HMihvars
mm
BINNENLAND
De Man
van Nergenshuizen
VRIJDAG 14 NOVEMBER 1930
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD PAG. 9
EEN INTERVIEW MET MINISTER
REYMER.
De Minister van Waterstaat
en de Tweede Kamer. De
Radio-kwestie.
De heer D. Hans, hoofdredacteur van
„De Avondpost", heeft een onderhoud ge
had met den Minister van Waterstaat over
diens werkzaamheden aan het drukke De
partement. We nemen enkele gedeelten uit
zijn relaas over:
„Och ja, ik heb heel wat te doen hier.
En zoo uiteenloopend, nietwaar? En
dan(een glimp van gelukzaligheid
legde zich op 's Ministers gezicht) „en
dan die heerlijke radioHet Departe
ment is in latere jaren wel een beetje van
karakter veranderd. De politiek is er bij
gekomen. Mijn voorgangers hadden een
vrijwel uitsluitend technisch Departement,
maar tegenwoordig zijn er ook al politieke
vraagstukken bij betrokken".
„U kunt tevreden zijn, Excellentie, met
het oordeel van het Voorloopig Verslag".
Levendig-gebarend
„Dat kan ik. Verleden jaar sprak men
z'n beduchtheid uit, omdat er een niet-
technicus aan het hoofd kwam, en als de
Kamer nu tevreden is, is dit een reden
voor mij om nog wel zoo hard door te wer
ken".
Deze mentaliteit brok mij aan. Deze
blijdschap van den Minister was mènsche-
lijk. Hij staat niet onverschillig of hoog
hartig tegenover het oordeel der Kamer;
hij is er blij mee. Hij heeft den indruk ge
wekt van voortvarendheid en van den moed
om beslissingen te durven nemen. Dit zei
ik hem.
„Men moet weten wat men wil", zei de
Minister. „Ik begrijp inderdaad dat 'n
bewindsman een beslissing moet durven
nemen, een verantwoordelijkheid moet
durven dragen. Deed ik dit niet, dan zou
den de vraagstukken zich eenvoudig op
stapelen en dan zou ik al spoedig in een
labyrinth zitten, waar ik niet meer uit zou
komen. Soms voel ik me als een Directeur
van Publieke Werken van Nederland en
wie het land doorreist ziet, dat er op het
oogenblik heel wat waterwegen, landwe
gen, overbruggingen onderhanden zijn".
„Amsterdam is ook in z'n schik met uw
wetsontwerp inzake de Rijn-verbinding".
„Ik vind het heerlijk, dat ik die beslis
sing mocht en kon nemen. Ik hoorde juist,
dat de Commissie van Voorbereiding uit
de Tweede Kamer mij zal vragen in haar
midden te verschijnen, om nadere inlichtin
gen te geven. Het doet mij genoegen dat
de oplossing zoowel in Amsterdam als in
de provincie Utrecht bevrediging wekt.
Weet u, het mooie van dit Departement
is, dat men iets tot stand ziet komen. Men
ziet de resultaten vóór zich. Kijkt u maar
in het land. Dat vind ik prettig".
Natuurlijk kwam het gesprek ook op de
radio-kwestie.
„Hoeveel slapelooze nachten heeft de
radio-strijd u bezorgd, Excellentie?"
„Geen enkele. Dat ligt niet in m'n ge
stel. "Maar het isén 's Ministers ge
zicht sprak boekdeelcn.
Op zijn verzoek schrijf ik geen bijzon
derheden over de schandelijke anonyme
brieven, die hij heeft ontvangen en waar
mee men zelfs z'n vrouw niet gespaard
heeft. Het is werkelijk heel erg geweest,
maar ik eerbiedig 's Ministers wensch en
zwijg er verder over.
„Ik heb niets gedaan dan de wet uitge
voerd. Naar plicht en geweten. Dat moest
ik".
„Beschouwt u den toestand van het
oogenblik als de eind-beslissing?"
Dat hangt van de verdere gebeurtenis
sen af. Ik ben nu bezig uitvoering te ge
ven aan mijn toezegging, om gegevens te
verzamelen betreffende de vraag, hoe men
in het buitenland de kwestie van de po
litieke uitzendingen heeft geregeld. Dat
daar alle politiek is uitgesloten, is natuur
lijk onjuist. Maar ik vraag aan alle kan
ten inlichtingen en ik kan u wel zeggen,
dat ik niet alleen ambtelijke inlichtingen
vraag, maar ook niet-officieele. Want ik
wil niet alleen weten, hoe de letter van
de wet, maar ook hoe de practijk is en hoe
het publiek die practijk beoordeelt en
waardeert. Ik hoop de gegevens spoedig
aan de Kamer over te leggen. Zooals u zich
herinnert heb ik mij zelf bij het jongste de
bat nog niet uitgelaten hot ik denk over
de politieke uitzendingen, omdat dit on
derwerp toen niet aan de orde was, het
ging toen alleen over de preventieve cen
suur".
Even een pauze.
Dan: „Och, ik mag u ook wel meedeelen
dat ik juist heden advies aan den Radio-
raad heb gevraagd over de kwestie: poli
tiek in den aether. Ik wil graag weten, hoe
die tegenover het vraagstuk staat. Ik acht
het in overeenstemming met den geest dei-
wek dat ik den Raad heb gevraagd mij
daaromtrent van advies te dienen".
Op de vraag of hij sterk voorstander is
van preventieve radio-oensuur antwoordde
Minister Reymer:
„Ja, dat is gebleken. Zoolang de omroep-
vereenigingen zelf de uitzendingen niet vol
komen in de hand hebben en niet volkomen
waarborgen dat niemands gevoelens ge
kwetst zullen worden, zoolang zal de pre
ventieve censuur noodig blijven. Men roept
om vrijheid, mooi, maar vrijheid beteekent
toch zeker ook dat men de gevoelens van
anderen moet eerbiedigen? Anders gaat
de vrijheid, voor die anderen te loor. Als ik
vrijheid heb op het trottoir te kuieren, he-
teekent dit niet dat ik een ander onderste
boven mag loopen, want dan is deze niet
vrij. De preventieve censuur moet gehand
haafd blijven, zoolang de omroepvereeni-
gingen zelf haar niet overbodig weten te
maken. Er is veel leelijks uitgezonden, en
ik heb tal van brieven gekregen, ook van
liberale families, die er tegen protesteer
den, dat ik zulke dingen toeliet. De radio
komt overal, in gestichten, in ziekenhuizen,
in fabrieken, in winkels, en er moet ge
waakt worden tegen onbehoorlijkheden"
ACHTERSTELLING VAN NEDER-
LANDSCH FABRIKAAT.
Ernstige klachten van de Rijkscommissie
Werkverruiming.
Dezer dagen vergaderde de Rijkscom
missie. „Werkverruiming" onder presidium
van haar voorzitter, prof. dr. W. H. Nolens.
Besloten werd na te gaan, om welke re
denen de vorige regeling is opgeheven en
of de tijdsomstandigheden nu ook aanlei
ding geven om te bevorderen, dat een der
gelijke regeling weer in het leven kan wor
den geroepen.
Mededeeling werd gedaan van bespre
kingen welke hebben plaats gehad met het
hoofd van den Indischen Centralen Aan-
schaffingsdienst, die hier te lande met
verlof vertoeft. Besloten werd, in samen
werking met anderen, na te gaan, wat ge
daan kan wórden om in bepaalde gevallen
opdrachten aan de Nederlandsche indus
trie te verstrekken.
De commissie nam met leedwezen kennis
van het feit, dat de directie der Neder
landsche Spoorwegen in menig geval blijk
geeft niet te begrijpen, dat het voor het
behoud van..verschillende ondernemingen,
ten gevolge van den zeer bijzonderen eco-
nomischen toestand, noodzakelijk is or
ders hier te lande te plaatsen en dit zelfs
bij gering prijsverschil.
Besloten werd een conferentie te beleg
gen met producenten van een bepaald fa
brikaat en een Nederlandsche fabriek, wel
ke voor haar voortbestaan dat fabrikaat
noodig heeft.
Reeds eerder heeft de Gomimssie er op
gewezen, dat in b.estekken met name een
product van buitenla.idschen oorsprong
wordt genoemd, terwijl ook hier te lande
producten van dezelfde soort vervaardigd
worden.
Niettegenstaande komt het euvel nog
voor, zoodatde Nederlandsche fabrieken
dan. van mededinging zijn uitgeschakeld.
Tot haar spijt heeft de Commissie dit nog
onlangs t. a. v. een bestek van de gemeen
te Utrecht moeten vaststellen.
Mededeeling was ontvangen dat een Ne
derlandsche fabriek, welke eei. bepaald ar
tikel maakt, n.l. rioleeringsbuizen en hulp
stukken tengevolge van dumping heeft
moeten besluiten de fabricage van dié pro
ducten te staken en tot ontslag aan de
in Literfleslcfien f 3.20
in V2 Literfl. 1.65
exclusief^Jtas
ALOM VERKRIJGBAAR!
daarvoor benoodigde arbeiders over te
gaan. Besloten werd hierover een schrijven
te richten aan den Minister van Arbeid,
Handel en Nijverheid.
In eenige Nederlandsche ondernemingen
is de regeering door regeeringseommissa-
rissen vertegenwoordigd. Van die onder
nemingen kan de comimssie niet getuigen
dat zij, in ,het bijzonder bij het geven van
opdrachten de belangen aan de Neder
landsche Nijverheid onder de tegenwoor
dige moeilijke economische omstandigheden
in het oog houden. Besloten werd daarom
aan die Minister die bedoelde regeerings-
commissarissen benoemen, een schrijven
over deze aangelegenheid te richten.
Mededeeling werd gedaan van een groot
aantal gevallen, waarin de bemiddeling
van de commissie werd ingeroepen tenein
de te bevorderen dat een opdracht aan de
Nederlandsche Nijverheid ten goede zou
komen. In menig geval had deze bemidde
ling succes. Toch moet het worden vastge
steld, dat de Nederlandsche opdrachtge
vers niettegenstaande de tegenwoordige zoo
moeilijke omstandigheden voor de Neder
landsche ondernemingen vaak alleen letten
op den prijs en op grond hiervan de be
stelling in het buitenland plaatsen terwijl
zij niet doordrongen zijn van een gevoel
van saamhoorigheid en samenhang tus-
schen de verschillende Nederlandsche in
dustrieën en zij, door anderen te steunen,
vaak zichzelf zullen schaden.
ENGELSCH SCHOENWERK NAAR
Nl E DER LAND.
In Nederland hoorden wij vroeger vaak
verklaren dat de „Engelsche" schoenen, die
men er in de winkels kocht, afkomstig wa-
ïen uit Noord-Braban la Ze gingen uit Ne
derland naar Engeland.; en werden van
daar heringevoerd. Zoo was aan den
eisch van oorsprong" voldaan.
Of het zoo was en of het nog zoo is,
weten wij niet, wel weten wij dat men in
Engeland Engelsche schoenen wil verkoo-
pen aan Nederland. Dat bleek dezer da
gen teen het hoofd van het Dep. van den
Overzeeschen Handel in het Lagerhuis een
vraag beantwoordde welke betrof de be
noeming van een ambtenaar voor handels-
reizigerswerk buiten het land. Uit het ant
woord der regeering bleek dat het Britsche
Verbond van Schoenfabrikanten, na. rugge
spraak met het Departement, een van zijn
functionarissen, T. W. Smith, had aange
wezen om de schoenenmarkt (afzetgebied)
in Nederland en Scandinavië te bestudee-
ren. Hij komt 15 November over. De man
zal een psychologische taak hebben, n.l.
moeten uitvinden welke schoenen den Ne
derlander zullen passen, opdat hij ze aan
kan trekken, niet alleen passen echter
naar maat maar ook naar smaak. En een
ambtenaar van het Departement gaat met
hem mee.
Bier vindt men afgescheiden van de
schoenen, een aanwijzing van nieuwe op
vattingen, die bij expor-fabrikanten in En
geland veld winnen. De normale houding
van den Britschen fabrikant is altijd ge
weest dat buitenlandsche afnemers zich
moeten voegen naar de smaken van Enge
land. Nu gaat men rekenig houden met de
opvattingen en smaken in het buiten-
landsch afzetgebied zelf.
„Vad."
UIT DE RADIO-WERELD
Programma's voor Zaterdag 15 November.
Huizen, 1875 M.
Uitsluitend K. R. O.-uitzending.
8.009.15 Gramofoon.
11.30 Godsdienstig halfuurtje.
12.151.45 Concert door het KRO-sextet.
I.452.30 Gramofoon.
2.303.00 Vragenhalfuurtje.
3.004.15 Kinderuurtje.
4.15—4.30 Pauze.
4.30 Praatje v. d. boekhandel.
5.00 Gramofoon.
6.00 Sportpraatje door S. P. J. Borsten.
6.15 Journalistiek weekoverzicht.
6.35 Gramofoon.
6.45 Esperantoles.
7.15 Lezing over Godsdienst en zedelijk
heid i. h. hedendaagsche Griekenland.
S.00 Populair concert door het KRO-
salon-orkest o. 1. v. M. v. 't Woud.
9.30 Nieuwsber.
II.0012.00 Gramofoon.
Hilversum, 298 M.
Uitsl. VAR A-uitzending.
8.00 Orgelconcert door J. Jong.
9.00 Gramofoon.
10.00 VPRO. Morgenwijding.
10.15 Fr. Pauwels: voordracht.
10.30 Concert, voor piano en cello. Voor
dracht.
11.30 Gramofoon.
12.00 Concert door het VAR A-Septet.
I.45 Kinderliedjes.
2.10 Paedagogisch concert. Utrechtsch
Stedelijk Orkest o. 1. v. E. Cornelis.
4.154.30 Pauze.
5.00 Lezing over ons huis.
4.30 Duitsche les.
5.30 Lezing over het speeltuinwerk door
G. Ph. Selman. Kinderkoor.
6.10 Kinderuurtje.
7.10 Rede door A. de Vries, voorz. VARA.
7.25 Accordeonmuziek.
7.45 Bij de Pomp.
8.00 „Een avond aan boord", hoorspel.
9.00 Concert door het VARA-orkest.
10.00 Accordeonmuziek:
10.20 VARA-varia.
10.30 Concert door het VARA-orkest.
Oude dansen.
II.00 Persber.
11.1512.00 Gramofoon.
Da ven try. 1 5 5 4.4 M
10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing.
1.202.20 Orkestconcert.
3.45 Berichten.
3.50 Concert.
5.05 Orgelspel door R. New.
5.35 Kinderuurtje.
6.20 Concert.
6.35 Berichten,
7.00 Sportnieuws.
7.05 Concert Strijkkwartet.
7.20 Lezingen.
7.50 Liederen voordracht.
8.05 „The Ridgeway Parade VI".
9.20 Berichten.
9.55 Concert Orkest A. Cave (viool).
10.5012.20 Dansmuziek.
„Radio-Paris", 1 7 25 M.
9.20 Concert.
12.50 Gramofoonpl.
4.05 Kinderuurtje.
4.50 Dansmuziek.
5.20 Concert. Solisten-koren.
9.05 Concert.
Langenberg, 473 M.
6.207.50 Gramofoonpl.
9.3510.05 Gramofoonpl.
11.30 Gramofoonpl.
12.251.50 Orkestconcert.
4.505.50 Concert. Mandoline-Orkest.
7.20 Vroolijke avond.
10.0010.50 Dansmuziek.
10.5011.50 Dansmuziek (Gramofoonpl.)
11.5012.50 „Herr Gewinnler gibt Gesell-
schaft". (Salon Pitzelberger). Operette in
1 bedrijf van Jacq. Offenbach.
Kalundborg, 1153 M.
12.0512.35 Gramofoonpl.
12.351.05 Uitz. voor scholen.
2.20 Kinderuurtje.
2.501.50 Orkestconcert en voordracht.
7.-208.20 Orkestconcert en zang.
9.0010.05 Orkestconcert cn voordracht-.
10.0511.35 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M.
5.20 Gramofoonpl.
6.50 Gramofoonpl.
8.35 Concert.
Z e e s e n, 1635 M.
5.456.20 Lezingen.
6.201.50 Gramofoonpl.
9.50 Nieuwsber.
11.201.20 Berichten.
I.202.20 Gramofoonpl.
2.203.50 Lezingen.
3.504.50 Concert.
4.506.50 Lezingen.
6.50 Concert. Orkest, en solisten.
8.20 Berichten.
8.30 Vroolijke avond.
9.50 Opera-bal.
II.20—11.50 Filmbal.
-
DE UTRECHTSCHE STUDENTE* SC HERMVEREENIGIXG OLYMPIA viert
haar 90-jarig bestaan met een internationaal schermtournooi. De winnaars op floret.
Rechts Lemoine (Frankrijk) le prijs, links Bougnol (Frankrijk) 2e prijs.
FEUILLETON
door
VICTOR BRIDGES
Vertaling van F. van Velsen.
Ik maakte een buiging en keek haar
een oogenblik na, toen de oude ingebeelde
gek haar wegleidde, met een air van
triomf, als wilde hij te kennen geven, dat
hij mij handig buiten gevecht had ge
steld.
Ik ging weer zitten; ik had stof tot na
denken in overvloed. Dat Mercia onder
een anderen naam bij de Tregattocks lo
geerde, was op zichzelf iéts schokkends
voor mijterwijl in verband met het ver-
valschte getuigschrift en de valsche beves
tiging daarvan, en op verschil1 end e, tot
dusverre duistere punten, eenig licht werd
geworpen. Toch was ik er vast van over
tuigd, dat zij in het geheel niet medeplich
tig was aan de Milford-geschiedenis. Ja, zij
had in een wanhoopsdaad getracht mij
dood te schieten, doch wat daarvan ook
zij, dat scheen een geheel op zichzelf
staand feit te zijn. Maar bedienden vergif
tigen was een soort van moordenaarswerk,
waar ik Mercia niet mede kon vereenzel
vigen. Ik vroeg mij af, hoe zij met de Tre
gattocks in kennis kon gekomen zijn. Lam-
mersfield had zoo iets gezegd van „opge
pikt in Zuid-Amerika" eb. dit was wel in
overeenstemming met mijn verdenking
van den vorigen avond. Haar eigen uit
drukking: „de Satyr van Culebra" kwam
mij plotseling voor den geest en ik herin
nerde mij, dat ik die plaats nog niet in
den atlas had opgezocht, zooals ik voorne
mens was te doen. Ik wist, dat Tregat-
tock eenige jaren geleden gezant in Boli
via tfas geweest, dus was het zeer wel
mogelijk, dat hij op de hoogte was van
mijn onbekend en, naar het scheen, minder
eervol verleden.
Dan kwam Maurice, dien ik op het
oogenblik geen juiste plaats kon geven, op
dit tooneel. Mercia had mij, om de een of
andere reden, een duidelijken wenk gege
ven, dat dit beminnelijke jongmensch niet
te vertrouwen wastrouwens de uitlatin
gen van Northcote en mijn eigen instinct
hadden reeds tot een zelfde conclusie ge
leid. Maar toch, als hij een neef van North
cote was en wel een, die door hem schijn
baar steeds goed en hartelijk werd behan
deld, hoe kon hij dan in 's hemelsnaam be
trokken zijn bij hetgeen Mercia deed, of die
Zuid-Amerikaansche vrienden van haar,,
die waarschijnlijk uit zeer goede beweegre
denen zoo verlangend waren een einde aan
mijn bestaan te maken. Het was ook nog
mogelijk, dat hij, als mijn naaste bloedver
want, een oogje had op mijn oneerlijk ver
worven rijkdomik aarzelde echter om
zelfs ten opzichte van Maurice zoo'n dui-
velsche theorie te aanvaarden.
Ik zat nog over deze helsche complica
ties mijn hersens te .pijnigen, toen een
vlugge tred op den mooien tegelvloer mij
deed opkijken en ik Lord Sangatte haastig
naar mij toe zag komen.
„Mooi zoo", sprak hij. „Ik dacht wel
dat ik je hier zou vinden. Ga je mee naar
mijn studeerkamer?"
Om de waarheid le zeggen, had de ont
moeting met Mercia mij de geheele af
spraak doen vergeten, en het was bloot toe
val. dat hij mij hier vond. Natuurlijk zei
ik hiervan niets, doch volgde hem door den
wintertuin naar een deur verderop, welke
hij met een kleinen Yale-sleutel opensloot.
Ik dacht bij mij zelven, dat het mij dezen
avond niet aan afwisseling ontbrak.
De kamer van Sangatte was juist zooals
ik mij had voorgesteld. Dat wil zeggen, dat.
er behalve een groote schrijftafel, geen
verdere aanwijzingen aanwezig waren, dat
het ooit het tooneel van ernstige geestes
inspanning was geweest, zooals de naam
zou doen vermoeden.
Mijn edele gastheer begon de onderhan
delingen met zorgvuldig de deur op slot
te doen. Daarna schonk hij, onder opmer
king, dat een borrel geen s'echt ding was,
een paar stevige brandy-soda's in en reik
te er mij een over.
„Ik had er beslist behoefte aan", zei hij,
terwijl hij zijn ledige glas neerzette.
„Ik ben op, Northcote, dat verzeker ik
je. Als ik een week zoo'n vreeselijk werk
als partijen geven moest doen, zou ik het
niet over'even. Rooken
Hij hield mij een kistje sigaren voor en
ik koos een prachtige import uit, die min
stens een uur genot beloofde."
„Ja",zei ik, „ik kan mij een aangenamer
manier voorstellen, om den avond door te
brengen."
Hij lachte norseh.
„Nu", zei hij, „één troost heb ik dat zij
er duur voor zull.en betalen."
Hij ging nu dwars door de kamer naar
de schrijftafel, opende een lade en haalde
er versohkende vellen papier uit, allen met
machineschrift beschreven.
„Hier is het", sprak hij en overhandigde
ze mij. „Rosedale en ik hebben het concept
gemaakt, na ons laatste gesprek met jou
Ik denk, dat je het wel mee naar huis wilt
nemen, maar je kunt het wei eerst even
doorkijken of er iets is, dat niet naar jo
zin is. Morgen ga ik weer naar Rosedale
toe."
.Met een gevoel vair ware nieuwsgierig
heid nam ik de papieren van hem aan en
plantte mij in een van de gemakkelijke
clubfauteuils. Bij den eersten blik zag ik,
dat het een concept voor een prospectus
was, want bovenaan op de eerste bladzijde
stond in groote vette letters de volgende
aankondiging:
„De vereenigde goudvelden van
Zuid-Amerika, Ltd.
Kapitaal: 2.000.000 pond sterling.
XI.
Voor een oogenblik keek ik er naar met
verbijsterende bewondering. Dan, nam ik
een trek aan mijn sigaar, om mijn verwar
ring meester te worden en las vervolgens
het geheele document van het begin tot 't
einde door.
Het leek mij een van de mooiste en bru
taalste staaltjes van verdichting, die ik
ooit in handen had gehad. Om kort te gaan
het bracht in gloedvolle bewoordingen on
der de aandacht van het Britsche publiek,
de ontdekking van een groep prachtige
goedmijnen, die in het Noorden van de
provincie Argentinië waren gelegen. Aan
gezien ik tamelijk goed in genoemd district
bekend was, wist ik zoo goed als zeker, dat
deze bewering een groote leugen was, maai
ik moest bekennen, dat het voorgelegde
bewijsmateriaal bijzonder overtuigend was.
De commissie van directeuren besi™"1 uit.
ituarl Northcote, Lord Sangatte, Sir Ma-
hew Rosedale en Senor Bonito Morales,
expresident van de republiek. Den laatst
genoemden heer kende ik, als een van de
meest doortrapte schurken, die Zuid-Ame
rika ooit heeft voortgebracht. Dit beves
tigde volkomen mijn verdenking togen liet
frauduleuse karakter der geheele onder
neming.
Terwijl ik las, liep Lord Sangatte op en
neer achter mij; blijkbaar trachtte hij zich
te herstellen van de ongewone opwinding,
die het onafgebroken complimentjes ma
ken tegen zoo'n massa menschen bij hem
had teweeg gebracht. Toen ik het papier
op tafel voor mij neerlegde, keerde hij zich
ongeduldig naar mij toe en vroeg, wat ik
er van dacht".
„Het ziet er tamelijk vertrouwenwek
kend uit", zei ik koel, „maar wij moeten
beproeven of wij een en ander nog een
weinig kunnen aandikken."
„Ja, maar er wordt in de kranten voor
de noodige aanbevoling gezorgd", ant
woordde Sangatte; „Rosedale maakt dat
in orde. Hij wil de geheele plaatsing der
aandeelen op zich nemen voor twintig dui
zend pond."
Dit leek een goedkoope manier om twee
millioen pond ster'ing uit de zakken van
het Engelsche publiek te pompen, dus stel
de ik mij tevreden met een koel goedkeu
rend knikje.
„Bovendien hebben wij Lammersfield
nog", vervolgde Sangatte. „Als jc hem
kunt bewerken, is de zaak zoo goed als be
klonken. Als er een minister op de lijst der
directeuren staat, dan gaan de aandeelen
er in als koek. Ik ken de idioten."
(Wordt vervolgd).