
spreking van de reserves. De regeering laat
de gemeenten leelijk in de steek.
De v o o r z.: Dat moot in de Tweede Ka
mer gezegd worden.
De heer v. Eek: Neen, wij kennen de
nooden der bevolking beter, wij staan als
raadsleden dichter bij het volk. Wij moeten
spreken.
De heer Parmentier heeft de zonde ge
noemd als de oorzaak van het kwaad.
Maar wat hebben de werkloozen daaraan?
Hoe vloeit de werkloosheid uit de zoude
voort?
Men heeft erop gewezen, dat de organi
satie machtig genoeg is om te helpen. De
S.D.A.P. is een politieke organisatie, die
financieel niet sterk genoeg is, om zich om
te zetten in een vereeniging van armenzorg.
Iedere organisatie heeft nu eenmaal zijn
eigen taak. Wij hebben de overtuiging, dat
wij de koer-sr moeten aangeven, om uit de
misère te komen en daarvoor hebben wij
al onze strijdbaarheid noodig.
Daarna wordt de vergadering verdaagd
to 's avonds S'A uur.
AVONDZITTING.
De taak der S.D.A.P.
Dc heer v. Eek vervolgt zijn rede
mot den heer Parmentier te verwijten, dat
hij niets van de taak der S.D.A.P. afweet,
wanneer hij meent, dat zij niets anders
doet dan requestreeren en petitioneeron.
Wij moeten onze leden opvoeden voor hun
laak, wij hebben onze organisatorische
werkzaamheden enz. Dc heer Coster heeft
gewezen op het aantal kapitalisten, dat
de S.D.A.P. telt. Spr. noemt dat een fabel
tje. Cumulatie van inkomens komt in alle
politieke partijen voor: wij zijn de eerste
partij, di§ daartegen maatregelen neemt.
Spr. herhaalt nog eens. dat als het parle
mentarisme gered moet worden, dit zal ge
schieden door de arbeidersklasse. Hij wijst
er nog eens op, dat de arbeiderspers de
eenige groote onderneming is, dia de mede
zeggenschap heeft ingevoerd. Spr. guat niet
in op de vragen van den heer Parmentier
omtrent zijn z.g. „opruiende" taal. Hij heeft
in de Gehoorzaal gesproken zooals hij doet
in den raad. Spr. verlangt van den neer
Parmentier dat hij die uitdrukking terug
neemt.
Spr. bepleit dan nogmaals een gemeente
lijke levensmiddelenvoorziening, al was het
alleen maar ten behoeve van de diverse ge
meentelijke instelliugen, zooals in Amster
dam. Het groote belang van zoo'n diemt
is, dat men waarborg heeft, de juiste kwali
teit te krijgen.
De heer Bergers: En de Warenwet
dan?
De heer v. E c k vei^dedigt zich tegen de
beschuldiging van den heer Wilmer, dat
de S.D.A.P. met haar voorstellen een poli
tieke bijbedoeling heeft. Wij doen onze
voorstellen omdat wij mccnen, dat zij good
zijn, al is het ons niet onverschillig of wij
succes hebben, hetzij iu als buiten den
raad.
De overheid kan het alleen.
De heer v. Stralen (S.D.A.P.) gaat dc
verschillende uitlatingen na, door de di
verse sprekers gedaan, omtrent hot werk
loosheidsvraagstuk. Allen waren het erover
eens, dat de gemeente iets moet doen. hoe
wel de leden der reohtschc fracties ook ge
wezen hebben op de particuliere iiefdadia-
hcid. Spr. blijft bij zijn meening, dat alleen
forsche overheidsmaatregelen kunnen hel
pen. Hij ontkent niet, dat er in de Chris
telijke wereld wel wat gedaan wordt, doch
er zijn ook vele naam-Christenen. Dat er
onder de socialisten ook wel gemeenschaps
zin hcerscht bewijst spr. met er op te
zen, dat de leden toch hun contributie be
talen voor dc werkloozenkassen, dat er veel
gegeven wordt bij natuurrampen, voor de
t.b.c.-lijders e.d. Spr. vindt het een schan
de, dat vele werkgevers bij de geringste
slapte hun werknemers soms in massa op
straat zetten. Het voorstel van den lieer
Wilbrink (vrijwillige terugbetaling van be
lastinggelden) noemt spr. een echt voorste!
voor de tribune. Wel is de S.D.A.P. steeds
bereid om de belasting tc verhoogen spe
ciaal met hot oog op de werkloosheid. De
heer Bosman wil loonsverlaging, jawel, hei.
zijn steeds de arbeiders, die hef gelag moe-
j ten betalen. Men heeft ons verweten, da'.
wij onder communistische invloed werken,
doch- spr. wijst dat verwijt verre van zich,
het is totaal ongegrond. Wij zijn onze ac
tie gaan verscherpen, toen de onwil van B.
en W. en van den raad bleek.
Omtrent de mislukte samenwerking met
de christelijke vakorganisaties zegt spr.,
dat het een volmaakt onjuiste voorstellin
is, als zou de cisch gesteld zijn, dat me
zich moest aansluiten bij de socialistischs
voorstellen. De Christelijke Besturenbond
heeft een voorwendsel gezocht om samen
werking te weigeren. Spr. blijft er bij, dat
er meer gedaan kan worden om door mid
del van het vervroegd doen uitvoeren var
groote werken, de werkloosheid te bestrij
den. Als men maar vroeger begonnen was.
Daar is bijv. het Levendaal. Een lid van
het colle-go heeft zich steeds tegen demping
verzet, omdat daardoor het stadsschoon ge
schaad wordt.
Wethouder Reimeringer: Ik sta in
dit opzicht in goed gezelschap. n.L van uw
p.g. Polak.
De heer v. Stralen: Die kan iu dit
opzicht voor mijn part ook naar de pomp
loopen! (Gelach).
Spr. verdedigt daarna nogmaals zijn ver
schillende voor ellen; de organisaties kun
nen niet meer doen ter ondersteuning van
de werkloozén.
Spr. maakt wethouder Goslinga een com
pliment voor zijn knappe rede.
De heer W iibri n k: Eerst geen hulde
brengen en dan critiek. Dat mag niet. (Hi
lariteit).
De heer v. Stralen: De heer Goslinga
is een slagvaardig man, maar spr. komt
toch op tegen verschillende zijner uitlatin
gen. De S.D.A.P. stelt werkveiruimin,
voorop, doch in niet tegen werkverschaffing,
mits er geen hongerloonen worden betaald,
zooals aan de Leidsche Hout.
Spr. heeft berekend, dat bij aanneming
van spr.'s voorstellen een maximum van
23.30 per weck beroikt kan worden aau
steun voor een gezin van 9 personen. Hoe
de heer Goslinga komt aan een bedrag van
eer dan 30 begrijpt spr. niet.
De heer Goslinga wijyt altijd op de steun
regeling in Amsterdam, die minder zou zijn
dan de Leidsche, doch laten wij dan maar
eens omruilen.
Wethouder Goslinga: Dan zijn de
Leidsohe arbeiders de dupe!
De S.D.A.P. blijft dogmatisch.
De lieer W i 1 b r i n k constateert, dat de
Leidsche S.D.A.P. zich op haar star dogma
tisch standpunt heeft teruggetrokken, iu
tegenstelling met andere plaatsen, waar
de socialisten wel samenwerking hebben
gezocht met de christelijke partijen.
Het beroep op samenwerking door don heer
v. Eek kan niet ernstig gemeend zijn, daar
deze niets anders verlangt, dan dat de
heele raad zal meegaan met de denkbeelden
vau den heer v. Eek. De heer v. Eek wil iu
geen enkel opzicht een practische politiek
voeren en de werkloozen worden daar dc
dupe van. De heer v. Eek wil als de kleine
Napoleon doelbewust de leiding nemen in
de gemeentelijke politiek; hij schroomt zelfs
niet om de finaucieele politiek grondig in
de war te sturen, hetgeen op de eerste
plaats neer zou komen op do ruggen der
arbeiders. Spr. ziet verder niet in, dat de
huidige malaise uitsluitend een gevolg i.s
van de kapitalistische productiewijze. Over
do kwestie der samenwerking wijst spr.
erop, dat de S.D.A.P. eerst haar voorstel
len heeft gepubliceerd en daarna samenwer
king heeft gezocht, hetgeen practisch neer
komt op adhaesie aan eigen voorstellen.
De heer v. Stralen heeft erop gewezen,
dat de organisaties ook voor zelf-hulp zor
gen, doch dat is toch heel normaal, dat deed
men vroeger meer dan thans. Vroeger steun
de men veel minder op dc overheid.
isn hoeveel zijn cr niet, die wel aroeiu
hebben, maar toch een minder loon ge
nieten dan de steun tr'ekkenden. Spreker
verklaart zich vorder tegenstander van
eigen beheer voor wat de bestrating be
treft; eigen beheer is duurder en niet be
ter. Het spreekt vanzelf, dat men wel wer
ken kan doen uitvoeren, maar daarom zit
daar nog geen arbeid in voor honderden
werkloozen. Als men dat wilde doen, kwam
men tof zulke groote bedragen, dat bet
onmogelijk vol te houden zou zijn. Iets
anders is dat. men werken, die toch ge
daan moeten worden, vervroegd kan doen
uitvoeren. Daarop dringt spreker dan ook
ten sterkste aan. Ton opzichte van de
voorstellen-Manders zegt spr. dat- ze mec-
rendeels overbodig zijn en ook te vaag.
Verder verklaart spr. zich tegen de weder
invoering van do. zakelijke bedrijfsbelas
ting on tegen de afschaffing van de
straatbelasting. Spr. noemt do houding
der S. A. P. iu zake dc belasting-poli
tiek inconsequent.
De propaganda-lust der
S. D. A. P.
Do héér Wilmer hooft <lil jaar goon
breed e uiteenzetting van het katholieke
standpunt gegeven, doch slechts do hou
ding van do S. D. A. P. hier ter stede be-
critiseerd. Spr. heeft waardoering voorliet
goede dat in het stelsel van oen ander is,
ook al is hij het principieel daarmee niet
eens. Do S. D. A. P. heeft onaanvaard
bare voorstellen ingediend met propagan-
da-bedoplingon. Spr. geeft nader aan,
waarom hij tot do overtuiging is geko
men. Do heer v. Eok heeft zich zelf in
dien geest herhaaldelijk uitgelaten, terwijl
partij-genooten van den heer v. Eek dat
ook herhaaldelijk geconstateerd hebben,
zooals de heeren Schaper en Albarda. Dc
feiten hebben dat trouwens eveneens aan
getoond. Ieder jaar komt do heor v. Eclc
mot voorstellen, waarvan hij weet, dat dc
raad ze niet zal aanvaarden. Do boor Van
Stralen hoeft ook erkend, dat dc S. D. A.
P. alleen voor belastingverlaging hoeft ge
stemd, om de rechterzijde een politiek for
tuintje te ontnemen. De S. D. A. P. becri-
tiseert de steunregeling hier, doch zal moe
ten erkennen dat in andere plaatsen geen
betere regeling is, waaraan do S. D. A. P.
haar stom heeft, verleend. Spr. blijft liet be
treuren, dat de »S. D. A. P. haar voorstel
len tegen do werkloosheid gehouden heeft
in een politieke sfeer, zoodal samenwer
king niet andere partijen onmogelijk is.
Altijd zal steun van particuliere zijde noo
dig zijn.
Spr. logt de verklaring af. dat wanneer'
eenige organisatie een voorstel tot be-
j strijding der werkloosheid doet, dit voor
stel door de R. K. fractie steeds in over
weging zal worden genomen. Omtrent de
voorstellen-Vanders dringt spreker aan
op prac-ndvies, tenminste voor verschillen
de dezer voorstellen. De beer Goslinga
heeft spr. niet begrepen wat betreft do
overheidsbemoeiing. Do heer Goslinga is
oen strijdvaardig en strijdlustig man on
hij woof heel good wat sprekers standpunt
is. Slechts wanneer het zeer wenschelijk
is in hot algemeen belang, is het gerecht
vaardigd dat do overheid zich bemoeit
met het bedrijfsleven en of dat won.sche-
hjk is, /.al afhangen van de omst&ndighe-
den. In do practijk behoeft dc lieer Gos
linga zich niet. bezorgd te maken, dat
spreker in dit opzicht verder wil gaan dan
T'. cn W.integendeel, zooals bijv. gebleken
is bij de voorstellen van B. on W. inzake
den winkel op de Hooigracht, inzake de
radio-distributie, waartegen spr. zich heeft
verzet.
Economie en maximum-snelheid.
Do lieer Bosman verklaart zich nad
omtrent zijn opmerkingen inzake do tarie
ven-politiek dor lichtfabrieken. Mon moet
een beetje uitkijken, wie men bevoordeelt
met lage tarieven. De fabriek heeft geen
sociale taak, alleen de gemeente. Dat bij