Tusschen de Boeken der Wet ZATERDAG 27 DECEMBER 1930 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD PAG. 13 JOANNES STALPAERT VAN DER WIELEN ii Direct op deze serie gedichten aanslui tend is w el, al is dit eerst n a 's dichters dood uilgegeve 1 (1C33) „Guide Ia ens Feest dagen of Den Schat der Geestelijcke Lof- sangen Bemaekt op elcken Feest dagh van 't geheele Iaer", een groote verzameling liederen (1292 bladzijden) merkwaardig vooral wijl bij velen de muziek is bijge voegd. Het is vooral Stalpaerts bedoeling ge weest, want al is de complete bundel eerst na zijn dood uitgekomen, zéér zeker zullen talrijke liederen vóórdien reeds lang be kend zijn geweest, dat verscheidene gezan gen gemeengoed zouden worden, om op déze wijze méér bij te dragen tot of der bezongen Heiligen, getuige de aangege ven „stem", waarvan velen populair bij de massa waren. Een tweetal dezer liederen: DE LOFSANCK MARIAE Ave Maris Stella XV Augusti. Held're Zee-ster, Moeder Van den besten Hoeder, Maeghd altijd gebleven Poort van t' eeuwigh leven. Keert ons d'oude Eva Is u nieuwe Ave Stijvende in vrede Ons door uw' gebeden. Helpt het quaed ontbinden, Brenght licht voor den blinden; Weert ons alle roeden, Krijght ons alle goeden. Toont te sijn een Moeder Van Hem, die ons' broeder En uw' zoon wou wesen, Om ons te genesen. HARDERS De Tweede Kers-misse XXV December. „Glory zij in den hooghsten Gode, End' op der aerden peys en vree. Wel op dan Harders! aet u noden 't Is toch te moghelycken bee. Dus maeckt u ree Na Davids stee, Om eer te doen den nieuwen Koningh Maer nu hij koos soo armen woningh. Zoo'n laet niet wat te dragen mee." Had Stalpaert tot nu toe zijn werk in dichtvorm gegeven zes jaar voor zijn dood in 1624 komt er te 's-Hertogen- bosch bij Ianzoon Scheffer (dezelfde die Stalpaert's „Hemelrijck" en „Gulde-Iaer Ons Heeren" reeds had uitgegeven) een prozawerk uit, getiteld: Roomsche Reijs t'zamen spraecks gewijs tusschen Pieter de Reijser Ende Abakuk Fijnen Broeder." Getuigde dr. Abraham Kuyper in zijn Rectorale Oratie: „Het Calvinisme en de Kunst", dat men „uit Cats' werken wel een Calvinistisch dogmatiekje zou kunnen samenstellen" zéér zeker, kunnen wij dit met evenveel recht zegen van Stalpaert's „Roomsche Reys" ten opzichte van het Katholicisme. Hoewel in deze bundel van negen verhandelingen zeer zeker de pries ter is te speuren, bóvenal toch vinden wij er den jurist in terug. Scherp, zakelijk, helder betoogend en weerleggend, raak zijn de antwoorden 'van „Pieter de Reyser" op de thesen door .Abakuk" opgeworpen. Maar de theologant weet Abakuk's zoe ken en tasten naar de waarheid, met de uitspraken van den H. Bernardus steeds den weg te wijzen. Het werk is een samenvoeging van ver schillende disputen o.a. over het Pausdom, de Aflaten en de Heiligen-vereering, ter wijl aan het slot van 't werk een gebed is opgenomen „om in tijde van Aflaet bij yder Christen mensch gelesen te worden, 't sy in rijm, 't sy in pros, elk nae de smaak van zijn beste devotie." Hoewel er nóg een werk in dichtvorm, met name „Oogenzalf tegen Domine. van Stalpaerts hand moet zijn verschenen, i9 dit niet bewaard gebleven en kan dan ook als laatste litterair oeuvre van den meester genoemd worden diens „Extrac- tum Katholicum tegen Alle Gebreken van Verwarde harsenen", welk werk eerst 7 jaren na het overlijden van den schrijver, maar dan ook met zijn naam „Ioh. Stal- pardi" gesierd, het licht zag. In de voorrede tot dit werk, dat op het titelblad een groote zalfpot met als achter grond het interieur van een apotheek ver toont. geeft Stalpaert een exegese van den titel: „wezende een recept, die de Me- decijnen plegen te ordineeren tot een al- gemeene verbetering van alle bedurven humeuren." Deze gedachtengang volgend heeft de schrijver zijn stof dan ook verdeeld in 170 „doses", waaraan, wijl, zooals „de drukker totten zanger" zegt „de Aptekers de ge woonte hebben en de zieken de hervat- rent heyd van nae de ingenome Medicamen ten te bezigen een weinig Confijts, tegen de bitterheid, of walgende zoetigheyd der zelvej", 'n 25-tal gedichten bijwijze van Niet Sijnen, maar Fijnen Broeder: Ket ter. XII. Een naargeestig wetboek. Gebrekkige ontwikke ling of ziekelijke storing van geestvermogens. Wat te doen met psychopathen? Overmacht en noodweer. Waar de politie-agenten van kunnen profiteeren. Hoe men iemand dood kan maken met de minste gevangenisstraf. Wij zijn thans genaderd tot een gebied, waarin een ordentelijk mensch slechts met een zekere huivering binnentreedt, het ge bied van de Strafwet. Rondom de Strafwet hangt de onbe haaglijke sfeer van strenge rechters, die boeten uitdeelen en gevangenisstraffen; de sfeer van misdaad en overtreding; van politiemannen, die u verbaliseeren en als u het erg verbruid heeft, zelfs arresteeren; de sfeer van cachot en gevangeniscel kortom heel de zelfkant van de maatschap pij met zijn verdorvenheid en verrotting waait u tegen bij het openslaan van dit naargeestige wetboek. Het is jammer, dat zulk een wetboek noodig is, maar de menschheid is nu een maal geneigd om juist datgene te doen wat niet mag en daarom is ook dit wet boek een nuttig ding. Het is verdeeld in twee gedeelten. Hei eerste is het algemeene gedeelte, dat han delt over de toepasselijkheid der Nedrr- lanlsche strafwet, over de straffen, over de uitsluiting, vermindering en verhooging der strafbaarheid ,ove-r de poging tot mis drijf, over de deelneming aan strafbare fei ten. over samenloop van strafbare feiten enz alles algemeene bepalingen, toe passelijk op allerlei soorten misdaden. Het tweede ge oei te behandelt de misdrijven en overtredingen afzonderlijk. Tusschen haakjes: niemand weet precies te zeggen, waarin het verschil ligt tusschen misdrij ven en overtredingen, maar over 't alge- me. :i veelt u wel waar de scheidingslijn ligt: misdrijven zijn zwaardere vergrijpen dan overtredingen. Wie bijv. een gemeen telijke politieverordening overtreedt, be gaat een overtreding, geen misdrijf. Maar om op de afzonderlijke misdrijven en overtredingen terug te komen: een zeer verkort overzicht zal voldoende zijn, om u eenigen kijk te geven op hetgeen er zooal te koop is. Op de eerste plaats stelt dit gedeelte strafbaar verschillende misdrij ven tegen de veiligheid van den staat (sa menzwering, geweld, aanslagen etc.) en te gen de koninklijke waardigheid. Daarna volgen misdrijven tegen de openbare orde, (zooals opruiing, huisvredebreuk, grafschen nis e.d.) tegen de algemeene veiligheid van personen en goederen (brandstichting, ver nieling van dijken en spoorwegen, het z.g „wegbrengen" van schepen enz.). Dan mis drijven tegen het openbaar gezag, meineed, valsche munterij, valschheid in geschriften, zedenmisdrijven, beleediging, misdrijven tegen de persoonlijke veiligheid, misdrijven t-egen het leven en tegen de gezondheid. Vervolgens misdrijven gericht tegen don eigendom (diefstal, verduistering enz.) en ten slotte ambtsmisdrijven en scheepvaart- misdrijven. Een opsomming van de verschillende groepen van overtredingen zal ik u bespa ren. Wij zullen ons verder beperken tot het algemeene gedeelte en' daaruit enkele gre pen doen. Wie niet strafbaar zijn. Het klinkt op het eerste gezicht mis schien vreemd, maar niet iedereen, die een strafbaar feit begaat is daarom ook straf baar. Er zijn verscheidene omstandigheden denkbaar, waarin men den dans ontspringt, niettegenstaande het bedreven feit een strafbare handeling is. Vooreerst zijn er personen, wien de wet geen straf wil opleggen, omdat zij niet toe rekenbaar zijn, hetzij wegens de gebrek kige ontwikkeling hetzij wegens ziekelijke storing van hun geestvermogens. Zulke personen kan de rechter in een krankzinnigengesticht doen opnemen ge durende een proeftijd van ten hoogste éen jaar. Sommige personen zijn evenwel niet, gek genoeg voor een gekkenhuis, en toen ook'niet geschikt voor de gevangenis. Vroe ger had de rechter in zulke gevallen slechts de keus tusschen twee dingen: öf hij kon den misdac 'ger ontoerekenbaar verklaren en hem doen opsluiten in een krankzinni gengesticht, met de zekerheid, dat hij na een jaar weer op de maatschappij zou wor den losgelaten, fwel hem toerekenbaar verklaren en in de gevangenis stoppen, waar hij het beetje verstand, dat hij neg over had, totaal verloor. Sinds 1928 heeft de Psychopathenwet in dezen ouhoudbaren toestand verandering gebracht. Wanneer de rechter thans meent, dat het belang der openbare orde dat be paaldelijk vordert, kan hij een zoodanigen halven krankzinnige (psychopaath) ter be schikking stellen van de regeering. Deze zorgt dan voor opneming in een Psychopa- thenasyl of in een andere inrichting. Ons eenigste Psychopathenasyl bevindt zich thans te Leiden, hetgeen den Leidenaar zeer goed bekend is, want ieder oogenblik ontsnapt er een. Men noemt zulke Psycho pathen ook wel: verminderd toerekenings- vatbaren, of geestelijk minderwaardigen. Is de rechter overtuigd, dat de Psycho paath best een stootje velen kan, dan is hij bovendien nog bevoegd om hem eerst een tijdje in de doos te stoppen en daarna ter beschikking van de regeering te stel len of omgekeerd. Hij kan de ter beschik king stelling ook voorwaardelijk opleggen. De voorwaardelijke veroordeeling, wel „Peperhuysken met bijgevoegde Confijten" als toegift is meegegeven. Ook van deze gedichten zijn verschillen de getoonzet, waarover Stalpaert schrijft, dat hij „niet de raerste ofte curieuste, maar de zoetste ende bekendste toónen" heeft uitgekozen, om op déze wijze beter ingang lot de massa te vinden. CXIXe DOSIS VRYE WIL Stem: Rosbaerlje, en moy Niesje. Ts 't dat ghy wilt gevonden Eens werden in de vreugd, Zoo keerd u van de zonde En voegt u tot de deugd. Hoe zal ik dit beginnen? 'k En heb noch wil noch maet, Noch om het goed te minnen Noch om te haten 't quaed. Den Heer doed all' mijn werken 1) Daer is geen vrije wil Nae les van onze Kerken, Des ik mijn koude stil. Hoe komt dan God te noden 2) Den mensche totiet goea, Tndien hij noch geboden Noch quaed vrijwillig doed? Dits tegens alle reden. En zeker 't waer geraen 3) Met stokken op de leden Dits les te doen verstaen. Zoo lang tot dat de lenden Geslagen blau en lam De vrije wil bekenden, Die ons de doling nam. Zegt dan uw' nieuwe klerken. (Dit dient voor al bemerkt) Dat wij mee moeten werken, Wanneer God in ons werkt. Dit maekt, van Godes wegen, 4) d'Apostel ons bekend: „Niet ik, maar Godes zegen Met mij." En hier ist end. Is Stalpaert's werk thans verouderd? Neen Vooral het laatstgenoemde „Extractum Kathlicum" is ook n u nog een apologie van het Geloof, die heden ten dage nog werke lijk van kracht is. Immers er valt toch niet te ontkennen, dat zoolang niet alle gelooven, richtingen en secten in één groote universeele Kerk zijn 1) Isaie 26 12. 2) Argument.um Augustïni lib. de gratia et lib. arb. cap. 2. 3) Argument.um Scoti. 4) 1 Cor. 15 10 et Aug. lib. de grat. et lib. arb. c. 5. ke ook vaak bij normale wetsovertreders wordt toegepast, is een zeer nuttige uit vinding. De dreiging van de straf, welke denzulken gedurende een proeftijd boven het hoofd hangt, is dikwijls meer effectief dan de straf zelf en is een krachtige aan sporing om zich behoorlijk te gedragen. Voor gelegenheids-misdadigers, n.l. men- schen, die in een zwak oogenblik een niet al te zwaar vergrijp hebben gepleegd, is een voorwaardelijke veroordeeling een uit komst. Door overmacht gedrongen. Andere personen, die verminderd toe rekeningsvatbaar zijn, zijn minderjarigen. Wat er met hen allemaal gebeuren kan, zullen wij echter niet nagaan; wij komen dan in het systeem der kinderwetten en als wij daar eenmaal in zijn, komen wij er niet meer zoo gemakkelijk uit. Liever zullen wij ons bezig houden met gevallen, welke ons allen kunnen overko men, al zijn we nog zoo normaal en nog zoo ordelievend. Zoo zegt art. 40 W. v. S.: Niet strafbaar is hij, die een feit begaat waartoe hij door overmacht is gedrongen. Wat onder „overmacht" verstaan moet worden, zegt de wet niet; zij laat dat over aan de waardeering van den rechter. Een voorbeeldje kan evenwel duidelijk maken wat bedoeld wordt. Stel u voor, dat u schipbreukeling bent en op een klein balk je rond zwerft op de zilte golven. Plotseling duikt naast u een tweede «chipbreukeling op en wil ook op het balkje klimmen Dit is echter te klein om beiden drijvende te houden. Wanneer u in dit geval, om uw eigen leven te redden, uw medemensch terugstoot in de golven, waar hij jammerlijk moet verdrinken, is uw daad geen dood slag en gaat u vrij uit. Hier was sprake van overmacht of, zooals men het ook wel noemt, van een noodtoestand. Ter noodzakelijke verdediging. Vervolgens is ook niet strafbaar, hij die handelt uit noodweer. Noodweer i9 aan wezig, wanneer met een feit begaat, welke geboden is ter noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen oogenblikkelijke, wederrech telijke aanranding. In zulk een geval zoudt u bijv. kunnen geraken wanneer u zich 's nachts plotse ling tegenover een inbreker in uw huis be vindt. Wanneer de dief er met uw boeltje vandoor gaat, hebt u het recht hem in zijn beenen te schieten. Ik zeg met opzet niet. dat u het recht hebt, hem dood te schieten, want er staat in de wet, dat men datgene doen mag, wat „noodzakelijk" is om zijn goed te verdedigen. En doodschieten is wel een radicaal middel, maar als men vol staan kan met een minder ingrijpend mid del, dan Is dat alleszins aan te bevelen. Bovendien moet men rekening houden met de evenredigheid tusschen mi ldel en doel, al staat dat niet in de wet. Wanneer ecu dief bijv. wegvlucht met een mandje ap pelen uit uw tuin en het eenjg mogelijke middel om uw eigendom te redden, zou zijn, hem een kogel na te zenden, dan is het toch wel heel ongemotiveerd om een men- schenleven in de waagschaal te stellen voor een mandje appelen. opgelost, wij nog steeds kunuen spreken van „onze ellendige tijden, overvloeyende meer als oit van aide ley secten van dolingen." Zoolang deze hereeniging niet zal heb ben plaat-s gehad, zal Stalpaerts zegenen den invloed van kracht zijn en zijn toorie der Geloofsverdediging brandende blijven. D. S. KALENDER DER WEEK N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks Gloria en Credo. Tot en met Donderdag ue Prefatie van Kerstmis en de verandering in hei Gebed „Communi- cantes". ZONDAG 28 Dec. Feestdag v. d. H. H. Onnoozcle Kinderen. Mis-: Ex ore. 2e gebed v. h. Kerstoctaaf. KleuiRood. N.B. Na het Graduale wordt het Alle luja met vers gebeden. Heden vieren wij den feestdag der kin deren, die, zooals het H. Evangelie ver haalt, door den allerwreedstcn koning He rodes vermoord zijn. Ziet. de aardsche vijand zou door ee: betuigingen die geluk kige kleinen nooit zóóveel voordeel heb ben kunnen brengen, a!s hij nu gedaan heeft door zijn haat. (H. Augustinus). MAANDAG 29 Dec. Mis v. d. H. Thomas van Kantelberg, Bisschop en Belijder: Gauclearr.us. 2e gebed v. h. Kerstoctaaf. Kleur: Rood. Thomas Becket, kanselier van koning Hendrik II van Engeland, tot Aartsbis schop van Kantelberg verheven, was tot groote teleurstelling van den koning, die in hartstochtelijke heerschzucht de rech ten der Kerk aaniandde, een onverschrok ken verdediger der Kerk. Bedreigingen of vleierij konden hem niet doen wankelen. Ten slotte was Thomas wel gedwongen te vluchten. Jarenlang verbleef hij onder de bescherming van Paus Alexander en den Franschen koning Lodewijk in Italië en Frankrijk als balling. Door de bemoeiin gen des Pausen en van den Franschen ko ning kwam er een einde aan Thomas' bal lingschap. Maar spoedig na zijn terugkeer, werd hij weer het slachtoffer van allerlei lasterlijke beschuldigingen, zoodat de ko ning in Thomas een vijand bleef zien van het rijk en hij zich bij zijne hovelingen be klaagde, dat er één priester was in het rijk, waarmee hij maar geen vrede kon houden. Deze woorden brachten de hove lingen op de gedachte den koning van dien éénen priester te bevrijden. Zeer goed begrijpende, dat Thomas die éénen priester was, hebben zij hem lafhartig ver moord tijdens de Vespers in de Kathe draal van Kantelberg, den 2f>en Dec. 1170. DINSDAG 30 Dec. Mis v. d. Zondag on der het Kerstoctaaf: Dum medium. 2e ge Aan den anderen kant is het best moge lijk, dat u straffeloos zoudt zijn, wanneor u, in den nacht plotseling tegenover een inbreker staande, hem bout portam neerschoot. Dit gaat de grenzen der nood zakelijke zelfverdediging wel te buiten, doch de wet zegt, dat ook overschrijding der noodweer-grenzen niet strafbaar is, in dien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt. En men mag veilig aannemen, dat de meeste menschen wel iets in hun binnenste voelen rikketikken wan neer zij vis vis tegenover een nachte lijken inbreker staan. Wettelijk voorschrift en ambtelijk bevel. Het is wel een prettig gevoel, wanneer je naast al die artikelen, welke niets an ders doen dan ais maar strafbaar verkla ren, ook eens een paar artikelen leest, waarin staat, wanneer je niet strafbaar bent. Daarom zullen wij er nog twee noe men, n.l. 42 en 43, luidende als volgt: Niet strafbaar is hij, die een feit begaat ter uitvoering van een wettelijk voorschiift. Niet strafbaar is hij, die een feit begaat ter uitvoering van een ambtelijk bevel, gege ven door het daartoe bevoegde gezag. Een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel heft do strafbaarheid niet op, tenzij het door den ondergeschikte te goeder trouw als bevoegd gegeven werd beschouwd en de nakoming daarvan binnen cjen kring zijner onderge schiktheid was gelegen. Van deze artikelen profiteeren o.a. po- litie-agenten, wanneer zij van de blanke sabel gebruik maken bij verzet tegen een airestatie of tegenover een oproerige volks menigte. Ook zij kunnen hierbij echter te ver gaan en er zijn voorbeelden van, dat zelfs politic-agenten wegens mishandeling van hun. arrestant strafrechtelijk vervolgd zijn. Vier manieren om iemand dood te maken. Wij zouden nu nog het een en ander kunnen vertellen over de strafbare poging tot misdrijf (poging tot overtreding is niet strafbaar) over de deelneming ^an straf bare feiten en over de samenloop van straf bare feiten, maar u zult wel willen geloo ven, dat men-niet alleen geen misdrijf mag plegen, maar het ook niet mag probceren; en dat medeplichtigheid aan strafbare fei ten eveneens kwaad is in de oogen dei- wet. Omtrent de samenloop van strafbare feiten moeten wij even opmerken, dat de straf niet altijd 'n optelsommetje is van Je straffen, welke op de diverse misdaden zijn gesteld. Zoo kan het hier te lande nooit voorkomen, dat iemand al heeft hij ail© misdaden van het hcele wetboek op zijn geweten veroordeeld wordt tot 180 jaar gevangenisstraf bijvoorbeeld. Het hoogste wat iemand krijgen kan is niet meer dan één derde boven het zwaarste maximum en in geen geval meer dan 20 jaar oflevens lang. Interessanter dan bespiegelingen daar over lijkt het ons evenwel om als slot van dit artikel een paar verschillen tusschen enkele misdrijven uiteen te zetten, welke nogal eens verwisseld worden. bed v. h. Kerstoctaaf. Kleur: Wit. WOENSDAG 31 Dec. Mis v. d. H. Sil vester, Paus en Belijder: Sacerdotes. 2e gebed v. h. Kerstoctaaf. Kleur: Wit. Den H. Silvester was het gegeven onder het bevrijdend bestuur van keizer Con- stantijn de Groote de Kerk uit de verbor genheid, waarin zij tijdens de vervolging geleefd had, binnen te leiden in het open bare leven. Hij maakte heilzame wetten en bepalingen om leiding te geven aan den heilzamen greei-naar-buiten van de Kerk. Vrij geworden van den vijand van bui ten, moest zij nu gaan strijden tegen den innerlijken vijand, n.l. de ketterij. Maar Silvester was de trouwe wachter. Hij be streed den vijand krachtig. Onvermoeid strijder is hij geweest tegen- de ketterij van Arius, die Christus' Godheid loochende. Op de Algemeene Kerkvergadering van Nicea veroordeelde deze Paus Arius' dwa ling. Na een bestuur van bijna twee en twintig jaren overleed Silvester in 335. DONDERDAG 1 Januari. Feestdag v. d. Besnijdenis des Heeren. Dag van devotie, maar geen verplichting. Mis: Puer. Kleur: Wit. Worden wij bij ons H. Doopsel aan God toegewijd, bij de Joden geschiedde de toewijding van ieder mannelijk kind door de besnijdenis. Dan ontvingen die kinderen ook een naam. Ook aan den Godgelijken Zaligmaker werd de godsdienstige plech tigheid der besnijdenis verricht. Want, daar Hij in alles aan ons gelijk werd, be halve in de zonde, wilde Hij zich niet aan die Joodsche Wet onttrekken ofschoon hij natuurlijk niet onder, maar boven die wet was. Het Goddelijk Kind ontving toen ook Zijn Naam n.l. Jesus, d.i. Verlosser. Want, aldus had de Engel gezegd: „Gij zult Zijn Naam Jesus noemen. Hij immers zal Zijn volk verlossen van de zonde". VRIJDAG 2 Jan. Octaafdag v. h. feest v. d. H. Stephanus, Martelaar: Sederunt (als op 26 Dec.). 2e gebed ter eere van Maria (Deus, qui salutis); 3e voor Kerk of Paus. Geen Credo. Kleur: Rood. ZATERDAG 3 Jan. Octaafdag v. h. feest v. d. H. Joannes, Apostel. Mis: In medio. Gebeden als gisteren. Geen Credo. Prefatie v. d. Apostelen. Kleur: Wit. IN DE KERKEN DER E.E. P. P. FRANCISCANEN: Alles als in bovenstaande kalender, be halve DINSDAG. 2e gebed v. d. Z. Z. Marga rita Colonna en Matthia van Nazzarei, Maagden; 3e v. h. Kerstoctaaf. VRIJDAG. Mis v. d. Z. Z. Brmtivolius de Bonis en Gerardus Cagnoli, Belijders: Con ti teantur. 2e gebed v. h. octaaf v. d. H. Stephanus; 3e ter eere van Maria. Kleur: Wit. Amsterdam. ALB. M. KOK, pr. Wist u bijv. dat er vier manieren (straf bare, natuurlijk!) zijn, om iemand dood te maken? Vooreerst: moord. Dat is iemand mot voorbedachten rade van kant maken: daar op staat 20 jaar of levenslang. Vervolgens: doodslag. Dat is iemand opzettelijk van het leven berooven, evenwel zonder voorbe dachten rade. Het maximum is hier 15 jaar gevangenisstraf. Verder kan men het opzet hebben gehad iemand te mishandelen, hetwelk den dood ten gevolge heeft gehad (zonder dat dit gevolg de bedoeling was). Hot maximum is ook hier 15 jaar, wanneer het althans zware mishandeling met voorbedachten rade betreft. En ten slotte kan er sprake zijn van dood door schuld. Hij aan wiens schuld (na latigheid bijv.) de dood van een ander te wijten is, wordt gestraft met gevangenis straf of hechtenis van ten hoogste 9 maan den. Dat is belangrijk minder dan de vo rige straffen. Dieven, oplichters en flesschentrekkers. Ook diefstal en verduistering worden nogal eens verward. Bij diefstal moet men iets wegnemen, men krijgt er dan maximaal 4 jaren voor terug, en 6 jaren als de diefstal gepaard gaat met inbraak of geschiedt ge durende den voor de nachtrust bestemden tijd. Bij verduistering neemt men niets weg, doch eigent men zich alleen een an dermans gced wederrechtelijk tce, dat men reeds anders dan door misdaad onder zich heeft. Hieraan kan zich bijv. een penning meester schuldig maken, die gelden van tie vcreeniging ten eigen bate aanwendt. Op dit misdrijf staat 3 jaar gevangenis straf. Een afzonderlijk misdrijf is sinds 1928 ook de z.g. flesschentrekkerij. Hij die ceu beroep of gewoonte maakt van het koo- pen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te ver zekeren, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren. Dat is nog weer iets anders dan oplichting, hetgeen al9 volgt veroordeeld wordt: Hij die, met hot oogmerk om zich of een ander wederrech telijk te bevoordeelen, hetzij door het aan nemen van een valschen naam of van een valsche hoedanigheid-, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samen weefsel van verdichtsels (de droge wetstekst wordt hier bepaald dichterlijk!) iemand beweegt tot de afgifte van eenig goed of tot het aangaan van een schuld of het teniet doen van een inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting gestraft met gevangenisstraf van ter. hoogste drie jaren. Benadeelt een koopman, die een faillisse ment ziet aankomen, zijn schuldeischers, dan spreken we van eenvoudige of bedrie- gelijke bankbreuk, waarop resp. 1 en 6 jaar staat. Zoo ziet n, dat iemand naar de andere wereld helpen en iemand in zijn vermogen benadeelen op allerlei wijze kan gebeuren, welke manieren wel alle op hetzelfde neer komen, maar daarom toch nog niet dezelfde zijn. Mr. H. F. A. G. 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1930 | | pagina 13