VOLKSTELLING. DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND ZATERDAG 27 DECEMBER 1930 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD PAG. S Binnen enkele dagen zal op de geheele bevolking van Nederland een beroep wor den gedaan om mee te werken aan de elfde volkstelling. Het Centraal Bureau voor de Statistiek doet ons daaromtrent onder staande mededeelingen. Wanneer men ze bewaart en de volgende week naast de in te vullen kaarten legt, dan zullen ze het werk gemakkei ij kei kunnen maken- Het ondeelbare moment, waarop het jaar 1931 zijn voorganger opvolgt, is het tijdstip der elfde volkstelling. Dit wil zeg gen, dat deze telling beoogt, een overzicht te krijgen van de bevolking, zooals zij op dat middernachtelijk tijdstip is samenge steld. Het bevolkingscijfer, dat bij benadering wel bekend is, zoo nauwkeurig mo ge 1 ij k vast te stellen, is noodzakelijk, omdat het den wettelijken grondslag vormt voor de berekening van de bijdragen van het Rijk in de kosten der gemeentelijke huishoudingen. De bevolkingsregisters vormen een niet genoeg te waardeeren bron voor de kennis van dit steeds veranderlijke cijfer, maar geen menschenwerk is onfeilbaar en de be volkingsregisters zijn afhankelijk van de nauwgezetheid, waarmee de bevolking de voorgeschreven aangiften doet. Een con trole eens in de tien jaren is niet te veel. Maar bovendien heeft de nauwkeu rige vaststelling van het bevolkingscijfer nog ander practisch en ook wetenschappe lijk belang, en wordt in alle landen de Volkstelling benut om enkele gegevens te verzamelen over de samenstelling der bevolking, hare samenwoning, de beroepen, welke hare leden uitoefenen en zoo meer. Voor het verkrijgen van gegevens voor be lastingaanslagen dient de Volkstelling niet. In de laatste dagen van December wor den de Volkstellingskaar ten huis aan huis afgegeven, in omslagen, welke er één be vatten voor afzonderlijk levende personen, een aantal voor gezinnen. Aan de gezins hoofden in dit laatste geval de taak om ze in te vullen. Ig een lid van het ge zin afwezig, dan vuLt het gezinshoofd niet- temin diens kaart in. Heeft hij gasten of tijdelijk inwonenden, dan worden hem, be halve de gele en witte kaarten (mannen en vrouwen) ook oranje en (of) rose kaarten voor tijdelijk aanwezigen verstrekt. Is het geheel gezin afwezig en treft de teller dus als hij de kaarten wil afgeven niemand aan, dan zorgt het Gemeentebestuur voor de verdere afwerking. Begin Januari worden de kaarten weer opgehaald. De invuller heeft- dus een paar dagen tijd om te doen, wat van hem ver langd wordt. Zoo dikwijls hij zich voor een vraag gesteld ziet, waarop het antwoord niet eens voor al rast staat, moet hij na gaan: hoe is de toestand o p3I December te middernacht; wie maken op dat moment deel uit van mijn gezin; wat zijn op dat- moment de beroepen van mij en van mijn gezinsleden en zoo verder. Ziehier de be- teekenis van het „tijdstip der telling", het nul uur nul tusschen oud en nieuw. De kaarten bevatten drieërlei. Op de voorzijde, heel bovenaan, staan vragen, welke reeds door het Gemeentebe stuur zijn beantwoord; men moet ze na zien en, waar noodig, duidelijk zicht baar verbeteren. Alleen de leeftijd moet er nog worden bijgezet. Het- „onderdeel" der Gemeente, waar men geboren is, heeft in hoofdzaak belang voor de Friesche ge meenten. Aan denzelfden kaait is, onder de dub bele streep, een reeks vragen gesteld, waar op antwoord moet worden gegeven. Vragen beantwoorden is lastig, maar vragen stel len niet minder. Om een en ander te ver gemakkelijken, zijn aan de achterzijde der kaarben toelichtingen gegeven. De eerste vragen betreffen het gezin. Uit de toelichting blijkt, da-t gezin is op t-e vatten als „huishouding". Met „inwo nend" dienstpersoneel wordt bedoeld per soneel dat nachtverblijf heeft in het huis van het gezinshoofd. Bestaat dit per soneel uit een gehuwd paar, dan vormt dit jaar (al of niet met kinderen) een af zonderlijk gezin. Hun kaarten behooren in een afzonderlijken omslag te liggen en door het hoofd van dit gezin te worden inge vuld. Voor inwonende familieleden wordt door het gezinshoofd opgegeven in welke betrekking ze tot hem staan (moeder, schoonzuster, enz.). Bij den burgerlijken staat moeten ge huwden, ook als ze niet in dezelfde woning wonen, invullen „gehuwd". Zijn ze krach tens rechterlijke uitspraak „gescheiden van tafel en bed", dan vullen ze dit laatste in. Bij de vraag naar de kerkelijke gezind ten is een reeks officieel bekende kerkge nootschappen en zelfstandige kerkelijke gemeenten in de toelichting opgegeven. Daaraan moet nog worden toegevoegd het, na het afdrukken van de kaarten bekend geworden, kerkgenootschap „Gereformeer de Kerken in hersteld verband". In geval van twijfel omtrent den juisten naam van het kerkgenootschap, waartoe men behoort, kan men opgeven, bij wien men ter kerke gaat of welke kerk men bezoekt; de Ge meentesecretarie zal er den juisten naam bij kunnen zetten. Wie niet tot een kerk genootschap gerekend wil worden, geeft op: „geen kerkgenootschap". Beantwoor ding met „onverschillig" kan tot misver stand aanleiding geven, invulling met- een streepje tot twijfel. Het een noch het ander is geoorloofd. De beantwoording der vragen naar de bezetting der beschikbare woonruimten vereïscht oplettendheid en juist inzicht. De eerste van deze vragen is alleen voor gezinshoofdden bestemd; bij de aantallen, in het antwoord in te vullen, en aange vende de samenstelling van het gezin, heb ben zij zichzelf me© te tellen. De volgende vragen zijn zoowel voor gezins hoofden als voor alleen wonende personen. Onder de voor bewoning bestemde ver trekken moeten slaapvertrekken w e 1 wor den meegeteld, die dan ook nog eens af zonderlijk worden opgegeven, doch mogen bijvoorbeeld bergzolders en -kelders niet worden meegerekend, zelfs al is men door gebrek aan voldoende woonruimte gedwon gen zoo'n bergzolder of -kelder als woon- of slaapruimte te gebruiken Men vindt in dit geval twee afzonderlijke vragen daar- oor aan het slot van deze rubriek- Gangen, portalen, vestibules zijn evenmin voor bewoning bestemde vertrekken; dwingt te krappe behuizing bijvoorbeeld een portaal als nachtverblijf in te rich ten, dan geldt hiervoor weer hetzelfde als voor de bergzolders. Evenzoo wanneer een hall als wachtkamer wordt gebruikt. Daarentegen moeten een badkamer waarin geslapen wordt of die als linnen kamer wordt, gebruikt-, of een serre die tot slaapvertrek dient, wel bij de woonver trekken meegeteld Het ouderscheid is hier niet zoo groot als bij een bergzolder of -kelder. In het algemeen tellen badkamers mee als woonvertrek;, tenzij ze slechts bestaan in een afgeschoten ruimte, b.v. onder een trap met douche of waschgelegenheid. Bedsteden, welke als kast of zoo worden gebruikt, tellen niet mee. Een voorbeeld: een gezinshoofd heeft voor zich en voor zijn gezin beschikking daarvan er 1 dient als slaapvertrek: in over voor bewoning bestemde vertrekken, zijn woning ia 1 bedstede, als zoodanig in gebruik. Bovendien heeft hij beschikking over 2 eigenlijk met voor woning bestem de ruimten, welke echter noodgedwongen toch bewoond moeten worden en wel 1 daarvan als slaapvertrek. De opvolgende vragen geven gelegenheid al deze cijfers in de genoemde volgorde in te vullen. Tot de lastigste vragen behooren die, welke het beroep betreffen, omdat zich op dit gebied zooveel verscheidenheid voor doet en het te doen is om een zoo gespe cialiseerd mogelijk overzicht te krijgen van alle beroepen welke in ons land worden uitgeoefend. Beoogd wordt bijvoorbeeld ten aanzien van hen, wier werkzaamheid ligt op het gebied van zaken, ondernemingen, bedrij ven of instellingen een splitsing te maken in 4*zoogenaamde beroepsposities: a. personen, die in hun beroep als „zelf standigen" moeten worden beschouwd; dit zijn zij, die eigenaar zijn van een zaak, een onderneming, een bedrijf, of een instel ling, of die voor eigen rekening zonder personeel hun beroep uitoefenen: b. personen, die als bedrijfshoofden zijn te beschouwen, b.v Directeuren van Naam- looze Vennootschappen of van Coöperatie ve instellingen, in het algemeen dus per sonen die aan het hoofd van zaken, enz. staan, zonder dat zij daarvan eigenaar zijn; c. personen, die in meer ondergeschikte positie in een zaak, enz. werkzaam zijn en belast zijn met toezicht over het gewone personeel (b.v. bedrijfsleider, op zichter, meesterknecht-, depót- of filiaalhou der, winkelchef,' e.d.) d. personen, die als het gewone per soneel zijn te beschouwen en dus geen der onder a, b, en c geschreven posities innemen (arbeiders, waaronder ook voor mannen, employé's, beambten en derge lijke in een zaak, enz. werkzaam). Om het mogelijk te maken de verschil lende door de bevolking uitgeoefende be roepen in een aantal groote bedrijfsklassen en deze wederom in kleinere bedrijfsgroe pen in te deelen, wordt voorts gevraagd den aard van de zaak. de onderneming, het bedrijf of de instelling op te geven, waarin men-werkzaam is. Vermelding van de afdeeling waarin men werkzaam is, is in vele gevallen onmisbaar om een juiste kennis van den aard van het opgegeven beroep te verkrijgen, b.v. in een machine fabriek de afdeeling bankwerkerij. Opgave van de bijzondere, in gebruik zijnde bena ming van de werkzaamheid strekt al mede om het juiste inzicht in den aard van het beroep te bevorderen. Naam en adres van de zaak, waar men werkzaam, is, worden gevraagd cflra gele genheid te openen tot het vragen van na dere inlichtingen, ingeval de beantwoor ding onvoldoende is voor een juiste rang schikking. Beantwoording met algemeeue bewoor dingen als „arbeider" of „werkman" is het blijkt wel uit het bovenstaande - ge heel onvoldoende. Wederom een voorbeeld: een -.sterker" in de N. V. Textielmaat-schappij ..Twente heeft op te geven da-t hij is ..sterker"; in dienst van een ander? „ja" en wel bij „de N. V. Textielmaat schappij Twente" te „Hengelo", „Textielfabriek", afdeeling „we verij". Bestuurder, „neen", belast met toe zicht „neen". Personen, die meer dan één beroep uit oefenen, vermelden alleen hun hoofdbe roep. namelijk dat, hetwelk de voornaam ste dagtaak vormt. Gepensionneerden ge ven op: „zonder beroep" wanneer zij ten minste geen beroepswerkzaamheden meer verrichten. Doen ze dit- wel. dan geven ze deze werkzaamheden als beroep op, ook al vormen ze geen volledige dagtaak. Wie uitsluitend leeft van rente, uitkeeringen en dergelijke, vermeldt: „zon der beroep". Wie hoofdzakelijk leeft van huizen bezit, (verhuren) geeft op: „huizen exploitant". Bijzondere moeilijkheden geeft het tellen van schippers en woonwagenbewoners. Een afzonderlijke regeling is getroffen voor deze personen zonder vaste woonplaats. Wanneer voor hen of door hen telkaarten zijn ingevuld en ingeleverd, wordt hun daarvoor een ontvangbewijs uitgereikt, dat zij gedurende de maanden Januari, Fe- Madeira. Neen, ik ga u niet over den wijn spreken, die op Madeira geperst wordt uit de druiven, welke op den bodem van dit paradijs-eiland wassen. Het is de maarschalk, wiens naam genoemd wordt in verband met Madeira. „De" maarschalk is Pilsoedski, en met den wijn van Madeira heeft hij niets te maken, behalve dan dat hij hem misschien graag lust, en wie zal zeggen welk merk het was dat hem naar den kop steeg, toen hij als een razende uit pakte tegen de leden van het parlement, dat niet wil zooals hij wil. Pilsoedski is vermoeid van de overwin ning, welke hij heeft binnengesleept uit de stembus; een overwinning ten koste van veel knevelarij, en bloedvergieten, zoo ere, dat Duifcsckland een klacht bij don Vol kenbondsraad heeft ingediend. En vermoeid van deze glorierijke prestatie gaat Pil soedski uitrusten op Madeira, hetzelfde eiland, waar de ex-keizer van Oostenrijk na den verloren krijg zijn laatste levens dagen sleet en stierf, in ballingschap. Pilsoedski gaat er rusten op zijn lauwe ren, het Poolsche klimaat is hem in den winter te guur. Deze week is hij er aange komen en heeft hij een bezoek gebracht bij den gouverneur. Hij denkt tot April van diens gastvrijheid gebruik te maken. Het jaar begint vrij goed voor Pilsoeds ki. Met drie maanden vacantie! 'n Best baantje, dictator in Polen! Bratianu t. Nu een and-er mach tig man uitgeleide gedaan. Het betreft hier een staatsman, die nu eeuwig is gaan rus ten, n.l. Vintila Bratianu, de leider der li berale partij in Roemenië, die dezer da gen op zijn landgoed Mihaesti aan ©en be roerte is overleden. Vintila Bratianu studeerde aan de tech nische boogeschool te Parijs; hij behaalde er het diploma van bouwkundig inge nieur. Nadat zijn broer lonel het politieke erf deel van zijn vader had overgenomen, trad ook Vintila in de liberale partij. Met grooten ijver wijdde hij zich speciaal aan de studie van fina-ncieele en economische vraagstukken en hij verwierf zich op dit gebied zoo veel naam, dat hij in verschil lende belangrijke financieele instituten te werk werd gesteld. Nog vóór den oorlog werd hij burgemees ter van Boekarest. Tijdens den oorlog, in 1916, volgde zijn benoeming tot minister van oorlog, later werd hij minister van munitie-voorziening. Na den oorlog trad hij in alle liberale kabinetten op als minister van financiën; in zijn langdurige ambtsperiode heeft hij een aantal belangrijke hervormingen tot stand gebracht. Hij bracht o.a. de inflatie- beweging tot staan, maakte een aanvang met de stabilisatie van de Lei en het her stel van het begrootings-evenwicht, conso lideerde de buitenlandsche schulden en re organiseerde het belastingwezen. Na het plotseling' overlijden van zijn broer lonel, 24 November 1927, trad- hij in diens plaats in de regeering en nam hij, behalve de portefeuille van financiën, ook het minister-presidentschap op zich. Bij den terugkeer van Carol en zijn uit roeping tot koning, verklaarde Bratianu, dat hij nooit in dit herstel zou berusten. Hij moest echter al hee-1 spoedig zien, dat zijn neef, George Bratianu, met de jong-libe- ralen den z.g. „koningstrouwen"-koer8 in sloeg. Ook andere leiders der oud-liberalen maakten tegen Vintila front, o.a. J. Flo- rescu. Een canossa-gang was onder die omstan digheden voor Bratianu onvermijdelijk. Üp 9 Juli j.l. ging hij op audiëntie bij den ko ning, wien hij een memorandum overhan digde. Hiermede waren de betrekkingen tus schen de liberale partij en de Kroon offi cieel hervat. Exit Rykof. Nog een uitgeleide, thans voor een man, die politiek dood is (althans voorloopig dood, misschien wordt hij weer levend). Ü6 voorzitter van den raad van volks commissarissen in Sovjet Rusland, is thans definitief eruit geknikkerd. Rykof heeft dit, althans in naam,'hoog ste ambt in de Sovjet-Unie sedert den d.iod van Lenin bekleed, maar zijn macht is zien- deroogen geslonken toen hij niet meer den- zelfden weg als Stalin, de almachtige se cretaris-generaal van de communistische partij, wilde bewandelen en bij de oppo sitie van rechts ingedeeld werd. De veld tocht tegen Rykof is den laatsten tijd fel aan den gang geweest. Men heeft hem her haaldelijk gesommeerd van zijn zuiverheid in de communistische leer, gelijk deze nu officieel is vastgesteld, te getuigen. Eerst sprak hij zoo diplomatiek dat men hem niet kon vangen. Hij bleef deze taktiek volgen toen hij in een rede voor fabrieks arbeiders en ander personeel te St. Pe tersburg de moeilijkheid trachtte te omzei len, door nadruk te leggen op de noodzake- Jijkbeid van eenheid in de partij. Aan een I scherp verhoor onderworpen over zijn be- trekkingen tot de „dubbelhartigen" en „halfha-rtigen", maakte hij er zich af door zulke vragen als ongerechtvaardigd te wraken, aangezien hij voorzitter van den raad. van volkscommissarissen en lid i van het Politieke Bureau was. Rykof vcr- bruari en Maart 1931 moeten toonen aan eiken ambtenaar van het Openbaar Ge zag, die daarom vraagt. Het is van belang dat zij er op letten dit bewijs gedurende die maanden goed te bewaren. In de omslagen bevinden zich ook groe ne kaarten. Deze dienen voor de Bedrijfs- teiling welke gelijktijdig met de Volkstel ling zal worden gehouden. Hierover wordt nog een afzonderlijke mededeeling uitge geven. oorloofde zioh met dat al in den boezem der regeering twijfel te opperen aan het vooruitzicht dat men over een paar jaar niet alleen in de behoeften van vleesch van de bevolking zou kunnen voo.rzien, maar zelfs vleesch zou kunnen uitvoeren. Hij was het evenmin eens met den graan- uitvoer en ook daarin toonde hij niet in te stemmen met de doldriftige opvatting dat de nationale belangen van het Russi sche volk geen gewicht in de schaal kon den leggen, als het te doen was om den triomf van de wereldrevolutie. Zijn tegen- I standers verweten hem dat hij de voorstel ling ingang trachtte te doen vinden, alsof zij zich minder gelegen lieten liggen aan de zorg voor de dagelijksche behoeften van I het volk dan hij en zijn medestanders. Zoo doende was Rykof steeds meer tot de ver- dachten gaan behooren die niet van heeler harte medewerkten aan de uitvoering van I het groote plan volgens de door Stalin aan gegeven lijnen. Rykof werd gewipt als lid van het Politieke Bureau, kreeg verlof als voorzitter van den raad van volkscommis sarissen en spoedig na de hervatting van deze functie is hij er, op zijn verzoek, „om gezondheidsredenen" van ontheven. Hij heeft zich dezen aftocht met goed fatsoen verzekerd, vóór hem het vuur nog nader aan de schenen gelegd werd. Rykof's heengaan beteekent een nieuwe triomf voor Stalin, den almachtigen lei der der internationale communstische partij. Koerde n-o n r u s t. Er schijnt weer I eenige onrust te zijn onder de Koerden in het Turksch-Perzische grensgebied, al kan men in dit jaargetijde zeker geen groote actie verwachten. De Turken beschuldigen de Perzen de Koerden wapens te leveren. Telkens als de Koerden oproerig worden duiken dergelijke beschuldigingen op, die oorzaak vinden in het feit, dat de Koer den, zoodra het hun op Turksch gebied te warm wordt, toevlucht zoeken over de grens bij de daar levende Koerdische stammen. Zoo was het dan ook te verklaren, dat bij den grooten Koerdischen opstand van dezen zomer er ernstige moeilijkheden tus schen Turkije en Perzië ontstonden en de Turke evenals zij ook nu weer schijnen te doen, dreigden de vervolging der Koer den te zullen voortzetten ook over de grens, indien de Perzische autoriteiten in gebreke mochten blijven de Koerden op hun gebied in toom te houden en de invasie der op standelingen van hun gebied uit in Tur kije te beletten. Zoó was het ook te verklaren, dat de Turksche regeering bij Perzië aandrong op een grensherziening, waardoor het gebied van de Ararat geheel aan Turkije zou ko men, want dat bergland bood bij de ver volging der opstandige Koerden de groot ste moeilijkheden, omdat de Turksch-Per zische grens thans midden door dat gebied loopt. Turkije bood dan ter vergoeding voor den afstand van het Perzische Araratge- bied een grenscorrectie ten gunste van Perzië in het zuiden aan. In beginsel nam Perzië deze Turksche voorstellen aan, maar de onderhandelingen over hun verwezenlijking leidden tot dus ver nog niet tot een resultaat, hetgeen behalve door meeningsverschillen over de aan Perzië wegens den afstand van het Araratgebied te geven territoriale vergoe ding ook veroorzaakt schijnt te worden door meeningsverschillen op economisch gebied en in het bijzonder door de eischen van Per zië ten aanzien van een verlaging der Turksche douanetarieven te zijnen guns i.e. Vermoedelijk staan de berichten omtrent nieuwe dreigende moeilijkheden van de zijde der Koerden en het dreigement, dat de Turksche troepen zoo noodig de Perzi sche grens zullen overschrijden als dat voor den strijd tegen de Koerden noodig is, in verband met den slechten gang dezer on derhandelingen. De hel losgebroken. Ten slotte een paar woorden over de groote ramp, wel ke Midden-Java- heeft getroffen, n.l. de M e ra pi-ui t bar s ting. Volgens de jongste berichten bedraagt het aantal slachtoffers S00, allen deerlijk verbrand door de gloeiende zandstroom. Acht inlandsche dorpen zijn totaal ver woest. terwijl een uitgestrekte streek vruchtbaar land bedekt, is met gloeiend heet zand, welke stroom nog steeds naar beneden vloeit, waardoor andere dorpen met verwoesting worden bedreigd. Duizenden vluchtelingen stroomen de steden van Midden-.Java binnen, in vele gevallen van hun zinnen beroofd door al bet vei schrikkelijke wat zij hebben aan schouwd. Het geheele district Stroemboeng is een ware brandende hel geworden. De Merapi is nog steeds in werking en werpt rookzuilen en verblindende vlammen uit, ofschoon het onderaardsch gerommel is opgehouden. De resident, die het getrof fen district bezocht, kwam in verscheidene huizen, waar de mannen en vrouwen, blijk baar uit a-ngst voor komende ramp zelf moord hadden gepleegd. De eruptie is een van de grootste cata- strophen, welke Midden-Java ooit getrof fen hebben. GEMENGDE BERICHTEN ONGELUKKEN SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER. Te water gereden en verdronken. Te Slagharen (O.) is gistermiddag dr. Cysow, geneesheer te De Lutter, met. zijn auto door de gladheid van den weg in het kanaal gereden en verdronken. Dr. C was nog maar kort geleden gehuwd. Autobotsing te Amerongen. Verwarring in een bruilofts, stoet. Woensdagmorgen heeft op het gevaar lijke kruispunt Rijksweg te Amerongen en Koenensteeg een ernstig auto-ongeval plaats gehad. Een trouwstoet was op weg naar het Gemeentehuis van Amerongen. Toen de laatste volgauto van dezen stoet het kruis punt passeerde, kwam deze in botsing met den luxe auto, bestuurd door den chauf feur van graaf Bentick van Leersum. De laatste auto werd. zwaar beschadigd, de chauffeur kwam er zonder letsel af. An dera was het gesteld met de volgauto. Deze, waarin een vijftal personen gezeten wa?. afkomstig uit Barneveld, sloeg over den kop en kwam totaal vernield aan den an deren kant van den weg te liggen. De in zittenden werden min of meer ernstig go- wond. Dr. Rijfkogel van Amerongen was spoedig ter plaatse en verleende de eerste hulp. De heer N. van R. werd met ernstige verwondingen naar het ziekenhuis te Amersfoort overgebracht, waarheen ook de echlgenoote van B. moest worden ge transporteerd. B. zelf en de echtgenoot.? van van R. werden minder ernstig verwond en konden naderhand naar Barneveld te- rugkeeren. De chauffeur H. de K. bekwam een hoofdwonde. Daar men bruid en bruidegom niets had medegedeeld van het ongeval, werd het huwelijk gewoon voltrokken. De politie stelde een onderzoek in. Do hoek RijkswegKoenensteeg is zeer ge vaarlijk, gedurende de laatste paar maan- den zijn hier reeds vijf auto-ongevallen ge beurd. Ook Dinsdag heeft hier een onge luk plaats gehad, zonder ernstige gevol gen evenwel. Een buis door het dijbeen. Door een wonderlijken samenloop va.i omstandigheden is Woensdagavond onge veer zes uur een ernstig ongeluk op den Middenweg nabij het Rechthuis te A'dam gebeurd. Een vrachtauto reed uit de Linnaeus- straat dezen weg op. Een wielrijder, die den Ringdijk op moest stak voor deze auto over eu passeerde, om op den Ringdijk te komen, de auto een oogenblik langs den verkeerden kant. Dit werd den fietser nood lottig. Zonder dat de chauffeur het ge merkt had, was een buis, welke boven op zijn wagen gebruikt werd voor de bevesti ging van een dekkleed, even te voren geval len en stak deze langs de auto uit. De buis, welke een doorsnede had van pl.m. 2 c.M., werd door de rijdende auto den wielrijder dwars door het dijbeen gedreven. De Ge neeskundige zag zich genoodzaakt de buis op straat of te zagen alvorens zij den zwaargewonde naar het Centr. Isr. Zieken huis kon vervoeren. Auto contra motorrijwiel. Donderdagmiddag heeft op den Verleng den Heerenwe-g te Groningen een botsing plaats gehad tusschen oon auto, bestuurd door den heer J. B. B. uit Groningen en een motorrijwiel, waarop de heer S. P. R. was gezeten, eveneens uit Groningen af- I komstig. De motorrijder werd met een her senschudding en een ernstigen beenbreuk naar het R. IC. Ziekenhuis overgebracht. De politie heeft de zaak in onderzoek. DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN. Een aanrijding, die goed afliep. Te Weert had op een onbewaakten over weg een aanrijding plaats, welke gelukkig nog goed is afgeloopen. Juist op het oogen blik dat de zoon van den landbouwer Hen drik Nouwen, bedoelden weg met een be spannen kar wilde oversteken, naderde uit d.e richting Roermond een trein, welke het paard greep en enkele meters meesleurde. Het dier werd deerlijk toegetakeld, zoodat het direct moest worden afgemaakt. De begeleider werd een eind terzijde gegooid, doch kwam er zonder ernstig letsel af. Verdronken. De 53-jarige tuinbouwer D. te Oud- Karspel, is door de gladheid uitgegleden, j te water-geraakt en verdronken. I In de haven te Sliedrecht is de 20- j jarige ongehuwde E. B. uit Sliedrecht.. werkzaam bij een aannemersfirma, ver- dronken. Zijn lijk is opgehaald. In een mestvork geloopen. De 15-jarige G. te Tubbergen liep met een mestvork de schuur uit, toen juist om den hoek zijn 4-jarig broertje kwam aanloo- pen en op zijn vork stuitte met het gevolg, dat het kind e-en diepe vleesch wonde op liep boven het oog. Ofschoon zich het ge val aanvankelijk niet zoo ernstig liet aan zien werd noodig geoordeeld, dat de kleine naar het ziekenhuis te Hengelo zou worden overgebracht. Het kind is aldaar aan de bekomen verwondingen overleden. Van een tien meter hoogen steiger gevallen. Bij de werkzaamheden aan de in aan bouw zijnde kapel aan het klooster van hei Missiehuis der Paters van den H. Gees., te Weert, had de ruim vijftig-jarige arbei der P. M. bet ongeluk van een ongevcci tien Meter hoogen steiger naar beneden te storten. De ongelukkige werd met zeer ernstige en bloedige verwondingen aan het hoofd opgenomen, terwijl de ontboden genees heer constateerde dat hij bovendien inwen dige kneuzingen van ernstigen aard had opgeloopen. Hij werd ter verpleging naa: het gasthuis te Venlo overgebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9