AFGELOOPEN JAAR
IN PROZA EN POEZIE
DOOR FRANS SCHNEIDERS
anneer vannacht de klok
het twaalfde uur
verkondt,
Is 't oude jaar voorbij
en zonder te
bezinnen
Zal na ien laatsten
slag vanaf den
eersten stond
Een nieuw jaar wederom zijn langen
loop beginnen.
Een lange loop van maand en week en
dag en uur,
Een heele lange rij minuten en seconden,
Waarin de droefheid of de vreugde als
een vuur,
Dat smeult in 't menschenhart, steeds
brandend wordt gevonden.
Zoo is het ieder jaar, soms is het goed.
en blij,
Soms donker, droevig en zoo wisselen
de dagen.
Zoo is er weer een jaar van vreugd en
leed voorbij
Waarop wij, elk voor zich een t'rugblik
willen wagen.
Juist, zoo is het! Geen menscb zal er
wel zijn, die, zonder een oogenblik na te
denken, van het eene jaar in het andere
zal stappen, die het nieuwe jaar zal ingaan,
zonder op het voorbije jaar terug te zien.
Welnu, ik zal wederom de Kroniekschrij
ver voor u zijn, die, nu eens in poëzie en
proza, de voornaamste gebeurtenissen van
het afgeloopen jaar voor u zal doen her
leven.
Oude jaar. dat afgesloten
En voorbij is middernacht,
'k Wil je even gaan vertellen
Alles wat je hebt gebracht.
'k Weet wel, 't was niet alles zonnig
Wat er zooal is geschied,
Er was leed en er was vreugde,
Enondankbaar zijn wij niet.
Als wij alles dan eens nagaan, dan is
het nu voorbije jaar toch wel vreemd be
gonnen.
Het jaar, dat toch leeft van den tijd,
dat gevoed wordt door uren, minuten en
seconcien, en waarvan iedere sec. een st.uk
wegtikt van den haar toegemeten tijd, dat
jaar begon met een brand in een klokken-
winkel te Amsterdam, alsof het zich bij
den aanvang reeds wreken wilde op die
klokken, die den juisten stand van zijn tijd
moesten aangeven, maar die in verschil
lende maat voorttikkend, geen van allen
den juisten tijd vermelden.
Den Haag zag binnen hare veste
De hooge oomes bij elkaar,
De tweede Haagsche Conferentie
Was het begin van 't nieuwe jaar.
En heel den Haag had interesse,
En veel belangstelling daarveur,
En ied'ren dag stonden er velen
Op 't Binnenhof of bij het speur.
Ook was men met de Raadhuiskelders,
Zoo hier en daar wat in de weer,
Hier kwam een onderaardsche kelder
Van d' ander hoorde men niet meer.
Ook moordaanslagen en inbraken blij
ven in ons land nog steeds aftrek vinden,
al mogen we in dat opzicht over de eerste
helft van het jaar geen klaagzang aanhef
fen. Toch werd in Leidschendam een vader
van acht, nog jonge, kinderen vermoord.
In Stamproy kreeg een mijnheer met zijn
buurman ruzie om een kip, een echte kip,
waarbij zijn zoon hem ter hulp kwam.
De buurman kwam pas in het arrestanten-
lokaal en vader en zoon eerst in het zieken
huis tot bezinning.
Tusschen Rotterdam en Gouda
Kwam een dijkverzakking voor
Ook al viel er verder dit jaar
Niet te klagen over 't spoor.
Tegen Salomon Veendammer
Is opnieuw twee jaar geëischt
En hij is na deze uitspraak
Naar Leeuwarden afgereisd.
Ook de dood der overwegen
Kwam toen weder voor den dag,
Te Breda sloeg hij een man neer
En daarmee zijn eersten slag.
Mag ik voorts Veraart vergeten?
Neen, ik deel u nu dus mee,
Dat hij nu een aanvang maakte
Met zijn regenmaak-idee.
'fc Liep wel niet zoo vlot van stapel
En het klonk misschien wel gek;
Maar we hadden toen aan regen
Heusch voorloopig geen gebrek.
Wéér een sociale weldaad
Werd er op papier gezet.
Toen de uitvoering verplicht werd
Van de nieuwe Ziektewet.
Nog eens brengen wij hier allen
Hulde aan onze Prinses,
Die in dit jaar promoveerde
Tot onz' eere-doctores.
De 20ste auto-show in Amsterdam was
voor de bezitters van een of meer auto
mobielen en wie bezit er tegenwoordig
geen automobiel van groote bette-
kenis.
Vervolgens was er het feit, dat Prin
ses Juliana, die met haar promotie haar
studententijd beëindigde, aan Katwijk's
bevolking dank kwam brengen voor de
gastvrijheid gedurende dien tijd binnen
haar muren ondervonden.
De Prinses gaat zich verloven!
Ja, nu was het zeker waar!
Maar de vorst'lijke verloving
Bleek alweder een canard.
Eind'lijk ging het ook wat worden
Met de droge Zuiderzee,
Toen bemaling van een polder
Voor het eerst haar intree dêe.
Schoone en verheven woorden
Zijn er op dien dag gezegd,
Daar de eerste, polder eind'lijk
Toch zou worden drooggelegd.
Een nieuwe ziekte kwam hier toen
En wel een heele kwaaie,
De ziekte naar ons land gebracht
Door zieke papepaaien.
Een ziekte zeer voor ons geschikt,
Hschoon wij er mee zaten,
tndafc zeer velen toch elkaar
\og plegen na te praten.
Daarna riepen wij het welkom
Aan den jongstgeboren spruit,
't Amsterdammertje Jan Nauta,
In oprechte vreugde uit.
Het driekwart millioen bewoners
Van Groot-Mokum was gemaakt,
Door dat feit is heel Groot-Mokum
In vervoering toen geraakt.
Jantje kreeg een hoop geschenken,
Vader, Moeder evenzoo,
Bovendien kreeg Vader Nauta
Nog een hooge hoed cadeau.
En tot slot der conferentie
Van den Haag kwam deze keer
Op de allerhoogste Oomes
Weer een lintjesregen neer.
Voorts werd te Waalsdorp het 75-jarig
bestaan der normaal schietschool op plech
tige wijze gevierd, al is het jammer ge
noeg, dat aan een schietschool het woord
normaal op zulk een innige wijze verbon
den is. Verder moeten wij het vreeselijke
drama te Bennekom in het geheugen te
rugroepen, waar twee meisjes in de bos-
schen werden aangerand, van wie een deze
aanslag niet overleefde. Mej. Tine Ko-
perberg verloor bij deze aanranding het
leven en heel Nederland uitte zijn luide
verontwaardiging over deze treurige
daad.
Maar onze winkelsluitingswet
Bracht deels gemopper, deels veel pret,
Want de patroon kloeg steen en been,
Waar moet het met mijn winkel heen?
Het kost mij geld aan personeel,
En ik heb zelf al niet te veel.
Maar de bediende had veel pret
Om deze winkelsluitingswet.
Het was een onverwachte buit:
Des middags met zijn meisje uit.
En Maart ving men al heel slecht aan,
'Toen werd in het publiek gedaan
De vuile wasch der N. R. V.,
Heel Holland waschte lustig mee,
Totdat die reisvereeniging
Gewasschen aan de drooglijn hing.
Twee brandjes haalden twee fabrieken
Tot aan haar fundamenten neer,
Een in de stad van Keizer Karei
En een fabriek te Wormerveer.
De moord op Lans bracht veel beroering
De zaak is nog niet voor elkaar
Van O., zoo noemen hem de kranten,
Kreeg vaat voorloopig 15 jaar.
In Utrecht kwam het tot een Jaarbeurs
Met een heel glorieus begin,
Een nieuw gebouw werd er geopend
Door onze groote Koningin.
Het was een jaar van veel conflicten
In industrie en in bedrijf,
Eerst had en dat is heel natuurlijk
Hét kleeding vraagstuk wat om 'b lijf.
Toen liep het tusschen meubelmakers
En fabrikanten eensklaps spaak,
Waarna 't college van behangers
Kwam met het dreigement: Ik staak.
Maar nadat er geconfereerd was
En lang gewogen en gewikt,
Werd alles toch in peis en vrede
En in der minne weer geschikt.
De lange dagelijksche arbeid
Was 't winkelpersoneel een grief,
Maar door de wet der winkelsluiting
Kwam -nu de rust definitief.
Bij Oldenzaal had een treinontsporing
plaats, maar daarmee mogen we dc spoor
wegen niet al te lastig vallen, daar haar
gedrag dit jaar, ook wat betreft de onbe
waakte overwegen, aanmerkelijk verbe
terd is, al zijn er ook nog verscheidene
slachtoffers menschen, auto's, wagens
fietsen, enz. door de trein bij een of
anderen onbewaakten overweg getorpe
deerd.
Een aantal ernstige branden- scheen in
deze droevige periode niet te mogen ach
terblijven en wij herinneren daarom aan
den brand te Nijmegen, waarbij een
vrouw ongelukkig om het leven kwam.
De crisis in de akkerbedrijven begon
zich ernstiger te doen gevoelen en in de
Tweede Kamer werd hierover reeds ge
ïnterpelleerd, al is dit ook niet de beste
methode om verbetering in een bepaalden
toestand te krijgen, omdat met praten een
zaak niet wordt opgelost. Enin de
Tweede Kamer zitten nu eenmaal ongeluk
kigerwijze de honderd beste praters van
ons lieve Vaderland bij elkaar.
Maar de vaderlandsche arbeid,
En wij zijn daarop zeer trots
Stond temidden der malaise
In de branding als een rots.
Onze sluisbouw bij IJmuiden
Kwam in dit roemruchte jaar,
Als de grootste aller sluizen,
In ons kleine landje klaar.
Dat gaf feest in heel ons Holland,
En hoe men het ook beziet,
In 't verwinnen van het water
Kent, ons land zijn weerga niet.
Aan Veraart, dat is de man, die
Altijd om meer regen vroeg,
Zou ik wel eens willen zeggen:
Heusch, het regent al genoeg.
Hij was weder in de wolken
Met een vliegmachien op reis
Met een dosis optimisme
En een groote voorraad ijs.
't Heeft gelukkig niet 'geregend,
't Deed het al genoeg dit jaar,
Toen kwam de gemeenteraad van
I Amsterdam eens bij elkaar.
Het Rokin wou men gaan dempen,
Met één stem besloot de Raad,
't Water moet maar water blijven
En daarnaast een stukkie straat.
Dajos Bela, da's de man van
Jazzband-radiomuziek,
Werd geestdriftig toen ontvangen
Door het Amsterdamsch publiek.
In den Haag was 't minder prettig,
'n Juwelier werd er heel net
Vierentwintig duizend gulden
Aan juweelen afgezet.
Rotterdam kreeg ook haar portie;
In die groote havenstad,
Heeft een Madoereésche zeeman
Twee Javanen beet gehad.
't Stond in geuren en in kleuren
's Avonds al in ied're krant,
Maar de arme twee Javaantjes
Zijn op 't Kerkhof aangeland.
Een der grootste Nederlanders
Werd gehuldigd in dit jaar
Doctor Frederik van Eeden
Bij zijn zeventigste jaar.
En hij heeft hij had het noodig
Van zijn eigen mooie stad,
Daar in Bussum duizend gulden
Voortaan ieder jaar gehad.
De regeering deed er ook nog
'n Vriendelijk douceurtje bij,
Hij, die arbeidde voor and'ren
Leeft nu dan „van zorgen vrij".
Onze nationale luchtvaart
Toonde zich als steeds paraat,
Vol van moed en van volharding,
Vol van durf en vol van daad.
Zij besloot met 1 October
Tot een voortaan vaste vlucht
Naar het verre Insulinde,
Goed geregeld, door de lucht.
Wij lezen van noodweer in het Oosten
van ons land, waarbij vier personen door
den bliksem worden getroffen en gedood.
Bij Rotterdam ontspoort een goederen
trein en te Doesburg branden de Kalilood-
sen, wat een schade beteekent van 1 mil
lioen gulden.
Voorts zijn er nog ernstige branden te
melden in Helmond en in Bussum en wordt
in Zetten het Magdalenahuis door brand
verwoest.
In Helmond heeft dan een treurig onge
luk plaats. In een fabriek aldaar worden
door een lek in een gasreservoir twee ar
beiders gedood en de directeur zwaar ver
giftigd.
In 's Gravenhage is een man aan 't werk
getogen, die hier en daat en overal brartd-
jes sticht en de „Johan van Oldenbarne-
veldt", die juist statig en plechtig uit de
nieuwe IJ muider-sluis is uitgevaren komt
thuis met een gat in zijn hoofd na een bot
sing met de „Reggestroom'".
De op'ning der IJmuider Sluis
Wordt nu een stuk historie,
De Koningin kwam zelf van huis
En Holland riep: Victorie!
En Juliana, de prinses,
Werd eind'lijk meerderjarig,
Heel Holland feestte toen en was
Met jubelen niet karig.
D' herziening der gemeentewet
Kwam toen weer aan de orde,
Waardoor veel gelden, naar ik meen
Weer t'ruggegeven worden.
Haarlem wou toen met zijn stadsvuil
"t Braassemermeer dempen gaan,
Maar de minnaars van natuurschoon
Hieven hun protesten aan.
Daarna werd Zaandam, de koekstad,
Goed en grondig omgespit,
Fraulein Silvia vertelde,
Dat er goud verborgen zit.
Met het vinden van een kistje
Kwam het graven aan z'n end,
Maar dat was een heel klein grapje
Van een oolijken agent.
In de wijze Tweede Kamer
Nam men toen een wetje an,
Dat de vrouw nu voortaan ook al
Burgemeester worden kan.
Voor de raad is dat wel prettig,
't Geeft wat charme en wat kleur,
Smoor verliefd staat dan de bode
Als een knipmes aan de deur.
In de mooie, milde dagen
Van de Meimaand kwam de dood
Bij de groote Pieter Troelstra,
Waarlijk deze man wa-s groot.
Toen veel rumoer in den lande
Om den ouden zenderstrijd,
Doch de waterstaatsminister
Was zijn rust een poosje kwijt.
Want hij had naar recht en rede
Dat toch worden niet verheeld,
De beschikb're zendtijduren,
Naar hij meende goed verdeeld.
Er werd in de Tweede Kamer
Officieel geprotesteerd.
'k Ben een Boon, als 'k weet door wien nog
Heftig geïnterpelleerd
De minister van defensie,
Deelde officieel toen mee:
Voortaan eet ons leger enkel
Van ons binnenlandsche vee.
Toen kwam er weer eens een brandje,
Nu weer in de stad Zaandam,
Daarna 't Koninklijk en jaarlijksch
Hoog bezoek aan Amsterdam.
Kap'tein Borren, och, u weet wel,
Da's die man van Curasao,
Kreeg in Holland bij z'n t'rugkomst
Een gerechtelijke douw.
De tijd gaat voort met droeve en blijde
dagen in bonte wisseling.
Tusschen Franeker en Sneek rijdt een
vrachtauto te water, waarbij drie perso
nen om het leven komen.
Er is een vergadering varn de L. T. B.
U weet wel, nog steeds wegens de malaise
in de Land- en Tuinbouw, en als praten
een middel was ter verbetering, dan moest
daar reeds lang een bloeitijd zijn ingetre
den.
In Gouda heerscht de kinderverlam
ming, zoodat de stad geïsoleerd wordt en
een even treurig feit schijnt het in sport
kringen te zijn, dat Nederland in een voet
balwedstrijd met 62 van Hongarije klop
kreeg.
Er zijn nog wat branden en ongelukken.
In Franeker wordt een kind gedood door
een beer en gelukkig iets beters in
Den Bosch wordt het standbeeld van den
Bossohen schilder Jeroen Bosch onthuld.
Ondanks dagenlange regen
Heeft de regenheer Veraart,
Nog een versch, malsch regenbuitje
Vriendelijk voor ons bewaard.
Met succes heeft hij geregend,
In zijn roem kwam reeds de klad,
'k Denk, als hij was thuisgebleven,
Dat het toch geregend had.
Na een rusttijd op de spoorbaan
Kwam er ook weer eens wat pech,
Want er sneuvelde bij Hat-tem
Iemand op den overweg.
't Was een eerzaam groentenventer,
Als Cornelis Pik bekend;
Pik! Hij had 'm! En Cornelis
Kwam heel droevig aan zijn end.
De debatten over Reeuwijk
Werden eind'lijk ook gestaakt,
Het besluit was: onze plassen
Worden vast niet drooggemaakt.
Toen een nieuwe beursdébacle,
Die weer onrust bracht in 't land
Veel bezitters van wat „stukkies"
Grepen 's avonds naar de krant.
Was hun stukkie soms geduikeld?
En men keek, men speurde, las!
Een was ei', die deze uren
Zeker niet geduikeld was.
't Was Van Dijk, die met zijn vliegtuig
„Southern Cross" den Oceaan,
Met drie makkers, flink en kranig,
Lijnrecht over is gegaan.
Alsof de oceanen-regens die in den zo
mer neerdaalden over ons land. dc stem
ming bedervend van alle vacantiegangers,
nog niet voldoende waren, kwam er in do -
maand Juli nog eens storm en onweer in
het Zuiden en het Oosten van ons land,
met bliksem, regen, branden en aanver
wante artikelen.
Temidden van die wanorde in de na
tuur overleed de tooneelspeler Nap de la
Mar en brachten de „Graf Zeppelin" on
de Oostersche Prins Damrong met zijn
beide dochters een bezoek aan ons land.
Dan maken wij melding van den kinder
moord in Rotterdam en van de ieder jaar
terugkeerende vierdaagsche afstandsmar-
schen te Nijmegen.
Vervolgens zou Prinses Juliana zich
weer eens gaan verloven, nu met Prins
Sigward van Zweden, welk feest echter,
ondanks de portretten in alle kranten, niet
schijnt te zijn doorgegaan.
Er werd weer 'n nieuwe radio-commissie
in 't leven geroepen, nu weer een radio-
omroep-commissie.
In Lisse, Haarlem en Zwijndrccht had
den doodelijke verkeersongevallen plaats,
terwijl op de Zuiderzee een zeilscheepje
verging.
Onze groote David Wijnkoop
Hulde zich in 't boetekleed,
Moscou wilde, dat hij in het
Voetspoor van de Visser schreed.
En Den Briel. de oude stede,
Vierde feest'lijk haar hisfcoire.
Zij bestond, de stad der geuzen.
Heden juist zeshonderd jaar,
Maar 't slot was een klein cycloontje
Bij het jarige Den Briel,
Waar een stormwind op wat huizen
En een boerderijtje viel.
En terwijl de Oceaanheid
Van Dijk, luide werd geëerd,
Werd zijn vliegende collega
Blindedarmgeopereerd.
Boycot tegen Duitsche goed'ren,
Represailles bij de vleet;
Jij, de grens dicht? Zorg dan ook maar,
Dat jij zelf je eetwaar eet.
Bij de Velzerbrug ontstond er
Toen ineens een groot kabaal.
Toen een schip die brug rammeide
Midden in 't Noordzeekanaal.
Leiden's nieuwe Stadhuisplannen.
Kwamen eind'lijk voor elkaar,
Op papier. Het echte stadhuis,
Nou, dat duurt nog wel tien jaar
Maar het gaf nog groote feesten
Deze dagen bovendien,
Toen de Hollandsche Vorstinne
Vader Abram had gezien.
Een luchtvaartcongres had er plaats in
Den Haag.
De heeren dineeren en fuiven zoo graag.
Terzelfdertijd viel op 't Loosdrechtsche
me ei-
Een vliegtuig op zwemmende zwemmers
daar neer.
Drie werden gedood en een werd er
gewond,
Het luchtvaartcongres in Den Haag
bleef gezond.
Een jaarbeurs in Utrecht kwam weer
voor elkaar,
En Monseigneur Nolens werd zeventig
jaar.
De akkerbouwcrisis ging voort onverkort,
Ofschoon de oommissie kwam met haar
rapport.
Toen kwam er de herrie in 't drukkers-
bedrijf,
Het werd een geruzie, gekift en gekijf.
Van d' eenen kant kwam met veel
praoht en veel praal,
De opening van de Staten Generaal.
Van den anderen kant de balans van
De Geer,
Nog negen millioen en ik heb het niet
meer.
Wij sommeu vervolgens op een kolen
dampvergiftiging te Laren, een moord te
Rotterdam en de opening van de nieuwe
„Keersluis" te Vlissingen.
Op de spoorlijn ArnhemZutphen wordt
een auto door een trein gegrepen en een
moeder met twee kinderen gedood.
Op den onbewaakten overweg te Dui
vendreoht wordt een meisje gedood en de
nieuwe zechavon van Dordrecht wordt
door de Koningin geopend. Het eerste
postvliegtuig van den geregelden lucht
postdienst vertrekt, naar Indië. Koninklijk
bezoek aan en een roofmoord te Rotter
dam.
Dan kwam er plotseling een verbod van
vee-invoer in België, waarna spoedig dc
overstroomingen begonnen, zoodat wij hier
de niet geëxporteerde schaapjes op het
droge hadden.
Een missive des ministers
Bracht meer eenvoud in de taal,
Maar het vond bij de geleerden
Nogal een onheusch onthaal.
Heer Van Tijen, da's de man van
Chocola en vliegersport,
Ging in Noordwijk aan het vliegen
En sloeg daar het zweefrecord.
En het maalverbod voor tarwe
Bracht een eindelooze twist,
Bij de post werd er een zak met
Vijftienhonderd sjoof vermist.
Rotterdamsche Bijenkorf was
Voor de winkeliers een plaag,
En de Volendamsche visschers
Deden 'n inval in Den Haag.
Nijmegen dat jaren lang reeds.
Had geklaagd, gesteund, gezucht,
Liet een juichkreet, want de Waal zal
Spoedig worden overbrugd.
Pachtwet in de Tweede Kamer,
Lou de Visser moest er uit,
Wetsontwerp accijnsverhooging;
En Noord-Holland dan be-sluit
Na het maandenlang gemeier,
Na geborrel en gepraat,
Tot de steun aan onze landbouw.
En begon dus met de daad.
't Haagje kroeg een burgemeester
't Was een Ridder zonder smet,
De DO X heeft toen ons landje
Plots in rep en roer gezet.
België's grens ging toen weer open,
Vee-uitvoer ging weder vlot,
En er kwam weer groot spektakel
Om het maal- en menggebod.
Te Stampersgat werd 'n eenzaam veekoop
man door bandieten beroofd en te Gilze-
Rijen vloog een vliegtuig ergens een ka
mer binnen, waar Pa on Ma juist zaten te
eten. De Tweede Kamer kreeg haar be
grooting en de Rijn hoog water. De Bra-
bantsche plattelanders beducht voor dc
vele overvallen gingen met sohoppen en
rieken naar bed, en bij de overstrooming
kreeg ons land meer water dan wo konden
gebruiken. In Haarlem en Rotterdam had
den werkloozenrelletjes plaats cn de edel
achtbare heer van Burink werd gearres
teerd.
December beloofde bij den aanvang een
maand van drama's te worden. In Gronin
gen had een familiedrama plaats, waarbij
oen bejaard echtpaar den dood vond. In
Rijsbergen was het een liefdesdrama met
twee gewonden en één doode.
In Limburg werd een cocaïne-smokkela-
rij ontdekt en in Arnhem meende een
loopknecht, dat hij eerst werkelijk loop
knecht was, als hij met 4000.— aan de
loop ging. hetwelk geschiedde.
In Hillegom en Wassenaar waren auto
dieven aan het werk, waarbij zij nogal on
fortuinlijk waren en in Groningen kregen
de spaarders plotseling angst voor hun
centjes en deden een run op de Nuts
spaarbank aldaar, die prompt uitbetaalde.
De Geer zag zijn accijnsverhooging
Van allerlei gedistilleerd,
Bij de begrooting in de Kamer
Heel hoffelijk geaccepteerd.
Het spoor wou geen tariefverlaging
Van vrachten, zoo werd er gemeld,
Natuurlijk is er een commissie
't Was voor de tuinbouw ingestel
En de provinciale Staten
Zeiden: ons land is toch zoo mooi,
We koopen voor een half millioentje
Een reservaatje in het Gooi.
En eind'lijk ook kwam 't wetsontwerp
Voor 't Amsterdam-Rijn scheepverbn
Door de goedgunstigheid der wijze
En vroede vaderen tot stand.
Het eind van 't jaar gaf kou en rege
Zooala de Bildt reeds had gegist,
Wat sneeuw, wat vorst, en verder mv-t
slechts,
Wij hebben dus heel wat gemist.
Zoo kwam weer het einde van
wentlende jaar,
Het boek is weer vol, de balans is weei
klaar,
't Vervulde veel wenschen of gaf soms
verdriet,
Den een ging het goed en den ander
weer niet.
't Gaf droefheid en vreugde, 't gaf lijde.u
en pijn.
Zoo zal ook het komende jaar wel weer
zijn.
Het jaar is voorbij. Neem weer frisch
uw besluit:
Ik kijk niet meer om, maar 'k ga moedig
vooruit.
Dan slechts ligt geluk en succes op de
loer,
Die wensch ik aan u en aan mij!
TROUBADOUR.