UIT DE PERS
Het landbouwbeleid der regeering.
UIT DE RADIO-WEREL
GELENGDE BERICHTEN
De Man
van Nergenshuizen
MAANDAG 24 NOVEMBER 1930
DE LE1DSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. S
HET MOBILISATIE-VRAAGSTUK
EN DE S. D. A. P.
Het Tweede Kamer-id Max van Poll
schrijft naar aanleiding van de verklaring
van den heer Albarda over de houding
der S. D. A. P. bij een mobilisatie in de
Morgen, onder het hoofd „De S. D. A. P.
schakelt zich uit als Regeeringspa-rtij":
Nu dit alles in het Parlement, door den
leider der fractie openlijk is gezegd en er
dus geen twijfel meei mogelijk is over de
houding dier fractie zoowel thans, a's in
geval van mobilisatie ter wille van grens-
en zelfverdediging, beteek-ent dit, dat de
sociaal-democratische f'actie tot het oogen
blik waarop zij ten deze ,een ander stand
punt zal innemen, zichzelf heeft uitgescha
keld als Regeeringspartij, zoolang zij niet
met de vrijzinnig-democraten, de meer
derheid in het Parlement zal vormen.
Dat is duidelijk.
Tot nu toe kon er nog geredeneerd wor
den over de vraag, of een parlementair
samengaan met de S. D. A P. mogelijk en
gewenscht was voor de Katholieke Kamer
fractie.
Na Albarda's verklaring is dit onmoge
lijk geworden
Want de R. K. Staatspartij en de R. K.
Kamerfractie kunnen onder geen beding
in de Regeering samengaan met eene
groep, die. als bet land plotseling in het
grootste gevaar mocht komen, medewer
king aan de mobilisatie zou weigeren en
deze misschien ze fs zou saboteeren en on
mogelijk maken en, in de Regeering zit
tend, al zeer gemakkelijk spel zou hebben.
Zij kunnen zelfs niet de verantwoorde
lijkheid aanvaarden tot een samenregee-
ren met de ministers eener partij, die op
•het standpunt staat, dat- men ons land
meet openstellen als vrij vechtterrein bij
een gewapend conflict tusschen onze bu
ren; omdat het optreden eener Regeering
in Nederland, waarin zulk een partij zit
ting zoude hebben, we'haast onvermijde
lijk tot de hierboven bedoelde verontrus
ting in het buitenland aanleiding zou ge
ven met al de daaraan verbonden gevol
gen.
Mfit andere woorden: de mogelijkheid
van een parlementair Kabinet, bestaande
uit vrijzinnig- en sociaal-democraten en
Katholieken, die toch al bijzonder klein
was tengevolge van de sfeer we'ke de so
ciaal-democraten door hun hoon-tactiek
schiepen, is voor afzienbaren tijd uitgeslo
ten. Tenzijde sociaal-democratie en
ook de vrijzinnig-democratie bij een der
gelijke Kabinetsvorming bereid zouden zijn
zéér uitdrukkelijk hun standpunt prijs te
geven, wat onaannemelijk klinkt.
Het valt niet te ontkennen, dat deze
nieuwe situatie de moeilijkheden ver
scherpt, in zooverre, dat daarmede een, zij
het kleine, kans tot terugkeer naar een
parlementair Kabinet, feitelijk is wegge-
Men zou ze.fs van een ontzaglijke ver
scherping der politieke moeilijkheden moe
ten spreken, indien ook thans nog het par-
lementair-constitutioneele gebruik zou blij
ven gelden, dat een parlementaire meer
derheid die een Kabinet doet vallen,- ipso
fac-to verplicht is de regeering te aan
vaarden.
In dit geval toch zou elke ernstige be-
s'issing, waartegen de Regeering zich zou
verzetten, en die tot haar aftreden zou
kunnen leiden, door een meerderheid, be
staande uit Katholieken en vrijzinnig- en
sociaal-democraten vermeden moeten wor
den.
Wie even nagaat, welke beslissingen in
het eerste jaar dezer parlementaire pe
riode en in de eerste maanden van dit zit
tingsjaar op deze wijze zijn gevallen, be
grijpt wat dit zou beteekenen.
Op belangrijke practische punten, waar
omtrent tusschen de genoemde partijen
overeenstemmende inzichten bestaan, zou
nooit meer een zuivere beslissing kunnen
vallen.
Bovendien zou de macht eener extra
parlementaire regeering in hoogst belang
rijke mate worden versterkt. Iedere on
aannemelijk verklaring van een voorstel' of
amendement zou tot afwijzing daarvan
moeten leiden om redenen buiten der
gelijke voorstellen en amendementen om.
Het ware zeer menschelijk, indien eene
Re peering ook van die positie zou gebruik
maken.
Maar wij meenen, dat, na Albarda's ver
klaringen, de gewone parlementair-consti-
tutioneele consequentie (het is ten slotte
niet meer dan een gebruik) van een toeval
lige dergelijke meerderheidsvorming op
practische punten, niet meer aanwezig kan
worden geacht. Om de eenvoudige reden,
dat Albarda's verklaringen de sociaal-de
mocratische fractie als regeeringspartij de
finitief (tot die verklaringen herroepen
zouden worden) heeft uitgeschakeld Geen
enkele partij, die ons land niet tot op-
marsch- en strijdterrein van vreemde le
gers wil maken, kan er aan denken met
de S. D. A. P. de regeeringsverantwoorde
lijkheid te aanvaarden. Ook de liberalen
niet, evenmin als de A. R. en de Chr. Hist.
Het optreden der S. D. A. P. als regee
ringspartij moet dus, zoolang zij niet met
de Vrijzinnigijdemocraten de meerderheid
in het Parlement heeft, worden beschouwd
als een casus non dabilis, als iets wat a
priori onaanvaardbaar is.
Maar op zulke gevallen is de, in totaal
andere omstandigheden gegroeide, parle
mentair- constitutioneele practijk. die zegt,
dat een meerderheid welke een Regeering
ben val brengt, zelf de regeering moet aan
vaarden, niet berekend. En daarom moet
men haar daardoor ook geen dienst willen
laten doen, wat niet anders dan tot een-
hoogst bedenkelijke en onnoodige verar
ming van ons parlementair systeem zou
kunnen leiden.
Naar in de Memorie van Antwoord op
het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer
over de begrooting van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw wordt verklaard,
houdt de regeering zich onafgebrokeo be
zig met de zware opdrachten, voor welke
de crisis haar plaatst. Indien thans mg
geen afdoende maatregelen zijn getroffen
om de boeren te helpen, is dit in de eerste
plaats te wijten aan het buitengewoon in
gewikkeld karakter der vraagstukkeu
eigen, welke zich hier opdoen. De minis
ter is dan ook steeds dankbaarder ge
stemd tegenover de coramissie-Lovink, wel
ke een waarborg biedt voor een zaakrijke
behandeling van deze problemen.
De opmerking, dot een dergelijke com
missie slechts maatregelen van algemee-
nen aard zou kunnen voorstellen, is in
strijd met de feiten.
Dat de Regeering ten aanzien van ver
scheidene voorstellen der commissio-Lo-
vink reeds overneming zou hebben gewei-
werd, is niet juist. Slechts ten aanzien van
het voorstel der commissie, om tot verla
ging van spoorvrachttarieven voor tuin
bouwproducten over te gaan, heeft de
Regeering, na een zeer breedvoerig onder
zoek, kortelings een weigerend antwoord
moeten laten hooren. op gronden, ontleend
aan eischen van een goed spoorbeleid.
Hiertegenover staat, dat de regeering, in
het loopende jaar tweemaal een inciden
teel© verlaging van tarieven voor vervoer
van aardappelen heeft bekostigd. Voor het
"Overige beeft de regeering de in de rap
porten der commissie neergelegde voor
stellen hetzij overgenomen, hetzij in ern
stige overweging genomen.
Voorstellen der Commissie-
Lovink.
Het komt den Minister gewenscht voor
de Kamer mededeeling te doen van de
voorstelling, welke' de commissie-Lovink
tot de Regeering heeft gericht.
Bekend is, dat het dusgenaamde „Sui
kerwetje" mede in verband met een rap
port van die commissie is tot stand geko
men. Een advies met betrekking tot de
organisatie van het departement en van
de directie van den landbouw, een ont
werpregeling tot vermaling van inland-
sche tarwe, en het advies om steun te ver-
leenen aan de Veenkolonisatie aardappel
industrie kunnen vervolgens worden ge
noemd. Voorts zijn een rapport betreffende
vermindering van financieele lasten en een
rapport, getiteld „maatregelen tegen dum
ping" onlangs uitgebracht. De commissie
zet haar onderzoek op andere punten nog
voort.
Wederinstelling van het ambt van di
recteur-generaal is mede een wensch, die
herhaaldelijk ter sprake werd gebracht. De
minister heeft reeds meermalen te kennen
gegeven voor de verwezenlijking weinig te
gevoelen.
Mocht metterdaad blijken, dat her, z.g.
Suikerwetje geen voldoende uitkomst
brengt, dan is het oogenblik gekomen om
te overwegen of nog verdere maatregelen
genomen zullen moeten worden om te
voorkomen dat de suikerindustrie geheel
te gronde wordt gericht.
Credietverleening aan land
bouwers?
Ten aanzien van den door sommige leden
aan sommige in groote moeilijkheden ver-
keerende tuinbouwers zij medegedeeld, dat
de zeer plaatselijke aard en het wisselende
aspect van deze moeilijkheden het voor de
regeering zeer bezwaarlijk maken, «laar-
tegenover een algemeene houding te bepa
len.
Controle op den uitvoer.
De noodzakelijkheid van een goede con-
trale van het uit te voeren product wordt
ook door den Minister erkend. De geleide
lijk voortschrijdende uitbreiding van de
werkingsfeer van de Landbouwuitvoerwet
1929 moge daarvan getuigen. Eerst korte
lings is de controle in toepassing gebracht
ten aanzien van uien en eieren. Reeds wer
den pogingen gedaan om nog andere land
bouwproducten onder de regeling te bren
gen. Dit achte de Minister een van de be
langrijkste middelen om eenmaal gewonnen
afzetgebieden te behouden en nieuwe aan
te winnen.
Subsidieering land- en tuin
bouwscholen.
Het heeft aanvankelijk in de bedoeling
van den minister gelegen, gelden aan te
vragen voor de subsidieering van een
grooter aantal nieuwe lagere land- of tuin
bouwscholen dan in vorige jaren gebrui
kelijk was. De minder gunstige vooruit
zichten van '8 lands financiën hebben hem
evenwel genoopt hiervan af te zien.
De minister pleegt overleg met zijn
ambtgenoot van onderwijs, kunsten en we
tenschappen omtrent de mogelijkheid tpt
wijziging der Leerplichtwet in dier viege,
dat leerlingen van lagere scholen, die het
7e leerjaar reeds hebben doorloopen, doch
den leerplichtigen leeftijd nog niet hebben
bereikt, van het opnieuw volgen van dit
leerjaar worden vrijgesteld indien zij tot
het onderwijs aan 'n lagere land- of tuin
bouwschool worden toegelaten.
De landbouwhoogeschool.
De plannen voor de stichting vau een
gebouw voor de afdeeling zuivelbereiding
der landbopwhoogeschool zijn vooricopig
nog aangehouden, in verband met de meer
algemeene "vraag in hoeverre de belangen
van het wetenschappelijk zuivelonderzoek
in ons land voor een lage reeks van jaie.1
afdoende verzorging kunnen vinden zonder
al te groote bezwaren voor 's rijks schat
kist. Door een kleine commissie zal een
onderzoek worden ingesteld naar de beste
wijze waarop zulks zou zijn te verwezen
lijken.
De bouw van een nieuw laboratorium
voor landmeetkunde acht de minister ur
gent. De tenuitvoerlegging van het voor
nemen om tot dien bouw over te gaan,
wordt echter vertraagd door de omstan
digheid, dat over de blijvende vestiging te
Wageningen van den landmetercursus on
zekerheid bestaat.
De minister van oordeel, dat verknoging
van het voor de stichting van boerderijen
op woeste gronden uitgetrokken bedrag,
met inachtneming van de noodige voor
zichtigheid, wenschelijk is, zal, zoodra de
voor den landbouw beschikbare gelden
zulks mogelijk maken, niet nalaten een zoo
danige verhooging uit te trekken.
Prograrr.rra's voor Dinsdag 25 Nov.
Huizen, 1875 M
Uitsluitend K. R. O.-uitzending.
8.009.15 Mo:genconcert.
11.30—12.00 Godsdienstig halfuurtje.
12.0112.15 Politieberichten.
12.151.45 Lunchmuziek door het K. R.
O.-trio.
I.45—2.00 Gramofoonmuziek.
2.003.00 Vrouwenuurtje.
3.003.30 Knip-, naai- en stofversierings
cursus.
5.006.30 Gramofoonmuziek.
6.306.45 Verbonds^Radio kwartiertje.
6.457.15 Cursus in schriftverbetering,
door mevr. M. Reiber-Nan, leerares M. O.
7.157.45 Spreker: De Eerw. heer Jos.
Po els. Onderwerp: De Zondagsohe Paro
chiale Hoogmis.
7.458.00 Politieberichten.
8.008.15 Gramofoonmuziek.
8.1511.25 K. R. O.-Propaganda-avond
vanuit het Centraal Theater te Hilversum
Medewerkenden: K. R. O.-orkest onder
leiding van den heer Joh. Gerritsen en K.
R. O. Salon-Orkest onder leiding van Ma-
rinus van 't Woud. Sprekers: Pastoor J. H.
Hooyman, Pastoor L. H. Perquin O.P.
9.309.40 Nieuwsberichten van het pers
bureau Vaz Dias.
11.2512.00 Gramofoonmuziek.
H i I e r s u m 298 M.
A. V. R. O.-uitzending.
8.019.55 Gramofoonmuziek.
10.0110.15 Morgenwijding.
10.3012.00 Ochtendconcert.
12.012.00 Concert door het Huis-orkest
van het Luxor-Palasi te Rotterdam.
2.C02.30 Halfuurtje voor de vrouw.
3.004.00 Knipcursus door Mevr. de
Leeuw-van Rees.
4.004.15 Gramofoonmuziek.
4.154.45 Piano-studie-muziek door Eg-
bert Veen en Louis Schmidt.
4.45—5.15 Radio Kinderkoorzang o. 1. v.
Jacob Hamel.
5.155.30 Gramofoonmuziek.
5.307.00 Concert, door 't Omroeporkest.
7.007.30 Engelsche les voor beginners
door Fred Fry.
7.308.00 Radio-Volks Universiteit. Mu-
ziek-cursus.
8.018.25 Gramofoonmuziek.
8.258.40 Mannenzan-g door de Kon.
Utreehtsche Mannenzangvereeniging.
8.4010.00 Concert door het A. V. R. O.-
Octet o. 1. v. Louis Schmidt, met medewer
king van Hélène Cals sopraan.
10.00 Persberichten van Vaz Dias.
10.10—11.00 Aansluiting van Theater
Carré.
II.00 Gramofoonmuziek.
Brussel, 508,5 M.
5.20 Dansmuziek yit het Palais de la-
Danse St. Sauveur. de Bruxelles.
6.50 Concert door het Omroep-trio.
8.50 Concert door „Le Conseil National
du Parti Libóral"
Daventry, 1554.4 M.
10.35 Morgenwijding.
12.20 Victoria-Balladan.
I.20 Licht Concert door Leonardo Kemp
en zijn Orkest van The Piccadilly Hotel.
2.20 Beelduitzending.
4.50 Concert door het Prince of Wales-
Orkest o. 1. v. Frank Westfield.
7.00 De grondslagen der Muziek.
8.05 Concert door het Gershom Parking-
ton Quintet.
9.40 Muziekcauserie door Victor Hely
Hutchinson.
10.30 Vioolconcert door Lionel Tertis.
10.55 Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M.
II.201.20 Concert door Orkest.
2.204.20 Namid-clagooncert door Lcrais
Preil en zijn Instrumentaal Ensemble.
Folmer Jensen, piano, Carl. Axel Holm-
qvist, Operazanger.
7.209.10 „Erik XIV", tooneelspel in 4
bedrijven van August Strindberg. Daarna:
Persberichten.
9.3010.32 Werken van oude meesters
door het „Kamertrio" van Berlijn.
Langeoberg, 473 M.
6.207.20 Ochtendooncert van Gromo-
foonplaten.
11.30 Gramofoonmuziek.
12.251.50 Middagconcert door het or
kest van den West-Duitschen omroep.
4.505.40 Vesperconcert onder leiding
van Wolf.
8.20 Avonduitzendingen.
„Badio-Pari s", 1725 M.
12.50 Symphonic Concert.
2.25 Dansmuziek van Gramofoonplaten.
4.05 Dansmuziek vaoi Gramofoonplaten.
5.20 Dansmuziek.
6.50 Gramofoonplatenconcert.
8.20 Concerts
Rome, 441.2 M.
7.107.49 Diverse berichten.
8.10 Gevarieerd concert.
Z e e 8 e n, 1635 M.
1.201.50 Gramofoonmuziek.
3.504.50 Concert uit Leipzig.
7.20 Zie Langenberg. Daarna program
ma van Berlijn.
MOTORSTORING.
Naar-men ons mededeelt wordt de laat
ste dagen de radio-ontvangst in de buu>-+.
van de Morschpoortkazerne haast onmo
gelijk gemaakt door een werkende motor.
Ook gisteren (Zondag) bleef de storing
aanhouden. Weet iemand, wie deze storing
veroorzaakt?
ONGELUKKEN
SLACHTOFFERS VAN HET VERKEER.
Onder eigen wagen doodgereden.
De voerman T. de G. op Schiermonnik
oog had het ongeluk, terwijl hij op den
weg liep, terecht te komen onder zijn
eigen wagen, waarvan de beide paarden
plotseling op hol sloegen. De wielen gin
gen hem over de borst; hij was op slag
dood. De ongelukkige was 54 jaar oud.
Door een wagen overreden en
gedood.
Zaterdag is het 11-jarig zoontje van den
heer L. v. K. te Biggekerke, toen hij per
rijwiel een met zand beladen wagen pas
seerde geslipt. Een der achterwielen van
den zwaren wagen reed over zijn hoofdje.
I Na enkele oogenblikken overleed het
j ventje aan de bekomen verwondingen.
RANGEERDER DOODGEDRUKT.
Op de Staatsmijn „Emma".
Op het rangeerterrein van de Staatsmijn
Emma" te Rumpen-Brunssum had Vrijdag
een ernstig ongeluk plaats.
Men was Vrijdagmiddag bezig met het
uitstooten van wagons op een wissel. Bij
het lerugstooten is een der wagons vermoe
delijk door den storm in beweging ge
raakt. De zes-en-dertig-jarige gehuwde ran
geerder V. uit Rumpen, raakte op het wis-
selpunt tusschen twee wagons beklemd en
werd doodgedrukt. De man laat een vrouw
en vijf kinderen, waarvan de oudste veer
tien jaar is, achter;
FEUILLETON
door
VICTOR BRIDGES
Vertaling van F. van Velsen.
35)
„Ik zal mijn auto bij jou laten, Billy en
een rijtuig nemen, om na-ar Maurice to
gaan. Ingeval wij er een overhaast gebruik
van willen maken, hebben wij 'm steeds te
onzer beschikking."
„Maar", opperde Billy, „zouden ze je niet
vragen, waar je den wagen hebt gelaten?"
„Ik zal hun de waarheid zeggen, of ten
minste ongeveer. Ik zal zeggen, dat de mo
tor nagezien moest worden en wij den auto
in de garage achtergelaten hebben."
Billy keek mij bewonderend aan.
„Jack", lachte hij, „in jou is een talent
vol predikant verloren gegaan."
Wij bestelden een rijtuig waarin ik mijn
bagage borgdaarna gaf ik 'm nog eenige
bankbiljetten, uit voorzorg voor mogelijke
gebeurlijkheden, en met een ernstige ver
maning om de appelronde Norfolksche
schoone niet het hof te maken, stapte ik in
het rijtuig en reed in de richting van het
buiten van mijn gastvrijen neef, met een
lengeling van nieuwsgierigheid en onge-
stheid, wat de komende dagen zouden
).'engen.
Ashton zag er uit, als een welgevormd
h. is, half steen, half hout. Het stond op
eenigen afstand van den weghet was
omgeven door een mooien tuin en had hoog
geboomte op den achtergrond. Toen ik
door de oprijlaan reed, zag ik twee heeren
op een bank in den tuin zitten en toen ik
naderbij kwam ontdekte ik, dat een van
hen Maurice was. Zoodra mijn rijtuig voor
de deur stilhield, stonden zij beiden op en
slaken het grasperk over om mij te verwel
komen.
„Bonjour", zei Maurice, „zeg, ik daoht dat
je met je auto zou komen."
Ik gaf hem 'n hand en evenzoo zijn met
gezel, een gezet man met fleurig gelaat; hij
maakte op mij den indruk van een bookma
ker, die zijn schaapjes op het droge heeft,
maar het was duidelijk, dat hij mij kende.
„Ik ben ook met mijn auto gekomen",
antwoordde ik, „maar ik heb 'm in Wood
ford laten staan. Er mankeert iets aan den
mol or, want hij heeft aldoor slecht ge
werkt."
„Dat is zoo vervelend met motoren", zei
de welgedane bookmaker„elk oogenblik
mankeeren ze iets."
„Heb je den chauffeur meegebracht
vroeg Maurice, toen er een bediende
kwam, om mijn bagage uit het rijtuig te
halen.
Ik schudde ontkennend mijn hoofd.
„Keen", zei ik. „Ik vond het ditmaal
niet noodig, hem ee te nemen."
Dit, zal iedereen toestemmen wa« vol
komen waar. Misschien is het verbeelding
geweest, maar ik meende een glimp van
voldoening op het gelaat van mijn neef te
zien verschijnen.
„Laten wij in den tuin gaan zitten, of
wil je liever thee of iets anders gebrui
ken zei Maurice. „Baradell is naar de
stad en blijft daar vannacht; York en
Lady Baradell zijn uit, maar tante Mary
is thuis Weet je niet waar zij is, Vane?"
De dikke bookmaker streek zijn knevel
omhoog.
„Rozen spuiten", antwoordde hij laco
niek. „Miss York is bij haar."
Ons gesprek werd afgebroken door het
plotseling verschijnen van de twee dames
in kwestie, die van achter een heester-
groep te voorschijn traden en naar ons toe
kwamen. Tante Mary was een dame van
middelbaren leeftijd, met een kalm gelaat
en grijs haarhaar metgezellin, een groo
te bevallige jonge dame van ongeveer acht
en twintig in een keurig tailor-made cos-
tuum.
Het was een angstig oogenblik voor mij,
want ik vermoedde, dat ih verondersteld
werd hen beiden te kennen, doch de wijze,
waarop zij mij groetten, nam allen twijfel
op dit punt weg.
„Ik ben blij, dat U kon komen", zei
tante Mary, zonder echter eenig zichtbaar
enthousiasme aan den dag te leggen, ,,'t
Gebeurt maar zelden, dat ge U van Londen
kunt losrukken."
,,'t Gebeurt ook maar zelden, dat ik zoo'n
hartelijke uitnoodiging ontvang", ant
woordde ik, terwijl ik haar hartelijk de
hand schudde.
Zij keek mij eenigszins verrast aan en
plotseling schoot het mij te binnen, dat ik
wel een beetje te vriendelijk in mijn optre
den was, voor den echten Northcote.
Of tante Mary familie van mij was, bleef
mij ten eenenmale onbekend, maar waar
schijnlijk kende zij mijn dubbelganger ta
melijk goed en in dat geval zou zij zonder
wijfel op de hoogte van zijn karakter zijn.
Tk moest dus terdege op mijn hoede zijn.
„Ik heb gehoord, dat U Uw auto heeft
medegebracht, mijnheer Northcote. Ik
hoop, dat zij groot genoeg is, om ons allen
te bergen."
Ik lachte. „Ik heb het juist tot Wood-
ford kunnen brengen", zei ik, „en toen ge
raakte de motor defect. Binneneen paar
dagen zal een en ander wel weer in orde
zijn, denk ik."
,,'n Aardig smoesje, vindt U niet, Miss
York?" lachte sir George Vane, geheel on
bewust van de waarheid, welke in zijn
scherts lag opgesloten.
„Nu, 't komt er niet op aan", viel Mau
rice hierop in. „Je zou den wagen toch niet
gebruiken, als hij hier was. Wij gaan mor
gen op jacht, overmorgen is er een tuinpar-
tijlje bij Cuthberth en den volgenden dag
cricketwedstrijd; daar moet Bertie revan
che halen."
„O...., cricket", zei Miss York minach
tend, „Bertie is dol op cricket-. Speelt U
het ook, mijnheer Northcote?"
„Heel weinig", zei ik ernstig en ik hoor
de Maurice in zichzelf lachen.
Er klonken nu voetstappen in den oprij
laan en wij keken allen op.
,,'t Is Bertie met Lady Baradel", zei
Miss York „ik ben nieuwsgierig te hooren,
waar zij geweest zijn."
Ik herinnerde mij plotseling, den betee-
kenisvollen grijns, waarmede Maurice den
naam Baradell had genoemd, toen hij bij
mij in Park-Lane op bezoek wasdaarom
nam ik de naderbijkomenden met begrijpe
lijke belangstelling en nauwkeurig op.
Bertie was, zooals ik begreep, een broer
van Miss York hij was naar mijn schat
ting dertig jaar en ik vond hem het zui
vere typo van een militair. Om zijn gezel
lin to beschrijven zijn enkele woorden
meer noodig.
1 Groot en bevallig was zij en zij kwam
naar ons toe, met die eigenaardige, bijna
onbeschaamde zelfvoldaanheid, welke
mooie vrouwen meestal aan den dag leg
gen. Ontegenzeggelijk was zij mooi
doch in vergelijking met Mercia
(ik vergeleek tegenwoordig instinct
matig iedereen met Mercia) was het de
schoonheid van het vuur tegen die van
den zonneschijn. Vuur scheen werkelijk een
zeer passende vergelijking voor' Lady Ba
radell. Het glinsterde in haar wondermooie
bronzen haren, het smeulde op gevaarlijke
wijze in het diepe bruin van haar oogen,
met die eigenaardige goudgetiute irissen.
Haar onbehoorlijk, gewaagd costuum van
gevlamde stof was in volmaakte overeen
stemming met haar uiterlijk.
„En dus heeft de groote man zioh over
ons ontfermd", sprak zij roet langzame,
muzikale stem. „Was Londen zoo vreese-
lijk warm, mijnheer Northcote?"
„Ik schijn ©en onverdiende reputatie to
genieten", verweerde ik mij.
Lady Baradell trok haar wenkbrauwen
op en keek glimlachend rond.
„Saul onder de profeten riep zij. „Mau
rice, wat is er met hem gebeurd
Ik wachtte het antwoord van Maurice
met eenigszins boosaardig genoegen af.
„Ik weet het niet", slecptongde hij. „Ik
heb het hem een paar dagen geleden ook
al gevraagd en toen zei hij, dat men aange
naam moet zijn, als de gelegenheid zich
voordoet, al was het alleen maar voor de
variatie."
Hierop volgde een algemeen gelach, dat
echter plotseling werd afgebroken door
het geluid van een gong.
„Tijd voor toilet maken", kondigde tan
te Mary aan. „Och hemel, wat gaat de tijd
toch gauw voorbij."
(Wordt vervolgd).