UIT DE RADIO-WERELD - I.E.M.C.O. - RADIO - Toor alle roorkomende Radio-Onderdeeieo COMPLETE IIIOIO-TOESTELLEI. WEEK-END LIED VAN DEZEN TIJD ZATERDAG 3 JANUARI 1931 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 Programma's voor Zondag 4 Januari a.s. Huizen, 293 M. 8.20—9.30 Morgenwijding t. 1. v. Leger des Heiis. 10.1511.45 Uitzending van de Hoog- miE' uit de kerk van H. Maria Hemelvaart te Kampen. 11.45—12.00 Lezing. 12.00—1.30 Concert K.R.O.-Sextet. I.302.00 Kapelaan W. Bosch: „Voor Troon en Altaar H. R. Boeree (commdt. Vrijw. Burgerwacht Amsterdam) „Voor Kroon en Kerk". 2.002.3o Aroh. J. van Moorse!„Mo derne Arohitectur und Tradition Peter Meyer. 2.301.00 Concert. Mej. G. Blommaert (piano), Mej. Tilly Nieuwerkerk (sopraan), j_,eo Jr'reaeriü.3 (bariton), Fr. Boshart (piano-begeleiding). 4.00—5.00 ZieRenlof. 5.00 Avond-kerkdienst uit de Geref. Kerk, Ferms. 7.458.10 Drs. J. Eijcker„Over het Bijbellezen 8.108.15 Intenties van het Apostolaat des Gebeds. Daarna uitslagen der R.K. Voetbal- Federatie. 8.1510.40 Concert, K. R. O.-Orkest, o. 1. v. Joh. Gerritsen. 10.40—11.00 Epiloog d. h. Klein Koor, o. 1. v. J os. H. Picokers. Hilversum, 1875 M. 8.45 Mededeelingen van den Ned. Voet balbond. 8.55 S.S. Lantinga: „Kunstmest en zijn gebruik"'. 925 Esperanto. 9.40 Orgelspel door Joh. Jong. 10.00 Concert. V.A.R.A.-Orkest. 10.30 Voordracht door Martien Bever- rluis. lu.50 VeVvolg Concert. II.15 Toespraak door G. J. Zwertbroek 11.30 Vervolg Concert. 12.00 Tijdsein A.V.it.O.-klok. 12.01—12.3u Radio-T olksumveisiteit. L. J. Jordaan: De Klankfilm. II. 2.00—2.30 Boekenhalfuur. Dr. Wijnand Frans: „Tooneel en Film". 2.304.00 Aansluiting van het Concert gebouw te Amsteida-m. Concertgebouw orkest. A. Moskowski (viool). 4.004.25 Julia de Gruyter: Voordracht van werken van Felix Timmermans. 4.255.00 Gramofoonplaten. Sportuitsla- 8€n- 5.00 Uurtje van den Ned. Blindenbond. 6.00 Zieken'halfuurtje (V.P.R.O.). 7.00 Kerkuitzending uit de Luthersche Kerk te Amersfoort. 8.00 Tijdsein A.V.R.O.-klok. Pers- en sportnieuws. 8.159.15 Concert. Omroeporkest. 9.159.45 Declamatie door Kommer Kleym 9.45—11.00 Concert. Omroeporkest. Zang door H. Viskil. 11.0012.00 Gramofoonplaten. 12.00 Sluiting, t Daventry, 1554.4 M. 3.20 Kerk-cantate no. 40 van Bach. 4.05 Kinderkerk. 4.35 Concert. Militair Orkest. K. Ellis (bas). 5.50 Piano-recital door M. de Pachman- Labori. 6.206.35 Lezing. 8.20 Kerkdienst. 9.05 Lezing en Nieuwsberichten. 9.25 Orkestconoert. 9.35 „Comus" van John Milton. Muziek van dr. Arne. 10.50 Epiloog. „Radio Paris", 1725 M. 12.50 Gramofoonplaten. I.20 Gramofoonplaten. 220 Gramofoonplaten. 4.50 Gramofoonplaten. 7.50 Poppenkast. 8.20 Gramofoonplaten. 9.5o Dansmuziek. L a u g e n b e r g, 473 M. 6.207.20 Concert. 7.20—7.50 Gramofoonplaten. 8.25—9.20 Evang. Morgenwijding. 10.5011/20 Gramofoonplaten. 12.201.50 Orkestconcert. Daarna: Berichten en tot 11.20 Dans muziek. Kalundborg, 1153 M. II.2012.20 Orkestconcert. I.203.20 Orkestoóncert en voordracht. 3.203.50 Gramofoonplaten. 3.504.20 Kinderuurtje. 7.208.35 Orkestconcert en zang. 8.35—9.05 „Ma ngel pa a Forstaaelse", blijspel van Henri Duvernois 9.05—9.35 Piano-soli door W. Witkowsky 9.35io.20 Concert. Orkest en solisten. 10.2011.50 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Gramofoonplaten. 6.50 Gramofoonplaten. 8.35 Concert door het Omroep-Orkest, o. 1. v. Franz André en m. m. v. mevr. Van Dromme (zang). Z e e s e n, 1635 M. 6.20 Havenconcert. 7.2Ó8.10 Lezingen en Berichten. 8.10 Morgenwijding. 10.2010.50 Gramofoonplaten. 10.50—11.20 Lezing. II.20 Orkestconcert. 1.50 Pianoconcert, 2.20 Vocaal Concert. 3.50 Orkest concert. 5/206.50 Voordrachten. 7.20 Concert. Orkest en solisten. 9/2o Berichten daarna tot 11.50 Dans muziek Programma's voor Maandag 5 Januari. Huizen, 298 M. Uitsluitend NCRV-Uitzending. 8.008.15 Schriftlezing. 8.159.30 Concert. 10.3011.00 Ziekendienst. 11.0011.30 Lezen van Christ. Lectuur, 11.3012.30 Gramofoonpl. 12.301.45 Orgelconcert Jan Zwart. I.453.15 Vroolijk programma. 3.153.45 Knipcursus. 4.00—5.00 Ziekenuurtje. 5.005.45 Cursus Handenarbeid. 5.457.00 Concert. 6.306.40 Koersen Vaz Dia». 7.007.30 Gramofoonpl. 7.308.00 R. Heaviside: „Het wezen der Beeldvorming bij de fotografische plaat". 8.008.50 Concert Arnhemsohe Ork. Vereen. 8.509.20 Dr. A. Hijmans: Geneeskundig Schooltoezicht (II). 9.2010.10 Vervolg Concert. 10.10—10.20 Vaz Dias. 10/2011.30 Gramofoonpl. Hilversum, 1875 M. Uitsluitend AVRO-Uitzending. 8.019.50 Gramofoonpl. 10.00 Tijdsein. 10.0010.15 Morgenwijding. 10.30—12.00 Concert. AVRO-Kwintet, 12.302.00 Concert door het orkest van het Luxor-Theater te Rotterdam. 2.303.00 N. Dixon: „Soendar Singh". 3.003.30 Kamermuziek. Haydn-Kwartet. 3.304.30 Loetafoon. 4.305.30 Kinderuurtje. 5.306.45 Concert, Omroepo. kesl. 6.457.15 Boekenhalfuur. Dr. P. H. Hit ter Jr. 7.157.30 Vervolg concert. 8.01—8.30 Gramofoonpl. 8.3010.00 Aansl. Concertgebouw te A'dam. Het Concertgebouw Orkest. 10.00 Tijdsein. 10.1511.00 Aansl. van Concordia" te Breda. Concert roor Dajos Bela en zijn oi- kest onder auspiciën van de AVRO. II.0012.00 Gramofoonpl. 12.00 Sluiting. Daventry, 1554,4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing- 12.20 Orgelspel door E. T. Cook R. Ac- land (sopraan). I.35 Orkestconcert. 2.202.50 Zang door Dameskoor. 4.20 Gramofoonpl. 4.35 Concert. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Lezing en Nieuwsber. 7.00 Pianospel door F. Dawson. 7.20 Lezingen. 7.45 Lezing. 8.05 Vaudeville. 9/20 Berichten en Lezing. 10.00 Concert. 11/2012.20 Dansmuziek. „Radio Paris", 1725 M. 8.05 onpl. 12.50 Gramofoonpl. 4.05 Gramofoonpl. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Tooneel. 9.50 Solisten-concert. Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gramofoonpl. 9.3510.35 Gramafoonpl. II.30 Gramofoonpl. 12.251.50 Orkestconcert, 4.205.20 Orkest-concert. richten en tot 11.20: Dansmuziek. 7.208.50 Orkestconcert. Daarna: Be richten en tot 11/20: Dansmuziek. Kalundborg, 1153 M. 11.201/20 Orkestconcert. 2.554.55 Orkestconcert en viool-soli. 7.508.40 Concert en voordracht. 9.059.25 Liederen-voordracht. 9.4010.20 Piano-soli (4-handig). Brussel, 508.5 M. 5.20 Dansmuziek. 6.10 Vervolg Dansmuziek. 6.50 Concert Omroeptrio. 8.35 Gramofoonpl. 8.50 Concert uit La Salie du Palais des Beaux Arts te Brussel. Zee sen, 1635 M. 5.40—11.20 Voordrachten en lessen. 11.2012.15 Gramofoonpl. 12.151.20 Berichten. 1.202.10 Gramofoonpl. 2.io3.50 Voordrachten en lezingen. 3.504.50 Orkestconcert. 4.507.50 Voordrachten. 7.50 Symphonieconcert. Orkest en piano. 9.35 Berichten en daarna tot 11.50 Dans muziek. HOE WORDEN RADIOLAMPEN ONDERZOCHT? Remplace-behandeling. Indien we het aantal radiotoestellen in ons land taxeeren op pl.m. 500.000, dan zul- le we nog aan den lagen kant zijn. Rekenen we per toestel op drie lampen, dan zijn iederen dag 1.500.000 lampen in gebruik. De levensduur is verschillend en bedraagt ge middeld 750 k 1500 brand uren; in elk ge val vertoonen ze na dien tijd ouderdoms kwalen en behoeven vernieuwing. Bij een luistertijd van 10 uren per dag, zijn de branduren dus in een half jaar op- j gebruikt, Per jaar worden in ons land dan ca. 3 millioen radiolampen verbruikt. Hier- bij komen nog de lampen die ontijdig sneu- j velen, hetzij door verkeerde behandeling óf door fabricatiefouten. De fabrikant garandeert de lamp voor een bepaalden tijd, meestal 1000 branduren. Het is echter zeer lastig te bepalen, in welke tijdsruimte deze uren verbruikt zijn. Indien de gebruiker minder dan 1000 uren met een lamp doet, kan hij deze ter on derzoek aan den fabrikant doen opzenden. Hierbij wordt niet altijd de eerlijkheid be- Ware 104 - LEIDEN Tel. 1118 HET ADRES 66 tracht, want veelal worden lampen ter rera- place opgezonden, die reeds meer dan 1000 uren gebruikt werden en zelfs door eigen schuld defect geraakten. De fabrikant kan deze lampen onderzoe ken en aan de diverse verschijnselen zien, hoe de lamp is defect geraakt. Wanneer van éénzelfde persoon twee of drie lampen te gelijkertijd terug worden ontvangen, is het bijna zeker, dat deze door verkeerde be handeling defect geraakt zijn, daar het nimmer voorkomt, dat meerdere lampen te gelijk defect geraken in het toestel tenge volge van een frabrieksfout. Een vergoe ding wordt in dit geval nooit gegeven. Oor zaak is dan als regel een te hooge gloei- spanning, tengevolge van sluiting tusschen het plaatspanningsapparaat (resp. anode- batterij) en den gloeidraad. Wanneer de lampen ter rem place ont vangen zijn, wordt eerst de gloeidraad doorgemeten. Is deze intact, dan wordt de lamp op haar plaats in een toestel gezet. Blijkt nu, dat zij in het geheel niet function- neert, dan wordt doorgemeten of de elec- troden inwendig contact maken. In het be vestigende geval wordt de lamp gerempla ceerd, daar zulks een fabrieksfout is. Werkt de lamp zeer zwak en is er geen verkeerd contact, dan wordt de glazen bal lon verwijderd en worden plaat en rooster opengeknipt. De gloeidraad wordt vervol gens onder een sterke loupe gezet, zoodat hij eenige honderden malen vergroot wordt. Indien de oxydelaag, welke zic-h buiten op den geleidraad bevindt, geheel verdwenen is, of een te lage negatieve roosterspan- ning. Als zich tuschen de electroden een paar se gloed vertoont, is dit het gevolg van ie laag vacuum (luchtledigheid). Dat mag bij de opgegeven anodespanning niet gebeuren en wijst dus op een fabrieksfout. De toe voerdraden voor den gloeistroom zijn, waar ze door de glazen ballon gaan, voorzien van een metaal, dat dezelfde uitzetting heeft als glas. Hier ontstaat wel eens een mini maal lek, vooral bij wisselstroomlampen, die een veel grooteren gloeistroom hebben, waardoor de uitzetting zooveel grooter is. Ook vertoont zioh wel eens aan de invoer- draden een strooperig vocht, hetgeen ook op een lek wijst. Indien het lek groot is. gaat de verspiegeling binnen in de lamp dof zien. Vertoont de gloeidraad aan de beide ein den, waar hij gebroken is, een klein -ond brandpareltje, dan wijst zulks op doorbran den, tengevolge van de hooge gloeispan- ning. Dikwijls ontbreekt ook een groot ge deelte van den gloeidraad, wat ook op „doorbranden" wijst. Men behoeft er dus nooit op te reke nen, dat de fabrikant een lamp zal rempla- ceereu, die niet door een frabrieksfout is defect geraakt. POSTZEGEL-NIEUWS PHILATELIE. Nieuwe Zegels. Rusland. Frankeerzegels in de teekening der 7 kopeken van 1929, Yvert nr. 428, papier met watermerk. 15 kopeken donkerolijf. Frankeerzegel met afbeelding van het telegraafkantoor te Moscou: 1 roebel, grijsblauw.. Het papier draagt het watermerk „par ketvloer". Spanje. Op November 1930 verscheen tot sluiting der tentoonstelling te Sevilla onderstaande 1 centima, blauwgroen, Wapen L. 2 bruin, Landkaart van Midden- Amerika. S. 5 grijs, Ingang tentoonstelling. S. 10 groen, Paviljoen van Colum bia. S. 15 donkerblauw, Idem van Co- j luinbia. L. 20 oranje, Spaanscfce Plaats. L. 20 violet, Paviljoen van Uru guay. L. 25 karmijn, Idem van Argenti nië. L. 25 karmijn, Idem van Chili. L. 30 wijnrood, Idem vanBrazilie. L. 40 lichtblauw, Idem van Cuba. L. 40 lichtblauw, Idem van Mexico. L. 50 denkeroranje, idem van Peru. L. 1 peseta, blauw, Idem van de V. S. A. L. 4 roodbruin, Idem van Portu gal. S. 10 bruin, Koninklijk Echtpaar en toren van- Sevilla. S. Luchtpostzegels, 5 centimos, grijszwart. Eerste vlucht van Santos Dumont. L. 10 donkerolijf, Eerstevlucht over Rio de la Plata. L. 35 blauw, Eerste vlucht over An ti ea. L. 50 grijsblauw, Trans-atlaqtische j vlucht 1922. 50 zwartvioèlt. Z. Amerika-vlucht van Sidar. S. 1 peseta, karmijn, Trans-Atlantische vlucht van Jimenez. 1 groen, Idem van Lindberg. L. 4 grijsblauw. Vliegtuig en Karveel van Columbus. L. Hoewel ook deze zegels officieel zijn uit gegeven, wat eveneens geldt voor de reeds door ons vermelde Columbus-serie, blijven wij tegen deze soort van uitgifte ernstig 'protesteeren. Paraguay. Frankeerzegel in het cijfertype: 20 oentavos, lilabruin. De ontdekkingsreiziger Cook op den postzegel. Het is merkwaardig om te oonstateeren, dat een zeer groot aantal ontdekkingsreizi gers op de postzegels van verschillende lan den is vereeuwigd. Wij bennen allen Co lumbus en zijn tijdgenooten Da Gama, Ca- boto, Cabral, Pinzon, Magalhaes-; de man die aanleiding gaf tot de ontdekkingsreizen ie op de zegels van Portugal te vinden: Hendrik de Zeevaarder; de mannen, die Canada hebben geëxploreerd, Cartier en Champlain, zijn ons van de Canadeesche zegels bekend. Stanley ia te vinden op een serie Con go-zegels, terwijl de mannen, die den Stillen Oceaan hebben doorkruist, La- pérouse «n Bougainvilla zijn geportretteerd op een aantal postzegels van Nieuw Cale- donië. Er zijn nog wel andere ontdekkings reizigers afgebeeld, vooral uit den tijd der Veroveraars in Zuid-Amerika, hier zal iets worden verteld van een van de bekendste mannen, wiens naam ieder weet: James Cook. De Hollanders kunnen er zich op beroe men een groot deel van de Zuidzee-eilan- den, die duizende stukjes grond van para dijsachtige schoonheid te hebben ontdekt, waar de menschen veelal te lui zijn om ook maar iets te doenmaar de ontdekkingen van Tasman, Schouten en Lemaire gingen verloren: gedurende meer dan een eeuw zou zich in Polynesië geen Europeaan meer wagen. Omstreeks 1770 kwam plotseling een groot aantal meusohen. de ver oostelijke richting op: onder hen heeft Cook de meeste vermaardheid gekregen, al leeft ook b.v. de naam van Wallis voort in den naam van ex Eilandengroepje. James Cook, op 27 October 1728 te Marton in Engeland geboren, ging reeds als jonge man naar zee. Hij bezocht vele streken der wereld, kwam in Canada en New-Foundland, ter wijl men hem op 3 Juni 1769 naar het eiland Tahiti zond. Hij voer met zijn schip om het thans zoo belangrijke eilandenrijk Nieuw- Zeeland heen, zoodoende bewijzende, dat het niet een uitlooper was van oen gewel dig uitgestrekt Zuidland. (Dat Nieuw Zee land bestaat uit twee groote eilanden, was Cook niet bekend). Het eiland Nieuw Gui nea werd eveneons vermoed geen eiland te zijn, maar een stuk van de groote „Terra Australis". Ook om dit geweldige eiland, ongeveer 25 maal zoo groot als ons land, is de kloeke zeeman heengevaren. In 1771 keerde hij terug naar zijn vaderland, langs de Kaap. Maar lang kon hij het thuis niet uithouden: reeds in 1772 ging hij weer op reis, om te onderzoeken, of het Zuidland waarvan in ieder geval Nieuw Zeeland geen deel uitmaakte, nu bestond of niet. Tal rijke eiland heeft hij toen bezocht, de nieu we Hebriden, Nieuw Caledonië, tevoren nooit door Europeanen bezocht, terwijl hij op 10 Juni 1773 de ankers liet vallen voor Hihifo, op de Tonga-eilanden. Weldra ging hij weer van hier en maakte toen een „tocht om de wereld" in het uiterste Zuiden, zoo doende het bewijs leverend, dat een Zuid land, zoo groot als toenmaals vermoed werd te bestaan, in werkelijkheid niet te vinden was. Teruggekeerd naar Engeland, onder nam hij weldra zijn derde reis, met de schephn „Resolution" en „Discovery". Hij trachtte daarmee in 1776 een Noord-Weste lijke doorvaart te vinden. Hij kwam toen in Juni 1777 weer op de Tonga-eilanden an maakte kennis met de beide koningen. Van de merkwaardige staatsinrichting met de twee soorten koningen naast elkaar, be greep onze vriend vrijwel niets. Hij vond de bevolking overigens zeer sympathiek; ja, gaf hij niet de eilanden den naam van „Friendly Islands". Op 17 Juni zou hij een geweldig feest bijwonen, waar ongeveer 10000 inboorlingen vewracht werden. Een aanslag tegen het leven der Europeanen werd in elkaar gezet, doch mislukte. Eind Juni ging hij verderop, naar het Noorden, waar hij op 18 Januari 1779 de Hawaii-eilan- den ontdekte; lie hij noemde naar zijn be schermheer John Montagu, graaf Sandwich, de Sandwicheilanden. Ondertusschen had hij een andere ontdekking gedaan: nog in 1777 had hij de eilandengroep, die sinds langen tijd naar hem is genoemd, de groep der Cook-eilanden. Zijn aankomst op een van de eilandjes, Auti, is in beeld gebracht o. de Y, d. van Niue, Raratonga enz. Zoo doende is de naam van den ontdekkingsrei ziger ook voor het groote publiek bewaard gebleven. Zijn portret vinden wij op de Y d. van Niue, Aitutaki, Penrhye en Raro- tonga benevens op de 4 d van Nieuw Zuid Wales van 1888. ZALIG NIEUWJAAR Dat hebben we weer gehad. Zalig uiteinde, Zalig nieuwjaar, nieuw jaars kaartjes en nieuwjaarsvisites en in den tijd, die je zelf nog overblijft om ge zellig thuis te zijn wordt er voortdurend gebeld, opstaan, handjesgeven, een passa- partout voor alle gesprekken en daarmee wordt de eerste dag van het nieuwe jaar hopeloos vermoord. Zoo gaat het ieder jaa-r opnieuw. De jongste klerk gaat met een plooi in zijn broek op visite bij den boekhouder om hem een gelukkig nieuwjaar te wensohen, me-t kwalijk verholen spijt dat hij het aan zijn fatsoen verplicht is, een nieuwjaars eerbewijs aan zoo iemand te gaan schen ken. De boekhouder gaat op visite bij den procuratiehouder, omdat hij door dezen vooruitgang in zijn positie, of vriendschap pelijke betrekkingen bij het werk op het kantoor verwacht en hij dus zijn gevoelens dient te ontzien. En verder gaan alle on dergeschikten op bezoek bij den directeur niet alleen om hem nieuwjaar te wen- schen, maar meer nog in de stille hoop op de gebruikelijke nieuwjaarsgift. Neven en nichten gaan op visite bij hun oude, ongetrouwde erftante, de jong- sten in de hoop op een handgift van een stuiver of een dubbeltje, de ouderen met de stille gedachte aan een goed plaatsje in Tante's testament. Zalig Nieuwjaar, Tante en zij mer ken op, dat Tante er toch nog maar zoo goed uitziet, ze wil maar niet dood. En ieder denkt bij zich zelf met meer of min der spijt, als hij Tante eenige oogenblik- ken aandachtig heeft beschouwd; „Zij klucht nog niet eens". De Opa's en Oma's krijgen visite van een ontelbare schar® kleinkinderen, die een bres komen schieten in de voorraad lekkers, die Opa en Oma voor den eer sten nieuwjaarsdag hebben ingeslagen. De schare arriveert met een Zalig Nieuwjaar, en vertiekt met kleverige han den mitsgaders vieze gezichtjes. Zelfs hij die op z'n eentje den Nieuw jaarsdag viert, doet dit somtijds op een al te onstuimige wijze, door een druk café bezoek en loopt tenslotte zichzelf in aller lei toonaarden een Zalig Nieuwjaar te wensohen. Als hij daarna nog een paar café's heeft bezocht, wensebt hij zijn medemenschen in zijn uitingen van broederlijke genegen heid te betrekken en wenscht hij iedereen, dien hij ontmoet eveneens een Zalig Nieuw jaar. Van een Zalig Nieuwjaar spreken de bramoonducteur en de werkster, de kran tenbezorger en de slagersjongen, de fa brikant tot. zijn klanten, en de ouders tot hun kinderen en van al deze wenschen is misschien alleen de laatste toch maar recht gemeend. Daarom maak ik geen visites met Nieuw jaar en stuur ik geen kaartjes tenzij ik mij a-ls sociaal wezen aan deze traditie niet vermag te onttrekken. Een dlie traditie vraagt, dat ik ook U, mijn lezeressen en lezers een Zalig Nieuwjaar toewensch. Maar ook deze mijne wensch is niet zonder persoonlijke bijbedoeling en wel dat U in dit jaar weer evenveel belangstelling voor mijn week-ends zult toonen. Maar ik zeg het tenminste eerlijk. Dus: Zalig Nieuwjaar! DANIëL. WIJ WORDEN GETELD Naar aanleiding van de volkstelling, die momenteel gehouden wordt. Omdat de Nederlandsche Maagd, Het juist getal precies wil weten, Wordt op de man af ons gevraagd, Wie of wij zijn en hoe wij heeten. 't Gaat alles met het grootst beleid, En al of niet voor eigen welzijn. Zoo blijkt dat wij in dezen tijd. Geen uitgezonderd, wel in tel zijn. De teller met getel belast, Staat ov'raL huis aan huis, aan 't bellen, Waarmee hij heusch niet eerder past, Voordat hij klaar is met het tellen. Hij is als teller aangesteld, Van Pa en Ma, de meid en Tante, En hij krijgt bovendien zijn geld Precies naar 't aantal van zijn klanten. Thuis weet men met die berg papier, Waarop een aantal duist're vragen, Geen raad, dus komt de teller hier, Met hulp, als zij hun nood hem klagen. Ja, juist een tweeling telt voor twee, 't Kost geld, als ik er eentje moffel, En Pipa telt nu ook eens mee, Al zit hij onder de pantoffel. Wij worden een voor een geteld, Wij zijn nu allemaal gelijk en Er is geen onderscheid in geld Of tusschen armen en zeer rijken. Een baby uit een vieze slop V erkeersagenten, professoren, Zij tellen allen eentje op, Want allen zijn zij uitverkoren. En al zegt Opa 'k tel niet mee, O dat mijn uren reeds geteld zijn, Men vraagt hem wat hij was en dêe, Omdat z' er eenmaal op gesteld zijn. Hij doet het dus omdat het most, Maar zit er danig bij te zweeten, Maar hoeveel dat getel -u kost, Dat zou ik wel eens willen weten. TROUBADOUR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1931 | | pagina 6