AFGELOOPEN JAAR IN PROZA EN POEZIE DOOR FRANS SCHNEIDERS anneer vannacht de klok het twaalfde uur verkondt, Is 't oude jaar voorbij en zonder te bezinnen Zal na ien laatsten slag vanaf den eersten stond Een nieuw jaar wederom zijn langen loop beginnen. Een lange loop van maand en week en dag en uur, Een heele lange rij minuten en seconden, Waarin de droefheid of de vreugde als een vuur, Dat smeult in 't menschenhart, steeds brandend wordt gevonden. Zoo is het ieder jaar, soms is het goed. en blij, Soms donker, droevig en zoo wisselen de dagen. Zoo is er weer een jaar van vreugd en leed voorbij Waarop wij, elk voor zich een t'rugblik willen wagen. Juist, zoo is het! Geen menscb zal er wel zijn, die, zonder een oogenblik na te denken, van het eene jaar in het andere zal stappen, die het nieuwe jaar zal ingaan, zonder op het voorbije jaar terug te zien. Welnu, ik zal wederom de Kroniekschrij ver voor u zijn, die, nu eens in poëzie en proza, de voornaamste gebeurtenissen van het afgeloopen jaar voor u zal doen her leven. Oude jaar. dat afgesloten En voorbij is middernacht, 'k Wil je even gaan vertellen Alles wat je hebt gebracht. 'k Weet wel, 't was niet alles zonnig Wat er zooal is geschied, Er was leed en er was vreugde, Enondankbaar zijn wij niet. Als wij alles dan eens nagaan, dan is het nu voorbije jaar toch wel vreemd be gonnen. Het jaar, dat toch leeft van den tijd, dat gevoed wordt door uren, minuten en seconcien, en waarvan iedere sec. een st.uk wegtikt van den haar toegemeten tijd, dat jaar begon met een brand in een klokken- winkel te Amsterdam, alsof het zich bij den aanvang reeds wreken wilde op die klokken, die den juisten stand van zijn tijd moesten aangeven, maar die in verschil lende maat voorttikkend, geen van allen den juisten tijd vermelden. Den Haag zag binnen hare veste De hooge oomes bij elkaar, De tweede Haagsche Conferentie Was het begin van 't nieuwe jaar. En heel den Haag had interesse, En veel belangstelling daarveur, En ied'ren dag stonden er velen Op 't Binnenhof of bij het speur. Ook was men met de Raadhuiskelders, Zoo hier en daar wat in de weer, Hier kwam een onderaardsche kelder Van d' ander hoorde men niet meer. Ook moordaanslagen en inbraken blij ven in ons land nog steeds aftrek vinden, al mogen we in dat opzicht over de eerste helft van het jaar geen klaagzang aanhef fen. Toch werd in Leidschendam een vader van acht, nog jonge, kinderen vermoord. In Stamproy kreeg een mijnheer met zijn buurman ruzie om een kip, een echte kip, waarbij zijn zoon hem ter hulp kwam. De buurman kwam pas in het arrestanten- lokaal en vader en zoon eerst in het zieken huis tot bezinning. Tusschen Rotterdam en Gouda Kwam een dijkverzakking voor Ook al viel er verder dit jaar Niet te klagen over 't spoor. Tegen Salomon Veendammer Is opnieuw twee jaar geëischt En hij is na deze uitspraak Naar Leeuwarden afgereisd. Ook de dood der overwegen Kwam toen weder voor den dag, Te Breda sloeg hij een man neer En daarmee zijn eersten slag. Mag ik voorts Veraart vergeten? Neen, ik deel u nu dus mee, Dat hij nu een aanvang maakte Met zijn regenmaak-idee. 'fc Liep wel niet zoo vlot van stapel En het klonk misschien wel gek; Maar we hadden toen aan regen Heusch voorloopig geen gebrek. Wéér een sociale weldaad Werd er op papier gezet. Toen de uitvoering verplicht werd Van de nieuwe Ziektewet. Nog eens brengen wij hier allen Hulde aan onze Prinses, Die in dit jaar promoveerde Tot onz' eere-doctores. De 20ste auto-show in Amsterdam was voor de bezitters van een of meer auto mobielen en wie bezit er tegenwoordig geen automobiel van groote bette- kenis. Vervolgens was er het feit, dat Prin ses Juliana, die met haar promotie haar studententijd beëindigde, aan Katwijk's bevolking dank kwam brengen voor de gastvrijheid gedurende dien tijd binnen haar muren ondervonden. De Prinses gaat zich verloven! Ja, nu was het zeker waar! Maar de vorst'lijke verloving Bleek alweder een canard. Eind'lijk ging het ook wat worden Met de droge Zuiderzee, Toen bemaling van een polder Voor het eerst haar intree dêe. Schoone en verheven woorden Zijn er op dien dag gezegd, Daar de eerste, polder eind'lijk Toch zou worden drooggelegd. Een nieuwe ziekte kwam hier toen En wel een heele kwaaie, De ziekte naar ons land gebracht Door zieke papepaaien. Een ziekte zeer voor ons geschikt, Hschoon wij er mee zaten, tndafc zeer velen toch elkaar \og plegen na te praten. Daarna riepen wij het welkom Aan den jongstgeboren spruit, 't Amsterdammertje Jan Nauta, In oprechte vreugde uit. Het driekwart millioen bewoners Van Groot-Mokum was gemaakt, Door dat feit is heel Groot-Mokum In vervoering toen geraakt. Jantje kreeg een hoop geschenken, Vader, Moeder evenzoo, Bovendien kreeg Vader Nauta Nog een hooge hoed cadeau. En tot slot der conferentie Van den Haag kwam deze keer Op de allerhoogste Oomes Weer een lintjesregen neer. Voorts werd te Waalsdorp het 75-jarig bestaan der normaal schietschool op plech tige wijze gevierd, al is het jammer ge noeg, dat aan een schietschool het woord normaal op zulk een innige wijze verbon den is. Verder moeten wij het vreeselijke drama te Bennekom in het geheugen te rugroepen, waar twee meisjes in de bos- schen werden aangerand, van wie een deze aanslag niet overleefde. Mej. Tine Ko- perberg verloor bij deze aanranding het leven en heel Nederland uitte zijn luide verontwaardiging over deze treurige daad. Maar onze winkelsluitingswet Bracht deels gemopper, deels veel pret, Want de patroon kloeg steen en been, Waar moet het met mijn winkel heen? Het kost mij geld aan personeel, En ik heb zelf al niet te veel. Maar de bediende had veel pret Om deze winkelsluitingswet. Het was een onverwachte buit: Des middags met zijn meisje uit. En Maart ving men al heel slecht aan, 'Toen werd in het publiek gedaan De vuile wasch der N. R. V., Heel Holland waschte lustig mee, Totdat die reisvereeniging Gewasschen aan de drooglijn hing. Twee brandjes haalden twee fabrieken Tot aan haar fundamenten neer, Een in de stad van Keizer Karei En een fabriek te Wormerveer. De moord op Lans bracht veel beroering De zaak is nog niet voor elkaar Van O., zoo noemen hem de kranten, Kreeg vaat voorloopig 15 jaar. In Utrecht kwam het tot een Jaarbeurs Met een heel glorieus begin, Een nieuw gebouw werd er geopend Door onze groote Koningin. Het was een jaar van veel conflicten In industrie en in bedrijf, Eerst had en dat is heel natuurlijk Hét kleeding vraagstuk wat om 'b lijf. Toen liep het tusschen meubelmakers En fabrikanten eensklaps spaak, Waarna 't college van behangers Kwam met het dreigement: Ik staak. Maar nadat er geconfereerd was En lang gewogen en gewikt, Werd alles toch in peis en vrede En in der minne weer geschikt. De lange dagelijksche arbeid Was 't winkelpersoneel een grief, Maar door de wet der winkelsluiting Kwam -nu de rust definitief. Bij Oldenzaal had een treinontsporing plaats, maar daarmee mogen we dc spoor wegen niet al te lastig vallen, daar haar gedrag dit jaar, ook wat betreft de onbe waakte overwegen, aanmerkelijk verbe terd is, al zijn er ook nog verscheidene slachtoffers menschen, auto's, wagens fietsen, enz. door de trein bij een of anderen onbewaakten overweg getorpe deerd. Een aantal ernstige branden- scheen in deze droevige periode niet te mogen ach terblijven en wij herinneren daarom aan den brand te Nijmegen, waarbij een vrouw ongelukkig om het leven kwam. De crisis in de akkerbedrijven begon zich ernstiger te doen gevoelen en in de Tweede Kamer werd hierover reeds ge ïnterpelleerd, al is dit ook niet de beste methode om verbetering in een bepaalden toestand te krijgen, omdat met praten een zaak niet wordt opgelost. Enin de Tweede Kamer zitten nu eenmaal ongeluk kigerwijze de honderd beste praters van ons lieve Vaderland bij elkaar. Maar de vaderlandsche arbeid, En wij zijn daarop zeer trots Stond temidden der malaise In de branding als een rots. Onze sluisbouw bij IJmuiden Kwam in dit roemruchte jaar, Als de grootste aller sluizen, In ons kleine landje klaar. Dat gaf feest in heel ons Holland, En hoe men het ook beziet, In 't verwinnen van het water Kent, ons land zijn weerga niet. Aan Veraart, dat is de man, die Altijd om meer regen vroeg, Zou ik wel eens willen zeggen: Heusch, het regent al genoeg. Hij was weder in de wolken Met een vliegmachien op reis Met een dosis optimisme En een groote voorraad ijs. 't Heeft gelukkig niet 'geregend, 't Deed het al genoeg dit jaar, Toen kwam de gemeenteraad van I Amsterdam eens bij elkaar. Het Rokin wou men gaan dempen, Met één stem besloot de Raad, 't Water moet maar water blijven En daarnaast een stukkie straat. Dajos Bela, da's de man van Jazzband-radiomuziek, Werd geestdriftig toen ontvangen Door het Amsterdamsch publiek. In den Haag was 't minder prettig, 'n Juwelier werd er heel net Vierentwintig duizend gulden Aan juweelen afgezet. Rotterdam kreeg ook haar portie; In die groote havenstad, Heeft een Madoereésche zeeman Twee Javanen beet gehad. 't Stond in geuren en in kleuren 's Avonds al in ied're krant, Maar de arme twee Javaantjes Zijn op 't Kerkhof aangeland. Een der grootste Nederlanders Werd gehuldigd in dit jaar Doctor Frederik van Eeden Bij zijn zeventigste jaar. En hij heeft hij had het noodig Van zijn eigen mooie stad, Daar in Bussum duizend gulden Voortaan ieder jaar gehad. De regeering deed er ook nog 'n Vriendelijk douceurtje bij, Hij, die arbeidde voor and'ren Leeft nu dan „van zorgen vrij". Onze nationale luchtvaart Toonde zich als steeds paraat, Vol van moed en van volharding, Vol van durf en vol van daad. Zij besloot met 1 October Tot een voortaan vaste vlucht Naar het verre Insulinde, Goed geregeld, door de lucht. Wij lezen van noodweer in het Oosten van ons land, waarbij vier personen door den bliksem worden getroffen en gedood. Bij Rotterdam ontspoort een goederen trein en te Doesburg branden de Kalilood- sen, wat een schade beteekent van 1 mil lioen gulden. Voorts zijn er nog ernstige branden te melden in Helmond en in Bussum en wordt in Zetten het Magdalenahuis door brand verwoest. In Helmond heeft dan een treurig onge luk plaats. In een fabriek aldaar worden door een lek in een gasreservoir twee ar beiders gedood en de directeur zwaar ver giftigd. In 's Gravenhage is een man aan 't werk getogen, die hier en daat en overal brartd- jes sticht en de „Johan van Oldenbarne- veldt", die juist statig en plechtig uit de nieuwe IJ muider-sluis is uitgevaren komt thuis met een gat in zijn hoofd na een bot sing met de „Reggestroom'". De op'ning der IJmuider Sluis Wordt nu een stuk historie, De Koningin kwam zelf van huis En Holland riep: Victorie! En Juliana, de prinses, Werd eind'lijk meerderjarig, Heel Holland feestte toen en was Met jubelen niet karig. D' herziening der gemeentewet Kwam toen weer aan de orde, Waardoor veel gelden, naar ik meen Weer t'ruggegeven worden. Haarlem wou toen met zijn stadsvuil "t Braassemermeer dempen gaan, Maar de minnaars van natuurschoon Hieven hun protesten aan. Daarna werd Zaandam, de koekstad, Goed en grondig omgespit, Fraulein Silvia vertelde, Dat er goud verborgen zit. Met het vinden van een kistje Kwam het graven aan z'n end, Maar dat was een heel klein grapje Van een oolijken agent. In de wijze Tweede Kamer Nam men toen een wetje an, Dat de vrouw nu voortaan ook al Burgemeester worden kan. Voor de raad is dat wel prettig, 't Geeft wat charme en wat kleur, Smoor verliefd staat dan de bode Als een knipmes aan de deur. In de mooie, milde dagen Van de Meimaand kwam de dood Bij de groote Pieter Troelstra, Waarlijk deze man wa-s groot. Toen veel rumoer in den lande Om den ouden zenderstrijd, Doch de waterstaatsminister Was zijn rust een poosje kwijt. Want hij had naar recht en rede Dat toch worden niet verheeld, De beschikb're zendtijduren, Naar hij meende goed verdeeld. Er werd in de Tweede Kamer Officieel geprotesteerd. 'k Ben een Boon, als 'k weet door wien nog Heftig geïnterpelleerd De minister van defensie, Deelde officieel toen mee: Voortaan eet ons leger enkel Van ons binnenlandsche vee. Toen kwam er weer eens een brandje, Nu weer in de stad Zaandam, Daarna 't Koninklijk en jaarlijksch Hoog bezoek aan Amsterdam. Kap'tein Borren, och, u weet wel, Da's die man van Curasao, Kreeg in Holland bij z'n t'rugkomst Een gerechtelijke douw. De tijd gaat voort met droeve en blijde dagen in bonte wisseling. Tusschen Franeker en Sneek rijdt een vrachtauto te water, waarbij drie perso nen om het leven komen. Er is een vergadering varn de L. T. B. U weet wel, nog steeds wegens de malaise in de Land- en Tuinbouw, en als praten een middel was ter verbetering, dan moest daar reeds lang een bloeitijd zijn ingetre den. In Gouda heerscht de kinderverlam ming, zoodat de stad geïsoleerd wordt en een even treurig feit schijnt het in sport kringen te zijn, dat Nederland in een voet balwedstrijd met 62 van Hongarije klop kreeg. Er zijn nog wat branden en ongelukken. In Franeker wordt een kind gedood door een beer en gelukkig iets beters in Den Bosch wordt het standbeeld van den Bossohen schilder Jeroen Bosch onthuld. Ondanks dagenlange regen Heeft de regenheer Veraart, Nog een versch, malsch regenbuitje Vriendelijk voor ons bewaard. Met succes heeft hij geregend, In zijn roem kwam reeds de klad, 'k Denk, als hij was thuisgebleven, Dat het toch geregend had. Na een rusttijd op de spoorbaan Kwam er ook weer eens wat pech, Want er sneuvelde bij Hat-tem Iemand op den overweg. 't Was een eerzaam groentenventer, Als Cornelis Pik bekend; Pik! Hij had 'm! En Cornelis Kwam heel droevig aan zijn end. De debatten over Reeuwijk Werden eind'lijk ook gestaakt, Het besluit was: onze plassen Worden vast niet drooggemaakt. Toen een nieuwe beursdébacle, Die weer onrust bracht in 't land Veel bezitters van wat „stukkies" Grepen 's avonds naar de krant. Was hun stukkie soms geduikeld? En men keek, men speurde, las! Een was ei', die deze uren Zeker niet geduikeld was. 't Was Van Dijk, die met zijn vliegtuig „Southern Cross" den Oceaan, Met drie makkers, flink en kranig, Lijnrecht over is gegaan. Alsof de oceanen-regens die in den zo mer neerdaalden over ons land. dc stem ming bedervend van alle vacantiegangers, nog niet voldoende waren, kwam er in do - maand Juli nog eens storm en onweer in het Zuiden en het Oosten van ons land, met bliksem, regen, branden en aanver wante artikelen. Temidden van die wanorde in de na tuur overleed de tooneelspeler Nap de la Mar en brachten de „Graf Zeppelin" on de Oostersche Prins Damrong met zijn beide dochters een bezoek aan ons land. Dan maken wij melding van den kinder moord in Rotterdam en van de ieder jaar terugkeerende vierdaagsche afstandsmar- schen te Nijmegen. Vervolgens zou Prinses Juliana zich weer eens gaan verloven, nu met Prins Sigward van Zweden, welk feest echter, ondanks de portretten in alle kranten, niet schijnt te zijn doorgegaan. Er werd weer 'n nieuwe radio-commissie in 't leven geroepen, nu weer een radio- omroep-commissie. In Lisse, Haarlem en Zwijndrccht had den doodelijke verkeersongevallen plaats, terwijl op de Zuiderzee een zeilscheepje verging. Onze groote David Wijnkoop Hulde zich in 't boetekleed, Moscou wilde, dat hij in het Voetspoor van de Visser schreed. En Den Briel. de oude stede, Vierde feest'lijk haar hisfcoire. Zij bestond, de stad der geuzen. Heden juist zeshonderd jaar, Maar 't slot was een klein cycloontje Bij het jarige Den Briel, Waar een stormwind op wat huizen En een boerderijtje viel. En terwijl de Oceaanheid Van Dijk, luide werd geëerd, Werd zijn vliegende collega Blindedarmgeopereerd. Boycot tegen Duitsche goed'ren, Represailles bij de vleet; Jij, de grens dicht? Zorg dan ook maar, Dat jij zelf je eetwaar eet. Bij de Velzerbrug ontstond er Toen ineens een groot kabaal. Toen een schip die brug rammeide Midden in 't Noordzeekanaal. Leiden's nieuwe Stadhuisplannen. Kwamen eind'lijk voor elkaar, Op papier. Het echte stadhuis, Nou, dat duurt nog wel tien jaar Maar het gaf nog groote feesten Deze dagen bovendien, Toen de Hollandsche Vorstinne Vader Abram had gezien. Een luchtvaartcongres had er plaats in Den Haag. De heeren dineeren en fuiven zoo graag. Terzelfdertijd viel op 't Loosdrechtsche me ei- Een vliegtuig op zwemmende zwemmers daar neer. Drie werden gedood en een werd er gewond, Het luchtvaartcongres in Den Haag bleef gezond. Een jaarbeurs in Utrecht kwam weer voor elkaar, En Monseigneur Nolens werd zeventig jaar. De akkerbouwcrisis ging voort onverkort, Ofschoon de oommissie kwam met haar rapport. Toen kwam er de herrie in 't drukkers- bedrijf, Het werd een geruzie, gekift en gekijf. Van d' eenen kant kwam met veel praoht en veel praal, De opening van de Staten Generaal. Van den anderen kant de balans van De Geer, Nog negen millioen en ik heb het niet meer. Wij sommeu vervolgens op een kolen dampvergiftiging te Laren, een moord te Rotterdam en de opening van de nieuwe „Keersluis" te Vlissingen. Op de spoorlijn ArnhemZutphen wordt een auto door een trein gegrepen en een moeder met twee kinderen gedood. Op den onbewaakten overweg te Dui vendreoht wordt een meisje gedood en de nieuwe zechavon van Dordrecht wordt door de Koningin geopend. Het eerste postvliegtuig van den geregelden lucht postdienst vertrekt, naar Indië. Koninklijk bezoek aan en een roofmoord te Rotter dam. Dan kwam er plotseling een verbod van vee-invoer in België, waarna spoedig dc overstroomingen begonnen, zoodat wij hier de niet geëxporteerde schaapjes op het droge hadden. Een missive des ministers Bracht meer eenvoud in de taal, Maar het vond bij de geleerden Nogal een onheusch onthaal. Heer Van Tijen, da's de man van Chocola en vliegersport, Ging in Noordwijk aan het vliegen En sloeg daar het zweefrecord. En het maalverbod voor tarwe Bracht een eindelooze twist, Bij de post werd er een zak met Vijftienhonderd sjoof vermist. Rotterdamsche Bijenkorf was Voor de winkeliers een plaag, En de Volendamsche visschers Deden 'n inval in Den Haag. Nijmegen dat jaren lang reeds. Had geklaagd, gesteund, gezucht, Liet een juichkreet, want de Waal zal Spoedig worden overbrugd. Pachtwet in de Tweede Kamer, Lou de Visser moest er uit, Wetsontwerp accijnsverhooging; En Noord-Holland dan be-sluit Na het maandenlang gemeier, Na geborrel en gepraat, Tot de steun aan onze landbouw. En begon dus met de daad. 't Haagje kroeg een burgemeester 't Was een Ridder zonder smet, De DO X heeft toen ons landje Plots in rep en roer gezet. België's grens ging toen weer open, Vee-uitvoer ging weder vlot, En er kwam weer groot spektakel Om het maal- en menggebod. Te Stampersgat werd 'n eenzaam veekoop man door bandieten beroofd en te Gilze- Rijen vloog een vliegtuig ergens een ka mer binnen, waar Pa on Ma juist zaten te eten. De Tweede Kamer kreeg haar be grooting en de Rijn hoog water. De Bra- bantsche plattelanders beducht voor dc vele overvallen gingen met sohoppen en rieken naar bed, en bij de overstrooming kreeg ons land meer water dan wo konden gebruiken. In Haarlem en Rotterdam had den werkloozenrelletjes plaats cn de edel achtbare heer van Burink werd gearres teerd. December beloofde bij den aanvang een maand van drama's te worden. In Gronin gen had een familiedrama plaats, waarbij oen bejaard echtpaar den dood vond. In Rijsbergen was het een liefdesdrama met twee gewonden en één doode. In Limburg werd een cocaïne-smokkela- rij ontdekt en in Arnhem meende een loopknecht, dat hij eerst werkelijk loop knecht was, als hij met 4000.— aan de loop ging. hetwelk geschiedde. In Hillegom en Wassenaar waren auto dieven aan het werk, waarbij zij nogal on fortuinlijk waren en in Groningen kregen de spaarders plotseling angst voor hun centjes en deden een run op de Nuts spaarbank aldaar, die prompt uitbetaalde. De Geer zag zijn accijnsverhooging Van allerlei gedistilleerd, Bij de begrooting in de Kamer Heel hoffelijk geaccepteerd. Het spoor wou geen tariefverlaging Van vrachten, zoo werd er gemeld, Natuurlijk is er een commissie 't Was voor de tuinbouw ingestel En de provinciale Staten Zeiden: ons land is toch zoo mooi, We koopen voor een half millioentje Een reservaatje in het Gooi. En eind'lijk ook kwam 't wetsontwerp Voor 't Amsterdam-Rijn scheepverbn Door de goedgunstigheid der wijze En vroede vaderen tot stand. Het eind van 't jaar gaf kou en rege Zooala de Bildt reeds had gegist, Wat sneeuw, wat vorst, en verder mv-t slechts, Wij hebben dus heel wat gemist. Zoo kwam weer het einde van wentlende jaar, Het boek is weer vol, de balans is weei klaar, 't Vervulde veel wenschen of gaf soms verdriet, Den een ging het goed en den ander weer niet. 't Gaf droefheid en vreugde, 't gaf lijde.u en pijn. Zoo zal ook het komende jaar wel weer zijn. Het jaar is voorbij. Neem weer frisch uw besluit: Ik kijk niet meer om, maar 'k ga moedig vooruit. Dan slechts ligt geluk en succes op de loer, Die wensch ik aan u en aan mij! TROUBADOUR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 17