Tusschen de Boeken der Wet
ZATERDAG 27 DECEMBER 1930
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD PAG. 13
JOANNES STALPAERT
VAN DER WIELEN
ii
Direct op deze serie gedichten aanslui
tend is w el, al is dit eerst n a 's dichters
dood uilgegeve 1 (1C33) „Guide Ia ens Feest
dagen of Den Schat der Geestelijcke Lof-
sangen Bemaekt op elcken Feest dagh van
't geheele Iaer", een groote verzameling
liederen (1292 bladzijden) merkwaardig
vooral wijl bij velen de muziek is bijge
voegd.
Het is vooral Stalpaerts bedoeling ge
weest, want al is de complete bundel eerst
na zijn dood uitgekomen, zéér zeker zullen
talrijke liederen vóórdien reeds lang be
kend zijn geweest, dat verscheidene gezan
gen gemeengoed zouden worden, om op
déze wijze méér bij te dragen tot of der
bezongen Heiligen, getuige de aangege
ven „stem", waarvan velen populair bij de
massa waren.
Een tweetal dezer liederen:
DE LOFSANCK MARIAE
Ave Maris Stella
XV Augusti.
Held're Zee-ster, Moeder
Van den besten Hoeder,
Maeghd altijd gebleven
Poort van t' eeuwigh leven.
Keert ons d'oude Eva
Is u nieuwe Ave
Stijvende in vrede
Ons door uw' gebeden.
Helpt het quaed ontbinden,
Brenght licht voor den blinden;
Weert ons alle roeden,
Krijght ons alle goeden.
Toont te sijn een Moeder
Van Hem, die ons' broeder
En uw' zoon wou wesen,
Om ons te genesen.
HARDERS
De Tweede Kers-misse
XXV December.
„Glory zij in den hooghsten Gode,
End' op der aerden peys en vree.
Wel op dan Harders! aet u noden
't Is toch te moghelycken bee.
Dus maeckt u ree Na Davids stee,
Om eer te doen den nieuwen Koningh
Maer nu hij koos soo armen woningh.
Zoo'n laet niet wat te dragen mee."
Had Stalpaert tot nu toe zijn werk in
dichtvorm gegeven zes jaar voor zijn
dood in 1624 komt er te 's-Hertogen-
bosch bij Ianzoon Scheffer (dezelfde die
Stalpaert's „Hemelrijck" en „Gulde-Iaer
Ons Heeren" reeds had uitgegeven) een
prozawerk uit, getiteld: Roomsche Reijs
t'zamen spraecks gewijs tusschen Pieter
de Reijser Ende Abakuk Fijnen Broeder."
Getuigde dr. Abraham Kuyper in zijn
Rectorale Oratie: „Het Calvinisme en de
Kunst", dat men „uit Cats' werken wel
een Calvinistisch dogmatiekje zou kunnen
samenstellen" zéér zeker, kunnen wij dit
met evenveel recht zegen van Stalpaert's
„Roomsche Reys" ten opzichte van het
Katholicisme. Hoewel in deze bundel van
negen verhandelingen zeer zeker de pries
ter is te speuren, bóvenal toch vinden wij
er den jurist in terug.
Scherp, zakelijk, helder betoogend en
weerleggend, raak zijn de antwoorden
'van „Pieter de Reyser" op de thesen door
.Abakuk" opgeworpen.
Maar de theologant weet Abakuk's zoe
ken en tasten naar de waarheid, met de
uitspraken van den H. Bernardus steeds
den weg te wijzen.
Het werk is een samenvoeging van ver
schillende disputen o.a. over het Pausdom,
de Aflaten en de Heiligen-vereering, ter
wijl aan het slot van 't werk een gebed is
opgenomen „om in tijde van Aflaet bij yder
Christen mensch gelesen te worden, 't sy in
rijm, 't sy in pros, elk nae de smaak van
zijn beste devotie."
Hoewel er nóg een werk in dichtvorm,
met name „Oogenzalf tegen Domine.
van Stalpaerts hand moet zijn verschenen,
i9 dit niet bewaard gebleven en kan dan
ook als laatste litterair oeuvre van den
meester genoemd worden diens „Extrac-
tum Katholicum tegen Alle Gebreken van
Verwarde harsenen", welk werk eerst 7
jaren na het overlijden van den schrijver,
maar dan ook met zijn naam „Ioh. Stal-
pardi" gesierd, het licht zag.
In de voorrede tot dit werk, dat op het
titelblad een groote zalfpot met als achter
grond het interieur van een apotheek ver
toont. geeft Stalpaert een exegese van
den titel: „wezende een recept, die de Me-
decijnen plegen te ordineeren tot een al-
gemeene verbetering van alle bedurven
humeuren."
Deze gedachtengang volgend heeft de
schrijver zijn stof dan ook verdeeld in 170
„doses", waaraan, wijl, zooals „de drukker
totten zanger" zegt „de Aptekers de ge
woonte hebben en de zieken de hervat-
rent heyd van nae de ingenome Medicamen
ten te bezigen een weinig Confijts, tegen
de bitterheid, of walgende zoetigheyd der
zelvej", 'n 25-tal gedichten bijwijze van
Niet Sijnen, maar Fijnen Broeder: Ket
ter.
XII.
Een naargeestig wetboek. Gebrekkige ontwikke
ling of ziekelijke storing van geestvermogens.
Wat te doen met psychopathen? Overmacht en
noodweer. Waar de politie-agenten van kunnen
profiteeren. Hoe men iemand dood kan maken
met de minste gevangenisstraf.
Wij zijn thans genaderd tot een gebied,
waarin een ordentelijk mensch slechts met
een zekere huivering binnentreedt, het ge
bied van de Strafwet.
Rondom de Strafwet hangt de onbe
haaglijke sfeer van strenge rechters, die
boeten uitdeelen en gevangenisstraffen; de
sfeer van misdaad en overtreding; van
politiemannen, die u verbaliseeren en als
u het erg verbruid heeft, zelfs arresteeren;
de sfeer van cachot en gevangeniscel
kortom heel de zelfkant van de maatschap
pij met zijn verdorvenheid en verrotting
waait u tegen bij het openslaan van dit
naargeestige wetboek.
Het is jammer, dat zulk een wetboek
noodig is, maar de menschheid is nu een
maal geneigd om juist datgene te doen
wat niet mag en daarom is ook dit wet
boek een nuttig ding.
Het is verdeeld in twee gedeelten. Hei
eerste is het algemeene gedeelte, dat han
delt over de toepasselijkheid der Nedrr-
lanlsche strafwet, over de straffen, over
de uitsluiting, vermindering en verhooging
der strafbaarheid ,ove-r de poging tot mis
drijf, over de deelneming aan strafbare fei
ten. over samenloop van strafbare feiten
enz alles algemeene bepalingen, toe
passelijk op allerlei soorten misdaden. Het
tweede ge oei te behandelt de misdrijven
en overtredingen afzonderlijk. Tusschen
haakjes: niemand weet precies te zeggen,
waarin het verschil ligt tusschen misdrij
ven en overtredingen, maar over 't alge-
me. :i veelt u wel waar de scheidingslijn
ligt: misdrijven zijn zwaardere vergrijpen
dan overtredingen. Wie bijv. een gemeen
telijke politieverordening overtreedt, be
gaat een overtreding, geen misdrijf.
Maar om op de afzonderlijke misdrijven
en overtredingen terug te komen: een zeer
verkort overzicht zal voldoende zijn, om u
eenigen kijk te geven op hetgeen er zooal
te koop is. Op de eerste plaats stelt dit
gedeelte strafbaar verschillende misdrij
ven tegen de veiligheid van den staat (sa
menzwering, geweld, aanslagen etc.) en te
gen de koninklijke waardigheid. Daarna
volgen misdrijven tegen de openbare orde,
(zooals opruiing, huisvredebreuk, grafschen
nis e.d.) tegen de algemeene veiligheid van
personen en goederen (brandstichting, ver
nieling van dijken en spoorwegen, het z.g
„wegbrengen" van schepen enz.). Dan mis
drijven tegen het openbaar gezag, meineed,
valsche munterij, valschheid in geschriften,
zedenmisdrijven, beleediging, misdrijven
tegen de persoonlijke veiligheid, misdrijven
t-egen het leven en tegen de gezondheid.
Vervolgens misdrijven gericht tegen don
eigendom (diefstal, verduistering enz.) en
ten slotte ambtsmisdrijven en scheepvaart-
misdrijven.
Een opsomming van de verschillende
groepen van overtredingen zal ik u bespa
ren.
Wij zullen ons verder beperken tot het
algemeene gedeelte en' daaruit enkele gre
pen doen.
Wie niet strafbaar zijn.
Het klinkt op het eerste gezicht mis
schien vreemd, maar niet iedereen, die een
strafbaar feit begaat is daarom ook straf
baar. Er zijn verscheidene omstandigheden
denkbaar, waarin men den dans ontspringt,
niettegenstaande het bedreven feit een
strafbare handeling is.
Vooreerst zijn er personen, wien de wet
geen straf wil opleggen, omdat zij niet toe
rekenbaar zijn, hetzij wegens de gebrek
kige ontwikkeling hetzij wegens ziekelijke
storing van hun geestvermogens.
Zulke personen kan de rechter in een
krankzinnigengesticht doen opnemen ge
durende een proeftijd van ten hoogste éen
jaar. Sommige personen zijn evenwel niet,
gek genoeg voor een gekkenhuis, en toen
ook'niet geschikt voor de gevangenis. Vroe
ger had de rechter in zulke gevallen slechts
de keus tusschen twee dingen: öf hij kon
den misdac 'ger ontoerekenbaar verklaren
en hem doen opsluiten in een krankzinni
gengesticht, met de zekerheid, dat hij na
een jaar weer op de maatschappij zou wor
den losgelaten, fwel hem toerekenbaar
verklaren en in de gevangenis stoppen,
waar hij het beetje verstand, dat hij neg
over had, totaal verloor.
Sinds 1928 heeft de Psychopathenwet in
dezen ouhoudbaren toestand verandering
gebracht. Wanneer de rechter thans meent,
dat het belang der openbare orde dat be
paaldelijk vordert, kan hij een zoodanigen
halven krankzinnige (psychopaath) ter be
schikking stellen van de regeering. Deze
zorgt dan voor opneming in een Psychopa-
thenasyl of in een andere inrichting. Ons
eenigste Psychopathenasyl bevindt zich
thans te Leiden, hetgeen den Leidenaar
zeer goed bekend is, want ieder oogenblik
ontsnapt er een. Men noemt zulke Psycho
pathen ook wel: verminderd toerekenings-
vatbaren, of geestelijk minderwaardigen.
Is de rechter overtuigd, dat de Psycho
paath best een stootje velen kan, dan is
hij bovendien nog bevoegd om hem eerst
een tijdje in de doos te stoppen en daarna
ter beschikking van de regeering te stel
len of omgekeerd. Hij kan de ter beschik
king stelling ook voorwaardelijk opleggen.
De voorwaardelijke veroordeeling, wel
„Peperhuysken met bijgevoegde Confijten"
als toegift is meegegeven.
Ook van deze gedichten zijn verschillen
de getoonzet, waarover Stalpaert schrijft,
dat hij „niet de raerste ofte curieuste,
maar de zoetste ende bekendste toónen"
heeft uitgekozen, om op déze wijze beter
ingang lot de massa te vinden.
CXIXe DOSIS
VRYE WIL
Stem: Rosbaerlje, en moy Niesje.
Ts 't dat ghy wilt gevonden
Eens werden in de vreugd,
Zoo keerd u van de zonde
En voegt u tot de deugd.
Hoe zal ik dit beginnen?
'k En heb noch wil noch maet,
Noch om het goed te minnen
Noch om te haten 't quaed.
Den Heer doed all' mijn werken 1)
Daer is geen vrije wil
Nae les van onze Kerken,
Des ik mijn koude stil.
Hoe komt dan God te noden 2)
Den mensche totiet goea,
Tndien hij noch geboden
Noch quaed vrijwillig doed?
Dits tegens alle reden.
En zeker 't waer geraen 3)
Met stokken op de leden
Dits les te doen verstaen.
Zoo lang tot dat de lenden
Geslagen blau en lam
De vrije wil bekenden,
Die ons de doling nam.
Zegt dan uw' nieuwe klerken.
(Dit dient voor al bemerkt)
Dat wij mee moeten werken,
Wanneer God in ons werkt.
Dit maekt, van Godes wegen, 4)
d'Apostel ons bekend:
„Niet ik, maar Godes zegen
Met mij." En hier ist end.
Is Stalpaert's werk thans verouderd?
Neen
Vooral het laatstgenoemde „Extractum
Kathlicum" is ook n u nog een apologie van
het Geloof, die heden ten dage nog werke
lijk van kracht is.
Immers er valt toch niet te ontkennen,
dat zoolang niet alle gelooven, richtingen en
secten in één groote universeele Kerk zijn
1) Isaie 26 12.
2) Argument.um Augustïni lib. de gratia
et lib. arb. cap. 2.
3) Argument.um Scoti.
4) 1 Cor. 15 10 et Aug. lib. de grat. et
lib. arb. c. 5.
ke ook vaak bij normale wetsovertreders
wordt toegepast, is een zeer nuttige uit
vinding. De dreiging van de straf, welke
denzulken gedurende een proeftijd boven
het hoofd hangt, is dikwijls meer effectief
dan de straf zelf en is een krachtige aan
sporing om zich behoorlijk te gedragen.
Voor gelegenheids-misdadigers, n.l. men-
schen, die in een zwak oogenblik een niet
al te zwaar vergrijp hebben gepleegd, is
een voorwaardelijke veroordeeling een uit
komst.
Door overmacht gedrongen.
Andere personen, die verminderd toe
rekeningsvatbaar zijn, zijn minderjarigen.
Wat er met hen allemaal gebeuren kan,
zullen wij echter niet nagaan; wij komen
dan in het systeem der kinderwetten en
als wij daar eenmaal in zijn, komen wij er
niet meer zoo gemakkelijk uit.
Liever zullen wij ons bezig houden met
gevallen, welke ons allen kunnen overko
men, al zijn we nog zoo normaal en nog
zoo ordelievend.
Zoo zegt art. 40 W. v. S.: Niet strafbaar
is hij, die een feit begaat waartoe hij door
overmacht is gedrongen.
Wat onder „overmacht" verstaan moet
worden, zegt de wet niet; zij laat dat over
aan de waardeering van den rechter. Een
voorbeeldje kan evenwel duidelijk maken
wat bedoeld wordt. Stel u voor, dat u
schipbreukeling bent en op een klein balk
je rond zwerft op de zilte golven. Plotseling
duikt naast u een tweede «chipbreukeling
op en wil ook op het balkje klimmen Dit
is echter te klein om beiden drijvende te
houden. Wanneer u in dit geval, om uw
eigen leven te redden, uw medemensch
terugstoot in de golven, waar hij jammerlijk
moet verdrinken, is uw daad geen dood
slag en gaat u vrij uit. Hier was sprake van
overmacht of, zooals men het ook wel
noemt, van een noodtoestand.
Ter noodzakelijke verdediging.
Vervolgens is ook niet strafbaar, hij die
handelt uit noodweer. Noodweer i9 aan
wezig, wanneer met een feit begaat, welke
geboden is ter noodzakelijke verdediging
van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid
of goed tegen oogenblikkelijke, wederrech
telijke aanranding.
In zulk een geval zoudt u bijv. kunnen
geraken wanneer u zich 's nachts plotse
ling tegenover een inbreker in uw huis be
vindt. Wanneer de dief er met uw boeltje
vandoor gaat, hebt u het recht hem in zijn
beenen te schieten. Ik zeg met opzet niet.
dat u het recht hebt, hem dood te schieten,
want er staat in de wet, dat men datgene
doen mag, wat „noodzakelijk" is om zijn
goed te verdedigen. En doodschieten is wel
een radicaal middel, maar als men vol
staan kan met een minder ingrijpend mid
del, dan Is dat alleszins aan te bevelen.
Bovendien moet men rekening houden met
de evenredigheid tusschen mi ldel en doel,
al staat dat niet in de wet. Wanneer ecu
dief bijv. wegvlucht met een mandje ap
pelen uit uw tuin en het eenjg mogelijke
middel om uw eigendom te redden, zou zijn,
hem een kogel na te zenden, dan is het
toch wel heel ongemotiveerd om een men-
schenleven in de waagschaal te stellen voor
een mandje appelen.
opgelost, wij nog steeds kunuen spreken van
„onze ellendige tijden, overvloeyende meer
als oit van aide ley secten van dolingen."
Zoolang deze hereeniging niet zal heb
ben plaat-s gehad, zal Stalpaerts zegenen
den invloed van kracht zijn en zijn toorie
der Geloofsverdediging brandende blijven.
D. S.
KALENDER DER WEEK
N.B. Als niet anders wordt aangegeven
dagelijks Gloria en Credo. Tot en met
Donderdag ue Prefatie van Kerstmis en
de verandering in hei Gebed „Communi-
cantes".
ZONDAG 28 Dec. Feestdag v. d. H. H.
Onnoozcle Kinderen. Mis-: Ex ore. 2e gebed
v. h. Kerstoctaaf. KleuiRood.
N.B. Na het Graduale wordt het Alle
luja met vers gebeden.
Heden vieren wij den feestdag der kin
deren, die, zooals het H. Evangelie ver
haalt, door den allerwreedstcn koning He
rodes vermoord zijn. Ziet. de aardsche
vijand zou door ee: betuigingen die geluk
kige kleinen nooit zóóveel voordeel heb
ben kunnen brengen, a!s hij nu gedaan
heeft door zijn haat. (H. Augustinus).
MAANDAG 29 Dec. Mis v. d. H. Thomas
van Kantelberg, Bisschop en Belijder:
Gauclearr.us. 2e gebed v. h. Kerstoctaaf.
Kleur: Rood.
Thomas Becket, kanselier van koning
Hendrik II van Engeland, tot Aartsbis
schop van Kantelberg verheven, was tot
groote teleurstelling van den koning, die
in hartstochtelijke heerschzucht de rech
ten der Kerk aaniandde, een onverschrok
ken verdediger der Kerk. Bedreigingen of
vleierij konden hem niet doen wankelen.
Ten slotte was Thomas wel gedwongen te
vluchten. Jarenlang verbleef hij onder de
bescherming van Paus Alexander en den
Franschen koning Lodewijk in Italië en
Frankrijk als balling. Door de bemoeiin
gen des Pausen en van den Franschen ko
ning kwam er een einde aan Thomas' bal
lingschap. Maar spoedig na zijn terugkeer,
werd hij weer het slachtoffer van allerlei
lasterlijke beschuldigingen, zoodat de ko
ning in Thomas een vijand bleef zien van
het rijk en hij zich bij zijne hovelingen be
klaagde, dat er één priester was in het
rijk, waarmee hij maar geen vrede kon
houden. Deze woorden brachten de hove
lingen op de gedachte den koning van
dien éénen priester te bevrijden. Zeer
goed begrijpende, dat Thomas die éénen
priester was, hebben zij hem lafhartig ver
moord tijdens de Vespers in de Kathe
draal van Kantelberg, den 2f>en Dec. 1170.
DINSDAG 30 Dec. Mis v. d. Zondag on
der het Kerstoctaaf: Dum medium. 2e ge
Aan den anderen kant is het best moge
lijk, dat u straffeloos zoudt zijn, wanneor
u, in den nacht plotseling tegenover een
inbreker staande, hem bout portam
neerschoot. Dit gaat de grenzen der nood
zakelijke zelfverdediging wel te buiten,
doch de wet zegt, dat ook overschrijding
der noodweer-grenzen niet strafbaar is, in
dien zij het onmiddellijk gevolg is geweest
van een hevige gemoedsbeweging, door de
aanranding veroorzaakt. En men mag veilig
aannemen, dat de meeste menschen wel iets
in hun binnenste voelen rikketikken wan
neer zij vis vis tegenover een nachte
lijken inbreker staan.
Wettelijk voorschrift en
ambtelijk bevel.
Het is wel een prettig gevoel, wanneer
je naast al die artikelen, welke niets an
ders doen dan ais maar strafbaar verkla
ren, ook eens een paar artikelen leest,
waarin staat, wanneer je niet strafbaar
bent. Daarom zullen wij er nog twee noe
men, n.l. 42 en 43, luidende als volgt: Niet
strafbaar is hij, die een feit begaat ter
uitvoering van een wettelijk voorschiift.
Niet strafbaar is hij, die een feit begaat ter
uitvoering van een ambtelijk bevel, gege
ven door het daartoe bevoegde gezag. Een
onbevoegd gegeven ambtelijk bevel heft do
strafbaarheid niet op, tenzij het door den
ondergeschikte te goeder trouw als bevoegd
gegeven werd beschouwd en de nakoming
daarvan binnen cjen kring zijner onderge
schiktheid was gelegen.
Van deze artikelen profiteeren o.a. po-
litie-agenten, wanneer zij van de blanke
sabel gebruik maken bij verzet tegen een
airestatie of tegenover een oproerige volks
menigte. Ook zij kunnen hierbij echter te
ver gaan en er zijn voorbeelden van, dat
zelfs politic-agenten wegens mishandeling
van hun. arrestant strafrechtelijk vervolgd
zijn.
Vier manieren om iemand
dood te maken.
Wij zouden nu nog het een en ander
kunnen vertellen over de strafbare poging
tot misdrijf (poging tot overtreding is niet
strafbaar) over de deelneming ^an straf
bare feiten en over de samenloop van straf
bare feiten, maar u zult wel willen geloo
ven, dat men-niet alleen geen misdrijf mag
plegen, maar het ook niet mag probceren;
en dat medeplichtigheid aan strafbare fei
ten eveneens kwaad is in de oogen dei-
wet. Omtrent de samenloop van strafbare
feiten moeten wij even opmerken, dat de
straf niet altijd 'n optelsommetje is van Je
straffen, welke op de diverse misdaden zijn
gesteld. Zoo kan het hier te lande nooit
voorkomen, dat iemand al heeft hij ail©
misdaden van het hcele wetboek op zijn
geweten veroordeeld wordt tot 180 jaar
gevangenisstraf bijvoorbeeld. Het hoogste
wat iemand krijgen kan is niet meer dan
één derde boven het zwaarste maximum en
in geen geval meer dan 20 jaar oflevens
lang.
Interessanter dan bespiegelingen daar
over lijkt het ons evenwel om als slot van
dit artikel een paar verschillen tusschen
enkele misdrijven uiteen te zetten, welke
nogal eens verwisseld worden.
bed v. h. Kerstoctaaf. Kleur: Wit.
WOENSDAG 31 Dec. Mis v. d. H. Sil
vester, Paus en Belijder: Sacerdotes. 2e
gebed v. h. Kerstoctaaf. Kleur: Wit.
Den H. Silvester was het gegeven onder
het bevrijdend bestuur van keizer Con-
stantijn de Groote de Kerk uit de verbor
genheid, waarin zij tijdens de vervolging
geleefd had, binnen te leiden in het open
bare leven. Hij maakte heilzame wetten en
bepalingen om leiding te geven aan den
heilzamen greei-naar-buiten van de Kerk.
Vrij geworden van den vijand van bui
ten, moest zij nu gaan strijden tegen den
innerlijken vijand, n.l. de ketterij. Maar
Silvester was de trouwe wachter. Hij be
streed den vijand krachtig. Onvermoeid
strijder is hij geweest tegen- de ketterij van
Arius, die Christus' Godheid loochende.
Op de Algemeene Kerkvergadering van
Nicea veroordeelde deze Paus Arius' dwa
ling. Na een bestuur van bijna twee en
twintig jaren overleed Silvester in 335.
DONDERDAG 1 Januari. Feestdag v. d.
Besnijdenis des Heeren. Dag van devotie,
maar geen verplichting. Mis: Puer. Kleur:
Wit.
Worden wij bij ons H. Doopsel aan
God toegewijd, bij de Joden geschiedde de
toewijding van ieder mannelijk kind door
de besnijdenis. Dan ontvingen die kinderen
ook een naam. Ook aan den Godgelijken
Zaligmaker werd de godsdienstige plech
tigheid der besnijdenis verricht. Want,
daar Hij in alles aan ons gelijk werd, be
halve in de zonde, wilde Hij zich niet aan
die Joodsche Wet onttrekken ofschoon hij
natuurlijk niet onder, maar boven die
wet was. Het Goddelijk Kind ontving toen
ook Zijn Naam n.l. Jesus, d.i. Verlosser.
Want, aldus had de Engel gezegd: „Gij
zult Zijn Naam Jesus noemen. Hij immers
zal Zijn volk verlossen van de zonde".
VRIJDAG 2 Jan. Octaafdag v. h. feest
v. d. H. Stephanus, Martelaar: Sederunt
(als op 26 Dec.). 2e gebed ter eere van
Maria (Deus, qui salutis); 3e voor Kerk of
Paus. Geen Credo. Kleur: Rood.
ZATERDAG 3 Jan. Octaafdag v. h.
feest v. d. H. Joannes, Apostel. Mis: In
medio. Gebeden als gisteren. Geen Credo.
Prefatie v. d. Apostelen. Kleur: Wit.
IN DE KERKEN DER
E.E. P. P. FRANCISCANEN:
Alles als in bovenstaande kalender, be
halve
DINSDAG. 2e gebed v. d. Z. Z. Marga
rita Colonna en Matthia van Nazzarei,
Maagden; 3e v. h. Kerstoctaaf.
VRIJDAG. Mis v. d. Z. Z. Brmtivolius de
Bonis en Gerardus Cagnoli, Belijders: Con
ti teantur. 2e gebed v. h. octaaf v. d. H.
Stephanus; 3e ter eere van Maria. Kleur:
Wit.
Amsterdam. ALB. M. KOK, pr.
Wist u bijv. dat er vier manieren (straf
bare, natuurlijk!) zijn, om iemand dood te
maken?
Vooreerst: moord. Dat is iemand mot
voorbedachten rade van kant maken: daar
op staat 20 jaar of levenslang. Vervolgens:
doodslag. Dat is iemand opzettelijk van het
leven berooven, evenwel zonder voorbe
dachten rade. Het maximum is hier 15 jaar
gevangenisstraf.
Verder kan men het opzet hebben gehad
iemand te mishandelen, hetwelk den dood
ten gevolge heeft gehad (zonder dat dit
gevolg de bedoeling was). Hot maximum
is ook hier 15 jaar, wanneer het althans
zware mishandeling met voorbedachten
rade betreft.
En ten slotte kan er sprake zijn van
dood door schuld. Hij aan wiens schuld (na
latigheid bijv.) de dood van een ander te
wijten is, wordt gestraft met gevangenis
straf of hechtenis van ten hoogste 9 maan
den. Dat is belangrijk minder dan de vo
rige straffen.
Dieven, oplichters en
flesschentrekkers.
Ook diefstal en verduistering worden
nogal eens verward. Bij diefstal moet men
iets wegnemen, men krijgt er dan maximaal
4 jaren voor terug, en 6 jaren als de diefstal
gepaard gaat met inbraak of geschiedt ge
durende den voor de nachtrust bestemden
tijd. Bij verduistering neemt men niets
weg, doch eigent men zich alleen een an
dermans gced wederrechtelijk tce, dat men
reeds anders dan door misdaad onder zich
heeft. Hieraan kan zich bijv. een penning
meester schuldig maken, die gelden van
tie vcreeniging ten eigen bate aanwendt.
Op dit misdrijf staat 3 jaar gevangenis
straf.
Een afzonderlijk misdrijf is sinds 1928
ook de z.g. flesschentrekkerij. Hij die ceu
beroep of gewoonte maakt van het koo-
pen van goederen met het oogmerk om
zonder volledige betaling zich of een ander
de beschikking over die goederen te ver
zekeren, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste drie jaren. Dat is nog weer
iets anders dan oplichting, hetgeen al9
volgt veroordeeld wordt: Hij die, met hot
oogmerk om zich of een ander wederrech
telijk te bevoordeelen, hetzij door het aan
nemen van een valschen naam of van een
valsche hoedanigheid-, hetzij door listige
kunstgrepen, hetzij door een samen weefsel
van verdichtsels (de droge wetstekst wordt
hier bepaald dichterlijk!) iemand beweegt
tot de afgifte van eenig goed of tot het
aangaan van een schuld of het teniet doen
van een inschuld, wordt, als schuldig aan
oplichting gestraft met gevangenisstraf van
ter. hoogste drie jaren.
Benadeelt een koopman, die een faillisse
ment ziet aankomen, zijn schuldeischers,
dan spreken we van eenvoudige of bedrie-
gelijke bankbreuk, waarop resp. 1 en 6 jaar
staat.
Zoo ziet n, dat iemand naar de andere
wereld helpen en iemand in zijn vermogen
benadeelen op allerlei wijze kan gebeuren,
welke manieren wel alle op hetzelfde neer
komen, maar daarom toch nog niet dezelfde
zijn.
Mr. H. F. A. G.
1