Tusschen de Boeken der Wet
ZATERDAG 10 JANUARI 1931
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
DE BASILIEK VAN DE
H. THERESIA TE LISIEUX.
30 September 1929 werd door Z. Em. kar
dinaal Charcst, aartsbisschop van Rennes
en gezant van Z.H. den Paus, de eer6te
steen gelegd voor de Basiliek van de H.
Th ere s ia van het Kind Jezus te Lisieux.
Sindsdien zijn de werkzaam' ^den met
spoed doorgezet. Men hoopt zelfs nog in
den loop van dit jaar de crypte voor de ge-
ge'co\i gen te kunnen openstellen. Deze
basiliek kon worden opgericht voor een
groot deel door de offervaardigheid der
pelgrims, die in Lisieux de heilige Theresia
komen vereeren. De kerk wordt gebouwd
op een heuvel ten oosten van Lisieux, op
korten afstand van het kerkhof, waar sinds
verschillende jaren het stoffelijk overschot
van de heilige Carmelites rust. Als men
Lisieux binnenkomt, bemerkt men reeds
van verre het grootsche heiligdom, dat
door zijn imposante ligging, boven op den
heuvel, de geheele omgeving beheersent.
Voordat men met de graafwerkzaamheden
begon, heeft men eerst de bodem van den
heuvel aan een nauwgezet onderhoek on
derworpen. Dit was noodig, daar men
moest weten of de bodemgesteldheid daar
ter plaatse van een goede conditie was jm
de zware fundamenten der kerk te kunnen
dragen. Het resultaat van deze onderzoe
kingen was, dat men bevond, dat de eerste
aardlaag van 40 a 50 c.M. een vegetale
aarde was, de daaropvolgende twee meter
bestond uit gele klei. Nog lager vond men
klei vermengd met kiezel- en vuursteen,
waar doorheen een weinig water liep, zoo
dat, het geheel een vettige massa was,
welke veel op zeep geleek. Daarop kon men
niet bouwen en er werd besloten nog die
per te graven. Men stootte toen op een
laag cenomaandit is een soort leem,
waarin ijzerdeeltjes zijn opgenom, waar-,
door de massa een eigenaardig zwart- en
g ..achtige kleur verkri:"' vTg dieper
vond men verschillende zandlagen, totdat
men eindelijk op de harde rots kwam. Nu
was men gered: men had de zekerheid,
dat de grond de zware fundamenten van
de basiliek zou kunnen dragen. Men aar
zelde toen niet langer en zoo spoedig mo
gelijk werd met de werkzaamheden een
aanvang genomen. Vooraf moest men ech
ter het gewicht van het gebouw nauwkeu
rig berekenen en de uitkomst was, dat de
fundamenten een gewicht van meer dan
16 milioen kilogram moesten kunnen dra
gen. De fundamenten zijn geheel uit gewa
pend beton opgetrokken, terwijl ook de mu
ren grootendeels hieruit zullen bestaan;
voor het beton worden gemiddeld 450 zak
ken cement per dag gebruikt. Voor de con
structie van den toren heeft men een enor
me kraan opgericht. De muren van den
toren worden rondom de elevator opgetrok
ken. Als de werklieden ongeveer 15 meter
zijn gevorderd, wordt de kraan ook weer
hooger gesteld en zoo gaat men steeds ver
der tot op de vereischte hoogte. Deze
kraan heeft een hefvermogen van 1000 ki
logram bij gebruik van een enkele staalka
bel en van 2000 kilogram als men een dub
bele kabel gebruikt. Het geheele werk
staat onder leiding van den architect Cor
donnier, die daarin wordt bijgestaan door
zijn zoon, terwijl het wordt uitgevoerd
door de aannemers Reynes en Caralp. Op
het werk zijn ruim tweehonderd timmerlie
den aanwezig, welk getal zich mettertijd
nog wel zal uitbreiden, tevens zijn er ook
een groot aantal metselaars, stucadoors en
anderen te werk gesteld. Naa-st de bouw
terreinen heeft men tijdelijke logementen
voor de werklieden opgetrokken, die hier
blijven wonen, zoolang de werkzaamheden
duren. Alleen de gehuwde werklieden kun
nen elders verblijf houden. Ook 's nachts
wordt de bouw gestadig voortgezet, waar
voor reusachtige schijnwerpers op het ter
rein zijn opgesteld, welke branden tot het
daglicht aanbreekt en 's avonds en 5s
nachts de geheele omgevig in een fantas
tische gloed zetten. De werkzaamheden ge
schieden in de grootste orde; zingen, roe
pen of schreeuwen hoort men niet. Ieder
weet wat hij te doen heeft en laat zich niet
afleiden. A's men in de toekomst in het
zelfde tempo zal kunnen blijven doorwer
ken, hoopt men binnen enkele jaren den
bouw geheel voltooid te hebben.
DE IN AANBOUW ZIJNDE BASILI EK v. d. H. THERESIA TE LISIEUX.
DR. MARIA MONTESSORI
NAAR NEDERLAND
Op uitnoodiging van. het Bestuur der
stichting voor Middelbaar en voorberei
dend Montessori onderwijs zal de groot©
paedagoge Dr. Maria Montessori half Ja
nuari een bezoek brengen aan Amsterdam.
Bij dit bezoek zal zij het in September j.l.
geopende Monte-ssori-museum bezoeken;
tevens zal zij. met de leiders en oprichters
van de eerste middelbare Montessori
school. eenige conferenties houden over de
werkmethode des school. Dr. Maria Montes
sori, die momenteel een tourneé maakt in
Weenen, Boedapest en Berlijn, werd 31
Augustus 1870 te Valle d' Ancona (Italië)
geboren. Zij studeerde aan de Universiteit
te Rome en was de eerste vrouwelijke arts
in Italië. In- de Psychiatrische kliniek der
Universiteit te Rome, waaraan zij in 1896
als assistente was verbonden, kwam zij ge
regeld in aanraking met zwakzinnige kin
deren. Meermalen moest zij hier ervaren,
hoe deze kinderen door een verkeerde op
voedingsmethode dikwijls geheel werden
bedorven. Zij maakte kennis met de metho
de van Séguin voor het onderwijs en op
voeding der kinderen en al spoedig zeide
zij haar praktijk als arts vaarwel, om zich
geheel aan de opvoeding der kinderen te
kunnen wijden. Weldra werd dan ook een
school voor zwakzinnige kinderen te Rome
aan haar leiding toevertrouwd, waarmede
zij buitengewone resultaten behaalde. Haar
leerlingen presteerden dikwijls evenveel
als normale kinderen van denzelfden leef
tijd. In 1898 droeg de Italiaansche Minister
van Onderwijs Dr. Montessori op een cur
sus te geven over het onderwijs aan zwak
zinnige kinderen voor de onderwijzers van
Rome. Uit deze cursus formeerde zich la
ter een kweekschool, waaraan verbonden
een school voor achterlijke kinderen, waar
aan Dr. Montessori tot 1900 les gaf. Daar
op hervatte zij hare studies, waarbij zij
zich bijzonder toelegde op philosophic, ex-
perimenteele psychologie en paedagogische
anthropologic. Onderwijl maakte zij ook
verschillende studiereizen naar Londen en
Parijs, waar zij het werk van Itard, den
leermeester van Séguin, leerde kennen, die
zich in het laatst der 18e eeuw eenige ja
ren wijdde aan de opvoeding van een ver
wilderden jongen, den „Sauvage de 1'
Aveyron". De pogingen van Itard hadden
echter weinig succes, hoewel zij waarde
volle aanwijzingen hebben gegeven voor
de behandeling van zwakzinnige kinderen.
Voorts bezocht Dr. Montessori verschillen
de Italiaansche scholen en bestudeerde de
daar gevolgde methoden. Zij kwam toen
tot de conclusie, dat haar leerwijze voor
zwakzinnige kinderen ook geschikt zou
zijn voor normaal aangelegde kinderen,
waarom zij in 1907 te Rome een proef nam
met scholen voor normale kinderen van 2
tot 6 1'2 jaar. De oefeningen, welke thans
ia de voorbereidende Montessorischolen
worden gedaan, bestaan hoofdzakelijk uit
oefeningen voor het practische leven, zooals
schrijven, lezen, rekenen, teekenen en zin-
tuigcefeningen. Voor elk der zintuigen is
een bepaald materiaal aanwezig, waarmede
de kinderen na eenige korte onderrichtin
gen zelfstandig kunnen werken. De Mon-
tessori-methode laat de kinderen vrijheid
van beweging; de kinderen zijn vrij hun
werk te kiezen, maar zij mogen slechts één
ding tegelijk doen. Verveelt een kind een
stuk speelgoed, dan mag het iets anders
kiezen, waarmede het zich kan vermaken.
Men moet echter de Montessori-methode
niet verkeerd toepassen en de kinderen te
veel vrijheid laten. Ook in de Montessori
school heerscht, evenals in alle andere
scholen, orde en regelmaat.
Dr. Montessori is van meening, dat ook
het onderwijs der gewone lagere school
moet veranderen. Een kind onthoudt beter
hetgeen het gevoeld, dan hetgeen het ge
zien heeft. Zoo tracht zij het rekenen bij
te brengen door middel van staafjes. De
langzame regelmatige opklimming in de
leermiddelen geeft de vereischte ontwikke
ling. De leidsters worden geoefend in het
methodisch waarnemen van kinderen. Vol
gens de Montessori-methode moet alles wat
de ontwikkelingsvrijheid in den weg staat,
uit het onderwijs worden verbannen. Het
klasse-systeem, waarbij de leerlingen niet
individueel worden behandeld, doch als één
geheel, keurt zij dan ook ten sterkste af.
Op uitnoodiging van de regeering gaf Dr.
Montessori in Italië twee internationale
cursussen, welke zij ook in 13 andere lan
den gaf. In 1910 en 1914 trad zij op in Ne
derland, dat wa-t het Montessori-Onderwijs
betreft, thans aan de spits staat der ver
schillende landen. In 1923 kwam zij in ons
land terug en gaf toen een cursus te Am
sterdam. In on6 land zijn reeds 17 gemeen
telijke en 42 particuliere scholen voor voor
bereidend Montessori-Onderwijs. De Ne
derland sche Montessori-vereeniging werd
opgericht in 1917 en bezit een eigen orgaan
„Montessori-opvoeding". Montessori-oplei-
dingen vindt men hier te lande te Amster
dam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag. De
school te Den Haag wijkt echter van de drie
eerste af, daar hier ook de beginselen van
andere paedagogen worden gevoeld. Of het
Montessori-systeem blijvende waarde heeft,
zal pas over jaren kunnen worden beoor
deeld.
KALENDER DER WEEK
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
dagelijks Gloria en Credo. Tot en met
Dinsdag de Prefatie en het gebed „Com-
municantes" van Driekoningen. Vanaf
Woensdag de gewone Prefatie en „Com-
municantes".
ZONDAG 11 Jan. Feestdag v. d. H. Fa
milie. Mis: Exsultet. 2e gebed v. d. Zondag
onder het Driekoningenoctaaf; 3e v. h.
octaaf. Kleur: Wit.
De H. Kerk stelt vandaag aan de katho
lieke huisgezinnen tot voorbeeld de H. Fa
milie: Jesus, Maria en Joseph. Met de
woorden van den H. Paulus wijst zij de echt-
genooten er op, hoe zij in liefde met elkan
der moeten leven, in liefde voor elkander
de kracht moeben vinden elkanders gebre
ken te verdragen en gaarne te vergeten.
Die liefde is de grondslag en voorwaarde
voor den waren vrede van Christus in de
huisgezinnen. Naar het voorbeeld van de
H. Familie moet in ieder katholiek huis
gezin heerschen oprechte godsdienstzin en
moet er naar gestreefd worden alles, wat
in het huisgezin wordt gedaan, te doen m
den naam van Jesus Christus, tot dank
bare eer aan God (Epistel). Bij de offerande
worden de ouders er aan herinnerd, hunne
kinderen iederen dag, voor zoover het. van
hen afhangt, beter aan God op te dragen
door een echt degelijke katholieke opvoe
ding. De kinderen, zonder uitzondering,
ook dus de grooteren, zoolang zij thuis
zijn bij vader en moeder, worden gewezen
op het verheven voorbeeld van Jesus, Die,
ofschoon God, nederig gehoorzaamde ge
durende geheel Zijn verborgen leven (dus
ook toen Hij twintig was en ouder) aan
twee mensohen: Maria en Joseph.
„Heer Jesus Christus, geef toch, dat in
onzen tijd van verslapping der huiselijke
tucht en van opstand tegen het ouderlijk
gezag, onze roomsche vaders en moeders
en kinderen mogen leeren uit het verheven
voorbeeld van het H. Huisgezin". (Gebed).
MAANDAG 12 Jan. Mis v. d. 7en dag en-
der het Driekoningenoctaaf: Ecce advenit.
(als op 6 Jan.). 2e gebed v. d. Zondag on
der het octaaf; 3e ter eere van Maria
(Deus, qui salutis-. Kleur: Wit.
Ook is geoorloofd de (stille) H. Mis v. d.
Zondag onder het octaaf: In excelso. 2e
gebed v. h. octaaf; 3e ter eere van Maria.
Kleur: Wit.
DINSDAG 13 Jan. Octaafdag van Drie
koningen. Mis: Ecce advenit (als op 6 Jan.
met eigen gebeden en Evangelie). Kleur:
Wit.
Wat de H.H. drie Koningen ons leerden
door hun nederig neerknielen in de stal
van Bethlehem, zegt de H. Evangelist
Joannes ons op dezen dag duidelijk. „Deze
(het Kind van Bethlehem) is de Zoon van
God". Hij beroept zich op het wonder bij
den doop van Christus, toen de H. Geest
op den Christus nederdaalde en de Vader
openlijk getuigde: „Deze is Mijn welbe
minde Zoon".
WOENSDAG 14 Jan. Mis v. d. H. Hila-
rius, Bisschop, Belijder en Kerkleeraar: In
medio. 2e gebed v. d. H. Felix, Martelaar.
Kleur: Wit.
Met vele andere bisschoppen bestreed de
H. Hilarius, Bischop van Poitiers, vooral
door zijne gesohriften den ketter Arius,
hetgeen zijne verbanning ten gevolge had.
Hilarius behoort ook tot de voornaamste
kerkelijke Hymnedichters.
DONDERDDAG 15 Jan. Mis v. d. H.
Paulus, eerste KluizenaarJustus. 2e g*»-
bed v. d. H. Maurus, Abt. Geen Credo.
Kleur: Wit.
Op vijftienjarigen leeftijd vluchtend voor
de kerkvervolgers Decius en Valerianus,
verborg de H. Paulus zich in de woestijn,
waar hij tot het einde van zijn leven (hij
werd 113 jaar) het eenzame kluizenaars
leven beoefende op heldhaftige wijze in
gebed en versterving. De palmboom ver
schafte hem kleeding en voedsel en Gei
spijzigde hem wonderlijk, door dagelijks
een raaf brood te laten brengen.
VRIJDAG 16 Jan. Mis v. d. H. Marcel
lus I, Paus en Martelaar: Statuit. Se gebed
ter eere van Maria; 3e voor Kerk of Paus.
Geen Credo. Kleur: Rood.
ZATERDAG 17 Jan. Mis v. d. H. Anto*
nius, Abt: Os Justi. 2e gebed voor den
Paus. Geen Credo. Kleur: Wit.
In de kerk hoorde Antonius de woorden:
„Als gij volmaakt wilt zijn, ga, verkoop
wat ge hebt en geef het aan de armen".
Deze woorden beschouwde Antonius als tot
hem gesproken en hij bracht ze ook in 5e-
oefening. Op negentigjarigen leeftijd
kwam hij tot den H. Kluizenaar Paulus in
de woestijn, was tegenwoordig bij diens af
sterven en begroef hem, met zich nemend
als een relikwie St. Paulus' kleeding van
palmbladeren.
IN DE KERKEN DER
E.E. P.P. FRANCISCANEN.
Alles als in bovenstaande kalender, be
halve:
VRIJDAG. Mis v. d. H.H. Berardus en
Gezellen, Martelaren der Orde: MulLae
tribulationes. 2e gebed v. d. H. Marcellus.
Amsterdam. ALB. M. KOK, Pr.
BENJAMIN FRANKLIN
HOE AMERIKA ZIJN BEVRIJDER VIERT.
17 Januari a.s. is het 225 jaar geleden, dat
Benjamin Franklin te Boston werd geboren.
Zijn vader, Josiah Franklin, was een kaar
senmaker en zeepzieder, en had 16 kinderen,
waarvan Benjamin de jongste was. Reeds cp
jeugdigen leeftijd moest de jongen zijn vader
bij het kaarsenmaken en zeepzieden behulp
zaam zijn, zoodat voor zijn ontwikkeling niet
veel tijd overbleef. Toen hij twaalf jaar oud
was, kwam hij bij een ouderen broer, die
boekdrukker was, in de leer. Zijn vrijen tijd
besteedde hij met het lezen van boeken en
het maken van eenige verzen en opstellen.
Zijn broer was een streng, hardvochtig per
soon, die niet de tact had om met den fijn
voelenden Benjamin om te gaan. Benjamin
kon het op den duur dan ook niet bij hem
volhouden: hij verliet dus Boston en begaf
zich naar Philadelphia. Hier kwam hij in ken
nis met den gouverneur William Keith, die
hem aanried zelf een drukkerij te beginnen.
Dit wilde Benjamin Franklin wel, doch de
noodige financiën daartoe ontbraken hem
ten eenenmale. De gouverneur echter stelde
veel belang in Franklin en wilde hem voor
uit helpen; hij gaf hem een voorschot van
1200.om in Engeland het noodige ma
teriaal aan te koopen. Franklin vertrok naar
Londen, waar hij bijna 2 jaar bleef en -kennis
maakte met de voornaamste Engelsche ge
leerden. In 1726 keerde hij naar Philadelphia
•BNJAMIN PRANKLDI
terug, waar hij zelf een zaak opende, welke
zeer voorspoedig ging en waaraan hij na ver
loop van eenigen tijd een papierhandel ver
bond. Hij werd redacteur van het Pennsylva-
nisch Dagblad en gaf de „Franklin's Alma
nack", uit, onder pseudoniem Richard Spaan
ders. Ondanks zijn drukke werkzaamheden
De strafrechter» en het O. M. Hoe men er mee in
aanraking komt. Diverse stadia van voorloopige
hechtenis. Vooronderzoek en strafzitting. Het
wettig en overtuigend bewijs. Einde van een lange
wandeling.
XIV.
Wij hebben in -den loop van deze artike
len-serie met al onze wetboeken kennis ge
maakt. Wij hebben de Grondwet ingezien,
hebben kennis genomen van het Burger
lijk Wetboek, van het Wetboek van Koop
handel en van het Wetboek van Burgor-
lijke Rechtsvordering en daarna hebben
wij het Wetboek van Strafrecht nader be
keken. Thans rest ons nog één wetboek en
dat is het Wetboek van Strafvordering.
Niet alles wat daarin staat is even inte
ressant; het geeft regels aan de ambtena
ren, met de opsporing en de vervolging van
misdadigers en wetsovertreders belast, en
regelt de gang van de strafzaken.
Sommige bepalingen daaruit zijn even
wel de moeite van het kennisnemen wel
waard.
De „goede heertjes".
Vooraf moeten we even de „heeren" zich
aan ons laten voorstellen.
Met den strafrechter hebben we reeds
kennis gemaakt, want de strafrechters zijn
dezelfde als de rechters in civiele zaken.
Zoo houdt de Kantonrechter op bepaalde
dagen strafzitting, op andere dagen behan
delt hij civiele zaken. De Rechtbank houdt
er een bepaalde afdeeling voor, de z.g. straf
kamer en het Gerechtshof en de Hooge
Raad vervullen in hoofdzaak dezelfde
functie van appèl en cassatie als in bur
gerlijke zaken. Twee nieuwe gezichten zien
wij evenwel en dat zijn: de Politierechter,
die rechtspreekt in eenvoudige zaken, w»l-
ke anders tot de competentie van de Recht
bank zouden behooren, en de Kinderrech
ter, wiens functie door zijn naam voldoen
de wordt aangeduid.
De rechters, die hier rechtspreken, vor
men wat men noemt: de zittende magistra
tuur. Men heeft ook de staande magistra
tuur, dat is het Openbaar Ministerie.
Het Openbaar Ministerie vertegen
woordigt. den Staat, treedt op als aankla
ger, eischt de straf, kortom zorgt voor de
handhaving der wetten voor de vervolging
van alle strafbare feiten en voor de uit
voering van alle strafvonnissen. Hoewel
het O. M. ook wel een rol speelt bij bur
gerlijke rechtsgedingen, ligt zijn voornaam
ste taak tooh in het strafrecht.
Zijn de rechters totaal onafhankelijk van
de regeering, hetgeen hun onpartijdigheid
ten goede komt, de leden van het O. M.
staan onder het ministerie van Justitie en
hebben de bevelen van den minister van
justitie op te volgen.
De leden van het O. M. bij de Kanton
gerechten heeten: ambtenaren van het
O. M. Zij hebben den officier van justitie
tot hun chef, die den rol van „openbaren
aanklager" speelt bij de Reohtbank. Op hun
beurt staan de officieren onder den pro
cureur-generaal bij het Gerechtshof. De
vertegenwoordiger van het O. M. bij den
Hoogen Raad heet eveneens procureur-ge
neraal; hij is een uitzonderingsgeval, want
hij is de eenige ambtenaar van het O. M.
die niet aan de regeering ondergeschikt is.
De bak in
Het meest doeltreffende middel om met-
deze heeren in aanraking te komen is een
strafbaar feit te plegen en liefst een be
hoorlijk misdrijf, want dan komt het groot
ste gedeelte van het Wetboek van Straf
vordering in actie.
Laten we dus aannemen dat we.
schrik niet!.... een moord gedaan hebben.
Het is ons niet te doen om te ontsnap
pen, integendeel, wij willen gaan tot het
bitter einde, en laten ons dus zonder tegen
stribbelen inrekenen door de politie.
Wij worden naar het politiebureau ge
bracht, waar wij aan een eerste verhoor
worden onderworpen, waar onze identiteit
wofdt vastgesteld, gevraagd naar de bijzon
derheden en de motieven van onze daad
en waar wij gefouilleerd worden als er „ern
stige bezwaren" tegen ons bestaan, zoo
als de wet zegt. Zes uur lang mag men cp
die manier met ons bezig zijn om een pro
ces-verbaal op te maken, langer niet. Maar
wij zeggen niet al te veel natuurlijk, cm
de zaak nog een beetje te rekken.
Na dit verhoor van hoogstens 6 uur, moe
ten wij of op vrije voeten of in verzekering
worden gesteld.
Het bevel tot in verzekering stelling kan
gegeven worden in het belang van het on
derzoek door den officier van justitie of
den hulpofficier (commissaris van politie,
kantonrechter, burgemeester, officieren der
marechaussee zijn allen hulpofficier van
justitie) doch alleen in geval van een struf-
baar feit waarvoor voorloopige hechtenis is
toegelaten.
Straks zullen wij zien, wanneer dit liet
geval is, maar thans zult u wel willen gc-
looven, dat bij een moordgeval als dit vooi-
loopige hechtenis zeker op z'n plaats is.
Dit bevel tot inverzekeringstelling is
hoogstens twee dagen van kracht, maar
omdat wij alle inlichtingen weigeren wordt
de termijn nog eens met twee dagen ver
lengd door den officier van justitie, die in
middels van onze daad op de hoogte is
gesteld.
Na afloop van die vier dagen is men nog
niet klaar met het onderzoek en daarom
worden wij niet op vrije voeten gesteld,
maar worden wij voor den officier van justi
tie geleid, die.... ook niet uit ons wijs kan
worden en ons onverwijld voor den rechter
commissaris geleidt met de vordering om
een bevel tot bewaring tegen ons uit te
vaardigen.
In voorloopige hechtenis.
Na verhoor worden wij werkelijk in be
waring gesteld, en nu zitten we in voor
loopige hechtenis.
Voorloopige hechtenis is slechts toege
laten voor bepaaldelijk in de wet aange
duide misdrijven, waarvan de voornaamst.©
categorie gevormd wordt door dio misdrij-
ven, waarop een gevangenisstraf van ior
jaar of meer staat. Op moord staat maxi
maal 20 jaar of levenslang, dus wij ver-
keeren in zoo'n geval. Doch er is nog een
tweede voorwaarde te vervullen, ifet be
vel tot bewaring wordt alleen gegeven,
zegt art. 64, indien ernstige bezwaren Le
gen den verdachte zijn gerezen en teven*
uit bepaalde omstandigheden blijkt van
het bestaan van gevaar voor vlucht of van
eene gewichtige roden van maatschappe
lijke veiligheid, welke de onverwijlde vrij
heidsbeneming vordert. Nu zijn wij als
moordenaars inderdaad wel wat gevaarlijk
voor de maatschappelijke veiligheid en
daarom is de voorloopige hechtenis zeker
gerechtvaardigd.
Dit bewaringsbevel is gedurende 6 dagen
van kracht en eenmaal verlengbaar.
Inmiddels heeft de officier van justitie,
die niet uit ons wijs kan worden een voor
onderzoek geëischt, waarmede de rechter
commissaris zich heeft te belasten. De/e
reohter-oommissaris neemt zoo dikwijls het
belang van de zaak dit vordert verdachten,
getuigen en deskundigen in verhoor, net zoo
lang totdat de zaak voldoende is opge
helderd.
In ons geval is dit nog niet zoo gauw
afgeloopen en bovendien is het zaak ons,
moordenaars, vast te houden ook na boven-