VOLKSTELLING.
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET
BUITENLAND
ZATERDAG 27 DECEMBER 1930
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. S
Binnen enkele dagen zal op de geheele
bevolking van Nederland een beroep wor
den gedaan om mee te werken aan de elfde
volkstelling. Het Centraal Bureau voor de
Statistiek doet ons daaromtrent onder
staande mededeelingen. Wanneer men ze
bewaart en de volgende week naast de in
te vullen kaarten legt, dan zullen ze het
werk gemakkei ij kei kunnen maken-
Het ondeelbare moment, waarop het
jaar 1931 zijn voorganger opvolgt, is het
tijdstip der elfde volkstelling. Dit wil zeg
gen, dat deze telling beoogt, een overzicht
te krijgen van de bevolking, zooals zij op
dat middernachtelijk tijdstip is samenge
steld.
Het bevolkingscijfer, dat bij benadering
wel bekend is, zoo nauwkeurig mo
ge 1 ij k vast te stellen, is noodzakelijk,
omdat het den wettelijken grondslag vormt
voor de berekening van de bijdragen van
het Rijk in de kosten der gemeentelijke
huishoudingen.
De bevolkingsregisters vormen een niet
genoeg te waardeeren bron voor de kennis
van dit steeds veranderlijke cijfer, maar
geen menschenwerk is onfeilbaar en de be
volkingsregisters zijn afhankelijk van de
nauwgezetheid, waarmee de bevolking de
voorgeschreven aangiften doet. Een con
trole eens in de tien jaren is niet te veel.
Maar bovendien heeft de nauwkeu
rige vaststelling van het bevolkingscijfer
nog ander practisch en ook wetenschappe
lijk belang, en wordt in alle landen
de Volkstelling benut om enkele gegevens
te verzamelen over de samenstelling der
bevolking, hare samenwoning, de beroepen,
welke hare leden uitoefenen en zoo meer.
Voor het verkrijgen van gegevens voor be
lastingaanslagen dient de Volkstelling
niet.
In de laatste dagen van December wor
den de Volkstellingskaar ten huis aan huis
afgegeven, in omslagen, welke er één be
vatten voor afzonderlijk levende personen,
een aantal voor gezinnen. Aan de gezins
hoofden in dit laatste geval de taak
om ze in te vullen. Ig een lid van het ge
zin afwezig, dan vuLt het gezinshoofd niet-
temin diens kaart in. Heeft hij gasten of
tijdelijk inwonenden, dan worden hem, be
halve de gele en witte kaarten (mannen en
vrouwen) ook oranje en (of) rose kaarten
voor tijdelijk aanwezigen verstrekt. Is het
geheel gezin afwezig en treft de teller
dus als hij de kaarten wil afgeven niemand
aan, dan zorgt het Gemeentebestuur voor
de verdere afwerking.
Begin Januari worden de kaarten weer
opgehaald. De invuller heeft- dus een paar
dagen tijd om te doen, wat van hem ver
langd wordt. Zoo dikwijls hij zich voor een
vraag gesteld ziet, waarop het antwoord
niet eens voor al rast staat, moet hij na
gaan: hoe is de toestand o p3I December
te middernacht; wie maken op dat moment
deel uit van mijn gezin; wat zijn op dat-
moment de beroepen van mij en van mijn
gezinsleden en zoo verder. Ziehier de be-
teekenis van het „tijdstip der telling", het
nul uur nul tusschen oud en nieuw.
De kaarten bevatten drieërlei.
Op de voorzijde, heel bovenaan, staan
vragen, welke reeds door het Gemeentebe
stuur zijn beantwoord; men moet ze na
zien en, waar noodig, duidelijk zicht
baar verbeteren. Alleen de leeftijd moet
er nog worden bijgezet. Het- „onderdeel"
der Gemeente, waar men geboren is, heeft
in hoofdzaak belang voor de Friesche ge
meenten.
Aan denzelfden kaait is, onder de dub
bele streep, een reeks vragen gesteld, waar
op antwoord moet worden gegeven. Vragen
beantwoorden is lastig, maar vragen stel
len niet minder. Om een en ander te ver
gemakkelijken, zijn aan de achterzijde der
kaarben toelichtingen gegeven.
De eerste vragen betreffen het gezin.
Uit de toelichting blijkt, da-t gezin is op
t-e vatten als „huishouding". Met „inwo
nend" dienstpersoneel wordt bedoeld per
soneel dat nachtverblijf heeft in het
huis van het gezinshoofd. Bestaat dit per
soneel uit een gehuwd paar, dan vormt
dit jaar (al of niet met kinderen) een af
zonderlijk gezin. Hun kaarten behooren in
een afzonderlijken omslag te liggen en door
het hoofd van dit gezin te worden inge
vuld. Voor inwonende familieleden wordt
door het gezinshoofd opgegeven in welke
betrekking ze tot hem staan (moeder,
schoonzuster, enz.).
Bij den burgerlijken staat moeten ge
huwden, ook als ze niet in dezelfde woning
wonen, invullen „gehuwd". Zijn ze krach
tens rechterlijke uitspraak „gescheiden van
tafel en bed", dan vullen ze dit laatste in.
Bij de vraag naar de kerkelijke gezind
ten is een reeks officieel bekende kerkge
nootschappen en zelfstandige kerkelijke
gemeenten in de toelichting opgegeven.
Daaraan moet nog worden toegevoegd het,
na het afdrukken van de kaarten bekend
geworden, kerkgenootschap „Gereformeer
de Kerken in hersteld verband". In geval
van twijfel omtrent den juisten naam van
het kerkgenootschap, waartoe men behoort,
kan men opgeven, bij wien men ter kerke
gaat of welke kerk men bezoekt; de Ge
meentesecretarie zal er den juisten naam
bij kunnen zetten. Wie niet tot een kerk
genootschap gerekend wil worden, geeft
op: „geen kerkgenootschap". Beantwoor
ding met „onverschillig" kan tot misver
stand aanleiding geven, invulling met- een
streepje tot twijfel. Het een noch het
ander is geoorloofd.
De beantwoording der vragen naar de
bezetting der beschikbare woonruimten
vereïscht oplettendheid en juist inzicht.
De eerste van deze vragen is alleen voor
gezinshoofdden bestemd; bij de aantallen,
in het antwoord in te vullen, en aange
vende de samenstelling van het gezin, heb
ben zij zichzelf me© te tellen. De
volgende vragen zijn zoowel voor gezins
hoofden als voor alleen wonende personen.
Onder de voor bewoning bestemde ver
trekken moeten slaapvertrekken w e 1 wor
den meegeteld, die dan ook nog eens af
zonderlijk worden opgegeven, doch mogen
bijvoorbeeld bergzolders en -kelders niet
worden meegerekend, zelfs al is men door
gebrek aan voldoende woonruimte gedwon
gen zoo'n bergzolder of -kelder als woon-
of slaapruimte te gebruiken Men vindt in
dit geval twee afzonderlijke vragen daar-
oor aan het slot van deze rubriek-
Gangen, portalen, vestibules zijn evenmin
voor bewoning bestemde vertrekken;
dwingt te krappe behuizing bijvoorbeeld
een portaal als nachtverblijf in te rich
ten, dan geldt hiervoor weer hetzelfde als
voor de bergzolders. Evenzoo wanneer
een hall als wachtkamer wordt gebruikt.
Daarentegen moeten een badkamer
waarin geslapen wordt of die als linnen
kamer wordt, gebruikt-, of een serre die tot
slaapvertrek dient, wel bij de woonver
trekken meegeteld Het ouderscheid is
hier niet zoo groot als bij een bergzolder
of -kelder.
In het algemeen tellen badkamers mee
als woonvertrek;, tenzij ze slechts bestaan
in een afgeschoten ruimte, b.v. onder een
trap met douche of waschgelegenheid.
Bedsteden, welke als kast of zoo worden
gebruikt, tellen niet mee.
Een voorbeeld: een gezinshoofd heeft
voor zich en voor zijn gezin beschikking
daarvan er 1 dient als slaapvertrek: in
over voor bewoning bestemde vertrekken,
zijn woning ia 1 bedstede, als zoodanig in
gebruik. Bovendien heeft hij beschikking
over 2 eigenlijk met voor woning bestem
de ruimten, welke echter noodgedwongen
toch bewoond moeten worden en wel 1
daarvan als slaapvertrek. De opvolgende
vragen geven gelegenheid al deze cijfers
in de genoemde volgorde in te vullen.
Tot de lastigste vragen behooren die,
welke het beroep betreffen, omdat zich op
dit gebied zooveel verscheidenheid voor
doet en het te doen is om een zoo gespe
cialiseerd mogelijk overzicht te krijgen van
alle beroepen welke in ons land worden
uitgeoefend.
Beoogd wordt bijvoorbeeld ten aanzien
van hen, wier werkzaamheid ligt op het
gebied van zaken, ondernemingen, bedrij
ven of instellingen een splitsing te maken
in 4*zoogenaamde beroepsposities:
a. personen, die in hun beroep als „zelf
standigen" moeten worden beschouwd; dit
zijn zij, die eigenaar zijn van een zaak,
een onderneming, een bedrijf, of een instel
ling, of die voor eigen rekening zonder
personeel hun beroep uitoefenen:
b. personen, die als bedrijfshoofden zijn
te beschouwen, b.v Directeuren van Naam-
looze Vennootschappen of van Coöperatie
ve instellingen, in het algemeen dus per
sonen die aan het hoofd van zaken,
enz. staan, zonder dat zij daarvan
eigenaar zijn;
c. personen, die in meer ondergeschikte
positie in een zaak, enz. werkzaam zijn en
belast zijn met toezicht over het
gewone personeel (b.v. bedrijfsleider, op
zichter, meesterknecht-, depót- of filiaalhou
der, winkelchef,' e.d.)
d. personen, die als het gewone per
soneel zijn te beschouwen en dus geen
der onder a, b, en c geschreven posities
innemen (arbeiders, waaronder ook voor
mannen, employé's, beambten en derge
lijke in een zaak, enz. werkzaam).
Om het mogelijk te maken de verschil
lende door de bevolking uitgeoefende be
roepen in een aantal groote bedrijfsklassen
en deze wederom in kleinere bedrijfsgroe
pen in te deelen, wordt voorts gevraagd
den aard van de zaak. de onderneming,
het bedrijf of de instelling op te geven,
waarin men-werkzaam is. Vermelding van
de afdeeling waarin men werkzaam is, is
in vele gevallen onmisbaar om een juiste
kennis van den aard van het opgegeven
beroep te verkrijgen, b.v. in een machine
fabriek de afdeeling bankwerkerij. Opgave
van de bijzondere, in gebruik zijnde bena
ming van de werkzaamheid strekt al mede
om het juiste inzicht in den aard van het
beroep te bevorderen.
Naam en adres van de zaak, waar men
werkzaam, is, worden gevraagd cflra gele
genheid te openen tot het vragen van na
dere inlichtingen, ingeval de beantwoor
ding onvoldoende is voor een juiste rang
schikking.
Beantwoording met algemeeue bewoor
dingen als „arbeider" of „werkman" is
het blijkt wel uit het bovenstaande - ge
heel onvoldoende.
Wederom een voorbeeld: een -.sterker"
in de N. V. Textielmaat-schappij ..Twente
heeft op te geven da-t hij is ..sterker"; in
dienst van een ander? „ja" en wel bij „de
N. V. Textielmaat schappij Twente" te
„Hengelo", „Textielfabriek", afdeeling „we
verij". Bestuurder, „neen", belast met toe
zicht „neen".
Personen, die meer dan één beroep uit
oefenen, vermelden alleen hun hoofdbe
roep. namelijk dat, hetwelk de voornaam
ste dagtaak vormt. Gepensionneerden ge
ven op: „zonder beroep" wanneer zij ten
minste geen beroepswerkzaamheden meer
verrichten. Doen ze dit- wel. dan geven ze
deze werkzaamheden als beroep op, ook
al vormen ze geen volledige dagtaak.
Wie uitsluitend leeft van rente,
uitkeeringen en dergelijke, vermeldt: „zon
der beroep". Wie hoofdzakelijk leeft van
huizen bezit, (verhuren) geeft op: „huizen
exploitant".
Bijzondere moeilijkheden geeft het tellen
van schippers en woonwagenbewoners. Een
afzonderlijke regeling is getroffen voor
deze personen zonder vaste woonplaats.
Wanneer voor hen of door hen telkaarten
zijn ingevuld en ingeleverd, wordt hun
daarvoor een ontvangbewijs uitgereikt, dat
zij gedurende de maanden Januari, Fe-
Madeira. Neen, ik ga u niet over
den wijn spreken, die op Madeira geperst
wordt uit de druiven, welke op den bodem
van dit paradijs-eiland wassen. Het is de
maarschalk, wiens naam genoemd wordt in
verband met Madeira. „De" maarschalk
is Pilsoedski, en met den wijn van Madeira
heeft hij niets te maken, behalve dan dat
hij hem misschien graag lust, en wie zal
zeggen welk merk het was dat hem naar
den kop steeg, toen hij als een razende uit
pakte tegen de leden van het parlement,
dat niet wil zooals hij wil.
Pilsoedski is vermoeid van de overwin
ning, welke hij heeft binnengesleept uit
de stembus; een overwinning ten koste van
veel knevelarij, en bloedvergieten, zoo ere,
dat Duifcsckland een klacht bij don Vol
kenbondsraad heeft ingediend. En vermoeid
van deze glorierijke prestatie gaat Pil
soedski uitrusten op Madeira, hetzelfde
eiland, waar de ex-keizer van Oostenrijk
na den verloren krijg zijn laatste levens
dagen sleet en stierf, in ballingschap.
Pilsoedski gaat er rusten op zijn lauwe
ren, het Poolsche klimaat is hem in den
winter te guur. Deze week is hij er aange
komen en heeft hij een bezoek gebracht bij
den gouverneur. Hij denkt tot April van
diens gastvrijheid gebruik te maken.
Het jaar begint vrij goed voor Pilsoeds
ki. Met drie maanden vacantie! 'n Best
baantje, dictator in Polen!
Bratianu t. Nu een and-er mach
tig man uitgeleide gedaan. Het betreft hier
een staatsman, die nu eeuwig is gaan rus
ten, n.l. Vintila Bratianu, de leider der li
berale partij in Roemenië, die dezer da
gen op zijn landgoed Mihaesti aan ©en be
roerte is overleden.
Vintila Bratianu studeerde aan de tech
nische boogeschool te Parijs; hij behaalde
er het diploma van bouwkundig inge
nieur.
Nadat zijn broer lonel het politieke erf
deel van zijn vader had overgenomen, trad
ook Vintila in de liberale partij. Met
grooten ijver wijdde hij zich speciaal aan
de studie van fina-ncieele en economische
vraagstukken en hij verwierf zich op dit
gebied zoo veel naam, dat hij in verschil
lende belangrijke financieele instituten te
werk werd gesteld.
Nog vóór den oorlog werd hij burgemees
ter van Boekarest. Tijdens den oorlog, in
1916, volgde zijn benoeming tot minister
van oorlog, later werd hij minister van
munitie-voorziening.
Na den oorlog trad hij in alle liberale
kabinetten op als minister van financiën;
in zijn langdurige ambtsperiode heeft hij
een aantal belangrijke hervormingen tot
stand gebracht. Hij bracht o.a. de inflatie-
beweging tot staan, maakte een aanvang
met de stabilisatie van de Lei en het her
stel van het begrootings-evenwicht, conso
lideerde de buitenlandsche schulden en re
organiseerde het belastingwezen.
Na het plotseling' overlijden van zijn
broer lonel, 24 November 1927, trad- hij in
diens plaats in de regeering en nam hij,
behalve de portefeuille van financiën, ook
het minister-presidentschap op zich.
Bij den terugkeer van Carol en zijn uit
roeping tot koning, verklaarde Bratianu,
dat hij nooit in dit herstel zou berusten. Hij
moest echter al hee-1 spoedig zien, dat zijn
neef, George Bratianu, met de jong-libe-
ralen den z.g. „koningstrouwen"-koer8 in
sloeg. Ook andere leiders der oud-liberalen
maakten tegen Vintila front, o.a. J. Flo-
rescu.
Een canossa-gang was onder die omstan
digheden voor Bratianu onvermijdelijk. Üp
9 Juli j.l. ging hij op audiëntie bij den ko
ning, wien hij een memorandum overhan
digde.
Hiermede waren de betrekkingen tus
schen de liberale partij en de Kroon offi
cieel hervat.
Exit Rykof. Nog een uitgeleide,
thans voor een man, die politiek dood is
(althans voorloopig dood, misschien wordt
hij weer levend).
Ü6 voorzitter van den raad van volks
commissarissen in Sovjet Rusland, is thans
definitief eruit geknikkerd.
Rykof heeft dit, althans in naam,'hoog
ste ambt in de Sovjet-Unie sedert den d.iod
van Lenin bekleed, maar zijn macht is zien-
deroogen geslonken toen hij niet meer den-
zelfden weg als Stalin, de almachtige se
cretaris-generaal van de communistische
partij, wilde bewandelen en bij de oppo
sitie van rechts ingedeeld werd. De veld
tocht tegen Rykof is den laatsten tijd fel
aan den gang geweest. Men heeft hem her
haaldelijk gesommeerd van zijn zuiverheid
in de communistische leer, gelijk deze nu
officieel is vastgesteld, te getuigen. Eerst
sprak hij zoo diplomatiek dat men hem
niet kon vangen. Hij bleef deze taktiek
volgen toen hij in een rede voor fabrieks
arbeiders en ander personeel te St. Pe
tersburg de moeilijkheid trachtte te omzei
len, door nadruk te leggen op de noodzake-
Jijkbeid van eenheid in de partij. Aan een
I scherp verhoor onderworpen over zijn be-
trekkingen tot de „dubbelhartigen" en
„halfha-rtigen", maakte hij er zich af door
zulke vragen als ongerechtvaardigd te
wraken, aangezien hij voorzitter van
den raad. van volkscommissarissen en lid
i van het Politieke Bureau was. Rykof vcr-
bruari en Maart 1931 moeten toonen aan
eiken ambtenaar van het Openbaar Ge
zag, die daarom vraagt. Het is van belang
dat zij er op letten dit bewijs gedurende
die maanden goed te bewaren.
In de omslagen bevinden zich ook groe
ne kaarten. Deze dienen voor de Bedrijfs-
teiling welke gelijktijdig met de Volkstel
ling zal worden gehouden. Hierover wordt
nog een afzonderlijke mededeeling uitge
geven.
oorloofde zioh met dat al in den boezem
der regeering twijfel te opperen aan het
vooruitzicht dat men over een paar jaar
niet alleen in de behoeften van vleesch
van de bevolking zou kunnen voo.rzien,
maar zelfs vleesch zou kunnen uitvoeren.
Hij was het evenmin eens met den graan-
uitvoer en ook daarin toonde hij niet in
te stemmen met de doldriftige opvatting
dat de nationale belangen van het Russi
sche volk geen gewicht in de schaal kon
den leggen, als het te doen was om den
triomf van de wereldrevolutie. Zijn tegen- I
standers verweten hem dat hij de voorstel
ling ingang trachtte te doen vinden, alsof
zij zich minder gelegen lieten liggen aan
de zorg voor de dagelijksche behoeften van I
het volk dan hij en zijn medestanders. Zoo
doende was Rykof steeds meer tot de ver-
dachten gaan behooren die niet van heeler
harte medewerkten aan de uitvoering van I
het groote plan volgens de door Stalin aan
gegeven lijnen. Rykof werd gewipt als lid
van het Politieke Bureau, kreeg verlof als
voorzitter van den raad van volkscommis
sarissen en spoedig na de hervatting van
deze functie is hij er, op zijn verzoek, „om
gezondheidsredenen" van ontheven. Hij
heeft zich dezen aftocht met goed fatsoen
verzekerd, vóór hem het vuur nog nader
aan de schenen gelegd werd.
Rykof's heengaan beteekent een nieuwe
triomf voor Stalin, den almachtigen lei
der der internationale communstische
partij.
Koerde n-o n r u s t. Er schijnt weer I
eenige onrust te zijn onder de Koerden in
het Turksch-Perzische grensgebied, al kan
men in dit jaargetijde zeker geen groote
actie verwachten. De Turken beschuldigen
de Perzen de Koerden wapens te leveren.
Telkens als de Koerden oproerig worden
duiken dergelijke beschuldigingen op, die
oorzaak vinden in het feit, dat de Koer
den, zoodra het hun op Turksch gebied te
warm wordt, toevlucht zoeken over de grens
bij de daar levende Koerdische stammen.
Zoo was het dan ook te verklaren, dat
bij den grooten Koerdischen opstand van
dezen zomer er ernstige moeilijkheden tus
schen Turkije en Perzië ontstonden en de
Turke evenals zij ook nu weer schijnen
te doen, dreigden de vervolging der Koer
den te zullen voortzetten ook over de grens,
indien de Perzische autoriteiten in gebreke
mochten blijven de Koerden op hun gebied
in toom te houden en de invasie der op
standelingen van hun gebied uit in Tur
kije te beletten.
Zoó was het ook te verklaren, dat de
Turksche regeering bij Perzië aandrong op
een grensherziening, waardoor het gebied
van de Ararat geheel aan Turkije zou ko
men, want dat bergland bood bij de ver
volging der opstandige Koerden de groot
ste moeilijkheden, omdat de Turksch-Per
zische grens thans midden door dat gebied
loopt. Turkije bood dan ter vergoeding voor
den afstand van het Perzische Araratge-
bied een grenscorrectie ten gunste van
Perzië in het zuiden aan.
In beginsel nam Perzië deze Turksche
voorstellen aan, maar de onderhandelingen
over hun verwezenlijking leidden tot dus
ver nog niet tot een resultaat, hetgeen
behalve door meeningsverschillen over de
aan Perzië wegens den afstand van het
Araratgebied te geven territoriale vergoe
ding ook veroorzaakt schijnt te worden door
meeningsverschillen op economisch gebied
en in het bijzonder door de eischen van Per
zië ten aanzien van een verlaging der
Turksche douanetarieven te zijnen guns i.e.
Vermoedelijk staan de berichten omtrent
nieuwe dreigende moeilijkheden van de
zijde der Koerden en het dreigement, dat
de Turksche troepen zoo noodig de Perzi
sche grens zullen overschrijden als dat voor
den strijd tegen de Koerden noodig is, in
verband met den slechten gang dezer on
derhandelingen.
De hel losgebroken. Ten slotte
een paar woorden over de groote ramp, wel
ke Midden-Java- heeft getroffen, n.l. de
M e ra pi-ui t bar s ting.
Volgens de jongste berichten bedraagt
het aantal slachtoffers S00, allen deerlijk
verbrand door de gloeiende zandstroom.
Acht inlandsche dorpen zijn totaal ver
woest. terwijl een uitgestrekte streek
vruchtbaar land bedekt, is met gloeiend
heet zand, welke stroom nog steeds naar
beneden vloeit, waardoor andere dorpen
met verwoesting worden bedreigd.
Duizenden vluchtelingen stroomen de
steden van Midden-.Java binnen, in vele
gevallen van hun zinnen beroofd door al
bet vei schrikkelijke wat zij hebben aan
schouwd. Het geheele district Stroemboeng
is een ware brandende hel geworden.
De Merapi is nog steeds in werking en
werpt rookzuilen en verblindende vlammen
uit, ofschoon het onderaardsch gerommel
is opgehouden. De resident, die het getrof
fen district bezocht, kwam in verscheidene
huizen, waar de mannen en vrouwen, blijk
baar uit a-ngst voor komende ramp zelf
moord hadden gepleegd.
De eruptie is een van de grootste cata-
strophen, welke Midden-Java ooit getrof
fen hebben.
GEMENGDE BERICHTEN
ONGELUKKEN
SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER.
Te water gereden en
verdronken.
Te Slagharen (O.) is gistermiddag
dr. Cysow, geneesheer te De Lutter, met.
zijn auto door de gladheid van den weg in
het kanaal gereden en verdronken. Dr. C
was nog maar kort geleden gehuwd.
Autobotsing te Amerongen.
Verwarring in een bruilofts,
stoet.
Woensdagmorgen heeft op het gevaar
lijke kruispunt Rijksweg te Amerongen en
Koenensteeg een ernstig auto-ongeval plaats
gehad.
Een trouwstoet was op weg naar het
Gemeentehuis van Amerongen. Toen de
laatste volgauto van dezen stoet het kruis
punt passeerde, kwam deze in botsing met
den luxe auto, bestuurd door den chauf
feur van graaf Bentick van Leersum. De
laatste auto werd. zwaar beschadigd, de
chauffeur kwam er zonder letsel af. An
dera was het gesteld met de volgauto. Deze,
waarin een vijftal personen gezeten wa?.
afkomstig uit Barneveld, sloeg over den
kop en kwam totaal vernield aan den an
deren kant van den weg te liggen. De in
zittenden werden min of meer ernstig go-
wond. Dr. Rijfkogel van Amerongen was
spoedig ter plaatse en verleende de eerste
hulp.
De heer N. van R. werd met ernstige
verwondingen naar het ziekenhuis te
Amersfoort overgebracht, waarheen ook
de echlgenoote van B. moest worden ge
transporteerd. B. zelf en de echtgenoot.?
van van R. werden minder ernstig verwond
en konden naderhand naar Barneveld te-
rugkeeren. De chauffeur H. de K. bekwam
een hoofdwonde.
Daar men bruid en bruidegom niets had
medegedeeld van het ongeval, werd het
huwelijk gewoon voltrokken.
De politie stelde een onderzoek in. Do
hoek RijkswegKoenensteeg is zeer ge
vaarlijk, gedurende de laatste paar maan-
den zijn hier reeds vijf auto-ongevallen ge
beurd. Ook Dinsdag heeft hier een onge
luk plaats gehad, zonder ernstige gevol
gen evenwel.
Een buis door het dijbeen.
Door een wonderlijken samenloop va.i
omstandigheden is Woensdagavond onge
veer zes uur een ernstig ongeluk op den
Middenweg nabij het Rechthuis te A'dam
gebeurd.
Een vrachtauto reed uit de Linnaeus-
straat dezen weg op. Een wielrijder, die
den Ringdijk op moest stak voor deze
auto over eu passeerde, om op den Ringdijk
te komen, de auto een oogenblik langs den
verkeerden kant. Dit werd den fietser nood
lottig. Zonder dat de chauffeur het ge
merkt had, was een buis, welke boven op
zijn wagen gebruikt werd voor de bevesti
ging van een dekkleed, even te voren geval
len en stak deze langs de auto uit. De buis,
welke een doorsnede had van pl.m. 2 c.M.,
werd door de rijdende auto den wielrijder
dwars door het dijbeen gedreven. De Ge
neeskundige zag zich genoodzaakt de buis
op straat of te zagen alvorens zij den
zwaargewonde naar het Centr. Isr. Zieken
huis kon vervoeren.
Auto contra motorrijwiel.
Donderdagmiddag heeft op den Verleng
den Heerenwe-g te Groningen een botsing
plaats gehad tusschen oon auto, bestuurd
door den heer J. B. B. uit Groningen en
een motorrijwiel, waarop de heer S. P. R.
was gezeten, eveneens uit Groningen af-
I komstig. De motorrijder werd met een her
senschudding en een ernstigen beenbreuk
naar het R. IC. Ziekenhuis overgebracht.
De politie heeft de zaak in onderzoek.
DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN.
Een aanrijding, die goed afliep.
Te Weert had op een onbewaakten over
weg een aanrijding plaats, welke gelukkig
nog goed is afgeloopen. Juist op het oogen
blik dat de zoon van den landbouwer Hen
drik Nouwen, bedoelden weg met een be
spannen kar wilde oversteken, naderde uit
d.e richting Roermond een trein, welke het
paard greep en enkele meters meesleurde.
Het dier werd deerlijk toegetakeld, zoodat
het direct moest worden afgemaakt. De
begeleider werd een eind terzijde gegooid,
doch kwam er zonder ernstig letsel af.
Verdronken.
De 53-jarige tuinbouwer D. te Oud-
Karspel, is door de gladheid uitgegleden,
j te water-geraakt en verdronken.
I In de haven te Sliedrecht is de 20-
j jarige ongehuwde E. B. uit Sliedrecht..
werkzaam bij een aannemersfirma, ver-
dronken. Zijn lijk is opgehaald.
In een mestvork geloopen.
De 15-jarige G. te Tubbergen liep met
een mestvork de schuur uit, toen juist om
den hoek zijn 4-jarig broertje kwam aanloo-
pen en op zijn vork stuitte met het gevolg,
dat het kind e-en diepe vleesch wonde op
liep boven het oog. Ofschoon zich het ge
val aanvankelijk niet zoo ernstig liet aan
zien werd noodig geoordeeld, dat de kleine
naar het ziekenhuis te Hengelo zou worden
overgebracht. Het kind is aldaar aan de
bekomen verwondingen overleden.
Van een tien meter hoogen steiger
gevallen.
Bij de werkzaamheden aan de in aan
bouw zijnde kapel aan het klooster van hei
Missiehuis der Paters van den H. Gees.,
te Weert, had de ruim vijftig-jarige arbei
der P. M. bet ongeluk van een ongevcci
tien Meter hoogen steiger naar beneden te
storten.
De ongelukkige werd met zeer ernstige
en bloedige verwondingen aan het hoofd
opgenomen, terwijl de ontboden genees
heer constateerde dat hij bovendien inwen
dige kneuzingen van ernstigen aard had
opgeloopen. Hij werd ter verpleging naa:
het gasthuis te Venlo overgebracht.